Centrumregeling Meten en Monitoren Afvalwaterketen en Grondwater Vallei en Veluwe Concept-tekst juni 2020
Centrumregeling Meten en Monitoren Afvalwaterketen en Grondwater Vallei en Veluwe Concept-tekst juni 2020
Partijen
…(nader in te vullen)
…
…
…
Overwegende dat:
- sinds 2008 gemeenten en waterschap Vallei en Eem als rechtsvoorganger van waterschap Vallei en Veluwe binnen het Platform Water Vallei en Eem samenwerken aan een meer doelmatige en efficiënte afvalwaterketen;
- dit sinds 2012 op basis van de samenwerkingsovereenkomst ‘Meten en monitoren’ gebeurt;
- dit sinds 2013 op basis van de samenwerkingsovereenkomst ‘Grondwatermeetnet’ gebeurt;
- beide overeenkomsten in 2016 zijn overgegaan in de ‘Samenwerkingsovereenkomst Meten en Monitoren in de Afvalwaterketen en Grondwater Bestuurlijk Platform Water Vallei en Eem’;
- in 2015 daarnaast voor andere gemeenten in het voormalige beheergebied van waterschap Veluwe de samenwerkingsovereenkomst ‘Meten en Monitoren in de zuiveringskring WHEP’ is gesloten;
- alle gemeenten en het waterschap met de samenwerking voor ogen hebben het verbeteren van de 3K’s (kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid) alsmede het vergroten van het innovatievermogen;
- ten behoeve van dit doel een uitvoeringsorganisatie Meten en Monitoren in het leven is geroepen;
- de samenwerking in de afgelopen jaren tot goede resultaten en zichtbare efficiencyslagen heeft geleid;
- de meerwaarde van de uitvoeringsorganisatie door alle partijen wordt onderkend;
- de vraag naar ondersteuning van de uitvoeringsorganisatie inmiddels is gegroeid;
- daarmee een volgende stap gewenst is, met een organisatie die de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening beter borgt;
- een centrumregeling passend is bij de aard van de taken en werkzaamheden van de gezamenlijke uitvoeringsorganisatie, en tevens ‘zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig’ is;
- partijen binnen de centrumregeling gebruik willen maken van waterschap Vallei en Veluwe als centrumorganisatie.
Gelet op:
- het Bestuursakkoord Water;
- het bepaalde in artikel 8 lid 4 WGR;
- de toestemming van de raden van de deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur van het waterschap als bedoeld in artikel 61 lid 2 WGR.
Besluiten:
Tot het aangaan van ‘Centrumregeling Meten en Monitoren Afvalwaterketen en Grondwater Vallei en Veluwe’
Waarvan de inhoud luidt als volgt:
Artikel 1. Begripsbepaling
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
a. centrumregeling: de Centrumregeling Meten en Monitoren Afvalwaterketen en Grondwater Vallei en Veluwe;
b. deelnemende gemeenten: de gemeenten die deelnemen aan deze regeling;
c. waterschap: waterschap Vallei en Veluwe;
d. WGR: Wet gemeenschappelijke regelingen;
e. centrumorganisatie: waterschap Vallei en Veluwe, waarbij het de taken uitvoert overeenkomstig artikel 8 lid 4 WGR jo. artikel 1 lid 1 en artikel 4 van deze regeling;
f. PWVE: Bestuurlijk Platform Water Vallei en Eem, met als leden wethouders van de deelnemende gemeenten en de heemraad van het waterschap;
g. WHEP: Zuiveringskring waterschap Vallei en Veluwe, gemeente Harderwijk, gemeente Ermelo en gemeente Putten;
x. xxxxxxxxxxx overleg: overleg tussen de gezamenlijke portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten en de heemraad van het waterschap;
i. uitvoeringsteam (UVT): het team dat de centrumorganisatie inricht voor de uitvoering van de taken waarop de centrumregeling ziet.
Artikel 2. Doelstelling en uitgangspunten van de centrumregeling
De deelnemende gemeenten en het waterschap werken door middel van deze centrumregeling aan de doelstellingen zoals verwoord onder lid 1 tot en met lid 3 en uitgangspunten zoals verwoord onder lid 4 tot en met lid 6:
1. Het regulier aan gemeenten en waterschap verschaffen van op meet- en monitoringsgegevens gebaseerde informatie over en inzicht in hoe de gemeentelijke rioolstelsels, het systeem van de afvalwaterketen als geheel, het stedelijk oppervlaktewatersysteem en het grondwater functioneren.
2. Het in opdracht van een deelnemende gemeente of van het waterschap op basis van de verzamelde data uitbrengen van advies met betrekking tot de afvalwaterketen, het stedelijk oppervlaktewatersysteem en het grondwater.
3. Het borgen van de kwaliteit, het besparen op kosten, het verminderen van de kwetsbaarheid en het bevorderen van innovatie van de uitvoering.
4. De samenwerking wordt zodanig ingericht dat zij garant staat voor continuïteit en duurzaamheid van de informatievoorziening met betrekking tot het functioneren van de gemeentelijke rioolstelsels, het systeem van de afvalwaterketen als geheel, het stedelijk oppervlaktewatersysteem en het grondwater.
5. De deelnemende gemeenten en het waterschap behouden hun eigen bestuurlijke structuur, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, gericht op een goede invulling van hun zorgplicht met betrekking tot de inzameling en afvoer van afvalwater, het transport en de verwerking van afvalwater, het stedelijk oppervlaktewaterbeheer en het grondwaterbeheer.
6. Deze centrumregeling is gericht op meten, monitoren en daaraan verbonden advisering zoals omschreven in artikel 4 ten behoeve van de deelnemende gemeenten en het waterschap.
Artikel 3. Centrumconstructie
1. De centrumorganisatie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken zoals deze zijn genoemd in artikel 4 van deze regeling.
2. In het kader van hetgeen is bepaald in het eerste lid verlenen de deelnemende gemeenten de centrumorganisatie mandaat.
3. De centrumorganisatie aanvaardt de opdracht tot uitvoering van de in het eerste lid genoemde taken onder mandaat en richt daartoe een uitvoeringsteam (UVT) in binnen de eigen organisatie.
Artikel 4. Taken van de centrumorganisatie
1. De taken van de centrumorganisatie omvatten het meten en monitoren van de gemeentelijke rioolstelsels, het systeem van de afvalwaterketen als geheel, het stedelijk oppervlaktewatersysteem en het grondwater, alsmede daaraan verbonden advisering in opdracht, voor in ieder geval de volgende onderdelen:
a. basistaken, waaronder:
- het invullen van een helpdeskfunctie voor het functioneel beheer van de meet- en monitoringsystemen die door de samenwerkende partners worden gebruikt;
- data-validatie, data-controle, data-analyse en gestandaardiseerde rapportages voor de meetnetten van de afvalwaterketen;
- inzet ten behoeve van optimalisatie van het beheer van de meetnetten van de afvalwaterketen;
- inzet ten behoeve van doorontwikkeling van de systemen voor inwinning, beheer en analyse van gegevens en voor informatievoorziening, onder meer met betrekking tot uniformering, standaardisering, cyber security en analysemethoden.
b. aanvullende dienstverlening in opdracht, waaronder:
- aanvullende assistentie met betrekking tot meetapparatuur, inrichting van het meetnet, en inwinning en beheer van data met betrekking tot de afvalwaterketen en het grondwater;
- aanvullende analyses, hydraulische berekeningen en rapportages betreffende de afvalwaterketen, het oppervlaktewatersysteem en het grondwater ter ondersteuning van werk- en planprocessen van gemeenten en waterschap.
2. De basistaken worden uitgevoerd voor alle deelnemende gemeenten en het waterschap. Voor adviestaken als genoemd in lid 1 onder b van dit artikel dient een gemeente of het waterschap een aanvullende opdracht te verstrekken.
Artikel 5. Bestuurlijk overleg
1. Het bestuurlijk overleg wijst uit zijn midden een voorzitter aan. De voorzitter stelt een ambtelijk secretaris aan. De voorzitter, de secretaris en de coördinator van het - door de centrumorganisatie voor de in artikel 4 van deze regeling genoemde taken ingerichte team - bereiden de bijeenkomsten van het bestuurlijk overleg voor.
2. Tenminste twee keer per jaar vindt er bestuurlijk overleg plaats over de uitvoering van de in artikel 4 van deze regeling genoemde taken. Het overleg is gericht op:
a. het monitoren van de uitvoering van de taken door de centrumorganisatie, zoals omschreven in artikel 4 van deze regeling en het bespreken van eventuele knelpunten die zich daarin voordoen;
b. informatie-uitwisseling over activiteiten van de deelnemende gemeenten en het waterschap op het terrein van deze regeling die voor de uitvoering van de in artikel 4 van deze regeling genoemde taken van belang zijn of kunnen zijn;
c. afstemming en het ontwikkelen van voorstellen over eventuele aanpassingen en verbeteringen die gewenst of nodig zijn in het belang van een effectieve en efficiënte uitvoering van de in artikel 4 van deze regeling genoemde taken.
3. Bestuurlijk overleg vindt voorts plaats wanneer één van de portefeuillehouders, onder opgaaf van redenen, zulks te kennen geeft in een aan de voorzitter van het bestuurlijk overleg gericht, schriftelijk verzoek.
Artikel 6. Jaarplan
1. De centrumorganisatie stelt jaarlijks een jaarplan op, om de afspraken over de uitvoering van taken door de centrumorganisatie concreet uit te werken en te actualiseren.
2. In het jaarplan worden in ieder geval afspraken vastgelegd met betrekking tot:
a. basistaken:
- per taaksoort zoals genoemd in artikel 4 lid 1 onder a van deze regeling de daarvoor benodigde personele inzet en de daaraan verbonden kosten;
- de kosten van licenties, beheer en onderhoud van specifieke systemen die de centrumorganisatie ten behoeve van de basistaken nodig heeft voor data-analyse en informatievoorziening;
- de kostentoerekening aan de deelnemende gemeenten en het waterschap.
b. aanvullende dienstverlening in opdracht:
- voor de adviestaken in opdracht van deelnemende gemeenten en het waterschap per opdrachtgever de geplande personele inzet en de daaraan verbonden kosten.
3. Het jaarplan bevat tevens een beknopte doorkijk naar verwachte ontwikkelingen in eerstvolgende jaren.
4. De centrumorganisatie bespreekt het jaarplan met de individuele gemeenten, alvorens dit wordt goedgekeurd door het bestuurlijk overleg.
5. Het jaarplan wordt elk jaar uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarop het jaarplan betrekking heeft vastgesteld.
Artikel 7. Dienstverleningshandvest
Het bestuurlijk overleg stelt met betrekking tot de uitvoering van de in artikel 4 van deze regeling genoemde taken een dienstverleningshandvest vast, met in ieder geval de volgende onderdelen:
a. verplichtingen van de centrumorganisatie en van de deelnemende gemeenten met betrekking tot de taakuitvoering;
b. beschikbaarheid en gebruik van de data en de resultaten van analyses;
c. informatie en verantwoording door de centrumorganisatie;
d. kostentoerekening;
e. facturering.
Artikel 8. Toetreden
1. Andere gemeenten kunnen toetreden tot deze centrumregeling indien daartoe door de deelnemende gemeenten en het waterschap met tenminste tweederdemeerderheid wordt besloten, door middel van gelijkluidende besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten en het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap.
2. Het college van dijkgraaf en heemraden van de centrumorganisatie regelt de gevolgen van de toetreding en kan hieraan voorwaarden verbinden.
Artikel 9. Wijzigen
1. De centrumregeling kan worden gewijzigd indien daartoe met tenminste tweederdemeerderheid wordt besloten, door middel van gelijkluidende besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten en het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap na daartoe verkregen toestemming van de desbetreffende raden en het algemeen bestuur van het waterschap.
2. Het college van dijkgraaf en heemraden van de centrumorganisatie regelt de gevolgen van de wijziging van de centrumregeling.
Artikel 10. Uittreden
1. Een aan de centrumregeling deelnemende gemeente kan uit de centrumregeling treden door een daartoe strekkend besluit van het college van burgemeester en wethouders van die gemeente en na verkregen toestemming van de desbetreffende raad. Deze besluiten worden direct ter kennisname van de andere colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten en het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap gebracht.
2. Een deelnemende gemeente kan uitsluitend per 1 januari van een kalenderjaar uittreden. Het voornemen tot uittreding wordt door de deelnemende gemeente minimaal zes maanden van tevoren schriftelijk kenbaar gemaakt aan de centrumorganisatie.
3. De centrumorganisatie regelt in overleg met de deelnemende gemeenten de financiële gevolgen en de overige gevolgen van uittreding. De directe en indirecte kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de uittreding komen ten laste van de uittredende gemeente(n).
Artikel 11. Tussentijdse opheffing of beëindiging
1. De centrumregeling kan tussentijds worden opgeheven of beëindigd indien daartoe wordt besloten bij unanimiteit, door middel van gelijkluidende besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten en het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap na daartoe verkregen toestemming van de desbetreffende raden en het algemeen bestuur van het waterschap.
2. De centrumorganisatie regelt in overleg met de deelnemende gemeenten de financiële gevolgen en overige gevolgen van tussentijdse opheffing of beëindiging. De directe en indirecte kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de tussentijdse opheffing of beëindiging worden gezamenlijk gedragen en aan de deelnemende partijen toegerekend volgens de kostenverdeelsleutel volgens het door het bestuurlijk overleg vastgestelde dienstverleningshandvest.
Artikel 12. Looptijd
1. Deze centrumregeling treedt in werking op 1 januari 2021 en heeft een looptijd tot en met 31 december 2025.
2. De centrumregeling wordt daarna behoudens uittreding en ontbinding stilzwijgend met telkens een periode van 5 jaar verlengd.
Artikel 13. Geschillen
Onverminderd het bepaalde in artikel 28 WGR, verplichten de deelnemende gemeenten en het waterschap zich om in geval van geschillen over de inhoud en uitvoering van deze regeling met elkaar in overleg te treden, waarbij zal worden getracht dergelijke geschillen in der minne te beslechten.
Artikel 14. Slotbepaling
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, treden de deelnemende gemeenten en het waterschap met elkaar in overleg.
Artikel 15. Citeertitel
Deze centrumregeling wordt aangehaald als: Centrumregeling Meten en Monitoren Afvalwaterketen en Grondwater Vallei en Veluwe.