SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
inzake versterking Waaldijk – Xxxxxxx 00x – Xxxxx en herontwikkeling Xxxxxxxxxxxx
Gemeente West Betuwe
Klop Beheer BV
Waterschap Rivierenland
Provincie Gelderland
Partijen
Gemeente West Betuwe, gevestigd te (4191 KH) Geldermalsen, aan de Kuipershof 2, rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar wethouder, mw. X. Xxxxxxx, ter uitvoering van besluit van Burgemeester & Wethouders [besluit] van [datum], hierna te noemen de Gemeente
Klop Beheer BV, gevestigd te (4205 AB) Gorinchem, aan de Touwbaan 21, rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar bestuurder, de heer Xxxx, hierna te noemen Klop Beheer
Waterschap Rivierenland gevestigd te (4003 BX) Tiel, aan De Blomboogerd 1, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heemraad van dat waterschap, xxxxxxx xxx. X. Xxxxxx, ter uitvoering van het besluit van het College van Dijkgraaf en Heemraden [besluit] van [datum], hierna te noemen het Waterschap
Provincie Gelderland, gevestigd te (6811CG) Arnhem, aan de Xxxxx 00, rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar Commissaris van de Koning, de xxxx Xxxxxxx, voor deze gedeputeerde de heer van ‘t Hoog, ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten [besluit] van [datum], hier te noemen de Provincie
Vanuit de context
- dat zich aan de Waal, in de gemeente West Betuwe, een terrein bevindt genaamd het Heuffterrein, kadastraal bekend als gemeente Vuren, sectie S, nummer 711 en Vuren, sectie S, nummers 401, 471, 826, 828, 829 en 885;
- dat op het perceel kadastraal bekend gemeente Vuren, sectie S, nummer 711 omstreeks 17e eeuw een steenfabriek is gevestigd;
- dat de bedrijvigheid die daarmee gepaard ging heeft geleid tot het ontstaan van het dorp Vuren;
- dat Vuren een typisch dijklintdorp was, gevestigd op de dijk langs de Waal;
- dat door diverse dijkversterkingen dit dijklint grotendeels is verdwenen en zich midden 20e eeuw in de nabijgelegen polder een nieuwe dorpskern heeft ontwikkeld;
- dat de voornoemde steenfabriek op het Heuffterrein in 1991 gesloten is en deels heeft plaatsgemaakt voor andere bedrijvigheid;
- dat Xxxx zich op enig moment op het Heuffterrein heeft gevestigd (het Buko-gedeelte van het Heuffterrein wordt hierna aangeduid als BUKO-terrein);
- dat Klop Beheer in 1997 het overige gedeelte van het Heuffterrein (kadastraal bekend gemeente Vuren, sectie S, nummer 711) in eigendom heeft verkregen, welk gedeelte hierna ook wel wordt aangeduid als Klop-terrein;
- dat Klop Beheer een groot deel van de voormalige steenfabriek heeft afgebroken en thans enkel de aanwezigheid van de ovens en de schoorsteen herinneren aan de voormalige steenfabriek;
- dat het Klop-terrein in 2004 de bestemming Natuur- en Waterstaatsdoeleinden gekregen heeft;
- dat het Klop-terrein in 2005 van de toenmalige minister van VROM de status “Experimenteren Met Aangepast Bouwen” (EMAB)- status kreeg toebedeeld;
- dat dit voor Klop Beheer aanleiding was om te investeren in bouwplannen voor het Klop- terrein;
- dat de rechtsvoorganger van de gemeente West Betuwe, namelijk de gemeente Lingewaal, in dit gebied Vuren weer naar de Waal wenste te brengen;
- dat overleg tussen Partijen, op initiatief van Klop Beheer, in 2013 heeft geleid tot een door de gemeenteraad unaniem vastgesteld (d.d. 23-05-2013, besluitnr 2013-027), schetsontwerp met een nota van uitgangspunten voor de ontwikkeling van het Heuffterrein;
- dat het Waterschap sinds 2014 werkt aan de planvoorbereiding voor de dijkversterking voor het traject Gorinchem-Waardenburg, als onderdeel van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP);
- dat de Provincie op 8 juli 2015 de structuurvisie Waalweelde West heeft vastgesteld en daarmee beleidsruimte heeft geboden voor het voornoemde schetsontwerp;
- dat Klop Beheer bij de nadere uitwerking van het schetsontwerp in 2015, onder andere op basis van gestelde vergunningsvereisten van artikel 6 sub e van Beleidsregels Grote Rivieren (destijds art 6d), heeft besloten alle planologische procedures op te schorten in afwachting van de uitwerking van de dijkversterking Gorinchem-Waardenburg en de meekoppelkans die daardoor ontstond.;
- dat het Waterschap in het kader van verdere planuitwerking voor de buitenwaartse dijkversterking en de potentiële realisatie van meekoppelkansen, begin 2019 het BUKO- terrein (inclusief de daarop aanwezige opstallen) heeft gekocht, en dat daarmee nieuwe kansen ontstonden voor de herontwikkeling van het Heuffterrein;
- dat Partijen, naar aanleiding van de aankoop, op initiatief van het Waterschap in overleg zijn getreden met de vraag hoe de combinatie met woningbouw- en natuurontwikkeling op het Heuffterrein kan worden gefaciliteerd en zo ook de kansen kunnen worden benut om “Vuren aan de Waal” te realiseren;
- dat de door het Waterschap te realiseren riviercompensatie en natuurcompensatie nieuw perspectief biedt voor realisatie van het destijds opgestelde inrichtingsplan, omdat hiermee naar verwachting wel voldaan zal kunnen worden aan de eisen van artikel 6 sub e van de Beleidsregels Grote Rivieren, alsmede artikel 2.4.5 van het Barro;
- dat Partijen na overleg zijn gekomen tot een Concept-Inrichtingsplan, dat als bijlage 1 aan deze overeenkomst is gehecht en daarvan onlosmakelijk deel uitmaakt (hierna: Inrichtingsplan);
- dat Partijen zich in wensen te spannen om dit Inrichtingsplan in z’n geheel te realiseren;
- dat voor uitvoering hiervan door Partijen, individueel en gezamenlijk, nog een aantal (randvoorwaardelijke) stappen dient te worden gezet, als beschreven in deze samenwerkingsovereenkomst, alvorens een realisatieovereenkomst te kunnen sluiten;
- dat alle verbintenissen die Partijen in deze overeenkomst aangaan, steeds in het licht van de realisatie van het voornoemde Inrichtingsplan dienen te worden gelezen.
Overwegend
Partijen wensen het volledige Inrichtingsplan voor het Heuffterrein te realiseren. De planning voor de planvoorbereiding en realisatie van de dijkversterkingsopgave is hiervoor leidend.
Het Inrichtingsplan bestaat uit de onderdelen Dijkpark, Uiterwaardenpark en beperkte
woningbouwopgave:
- Het Dijkpark wordt voorbereid en gerealiseerd door de Gemeente, in aanvulling op en in een parallel spoor met de werkzaamheden/inrichting die als gevolg van de buitenwaartse versterking door het Waterschap wordt uitgevoerd. De huidige functies onder het toekomstige dijktracé worden in opdracht van het Waterschap verplaatst (Hertenkampje/Volkstuinen, terreininrichting en bijbehorende opstallen) en de opstallen op het BUKO-terrein worden gesloopt;
- In het Uiterwaardenpark komen de opgaven en ambities van Partijen samen: een combinatie van de voor het Waterschap verplichte natuurcompensatie (8 ha), de door de Gemeente gewenste Verbinding tussen Vuren en de Waal door natuurontwikkeling en recreatiemogelijkheden (met de intentie van Partijen om dit te verruimen van 8 ha naar mogelijk ruim 11 ha), de gezamenlijke ambitie van Gemeente en Provincie om hier ‘Extra Ruimtelijke Kwaliteit’ (ERK) te realiseren, een en ander met aandacht voor de cultuurhistorische waarden/gedachtegoed van de oude steenfabriek passend bij de visie van Klop Beheer op het totale gebied;
- De woningbouwopgave ligt ter plaatse van de voormalige steenfabriek (Heuffterrein) en langs de nieuwe dijk (Heuffterrein en BUKO-terrein). De (toekomstige) grondeigenaren zullen deze inclusief de daarbij behorende voorzieningen realiseren.
De dijkversterkingsopgave en de daaruit voortkomende verplichte natuurcompensatie 8,0 ha zijn bepalend voor de volgorde van procedures en ontwikkeling van het Heuffterrein. Voordat overgegaan kan worden tot de realisatie van deze natuurcompensatie, is door Klop Beheer de voorwaarde gesteld dat de planologische ruimte is geborgd voor de ontwikkeling van (beperkte) woonbebouwing op het Heuffterrein. Deze voorwaarde – bestemmingswijziging woningbouw – wordt door Klop Beheer gesteld om het terrein vrij te geven voor realisatie van natuurcompensatie en voor de openstelling voor publiek. Voor de aanleg van deze natuurcompensatie is geen actie benodigd door Klop Beheer ten aanzien van zijn huidige waterwetvergunning. Hiertoe dient Klop Beheer een verzoek tot intrekking te doen, uiterlijk tegelijkertijd met de aan te vragen nieuwe vergunning ten behoeve van de woningbouwontwikkeling.
Voor realisatie van de het Inrichtingsplan moeten verschillende procedures worden doorlopen. Omdat deze procedures separaat maar wel onderling afhankelijk zijn, en vanwege de beperkte tijd, worden ze waar mogelijk parallel in gang gezet. Dit leidt tot:
- Procedure Projectplan Waterwet (PpWw) met daarin opgenomen de directe koppeling riviercompensatie ten behoeve van o.a. woningbouwontwikkeling en natuurcompensatie op het Heuffterrein als onderdeel van het Inrichtingsplan;
- Procedures bestemmingsplannen:
o Dijkversterking gekoppeld aan PpWw voor dijkversterking en Dijkpark (incl verplaatsing Hertenkamp);
o Inrichtingsplan gericht op natuur, realisatie Woningbouw en verplaatsing Volkstuinencomplex (incl bijbehorende voorzieningen én ontsluiting).
De verplichte natuurcompensatie dient te zijn gerealiseerd voor einde uitvoering van de dijkversterking. Deze compensatie is de basis voor de realisatie van de natuurontwikkeling inclusief Extra Ruimtelijke Kwaliteit. Dit betekent dat los van de voorwaarden ten aanzien van de bestemmingswijziging Woningbouw, te allen tijde realisatie van die verplichte natuurcompensatie mogelijk moet zijn. Voor die woningbouw ligt er vervolgens de directe relatie naar de rivierverruimende maatregelen in het PpWw. Vanwege de kaders die op basis van dat PpWw al worden geboden voor woningbouw, is er voorafgaand aan het in procedure brengen van dit PpWw tussen het Waterschap en Klop Beheer overeenstemming bereikt over de beschikbaarheid van gronden (eigendommen / zakelijk recht) ten behoeve van de door het Waterschap te realiseren verplichte natuurcompensatie inclusief een instandhoudingsplicht voor Klop Beheer.
Voorgaande is met name gericht op beheersing van risico’s ten aanzien van de dijkversterking. Het doel van Partijen blijft om het Inrichtingsplan als geheel voor te bereiden en te realiseren. Op nog niet alle onderdelen is de functionaliteit en de bijbehorende financiering volledig uitgewerkt:
- Realisatie natuur in het Uiterwaardepark zijnde groter dan de verplichte natuurcompensatie: Het Waterschap heeft een inspanningsverplichting op zich genomen
om, bovenop de voor haar verplichte compensatie, de natuurontwikkeling verder te faciliteren door compensatie vanuit andere projecten naar het Heuffterrein te brengen, binnen de mogelijkheden van het HWBP, met de toezegging van de Provincie dat zij eventuele mogelijkheden van voorfinanciering zal onderzoeken. Inzet vanuit de Gemeente is om eenzelfde systematiek toe te passen op basis van groencompensatie, zowel in overleg met het Waterschap als gevolg van de kapvergunning voor deze dijkversterking, als een aanvulling vanuit overige ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente. Vanuit het totale Inrichtingsplan bezien, zijn - waaronder dit mogelijke ‘gat’ in natuurontwikkeling - nog niet alle afzonderlijke opgaven en ambities gedekt. Voor betreffende gat in de natuurontwikkeling hebben Partijen een gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze niet te laten ontstaan, echter als dat toch lijkt te ontstaan, treden Partijen in overleg en wordt uiterlijk in juni 2020 gestuurd op overeenstemming;
- Binnen het Uiterwaardepark wordt in combinatie met de natuurontwikkeling invulling gegeven aan de ambities van Vuren aan de Waal, zijnde recreatieve voorzieningen, namelijk paden, uitzichtpunten et cetera, passend binnen nader vorm te geven uitwerking van de ‘ERK’ (Extra Ruimtelijke Kwaliteit) onder subsidie van de Provincie;
- Bij uitwerking van de woningbouwplannen en de verplaatsing van het Volkstuinencomplex wordt bij de voorbereiding van het bijbehorende bestemmingsplan tevens afspraken gemaakt over en invulling gegeven aan bijbehorende voorzieningen (ontsluiting, parkeren).
Ondanks dat deze onderdelen nog niet volledig uitgewerkt zijn, willen Partijen de Samenwerking nu al vastleggen. Om te borgen dat (gefaseerde) realisatie van het volledige Inrichtingsplan mogelijk blijft, is voorgaande vastgelegd in onderhavige SOK vóór het in procedure brengen van het PpWw. In de navolgende artikelen zijn afspraken vastgelegd over de op te leveren producten en bijbehorende gezamenlijke en individuele verantwoordelijkheden / financiering. Deze producten dienen gereed te zijn uiterlijk vóór besluitvorming over het PpWw door het AB van het Waterschap.
Komen overeen als volgt
Artikel 1 Dijkversterking en Procedure Projectplan Waterwet
1. Het Waterschap zal zich inspannen om de voor de dijkversterking benodigde procedures tijdig in gang te zetten, waarbij het Projectplan Waterwet kaders biedt voor de realisatie van het volledige Inrichtingsplan. Vanwege de één-op-één-koppeling tussen de door het Waterschap te realiseren riviercompensatie en dit Inrichtingsplan, en de door Klop Beheer gestelde voorwaarde(n) aan het beschikbaar (ten behoeve van realisatie van minimaal de verplichte natuurcompensatie) en openstellen (voor publiek) van zijn terrein in de vorm van een gegarandeerde bestemmingswijziging naar woningbouw ter plaatse van de voormalige steenfabriek, zijn de volgende afspraken gemaakt:
a. Voor de noodzakelijke ruimte voor de buitenwaartse verschuiving van de dijk en minimaal de voor het Waterschap verplicht te realiseren natuurcompensatie á 8,0 ha, zijn afspraken gemaakt tussen Klop Beheer en het Waterschap voor respectievelijk eigendomsoverdracht (inclusief tijdelijk gebruik) voor de uitgangspunten voor grondoverdracht ten behoeve van dijkversterking en de vestiging van zakelijk recht voor de realisatie van genoemde natuurcompensatie, overeengekomen d.d. 20-02- 2020 (kenmerk/zaaknr 2019053605). Voor deze laatste geldt tevens een instandhoudingsplicht voor Klop Beheer.
b. Het volkstuinencomplex en het hertenkampje inclusief bijbehorende opstallen worden door het Waterschap verplaatst.
c. De huidige oostelijke ontsluiting van het Heuffterrein wordt met aandacht voor de cultuurhistorische waarde, in vorm, materialisering en uitvoering/profiel, gedeeltelijk verplaatst en geïntegreerd in het dijkontwerp / Inrichtingsplan, met aandacht voor de randvoorwaarden die de Gemeente daaraan stelt in relatie tot het toekomstige gebruik.
d. De Gemeente verzorgt twee bestemmingsplanprocedures, namelijk die voor de dijkversterking (hierna: Bestemmingsplan-Dijkversterking) en die voor de functiewijzigingen op het Heuffterrein (zie Artikel 2).
2. Het Waterschap zal zich inspannen om het ontwerp-Projectplan Waterwet (PpWw) tijdig gereed te hebben, zodat deze in april via de coördinatieprocedure ter inzage kan worden gelegd.
3. Het Waterschap zal zich inspannen de procedure rondom het PpWw, gericht op besluitvorming door haar AB uiterlijk 7 september 2020 af te ronden en aldus te geleiden zodat Xxxxxxxxxxxx Staten van Gelderland uiterlijk in december 2020 volgens bestuurlijk afgesproken planning tot een besluit over de goedkeuring daarvan kunnen komen.
4. Vanwege de procedure, leidend tot een goedgekeurd PpPw per uiterlijk 31-12-2020, en om in een parallel spoor overeenstemming te bereiken in een Realisatieovereenkomst, is in onderhavige overeenkomst nadrukkelijk een aantal cruciale data vastgelegd (zie ook de Planning in bijlage 3).
Artikel 2 Procedure Bestemmingsplannen
1. Ter uitvoering van het Projectplan Waterwet wordt daarnaast door het Waterschap ook het bestemmingsplan benodigd voor de buitenwaartse verschuiving van de dijk opgesteld en uiterlijk 21 februari 2021 aangeleverd bij de Gemeente.
a. De gemeente spant zich in om in een parallel spoor met het PpWw te starten met een procedure voor dit Bestemmingsplan-Dijkversterking, inclusief de kaders voor het Dijkpark en de verplaatsing Hertenkamp. Dit betreft een via de Provincie gecoördineerde procedure.
b. De gemeente spant zich in om ten behoeve van de realisatie van het Inrichtingsplan een procedure voor de wijziging naar de bestemming woningbouw ter plaatse van de oude steenfabriek en langs de dijk te starten, inclusief bijbehorende voorzieningen en de verplaatsing van het volkstuinencomplex.
2. Om de beperkte woningbouwopgave, ter plaatse van de voormalige steenfabriek en langs de dijk, inclusief bijbehorende voorzieningen en verplaatsing van de oostelijke ontsluiting conform het Inrichtingsplan te kunnen verwezenlijken, is een herziening van het bestemmingsplan nodig. Hiervoor zal een globaal bestemmingsplan worden opgesteld met een uitwerkingsbevoegdheid om de gewenste Inrichting mogelijk te maken (hierna: Bestemmingsplan-Uit te werken). In dit bestemmingsplan wordt ook de verplaatsing van het Volkstuinencomplex opgenomen.
3. Het Waterschap, de Gemeente en Klop Beheer zullen gezamenlijk – uiterlijk 7 mei 2020 – zorgen voor het opstellen van het Bestemmingsplan-Uit te werken, inclusief alle benodigde (milieu)onderzoeken die hier onderdeel van uitmaken, om zodoende de procedures te kunnen doorlopen om de onderdelen van het Inrichtingsplan, zoals benoemd onder lid 2 van dit artikel, te verwezenlijken.
4. De Gemeente, het Waterschap en Klop Beheer zullen bij zienswijzen in overleg treden om te bepalen welk antwoord op de zienswijzen volgt, en/of het plan op onderdelen aanpassingen behoeft.
5. De Gemeente zal zich inspannen om uiterlijk 7 mei 2020 een ontwerpbestemmingsplan gereed te hebben voor het Heuffterrein, dat woningbouw inclusief bijbehorende voorzieningen als bedoeld in het Inrichtingsplan mogelijk maakt
6. De Gemeente zal zich inspannen om haar ontwerpbestemmingsplan uiterlijk 1 augustus 2020, in ieder geval vóór de schoolvakanties, ter inzage te leggen en de procedure aldus te geleiden dat deze uiterlijk in december 2020 ter vaststelling aan de gemeenteraad is voorgelegd.
7. Gedurende de maand maart 2020 wordt, gelijktijdig met verdere uitwerking van het Inrichtingsplan bezien of de nu gedachte (bestemmings)planvorm – hiervoor benoemd als Bestemmingsplan-Uit te werken – past op het gewenste uitwerkingsniveau, mede gezien de (on)mogelijkheden met de komst van de Omgevingswet per 01-01-2021. De Gemeente neemt het initiatief richting het Waterschap en Klop Beheer om vanuit de mogelijkheden met elkaar overeenstemming te bereiken over de meest passende planvorm en procedure.
8. De Gemeente, het Waterschap en Klop Beheer zullen zich gezamenlijk inspannen om de diverse belanghebbenden steeds zo goed als mogelijk te betrekken, bij de voorbereiding van en tijdens het doorlopen van de procedures zoals benoemd in lid 2 van dit artikel. Hiertoe zal in gezamenlijkheid een Communicatiestrategie worden bepaald.
Artikel 3 Dijkversterking en Natuurontwikkeling
1. De dijkversterking en een minimale natuurcompensatie van 8,0 ha vormen de door het Waterschap te realiseren basis onder de door de Gemeente te realiseren inrichting van het Dijkpark en het Uiterwaardenpark. De ruimte en basisinrichting voor het Dijkpark ontstaat door de buitenwaartse verschuiving van de huidige dijk. Die voor het Uiterwaardenpark ligt in de aanlegvereisten ten aanzien van de verplichte natuurcompensatie.
2. De gezamenlijke inzet van partijen is gericht op een natuurontwikkeling, groter dan de verplichte opgave (8,0 ha, lid 1):
a. Het Waterschap heeft een inspanningsverplichting op zich genomen om, bovenop de voor haar verplichte compensatie, de natuurontwikkeling verder te faciliteren door compensatie vanuit andere projecten naar het Heuffterrein te brengen, binnen de mogelijkheden van het HWBP, met de toezegging van de Provincie dat zij eventuele mogelijkheden van voorfinanciering zal onderzoeken.
b. Inzet vanuit de Gemeente is om eenzelfde systematiek toe te passen op basis van groencompensatie, zowel in overleg met het Waterschap als gevolg van de kapvergunning voor deze dijkversterking, als een aanvulling vanuit overige ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente.
c. Vanuit het totale Inrichtingsplan bezien, zijn - waaronder dit mogelijke ‘gat’ in natuurontwikkeling (het verschil tussen de totale natuurontwikkeling en de minimale inzet natuurcompensatie á 8 ha) - nog niet alle afzonderlijke opgaven en ambities gedekt. Voor het betreffende gat in de natuurontwikkeling nemen de overheidspartijen in deze overeenkomst een gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze niet te laten ontstaan. Als dat toch lijkt te ontstaan treden de overheden in overleg en wordt gestuurd op overeenstemming, te bereiken uiterlijk juni 2020. De provincie ziet bij de dekking van de afzonderlijke opgaven en ambities geen verantwoordelijkheid weggelegd ten aanzien van de sanering (sloop en bodemsanering) van het BUKO- terrein.
3. Het Waterschap en de Provincie onderzoeken voor 1 juli 2020 of en hoeveel extra natuurontwikkeling gerealiseerd kan worden, in te zetten als natuurcompensatie voor in de toekomst te realiseren dijkversterkingsprojecten, ten aanzien van de (voor)financiering en GNN-compensatieregelgeving.
4. Gemeente zal voor 1 april 2020 onderzoeken of de extra natuurcompensatie vanuit de zogeheten Groencompensatie zou kunnen worden gerealiseerd.
5. Klop Beheer geeft het Waterschap toegang tot het terrein zowel om tot de realisatie van de verplichte compensatie – voor oplevering van de hieraan gekoppelde dijkversterkingsopgave – als tot de extra natuurontwikkeling te komen.
6. Klop Beheer spant zich om zowel alle redelijke voorbereidingen te treffen die noodzakelijk zijn, om Partijen de mogelijkheid te bieden om ook de totaal gewenste natuurontwikkeling te realiseren. Dit laatste, gericht op ontwikkeling van meer dan de wettelijk verplichte natuurcompensatie en openbaar toegankelijk houden van het Heuffterrein, en – voor zover dat niet de verplichte natuurcompensatie aangaat – onder de voorwaarde dat de bestemmingswijziging naar woningbouw ten zuidoosten van de steenfabriek /ovens onherroepelijk is (zie ook Artikel 2).
7. De Provincie zal op basis van het goedgekeurde Projectplan Waterwet overgaan tot herbegrenzing van het GNN rekening houdend met de gemaakte afspraken tussen Waterschap en Provincie over de (extra) hectares natuurontwikkeling.
Artikel 4 Extra ruimtelijke kwaliteit Dijkpark en Uiterwaardenpark
1. De Gemeente en de Provincie zullen uiterlijk 1 mei 2020 in overleg treden over de ERK en de onderlinge verdeling van de kosten daarvan. De ERK bestaat uit die onderdelen van het inrichtingsplan die bijdragen aan het verbeteren van de verbinding tussen het dorp en de rivier en aan het creëren van een aantrekkelijk uitloopgebied, namelijk de onderdelen vlonders, wandelpaden, (opgaande / laan)beplanting, uitzichtpunten, dijktrappen, parkbankjes en verlichting.
2. De Gemeente en de Provincie zullen zich inspannen om uiterlijk in september 2020 de benodigde stappen te zetten om ieder hun deel van de voor de ERK benodigde financiële middelen te reserveren.
3. De Gemeente, de Provincie en het Waterschap zullen zich inspannen uiterlijk september 2020 overeenstemming te bereiken welke juridische constructie zal worden gekozen om de te reserveren financiële middelen in te zetten voor de realisatie van het Inrichtingsplan.
Artikel 5 Gezamenlijke uitwerking Inrichtingsplan
1. De Gemeente, het Waterschap en Klop Beheer dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de verdere uitwerking van het Inrichtingsplan. Dit vindt plaats via het Kernteam Heuffterrein, met vertegenwoordigers van partijen en in samenwerking met De Graaf Reinald Alliantie en de uit te werken Communicatiestrategie (zie ook Artikel 2 lid 6).
2. De Gemeente, Het Waterschap en Klop Beheer zullen zich inspannen om zo spoedig mogelijk, uiterlijk 1 september 2020, met elkaar te bezien en besluiten waarheen de functies van het Heuffterrein, namelijk het hertenkamp en de (volks)tuinen, verplaatst zullen worden: naar een locatie binnen het Heuffterrein of daarbuiten.
a. Als het hertenkamp en de (volks)tuinen verplaatst zullen worden naar een locatie binnen het Heuffterrein, zal het Waterschap daarover aparte afspraken maken met Klop Beheer.
b. Als het hertenkamp en de (volks)tuinen verplaatst zullen worden naar een locatie buiten het Heuffterrein, zal de Gemeente deze verplaatsing voorbereiden, in het geval de nieuwe locatie zich op gemeentelijk eigendom bevindt. De verplaatsing zelf blijft een verantwoordelijkheid van het Waterschap, die daarvoor de kosten draagt.
3. De Gemeente onderzoekt in hoeverre de functie van parkeervoorziening ten behoeve van twee horecabedrijven gelegen aan de dijk in Vuren verplaatst kan worden naar een locatie binnen het Heuffterrein, resulterend in een afweging uiterlijk september 2020.
Artikel 6 Overlegstructuur
1. Partijen treden zoveel als nodig in overleg - hetzij bestuurlijk, hetzij ambtelijk – en houden elkaar op de hoogte van de voortgang van de nakoming van in deze overeenkomst genoemde verbintenissen.
2. Indien een partij bekend wordt met een ontwikkeling waarvan kan worden voorzien dat deze de nakoming van de in deze overeenkomst genoemde verbintenissen of de realisatie van het Inrichtingsplan bemoeilijkt of onmogelijk maakt, zal deze partij de overige partijen daarover terstond informeren.
3. Indien een der Partijen een verbintenis in deze overeenkomst niet nakomt of duidelijk wordt dat een verbintenis niet meer nagekomen zal kunnen worden, zullen Partijen zo spoedig mogelijk in overleg treden. Dan wordt bezien of daarvoor een andere verbintenis in de plaats kan komen met een vergelijkbare strekking, die een vergelijkbaar uitzicht biedt op realisatie van het Inrichtingsplan op basis van een te sluiten Realisatieovereenkomst.
Artikel 7 Kosten
1. Alle kosten die Partijen op basis van onderhavige samenwerkingsovereenkomst maken alvorens de realisatieovereenkomst is ondertekend komen voor eigen rekening van ieder der Partijen.
2. In aanloop naar het sluiten van onderhavige samenwerkingsovereenkomst hebben partijen een gezamenlijk projectbudget á € 200.000 vastgesteld, € 50.000 per partij, in te zetten voor onderzoek, ontwerp en procesbegeleiding.
3. Indien en voor zover het projectbudget als benoemd onder lid 2 niet (meer) toereikend is, worden kosten voor inzet van derden, na onderlinge overeenstemming, door Partijen gedeeld op basis van een dan vast te leggen verdeelsleutel.
Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden, ontbinding
1. Een onvoorziene omstandigheid die met zich brengt dat ongewijzigde instandhouding van (enige bepaling van) de samenwerkingsovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet (meer) kan worden verwacht, kan conform artikel 6: 258 Burgerlijk Wetboek leiden tot (gedeeltelijke) wijziging of (gedeeltelijke) ontbinding van deze samenwerkingsovereenkomst.
2. De Partij, aan wiens zijde een omstandigheid als bedoeld in het vorige lid opkomt, is gehouden de andere Partijen daarvan onmiddellijk schriftelijk in kennis te stellen en, voorafgaand aan een beroep op de regeling betreffende onvoorziene omstandigheden in de zin van artikel 6:258 van het Burgerlijk Wetboek, in overleg te treden met de andere Partij, teneinde de ontstane situatie en de consequenties daarvan te beperken en, indien mogelijk, in onderling overleg op te lossen in de geest van deze samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 9 Geschilbeslechting
1. Bij eventuele geschillen tussen Partijen over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst zijn Partijen over en weer gehouden om eerst te pogen in onderling overleg tot een vergelijk te komen. Er is sprake van een geschil indien een van de Partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere Partij.
2. Indien Partijen niet binnen twee (2) maanden na melding van het geschil als bedoeld in het eerste lid, tot een vergelijk mochten zijn gekomen, staat het ieder van hen vrij het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter te Arnhem.
Artikel 10 Duur en einde van de samenwerkingsovereenkomst
1. Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking op de dag waarop deze door Partijen is ondertekend en betreft een overeenkomst voor bepaalde tijd, namelijk voor de duur van de samenwerkingsfase. Onder samenwerkingsfase wordt in deze overeenkomst verstaan: de periode tot totstandkoming van de Realisatieovereenkomst, ten behoeve van realisatie van het volledige Inrichtingsplan, uiterlijk 31-12-2020.
2. Deze samenwerkingsovereenkomst kan niet tussentijds eenzijdig worden opgezegd.
3. Wanneer er geen bestemmingsplan of projectplan Waterwet tot stand komt voor (1 van) de locaties van de woningbouwprojecten en/of voortschrijdend inzicht in de dijkversterkingsopgave leidt tot majeure aanpassingen, treden partijen in overleg over de werkingsduur of wijzigingen van deze overeenkomst.
Artikel 11 Bijlagen
De volgende bijlagen maken onderdeel uit van deze samenwerkingsovereenkomst:
1. Eigendomssituatie
2. Concept-Inrichtingsplan
3. Planning
ALDUS OPGEMAAKT EN IN VIERVOUD ONDERTEKEND te .................................. d.d......................................
de Gemeente West Betuwe, vertegenwoordigd door de wethouder
mw. X. Xxxxxxx ................................................
(handtekening)
Klop Beheer BV,
vertegenwoordigd door haar directeur
De heer M.C. Klop ................................................
(handtekening)
Waterschap Rivierenland, vertegenwoordigd door de Heemraad
Xxxxxxx xxx. X. Xxxxxx ................................................
(handtekening)
Provincie Gelderland,
vertegenwoordigd door de Gedeputeerde,
De heer Van ‘t Hoog ................................................
(handtekening)