Stichting Wildaanrijdingen Nederland, Hofsemolenweg 8 8171 PM Vaassen
Werkwijzer
Afhandeling wildaanrijdingen en losgebroken dieren Werkgebied geheel Nederland
Stichting Wildaanrijdingen Nederland, Xxxxxxxxxxxxx 0 0000 XX Xxxxxxx
INHOUDSOPGAVE | ||
1 Overeenkomsten | ……………… | 3 |
2 Rooster/bereikbaarheid | ……………… | 3 |
3 Melding | ……………… | 3 |
4 Plaats aanrijding | ……………… | 4 |
5 Veiligheid | ……………… | 4 |
6 Nazoek | ……………… | 4 |
7 Biomassa | ……………… | 5 |
8 Dassen | ……………… | 5 |
9 Wasbeerhonden | ……………… | 5 |
10 Boommarters | ……………… | 6 |
11 Preparatie | ……………… | 6 |
12 Trofeeën | ……………… | 6 |
13 Ontweiden | ……………… | 6 |
14 Noodzakelijk afschot wild | ……………… | 6 |
15 Aantreffen dode dieren | ……………… | 7 |
16 Onderzoek | ……………… | 7 |
17 wildmerk | ……………… | 7 |
18 Categorieën meldingen | ……………… | 8 |
19 Afvoer dieren naar poelier | ……………… | 8 |
20 Wildrekjes | ……………… | 9 |
21 Koeling | ……………… | 9 |
22 Poelier informeren | ……………… | 9 |
23 Monstername | ……………… | 9 |
24 Afschot losgebroken dieren | ……………… | 9 |
25 Levende dassen | ………………10 | |
26 Reeklaveren | ………………10 | |
27 Overige dieren | ………………11 | |
28 Verjaging langs wegen | ………………11 | |
29 Registratieformulier | ………………11 | |
30 Verklaring eerste onderzoek | ………………12 | |
31 Flora en faunawet | ………………12 | |
32 Wet Wapens en Munitie | ………………12 | |
33 Verzekering deelnemer | ………………12 | |
34 Verzekering betrokkene | ………………13 | |
35 Opmerking | ………………13 | |
36 Indeling Kringen | ………………13 | |
37 Coordinatoren | ………………13 | |
38 Regionale meldkamer | ………………14 | |
39 Dierenambulance | ………………14 | |
40 Zweethonden | ………………14 | |
41 Gekwalificeerde Personen Monitoring (GPM) | ………………14 | |
41 Ontheffing/aanwijzing | ………………15 |
1. Overeenkomsten
De Stichting Wildaanrijding Nederland, de SWN, heeft met de wegbeheerders binnen haar werkgebied overeenkomsten afgesloten. Uit deze overeenkomst vloeit voort dat de SWN ervoor zorgt dat het aangereden of anderszins verongelukte grofwild, dassen en vossen van de weg en uit de nabijheid van de weg verwijderd en afgevoerd worden.
In geval er een lokale stichting wordt ingezet om de overeenkomsten met de wegbeheerders af te sluiten, dan dient deze stichting zich te confirmeren aan deze werkwijzer en de landelijke methodiek SWN. Uitsluitend in dat geval zal de SWN de ontheffing(en) doorschrijven aan deze lokale stichting. De SWN zal in dit geval periodiek controleren of de werkwijzer wordt gevolgd.
2. Rooster/bereikbaarheid
Er wordt periodiek een rooster gemaakt door de coördinator in de betreffende kring. De coördinator overlegt met de deelnemers in die kring wanneer hij/zij piketdienst heeft. Vakanties dienen op tijd, zomervakantie liefst voor l mei, doorgegeven te worden aan de coördinator. Elke deelnemer neemt een week piket voor zijn rekening. Indien een deelnemer tijdens zijn piketdienst verhinderd is, zorgt hij/zij zelf voor een vervanger. Deze vervanger dient een deelnemer te zijn die tevens op de deelnemerslijst staat. Deze vervanger zet dan zijn semafoon gedurende zijn invaldienst aan. De vervanger kan ook een reservedeelnemer zijn.
Ga hier serieus mee om, zodat u altijd voor de meldkamer te bereiken bent!
3. Melding
De deelnemer die opgepiept wordt belt direct de Regionale Meldkamer waarbij hij/zij hoort waar de aanrijding heeft plaatsgevonden. Hierdoor weet de meldkamer ook dat er iemand onderweg is. De deelnemer gaat vervolgens met gepaste snelheid zo snel mogelijk ter plaatse.
Krijgt de deelnemer zelf de melding, bijvoorbeeld telefonisch of via een passant, dan seint hij/zij eerst de meldkamer in alvorens ter plaatse te gaan. Daardoor kan de meldkamer de melding via de semafoon naar de piketman achterwege laten.
Is deze melding er al uit, dan waarschuwt de deelnemer die ter plaatse gaat zelf de piketman, dat hij of zij niet ter plaatse hoeft te komen.
Treft de deelnemer op weg naar een opgegeven melding nog een andere aanrijding of een aangereden stuk grofwild, das of vos aan, dan brengt hij/zij de meldkamer direct daarvan op de hoogte en handelt dit voorval vervolgens als een melding af. Ook indien de melding is afgehandeld wordt dit doorgegeven aan de meldkamer, zodat zij op hoogte zijn en de melding weg kunnen schrijven in hun systeem.
4. Plaats aanrijding
Indien de deelnemer op de plaats van de aanrijding is, bekijkt hij de situatie die hij hier aantreft. Als het betreffende dier nog leeft wordt deze uit zijn lijden verlost. Dit dient op een verantwoorde en veilige manier te geschieden.
Zeker wanneer de betrokken bestuurder nog ter plaatse is, dient men hier vakkundig mee om te gaan.
Leg, indien nodig, geduldig en tactvol aan de betrokkenen bij de aanrijding of omstanders uit waarom een dier uit zijn lijden verlost moet worden en wat er met het dier gaat gebeuren. Reik eventueel een folder uit.
De surveillance-eenheid van de politie die ter plaatse is, handelt het materiële gedeelte van de aanrijding af. Zij bemoeien zich niet met het wild. De deelnemer handelt dus alles af met betrekking tot het aangereden wild. De betrokken bestuurder kan bij de deelnemer geen enkele aanspraak maken op het wild of de eventuele opbrengst daarvan. Verwijs betrokkene in het uiterste geval naar de SWN.
5. Veiligheid
Tijdens de werkzaamheden worden altijd de volgende veiligheidsmaatregelen genomen:
• het dragen van de door de SWN beschikbaar gestelde reflecterende kleding en handschoenen;
• voeren van de oranje zwaailamp en de alarmverlichting;
• aanwijzingen van de aanwezige politie of wegbeheerder opvolgen;
• op autosnelwegen wordt alleen opgetreden onder begeleiding van politie of wegbeheerder;
• alle logisch te nemen maatregelen ten behoeve van uw eigen veiligheid. Denk er aan, u bent geen verkeersregelaar! Maak dit bekend aan degene, bijvoorbeeld de politie, die u vraagt te assisteren bij het regelen van het verkeer of bij het geven van aanwijzingen aan het verkeer. U mag dus geen verkeer regelen.
6. Nazoek
Indien het dier, vermoedelijk gewond, weggevlucht is, zorgt de deelnemer ervoor dat op de plaats van de aanrijding de vluchtrichting van het dier duidelijk gemarkeerd wordt door middel van markeringslint.
In de nachtelijke uren wordt er in principe niet nagezocht. De deelnemer draagt er zorg voor dat de volgende dag een deelnemer ingeseind wordt met een gecertificeerde zweethond van de zweethondenlijst van de Stichting Zweethonden Nederland, de SZN.
Wanneer het dier geraakt is maar ogenschijnlijk niet gewond, wordt voor de zekerheid toch een controle met een zweethond uitgevoerd. Dit betekent dat, indien het dier niet wordt aangetroffen, er altijd een controle nazoek met een SZN erkende zweethond uitgevoerd dient te worden.
De deelnemer zorgt ervoor dat de plaatselijke terreineigenaar, grondgebruiker, jachthouder of toezichthouder zo veel als mogelijk in kennis wordt gesteld van de nazoek, voordat met de nazoek begonnen wordt! Neem eventueel contact op met uw coördinator, zodat deze de juiste persoon of personen op de hoogte kan stellen van de nazoek.
Indien deze niet bereikbaar is, wordt de nazoek alsnog verricht en wordt de jacht- of toezichthouder naderhand ingelicht. Ook als het dier niet is aangetroffen! Wanneer de jacht- of toezichthouder aangeeft dat hij zelf de nazoek uit wil voeren of mee wil, dan is dat uiteraard mogelijk, mits dit geschiedt met een SZN gecertificeerde zweethond. Deze nazoek vindt dan plaats in gezelschap van de deelnemer die ter plaatse is geweest. De afhandeling is, na het aantreffen van het dier, dezelfde als in de overige gevallen. De deelnemer of zweethondengelelder zorgt er tevens voor dat eventuele markeringen op de plaats van aanrijding verwijderd worden.
7. Biomassa
Dieren en geweide die als biomassa weggaan worden op een niet voor het publiek zichtbare plaats In het veld gebracht. Voor dieren die als biomassa de natuur ingaan wordt een wildmerk dichtgedrukt. Elk dood dier krijgt zo een uniek nummer. Dit geldt ook voor vossen, dassen, boom- en steenmarters, wasberen en marterhonden.
8. Dassen
Dode dassen hoeven niet meer ten behoeve van onderzoek opgestuurd te worden. Bij dode dassen even kijken of de das een tatoeage in de lies heeft. Zie foto BRS. Bij aantreffen van een tatoeage dit nummer tevens vermelden in BRS. Tegenwoordig worden de dassen door de Stichting Das en Boom niet meer getatoeëerd, maar voorzien van een chip. Deze chip is uit te lezen met een chipreader. Via BRS zullen de gegevens aangereikt worden bij de Stichting Das en Boom (actie afspraak maken).
9. Wasbeerhonden
De oprukkende wasbeerhond is in het oosten van Nederland al verschillende malen als wildaanrijding aangetroffen. In verband met zijn mogelijke rol bij de verspreiding van de vossenlintworm is het RIVM te Bilthoven gestart met het inzamelen en onderzoeken van dode wasbeerhonden. Hierin wordt de medewerking van een ieder gevraagd. Bij het aantreffen van een dode wasbeerhond RIVM bellen (030-2743926 of 2742661). RIVM laat de wasbeerhond zo spoedig mogelijk bij u ophalen door de koeriersdienst van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). Verdere informatie hierover, o.a. hoe aan te leveren, is te vinden in BRS.
10. Boommarters
Dode boommarters worden zoveel mogelijk in de diepvries opgeslagen en gemeld bij de Werkgroep Boommarters Nederland, t.a.v.
Aanvullen voor geheel Nederland
- dhr. X. xxx xxx Xxxx, 033-4625970, xxxxxx@xxxxxxx.xx of
- xxx. X. Xxxxxxx, 035-5399031, xxxxxxxx@xxxxxxx.xx.
- xxx. X. Xxxxxx,0315-327582, xxxxxxxxxx@xxxxxx.xx (alleen voor de Achterhoek).
Zij komen de marter ophalen. Wanneer er enige twijfel Is tussen een boom- of steenmarter, wordt de marter in elk geval opgeslagen.
11. Preparatie
Als betrokkene een dood beschermd dier wil laten prepareren, bv een vos, das, steenmarter of bunzing, dan dient hij/zij een vervoersverklaring bij een politiebureau te halen. Deze beschermde dieren worden in deze gevallen daadwerkelijk voorzien van een wildmerk! Ook de deelnemer kan, zij het incidenteel deze dieren laten prepareren. Voor hem/haar is dan dezelfde regeling van toepassing. Er dient voor gewaakt te worden dat er een "handel" in deze dieren ontstaat.
12. Trofeeën
Er dient geen gesleep te ontstaan met de trofeeën. Indien de jachthouder van het gebied waar de aanrijding heeft plaatsgevonden de trofee graag wil hebben, dan is dit mogelijk. Hij dient echter wel te weten dat hij er geenszins aanspraak op kan maken. Heeft de jachthouder of deelnemer belangstelling voor de trofee, dan wordt dit niet besproken waar de betrokkene van een aanrijding bij is.
13. Ontweiden
Ontweid nooit een stuk wild direct aan de weg. Laat daar ook geen delen van het aangereden dier liggen. De kans is groot dat hier wilde zwijnen, vossen of dassen op trekken, wat het risico op weer een aanrijding op diezelfde plaats verhoogt. Bovendien houdt onze overeenkomst met de wegbeheerder in dat we alles van de weg of uit de berm verwijderen.
14. Noodzakelijk afschot wild
Wanneer er een melding komt van bijvoorbeeld een wild zwijn of een ree in een tuin of iets dergelijks, dan wordt het spoedeisende karakter van de situatie bekeken en of dit dier bijvoorbeeld op de een of andere manier geholpen kan worden om vrij te komen. Is dit absoluut niet het geval, dan kan zo nodig tot afschot worden overgegaan. Bij gewond wild wordt uiteraard direct tot afschot overgegaan. Breng de jachthouder op de hoogte, eventueel
via uw coördinator. Informeer, indien mogelijk, wie eventueel de kosten moet vergoeden.
Bekijk bij een melding met betrekking tot wild altijd of er een directe noodzaak tot optreden is of dat het misschien een zaak is voor de (aangrenzende) jachthouder. Vink op het registratieformulier het vakje "vangschot" aan, ook indien het dier is afgevangen door middel van een mes.
15. Aantreffen dode dieren
Het komt ook regelmatig voor dat er dode dieren worden aangetroffen die, anders dan door een aanrijding, om het leven zijn gekomen. Hierbij valt te denken aan raster- en verdrinkingsslachtoffers. Van sommige dieren is er geen doodsoorzaak te achterhalen. Dieren die verdronken zijn of waar de doodsoorzaak niet van bekend is worden altijd als biomassa achtergelaten in de natuur. Tevens is het mogelijk om deze dieren aan te bieden aan de Dutch Wildlife Health Center te Utrecht. Zij vragen om zoveel mogelijk onderzoeksmateriaal en halen de kadavers zelf op. Kijk op hun site voor meer informatie, www dwhc nl.
16. Onderzoek
In het kader van de nieuwe Regeling Vleeskeuring neemt de gekwalificeerd persoon (GP) die de melding afhandelt, zowel de beoordeling als het eerste onderzoek (organen en ingewanden) van eventueel voor consumptie geschikt wild voor zijn rekening.
Wanneer de deelnemer niet gekwalificeerd is, gaan alle organen met het dode dier mee naar de poelier. De deelnemer zorgt dan voor de beoordeling en de poelier voor het eerste onderzoek door een GP.
Bijzonderheden worden ingevuld op de "Verklaring eerste onderzoek". Alleen bij wild dat naar de poelier gaat dienen deze verklaringen ingevuld te worden. Doe dit dan ook niet bij wild dat als biomassa terug gaat naar de natuur.
Indien er via een FBE de vraag komt om bloedmonsters te nemen van wilde zwijnen in verband met onderzoek naar ziektes, is deelnemer verplicht hier zorg voor te dragen. De benodigde materialen en handleiding komen dan bij de koelingen te liggen, zodat wij onze bijdrage kunnen leveren aan dit onderzoek.
17. Wildmerk
In het dode stuk wordt zo snel mogelijk een wildmerk aangebracht. De wildmerken worden door de betreffende coördinator aan de deelnemer verstrekt of zijn in de koeling voorradig. Voor dieren, die als biomassa de natuur ingaan, wordt een wildmerk dichtgedrukt.
Het nummer van dit merk wordt op het registratieformulier in BRS vermeld {alleen de cijfers invoeren en niet de letters ervoor).
18. Categorieën meldingen
We krijgen met diverse meldingen te maken die op een verschillende manier geregistreerd dienen te worden in BRS. Hieronder volgt een overzicht:
Wildaanrijding: alle dieren waarvan met zekerheid vastgesteld kan worden dat deze ten gevolge van aanraking met een voertuig, gewond, dan wel dood zijn.
Noodzakelijk afschot: gewond wild (waarvan niet vastgesteld kan worden, dat dit ten gevolge van een aanrijding is), dieren die vast zitten in een raster, losgebroken vee (kan b.v. ook een gehouden damhert zijn) en wild.
Preventief afschot: afschot van dieren die zich op of langs de (snel)wegen bevinden en waarvan de wegbeheerder het uitdrukkelijke verzoek heeft gedaan om deze af te schieten ten behoeve van de verkeersveiligheid.
Levend aangetroffen: dieren die levend gevangen zijn en naar een opvang dan wel vrij gelaten zijn.
Dood aangetroffen: dieren die dood worden aangetroffen, waarvan de doodsoorzaak niet bekend is, rasterslachtoffers en verdrinkingsslachtoffers. Dood/gewond door hond: dieren die ten gevolge van het opjagen dan wel gebeten zijn door een hond hierdoor gewond of dood zijn.
19. Afvoer dieren naar poelier
De deelnemer dient zelf te beoordelen of het dier nog geschikt is voor consumptie. Indien dit niet het geval is wordt deze ergens in het bos- en of natuurgebied als biomassa achtergelaten (zie biomassa). Dit duidelijk aangeven op het registratieformulier.
Als er een aanrijding heeft plaatsgevonden met een edelhert, damhert, ree of wild zwijn wordt deze ontweid, gewogen en vervolgens in een verzamelplaats (koeling) gehangen. Vandaar worden de dieren door de poelier opgehaald.
Het dier kan ook, indien mogelijk, rechtstreeks naar de poelier worden gebracht.
Dit laatste vervoer geschiedt alleen door de deelnemers. Zij zijn immers in het bezit van een aanwijzing artikel 67 FFW.
Edelherten, damherten, reeën of wilde zwijnen worden onder geen beding aan iemand meegeven die niet in het bezit is van een aanwijzing artikel 67 FFW.
Het meegeven van deze beschermde dieren aan een niet aangewezen persoon kan een strafbaar feit opleveren voor zowel degene die het afgeeft als degene die het gaat vervoeren.
20. Wildrekjes
Door enkele deelnemers worden de zogenaamde wildrekjes gebruikt die je op de trekhaak van de auto kunt bevestigen. Ga hier zorgvuldig mee om, omdat het verkeer dat achter je rijdt goed kan zien wat er op het wildrekje ligt. We doen niets verkeerds uiteraard, maar het kan voor sommige mensen een akelig gezicht zijn. Dek indien mogelijk het dier af. Zorg dat de verlichting deugdelijk werkt en dat de kentekenplaat altijd goed leesbaar is.
21. Koeling
Let er op dat wij gebruik maken van andermans eigendom. De deelnemers dienen er dan ook zorg voor te dragen dat de koeling schoon achtergelaten wordt. Het mag niet zo zijn dat de beheerder/eigenaar van de desbetreffende koeling deze elke keer zelf schoon moet maken.
22. Poelier informeren
De betreffende poelier krijgt vanuit de website automatisch een mail waaruit hij kan opmaken in welke koeling welk stuk wild met welk wildmerk hangt.
De deelnemer die de aanrijding heeft afgehandeld dient ervoor te zorgen dat de poelier evengoed ingeseind wordt. De deelnemer dient dus ook de poelier telefonisch op de hoogte te stellen dat er wild in een koeling hangt.
23. Monstername
De poelier zorgt voor de monstername ten behoeve van trichinenonderzoek wilde zwijnen, hetzij door een gekwalificeerde deelnemer, hetzij door een derde gekwalificeerd persoon {GP). Zorg er dan ook voor dat er een deel van het middenrif achterblijft in het wild zwijn ten behoeve van de monstername.
Ook zorgt de poelier voor de verzending van de monsters. Tot de uitslag van het trichinenonderzoek bekend is blijft het dier in de koeling bij de poelier en blijft het eigendom van de SWN. Blijkt aan de hand van de uitslag dat er geen trichinen in het dier aanwezig zijn, dan wordt het dier automatisch eigendom van de poelier.
24. Afschot losgebroken dieren
Wanneer men op verzoek van de meldkamer assistentie gaat verlenen bij losgebroken gehouden dieren (vee en of huisdieren), waarbij sprake is van noodzakelijk afschot, controleer dan altijd of er toestemming is van de eigenaar van het dier! Beoordeel of de situatie van dien aard is dat afschot de enige mogelijkheid is en overleg dit met de Officier Van Dienst (OVD)
van de politie.
Laat de OVD zorgen voor een (schriftelijke) toestemming van de eigenaar van het losgebroken dier, alvorens tot afschot over te gaan. Voor de inzet
x.x. xxxxxxx wordt de eigenaar medegedeeld dat hij een factuur van € 75,00 van de SWN kan verwachten. Vraag dus naar de gegevens van de opdrachtgever(eigenaar).
Wanneer dit gedaan is en de eigenaar gaat akkoord, dan kan men de inzet plegen en deze vervolgens declareren. Het staat een ieder vrij zelf andere afspraken te maken met de eigenaar van het dier, maar dan is deze inzet niet declarabel.
De inzet valt dan niet onder de verantwoordelijkheid van de SWN.
U maakt hierbij gebruik van het aan u verleende verlof op grond van de WWM. Denk dus ook aan de voorwaarden van dit verlof. Indien tot afschot is overgegaan wordt deze verder afgehandeld, zoals bij aangereden wild.
Om het geschoten dier in de consumptie lijn af te mogen leveren is toestemming van de NVWA nodig, deze moeten conform de huidige regeling namelijk levend gekeurd worden. De NVWA kan toestemming geven om hier van af te wijken.
25. Levende dassen
Voor gewonde en eventueel nog te revalideren dassen kan naar eigen inzicht de dierenambulance ingeschakeld worden. De dierenarts zal dan bepalen of het zinvol is of de das naar de opvang gaat.
De Stichting Das en Boom, telefoon 024- 6842294, is het enige opvangadres voor dassen die beschikt over een ontheffing van Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken.
26. Reekalveren
Xxxxxx gevonden en nog op te vangen reekalveren gaan naar de Stichting Reeënopvang Nederland, opvangcentra
Aanvullen met alle locaties in Nederland
"Noach", mevr. Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxx (Achterhoek). Telefoon 0314-390027/06-12526768. Door de ontheffing van EZ is dit vervoer gedekt.
Door het melden door de deelnemer van dit vervoer aan de meldkamer is het vervoer hiervan door een door de Politie aangewezen vervoerder gelegaliseerd. Het vervoer kan dan eventueel plaatsvinden door de dierenambulance.
27. Overige dieren
Het van de weg halen van andere dieren zoals boommarter, steenmarter, bunzing e.d. wordt op prijs gesteld, maar is niet declarabel, tenzij men op dringend verzoek van de meldkamer ter plaatse is gegaan of dat de melding een ander dier aangaf.
Wanneer er een melding komt met betrekking tot een ander, in het wild levend dier, zoals zwanen e.d. wordt naar omstandigheden gehandeld.
In artikel 14 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten geldt een vrijstelling ten aanzien van het verbod tot het vervoeren en onder zich hebben van zieke of gewonde beschermde dieren Indien deze binnen 12 uur worden overgedragen aan een erkend opvangadres.
Ook hier kan het vervoer gedaan worden door de dierenambulance. Deze kan door de meldkamer worden gewaarschuwd.
28. Verjaging langs wegen
Verjaging van wilde zwijnen langs de wegen en het eventuele afschot daarbij vindt eveneens plaats op grond van de aanwijzing artikel 67 FFW. Afschot vindt alleen plaats wanneer dit daadwerkelijk bijdraagt aan het verjagen van de wilde zwijnen, zoals het schieten van een big uit een rotte. Alleen lopende zwijnen worden in principe niet geschoten.
Het verjagen gebeurt enkel conform de voorwaarden in de aanwijzing en dat Is o.a. alleen op dringend en schriftelijk verzoek van de betreffende wegbeheerder aan het bestuur van de SWN.
Het verjagen vindt alleen plaats onder aansturing en verantwoordelijkheid van de coördinator in betreffende kring en na een melding aan de Regionale Meldkamer.
De daadwerkelijke uitvoering wordt alleen gedaan door deelnemers aan het project Afhandeling Wildaanrijdingen In het bezit van een aanwijzing artikel 67 FFW. De voorkeur gaat daarbij uit naar de deelnemers die in het gebied nabij betreffende wegen werkzaam zijn.
Derden nemen onder geen beding, op welke wijze dan ook deel aan de verjaging of het daarbij te plegen noodzakelijke afschot. Zij zijn daarbij dus ook niet aanwezig!
29. Registratieformulier
Op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx, wordt zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen 24 uur, een "meldingsformulier wildaanrijding" ingevuld en verstuurd. Als het dier niet aangetroffen wordt, moet het wel geregistreerd worden.
Vul dit formulier zo nauwkeurig mogelijk in.
Lukt dit niet, raadpleeg dan een van de coördinatoren of de helpdesk van de website.
Voor de registratie van losgebroken dieren of noodzakelijk afschot van wild, anders dan op of langs de wegen, bestaat een afzonderlijke mogelijkheid op het "meldingsformulier wildaanrijding" op de BOAregistratie. Denk aan de gegevens van de opdrachtgever!
30. Verklaring eerste onderzoek
In het kader van de nieuwe Regeling Vleeskeuring zorgt de gekwalificeerd persoon (GP) die de aanrijding heeft afgehandeld voor de Invulling en ondertekening van deel 1 en deel Il van het document "verklaring eerste onderzoek".
Dit betreft dus de beoordeling en het eerste onderzoek.
Dit document zit in BRS onder het registratieformulier wildaanrijdingen. Dit geldt dus slechts voor dieren die nog voor consumptie geschikt zijn en naar de poelier gaan. Bij dieren die als biomassa worden achtergelaten in de natuur dient dit formulier niet Ingevuld te worden. Aangereden dieren mogen niet naar een EG erkende wildbewerkingsinrichtlng. Indien het een wildaanrijding betreft moet de gekwalificeerde deelnemer op deel 1 bij bijzonderheden vermelden: "wildaanrijding".
Dit formulier blijft via BRS beschikbaar voor de poelier.
31. Flora- en faunawet
De deelnemer is binnen het kader van deze regeling bevoegd tot het doden, voorhanden hebben en vervoeren van in deze regeling genoemde beschermde dieren middels een doorverwijzing van een door de Provincie aan de SWN afgegeven aanwijzing op grond van artikel 67 FFW. Ook in het uiterste geval tegen de wil van de grondgebruiker (zie nazoek) en tevens door de ontheffing artikel 75 FFW van thans het Ministerie van EZ.
32. Wet Wapens en Munitie
Het door de deelnemer doden van losgebroken vee en/of gewond vee/wild met een geweer die aan de eisen voldoet genoemd in artikel 7 Besluit beheer en schadebestrijding dieren is gelegaliseerd middels een aan de deelnemer verstrekt wapenverlof op grond van 5. 7 Circulaire wapens en munitie.
Naast dit wapenverlof dient de deelnemer te beschikken over een geldige jachtakte waarop het verlofwapen staat vermeld.
Bovengenoemd verlof dekt niet het doden van gekweekt grofwild op de terreinen waar deze dieren worden gehouden.
Voor het doden van dit gekweekt grofwild op de terreinen waar deze dieren worden gehouden kan een apart verlof (of kan het bestaande verlof mede) worden afgegeven op grond van 5.8 Circulaire wapens en munitie.
33. Verzekering deelnemer
Tijdens de uitvoering van werkzaamheden die liggen binnen het kader van deze regeling is de deelnemer door de SWN verzekerd tegen het risico van Wettelijke Aansprakelijkheid. Daarnaast heeft de SWN een Collectieve Ongevallenverzekering afgesloten voor de deelnemers.
34. Verzekering betrokkene
Er bestaan beperkte cascoverzekeringen die, ongeacht schuldvraag, dekking bieden alleen bij schade veroorzaakt door dieren.
Deze betrokkene dient in sommige gevallen bij zijn verzekeringsmaatschappij hard te kunnen maken dat de schade ook inderdaad door een dier is veroorzaakt.
35. Opmerking
Handel integer.
Het succes en voortbestaan van deze regeling staat en valt met de houding, de inzet, het verantwoordelijkheidsgevoel en de collegialiteit van de deelnemers.
Niet iedereen kijkt op dezelfde manier tegen bepaalde zaken aan. Ga respectvol om met ieders mening en werkwijze.
36. Indeling kringen
Per FBE wordt waar nodig het werkgebied opgedeeld in kringen zodat logische eenheden ontstaan met lokale gebiedsdeskundige mensen.
Voorbeeld
Groennetwerk Noord-Veluwe
West : Putten, Ermelo, Harderwijk, Elspeet, Halfweg, Nunspeet (tot aan westkant Vierhouten)
Oost : Nunspeet (ten oosten van Vierhouten), Elburg, Oldebroek, Hattem, Heerde, Epe, Olst-Wijhe (ten westen van de IJssel)
Groennetwerk Apeldoorn
Noord : Xxxxxxxx, Wenum Wiesel, Apeldoorn, Hoog-Soeren, Uddel, Nieuw- Millingen (Zuidgrens Al)
Zuid : Ugchelen, Radio Kootwijk, Hoenderloo, Beekbergen, Klarenbeek, Loenen, Lieren (Noordgrens Al)
Voorst : Voorst, Nijbroek, Twello, Wilp, Klarenbeek, Zutphen (ten westen van de IJssel)
Brummen : Eerbeek, Hall, Empe, Oeken, Zutphen (ten westen van de IJssel)
Achterhoek
Oost : Berkelland, Oost Gelre, Aalten, Winterswijk
West : Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek IJsselstreek-Oost : Lochem, Zutphen
Coordinatoren
Elke kring heeft een coordinator die direct aanspraakpunt is voor de uitvoerders.
38. Regionale meldkamers Apeldoorn OSS - S43SSS8
Voor de hele regio. Alleen BOA-zaken (dus ook terugkoppeling of andere zaken m.b.t. wildaanrijdingen).
Géén jachtmeldingen e.d.!!'!
Overige gesprekken
N.W.-Veluwe en Apeldoorn 055 - 5435556
IJsselstreek en Achterhoek 055 - 5435557
Nummers landelijk worden in overleg met Politie Nederland z.s.m. ingevuld
39. Dierenambulance
Overzicht met dierenambulances is o.a. te vinden op: xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxx/0- 1/?edsacid=categorie_algemeen
40. Zweethonden
Op de website www xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxx.xxx kan men zien wie de gecertificeerde de zweethondengeleider in de buurt is.
41. Gekwalificeerde Personen Monitoring (GPM)
Er is in 2013 een pilot gestart met een beperkte GP’ ers die een aanvullende opleiding hebben gevolgd om monsters te namen van hoefdieren die abnormaliteiten vertonnen. Dit geldt specifiek voor doodgereden dieren waar tijdens het ontweiden abnormaliteiten worden onderkend.
Verwijzing waar lijst met GPMers kan worden gevonden.
42.Ontheffing
Art 75 nog niet afgegeven.
Aanwijzing
Art. 69 voorbeeld Gelderland.
15
16
17
18
19
SWN Werkwijzer afhandeling wildaanrijdingen en losgebroken dieren
20
SWN Werkwijzer afhandeling wildaanrijdingen en losgebroken dieren
21
SWN Werkwijzer afhandeling wildaanrijdingen en losgebroken dieren
22
SWN Werkwijzer afhandeling wildaanrijdingen en losgebroken dieren
23
SWN Werkwijzer afhandeling wildaanrijdingen en losgebroken dieren