OVEREENKOMST
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël inzake wederzijdse erkenning van de OESO- beginselen betreffende goede laboratoriumpraktijken (GLP) en van de programma's voor het toezicht op de naleving van deze beginselen
DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna „de Gemeenschap” genoemd), enerzijds, en
DE STAAT ISRAËL (hierna „Israël” genoemd), anderzijds,
BEIDE PARTIJEN hierna de „overeenkomstsluitende partijen” genoemd,
GELET op hun uit de Wereldhandelsovereenkomst (WTO) en de WTO-Overeenkomst inzake technische handelsbelemme- ringen, inzonderheid bijlage I-C daarbij, voortvloeiende verplichtingen in verband met de bescherming van de intellectuele eigendom,
GELET op het besluit van de Raad van de OESO van 12 mei 1981 inzake de wederzijdse erkenning van gegevens voor de beoordeling van chemicaliën,
GELET op het besluit/de aanbeveling van de Raad van de OESO van 2 oktober 1989 inzake de naleving van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken [C(89) 87(def.)],
GELET op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992 waarbij een zone voor het vrije verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal tussen de Europese Gemeenschap en IJsland, Liechtenstein en Noorwegen wordt ingesteld, inzonderheid op protocol nr. 12 daarvan,
BEVESTIGENDE dat het noodzakelijk is de hoge kwaliteit, authenticiteit en betrouwbaarheid te waarborgen van de gegevens in verband met de gezondheid en het milieu die worden verkregen bij het onderzoek van cosmetica, industriële chemicaliën, farmaceutische producten, levensmiddelenadditieven, dierenvoeradditieven en pesticiden (hierna chemicaliën genoemd),
EROP WIJZENDE dat in een eerste fase, gezien het feit dat Israël niet beschikt over een instantie die toezicht houdt op de naleving van de GLP-beginselen, er behoefte is aan een overgangsregeling die Israël in staat stelt een dergelijk orgaan op te richten,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Definities
1. Behoudens andersluidende definities hebben de in deze overeenkomst gebruikte termen de betekenis die daaraan is verleend in de „OECD Principles of Good Laboratory Practice”
— OESO-beginselen van goede laboratoriumpraktijken [Bijlage II bij besluit van de Raad van de OESO nr. C(81) 30 (Final)], de
„Guides for Compliance Monitoring Procedures for Good Labo- ratory Practice” — Gids voor de controleprocedures voor het naleven van de GLP [Bijlage I bij besluit/aanbeveling van de Raad C(89) 87 (Final)], de „Application of the Good Laboratory Practice principles to field studies” — Toepassing van de begin- selen van goede laboratoriumpraktijken op veldonderzoek (GLP Consensusdocument, OESO-reeks betreffende de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de nale- ving daarvan) en alle wijzigingen daarvan.
2. Onder „aanvaarden” wordt verstaan dat de ontvangende autoriteiten verplicht zijn onderzoeken en onderzoeksresultaten van de andere partij in verband met onder deze overeenkomst vallende producten op dezelfde voorwaarden te erkennen als gegevens die op hun grondgebied zijn verkregen, mits:
— het onderzoek door een op het grondgebied van de over- eenkomstsluitende partijen gevestigd testlaboratorium werd uitgevoerd,
— het onderzoek werd uitgevoerd door een testlaboratorium waarvoor de bevoegde nationale autoriteiten die toezicht houden op de naleving van goede laboratoriumpraktijken hebben vastgesteld dat het de GLP-beginselen toepast.
3. „Toezichthoudende autoriteit”: bestuursorgaan dat verant- woordelijk is voor het toezicht op de toepassing van goede laboratoriumpraktijken door de in haar rechtsgebied gevestigde testlaboratoria en voor andere, op nationaal niveau vast te stellen taken in verband met de toepassing van goede laborato- riumpraktijken.
Artikel 2
Werkingssfeer
1. De overeenkomstsluitende partijen waarborgen de hoge kwaliteit, authenticiteit en betrouwbaarheid van de gegevens van veiligheidsonderzoek die worden verkregen bij niet-klini- sche tests van alle in bijlage I bedoelde chemicaliën die plaats- vinden voordat deze chemicaliën in de handel worden gebracht.
2. De overeenkomstsluitende partijen erkennen de gelijkwaar- digheid van elkaars programma's voor het toezicht op de nale- ving van GLP die in overeenstemming zijn met de bepalingen van artikel 3, lid 1.
3. Elke overeenkomstsluitende partij aanvaardt op haar gehele grondgebied, als omschreven in artikel 15, de onderzoeken en onderzoeksresultaten van op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende partij gevestigde testlaboratoria, mits deze aan het programma van toezicht op de naleving van de GLP-beginselen van die partij deelnemen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, lid 1.
4. Krachtens deze overeenkomst houden de overeenkomst- sluitende partijen in alle administratieve maatregelen die zij nemen bij het op de markt brengen van de in bijlage I bedoelde producten rekening met uitgevoerde onderzoeken en de daaruit voortvloeiende gegevens.
Artikel 3
Grondslagen
1. Voor de toepassing van deze overeenkomst dient te zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:
— de beginselen van goede laboratoriumpraktijken dienen in overeenstemming te zijn met die welke zijn vastgesteld in het besluit van de OESO van 12 mei 1981 inzake de wederzijdse aanvaarding van gegevens betreffende de evaluatie van chemicaliën [(C(81) 30 (Final)] en alle latere wijzigingen daarvan;
— de bepalingen betreffende de inspectie van laboratoria en de controle op onderzoek (study audits) dienen in overeen- stemming te zijn met die van de bijlagen I-III bij het besluit/ de aanbeveling van de Raad van de OESO van 1989 [C(89) 87 (Final)], gewijzigd bij besluit/aanbeveling van 9 maart 1995 [C(95) 8 (Final)], en alle latere wijzigingen daarvan;
— de toetsing van testlaboratoria aan de beginselen van goede laboratoriumpraktijken dient te geschieden overeenkomstig de bepalingen welke terzake in de Europese Gemeenschap en Israël van toepassing zijn.
2. De overeenkomstsluitende partijen geven elkaar tijdig kennis van wijzigingen in hun wetgeving die gevolgen kunnen hebben voor de normen of programma's in verband met de toepassing van goede laboratoriumpraktijken.
Artikel 4
Toepassingsgebied
Deze overeenkomst is van toepassing op onderzoek dat door testlaboratoria wordt uitgevoerd op alle in bijlage I bedoelde chemicaliën, zowel stoffen als preparaten, en op de resultaten van dergelijk onderzoek. Wijzigingen van deze bijlage worden vastgesteld door het gemengd comité bedoeld in artikel 10.
Artikel 5
Toezichthoudende autoriteiten
1. De lijst van autoriteiten die in hun rechtsgebied gemach- tigd of aangewezen zijn om te beoordelen of testlaboratoria aan de beginselen van goede laboratoriumpraktijken voldoen, is in bijlage II opgenomen.
2. De overeenkomstsluitende partijen informeren en raad- plegen elkaar indien zij in deze overeenkomst nog andere autoriteiten wensen op te nemen. Wijzigingen in bijlage II, hetzij door toevoeging, hetzij door schrapping van autoriteiten, worden vastgesteld door het gemengd comité bedoeld in artikel 10.
Artikel 6
Informatie betreffende GLP-gecertificeerde testlaboratoria
1. De overeenkomstsluitende partijen doen elkaar minstens éénmaal per jaar een lijst toekomen van de op hun grondge- bied gevestigde testlaboratoria waarvan inspecties en controles op onderzoek hebben aangetoond dat zij goede laboratorium- praktijken toepassen en delen elkaar de data van deze inspecties of controles op onderzoek en de GLP-status van de betrokken laboratoria mede.
2. De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe elkaar onverwijld te informeren wanneer een testlaboratorium waarop het bepaalde in lid 1 van toepassing is en dat verklaart goede laboratoriumpraktijken toe te passen, de GLP-beginselen in zodanige mate niet nakomt dat de integriteit en authentici- teit van de door dit laboratorium uitgevoerde onderzoeken in het geding kunnen komen.
3. De overeenkomstsluitende partijen verstrekken elkaar met spoed de in lid 1 bedoelde informatie betreffende testlabora- toria waarvan inspecties en controles op onderzoek hebben aangetoond dat zij aan de GLP-beginselen voldoen, doch die nog niet in de in dit lid bedoelde lijst zijn opgenomen.
Artikel 7
Aanvullende maatregelen
1. De overeenkomstsluitende partijen verstrekken elkaar, op met redenen omkleed verzoek, alle noodzakelijke aanvullende informatie betreffende inspecties van testlaboratoria of controles op onderzoek.
2. Een overeenkomstsluitende partij kan om aanvullende inspecties van testlaboratoria of controles op onderzoek op het grondgebied van de andere partij verzoeken wanneer zij een gegrond, met bewijsstukken gestaafd vermoeden heeft dat een test niet overeenkomstig de beginselen van goede laborato- riumpraktijken werd uitgevoerd.
3. Wanneer, in uitzonderingsgevallen, twijfel blijft bestaan en de verzoekende partij kan aantonen dat deze twijfel gerecht- vaardigd is, kan zij met instemming van het betrokken testlabo- ratorium één of meer deskundigen van haar overheidsdiensten aanwijzen om aan een door de autoriteiten van de andere partij uitgevoerde inspectie van een testlaboratorium of controle op onderzoek deel te nemen.
Artikel 8
Vertrouwelijkheid
1. De overeenkomstsluitende partijen dragen zorg dat de inspecteurs en alle andere personen die toegang hebben tot vertrouwelijke informatie in het kader van activiteiten in verband met het toezicht op de naleving van de GLP-beginselen deze informatie als vertrouwelijk behandelen.
2. De overeenkomstsluitende partijen dragen zorg dat verslagen van laboratoriuminspecties en controles op onder- zoek uitsluitend ter beschikking worden gesteld van de regelge- vende autoriteiten alsmede, indien nodig, de beproevingslabo- ratoria die werden geïnspecteerd of betrokken waren bij controles op onderzoek en/of de opdrachtgevers van controles op onderzoek, tenzij alle uit commercieel oogpunt gevoelige en vertrouwelijke informatie uit deze verslagen verwijderd is. Test- laboratoria kunnen vrij beschikken over de verslagen van labo- ratoriuminspecties of controles op onderzoek waarvan zij het voorwerp zijn.
Artikel 9
Deelneming in de hoedanigheid van waarnemer
Elke overeenkomstsluitende partij kan, indien zij daarom verzoekt en het betrokken testlaboratorium hiermee instemt, als waarnemer aan een door de autoriteiten van de andere partij uitgevoerde laboratoriuminspectie deelnemen teneinde op de hoogte te blijven van de door deze andere partij toege- paste inspectieprocedures.
Gemeenschap is vastgesteld dat het Israëlische systeem van toezicht op GLP bevredigend functioneert.
Artikel 12
Gedurende de in artikel 11 bedoelde beginperiode verifiëren de gemachtigde autoriteiten van de Gemeenschap, overeenkomstig het bepaalde in het bijgaande goedgekeurd proces-verbaal, of de Israëlische testlaboratoria de GLP-beginselen toepassen. De Gemeenschap erkent alle testlaboratoria waarvan wordt vastge- steld dat zij aan de GLP-voorschriften voldoen.
Artikel 13
Gedurende de in artikel 11 bedoelde beginperiode aanvaardt Israël gegevens van testlaboratoria in de Gemeenschap waarvan erkend is dat zij de GLP-beginselen toepassen en aanvaardt de Gemeenschap gegevens van Israëlische testlaboratoria die zij overeenkomstig artikel 12 heeft erkend als laboratoria die de GLP-beginselen toepassen.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 10
Gemengd comité
1. Er wordt een gemengd comité ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van beide partijen.
2. Het gemengd comité komt bijeen teneinde problemen op te lossen die kunnen ontstaan uit verschillen in zienswijze en handelwijze tussen de partijen, met het doel de correcte toepas- sing van deze overeenkomst te bevorderen en mogelijkheden tot verdere samenwerking te onderzoeken.
OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 11
Voor een beginperiode van ten hoogste twee jaar na de inwer- kingtreding van de overeenkomst gelden, bij wijze van over- gangsregeling, de hiernavolgende bepalingen:
1. Israël stelt in de loop van deze periode een nationaal systeem van toezicht op GLP in.
2. Indien de partijen het er niet over eens worden dat gedu- rende de beginperiode aan deze eis wordt voldaan en zij, na een gezamenlijk onderzoek, niet besluiten de beginperiode te verlengen, wordt deze overeenkomst automatisch nietig.
3. De beginperiode kan vóór het verstrijken van de termijn van twee jaar worden beëindigd indien ten genoegen van de
Artikel 14
Elke partij kan deze overeenkomst beëindigen door de andere partij daarvan zes maanden vooraf schriftelijk in kennis te stellen.
Artikel 15
Deze overeenkomst is van toepassing op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, onder de in dat Verdrag vastgestelde voor- waarden, enerzijds, en op het grondgebied van de Staat Israël, anderzijds.
Artikel 16
Deze overeenkomst wordt door de partijen overeenkomstig hun eigen procedures goedgekeurd of geratificeerd. Zij treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar kennis geven van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.
Deze overeenkomst wordt opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Hebreeuwse taal zijnde alle talen gelijkelijk authentiek.
Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze overeenkomst hebben gesteld.
Voor de regering van de Staat Israël
Voor de Europese Gemeenschap
BIJLAGE I
LIJST VAN CHEMICALIËN WAAROP DE OVEEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE STAAT ISRAËL INZAKE WEDERZIJDSE ERKENNING VAN DE OESO-BEGINSELEN BETREFFENDE GOEDE LABORATORIUMPRAKTIJKEN EN VAN DE PROGRAMMA'S VOOR HET TOEZICHT OP DE NALEVING VAN DEZE BEGINSELEN VAN TOEPASSING IS
De chemicaliën, zowel stoffen als preparaten, waarop de overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van de OESO-begin- selen betreffende goede laboratoriumpraktijken tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël van toepassing is, zijn:
— cosmetica,
— industriële chemicaliën,
— geneesmiddelen, farmaceutische producten,
— additieven voor levensmiddelen,
— additieven voor dierenvoer,
— pesticiden.
Deze chemicaliën zijn gedefinieerd in de rechtsvoorschriften van het land van bestemming, te weten:
VOOR DE EUROPESE GEMEENSCHAP:
1. Richtlijn 87/18/EEG van de Raad van 18 december 1986 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen (PB L 15 van 17.1.1987, blz. 29), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/11/EG van de Commissie (PB L 77 van 23.3.1999, blz. 8)
2. Richtlijn 88/320/EEG van de Raad van 9 juni 1988 inzake de inspectie en de verificatie van de goede laboratorium- praktijken (GLP) (PB L 145 van 11.6.1988, blz. 35), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/12/EG van de Commissie (PB L 77 van 23.3.1999, blz. 22)
3. Richtlijn 92/32/EEG van de Raad van 30 april 1992 houdende zevende wijziging van Richtlijn 67/548/EEG betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PB L 154 van 5.6.1992, blz. 1)
4. Richtlijn 88/379/EEG van de Raad van 7 juni 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (PB L 187 van 16.7.1988, blz. 14)
5. Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen (PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1)
6. Richtlijn 87/19/EEG van de Raad van 22 december 1986 tot wijziging van Richtlijn 75/318/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de analytische, toxicologisch-farmacologische en klinische normen en voorschriften betreffende proeven op farmaceutische specialiteiten (PB L 15 van 17.1.1987, blz. 31)
7. Richtlijn 91/507/EEG van de Commissie van 19 juli 1991 tot wijziging van de bijlage van Richtlijn 75/318/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de analytische, toxicolo- gisch-farmaceutische en klinische normen en voorschriften betreffende proeven op farmaceutische specialiteiten (PB L 270 van 26.9.1991, blz. 32)
8. Richtlijn 87/20/EEG van de Raad van 22 december 1986 tot wijziging van Richtlijn 81/852/EEG inzake de analytische, toxicologisch-farmacologische en klinische normen en voorschriften betreffende proeven op geneesmid- delen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 15 van 17.1.1987, blz. 34)
9. Richtlijn 92/18/EEG van de Commissie van 20 maart 1992 tot wijziging van de bijlage bij Richtlijn 81/852/EEG van de Raad inzake de analytische, toxicologisch-farmacologische en klinische normen en voorschriften betreffende proeven op geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 97 van 10.4.1992, blz. 1)
10. Richtlijn 89/397/EEG van de Raad van 14 juni 1989 inzake de officiële controle op levensmiddelen (PB L 186 van 30.6.1989, blz. 23)
11. Richtlijn 93/99/EEG van de Raad van 29 oktober 1993 betreffende aanvullende maatregelen inzake de officiële controle op levensmiddelen (PB L 290 van 24.11.1993, blz. 14)
12. Richtlijn 87/153/EEG van de Raad van 16 februari 1987 tot vaststelling van richtsnoeren voor de beoordeling van toevoegingsmiddelen in diervoeding (PB L 64 van 7.3.1987, blz. 19), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/11/EG van de Commissie (PB L 106 van 11.5.1995, blz. 23)
13. Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermings- middelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/35/EG van de Commissie (PB L 172 van 22.7.1995, blz. 6)
14. Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1)
15. Richtlijn 93/35/EEG van de Raad van 14 juni 1993 tot zesde wijziging van Richtlijn 76/768/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PB L 151 van 23.6.1993, blz. 32)
ISRAËLISCHE WETTEN EN VERORDENINGEN
(NIET-OFFICIËLE VERTALING)
Geneesmiddelen
Voorschriften voor apothekers (nieuwe versie) — 1981 Apothekersverordeningen (medische preparaten) — 1986
Additieven voor levensmiddelen
Voorschrift volksgezondheid (levensmiddelen) (nieuwe versie) — 1983
Verordeningen volksgezondheid (levensmiddelen) (bases voor emulgatoren en stabilisatoren in levensmiddelen) — 1966 Verordeningen volksgezondheid (levensmiddelen) (dieetvoeding en zoetstoffen) — 1987
Verordeningen volksgezondheid (levensmiddelen) (vitaminen en mineralen als additieven in levensmiddelen) — 1983 Verordeningen volksgezondheid (levensmiddelen) (kleurstoffen voor levensmiddelen) — 1984
Verordeningen volksgezondheid (levensmiddelen) (bescherming en verpakking van levensmiddelen) — 1993 Verordeningen volksgezondheid (levensmiddelen) (sporen van pesticiden) — 1991
Verordeningen volksgezondheid (levensmiddelen) (Aflatoxines in levensmiddelen) — 1989 Verordeningen volksgezondheid (levensmiddelen) (bevindingen van onderzoek) — 1980 Verordeningen volksgezondheid (levensmiddelen) (etikettering) — 1935
Verordeningen volksgezondheid (levensmiddelen) (etikettering van levensmiddelen) — 1993
Verordeningen volksgezondheid (levensmiddelen) (bestraling van levensmiddelen ter bewaring daarvan) — 1988 Algemeen gezondheidsvoorschrift — 1942
Algemene voorschriften betreffende de volksgezondheid (sanitaire kwaliteit van drinkwater) — 1977 Algemene voorschriften betreffende de volksgezondheid (mineraalwater en bronwater) — 1987
Algemene voorschriften betreffende de volksgezondheid (methoden voor het nemen en overbrengen van monsters voor proefnemingen) — 1957
Algemene voorschriften betreffende de volksgezondheid (bewaarmiddelen voor voedsel) — 1965 Wet betreffende het toezicht op goederen en diensten — 1957
Decreet betreffende het toezicht op goederen en diensten (kwaliteit van levensmiddelen) — 1958 Decreet betreffende het toezicht op goederen en diensten (productie van levensmiddelen) — 1976 Decreet betreffende het toezicht op goederen en diensten (etikettering van additieven) — 1968
Additieven voor diervoeding
Decreet betreffende het toezicht op goederen en diensten (productie en verkoop van veevoer) — 1971 Regeling dierziekten (nieuwe versie) — 1985
Verordeningen dierziekten (chemische preparaten) — 1982
Pesticiden
Decreet betreffende toezicht op goederen en diensten (behandelingsmiddelen ter bescherming van de consument) — 1962 Verordeningen betreffende gevaarlijke stoffen (behandelingsmiddelen ter bescherming van de consument) — 1994 Wet gewasbescherming — 1956
Verordeningen gewasbescherming (verordening betreffende de invoer en de verkoop van chemische preparaten) — 1994 Voorschriften betreffende landbouwmeststoffen — 1938
Verordeningen betreffende landbouwmeststoffen — 1938
Cosmetica
Regeling betreffende het toezicht op goederen en diensten (cosmetica) — 1973
Industriële chemicaliën
Wet gevaarlijke stoffen — 1993 Verordeningen gevaarlijke stoffen — 1994
Verordeningen gevaarlijke stoffen (invoer en uitvoer van resten en afvallen van gevaarlijke stoffen) — 1994 Verordeningen gevaarlijke stoffen (indeling en vrijstelling) — 1996
BIJLAGE II
LIJST VAN TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEITEN
ISRAËL: voor alle producten Israel Laboratory Accreditation Authority
(Israëlische autoriteit voor de erkenning van laboratoria) Xxxxxxxxxxxxx 0
Ramat Gan-52522 (Israël)
EUROPESE GEMEENSCHAP:
BELGIË voor alle producten: Instituut voor hygiëne en epidemiologie Xxxxx Xxxxxxx
Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx 00 X-0000 Xxxxxxx
DENEMARKEN voor industriële chemicaliën
en pesticiden:
Deens geneesmiddelenbureau Xxxxxxxxx 000
DK-2200 Kopenhagen N
voor geneesmiddelen: Nationale dienst voor de volksgezondheid, Afdeling geneesmid-
delen Xxxxxxxxxxxxxxxxx 000 XX-0000 Xxxxxxxx
DUITSLAND voor alle producten: Bondsministerie voor het Milieu, de Natuurbescherming en de
Nucleaire Veiligheid Div. IG II 3
D-53048 Bonn
FINLAND voor alle producten: Nationale dienst van het ministerie van Volksgezondheid voor
de controle van producten PO Box 210
FIN-00531 Helsinki
FRANKRIJK voor chemicaliën, andere dan
farmaceutische producten en cosmetica
voor farmaceutische producten en cosmetica
voor diergeneeskundige producten
Groupe interministériel des produits chimiques (GIPC) Le Bervil
00, xxx Xxxxxxx
F-75572 Paris Cedex 12
Agence du médicament
000-000, Xxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx X-00000 Xxxxx-Xxxxx
Agence nationale du médicament vétérinaire AFSSA
BP 203
F-35302 Fougères Cedex
GRIEKENLAND voor alle producten Algemeen Chemisch Laboratorium van de Staat
An. Xxxxx xxxxxx, 00 XX-00000 Xxxxxx
IERLAND voor alle producten Irish National Accreditation Board
Xxxxxx Xxxx Xxxxx Xxxxxx Xxxxx Xxxxxx 0
Ireland
ITALIË voor alle producten Ministero della Sanità
Dipartimento Prevenzione
GLP Compliance Monitoring Unit Xxx xxxxx Xxxxxx Xxxxxx, 00
I-00144 Rome
NEDERLAND voor alle producten Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Inspectie gezondheidsbescherming, keuringsdienst van waren en veterinaire inspectie van de volksgezondheid
GLP-afdeling Postbus 16108
2500 BC 's-Gravenhage Nederland
OOSTENRIJK voor alle producten Bondsministerie voor het Milieu, de Jeugd en het Gezin
Departement II/2 Stubenbastei 5
A-1010 Wenen
PORTUGAL voor industriële chemicaliën
en pesticiden
voor farmaceutische producten en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik
Instituto Português da Qualidade (IPQ) Rua C à Avenida dos Três Vales
P-2825 Monte da Caparica
Instituto Nacional de Farmácia e do Medicamento (Infarmed) Xxxxxxx xx Xxxxxx, 00
P-1700 Lisboa
SPANJE voor farmaceutica Agencia Española del Medicamento
Subdirección General de Seguridad de Medicamentos, Servicio de Inspección
Xxxxx xxx Xxxxx, 00-00 X-00000 Xxxxxx
VERENIGD KONINKRIJK
voor alle producten UK GLP Compliance Monitoring Authority
Department of Health
Xxxx 000 X, Xxxxxx Xxxxxx
0 Xxxx Xxxx Xxxx Xxxxxx XX0 0XX Xxxxxx Xxxxxxx
ZWEDEN voor farmaceutische producten, producten voor lichaamsverzorging en cosmetische producten
Läkemedelsverket (dienst voor medische producten) Box 26
S-75103 Uppsala
voor alle andere producten Styrelsen för ackreditering och teknisk kontroll
(Zweedse dienst voor erkenning en overeenstemmingsbeoorde- ling)
Box 2301
S-10315 Stockholm