Aanvullende voorwaarden overlijdensrisicodekkingen ORV.16.04
Aanvullende voorwaarden overlijdensrisicodekkingen ORV.16.04
Inhoud
1. Aanvullende voorwaarden overlijdensrisicodekkingen
2. Begripsomschrijvingen
3. Omvang van de dekking
4. Beperking van de dekking
5. Beperking van de dekking bij herziening van eerder gemaakte keuze
6. Premievrij maken van de verzekering
7. Afkoop
8. Waardeoverdracht
9. Recht op aanpassing van de dekking
10. Beperking van het recht op uitkering
11. Slotbepalingen
1 Aanvullende voorwaarden overlijdensrisicodekkingen
In aanvulling op de Algemene voorwaarden gelden de navolgende bepalingen. Als bepalingen in deze Aanvullende voorwaarden afwijken van de Algemene voorwaarden, gaan de Aanvullende voorwaarden voor. Als bepalingen in de Algemene voorwaarden en/of Aanvullende voorwaarden afwijken van het gestelde in de uitvoeringsovereenkomst, gaat de uitvoeringsovereenkomst voor.
2 Begripsomschrijvingen
In deze aanvullende voorwaarden wordt verstaan onder:
2.1 Netto voorziening verzekeringsverplichtingen
De wiskundige waarde van een niet tegen eenjarige leeftijdsafhankelijke risicopremies of een risicokoopsom gesloten verzekering, berekend op basis van de netto grondslagen waarop de verzekering is gefinancierd volgens de bij de verzekeraar gebruikelijke methode.
2.2 Overlijdensrisicodekking
De dekking die bij overlijden van de verzekerde voorziet in de uitkering van een (tijdelijk) partnerpensioen en/of wezenpensioen of van een kapitaal voor de aankoop van een (tijdelijk) partnerpensioen en/of wezenpensioen. De omschrijving van de overlijdensrisicodekking staat in het pensioenreglement en op het pensioenoverzicht.
2.3 Partnerrelatie
Een huwelijk, geregistreerd partnerschap of een duurzame gezamenlijke huishouding. Van een duurzame gezamenlijke huishouding is sprake, zodra aan de daarvoor in het pensioenreglement gestelde voorwaarden is voldaan.
2.4 Pensioengevend inkomen
Het (gedeelte van het) jaarinkomen van de verzekerde, dat op grond van het pensioenreglement bepalend is voor de hoogte van de te verzekeren pensioenaanspraken.
2.5 Toetsperiode
Een termijn van 6 maanden.
- Na aanvang van het deelnemen aan de pensioenregeling begint de toetsperiode voor:
- een overlijdensrisicodekking ten behoeve van de partner van de verzekerde, op de vroegste datum waarop er sprake is van de partnerrelatie tijdens het verwerven van pensioen door de verzekerde;
- een overlijdensrisicodekking ten behoeve van een aanspraakgerechtigd kind, als dat overlijdensrisico is verzekerd ongeacht de aanwezigheid van een aanspraakgerechtigd kind, op de vroegste datum waarop dat overlijdensrisico wordt verzekerd;
- een overlijdensrisicodekking ten behoeve van een aanspraakgerechtigd kind, als dat overlijdensrisico alleen wordt verzekerd als er een pensioengerechtigd kind aanwezig is tijdens het verwerven van pensioen door de verzekerde;
- een verhoging van een overlijdensrisicodekking, op de datum waarop de verhoging van de dekking ingaat;
een en ander met in achtneming van het over de betreffende risicodekking in de uitvoeringsovereenkomst en het pensioenreglement bepaalde.
- Na een wijziging van een eerder door de verzekerde gemaakte keuze, begint de toetsperiode op de datum waarop de wijziging met betrekking tot de dekking ingaat.
2.6 Verplicht te verzekeren
Het overlijdensrisico is verplicht verzekerd, als de verzekerde zich aan de verzekering hiervan niet kan onttrekken op basis van de pensioenovereenkomst en het pensioenreglement.
2.7 Vrijwillig te verzekeren
Het overlijdensrisico is vrijwillig verzekerd als de verzekerde zich aan de verzekering hiervan naar keuze al dan niet kan onttrekken op basis van de pensioenovereenkomst en het pensioenreglement.
3 Omvang van de dekking
3.1
Het voor de verzekeraar uit de verzekering voortvloeiende overlijdensrisico dan wel de verhoging daarvan vangt aan op de ingangs- respectievelijk verhogingsdatum van de overlijdensdekking. De dekking staat beschreven in het pensioenoverzicht dat aan de verzekerde wordt verstrekt.
3.2
De overlijdensrisicodekkingen zijn van kracht in de gehele wereld, tenzij bij het afsluiten van de verzekering anderszins is bepaald.
4 Beperking van de dekking
4.1
Het overlijdensrisico is gedekt, als de verzekerde overlijdt:
1. na de toetsperiode; of
2. als rechtstreeks gevolg van een ongeval dat plaatsvindt nadat de betreffende dekking is verzekerd; of
3. anders dan door een ongeval binnen de toetsperiode, mits de (van de verzekeraar onafhankelijke)Toetsingscommissie Gezondheidsgegevens in dat geval desgevraagd van oordeel is, dat de gezondheidstoestand van de verzekerde bij aanvang van de toetsperiode, het overlijden van de verzekerde niet redelijkerwijs moest doen verwachten.
Als door de begunstigde wordt aangetoond dat direct voorafgaand aan de toetsperiode gedurende een tijdvak elders een zelfde overlijdensrisicodekking (tijdelijk partnerpensioen, levenslang partnerpensioen of wezenpensioen) was verzekerd, wordt de toetsperiode verminderd met dat tijdvak. Met direct voorafgaand wordt bedoeld, dat er niet langer dan vier weken geen dekking mag zijn geweest na afloop van dat tijdvak.
Als een verplicht of vrijwillig te verzekeren overlijdensrisicodekking door een stijging van het pensioengevend inkomen wordt verhoogd, is het in beide gevallen gedekt.
5 Beperking van de dekking bij herziening van eerder gemaakte keuze
5.1
De verzekerde kan een eerder gemaakte keuze met betrekking tot een vrijwillige overlijdensrisicodekking of een verhoging daarvan herzien. De mededeling van de herziening heeft werking per de eerste van de maand die samenvalt met of volgt op de mededeling.
Vanaf die eerste van de maand zijn de beperkingen van de risicodekkingen als volgt:
Het verplicht of vrijwillig te verzekeren overlijdensrisico of een verhoging daarvan is gedekt, als de verzekerde overlijdt:
1. na de toetsperiode; of
2. als rechtstreeks gevolg van een ongeval dat plaatsvindt nadat de (verhoging van de) betreffende dekking is verzekerd; of
3. anders dan door een ongeval binnen de toetsperiode, mits de (van de verzekeraar onafhankelijke) Toetsingscommissie Gezondheidsgegevens in dat geval desgevraagd van oordeel is dat de gezondheidstoestand van de verzekerde bij aanvang van de toetsperiode het overlijden van de verzekerde redelijkerwijs niet moest doen verwachten.
5.2
De verzekerde die een eerder gemaakte keuze herziet kunnen wij om medische waarborgen vragen. Het gaat om herziening van een keuze na 3 maanden nadat de verzekerde de mogelijkheid heeft gehad om het partnerpensioen en/of nabestaandenoverbruggingspensioen te verzekeren.
6 Premievrij maken van de verzekering
6.1
Het premievrij verzekerd bedrag van een ter uitvoering van een uitkeringsovereenkomst of premieovereenkomst tegen periodiek verschuldigde koopsommen en/of premies gesloten overlijdensrisicodekking wordt minimaal als volgt bepaald. Het verzekerd bedrag direct vóór de premievrijmaking wordt verminderd met het verzekerd bedrag, dat verzekerd zou kunnen worden door de vanaf de datum van premievrijmaken niet meer verschuldigde koopsommen en/of premies conform de pensioenregeling aan te wenden voor een geheel nieuwe verzekering van gelijke vorm en volgens het voor de oorspronkelijke verzekering toegepaste tarief.
6.2
Het premievrij maken geschiedt met verrekening van eventueel nog aan de verzekeraar verschuldigde bedragen en met inachtneming van het bij of krachtens de Pensioenwet bepaalde.
6.3
De overlijdensrisicodekking die uitsluitend is gesloten tegen betaling van eenjarige leeftijdafhankelijke risicopremies heeft geen premievrije waarde.
7 Afkoop
7.1
Afkoop van de overlijdensrisicodekking is uitsluitend mogelijk indien en voor zover dat mogelijk is op grond van het bepaalde bij of krachtens de Pensioenwet.
7.2
Door de afkoop vervallen jegens de verzekeringnemer en de verzekeraar de door middel van deze overlijdensrisicodekking verzekerde pensioenaanspraken.
7.3
Een uitsluitend tegen eenjarige leeftijdsafhankelijke risicopremies gesloten overlijdensrisicodekking heeft geen afkoopwaarde.
7.4
Indien de overlijdensrisicodekking is gefinancierd door middel van een risicokoopsom, is het niet gebruikte deel van de risicokoopsom afkoopbaar. De afkoopwaarde is gelijk aan de waarde die op het moment van afkoop nodig zou zijn om een gelijk verzekerd bedrag te verzekeren tegen het oorspronkelijke tarief.
8 Waardeoverdracht
8.1
De verzekerde heeft het recht de waarde van de overlijdensrisicodekking te doen overdragen naar een andere pensioenuitvoerder, mits wordt voldaan aan het bepaalde bij en krachtens de Pensioenwet.
8.2
Door de waardeoverdracht doet de verzekerde jegens de verzekeringnemer en de verzekeraar afstand van de door middel van deze overlijdensrisicodekking verzekerde pensioenaanspraken.
8.3
De over te dragen waarde wordt vastgesteld met inachtneming van het bij of krachtens de Pensioenwet bepaalde.
8.4
Een uitsluitend tegen eenjarige leeftijdsafhankelijke risicopremies gesloten overlijdensrisicodekking heeft geen over te dragen waarde.
8.5
Indien de overlijdensrisicodekking is gefinancierd door middel van een risicokoopsom, wordt het niet gebruikte deel van de risicokoopsom overgedragen aan een andere pensioenuitvoerder.
Het niet gebruikte deel van de risicokoopsom wordt bepaald door de risicokoopsom die op het moment van overdracht nodig zou zijn om een gelijk verzekerd bedrag te verzekeren tegen het oorspronkelijk tarief.
9 Recht op aanpassing van de dekking
Het recht op aanpassing van de verzekering vervalt indien:
- de verzekering geheel of gedeeltelijk premievrij wordt gemaakt, of
- vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid is aangevraagd of een aanvraag daarvoor is redelijkerwijs te voorzien, dan wel is geheel of gedeeltelijk door de verzekeraar verleend.
10 Beperking van het recht op uitkering
10.1
Indien de verzekerde overlijdt tijdens of tengevolge van enige krijgs of gewapende dienst, waarbij wordt deelgenomen aan een oorlog of aan handelingen, die met oorlogshandelingen zijn gelijk te stellen is de verzekeraar het verzekerde bedrag niet verschuldigd, tenzij de verschuldigdheid van het verzekerd bedrag volgt uit de uitzondering genoemd in lid 2 of het bepaalde in artikel 12 van toepassing is.
10.2
Indien de verzekerde overlijdt als militair of als ambtenaar van het Ministerie van Defensie in burgerlijke openbare dienst tijdens de uitzending naar een gebied buiten Nederland in het kader van vredes of humanitaire operaties is de verzekeraar het verzekerde bedrag niet verschuldigd, tenzij de verzekeraar wegens het overlijden van de verzekerde een vorderingsrecht terzake van het verzekerd bedrag verkrijgt op grond van een overeenkomst met het Ministerie van Defensie.
10.3
Indien de verzekeraar het verzekerde bedrag niet verschuldigd is op grond van het bepaalde in lid 1 of lid 2, zal de netto voorziening verzekeringsverplichtingen van de verzekering, berekend op een onmiddellijk aan de overlijdensdatum voorafgaand tijdstip worden aangewend als koopsom voor een dadelijk ingaand pensioen. Voor zover de uitkering bij overlijden van een beleggingsverzekering uitsluitend bestaat uit (een gedeelte van) de waarde van de beleggingsverzekering wordt uitsluitend dat gedeelte uitgekeerd.
11 Slotbepalingen
11.1
Als op grond van de artikelen 4 tot en met 5 geen uitkering uit hoofde van verzekeringen bij overlijden worden toegekend, geldt het volgende;
1. voor zover de uitkering bij overlijden van een beleggingsverzekering uitsluitend bestaat uit (een gedeelte van) de waarde van de beleggingsverzekering wordt uitsluitend dat gedeelte uitgekeerd;
2. voor verzekeringen die stellig tot uitkering komen, wordt de afkoopwaarde uitgekeerd.
11.2
Indien bij een uitkering wegens overlijden van de verzekerde vóór de einddatum van de verzekering blijkt dat de op de verzekering vermelde (gekapitaliseerde) waarde van de voor partner- en/of wezenpensioen(en) bestemde uitkering niet voldoet aan de uitkering die bij of krachtens de Wet op het financieel toezicht minimaal verzekerd zou moeten zijn, zal een bedrag ter grootte van het positieve verschil tussen de (gekapitaliseerde) waarde van de uitkering die verzekerd had moeten zijn en de op het pensioenoverzicht vermelde (gekapitaliseerde) waarde van de uitkering bij overlijden aan de werkgever worden uitgekeerd, als ware dat verschil medeverzekerd.
11.3
In gevallen waarin deze Aanvullende voorwaarden niet voorzien beslist de verzekeraar naar redelijkheid en billijkheid.
Aanvullende voorwaarden vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid PVA.16.04
Inhoud
1. Aanvullende voorwaarden vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid
2. Begripsomschrijvingen
3. Strekking van de dekking
4. Omvang van de dekking
5. Beperking van de dekking
6. Beperking van de dekking bij herziening van eerder gemaakte keuze
7. Erkenning van arbeidsongeschiktheid
8. Ingang, duur en hoogte van de vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid
9. Verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid
10. Niet nakoming van verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid
11. Beroepstermijn en heroverweging
12. Uitsluitingen
13. Wijziging van risicopremie en/of Aanvullende voorwaarden
14. Dekking na beëindiging van de arbeidsovereenkomst of uitvoeringsovereenkomst
15. Einde van de dekking
16. Slotbepaling
1 Aanvullende voorwaarden vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid
In aanvulling op de Algemene voorwaarden gelden de navolgende bepalingen. Als bepalingen in deze Aanvullende voorwaarden afwijken van de Algemene voorwaarden, gaan de Aanvullende voorwaarden voor. Als bepalingen in de Algemene voorwaarden en/of Aanvullende voorwaarden afwijken van het gestelde in de uitvoeringsovereenkomst, gaat de uitvoeringsovereenkomst voor.
2 Begripsomschrijvingen
2.1 Arbeidsongeschikt
Arbeidsongeschikt, geheel of gedeeltelijk, is de verzekerde die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling geheel of gedeeltelijk niet in staat is om met algemeen geaccepteerde arbeid, waartoe hij met zijn krachten en bekwaamheden in staat is, te verdienen wat gezonde personen met soortgelijke opleiding en ervaring met arbeid gewoonlijk verdienen (verlies aan verdiencapaciteit). Bij het bepalen van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt uitgegaan van ten hoogste 60 arbeidsuren per week.
2.2 Peildatum
De in het pensioenreglement gedefinieerde vaste datum in elk jaar.
2.3 Pensioengevend inkomen
Het (gedeelte van het) jaarinkomen van de verzekerde, dat op grond van het pensioenreglement bepalend is voor de hoogte van de te verzekeren vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid.
2.4 Toetsperiode
Een termijn van zes maanden.
- Na aanvang van het deelnemen aan de pensioenregeling begint de toetsperiode voor:
- dekking van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid, op de datum waarop de dekking ingaat; of
- een verhoging van dekking van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid, op de datum waarop de verhoging van de dekking ingaat; een en ander met in achtneming van het in de uitvoeringsovereenkomst en het pensioenreglement bepaalde.
- Na een wijziging van een eerder door de verzekerde gemaakte keuze, begint de toetsperiode op de datum waarop de wijziging met betrekking tot de dekking ingaat.
2.5 Verplicht te verzekeren
Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is verplicht verzekerd, als de verzekerde zich aan de verzekering hiervan niet kan onttrekken op basis van de pensioenovereenkomst en het pensioenreglement.
2.6 Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid
De dekking die bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde voorziet in vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid. De omschrijving van de vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid staat in het pensioenreglement en op het pensioenoverzicht.
2.7 Vrijwillig te verzekeren
Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is vrijwillig verzekerd als de verzekerde zich aan de verzekering hiervan naar keuze al dan niet kan onttrekken op basis van de pensioenovereenkomst en het pensioenreglement.
2.8 Wachttijd
De periode van 104 weken waarin de verzekerde onafgebroken arbeidsongeschikt is. Daarbij worden periode van arbeidsongeschiktheid die elkaar opvolgen met een onderbreking van minder dan vier weken bij elkaar opgeteld. Indien voor de verzekerde op grond van de WIA/WAO/Wajong een verkorte wachttijd of een verlengde wachttijd (verlengde loondoorbetalingsperiode) is vastgesteld, valt het einde van de wachttijd echter samen met de ingang van de uitkering op grond van de WIA/WAO/Wajong.
2.9 Wajong
Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten.
2.10 WAO
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
2.11 WAZ
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
2.12 WIA
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
3 Strekking van de dekking
Deze dekking heeft tot doel in geval van arbeidsongeschiktheid van de verzekerde te voorzien in vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid en wel onder de hierna vermelde voorwaarden.
4 Omvang van de dekking
4.1
Het voor de verzekeraar uit de verzekering voortvloeiende risico dan wel de verhoging daarvan vangt aan op de ingangs- respectievelijk verhogingsdatum van de dekking van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid. Een en ander onverminderd het bepaalde in de artikelen 5 en 6.
4.2
De vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld en toegekend overeenkomstig het gestelde in het pensioenreglement.
5 Beperking van de dekking
5.1
Van de dekking van het arbeidsongeschiktheidsrisico is uitgesloten de aanwezige mate van arbeidsongeschiktheid blijkens een beschikking op grond van de WIA/WAO/WAZ/Wajong, als de daaraan gerelateerde eerste dag van arbeidsongeschiktheid ligt vóór aanvang van deze dekking.
5.2
Van de dekking van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is uitgesloten de aanwezige mate van arbeidsongeschiktheid, als de daaraan gerelateerde eerste dag van arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) ligt, vóór de dag van aanvang van het deelnemen of vóór aanvang van deze dekking. Voor zover geen aanspraak op dekking van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid bestaat, ontstaat deze aanspraak zodra de verzekerde vier weken onafgebroken niet arbeidsongeschikt is en de arbeid volledig heeft hervat.
5.3
De verplicht of vrijwillig te verzekeren dekking van vrijstelling van premiebetaling bij
arbeidsongeschiktheid is, behoudens het in artikel 5.2 bepaalde, gedekt als:
1. de eerste dag van arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) ligt na de toetsperiode; of
2. de arbeidsongeschiktheid het rechtstreekse gevolg is van een ongeval dat plaatsvindt nadat de betreffende dekking is verzekerd; of
3. de eerste dag van arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) ligt binnen de toetsperiode en er geen sprake is van een ongeval, mits in dat geval uit onderzoek door de verzekeraar blijkt dat de gezondheidstoestand van de verzekerde bij aanvang van de toetsperiode de arbeidsongeschiktheid redelijkerwijs niet moest doen verwachten.
Als door de verzekerde wordt aangetoond dat direct voorafgaand aan de toetsperiode gedurende een tijdvak elders eveneens een dekking van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid voor een pensioenverzekering was verzekerd, wordt de toetsperiode verminderd met dat tijdvak. Met direct voorafgaand wordt bedoeld dat er niet langer dan vier weken geen dekking mag zijn geweest na afloop van dat tijdvak.
5.4
Als een verplicht of vrijwillig te verzekeren dekking van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid door een stijging van het pensioengevend inkomen wordt verhoogd, is het in beide gevallen gedekt.
6 Beperking van de dekking bijf herziening van eerder gemaakte keuze
6.1
Het bepaalde in artikel 6 is van toepassing als sprake is van een herziening van een eerder gemaakte keuze met betrekking tot vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid.
6.2
Van de dekking van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is uitgesloten de aanwezige mate van arbeidsongeschiktheid, als de daaraan gerelateerde eerste dag van arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) ligt, vóór de dag van aanvang van het deelnemen of vóór aanvang van deze dekking. Voor zover geen aanspraak op dekking van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid bestaat, ontstaat deze aanspraak zodra de verzekerde vier weken onafgebroken niet arbeidsongeschikt is en de arbeid volledig heeft hervat.
6.3
De verzekerde kan een eerder gemaakte keuze met betrekking tot een vrijwillige dekking van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid of een verhoging daarvan herzien. De mededeling van de herziening heeft werking per de eerste van de maand die samenvalt met of volgt op de mededeling. Vanaf die eerste van de maand is de beperking van de dekking van het arbeidsongeschiktheidsrisico als volgt:
De te verzekeren vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid of een verhoging daarvan is, behoudens het in artikel 6.2 bepaalde, gedekt als:
1. de eerste dag van arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) ligt na de toetsperiode;
2. de arbeidsongeschiktheid het rechtstreekse gevolg is van een ongeval dat plaatsvindt nadat de (verhoging van de) betreffende dekking is verzekerd; of
3. de eerste dag van arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) ligt binnen de toetsperiode en er geen sprake is van een ongeval, mits in dat geval uit onderzoek door de verzekeraar blijkt dat de gezondheidstoestand van de verzekerde bij aanvang van de toetsperiode de arbeidsongeschiktheid redelijkerwijs niet moest doen verwachten.
7 Erkenning van arbeidsongeschiktheid
7.1
De ingang, mate en duur van de arbeidsongeschiktheid, alsmede een wijziging daarvan, wordt door de verzekeraar erkend op basis van de beschikking die aan de verzekerde is afgegeven door de uitvoeringsinstelling van de WAO/WIA/Wajong.
7.2
Bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling van de WIA/WAO/Wajong, vindt erkenning van de ingang, mate en de duur van de arbeidsongeschiktheid plaats op basis van onderzoek door de verzekeraar. Daarbij kan de verzekeraar verlangen dat de verzekerde zich door een of meer door haar aan te wijzen artsen en/of deskundigen in Nederland laat onderzoeken. Uitsluitend de kosten van de bedoelde artsen en/of deskundigen zijn voor rekening van de verzekeraar.
8 Ingang, duur en hoogte van de vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid
8.1
Toekenning van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid volgens het in het pensioenreglement opgenomen schema. Hierbij leidt erkenning van volledige arbeidsongeschiktheid tot van volledige vrijstelling van premiebetaling. Erkenning van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid leidt gedeeltelijke van vrijstelling van premiebetaling.
8.2
De vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid gaat in op de in het pensioenreglement genoemde eerste van de maand waarin door de verzekerde het recht op een uitkering krachtens de WIA/WAO/Wajong wordt verkregen of, bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling, door de verzekeraar arbeidsongeschiktheid is erkend. Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid gaat echter niet eerder in dan 104 weken na aanvang van de arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag).
8.3
Indien de WIA/WAO/Wajong-uitkering binnen een periode van 104 weken na aanvang van de arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) ingaat, gaat de vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid niet binnen die periode in, tenzij de verzekerde aantoont dat de werkgever geen loonbetalingsverplichting bij ziekte in de zin van het Burgerlijk Wetboek heeft. In dat geval valt het einde van de wachttijd samen met de ingang van de uitkering op grond van de WIA/WAO/Wajong.
8.4
Een wijziging in de hoogte van de vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid gaat in op de in het pensioenreglement genoemde eerste van de maand waarin voor de verzekerde een wijziging in de hoogte van de uitkering of mate van arbeidsongeschiktheid krachtens de WIA/WAO/Wajong optreedt, of bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling, door de verzekeraar een wijziging in de mate van arbeidsongeschiktheid is erkend.
8.5
De vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid wordt verleend tot de dag waarop de arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO/WIA/Wajong eindigt of, bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling, door de verzekeraar niet langer arbeidsongeschiktheid wordt erkend. De vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid wordt echter niet langer verleend dan tot het moment waarop de dekking eindigt zoals omschreven in artikel 15.
8.6
Indien en zolang de verzekerde geen recht heeft op uitbetaling van zijn
WIA/WAO/Wajong-uitkering of slechts recht heeft op een gedeelte daarvan, zal de verzekeraar de vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid niet verlenen, respectievelijk in gelijke mate verlenen.
8.7
Na ontvangst van alle voor de vaststelling noodzakelijke gegevens wordt zo spoedig mogelijk aan de verzekeringnemer en verzekerde mededeling gedaan van de erkenning van arbeidsongeschiktheid en het verlenen van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid.
8.8
Indien de verzekeringnemer en/of verzekerde niet binnen zes weken zijn bezwaren heeft kenbaar gemaakt, wordt hij, onverminderd het bepaalde in artikel 11, geacht het standpunt van de verzekeraar te aanvaarden.
8.9
Het gedeelte van de reeds aan de verzekeraar betaalde risicopremie, dat betrekking heeft op het tijdvak tussen het begin of een verhoging van het verlenen van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid en de eerstvolgende premievervaldag, zal aan de werkgever worden gerestitueerd in de mate waarin de vrijstelling van premiebetaling is verleend of verhoogd.
9 Verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid
9.1
De verzekerde is verplicht in geval van arbeidsongeschiktheid:
9.1.1 zich direct onder behandeling van een bevoegd arts te stellen, al het mogelijke te doen om zijn herstel te bevorderen, alles na te laten wat zijn herstel kan vertragen of verhinderen en medewerking te verlenen aan reïntegratie-inspanningen die in het kader van toepasselijke wettelijke bepalingen of door de verzekeraar van hem verlangd worden.
9.1.2 de verzekeraar schriftelijk te informeren over (wijzigingen in) zijn arbeidsongeschiktheid en/of het arbeidsongeschiktheidspercentage van de uitkering krachtens de WAO/WIA/Wajong, onder overlegging van de uitkeringsbescheiden van de WAO/WIA/Wajong en de daartoe behorende documentatie. Deze schriftelijke melding dient binnen dertig dagen na de bedoelde wijziging plaats te hebben en dient ook te geschieden indien verzekerde beroep aantekent tegen de wijziging van de WAO/WIA/Wajong-uitkering.
9.1.3 zich desgevraagd door een door de verzekeraar aan te wijzen arts in Nederland te laten onderzoeken en aan deze alle gewenste inlichtingen te verstrekken.
9.1.4 alle door de verzekeraar nodig geoordeelde gegevens, waaronder de uitkeringsbescheiden van de WAO/WIA/Wajong, terstond te verstrekken of te doen verstrekken aan de verzekeraar of de door haar aangewezen medische en andere deskundigen en daartoe de behandelende artsen, de uitvoeringsinstelling van de WAO/WIA/Wajong en de daartoe behorende adviserende en administrerende instanties te machtigen.
9.1.5 voorts geen feiten of omstandigheden, die voor de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid of de premievrijstelling van belang zijn te verzwijgen, dan wel feiten of omstandigheden onjuist of onvolledig te verstrekken of een verkeerde voorstelling van zaken te geven.
9.2
De verzekerde is gehouden de in dit artikel genoemde verplichtingen na te komen, voor zover dit in zijn vermogen ligt.
10 Niet nakoming van verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid
Als de verzekerde en/of verzekeringnemer de verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid niet binnen een redelijke termijn is nagekomen, kan de verzekeraar de gevolgen inroepen die Titel 17 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Pensioenwet hem daarvoor biedt, zoals het verminderen van de uitkering met de schade die de verzekeraar daardoor leidt. In die gevallen waarin het inroepen van de gevolgen niet mogelijk is en de onjuiste of onvolledige informatie verstrekt is door de werkgever van de verzekerde in zijn hoedanigheid van verzekeringnemer, heeft de verzekeraar het recht van verhaal op die werkgever.
11 Beroepstermijn en heroverweging
Indien de werkgever of de verzekerde het niet eens is met de vastgestelde mate en duur van de arbeidsongeschiktheid, dient hij binnen zes weken na kennisgeving van de door de verzekeraar genomen beslissing, de verzekeraar hiervan schriftelijk in kennis te stellen.
Na overlegging van ter zake dienende schriftelijke bescheiden zal de verzekeraar zijn beslissing in heroverweging nemen. De verzekeraar behoudt zich het recht voor de eventueel daarmee verband houdende kosten bij de werkgever respectievelijk de verzekerde in rekening te brengen. Indien na verloop van de beroepstermijn van zes weken geen bezwaar is gemaakt, wordt de werkgever en verzekerde geacht met de vaststelling akkoord te zijn. Verzoeken tot heroverweging, ontvangen na genoemde termijn zullen worden behandeld als een nieuwe melding.
12 Uitsluitingen
12.1
Er bestaat geen recht op de vrijstelling van premiebetaling als de arbeidsongeschiktheid of toeneming daarvan direct of indirect verband houdt met:
- opzet of grove schuld van de verzekerde;
- een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij.
- Onder gewapend conflict wordt verstaan: elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de een de ander, gebruik makend van militaire machtsmiddelen bestrijden.
- Onder gewapend conflict wordt mede verstaan: het gewapende optreden van een Vredesmacht der Verenigde Naties.
- Onder burgeroorlog wordt verstaan: een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is.
- Onder opstand wordt verstaan: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag.
- Onder binnenlandse onlusten wordt verstaan: min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen, op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat.
- Onder oproer wordt verstaan: een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag.
- Onder muiterij wordt verstaan: een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
12.2
Voorts bestaat geen recht op de vrijstelling van premiebetaling voor arbeidsongeschiktheid die is veroorzaakt door, opgetreden bij of voortgevloeid uit atoomkernreacties onverschillig hoe deze zijn ontstaan. Deze uitsluiting geldt niet met betrekking tot arbeidsongeschiktheid veroorzaakt door radioactieve atoomkernen, die zich overeenkomstig hun bestemming buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische, wetenschappelijke, onderwijskundige of (niet-militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen. Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad1979-225), alsmede een kerninstallatie aan boord van een schip.
13 Wijziging van risicopremie en/of Aanvullende voorwaarden
13.1
De verzekeraar heeft het recht de risicopremie en/of deze Aanvullende voorwaarden en bloc dan wel groepsgewijs te wijzigen. Een dergelijke wijziging geschiedt voor iedere daarvoor in aanmerking komende verzekering op een door de verzekeraar vast te stellen datum. Deze datum zal niet eerder zijn dan een maand na verzending van de in artikel 13.2 bedoelde mededeling, tenzij ingevolge een verzekeringsvoorschrift een eerdere datum is voorgeschreven. Indien echter door de verzekeraar prestaties worden toegekend in verband met vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid, zal de wijziging pas van kracht worden zodra de vrijstelling van premiebetaling is beëindigd.
13.2
De verzekeraar doet van de voorgenomen wijziging schriftelijk mededeling aan de verzekeringnemer.
13.3
Indien deze aanpassing ten nadele van de verzekeringnemer is, heeft de verzekeringnemer het recht de verzekering schriftelijk bij de verzekeraar op te zeggen tegen de dag waarop de wijziging ingaat, en in ieder geval gedurende één maand nadat de wijziging hem is medegedeeld. In dat geval wordt de verzekering met ingang van de in artikel 13.1 bedoelde datum waarop de wijziging ingaat, geacht te zijn gewijzigd in een premievrije verzekering, of
- indien de waarde van de verzekering nihil is – geacht te zijn beëindigd.
13.4
Heeft de verzekeringnemer geen gebruik gemaakt van het in artikel 13.3 omschreven recht, dan wordt hij geacht met de wijziging te hebben ingestemd.
13.5
Deze mogelijkheid van opzegging door de verzekeringnemer van de dekking geldt niet indien:
- Het een verplichte wijziging betreft, die het rechtstreeks en uitsluitend het gevolg is van een verzekeringsvoorschrift. Onder verzekeringsvoorschrift wordt verstaan: hetgeen bij of krachtens wet is bepaald, alsmede een besluit van een toezichthouder.
- De wijziging voortvloeit uit een bepaling in deze Aanvullende voorwaarden.
14 Dekking na beëindiging van de arbeidsovereenkomst of uitvoeringsovereenkomst
14.1
In dit artikel wordt verstaan onder de beëindiging: beëindiging van de arbeidsovereenkomst of beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en de verzekeraar.
14.2
Als de verzekerde vóór de beëindiging al recht heeft op een WIA/WAO/Wajong-uitkering, wordt een toegekend recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid na de beëindiging voortgezet, indien en zolang de verzekerde arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO/WIA/Wajong. Bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling wordt, indien de verzekeraar vóór de beëindiging al arbeidsongeschiktheid heeft erkend, een toegekend recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid na beëindiging voortgezet, indien en zolang de verzekeraar de arbeidsongeschiktheid erkent.
Als de verzekerde vóór de beëindiging geen recht heeft op een WIA/WAO/Wajong-uitkering, dan kan na de beëindiging geen recht meer ontstaan op vrijstelling van premiebetaling.
14.3
Indien de eerste dag van arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) van de verzekerde ligt voor de beëindiging en de daaraan gerelateerde wachttijd eindigt pas na de beëindiging dan kent de verzekeraar vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid toe op de eerste van de maand waarin door de verzekerde het recht op een uitkering krachtens de WIA/WAO/Wajong wordt verkregen, of, bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling, door de verzekeraar arbeidsongeschiktheid is erkend.
Indien de WIA/WAO/Wajong-uitkering ingaat binnen een periode van 104 weken na aanvang van de arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag), wordt vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid niet binnen die periode toegekend, tenzij de verzekerde aantoont dat de werkgever geen loonbetalingsverplichting bij ziekte in de zin van het Burgerlijk Wetboek heeft.
De dekking na beëindiging stopt echter als op verzoek van de werkgever of de verzekerde (collectieve) waardeoverdracht van de overdrachtswaarde(n) plaatsvindt voordat vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is toegekend. De dekking na beëindiging stopt niet voor de (gewezen) deelnemer die tijdig bezwaar maakt tegen de voorgenomen collectieve waardeoverdracht en voor (gewezen) deelnemers die op tijdig aangeven van de werkgever geen onderdeel uitmaken van de collectieve waardeoverdracht.
14.4
Wordt na de beëindiging een wijziging in het arbeidsongeschiktheidspercentage vastgesteld voor de WIA/WAO/Wajong-uitkering of, bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling, door de verzekeraar, dan leidt dat tot een verhoging, verlaging of beëindiging van de vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid. Er geldt echter na de beëindiging een maximum arbeids-ongeschiktheidspercentage. Dat is het arbeidsongeschiktheidspercentage dat geldt op het moment van de beëindiging of het arbeidsongeschiktheidspercentage dat geldt bij de eerste keer vaststellen na de beëindiging.
14.5
Het hiervoor in dit lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing, indien de pensioenregeling na aanvang van de arbeidsongeschiktheid niet langer door de verzekeraar maar door een andere pensioenuitvoerder wordt uitgevoerd, tenzij die ander pensioenuitvoerder de hiervoor genoemde verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid ook heeft overgenomen.
15 Einde van de dekking
15.1
Onverminderd het in artikel 15.2 ter zake bepaalde, eindigt de dekking van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid indien:
a. de premie, anders dan wegens vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid, niet meer verschuldigd is;
b. de overeengekomen einddatum van betaling van de premie is bereikt;
c. de verzekering vervalt;
d. de verzekerde overlijdt;
e. de leeftijd wordt bereikt waarop de dekking voor de eindigt;
f. de verzekeringnemer hierom schriftelijk verzoekt.
15.2
In afwijking van het in lid 1 onder a, b en c bepaalde kan de dekking in stand blijven op grond van het bepaalde in artikel 14. In dat geval wordt:
a. onder de WIA/WAO/Wajong verstaan de desbetreffende wet zoals deze onmiddellijk vóór de datum van de beëindiging luidde;
b. een verhoging van het pensioengevend inkomen buiten beschouwing gelaten.
16 Slotbepaling
In gevallen waarin deze Aanvullende voorwaarden niet voorzien beslist de verzekeraar naar redelijkheid en billijkheid.
Aanvullende voorwaarden arbeidsongeschiktheidspensioen AOP.16.04
Inhoud
1. Aanvullende voorwaarden arbeidsongeschiktheidspensioen
2. Begripsomschrijvingen
3. Strekking van de dekking
4. Omvang van de dekking
5. Beperking van de dekking
6. Beperking van de dekking bij herziening van eerder gemaakte keuze
7. Erkenning van arbeidsongeschiktheid
8. Ingang, duur en hoogte van de uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen
9. Verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid
10. Niet nakoming van verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid
11. Beroepstermijn en heroverweging
12. Uitsluitingen
13. Wijziging van risicopremie en/of Aanvullende voorwaarden
14. Dekking na beëindiging van de arbeidsovereenkomst of uitvoeringsovereenkomst
15. Einde van de dekking
16. Slotbepaling
1 Aanvullende voorwaarden arbeidsongeschiktheidspensioen
In aanvulling op de Algemene voorwaarden gelden de navolgende bepalingen. Als bepalingen in deze Aanvullende voorwaarden afwijken van de Algemene voorwaarden, gaan de Aanvullende voorwaarden voor. Als bepalingen in de Algemene voorwaarden en/of Aanvullende voorwaarden afwijken van het gestelde in de uitvoeringsovereenkomst, gaat de uitvoeringsovereenkomst voor.
2 Begripsomschrijvingen
2.1 Arbeidsongeschikt
Arbeidsongeschikt, geheel of gedeeltelijk, is de verzekerde die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling geheel of gedeeltelijk niet in staat is om met algemeen geaccepteerde arbeid, waartoe hij met zijn krachten en bekwaamheden in staat is, te verdienen wat gezonde personen met soortgelijke opleiding en ervaring met arbeid gewoonlijk verdienen (verlies aan verdiencapaciteit). Bij het bepalen van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt uitgegaan van ten hoogste 60 arbeidsuren per week.
2.2 Arbeidsongeschiktheidspensioen
De dekking die bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde voorziet in uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen. De omschrijving van het arbeidsongeschiktheidspensioen staat in het pensioenreglement..
2.3 Peildatum
De in het pensioenreglement gedefinieerde vaste datum in elk jaar.
2.4 Pensioengevend inkomen
Het (gedeelte van het) jaarinkomen van de verzekerde, dat op grond van het pensioenreglement bepalend is voor de hoogte van het te verzekeren arbeidsongeschiktheidspensioen.
2.5 Toetsperiode
Een termijn van zes maanden.
- Na aanvang van het deelnemen aan de pensioenregeling begint de toetsperiode voor:
- dekking van arbeidsongeschiktheidspensioen, op de datum waarop de dekking ingaat; of
- een verhoging van dekking van arbeidsongeschiktheidspensioen, op de datum waarop de verhoging van de dekking ingaat;
een en ander met in achtneming van het in de uitvoeringsovereenkomst en het pensioenreglement bepaalde.
- Na een wijziging van een eerder door de verzekerde gemaakte keuze, begint de toetsperiode op de datum waarop de wijziging met betrekking tot de dekking ingaat.
2.6 Verplicht te verzekeren
Een (deel van een) arbeidsongeschiktheidspensioen is verplicht verzekerd, als de verzekerde zich aan de verzekering hiervan niet kan onttrekken op basis van de pensioenovereenkomst en het pensioenreglement.
2.7 Vrijwillig te verzekeren
Een (deel van een) arbeidsongeschiktheidspensioen is vrijwillig verzekerd als de verzekerde zich aan de verzekering hiervan naar keuze al dan niet kan onttrekken op basis van de pensioenovereenkomst en het pensioenreglement.
2.8 Wachttijd
De periode van 104 weken waarin de verzekerde onafgebroken arbeidsongeschikt is. Daarbij worden periode van arbeidsongeschiktheid die elkaar opvolgen met een onderbreking van minder dan vier weken bij elkaar opgeteld. Indien voor de verzekerde op grond van de WIA/WAO/Wajong een verkorte wachttijd of een verlengde wachttijd (verlengde loondoorbetalingsperiode) is vastgesteld, valt het einde van de wachttijd echter samen met de ingang van de uitkering op grond van de WIA/WAO/Wajong.
2.9 Wajong
Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten.
2.10 WAO
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
2.11 WAZ
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
2.12 WIA
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
3 Strekking van de dekking
Deze dekking heeft tot doel in geval van arbeidsongeschiktheid van de verzekerde een arbeidsongeschiktheidspensioen in de zin van de Pensioenwet uit te keren ten behoeve van de verzekerde en wel onder de hierna vermelde voorwaarden.
4 Omvang van de dekking
4.1
Het voor de verzekeraar uit de verzekering voortvloeiende risico dan wel de verhoging daarvan vangt aan op de ingangs- respectievelijk verhogingsdatum van het arbeidsongeschiktheidspensioen. Een en ander onverminderd het bepaalde in de artikelen 5 en 6.
4.2
Voor zover het pensioengevend inkomen meer dan € 300.000,- bedraagt, bestaat uitsluitend aanspraak op daarmee samenhangende pensioenaanspraken, als de herverzekeraar van de verzekeraar zich bereid verklaart daar dekking voor te verlenen. Indien de herverzekeraar van de verzekeraar aanvullende voorwaarden stelt, maken deze aanvullende voorwaarden onderdeel uit van het pensioenreglement.
4.3
Het maximaal verzekerbare arbeidsongeschiktheidspensioen is gelijk aan:
- 20% van het pensioengevend inkomen voor het (deel van het) pensioengevend inkomen onder de WIA-franchise,
- plus 90% van het pensioengevend inkomen voor het deel van het pensioengevend inkomen boven de WIA-franchise.
De WIA-franchise is een bedrag ter grootte van het op de peildatum bekende en geldende maximum dagloon op jaarbasis, dat ten grondslag ligt aan de berekening van de uitkeringen ingevolge de WIA.
Na voorvermelde maximering is het arbeidsongeschiktheidspensioen maximaal € 150.000,-. In het pensioenreglement is aangegeven welke arbeidsongeschiktheidspensioen voor de verzekerde is verzekerd.
4.4
Het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt vastgesteld en toegekend overeenkomstig het gestelde in het pensioenreglement. De hoogte van het verzekerde arbeidsongeschiktheidspensioen wordt vermeld op het pensioenoverzicht.
5 Beperking van de dekking
5.1
Het bepaalde in artikel 5 is van toepassing als sprake is van een tijdige aanmelding voor (verhoging van) dekking van een arbeidsongeschiktheidspensioen.
5.2
Indien de verzekerde bij aanvang van het deelnemen (geheel of gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is (eerste ziektedag ligt daarvoor), heeft de verzekerde geen aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen. Ook niet voor de mate waarin de verzekerde wel arbeidsgeschikt is. Indien de verzekerde geen aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen heeft, ontstaat deze aanspraak zodra de verzekerde vier weken onafgebroken niet arbeidsongeschikt is en de arbeid volledig heeft verricht.
Van de dekking van het arbeidsongeschiktheidsrisico is ook uitgesloten de aanwezige mate van arbeidsongeschiktheid, als de daaraan gerelateerde eerste dag van arbeidsongeschiktheid ligt vóór aanvang van deze dekking.
5.3
Het verplicht of vrijwillig te verzekeren arbeidsongeschiktheidspensioen is, behoudens het in artikel 5.1 bepaalde, gedekt als:
1. de eerste dag van arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) ligt na de toetsperiode; of
2. de arbeidsongeschiktheid het rechtstreekse gevolg is van een ongeval dat plaatsvindt nadat de betreffende dekking is verzekerd; of
3. de eerste dag van arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) ligt binnen de toetsperiode en er geen sprake is van een ongeval, mits in dat geval uit onderzoek door de verzekeraar blijkt dat de gezondheidstoestand van de verzekerde bij aanvang van de toetsperiode de arbeidsongeschiktheid redelijkerwijs niet moest doen verwachten.
Als door de verzekerde wordt aangetoond dat direct voorafgaand aan de toetsperiode gedurende een tijdvak elders eveneens een arbeidsongeschiktheidspensioen was verzekerd, wordt de toetsperiode verminderd met dat tijdvak. Met direct voorafgaand wordt bedoeld dat er niet langer dan vier weken geen dekking mag zijn geweest na afloop van dat tijdvak.
5.4
Als een verplicht of vrijwillig te verzekeren arbeidsongeschiktheidspensioen door een stijging van het pensioengevend inkomen wordt verhoogd, is het in beide gevallen gedekt.
6 Beperking van de dekking bij herziening van eerder gemaakte keuze
6.1
Het bepaalde in artikel 6 is van toepassing als sprake is van herziening van een eerder gemaakte keuze met betrekking tot een arbeidsongeschiktheidspensioen.
6.2
Indien de verzekerde bij aanvang van het deelnemen (geheel of gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is (eerste ziektedag ligt daarvoor), heeft de verzekerde geen aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen. Ook niet voor de mate waarin de verzekerde wel arbeidsgeschikt is. Indien de verzekerde geen aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen heeft, ontstaat deze aanspraak zodra de verzekerde vier weken onafgebroken niet arbeidsongeschikt is en de arbeid volledig heeft verricht.
Van de dekking van het arbeidsongeschiktheidsrisico is ook uitgesloten de aanwezige mate van arbeidsongeschiktheid, als de daaraan gerelateerde eerste dag van arbeidsongeschiktheid ligt vóór aanvang van deze dekking.
6.3
De verzekerde kan een eerder gemaakte keuze met betrekking tot een vrijwillige arbeidsongeschiktheidspensioen of een verhoging daarvan herzien. De mededeling van de herziening heeft werking per de eerste van de maand die samenvalt met of volgt op de mededeling. Vanaf die eerste van de maand is de beperking van de dekking van het arbeidsongeschiktheidsrisico als volgt.
Het te verzekeren arbeidsongeschiktheidspensioen of een verhoging daarvan is, behoudens het in artikel 6.2 bepaalde, gedekt als:
1. de eerste dag van arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) ligt na de toetsperiode;
2. de arbeidsongeschiktheid het rechtstreekse gevolg is van een ongeval dat plaatsvindt nadat de (verhoging van de) betreffende dekking is verzekerd; of
3. de eerste dag van arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) ligt binnen de toetsperiode en er geen sprake is van een ongeval, mits in dat geval uit onderzoek door de verzekeraar blijkt dat de gezondheidstoestand van de verzekerde bij aanvang van de toetsperiode de arbeidsongeschiktheid redelijkerwijs niet moest doen verwachten.
6.4
De verzekerde kan een eerder gemaakte keuze met betrekking tot een vrijwillige arbeidsongeschiktheidspensioen of een verhoging daarvan herzien. De mededeling van de herziening heeft werking per de eerste van de maand die samenvalt met of volgt op het moment waarop de verzekeraar de mededeling heeft ontvangen. Vanaf die eerste van de maand zijn de beperkingen van het arbeidsongeschiktheidspensioen als omschreven in de artikelen 6.1 tot en met 6.3 van overeenkomstige toepassing.
6.5
De verzekerde die een eerder gemaakte keuze herziet kunnen wij om medische waarborgen vragen. Het gaat om herziening van een keuze na 3 maanden nadat de verzekerde de mogelijkheid heeft gehad om het arbeidsongeschiktheidspensioen te verzekeren.
7 Erkenning van arbeidsongeschiktheid
7.1
De ingang, mate en duur van de arbeidsongeschiktheid, alsmede een wijziging daarvan, wordt door de verzekeraar erkend op basis van de beschikking die aan de verzekerde is afgegeven door het uitvoeringsorgaan van de WIA/WAO/Wajong.
7.2
Bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling van de WIA/WAO/Wajong, vindt erkenning van de ingang, mate en de duur van de arbeidsongeschiktheid plaats op basis van onderzoek door de verzekeraar. Daarbij kan de verzekeraar verlangen dat de verzekerde zich door een of meer door haar aan te wijzen artsen en/of deskundigen in Nederland laat onderzoeken. Uitsluitend de kosten van de bedoelde artsen en/of deskundigen zijn voor rekening van de verzekeraar.
8 Ingang, duur en hoogte van de uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen
8.1
Uitkering van het verzekerde arbeidsongeschiktheidspensioen is afhankelijk van de mate waarin arbeidsongeschiktheid is erkend volgens het in het pensioenreglement opgenomen schema. Hierbij leidt erkenning van volledige arbeidsongeschiktheid tot uitkering van het volledige verzekerde arbeidsongeschiktheidspensioen. Erkenning van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid leidt tot uitkering van een gedeelte van het verzekerde arbeidsongeschiktheidspensioen. Indien de verzekerde gedurende een deel van het jaar recht heeft op uitkering van het arbeidsongeschiktheidspensioen, wordt een arbeidsongeschiktheidspensioen pro rata uitgekeerd.
8.2
Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in op de in het pensioenreglement genoemde eerste van de maand waarin door de verzekerde het recht op een uitkering krachtens de WIA/WAO/Wajong wordt verkregen of, bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling, door de verzekeraar arbeidsongeschiktheid is erkend.
8.3
Indien de WIA/WAO/Wajong-uitkering binnen een periode van 104 weken na aanvang van de arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) ingaat, gaat het arbeidsongeschiktheidspensioen niet binnen die periode in, tenzij de verzekerde aantoont dat de werkgever geen loonbetalingsverplichting bij ziekte in de zin van het Burgerlijk Wetboek heeft. In dat geval valt het einde van de wachttijd samen met de ingang van de uitkering op grond van de WIA/WAO/Wajong.
8.4
Een wijziging in de hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in op de in het pensioenreglement genoemde eerste van de maand waarin voor de verzekerde een wijziging in de hoogte van de WIA/WAO/Wajong-uitkering optreedt of, bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling, door de verzekeraar een wijziging in de mate van arbeidsongeschiktheid is erkend.
8.5
Het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgekeerd tot de dag waarop de arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA/WAO/Wajong eindigt of, bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling, door de verzekeraar niet langer arbeidsongeschiktheid wordt erkend. Het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt echter niet langer uitgekeerd dan tot het moment waarop de dekking eindigt zoals omschreven in artikel 15.
8.6
Indien en zolang de verzekerde geen recht heeft op uitbetaling van een
WIA/WAO/Wajong-uitkering of slechts recht heeft op een gedeelte daarvan, zal de verzekeraar het arbeidsongeschiktheidspensioen niet uitkeren, respectievelijk in gelijke mate uitkeren.
8.7
Na ontvangst van alle voor de vaststelling noodzakelijke gegevens wordt zo spoedig mogelijk aan de verzekerde mededeling gedaan van de erkenning van arbeidsongeschiktheid en toekenning van een uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen.
8.8
Indien de verzekerde niet binnen zes weken zijn bezwaren heeft kenbaar gemaakt, wordt hij, onverminderd het bepaalde in artikel 11, geacht het standpunt van de verzekeraar te aanvaarden.
8.9
Het gedeelte van de reeds aan de verzekeraar betaalde risicopremie, dat betrekking heeft op het tijdvak tussen het begin of een verhoging van de uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen en deeerstvolgende premievervaldag, zal in de hierna bedoelde mate aan de werkgever worden gerestitueerd. De restitutie geldt alleen, voor zover die premie over dat tijdvak was verschuldigd voor (het gedeelte van) het arbeidsongeschiktheidspensioen dat wordt uitgekeerd.
9 Verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid
9.1
De verzekerde is verplicht in geval van arbeidsongeschiktheid:
9.1.1 zich direct onder behandeling van een bevoegd arts te stellen, al het mogelijke te doen om zijn herstel te bevorderen, alles na te laten wat zijn herstel kan vertragen of verhinderen en medewerking te verlenen aan reïntegratie-inspanningen die in het kader van toepasselijke wettelijke bepalingen of door de verzekeraar van hem verlangd worden.
9.1.2 de verzekeraar schriftelijk te informeren over (wijzigingen in) zijn arbeidsongeschiktheid en/of het arbeidsongeschiktheidspercentage van de uitkering krachtens de WIA/WAO/Wajong, onder overlegging van de uitkeringsbescheiden van de WIA/WAO/Wajong en de daartoe behorende documentatie. Deze schriftelijke melding dient binnen dertig dagen na de bedoelde wijziging plaats te hebben en dient ook te geschieden indien verzekerde beroep aantekent tegen de wijziging van de WIA/WAO/Wajong-uitkering.
9.1.3 zich desgevraagd door een door de verzekeraar aan te wijzen arts in Nederland te laten onderzoeken en aan deze alle gewenste inlichtingen te verstrekken.
9.1.4 alle door de verzekeraar nodig geoordeelde gegevens, waaronder de uitkeringsbescheiden van de WIA/WAO/Wajong, terstond te verstrekken of te doen verstrekken aan de verzekeraar of de door haar aangewezen medische en andere deskundigen en daartoe de behandelende artsen, de uitvoeringsinstelling van de WIA/WAO/Wajong en de daartoe behorende adviserende en administrerende instanties te machtigen.
9.1.5 voorts geen feiten of omstandigheden, die voor de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid van belang zijn te verzwijgen, dan wel feiten of omstandigheden onjuist of onvolledig te verstrekken of een verkeerde voorstelling van zaken te geven.
9.2
De verzekerde is gehouden de in dit artikel genoemde verplichtingen na te komen, voor zover dit in zijn vermogen ligt.
10 Niet nakoming van verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid
Als de verzekerde zijn verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid niet binnen een redelijke termijn is nagekomen, kan de verzekeraar de gevolgen inroepen die Titel 17 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Pensioenwet hem daarvoor biedt, zoals het verminderen van de uitkering met de schade die de verzekeraar daardoor leidt. In die gevallen waarin het inroepen van de gevolgen niet mogelijk is en de onjuiste of onvolledige informatie verstrekt is door de werkgever van de verzekerde in zijn hoedanigheid van verzekeringnemer, heeft de verzekeraar het recht van verhaal op die werkgever.
11 Beroepstermijn en heroverweging
Indien de werkgever of de verzekerde het niet eens is met de vastgestelde mate en duur van de arbeidsongeschiktheid, dient hij binnen zes weken na kennisgeving van de door de verzekeraar genomen beslissing, de verzekeraar hiervan schriftelijk in kennis te stellen.
Na overlegging van terzake dienende schriftelijke bescheiden zal de verzekeraar zijn beslissing in heroverweging nemen. De verzekeraar behoudt zich het recht voor de eventueel daarmee verband houdende kosten bij de werkgever respectievelijk de verzekerde in rekening te brengen. Indien na verloop van de beroepstermijn van zes weken geen bezwaar is gemaakt, wordt de werkgever en verzekerde geacht met de vaststelling akkoord te zijn. Verzoeken tot heroverweging, ontvangen na genoemde termijn zullen worden behandeld als een nieuwe melding.
12 Uitsluitingen
12.1
Er bestaat geen recht op uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen als de arbeidsongeschiktheid of toeneming daarvan direct of indirect verband houdt met:
12.1.1 opzet of grove schuld van de verzekerde.
12.1.2 een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij.
- Onder een gewapend conflict wordt verstaan: elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de een de ander, gebruik makend van militaire machtsmiddelen bestrijden.
- Onder gewapend conflict wordt mede verstaan: het gewapende optreden van een Vredesmacht der Verenigde Naties.
- Onder burgeroorlog wordt verstaan: een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is.
- Onder opstand wordt verstaan: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag.
- Onder binnenlandse onlusten wordt verstaan: min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen, op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat.
- Onder oproer wordt verstaan: een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag.
- Onder muiterij wordt verstaan: een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
12.2
Voorts bestaat geen recht op uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen voor arbeidsongeschiktheid die is veroorzaakt door, opgetreden bij of voortgevloeid uit atoomkernreacties onverschillig hoe deze zijn ontstaan. Deze uitsluiting geldt niet met betrekking tot arbeidsongeschiktheid veroorzaakt door radioactieve atoomkernen, die zich overeenkomstig hun bestemming buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische, wetenschappelijke, onderwijskundige of (niet-militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen. Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad1979-225), alsmede een kerninstallatie aan boord van een schip.
13 Wijziging van risicopremie en/of Aanvullende voorwaarden
13.1
De verzekeraar heeft het recht de risicopremie en/of deze Aanvullende voorwaarden en bloc dan wel groepsgewijs te wijzigen. Een dergelijke wijziging geschiedt voor iedere daarvoor in aanmerking komende verzekering op een door de verzekeraar vast te stellen datum. Deze datum zal niet eerder zijn dan een maand na verzending van de in artikel 13.2 bedoelde mededeling, tenzij ingevolge een verzekeringsvoorschrift een eerdere datum is voorgeschreven. Indien echter door de verzekeraar prestaties worden toegekend in verband met een arbeidsongeschiktheidspensioen, zal de wijziging pas van kracht worden zodra het arbeidsongeschiktheidspensioen niet meer wordt uitgekeerd.
13.2
De verzekeraar doet van de voorgenomen wijziging schriftelijk mededeling aan de verzekeringnemer.
13.3
Indien deze aanpassing ten nadele van de verzekeringnemer is, heeft de verzekeringnemer het recht de verzekering schriftelijk bij de verzekeraar op te zeggen tegen de dag waarop de wijziging ingaat, en in ieder geval gedurende één maand nadat de wijziging hem is medegedeeld. In dat geval
wordt de verzekering met ingang van de in artikel 13.1 bedoelde datum waarop de wijziging ingaat, geacht te zijn gewijzigd in een premievrije verzekering, of - indien de waarde van de verzekering nihil is - geacht
te zijn beëindigd.
13.4
Heeft de verzekeringnemer geen gebruik gemaakt van het in artikel 13.3 omschreven recht, dan wordt hij geacht met de wijziging te hebben ingestemd.
13.5
Deze mogelijkheid van opzegging door de verzekeringnemer van de dekking geldt niet indien:
13.5.1 Het een verplichte wijziging betreft, die rechtstreeks en uitsluitend het gevolg is van een verzekeringsvoorschrift. Onder verzekeringsvoorschrift wordt verstaan: hetgeen bij of krachtens wet is bepaald, alsmede een besluit van een toezichthouder.
13.5.2 De wijziging voortvloeit uit een bepaling in deze Aanvullende voorwaarden.
14 Dekking na beëindiging van de arbeidsovereenkomst of uitvoeringsovereenkomst
14.1
In dit artikel wordt verstaan onder de beëindiging: beëindiging van de arbeidsovereenkomst of beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en de verzekeraar.
14.2
Als de verzekerde vóór de beëindiging al recht heeft op een WIA/WAO/Wajong-uitkering, wordt de uitkering van het arbeidsongeschiktheidspensioen na de beëindiging voortgezet, indien en zolang de verzekerde arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO/WIA/Wajong. Bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling wordt, indien de verzekeraar vóór de beëindiging al arbeidsongeschiktheid heeft erkend, het arbeidsongeschiktheidspensioen na beëindiging voortgezet, indien en zolang de verzekeraar de arbeidsongeschiktheid erkent.
14.3
Indien de eerste dag van arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag) van de verzekerde ligt voor de beëindiging en de daaraan gerelateerde wachttijd eindigt pas na de beëindiging dan gaat het arbeidsongeschiktheidspensioen in op de eerste van de maand waarin door de verzekerde het recht op een uitkering krachtens de WIA/WAO/Wajong wordt verkregen, of, bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling, door de verzekeraar arbeidsongeschiktheid is erkend.
Indien de WIA/WAO/Wajong-uitkering ingaat binnen een periode van 104 weken na aanvang van de arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag), gaat het arbeidsongeschiktheidspensioen niet binnen die periode in, tenzij de verzekerde aantoont dat de werkgever geen loonbetalingsverplichting bij ziekte in de zin van het Burgerlijk Wetboek heeft.
De dekking na beëindiging stopt echter als op verzoek van de werkgever of de verzekerde (collectieve) waardeoverdracht van de overdrachtswaarde(n) plaatsvindt voordat de uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen is ingegaan. De dekking na beëindiging stopt niet voor de (gewezen) deelnemer die tijdig bezwaar maakt tegen de voorgenomen collectieve waardeoverdracht en voor (gewezen) deelnemers die op tijdig aangeven van de werkgever geen onderdeel uitmaken van de collectieve waardeoverdracht.
14.4
Een wijziging in de hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in op de in het pensioenreglement genoemde eerste van de maand waarin voor de verzekerde een wijziging in de hoogte van de WIA/WAO/Wajong-uitkering optreedt of, bij gebrek aan een beschikking van de uitvoeringsinstelling, door de verzekeraar een wijziging in de mate van arbeidsongeschiktheid is erkend.
14.5
Zodra de verzekerde langer dan vier weken niet arbeidsongeschikt is, eindigt de aanspraak op het arbeidsongeschiktheidspensioen jegens de verzekeraar. Als de arbeidsongeschiktheid daarna weer optreedt, leidt dat niet tot het herleven van de aanspraak op het arbeidsongeschiktheidspensioen jegens de verzekeraar.
14.6
Het hiervoor in dit lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing, indien de pensioenregeling na aanvang van de arbeidsongeschiktheid niet langer door de verzekeraar maar door een andere pensioenuitvoerder wordt uitgevoerd, tenzij die ander pensioenuitvoerder de hiervoor genoemde verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid ook heeft overgenomen.
15 Einde van de dekking
15.1
Onverminderd het in artikel 15.2 ter zake bepaalde, eindigt deze dekking indien:
a. de premie, anders dan wegens vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid, niet meer verschuldigd is;
b. de overeengekomen einddatum van betaling van de premie is bereikt;
c. de verzekering vervalt;
d. de verzekerde overlijdt;
e. de leeftijd wordt bereikt waarop de dekking eindigt;
f. de verzekeringnemer hierom schriftelijk verzoekt.
15.2
In afwijking van het in lid 1 onder a, b en c bepaalde kan de dekking in stand blijven op grond van het bepaalde in artikel 14. In dat geval wordt:
a. onder de WIA/WAO/Wajong verstaan de desbetreffende wet zoals deze onmiddellijk vóór de datum van de beëindiging luidde;
b een verhoging van het pensioengevend inkomen buiten beschouwing gelaten.
16 Slotbepaling
In gevallen waarin deze Aanvullende voorwaarden niet voorzien beslist de verzekeraar naar redelijkheid en billijkheid.