VIVIUM
VIVIUM
Fiets
REF VIV FIETS/04-2020
Inhoudsopgave
VIVIUM is een merk van P&V Verzekeringen CV Maatschappelijke Zetel Zetel Antwerpen
Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0058 Xxxxxxxxxxxxx 000 – 0000 Xxxxxxx Xxxxxxxxxx 00 – 0000 Xxxxxxxxx
xxx.xxxxxx.xx BTW BE 0000 000 000 - RPR Brussel TEL. x00 (0)0 000 00 00 TEL. x00 (0)00 000 00 00
Titel 1 – Gemeenschappelijke bepalingen 3
HOOFDSTUK I. Begripsomschrijvingen 3
HOOFDSTUK II. De overeenkomst 4
Titel 2 – Schade aan het voertuig en diefstal 6
HOOFDSTUK I. Gemeenschappelijke bepalingen 6
HOOFDSTUK I. Definities en bepalingen gemeenschappelijk aan alle waarborgen inzake bijstand aan het voertuig 12
HOOFDSTUK III. Uitsluitingen en verval van het recht op waarborg 14
Titel 5 – Lichamelijke schade 22
Schade door daden van terrorisme 26
Schade door daden van terrorisme 26
Algemeen reglement met betrekking tot de gegevensbescherming 27
VIVIUM Fiets
Titel 1 – Gemeenschappelijke bepalingen
HOOFDSTUK I. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
DE MAATSCHAPPIJ: P&V Verzekeringen CV, Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, verzekeringsonderneming erkend onder het nummer 0058;
DE VERZEKERINGSNEMER: de persoon die de overeenkomst met de MAATSCHAPPIJ sluit; FIETS:
• voertuig met twee of meer wielen, dat wordt voortbewogen door middel van pedalen of handgrepen door een of meer van de gebruikers en dat niet met een motor is uitgerust, zoals een twee-, drie- of vierwieler
• twee-, drie- of vierwielig voertuig met pedalen, uitgerust met een niet-autonome elektrische hulpmotor met als hoofddoel trapondersteuning waarvan de stroomtoevoer naar de motor wordt onderbroken bij een voertuigsnelheid van maximum 25 km per uur
• twee- of driewielig voertuig met pedalen, uitgerust met een autonome elektrische motor, dat naar bouw autonoom niet sneller kan rijden dan 25 km per uur, waarvoor geen inschrijvingsplicht geldt
GEMOTORISEERD VOORTBEWEGINGSTOESTEL : motorvoertuig met één of meer wielen, met uitzondering van de hierboven beschreven FIETSEN, dat naar bouw en motorvermogen, op een horizontale weg, niet sneller kan rijden dan 25 km per uur, onder meer:
a) elektrische rolstoelen;
b) elektrische rolwagens voor personen met verminderde mobiliteit;
c) gemotoriseerde autopeds;
d) zelf balancerende een- of tweewielige elektrische toestellen.
SPEEDPEDELEC : tweewielig voertuig met pedalen, met uitsluiting van de hierboven beschreven XXXXXXX, met een hulpaandrijving met als hoofddoel trapondersteuning waarvan de aandrijfkracht wordt onderbroken bij een voertuigsnelheid van maximaal 45 km per uur
HET VERZEKERDE MOTORRIJTUIG : het voertuig dat in de overeenkomst omschreven is; al wat eraan gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan;
HET SCHADEGEVAL: elk feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst;
UITSLUITINGEN: Zijn uitgesloten
• FIETSEN, SPEEDPEDELECS of GEMOTORISEERDE VOORTBEWEGINGSTOESTELLEN die worden gebruikt voor het bezoldigde vervoer van personen en/of zaken;
• FIETSEN, SPEEDPEDELECS of GEMOTORISEERDE VOORTBEWEGINGSTOESTELLEN
- die worden verhuurd, of
- die het voorwerp uitmaken van een leasingcontract aan personen die niet in het verzekeringscontract zijn vermeld, of
- die beroepsmatig zijn uitgeleend;
• de schadelijke gevolgen die voortvloeien uit de deelname met het verzekerde voertuig aan wedstrijden, snelheids-, uithoudings- en regelmatigheidscompetities of de training voor dergelijke competities. Toeristische rally's blijven echter gedekt;
• voertuigen die niet gehomologeerd zijn om op de openbare weg te rijden (zoals pocketbikes en minimotoren).
Artikel 1 – Aanvang en duur van het contract
De waarborgen vangen aan om nul uur op de datum vermeld in de bijzondere voorwaarden. De duur van het contract is 1 maand. De waarborgen zijn slechts verworven na betaling van de eerste premie. Het contract wordt stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van 1 maand, tenzij de contractspartijen zich hiertegen verzetten. De VERZEKERINGSNEMER kan zich ertegen verzetten tenminste 1 dag voor de vervaldag van het contract, via z'n klantenzone (i.e. Customer Zone).
Deze opzegging heeft uitwerking na het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen van de dag die volgt op diens kennisgeving via de klantenzone, tenzij partijen overeenkomen, na opzeg, deze termijn in te korten. De MAATSCHAPPIJ kan dit door middel van een ter per post aangetekende brief. Deze opzegging heeft uitwerking op de tweede maandelijkse vervaldag die volgt op de datum van het aangetekend schrijven.
Artikel 2 – Betaling van de premie
De premie, kosten, lasten en taksen inbegrepen, is verschuldigd van zodra het contract is afgesloten en maandelijks betaalbaar, tenzij anders wordt overeengekomen in de bijzondere voorwaarden. Ze is vooraf betaalbaar tegen voorlegging van het vervaldagbericht en opeisbaar op de vervaldag.
Artikel 3 – Niet-betaling van de premie
Indien de premie op de vervaldag niet wordt betaald kan de MAATSCHAPPIJ het contract opzeggen nadat de VERZEKERINGSNEMER in gebreke werd gesteld hetzij bij deurwaardersexploot, hetzij per aangetekende brief.
De opzegging heeft uitwerking na het verstrijken van een termijn van minimum 15 dagen te rekenen van de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
Artikel 4 – Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden
De MAATSCHAPPIJ behoudt zich het recht voor om het tarief of de voorwaarden van het contract aan te passen om rekening te houden met de marktontwikkelingen. In dat geval past ze deze aanpassingen toe vanaf de volgende maandelijkse vervaldag. De MAATSCHAPPIJ brengt de VERZEKERINGSNEMER hiervan op de hoogte via het vervaldagbericht.
De VERZEKERINGSNEMER moet niet schriftelijk akkoord gaan met die aanpassingen. De betaling van de premie, zonder voorbehoud, geldt als aanvaarding van de nieuwe voorwaarden. Uiteraard behoudt de VERZEKERINGSNEMER het recht om het contract te beëindigen zoals vermeld in artikel 1.
Artikel 5 – Opzegging van de overeenkomst
De overeenkomst kan worden opgezegd:
• Door de VERZEKERINGSNEMER, vóór het verstrijken van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 1. De opzegging moet gebeuren via zijn klantenzone (Customer Zone).
• Door de MAATSCHAPPIJ, vóór het verstrijken van elke verzekeringsperiode en overeenkomstig artikel 1, en bij niet-betaling van de premie, overeenkomstig artikel 3. De opzegging moet gebeuren per aangetekend schrijven.
De grond van de opzegging betreffende één van de prestaties geldt voor de gehele overeenkomst.
Artikel 6 – Informatieplicht van de VERZEKERINGSNEMER
De VERZEKERINGSNEMER heeft de plicht om, zowel bij het afsluiten van het contract als tijdens de duur ervan, het risico correct en volledig voor te stellen aan de MAATSCHAPPIJ.
De VERZEKERINGSNEMER moet, in de loop van het contract, de gegevens meedelen die van die aard zijn dat ze het risico gevoelig en duurzaam verzwaren.
Het niet naleven van deze verplichtingen kan leiden tot een vermindering van de tussenkomst van de MAATSCHAPPIJ, overeenkomstig de bepalingen van de wet.
Opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de MAATSCHAPPIJ misleidt bij de beoordeling van dat risico, kan de MAATSCHAPPIJ de nietigheid van de overeenkomst vragen.
Wanneer de nietigheid is uitgesproken, komen de premies, die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de MAATSCHAPPIJ kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico, haar toe.
Artikel 7 – Verhuis naar het buitenland
Indien de VERZEKERINGSNEMER naar het buitenland verhuist, blijven de waarborgen van dit contract verworven gedurende een periode van drie maanden te rekenen vanaf de dag van de verhuis.
Na deze periode stopt de verzekering automatisch of dienen de bijzondere voorwaarden aangepast te worden.
Artikel 8 - Overdracht tussen levenden van het aangeduide voertuig
Bij overdracht onder levenden van het aangeduide voertuig eindigt de verzekering van rechtswege vanaf de maandelijkse vervaldag volgend op het ogenblik dat de VERZEKERINGSNEMER niet meer in het bezit is van het voertuig.
De VERZEKERINGSNEMER moet zijn contract opzeggen via zijn klantenzone (Customer Zone) de dag na deze overdracht.
Artikel 9 – Indexering
De vermelde verzekerde bedragen zijn niet geïndexeerd, tenzij anders vermeld.
Artikel 10 – Hiërarchie van de bepalingen in dit contract
De bijzondere voorwaarden vullen de algemene voorwaarden aan of wijken er van af, in de mate dat zij ermee tegenstrijdig zouden zijn.
Artikel 11 – Verbintenissen aangegaan door de tussenpersoon
Verbintenissen aangegaan door de tussenpersoon zijn niet tegenstelbaar aan de MAATSCHAPPIJ indien die niet voorkomen in dit contract. Geen enkele bijvoeging, wijziging aan de tekst of afwijking van de voorwaarden is geldig indien zij niet bekrachtigd is door de MAATSCHAPPIJ.
Artikel 12 – Briefwisseling
De voor de MAATSCHAPPIJ bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten worden gedaan aan haar zetel.
De briefwisseling voor de verzekerde wordt elektronisch verstuurd naar het e-mailadres dat de VERZEKERINGSNEMER vooraf heeft opgegeven.
Artikel 13 – De bevoegde rechtsmacht
Dit contract is onderworpen aan de Belgische wetgeving. Enkel de Belgische rechtsinstanties zijn bevoegd voor geschillen met betrekking tot dit contract.
Titel 2 – Schade aan het voertuig en diefstal
Deze waarborgen zijn slechts verworven voor zover ze in de bijzondere voorwaarden staan vermeld.
HOOFDSTUK I. Gemeenschappelijke bepalingen
Artikel 1 – Territorialiteit
De waarborgen gelden wereldwijd.
Artikel 2 – Begripsomschrijving
1. De verzekerde:
- de VERZEKERINGSNEMER, de eigenaar en iedere gemachtigde houder of bestuurder van het verzekerd voertuig;
- de personen die bij hen inwonen.
Nochtans zijn alleen de eigenaar (of een door hem aangeduide persoon) of, bij zijn ontstentenis, zijn rechthebbenden bevoegd om enige schade-eis in te dienen of om enige schadevergoeding krachtens deze verzekering te ontvangen .
2. Het verzekerde voertuig:
- het in de bijzondere voorwaarden aangeduide voertuig, met inbegrip van alle aangegeven toebehoren;
- waarvan de kenmerken overeenstemmen met de algemene definities in Titel 1 van deze algemene voorwaarden;
- voor zover het niet onderworpen is aan de verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen.
3. De toebehoren: alle uitrusting die op het verzekerde voertuig is vastgemaakt, zoals vermeld op de aankoopfactuur en waarvan de prijs in de verzekerde waarde is opgenomen. Het kan worden vermeld op de aankoopfactuur van het verzekerde voertuig of op een afzonderlijke factuur.
4. De verwijderbare toebehoren: gemakkelijk demonteerbare toebehoren, zoals kinderstoel, aanhangwagen,
navigatietoestellen, teller, boordcomputers, camera's, batterij …
5. De aankoopfactuur: het gaat om de aankoopfactuur van het nieuwe verzekerde voertuig, opgesteld op naam van de VERZEKERINGSNEMER of een familielid, afkomstig van een professionele verkoper.
6. De aan te geven waarde: de aankoopprijs van het in de bijzondere voorwaarden vermelde voertuig en zijn toebehoren aanwezig ter gelegenheid van de onderschrijving van minimum één waarborg van Titel 2, voor zover deze prijs vermeld is op de aankoopfactuur van dit voertuig. De toebehoren mogen vermeld worden op de aankoopfactuur van het verzekerde voertuig of op een afzonderlijke factuur.
7. Onderverzekering: er is onderverzekering als de aangegeven totale waarde kleiner is dan de aan te geven waarde overeenkomstig art. 2.6; zij leidt tot toepassing van de evenredigheidsregel.
8. Evenredigheidsregel: dit is de vermindering van de verschuldigde vergoedingen, bij onderverzekering, volgens de verhouding tussen de aangegeven waarde en de aan te geven waarde.
9. De verschillende vormen van totaal verlies:
- Technisch totaal verlies: wanneer de schade technisch niet herstelbaar is.
- Economisch totaal verlies: wanneer de kostprijs van de herstellingen de aangenomen waarde of de werkelijke waarde (volgens de toepasselijke vergoedingswijze) bereikt, na aftrek van de waarde van het wrak.
- In het kader van de waarborg Diefstal: wanneer het gestolen voertuig niet binnen twintig dagen wordt teruggevonden; de termijnen worden berekend vanaf de dag waarop de MAATSCHAPPIJ de schade-aangifte ontvangt.
10. De waarde vóór het schadegeval
- is de aan te geven waarde van het verzekerde voertuig, na aftrek van 1% per begonnen maand vanaf de 13de maand vanaf de datum vermeld op de aankoopfactuur van het voertuig en de verzekerde toebehoren tot de datum van het schadegeval. Als de werkelijke waarde hoger is dan de aangenomen waarde wordt de vergoeding in werkelijke waarde betaald.
- Vanaf de 49e maand vanaf de datum vermeld op de aankoopfactuur van het voertuig en de verzekerde toebehoren, wordt de waarde vóór schadegeval bepaald in werkelijke waarde: namelijk de waarde (exclusief taksen) van het verzekerde voertuig op de dag van het schadegeval, zoals bepaald door de expert(s) en op basis van de waarde van een vergelijkbaar voertuig, met als maximum de aan te geven waarde.
11. Antidiefstal: mechanisch sleutelsysteem waarmee het frame van het verzekerde voertuig aan een vast bevestigingspunt kan worden vastgemaakt en dat voldoet aan de eisen die in de bijzondere voorwaarden zijn opgelegd.
- Een antidiefstalsysteem voor het frame dat slechts het achterwiel blokkeert, moet worden aangevuld met een antidiefstalsysteem waarmee het frame van het voertuig aan een vast bevestigingspunt kan worden vastgemaakt.
- Als het verzekerde voertuig een GEMOTORISEERD VOORTBEWEGINGSTOESTEL is zoals bepaald in Hoofdstuk 1 van Titel 1, moet het antidiefstalsysteem geschikt zijn voor het gebruik ervan. Het moet mogelijk zijn om het hangslot vast te maken aan een betrouwbaar structuurelement dat niet kan worden gedemonteerd of losgemaakt.
12. Vast bevestigingspunt: een vast, onbeweeglijk en hard gedeelte in steen, metaal of hout, verbonden met een stevige muur of met de grond en waarvan het verzekerde voorwerp niet kan loskomen of worden losgemaakt, ook niet door het op te tillen.
13. Hersteller: iedere professionele verkoper of hersteller van FIETSEN, SPEEDPEDELECS en/of GEMOTORISEERDE VOORTBEWEGINGSTOESTELLEN.
Artikel 3 – Berekening van de vergoeding
a. vergoeding bij gedeeltelijke schade: de MAATSCHAPPIJ betaalt de herstellingskosten bepaald door de expert(en), vermeerderd met de daarop verschuldigde en niet-terugvorderbare BTW.
In geval van onderverzekering zal de evenredigheidsregel toegepast worden. De vrijstelling van 100 EUR wordt vervolgens van dat bedrag afgetrokken.
b. vergoeding bij totaal verlies: bij totaal verlies betaalt de MAATSCHAPPIJ de waarde vóór het schadegeval onder aftrek van de herstellingskosten (exclusief BTW) van voorafbestaande niet-herstelde schade aan het verzekerde voertuig.
Het bekomen bedrag wordt vermeerderd met de BTW naar verhouding van de werkelijke of aangenomen waarde van het voertuig en zijn toebehoren zoals hiervoor berekend, zelfs indien het voertuig niet vervangen wordt, of vervangen wordt door een voertuig van mindere waarde.
Deze taksen worden slechts door de maatschappij terugbetaald voor zover de eigenaar ze niet kan recupereren of ze hem niet worden terugbetaald en zonder dat ze de taksen, verschuldigd volgens de gegevens waarop de premie werd berekend, mogen overschrijden.
Hierop wordt de evenredigheidsregel toegepast in geval van onderverzekering. Dit bedrag wordt vervolgens verminderd met:
- de waarde van het wrak, wanneer de verzekerde geen afstand doet van de opbrengst van de verkoop van het wrak in het voordeel van de MAATSCHAPPIJ;
- de vrijstelling van 100 EUR.
Artikel 4 – Uitbreidingen
Bij een gedekt schadegeval vergoedt de MAATSCHAPPIJ de helm en de niet-afneembare toebehoren die later werden aangekocht, tot een bedrag van 250 EUR op vertoon van de aankoopfactuur ervan.
Artikel 5 – Verval en uitsluitingen
Er is uitsluiting van dekking:
1. Indien het schadegeval voortvloeit uit oorlog, burgeroorlog of gelijkaardige feiten.
Indien deze feiten zich voordoen in het buitenland en indien het voertuig zich bij de aanvang van deze feiten in dit land bevindt, blijft de dekking verworven gedurende een periode van maximum 15 dagen.
2. Indien het schadegeval voortvloeit uit staking, oproer of gewelddaden van collectieve inspiratie, tenzij de verzekerde bewijst dat hij niet actief aan die gebeurtenissen heeft deelgenomen.
3. Wanneer het schadegeval te wijten is aan oorzaken van radioactieve aard.
4. Wanneer het voertuig verhuurd of geleased wordt aan personen die in de overeenkomst niet vermeld zijn.
5. Wanneer het voertuig opgeëist wordt.
6. Voor de schade die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van een daad van terrorisme. Onder terrorisme wordt verstaan een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
7. Wanneer het voertuig niet gehomologeerd is om op de openbare weg te rijden.
Er is verval van waarborg indien het schadegeval veroorzaakt werd door één van volgende gevallen van grove schuld:
- rijden in staat van dronkenschap of in een vergelijkbare toestand waarbij men niet meer beschikt over de controle van zijn daden ten gevolge van het gebruik van producten andere dan alcoholische dranken;
- rijden onder invloed van een alcoholintoxicatie waarbij de alcoholconcentratie 1 gram per liter bloed (of 0,43 mg per liter uitgeademde alveolaire lucht (UAL)) of meer bedraagt;
- klaarblijkelijk slecht onderhoud of niet tijdig vervangen van essentiële onderdelen;
Er is ook verval van het recht op de waarborg:
- Indien het schadegeval opzettelijk veroorzaakt is door de VERZEKERINGSNEMER, de eigenaar, de houder, de bestuurder of de vervoerde personen of hun gezinsleden
- Wanneer op het ogenblik van het schadegeval het voertuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de voorwaarden die de Belgische wet en reglementen voorschrijven om dat voertuig te besturen.
- Wanneer het voertuig wordt gebruikt voor het bezoldigd vervoer van zaken of personen.
- Wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de oefening voor of de deelname aan een snelheids-, regelmatigheids-,of behendigheidsrit of -wedstrijd. Xxxxxx toeristische rondritten vallen niet onder deze uitsluiting.
- Wanneer het schadegeval zich voordoet ter gelegenheid van weddenschappen of uitdagingen.
Bij verval blijft de waarborg echter van kracht voor de VERZEKERINGSNEMER:
- voor zover de VERZEKERINGSNEMER een natuurlijk persoon is: indien de feiten gebeurden in afwezigheid en zonder medeweten van noch de VERZEKERINGSNEMER noch de hoofdbestuurder van het verzekerde voertuig, noch een inwonend gezinslid van deze personen;
- voor zover de VERZEKERINGSNEMER een rechtspersoon is: indien de feiten gebeurden in afwezigheid en zonder medeweten van:
o de vennoten, zaakvoerders, beheerders of commissarissen van de VERZEKERINGSNEMER;
o de hoofdbestuurder van het verzekerde voertuig of een inwonend gezinslid.
Artikel 6 – Terugvordering van de vergoeding
De MAATSCHAPPIJ die de schadevergoeding betaald heeft, kan de betaalde vergoeding terugeisen van iedere aansprakelijke voor de schade.
Nochtans kan geen terugbetaling worden geëist van de VERZEKERINGSNEMER, eigenaar, houder of toegelaten bestuurder van het voertuig, van hun bloed- en aanverwanten in rechte lijn, de personen die met hen samenwonen, en hun huispersoneel behalve bij verval of voor zover hun aansprakelijkheid daadwerkelijk door de verzekeringsovereenkomst is gedekt. Deze
afstand van verhaal mag niet ingeroepen worden door garagehouders, sleepdiensten of herstellers aan wie het voertuig om welke reden ook werd toevertrouwd.
Artikel 7 – Expertise
Bij een gedekt schadegeval behoudt de MAATSCHAPPIJ zich het recht voor om de schade door haar expert te laten vaststellen.
In geval van onenigheid aangaande het bedrag van de schade, zal dit bij tegensprekelijke schatting worden vastgesteld door twee experten, de één aangesteld door de VERZEKERINGSNEMER, de andere door de MAATSCHAPPIJ. Indien deze experten het niet eens worden, dan kiezen zij een derde expert. Als de twee experten het niet eens worden over de keuze van een derde expert, dan wordt deze op verzoek van de meest gerede partij door de rechtbank van de woonplaats van VERZEKERINGSNEMER aangesteld.
Elke partij draagt de kosten en erelonen van haar expert. Die van de derde expert worden door elk voor de helft gedragen. De experten zijn ontslagen van alle gerechtelijke formaliteiten..
Artikel 8 – Verplichtingen van de verzekerde bij schade
Elk schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen acht dagen na het optreden ervan schriftelijk aan de MAATSCHAPPIJ of aan iedere andere daartoe aangeduide persoon in het contract worden aangegeven. De MAATSCHAPPIJ kan zich echter niet beroepen op de niet-naleving van deze termijn als die aangifte zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is geschied.
De verzekerde verbindt zich ertoe de MAATSCHAPPIJ alle nuttige inlichtingen te verstrekken en te antwoorden op de vragen die hem worden gesteld om de omstandigheden en de omvang van het schadegeval te bepalen.
Bij schade moet de verzekerde aan de MAATSCHAPPIJ de volgende bewijsstukken bezorgen:
- kopie van de aankoopfactuur van het verzekerde voertuig;
- Bij materiële schade:
o bestek van een hersteller, vóór elke herstelling van het verzekerde voertuig;
o foto's van het beschadigde verzekerde voertuig;
- Bij diefstal:
o foto 's van het beschadigde antidiefstalsysteem, en bij ontstentenis daarvan, de sleutels van het antidiefstalsysteem overeenkomstig de in de bijzondere voorwaarden opgelegde eisen;
o kopie van de aankoopfactuur van het antidiefstalsysteem overeenkomstig de in de bijzondere voorwaarden opgelegde eisen;
o proces-verbaal van klachtneerlegging, afgeleverd door de bevoegde autoriteiten;
o bewijs van vaststelling door de politie van de inbraak in het voertuig of, in voorkomend geval, in het lokaal waar het verzekerde voertuig zich bevond op het ogenblik van de diefstal.
Als de verzekerde één van de in de voorgaande alinea's vermelde verplichtingen niet nakomt en hierdoor schade berokkent aan de MAATSCHAPPIJ, dan behoudt deze zich het recht voor om haar prestaties ten belope van die schade te verminderen. De MAATSCHAPPIJ behoudt zich tevens het recht voor om de volledige waarborg te weigeren als de verzekerde op die manier bedrieglijk heeft gehandeld.
DIEFSTAL
Artikel 1
De MAATSCHAPPIJ dekt het verzekerde voertuig tegen verdwijning of beschadiging door diefstal of poging tot diefstal, met inbegrip van
- bikejacking;
- homejacking.
Artikel 2
De verzekerde verbindt zich ertoe om de volgende preventiemaatregelen te treffen tegen diefstal:
- De verzekerde moet een antidiefstalsysteem gebruiken dat voldoet aan de in de bijzondere voorwaarden opgelegde eisen. Het verzekerde voertuig moet bovendien aan een vast bevestigingspunt worden vastgemaakt. Het verzekerde voertuig kan ook worden opgeslagen in een privatief lokaal dat volledig afgesloten, afgedekt en op slot is, zonder gebruik te maken van een antidiefstalsysteem dat aan de in de bijzondere voorwaarden opgelegde eisen voldoet. Een voertuig dat op slot is, beantwoordt aan de definitie van een volledig afgesloten privatief lokaal.
Als het verzekerde voertuig zich op een aanhangwagen, imperiaal of fietsdrager bevindt, moet het worden vastgemaakt met een antidiefstalsysteem dat voldoet aan de in de bijzondere voorwaarden opgelegde eisen.
- Wanneer het verzekerde voertuig een GEMOTORISEERD VOORTBEWEGINGSTOESTEL is dat overeenstemt met de definitie van Hoofdstuk 1 van Titel 1 van deze algemene voorwaarden, moet het worden opgeslagen in een privatief lokaal dat volledig afgesloten, afgedekt en op slot is, als een dergelijk lokaal ter beschikking is van de verzekerde. Als dat niet het geval is, kan het worden opgeslagen in een gedeeld lokaal dat afgesloten, afgedekt en op slot is en dat alleen toegankelijk is voor bevoegde personen (zoals bepaalde gemeenschappelijke delen van een gebouw). In dat geval moet het verzekerde voertuig aan een vast bevestigingspunt worden vastgemaakt en moet het antidiefstalsysteem aan het voertuig worden aangepast. Het moet dus mogelijk zijn om het hangslot vast te maken aan een betrouwbaar structuurelement dat niet kan worden gedemonteerd of losgemaakt.
Artikel 3
Zijn uitgesloten:
• schade veroorzaakt door diefstal of poging tot diefstal:
- als de daders of medeplichtigen de VERZEKERINGSNEMER, de houder, de bestuurder of de eigenaar van het voertuig of personen die bij hen inwonen of één van hun aangestelden zijn;
- wanneer het verzekerde voertuig een GEMOTORISEERD VOORTBEWEGINGSTOESTEL is dat overeenstemt met de definitie van Hoofdstuk 1 van Titel 1 van deze algemene voorwaarden, wanneer het wordt achtergelaten op een openbare plaats, zelfs vastgemaakt aan een vast bevestigingspunt of aan een aanhangwagen, imperiaal of fietsdrager;
• afneembaar toebehoren als het voertuig niet volledig is gestolen;
• diefstal van alleen de batterij;
• diefstal van één of meer wielen;
• schade veroorzaakt door misbruik van vertrouwen.
Voor schade veroorzaakt door diefstal of poging tot diefstal vervalt het recht op waarborg:
- als de verzekerde niet de nodige maatregelen heeft genomen tegen diefstal zoals beschreven in artikel 2 van de waarborg DIEFSTAL;
- als de sleutels van het antidiefstalsysteem en/of, in voorkomend geval, het lokaal zichtbaar werden achtergelaten op een voor het publiek toegankelijke plaats;
- als de verzekerde geen aankoopfactuur kan voorleggen van een antidiefstalsysteem dat aan de in de bijzondere voorwaarden opgelegde eisen voldoet.
Artikel 4
In geval van diefstal of van poging tot diefstal is de waarborg slechts verworven voor zover de VERZEKERINGSNEMER/ verzekerde binnen 24 uur nadat hij hiervan in kennis werd gesteld, ter plaatse aangifte doet bij de bevoegde overheid.
In geval van diefstal van het voertuig gebeurd in het buitenland moet de VERZEKERINGSNEMER/verzekerde, van zodra hij in België is teruggekeerd, eveneens aangifte doen bij de bevoegde Belgische overheid.
Indien het gestolen voertuig niet terug gevonden wordt binnen de 20 dagen of indien het wel teruggevonden wordt binnen de 20 dagen maar niet in België ter beschikking staat van de VERZEKERINGSNEMER/verzekerde binnen de 30 dagen, te
rekenen vanaf de dag van ontvangst van de schadeaangifte bij de MAATSCHAPPIJ en de bevoegde overheden, betaalt de MAATSCHAPPIJ de vergoeding zoals voorzien in geval van totaal verlies. Indien het gestolen voertuig teruggevonden wordt na de termijn van 20 dagen of indien het teruggevonden wordt binnen de termijn van 20 dagen maar niet in België ter beschikking stond van de VERZEKERINGSNEMER/verzekerde binnen de termijn van 30 dagen, kan de begunstigde het voertuig terugnemen mits terugbetaling van de ontvangen schadevergoeding verminderd met het bedrag van de gebeurlijke noodzakelijke herstellingskosten. Onder terbeschikkingstelling wordt verstaan: het vrijgeven van het gestolen voertuig door de overheid.
Bij diefstal zal slechts tot betaling worden overgegaan als de begunstigde aan de MAATSCHAPPIJ de gevraagde inlichtingen en documenten verstrekt die zijn opgenomen in Artikel 8 van Hoofdstuk 1 van Titel 2 – Schade aan het voertuig en Diefstal.
Indien de VERZEKERINGSNEMER/verzekerde niet alle door de MAATSCHAPPIJ gevraagde nuttige inlichtingen en documenten verschaft, worden de vermelde termijnen van 20 en 30 dagen geschorst.
MATERIËLE SCHADE
Artikel 1
De MAATSCHAPPIJ dekt het verzekerde voertuig tegen materiële schade veroorzaakt door:
- een ongeval, ook tijdens het vervoer van het verzekerde voertuig, met inbegrip van het laden en lossen ervan;
- vandalisme;
- brand, natuurkrachten en dieren.
Artikel 2
Blijven uitgesloten, de schade:
- veroorzaakt aan onderdelen van het voertuig door slijtage, mechanisch defect of constructiefout;
- veroorzaakt aan onderdelen van het voertuig door een duidelijk gebrek aan onderhoud of een gebruik dat niet conform is met de voorschriften van de constructeur;
- veroorzaakt of verergerd door het transport van voorwerpen of dieren, het laden of lossen ervan, en door overbelasting van het voertuig;
- aan de banden, de batterij of verwijderbare toebehoren, tenzij ze samen met andere gedekte schade is veroorzaakt;
- van louter esthetische aard, zoals krassen, schilferingen en deuken, tenzij ze samen met andere gedekte schade werd veroorzaakt.
Titel 3 – Bijstand
Deze waarborgen zijn slechts verworven voor zover ze in de bijzondere voorwaarden staan vermeld.
De algemene voorwaarden van Titel 1 zijn van toepassing voor zover er niet uitdrukkelijk van wordt afgeweken in de volgende bepalingen.
Artikel 1. Gemeenschappelijke bepalingen
INLEIDING
De waarborg Bijstand wordt uitgevoerd door IMA Benelux (waarvan de zetel gelegen is Parc d’Affaires Zénobe Gramme, Square des Conduites d’Eau, 11-12 te 4020 Luik) voor rekening van VIVIUM. De organisatie van deze bijstand is er toevertrouwd aan de dienst VIVIUM Bijstand.
VOORAFGAANDELIJK VERTROUWEN
De Bijstand bevat een geheel van waarborgen die, in een geest van voorafgaandelijk vertrouwen, uitwerking kunnen hebben bij de vele moeilijkheden die de verzekerden kunnen ondervinden tijdens hun verplaatsingen in België en in het buitenland.
MISBRUIK VAN VERTROUWEN
Indien IMA BENELUX de houding van een verzekerde verkeerd of misleidend vindt, zullen de bezwarende feiten meegedeeld worden aan de MAATSCHAPPIJ. IMA BENELUX zal in dit geval de terugbetaling vragen van het geheel of een gedeelte van de kosten die kunnen beschouwd worden als een rechtstreeks gevolg van deze houding.
UITZONDERLIJKE OMSTANDIGHEDEN
De verzekerden die tijdens hun verplaatsingen geconfronteerd worden met ernstige moeilijkheden die niet voorzien zijn in dit contract, kunnen beroep doen op VIVIUM Bijstand die alles in het werk zal stellen om ze te helpen.
TUSSENKOMST MODALITEITEN VAN VIVIUM ASSISTANCE
De bijstandswaarborgen dienen in geen geval in de plaats te treden van de tussenkomsten van openbare diensten, in het bijzonder op het gebied van dringende hulp. VIVIUM Bijstand kan slechts tussenkomen binnen de grenzen van de akkoorden gegeven door de lokale overheid.
VIVIUM Bijstand zal niet aansprakelijk gesteld worden voor gebrek of verhindering van de uitvoering van haar verplichtingen die het gevolg zouden zijn van overmacht of van gebeurtenissen zoals oorlog, burgeroorlog, revolutie, volksopstand, oproer, staking, beslaglegging of dwang door de openbare macht, officieel verbod, piraterij, ontploffing, nucleaire of radioactieve ongevallen, klimatologische belemmeringen.
INDEPLAATSSTELLING
Ten belope van de door haar gemaakte kosten treedt VIVIUM Bijstand in derechten en rechtsvorderingen die de verzekerden tegen aansprakelijke derden kan laten gelden. Wanneer het geheel of een gedeelte van de geleverde prestaties, ter uitvoering van de Bijstand, geheel of gedeeltelijk gedekt zijn door een verzekeringspolis of elk ander organisme, dan moet de verzekerde de betrokken organismen verzoeken hem de verschuldigde bedragen terug te betalen en dient hij ze, ten belope van de door haar aangegane kosten, terug te storten aan VIVIUM Bijstand.
Artikel 2. Definities
In het kader van deze Bijstand wordt verstaan onder:
1.1 Verzekerden
a. de VERZEKERINGSNEMER (of als het een rechtspersoon betreft, de natuurlijke persoon van wie de naam in de bijzondere voorwaarden is vermeld) voor zover hij zijn hoofdverblijfplaats in België heeft, en de personen die bij hem inwonen.
b. de gemachtigde bestuurder en iedere natuurlijke persoon die in het verzekerde voertuig reist.
1.2 Verzekerd voertuig
Het verzekerde voertuig is het voertuig dat in de bijzondere voorwaarden is aangeduid. Zijn uitgesloten:
- voertuigen voor vervoer onder bezwarende titel van personen of zaken;
- voertuigen die onderworpen zijn aan de verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen.
1.3 Ongeval
Een ongeval is een plotse, onvrijwillige, onvoorzienbare gebeurtenis die een schok heeft veroorzaakt met een element buiten het voertuig dat schade veroorzaakt waardoor het gebruik van het voertuig onmogelijk, gevaarlijk of niet in overeenstemming is met de geldende reglementering.
Worden gelijkgesteld met een ongeval, natuurlijke gebeurtenissen van abnormale intensiteit die het voertuig rechtstreeks beschadigen (rechtstreeks gevolg van instorting van rotsen, steenval, grondverzakking, lawine, druk of val van sneeuw- of ijsmassa, storm, hagel, overstroming, aardbeving, vulkaanuitbarsting), en aanslagen, daden van terrorisme en vandalisme of kwaad opzet, brand en schade veroorzaakt door dieren die in het motorcompartiment of binnen in het voertuig komen.
1.4 Pech
Een defect is een mechanisch, elektrisch, elektronisch of hydraulisch mankement dat zich voordoet zonder enige schok en waardoor het gebruik van het voertuig onmogelijk, gevaarlijk of niet in overeenstemming is met de geldende reglementering.
Is uitgesloten, de pech als gevolg van een niet voldoende opgeladen of defecte batterij, wanneer het verzekerde voertuig een FIETS of SPEEDPEDELEC is, zoals bepaald in Titel 1 – Gemeenschappelijke bepalingen, Hoofdstuk 1 – Definities.
1.5 Bagage
Alle spullen, materiaal en goederen die tijdens een verplaatsing worden meegenomen, met uitzondering van elk betaalmiddel (met name cash, deviezen, cheques, bankkaarten …), bederfelijke voedingswaren, uitrusting van het voertuig (gemakkelijk demonteerbaar toebehoren zoals kinderstoel, aanhangwagen, navigatietoestellen, teller, boordcomputers, camera's, batterij
…), juwelen of andere waardevolle voorwerpen.
Artikel 3. Territorialiteit
De waarborgen worden verleend in België en binnen een straal van 30 km over de grens, Nederland en Luxemburg en voor zover het verzekerde voertuig zich op meer dan 1 km van de woonplaats van de verzekerde bevindt.
Artikel 4. Geldigheid van de waarborgen
De bijstandsprestaties worden maar verleend als het verzekerde voertuig onbruikbaar is op een berijdbare weg die toegankelijk is voor een pechverhelper; als dat niet het geval is, moet het verzekerde voertuig worden verplaatst naar de eerste plaats die toegankelijk is voor de pechverhelper, anders wordt de bijstand geweigerd.
De bijstandsprestaties worden alleen verleend indien’ in de voorbije twaalf maanden nog geen tweemaal een beroep werd gedaan op VIVIUM Bijstand wegens pech van het verzekerde voertuig.
De gewaarborgde prestaties hebben betrekking op verplaatsingen van minder dan 3 maanden. Ze worden uitgevoerd door VIVIUM Bijstand of in voorafgaand overleg met haar.
VIVIUM Bijstand komt achteraf niet tussen in de uitgaven die de verzekerde op eigen initiatief gedaan heeft. Nochtans, om de verzekerde die blijk gegeven heeft van een verstandig initiatief en die in de onmogelijkheid verkeerde VIVIUM Bijstand te bereiken, niet te straffen, zal VIVIUM Bijstand achteraf de ten laste neming overwegen, op basis van bewijsstukken en binnen de grenzen van de kosten die ze gemaakt zou hebben indien ze zou opgeroepen zijn.
Telkens het verzekerde voertuig wordt hersteld of gesleept, zal dit ten laste worden genomen tot beloop van 150 EUR, op vertoon van bewijsstukken. Dit maximumbedrag zal echter niet van toepassing zijn wanneer het voertuig op bevel van de politie werd weggesleept.
Artikel 5. Bewijsstukken en terugbetaling van voorschotten
VIVIUM Bijstand houdt zich het recht voor alle bewijsstukken van de feiten die de waarborgen in werking hebben gesteld, op te vragen..
De voorgeschoten bedragen, ongeacht de waarborg in het kader waarvan ze werden voorgeschoten, moeten aan VIVIUM Bijstand terugbetaald worden binnen een termijn van 1 maand.
Artikel 1. Bijstand aan het voertuig bij ongeval, pech of diefstal
a. Pechverhelping
Telkens wanneer dat mogelijk is, regelt en vergoedt VIVIUM Bijstand de pechverhelping vanhet onbruikbare voertuig met het oog op de herstelling. De wisselstukken blijven ten laste van de verzekerde.
b. Slepen
Wanneer het voertuig niet ter plaatse kan worden hersteld, regelt VIVIUM Bijstand het slepen van het verzekerde voertuig:
• naar de woonplaats (of verblijfplaats) van de verzekerde, of
• naar de plaats van bestemming, voor zover de afstand tussen de plaats van het ongeval, de pech of de poging tot diefstal, en de plaats van bestemming niet groter is dan de afstand tussen de plaats van het ongeval, de pech of de poging tot diefstal, en de woonplaats (of verblijfplaats van de verzekerde), of
• naar een hersteller die de nodige herstellingen kan uitvoeren.
Als het voertuig met pech zich op meer dan 200 km van de woonplaats van de verzekerde bevindt en niet binnen 2 uur in België en 24 uur in het buitenland kan worden hersteld, regelt VIVIUM Bijstand het slepen van het verzekerde voertuig naar een hersteller nabij de plaats van het ongeval, de pech of de poging tot diefstal en regelt ze de terugkeer van de verzekerde naar zijn woonplaats of naar de plaats van bestemming, voor zover de afstand tussen de plaats van het ongeval, de pech of de poging tot diefstal en de plaats van bestemming niet groter is dan de afstand tussen de plaats van het ongeval, de pech of de poging tot diefstal en de woonplaats.
Artikel 2. Bijstand aan de inzittenden van het voertuig
Bij diefstal of wanneer de herstelling niet ter plaatse kan worden uitgevoerd en langer duurt dan twee uur in België en 24 uur in het buitenland, regelt en vergoedt VIVIUM Bijstand één van de volgende waarborgen:
a. Terugkeer van de inzittenden naar hun woonplaats:
Vervoer met de meest geschikte middelen van niet-gekwetste inzittenden naar hun woonplaats in België. Deze waarborg geldt echter zonder termijnvoorwaarde als een onmiddellijke terugkeer noodzakelijk is.
b. Voortzetting van de reis:
Vervoer van de niet-gekwetste inzittenden naar hun plaats van bestemming voor zover de afstand tussen de plaats van het ongeval en de plaats van bestemming niet groter is dan de afstand tussen de plaats van het ongeval en de woonplaats.
c. Bovendien regelt en vergoedt VIVIUM Bijstand de volgende waarborgen:
• Ophaling van het voertuig: VIVIUM Bijstand stelt de verzekerde een vervoerbewijs of een ander geschikt middel ter beschikking om zijn hersteld voertuig terug in bezit te nemen.
• Bagage: bij vervoer van de inzittenden van het voertuig wordt ook de bagage binnen een limiet van 30 kg, vervoerd op kosten van VIVIUM Bijstand.
HOOFDSTUK III. Uitsluitingen en verval van het recht op waarborg
Worden niet gewaarborgd noch terugbetaald:
a) De nood aan bijstand voor een FIETS of GEMOTORISEERD VOORTBEWEGINGSTOESTEL waarvan de elektrische ondersteuning of de motor het mogelijk maakt om sneller te rijden dan 45 km per uur.
b) De geleverde prestaties zonder vooraf aan IMA Assistance te zijn gevraagd, wanneer ze niet door VIVIUM Bijstand werden geleverd of wanneer ze werden geleverd zonder de toestemming van VIVIUM Bijstand.
c) De gevolgen van gebeurtenissen veroorzaakt door een opzettelijke en/of onrechtmatige daad van de verzekerde, en ook in geval de FIETS, de SPEEDPEDELEC of het GEMOTORISEERD VOORTBEWEGINGSTOESTEL waarvoor een verzekering werd afgesloten, door de lokale autoriteiten wordt geconfisqueerd als gevolg van die daad.
d) De nood aan bijstand die ontstaat terwijl de verzekerde zich bevindt in staat van alcoholintoxicatie, in staat van dronkenschap of in een vergelijkbare staat als gevolg van het gebruik van andere producten dan alcoholhoudende dranken.
e) De nood aan bijstand die ontstaat terwijl de FIETS, de SPEEDPEDELEC of het GEMOTORISEERD VOORTBEWEGINGSTOESTEL waarvoor een verzekering werd afgesloten, wordt bestuurd door een verzekerde die zonder legitieme reden weigert om zich aan een ademtest of bloedafname te onderwerpen.
f) De nood aan bijstand die ontstaat terwijl de verzekerde deelneemt aan wedstrijden, snelheids-, uithoudings- en regelmatigheidscompetities of bij de training voor dergelijke competities. Toeristische rally's blijven echter gedekt.
g) De nood aan bijstand wanneer de FIETS, de SPEEDPEDELEC of het GEMOTORISEERD VOORTBEWEGINGSTOESTEL waarvoor een verzekering werd afgesloten, in beslag wordt genomen.
h) De nood aan bijstand bij oorlog of feiten van dezelfde aard, burgeroorlog, burgerlijke, sociale of politieke onlusten, wanneer de verzekerde actief heeft deelgenomen aan dergelijke gebeurtenissen, tenzij de verzekerde aantoont dat er geen oorzakelijk verband is tussen de gebeurtenis en het schadegeval.
i) De nood aan bijstand die ontstaat door een ontploffing of kernongeval.
j) De nood aan bijstand die ontstaat door defecten die te wijten zijn aan oorzaken van interne oorsprong of door slijtage van de FIETS, de SPEEDPEDELEC of het GEMOTORISEERD VOORTBEWEGINGSTOESTEL waarvoor een verzekering werd afgesloten.
k) De nood aan bijstand door herhaalde defecten aan de FIETS, de SPEEDPEDELEC of het GEMOTORISEERD VOORTBEWEGINGSTOESTEL waarvoor een verzekering werd afgesloten, veroorzaakt door een gebrek aan onderhoud of bij defecten door het gebruik van niet-originele wisselstukken.
l) De prijs van de wisselstukken, de onderhoudskosten van de FIETS, de SPEEDPEDELEC of het GEMOTORISEERD VOORTBEWEGINGSTOESTEL waarvoor een verzekering werd afgesloten en de herstellingskosten wanneer de FIETS, de SPEEDPEDELEC of het GEMOTORISEERD VOORTBEWEGINGSTOESTEL waarvoor een verzekering werd afgesloten, zich al bij een hersteller bevindt.
m) De nood aan bijstand die ontstaat terwijl de verzekerde een roekeloze daad stelt of een weddenschap of uitdaging aangaat.
n) De nood aan bijstand wanneer de FIETS, SPEEDPEDELEC of GEMOTORISEERD VOORTBEWEGINGSTOESTEL waarvoor een verzekering werd afgesloten, zich op een weg bevindt die onbereikbaar is voor de pechverhelper van VIVIUM Bijstand.
o) De nood aan bijstand in de periode van schorsing van de waarborg wegens niet-betaling van de premie.
p) Alle kosten waarvoor in het kader van dit contract niet uitdrukkelijk wordt vermeld dat ze ten laste worden genomen.
Titel 4 – Rechtsbijstand
Deze waarborg is slechts verworven voor zoververmeld in de bijzondere voorwaarden.
De algemene voorwaarden van Titel I zijn van toepassing voor zover er niet expliciet van wordt afgeweken in de hierna volgende bepalingen.
Het beheer van de dossiers “Rechtsbijstand” is toevertrouwd aan ‘Arces’, een gespecialiseerde entiteit van de MAATSCHAPPIJ, onafhankelijk van andere entiteiten. Het is aan Arces dat de verzekerde zo snel mogelijk alle documenten en briefwisseling moet overmaken en alle informatie moet bezorgen die nuttig is om het beheer in het kader van de
waarborg ‘Rechtsbijstand’ mogelijk te maken.
Het adres voor de briefwisseling : ARCES Xxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx
Tel : + 00 0 000 00 00
Mail : xxxxxxxxxxxxxx@xxxxx.xx
Artikel 1 - Inleiding
Deze waarborg heeft slechts uitwerking voor zover het verzekerde voertuig bij een schadegeval is betrokken.
Artikel 2 – Verzekerd voertuig
De MAATSCHAPPIJ verzekert het in de bijzondere voorwaarden beschreven voertuig voor zover het niet onderworpen is aan de verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen.
Artikel 3 – Voorwerp van de rechtsbijstandsverzekering Fiets
3.1 Het voorwerp van deze waarborg is de verzekerden de waarborg van een rechtsbijstandsverzekering toe te kennen voor geschillen in hun privé- of beroepsleven die betrekking hebben op een van de in artikel 8 bedoelde hypothesen.
3.2 Die waarborg Rechtsbijstand houdt in dat de MAATSCHAPPIJ bij schade:
- alle middelen inzet die nodig zijn om in uw voordeel een minnelijke, gerechtelijke of administratieve oplossing te vinden;
- binnen de grenzen van de waarborg en maximaal ten belope van het verzekerde bedrag,de kosten en honoraria voor advocaten, technisch advies, alsook de kosten voor gerechtelijke procedures, waaronder de rechtsplegingsvergoeding, ten laste neemt.
Artikel 4 – Verzekerden
4.1 De MAATSCHAPPIJ verzeker de VERZEKERINGSNEMER, zijn echtgenoot of samenwonende partner en elke persoon die doorgaans in de woning van de VERZEKERINGSNEMER woont.
De waarborg blijft van kracht voor verzekerden die tijdelijk elders verblijven voor hun gezondheid,studies, werk en vakantie.
4.2 De MAATSCHAPPIJ verzekert ook het kind van de VERZEKERINGSNEMER, van zijn echtgenoot of samenwonende partner dat niet langer in de woning van zijn ouders woont. In dat geval blijft de waarborg te zijnen gunste van kracht als het kind fiscaal nog altijd ten laste is van zijn ouders, en gedurende drie maanden vanaf de dag waarop het kind de woning verlaat als het fiscaal niet langer van hen afhangt.
4.3 De MAATSCHAPPIJ verzekert ook de ouders en verwanten van een verzekerde als die laatste overlijdt. In dat geval wordt de waarborg uitsluitend toegekend om de schade die zij door dat overlijden hebben geleden, terug te vorderen van een aansprakelijke derde of van zijn verzekeraar.
4.4 Als verschillende verzekerden, waaronder de VERZEKERINGSNEMER, tegelijkertijd aanspraak maken op de waarborg in het kader van een gedekt schadegeval,dan wordt deze toegekend aan de VERZEKERINGSNEMER van wie de belangen de overhand hebben. De overige verzekerden genieten deze waarborg alleen als de VERZEKERINGSNEMER zich daar niet tegen verzet.
Artikel 5 – In welke hoedanigheid zijn de verzekerden gedekt?
De MAATSCHAPPIJ dekt de verzekerden zoals bepaald in artikel 4 in hun hoedanigheid van eigenaar, gebruiker, bestuurder of passagier van het verzekerde voertuig dat in de bijzondere voorwaarden wordt beschreven.
Artikel 6 – Verzekerde bedragen
Het maximaal verzekerde bedrag per schadegeval bedraagt 50.000 EUR inclusief btw, alle taksen inbegrepen, en dat ongeacht het aantal bij het schadegeval betrokken verzekerden.
De verzekerde bedragen worden teruggebracht tot een maximum van 25.000 EUR inclusief btw voor de strafrechtelijke borgstelling en het geldvoorschot en tot 15.000 EUR voor contractuele geschillen.
Voor de honoraria met betrekking tot de expert die wordt aangewezen om de verzekerde bij te staan, is de financiële tegemoetkoming van de MAATSCHAPPIJ beperkt tot 250 EUR.
Artikel 7 – Territorialiteit
De waarborg is wereldwijd van kracht.
Voor vorderingen met betrekking tot de medische burgerlijke aansprakelijkheid (artikel 8.4) is de waarborg beperkt tot heel het Europese grondgebied en voor de contractuele geschillen (artikel 8.5) is de waarborg beperkt tot België.
Artikel 8. Bijzonderheden betreffende de dekking
De MAATSCHAPPIJ verleent een vergoeding in de volgende hypothesen en voor de volgende materies:
8.1 Strafrechtelijke verdediging
De MAATSCHAPPIJ dekt de verdediging van verzekerden die worden vervolgd voor een overtreding van om het even welke verkeersregels. Bovendien dekt de MAATSCHAPPIJ ook het genadeverzoek bij een veroordeling tot vrijheidsberoving.
8.2 (Buitencontractueel) burgerlijk verhaal
De MAATSCHAPPIJ dekt elke vordering tot vergoeding voor lichamelijke of materiële schade die de verzekerde oploopt ten laste van de derde of de verzekeraar van de derde die niet-contractueel burgerrechtelijk aansprakelijk is.
8.3 Verhaal als 'zwakke weggebruiker'
De MAATSCHAPPIJ dekt elke vordering tot vergoeding van schade waarvoor de verzekerde een schadeloosstelling kan eisen op grond van artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, als de verzekerde als zwakke weggebruiker betrokken is bij een verkeersongeval.
8.4 Verhaal medische burgerlijke aansprakelijkheid
De MAATSCHAPPIJ dekt elke vordering tot vergoeding van lichamelijk letsel dat de verzekerde heeft opgelopen ten gevolge van een raadpleging of medische ingreep die de verzekerde als patiënt heeft gekregen. Deze waarborg is van kracht ongeacht de aard van de (contractuele of buitencontractuele) aansprakelijkheid van de zorgverlener ten overstaan van de verzekerde.
In dat verband dekt de MAATSCHAPPIJ ook de procedures die worden ingesteld voor het Fonds voor Medische Ongevallen.
8.5 Contractuele geschillen
De MAATSCHAPPIJ dekt de verdediging van de juridische belangen van de verzekerde bij elke betwisting die betrekking heeft op contracten die het verzekerde voertuig tot voorwerp hebben.
8.6 Administratieve geschillen
De MAATSCHAPPIJ dekt de vrijwaring van de belangen van de verzekerden in de procedures van administratieve geschillen inzake bijvoorbeeld de inschrijving van het verzekerde voertuig.
8.7 Burgerlijke verdediging
De MAATSCHAPPIJ dekt de verdediging van een verzekerde tegen vorderingen tot schadevergoeding ingesteld tegen hem door een derde en op grond van een buitencontractuele burgerlijke aansprakelijkheid op voorwaarde dat
- de verzekerde een verzekering 'Burgerlijke Aansprakelijkheid' geniet, zoals de verzekering BA Gezin, die deze verdediging ten laste neemt of dat zou moeten doen, en
- er een belangenconflict is met die verzekeraar.
8.8 Strafrechtelijke borgsom
Als de verzekerde naar aanleiding van een schadegeval dat door dit contract is gedekt, in voorlopige hechtenis wordt genomen en als een borgsom wordt geëist voor zijn invrijheidstelling, dan schiet de MAATSCHAPPIJ zo snel mogelijk de strafrechtelijke borg voor die door de lokale autoriteiten wordt geëist voor zijn invrijheidstelling als de verzekerde in voorlopige hechtenis wordt gehouden of als hij niet in hechtenis werd genomen, voor het behoud van zijn vrijheid. Als de verzekerde de strafrechtelijke borgsom zelf heeft betaald, betaalt de MAATSCHAPPIJ hem het bedrag terug. Wanneer de borgsom wordt vrijgegeven,verbindt de verzekerde zich ertoe om de nodige stappen te ondernemen om de terugbetaling ervan te verkrijgen en om het bedrag binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de terugbetaling door de autoriteiten terug te storten.
Als de borgsom niet kan worden teruggevorderd (doordat ze in beslag werd genomen of volledig of gedeeltelijk werd gebruikt om een boete, een minnelijke schikking in strafzaken of de gerechtskosten van het strafgeding te betalen), betaalt de verzekerde de waarde ervan aan de MAATSCHAPPIJ terug op haar eerste verzoek en binnen vijftien dagen na dat verzoek. Als de terugbetaling niet binnen deze termijn wordt uitgevoerd, wordt het bedrag van de borgsom verhoogd met de wettelijke interesten die in België van kracht zijn. Deze waarborg vormt een aanvulling op elke andere verzekering die de verzekerde afsluit, met name de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid Gezin.
8.9 Geldvoorschot voor schade aan het verzekerde voertuig
De MAATSCHAPPIJ waarborgt het voorschot van de nodige gelden om het verzekerde voertuig te herstellen of te vervangen wanneer de verzekerde het slachtoffer is van een verkeersongeval en vaststaat dat een geïdentificeerde derde volledig aansprakelijk is voor de schade aan het verzekerde voertuig. De MAATSCHAPPIJ geeft een voorschot voor het onbetwiste bedrag van de schade aan het verzekerde voertuig, namelijk het bedrag dat door een expert is vastgesteld. De waarborg is uitgesloten voor schade aan het verzekerde voertuig ten gevolge van diefstal of poging tot diefstal. Als later blijkt dat de verzekerde volledig of gedeeltelijk aansprakelijk is voor het ongeval, zal hij het bedrag van het toegestane voorschot moeten terugbetalen aan de MAATSCHAPPIJ.
8.10 Geldvoorschot bij lichamelijke schade
De MAATSCHAPPIJ waarborgt het voorschot van de nodige gelden voor het herstel van de lichamelijke schade van de verzekerde wanneer de verzekerde (natuurlijke persoon) het slachtoffer is van een verkeersongeval en vaststaat dat een geïdentificeerde derde volledig aansprakelijk is voor de schade die hem is berokkend of in het kader van de toepassing van artikel 29bis van de wet van 21 november 1989. De MAATSCHAPPIJ verleent een voorschot voor 80% van het onbetwiste bedrag, maar met een absolute maximumvergoeding van 25.000 EUR per schadegeval. Als later blijkt dat de verzekerde volledig of gedeeltelijk aansprakelijk is voor het ongeval, zal hij het bedrag van het toegestane voorschot moeten terugbetalen aan de MAATSCHAPPIJ.
Artikel 9 – Uitsluitingen en verval van het recht op waarborg
Behalve de uitsluitingen in artikel 8 en in de artikel 10 tot 15 zijn eveneens uitgesloten, schadegevallen:
- verbonden aan de betwisting van kosten en erelonen van de personen die de belangen van een verzekerde behartigen in het kader van het schadegeval dat door deze overeenkomst wordt gedekt (expert, advocaat enz.);
- betreffende de interpretatie of de uitvoering van deze overeenkomst;
- als gevolg van een opzettelijk feit door een verzekerde. Wat de overtredingen betreft, blijft de waarborg van kracht als de verzekerde niet definitief wordt veroordeeld wegens een opzettelijke overtreding;
- als gevolg van een zware fout van de verzekerde. Overeenkomstig artikel 62 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen worden in hoofde van de verzekerde als zware fout beschouwd: vrijwillige slagen en verwondingen, fraude en/of oplichting, diefstal, geweld, agressie, vandalisme, en/of ongegronde niet-betaling, staat van dronkenschap en/of alcoholintoxicatie of een gelijkaardige staat als gevolg van het gebruik van andere producten dan alcoholhoudende dranken;
- in verband met oorlogsfeiten, burgerlijke of politieke onlusten, stakingen of lock-outs waaraan de verzekerde actief heeft deelgenomen;
- als gevolg van roekeloze en duidelijk gevaarlijke daden, zoals vechtpartijen, weddenschappen en uitdagingen;
- te wijten aan de gevolgen van het bezit van nucleaire producten of brandstoffen of radioactief afval;
- tijdens de deelname aan een race, snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidswedstrijd;
- die betrekking hebben op de verdediging van de rechtsbelangen die het gevolg zijn van rechten en/of verplichtingen die aan de verzekerde worden overgedragen nadat het schadegeval zich heeft voorgedaan. Hetzelfde geldt voor de rechten van derden die de verzekerde in zijn eigen naam zou doen gelden;
- die onder de bevoegdheid valt van de internationale of supranationale rechtbanken van het Grondwettelijk Hof en het Hof van Assisen.
Artikel 10 - Wat wordt verstaan onder schadegeval en de nood aan rechtsbijstand ?
Een schadegeval doet zich voor wanneer een verzekerde een nood aan rechtsbijstand inroept ten overstaan van een derde, naar aanleiding van een materie die door deze waarborg is gedekt.
Deze nood aan rechtsbijstand wordt verondersteld te zijn ontstaan, ofwel wanneer er naar aanleiding van een juridische aanspraak een geschil blijkt te zijn tussen een verzekerde en een derde, ofwel wanneer een verzekerde wordt gedagvaard om ter terechtzitting te verschijnen, ofwel wanneer er schade is.
Het geschil wordt geacht zich voor te doen wanneer een verzekerde er niet langer redelijkerwijze aan kan twijfelen dat zijn rechten bedreigd worden.
Worden beschouwd als één enkel schadegeval, alle meningsverschillen of geschillen die voortvloeien uit identieke rechtscheppende feiten met een onderling oorzakelijk verband, ongeacht het aantal verzekerden dat een beroep zou doen op de waarborg rechtsbijstand.
Artikel 11 - Wanneer moet het schadegeval zich voordoen om van de waarborg te kunnen genieten ?
Het schadegeval moet zich voordoen en bij ons worden aangegeven wanneer de waarborg rechtsbijstand van kracht is. Niettemin:
- de waarborg is niet van toepassing voor schadegevallen die hun oorsprong hebben in een feit dat of omstandigheid die dateert van vóór de ondertekening van de waarborg Rechtsbijstand. De dekking wordt echter wel toegekend
indien de verzekerde het bewijs voorlegt dat hij redelijkerwijze niet kon weten dat dit feit of deze omstandigheid een betwistbaar karakter had, vóór de waarborg Rechtsbijstand werd afgesloten;
- de waarborg is van toepassing op schadegevallen die zich ten laatste zes maanden na het einde van de waarborg Rechtsbijstand voordoen, voor zover de gebeurtenis of omstandigheid die aan de oorsprong ligt van het schadegeval, zich heeft voorgedaan terwijl de waarborg nog van kracht was.
Artikel 12 - Wie doet wat wanneer zich een schadegeval voordoet?
AANGIFTE VAN HET SCHADEGEVAL
Indien zich een schadegeval voordoet, verbindt de verzekerde zich ertoe om dit zo snel mogelijk en ten laatste 1 maand na de feiten bij de MAATSCHAPPIJ aan te geven. De MAATSCHAPPIJ zal zich echter niet beroepen op de niet-naleving van deze termijn indien de aangifte zo snel als redelijkerwijze mogelijk was, werd ingediend.
De verzekerde verbindt zich ertoe om de MAATSCHAPPIJ alle nuttige inlichtingen te verschaffen en te antwoorden op de vragen die hem worden gesteld om de omstandigheden en omvang van het schadegeval te bepalen.
Indien de verzekerde één van de in de vorige paragrafen vermelde verplichtingen niet nakomt en daar voor de MAATSCHAPPIJ een nadeel uit voortvloeit, behoudt de MAATSCHAPPIJ zich het recht voor om zijn prestaties te beperken ten belope van dit nadeel. Verder behoudt de MAATSCHAPPIJ zich het recht voor om zijn volledige waarborg af te wijzen indien de verzekerde met frauduleuze bedoelingen op die manier is opgetreden.
TENLASTENEMING DOOR DE MAATSCHAPPIJ
De MAATSCHAPPIJ neemt de bijstand van de verzekerde op zich door hem te garanderen dat alle middelen zullen aangewend worden om een minnelijke, gerechtelijke, buitengerechtelijke of administratieve oplossing te vinden. Behalve de uitgaven veroorzaakt door het beheer van het schadegeval neemt de MAATSCHAPPIJ eveneens op zich, binnen de perken van de waarborg en ten belope van de verzekerde bedragen, de kosten met betrekking tot alle stappen, onderzoeken en plichten van welke aard dan ook, de kosten en honoraria van de advocaten, het technische advies, de experten en gerechtsdeurwaarders die nodig zijn om de belangen van de verzekerde te verdedigen, de kosten voor de gerechtsprocedures -met inbegrip van de strafrechtelijke zaken- en de buitengerechtelijke procedures.
Behalve in het geval van dringende conservatoire maatregelen, zijn deze kosten en honoraria echter maar gewaarborgd wanneer de stappen en plichten waaruit ze voortvloeien, werden verricht en vervuld met het voorafgaande akkoord van de MAATSCHAPPIJ.
HET RECHT VAN DE MAATSCHAPPIJ OP MINNELIJKE SCHIKKING
Zodra een schadegeval wordt aangegeven, neemt de MAATSCHAPPIJ de verdediging van de belangen van de verzekerde op zich.
Samen met de verzekerde gaat de MAATSCHAPPIJ na welke maatregelen moeten worden genomen en verbindt zich ertoe alles in het werk te stellen om de belangen van deze laatste te verdedigen. De MAATSCHAPPIJ verbindt zich ertoe om alle nodige stappen te ondernemen om tot een minnelijke schikking te komen. Het spreekt voor zich dat de MAATSCHAPPIJ geen enkel voorstel of geen enkele transactie zal aanvaarden zonder voorafgaande toestemming van de verzekerde.
Tenzij in hoogdringende gevallen neemt de MAATSCHAPPIJ het automatisch beroep op een advocaat niet ten laste.
Indien de verzekerde een advocaat aanstelt zonder de MAATSCHAPPIJ hiervan van tevoren op de hoogte te brengen, heeft de MAATSCHAPPIJ het recht om de kosten en honoraria die nadien van de MAATSCHAPPIJ worden geëist, te weigeren te betalen.
TUSSENKOMST VAN EEN ADVOCAAT
Wanneer moet worden overgegaan tot een gerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedure, kan de verzekerde vrij een advocaat of iedere andere persoon kiezen die, krachtens de op de procedure toepasselijke wet, de vereiste kwalificaties heeft om zijn belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen, en, in het geval van arbitrage, bemiddeling of een andere erkende buitengerechtelijke vorm van geschillenbeslechting, vrij een persoon kiezen die de vereiste kwalificaties heeft en die daartoe is aangewezen.
Verder kan de verzekerde vrij zijn advocaat kiezen om hem te verdedigen, te vertegenwoordigen of zijn belangen te dienen, wanneer er met de MAATSCHAPPIJ een belangenconflict ontstaat.
Indien de verzekerde aan een advocaat vraagt om te pleiten buiten het land waarmee hij verbonden is, dan blijven de bijkomende kosten en honoraria die hierdoor ontstaan, ten laste van de verzekerde.
De verzekerde verbindt zich ertoe om op verzoek van de MAATSCHAPPIJ, de tussenkomst te vragen van de bevoegde overheden om het bedrag van de kosten en honoraria te bepalen van de advocaat die hem heeft bijgestaan voor de verdediging van zijn belangen.
TUSSENKOMST VAN EEN TECHNISCH ADVISEUR
Indien dat noodzakelijk zou blijken, kan de verzekerde een beroep doen op een technisch adviseur (auto-expert, geneesheer,...) waarvan de tussenkomst gerechtvaardigd is doordat een van de door Titel 2 voorziene waarborgen wordt uitgevoerd, maar uitsluitend nadat hij van de MAATSCHAPPIJ een gunstig advies heeft gekregen betreffende de mogelijkheid om een technisch adviseur in te schakelen. De verzekerde verbindt zich ertoe om vóór de eerste raadpleging aan de MAATSCHAPPIJ de gegevens door te geven van de technisch adviseur die hij heeft gekozen.
Indien de verzekerde een beroep doet op een technisch adviseur of een tegenexpert die gevestigd is in een ander land dan dat waar de opdracht moet worden uitgevoerd, blijven de bijkomende kosten en honoraria die daarvan het gevolg zijn, ten laste van de verzekerde.
Indien de verzekerde een andere technisch adviseur neemt, neemt de MAATSCHAPPIJ alleen de kosten en honoraria van de eerste technisch adviseur voor zijn rekening, behalve indien deze verandering het gevolg is van redenen die buiten de wil van de verzekerde liggen.
MENINGSVERSCHIL TUSSEN DE MAATSCHAPPIJ EN DE VERZEKERDE
De verzekerde kan de advocaat raadplegen die zich reeds met de zaak bezighoudt; als die er niet is, kan hij een advocaat (of om het even welke andere persoon die de door de toepasselijke wet vereiste kwalificaties heeft) raadplegen.
Indien de advocaat het standpunt van de MAATSCHAPPIJ bevestigt, draagt de verzekerde de helft van de honoraria en kosten van deze raadpleging.
Indien de verzekerde de procedure voortzet ondanks het negatieve advies van de advocaat, dan verbindt de MAATSCHAPPIJ zich ertoe om de aangegane kosten terug te betalen indien de verzekerde nadien een beter resultaat heeft bekomen dan dat wat hij zou hebben bekomen had hij het standpunt van de MAATSCHAPPIJ aanvaard.
Indien de advocaat het standpunt van de verzekerde bevestigt, geniet deze laatste van de waarborg van de MAATSCHAPPIJ, ook voor wat de kosten van de raadpleging betreft.
Artikel 13 - Subrogatierecht en vergoedingsprincipe
Krachtens artikel 95 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, treedt de MAATSCHAPPIJ, indien zij haar waarborg heeft toegekend, ten belope van het bedrag van de verrichte betalingen, in de rechten en rechtsvorderingen van de verzekerde tegen de aansprakelijke derde(n). Dit recht strekt zich met name uit tot de terugvordering van de kosten en honoraria van de experts of advocaten die door de MAATSCHAPPIJ werden betaald voor de verdediging van de verzekerde, in zoverre ze verhaalbaar zijn.
Krachtens het vergoedingsprincipe van de rechtsbijstandverzekering komen de ten laste van de derden teruggevorderde kosten en de uitgaven, met inbegrip van de rechtsplegingsvergoeding, de MAATSCHAPPIJ toe en dienen ze aan de MAATSCHAPPIJ te worden terugbetaald.
Artikel 14 - Verjaringstermijn
Krachtens artikel 88 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen bedraagt de verjaringstermijn voor elke rechtsvordering voortvloeiend uit een verzekeringsovereenkomst 3 jaar. De termijn begint te lopen vanaf de dag van het voorval dat het vorderingsrecht doet ontstaan. Wanneer echter degene aan wie de rechtsvordering toekomt, bewijst dat hij pas op een later tijdstip van het voorval kennis heeft gekregen, begint de termijn te lopen vanaf dat tijdstip, maar hij verstrijkt in elk geval 5 jaar na het voorval, behoudens bedrog.
Titel 5 – Lichamelijke schade
Deze waarborg is slechts verworven voor zover vermeld in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 1. Definities
1. Het verzekerde voertuig is het in de bijzondere voorwaarden beschreven voertuig voor zover het niet onderworpen is aan de verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen.
2. Schade met lichamelijke letsels: elk verkeersongeval dat voor de verzekerde lichamelijke letsels of het overlijden tot gevolg heeft, medisch vastgesteld binnen 24 uur na het schadegeval of overlijden.
Artikel 2. Voorwerp van de waarborg
In geval van schade die lichamelijke letsels veroorzaakt en te wijten is aan het gebruik van het voertuig, waarborgt de MAATSCHAPPIJ aan de verzekerden of hun rechthebbenden de betaling van de volgende prestaties – en binnen de grenzen bepaald in artikel 5:
- een vergoeding aan de begunstigde in geval van overlijden van de verzekerde;
- een vergoeding bij blijvende invaliditeit van de verzekerde;
- een vergoeding bij tijdelijke ongeschiktheid van de verzekerde;
- terugbetaling van de behandelingskosten van de verzekerde.
Artikel 3. Verzekerden
De waarborgen zijn enkel verworven voor de VERZEKERINGSNEMER en de personen die bij hem inwonen, ongeacht of ze bestuurder of passagier van het verzekerde voertuig zijn.
Kinderen die doorgaans niet meer bij de VERZEKERINGSNEMER wonen, zijn ook verzekerd zolang ze kinderbijslag genieten.
Passagiers die de hoedanigheid van verzekerde hebben, genieten dekking voor zover ze de wettelijke vervoersvoorschriften of die van de fabrikant van het verzekerde voertuig naleven of zich bevinden op het verzekerde voertuig, in een kinderstoel, in een aanhangwagen die geschikt is voor hun vervoer of op een tweede fiets die aan de eerste is verbonden met een specifiek gehomologeerd systeem, zoals een trekstaaf.
Is echter uitgesloten, de bestuurder:
- aan wie het voertuig werd toevertrouwd om onder andere onderhouds- of herstellingswerken uit te voeren;
- die niet voldoet aan de in België wettelijk vereiste voorwaarden om het voertuig te mogen besturen;
- die gebruik maakt van het verzekerde voertuig zonder toestemming van de eigenaar of de houder.
Artikel 4. Begunstigden
- In geval van letsels: de verzekerde, met uitsluiting van elke in de plaats gestelde partij.
- In geval van overlijden: de rechthebbenden die aanspraak kunnen maken op tussenkomst zijn de noch wettelijk, noch feitelijk gescheiden echtgeno(o)t(e), de wettelijk samenwonende, de kinderen en de ouders van verzekerde met uitsluiting van elke in de plaats gestelde partij.
Artikel 5. Reikwijdte van de waarborg
5.1 Verzekerde bedragen
Xxxxxxxx vergoedingen in het kader van de waarborg:
- Overlijden: 5.000 EUR
- Blijvende invaliditeit: 25.000 EUR
- Tijdelijke ongeschiktheid: 12,50 EUR/dag
- Kosten van behandeling: 2.500 EUR
De verzekerde bedragen gelden per schadegeval en worden niet geïndexeerd.
5.2. Overlijden
Voor zover het overlijden van de verzekerde het rechtstreekse gevolg is van een ongeval en zich voordoet binnen de drie jaar na de dag van het ongeval, betaalt de maatschappij het verzekerde kapitaal aan de begunstigden.
Het kapitaal overlijden wordt verminderd met de vergoeding die de maatschappij eventueel heeft uitgekeerd voor de waarborg Blijvende Invaliditeit die uit hetzelfde ongeval was ontstaan. Indien het bedrag van de uitgekeerde vergoeding in het kader van Blijvende Invaliditeit hoger ligt dan het uit te keren kapitaal Overlijden, vordert de MAATSCHAPPIJ het verschil niet terug.
5.3. Blijvende Invaliditeit
De tegemoetkoming van de MAATSCHAPPIJ geschiedt na de consolidatie en uiterlijk drie jaar na de dag van het ongeval. De vergoeding zal geschieden rekening houdend met de graad van fysiologische ongeschiktheid vastgesteld in België op basis van de officiële Belgische Schaal van Invaliditeitsgraden.
Enkel invaliditeitsgraden van 8% en meer zullen volledig vergoed worden. Het verzekerde kapitaal zal aan de begunstigde worden uitbetaald in evenredigheid met het percentage van de blijvende fysiologische invaliditeit.
5.4. Tijdelijke Ongeschiktheid
De dagvergoeding wordt aan de verzekerde uitbetaald volgens de graad van fysiologische ongeschiktheid en dit na een wachttijd van 30 dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op het ongeval tot aan de consolidatie van de letsels met een maximum van 3 jaar na het ongeval.
Voor de bepaling van de Tijdelijke Ongeschiktheid wordt enkel rekening gehouden met de fysiologische ongeschiktheid en niet met de economische ongeschiktheid van de verzekerde. De Tijdelijke Ongeschiktheid komt slechts in aanmerking voor vergoeding voor invaliditeitsgraden vanaf 10%.
5.5. Kosten van behandeling
De MAATSCHAPPIJ betaalt de verzekerde, tot maximum het bedrag vermeld in de lid 5.1 Verzekerde bedragen en tot de consolidatie van de letsels maar gedurende ten hoogste drie jaar te rekenen vanaf de dag van het ongeval en voor zover de kosten het rechtstreekse gevolg zijn van een gewaarborgd ongeval, de kosten van de noodzakelijke medische behandeling, de kosten voor vervoer dat noodzakelijk is voor de behandeling, de kosten van een eerste prothese en van een eerste orthopedisch apparaat en de kosten van vervoer en repatriëring van het stoffelijk overschot.
De MAATSCHAPPIJ betaalt de kosten na ontvangst van de originele rekeningen en bewijsstukken met uitvoerige opgave van toegediende verzorging, afgeleverde geneesmiddelen of gemaakte kosten.
De kosten van behandeling komen slechts in aanmerking voor vergoeding indien het bedrag, na tegemoetkoming van de Sociale Zekerheid of hospitalisatieverzekering, minstens 75 euro bedraagt.
Indien voor de gemaakte medische kosten geen wettelijke tussenkomst van het RIZIV is voorzien, worden de kosten ten belope van 50% terugbetaald.
De vergoedingen in het kader van deze waarborg zijn aanvullend en zijn pas verschuldigd na uitputting van de vergoedingen verschuldigd door instellingen voor Sociale Zekerheid of door gelijkaardige instellingen. Ontvangt de verzekerde om welke reden dan ook geen vergoeding vanwege een instelling voor Sociale Zekerheid, dan houdt de MAATSCHAPPIJ rekening met een hypothetische tussenkomst die gelijk is aan de tussenkomst die door de Belgische wetgeving is voorzien. In geval van samenloop met prestaties van een aanvullende verzekering van een ziekenfonds, komt de MAATSCHAPPIJ pas tussen nadat de waarborgen, die de verzekerde heeft bij het ziekenfonds, zijn uitgeput.
Artikel 6. Uitsluitingen en verval van het recht op waarborg
Zijn uitgesloten, schadegevallen die veroorzaakt werden door één van de volgende gevallen van grove schuld:
- rijden in staat van dronkenschap of in een vergelijkbare toestand waarbij men niet meer beschikt over de controle van zijn daden tengevolge van het gebruik van producten andere dan alcoholische dranken;
- rijden onder invloed van een alcoholintoxicatie waarbij de alcoholconcentratie 1 gram per liter bloed (of 0,43 mg per liter uitgeademde alveolaire lucht (UAL)) of meer bedraagt.
Er is ook verval van het recht op de waarborg voor schadegevallen:
a. voortvloeien uit een opzettelijke daad;
b. zich voordoen terwijl de verzekerde deelnam aan wedstrijden, snelheids-, uithoudings- en regelmatigheidscompetities of tijdens de training voor dergelijke competities. Toeristische rally’s blijven nochtans gedekt.;
c. die zich voordoen wanneer de verzekerde het verzekerde voertuig gebruikt om goederen of personen te vervoeren tegen vergoeding.
Zijn uitgesloten, schadegevallen die :
a. voortvloeien uit oorlog, burgeroorlog of gelijkaardige feiten;
b. voortvloeien uit staking, oproer of gewelddaden van collectieve inspiratie tenzij de verzekerde bewijst dat hij niet actief aan die gebeurtenissen heeft deelgenomen;
c. voortvloeien uit aardbevingen, vulkanische uitbarstingen, vloedgolf of andere natuurrampen;
d. te wijten zijn aan radioactiviteit;
e. veroorzaakt of mogelijk gemaakt zijn door een risicoverzwarende fysieke toestand, zijnde diabetes, epilepsie of een hartkwaal, of door een risicoverzwarende mentale toestand;
Artikel 7. Territorialiteit
De verzekering is overal ter wereld geldig voor zover de verzekerde niet langer dan drie opeenvolgende maanden in het buitenland verblijft en voor zover de hoofdverblijfplaats van de verzekerde in België is gelegen.
Artikel 8. Verplichtingen bij schade
De verzekerde en de rechthebbenden zullen de MAATSCHAPPIJ onverwijld alle informatieverschaffen die nuttig en noodzakelijk is in het kader van het beheer van het schadegeval. De verzekerde zal onder meer gevolg geven aan elke oproep van de raadsgeneesheer van de MAATSCHAPPIJ.
Artikel 9. Wat in geval de verzekerde zijn verplichtingen bij een schadegeval niet nakomt?
Indien de verzekerde zijn verplichtingen niet naleeft en indien de MAATSCHAPPIJ hierdoor benadeeld wordt, heeft deze het recht de vergoedingen te verminderen tot het beloop van het nadeel dat zij heeft geleden. De MAATSCHAPPIJ mag haar waarborg weigeren indien de niet-naleving van deze verplichtingen voortkomt uit een bedrieglijk opzet.
Artikel 10. Elementen die de vergoeding mede bepalen
De letsels aan de ledematen of organen die reeds gebrekkig waren, worden vergoed door het verschil te maken tussen de staat na en die vóór het ongeval.
De schatting van de letsels aan gezonde ledematen of organen ten gevolge van het ongeval kan niet worden verhoogd door de staat van gebrekkigheid van andere ledematen of organen die niet aan het ongeval is te wijten.
Bij niet-naleving van het verplicht dragen van de veiligheidsgordel, zal de uit te keren vergoeding verminderd worden volgens de verhouding tussen de omvang van de schade die zou zijn opgelopen bij het dragen van de veiligheidsgordel en de thans werkelijk geleden schade.
Artikel 11. Medische betwistingen
Indien de verzekerde, overeenkomstig een bij medisch attest gemotiveerde reden, de besluiten van de door de MAATSCHAPPIJ aangestelde geneesheer niet kan aanvaarden, zal een minnelijke medische expertise definitief uitsluitsel dienen te brengen.
Betwistingen over medische aangelegenheden worden beslecht in een minnelijke medische expertise, waarbij beide partijen elk een eigen geneesheer aanstellen. Een derde geneesheer, aangesteld door beide geneesheren, zal slechts tussenkomen indien er geen akkoord is tussen eerstgenoemden.
ledere partij zal de honoraria en onkostenstaat regelen van de door haar aangestelde geneesheer. Het honorarium en de kosten van de derde geneesheer en van de gespecialiseerde onderzoeken zullen door de MAATSCHAPPIJ worden gedragen.
Op straffe van nietigheid van hun beslissing mogen de geneesheren niet afwijken van de bepalingen van de verzekeringsovereenkomst en zijn bijvoegsels. Hun beslissing is definitief en bindend voor beide partijen.
Artikel 12. Verhaal tegen derden
De MAATSCHAPPIJ treedt in de rechten die de verzekerde zou kunnen laten gelden tegenover de aansprakelijke derde tot belope van de bedragen die uit hoofde van dit contract wordt uitbetaald in de waarborg 4.4.
De verzekerde kan enkel met de schriftelijke toestemming van de MAATSCHAPPIJ aan een verhaal verzaken.
Behalve in geval van kwaad opzet heeft de MAATSCHAPPIJ geen enkel verhaalrecht tegenover de bloedverwanten in de recht opgaande of neerdalende lijn, de echtgeno(o)t(e) en de aanverwanten in rechte lijn van de verzekerde, noch tegen de bij hem inwonende personen, zijn gasten en de leden van zijn huispersoneel.
De MAATSCHAPPIJ kan echter wel een verhaal uitoefenen tegenover deze personen in de mate dat zij effectief dekking genieten in het verzekeringscontract dat hun aansprakelijkheid waarborgt.
Schade door daden van terrorisme
Schade door daden van terrorisme
De MAATSCHAPPIJ dekt, in bepaalde gevallen, de schade veroorzaakt door daden van terrorisme. De MAATSCHAPPIJ is hiervoor lid van de VZW TRIP, met maatschappijle zetel te 0000 Xxxxxxx, Meeûssquare 29.
Indien de MAATSCHAPPIJ wettelijk gehouden is tot het verlenen van dekking voor schade veroorzaakt door een daad van terrorisme dan blijft evenwel schade veroorzaakt door wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door de structuurwijziging van de atoomkern, uitgesloten.
Overeenkomstig de Wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, wordt de uitvoering van alle verbintenissen - voor de schade veroorzaakt door alle gebeurtenissen erkend als terrorisme voorgevallen tijdens dat kalenderjaar - van alle verzekeringsondernemingen die lid zijn van de vzw, beperkt tot 1 miljard euro per kalenderjaar. Dit bedrag wordt elk jaar op 1 januari aangepast aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het basisindexcijfer is dit van december 2005, namelijk 145,93 (basis 100 in 1988).
In geval van wettelijke of reglementaire wijziging van dit basisbedrag, zal het gewijzigde bedrag automatisch van toepassing zijn vanaf de eerstvolgende vervaldag na de wijziging, tenzij de wetgever uitdrukkelijk in een andere overgangsregeling voorziet.
Indien het totaal van de berekende of geraamde schadevergoedingen het in de vorige alinea genoemde bedrag overschrijd, wordt een evenredigheidsregel toegepast : de uit te betalen schadevergoedingen worden beperkt tot het beloop van de verhouding van het in de vorige alinea genoemde of de nog beschikbare middelen voor dat kalenderjaar enerzijds en de uit te keren schadevergoedingen toegerekend aan dat kalenderjaar anderzijds.
Uitbetalingsregeling
Overeenkomstig voornoemde Wet van 1 april 2007, beslist het Comité of een gebeurtenis beantwoordt aan de definitie van terrorisme.
Om het hierboven vermelde bedrag niet te overschrijden, legt dit Comité, uiterlijk 6 maanden na de gebeurtenis, het percentage van de schadeloosstelling vast die de verzekeringsmaatschappijen die lid zijn van de vzw, ten gevolge van de gebeurtenis ten laste moeten nemen. Het Comité kan dit percentage herzien. Ten laatste op 31 december van het derde jaar volgend op het jaar van de gebeurtenis, neemt het Comité een definitieve beslissing omtrent het uit te betalen percentage van schadevergoeding.
De verzekerde of de begunstigde kan tegenover de MAATSCHAPPIJ pas aanspraak maken op de schadevergoeding nadat het Comité het percentage heeft vastgelegd.
De maatschappij betaalt het verzekerde bedrag overeenkomstig het percentage dat door het Comité werd vastgelegd.
Indien een ander percentage wordt vastgelegd bij Koninklijk Besluit betaalt de MAATSCHAPPIJ in afwijking van wat voorafgaat, het verzekerde bedrag overeenkomstig dit percentage.
Als het Comité het percentage verlaagt, dan zal de vermindering van de vergoeding niet van toepassing zijn voor de reeds betaalde vergoedingen, noch voor de nog te betalen vergoedingen waarvoor de MAATSCHAPPIJ al haar beslissing aan de verzekerde of aan de begunstigde heeft meegedeeld.
Als het Comité het percentage verhoogt, dan wordt de verhoging van de vergoeding toegepast voor alle aangegeven schadegevallen voortvloeiend uit de gebeurtenis erkend als terrorisme.
Indien het Comité vaststelt dat het bedrag voor 1 miljard euro niet volstaat om het geheel van geleden schades te vergoeden of het Comité beschikt niet over voldoende elementen om te oordelen of dit bedrag voldoende is, dan wordt de schade aan personen bij voorrang vergoed.
De vergoeding van de morele schade gebeurt pas na alle andere schadevergoedingen.
Elke beperking, uitsluiting en/of spreiding in de tijd van de uitvoering van de verbintenissen van de MAATSCHAPPIJ, bepaald in een Koninklijk Besluit, zal worden toegepast overeenkomstig de modaliteiten zoals bepaald in dat Koninklijk Besluit.
Wettelijke vermeldingen
Algemeen reglement met betrekking tot de gegevensbescherming
De MAATSCHAPPIJ verbindt zich ertoe, als verwerkingsverantwoordelijke, om de persoonsgegevens te verwerken overeenkomstig de geldende privacywetgeving. Voor meer informatie wordt verwezen naar de klantenbrochure van de MAATSCHAPPIJ of de website xxxxx://xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxx .
Datassur
Elke oplichting of poging tot oplichting van de MAATSCHAPPIJ brengt niet alleen de toepassing met zich mee van de sancties voorzien in het toepasselijk recht, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd. Daarnaast zal de MAATSCHAPPIJ deze informatie doorsturen naar Datassur, een economisch samenwerkingsverband (ESV), opgericht op initiatief van de verzekeringsondernemingen, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico’s ter herinnering brengt aan de aangesloten leden verzekeraars.
De persoonsgegevens die door de MAATSCHAPPIJ aan Datassur worden overgemaakt worden door deze laatste enkel gebruikt binnen het exclusieve kader van de beoordeling van de risico’s en van het beheer van de contracten en ermee verbonden schadegevallen. Iedere persoon die zijn identiteit aantoont, heeft het recht zich tot Datassur te richten om de gegevens die op hem betrekking hebben, in te kijken en, in voorkomend geval, te laten rechtzetten. Om dat recht uit te oefenen moet de persoon in kwestie een gedateerd en ondertekend verzoek, samen met een kopie van zijn identiteitskaart, sturen naar het volgende adres : Datassur, dienst Bestanden, xx Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx.
Voor elke klacht met betrekking tot dit contract kan de verzekeringnemer zich richten tot:
• in eerste instantie : de dienst Klachtenmanagement van Vivium, Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, E-mail : xxxxxx@xxxxxx.xx. Indien de klacht betrekking heeft op de waarborg Rechtsbijstand, de dienst Klachtenmanagement van ARCES, xxxxx xxx Xxxxxx 0X, 0000 Xxxxx, fax 00 00 00 00 00, e-mail: xxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxx.xx
• in beroep : de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûsplantsoen 35, 1000 Brussel, xxx.xxxxxxxxx.xx. Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.