VERZEKERING B.A. AUTO
VERZEKERING B.A. AUTO
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 1 van 31
INHOUDSTAFEL
Begripsomschrijvingen 3
Hoofdstuk 1: Voorwerp en omvang van de verzekering 4
Artikels 1 tot 8 4
Hoofdstuk II: Beschrijving en wijziging van het risico - Mededelingen van de verzekeringnemer 8
Artikels 9 tot 10 8
Hoofdstuk III: Betaling van de premies - Verzekeringsbewijs 10
Artikels 11 tot 13 10
Hoofdstuk IV: Mededelingen en kennisgevingen 11
Artikel 14 11
Hoofdstuk V: Wijzigingen van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief 12
Artikel 15 12
Hoofdstuk VI: Schadegevallen en rechtsvorderingen 13
Artikels 16 tot 23 13
Hoofdstuk VII: Verhaal van de maatschappij 15
Artikels 24 tot 25 15
Hoofdstuk VIII: Duur, vernieuwing, schorsing, einde van de overeenkomst 17
Artikels 26 tot 35 17
Hoofdstuk IX: Indexatie 21
Artikels 36 tot 37 21
Hoofdstuk X: A posteriori personalisatiestelsel 22
Artikel 38 22
Hoofdstuk XI: Bijzondere bepaling voor motorrijtuigen waarvan het tarief gesegmenteerd is 23
Artikel 39 23
Hoofdstuk XII: Vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen 24
Artikel 40 24
Amlin Europe Fleet
Xxxxxx Xxxxxx XX xxxx 0 X-0000 Xxxxxxx
Xxxxxx
Amlin Europe N.V. - Handelsregister 33055009
Xxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx Bijkantoor België - RPR Brussel - BTW BE0416 056 358
Bank IBAN XX00 0000 0000 0000 - BIC XXXXXXXX
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 2 van 31
Hoofdstuk XIII: Terrorisme 25
Artikels 41 tot 42 25
Bijlage:
A posteriori personalisatiestelsel 27
Uitbreiding van uw contract "Verzekering B.A. Auto"
BA MAX 30
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 3 van 31
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
De maatschappij
De verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt;
De verzekeringnemer
De persoon die de overeenkomst met de maatschappij sluit;
De verzekerde
Iedere persoon van wie de aansprakelijkheid door de overeenkomst gedekt is.
De benadeelden
De personen die schade hebben geleden welke aanleiding geeft tot toepassing van de overeenkomst alsook hun rechtverkrijgenden.
Het omschreven rijtuig
- het motorrijtuig dat in de bijzondere voorwaarden omschreven is; al wat eraan gekoppeld is.
- de niet-gekoppelde aanhangwagen die in de bijzondere voorwaarden omschreven is.
Het schadegeval
Ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst;
Het verzekeringsbewijs
Het document zoals bedoeld in ARTIKEL 5 van het Koninklijk Besluit van 13 februari 1991 houdende inwerkingtreding en uitvoering van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Het verzekeringsvoorstel
Het formulier dat uitgaat van de maatschappij en in te vullen door de verzekeringnemer met het doel de maatschappij in te lichten over de aard van de verrichtingen en over de feiten en de omstandigheden die voor haar gegevens zijn voor de beoordeling van het risico.
Terrorisme
Een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 4 van 31
HOOFDSTUK 1: VOORWERP EN OMVANG VAN DE VERZEKERING
ARTIKEL 1
Met deze overeenkomst dekt de maatschappij overeenkomstig de wet van 21 november 1989 en onder de hiernavolgende voorwaarden, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het omschreven rijtuig in België veroorzaakt schadegeval.
De dekking wordt ook verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in enig land van de Europese Gemeenschap, in de vorstendommen Andorra en Monaco, in Vaticaanstad, in Bulgarije, in Hongarije, in IJsland, in Liechtenstein, op Malta, in Noorwegen, in Polen, in Roemenië, in San-Xxxxxx, in Tsjechië, in Slovakije, in Zwitserland, in Marokko, in Tunesië, in Turkije, alsook in elk land dat door de Koning bepaald wordt krachtens ARTIKEL 3, § 1, van de wet van 21 november 1989.
Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgisch grondgebied, is de door de maatschappij verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorrijtuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waar het schadegeval zich heeft voorgedaan. De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent.
In het geval het schadegeval zich heeft voorgedaan op het grondgebied van een land dat niet tot de Europese Gemeenschap behoort, en voor het gedeelte van de dekking dat de door de wet op de verplichte verzekering van het land waar het schadegeval zich heeft voorgedaan, opgelegde waarborg overschrijdt, zijn de excepties, de nietigheden en het verval die aan de verzekerden kunnen tegengeworpen worden ook tegenwerpbaar aan de benadeelde personen die geen onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Gemeenschap indien die excepties, nietigheden en verval hun oorzaak vinden in een feit dat het schadegeval voorafgaat. Dezelfde excepties, dezelfde nietigheden en hetzelfde verval kunnen, onder dezelfde voorwaarden, tegengeworpen worden voor de gehele dekking wanneer de wet van het land op het grondgebied waar het schadegeval zich heeft voorgedaan, niet in de niet-tegenwerpbaarheid voorziet.
De dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare of de privé-terreinen.
ARTIKEL 2
Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in één van de landen vermeld in ARTIKEL 1, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven rijtuig gelegd beslag of voor de invrijheidsstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de maatschappij de geëiste borgsom voor of stelt zijn haar persoonlijke borg tot ten hoogste 61.973,38 EUR voor het omschreven rijtuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de maatschappij.
Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de maatschappij haar persoonlijke borg in de plaats of betaalt zij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 5 van 31
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de maatschappij op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de maatschappij alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing.
Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de maatschappij geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde gehouden de maatschappij, op haar eenvoudig verzoek, terug te betalen.
ARTIKEL 3
1. Gedekt wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
- van de verzekeringnemer;
- van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder van het omschreven rijtuig en van iedere persoon erdoor vervoerd;
- van de werkgever van de voornoemde personen wanneer zij van alle aansprakelijkheid zijn ontheven krachtens ARTIKEL 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
De aansprakelijkheid van hen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het omschreven rijtuig hebben verschaft is echter niet gedekt.
2. Wanneer het omschreven rijtuig toevallig om het even welk motorrijtuig met pech sleept, wordt de dekking uigebreid tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van diegene die in dat geval de ketting, de tros, het touw, de stand of enige andere benodigdheid voor het slepen heeft geleverd.
In afwijking van ARTIKEL 8, 1), wordt de dekking eveneens uitgebreid tot de schade aan het gesleepte rijtuig.
ARTIKEL 4
1. De dekking van deze overeenkomst strekt zich uit, zonder dat hiervoor een mededeling vereist is, tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer alsmede van diens echtgenoot en kinderen, indien deze bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, in hun hoedanigheid van bestuurder of van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder:
a) van een motorrijtuig, dat aan een derde toebehoort en tot hetzelfde gebruik bestemd is als het omschreven rijtuig, indien het motorrijtuig gedurende een periode van maximum 30 dagen het omschreven rijtuig, dat om welke reden ook tijdelijk onbruikbaar zou zijn, vervangt. De voornoemde periode gaat in de dag waarop het omschreven rijtuig onbruikbaar wordt.
Wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, is de dekking verworven voor de gemachtigde bestuurder van het omschreven rijtuig alsook voor zijn echtgenoot en kinderen, indien deze bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd om een rijtuig te besturen bereikt hebben, in hun hoedanigheid van bestuurder of in hun hoedanigheid van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder;
b) van een aan derden toebehorend motorrijtuig, dat zij toevallig zouden besturen, zelfs terwijl het omschreven rijtuig in gebruik is.
Wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, is de dekking verworven voor de bestuurder van het omschreven rijtuig waarvan de identiteit in de bijzondere voorwaarden vermeld is, alsook voor zijn echtgenoot en kinderen, indien deze bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, in hun hoedanigheid van bestuurder of in hun hoedanigheid van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 6 van 31
Onder "derden" in de zin van dit ARTIKEL wordt verstaan, elke andere persoon dan:
- de verzekeringnemer van deze overeenkomst en, indien de verzekeringnemer een rechtspersoon is, de bestuurder bedoeld in a) of b);
- zijn echtgenoot;
- zijn bij hem inwonende kinderen;
- de eigenaar of de houder van het omschreven rijtuig zelf.
2. Deze uitbreiding van de dekking wordt als volgt beperkt:
a) wanneer het omschreven rijtuig een tweewieler of driewieler is, kan de uitbreiding van de dekking in geen geval slaan op een rijtuig op vier of meer wielen;
b) de onder 1.b), van dit ARTIKEL bepaalde uitbreiding van de dekking is niet van toepassing wanneer het omschreven rijtuig bestemd is voor het vervoer van personen tegen betaling of wanneer het hoofdzakelijk voor het vervoer van goederen is uitgerust of wanneer de verzekeringnemer of de eigenaar van het omschreven rijtuig een bedrijf is dat tot doel heeft de constructie, de handel, de verhuring, de herstelling of de stalling van motorrijtuigen.
Wanneer het omschreven rijtuig het voorwerp uitmaakt van een huur-, leasing- of een gelijkaardige overeenkomst, blijft de in 1.b) bepaalde uitbreiding van de dekking verworven voor de verzekeringnemer, wanneer laatstgenoemde niet zelf de in 2.b) 1ste lid, opgesomde activiteiten uitoefent.
3. In zoverre de benadeelden vergoeding hebben verkregen voor hun schade:
- ofwel krachtens een verzekeringsovereenkomst die de burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekt waartoe het gebruikte rijtuig aanleiding geeft;
- ofwel krachtens een andere door de bestuurder gesloten verzekeringsovereenkomst die zijn burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekt, is de uitbreiding van dekking van toepassing:
- wanneer de verzekeraar van een van de voornoemde overeenkomsten gesloten heeft, verhaal neemt op de verzekerde in de gevallen bepaald in ARTIKEL 25, 3.c) en ARTIKEL 25, 4. van huidige overeenkomst of in de hierin niet bepaalde gevallen behoudens indien de verzekerde vooraf van de mogelijkheid van verhaal in kennis werd gesteld;
- wanneer de verzekeringnemer van een van de voornoemde overeenkomsten aan de verzekerde een verzoek tot terugbetaling richt voor het bedrag van het verhaal uitgeoefend in een van de hierboven opgesomde gevallen.
4. De dekking van deze overeenkomst strekt zich eveneens uit tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer alsook van zijn echtgenoot en zijn kinderen die bij hem inwonen, voor de schade veroorzaakt door het gestolen of verduisterde rijtuig dat vervangen werd door het omschreven rijtuig, wanneer:
a) de diefstal of de verduistering bij de maatschappij aangegeven werd binnen 72 uur te rekenen vanaf de dag dat de verzekeringnemer kennis kreeg van de diefstal of de verduistering;
b) het gestolen of verduisterde rijtuig bij de maatschappij verzekerd was.
ARTIKEL 5
Het bedrag van de dekking is onbeperkt. Het wordt evenwel beperkt tot:
a) 2.478,94 EUR per vervoerde persoon voor zijn persoonlijke kleding en bagage;
b) 1.239.467,62 EUR per schadegeval voor stoffelijke schade:
- die veroorzaakt is door brand of ontploffing;
- die niet gedekt is door de wetgeving inzake de burgerrechtelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie en die voortkomt uit of het gevolg is van een kernongeval in de zin van ARTIKEL 1, a), i) van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 7 van 31
ARTIKEL 6
In afwijking van ARTIKEL 8, 1. vergoedt de maatschappij de kosten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reiniging en de herstelling van de binnenbekleding van het omschreven rijtuig wanneer die kosten voortvloeien uit het kosteloos vervoer van door een verkeersongeval gewonde personen.
ARTIKEL 7
Zijn van het recht op schadevergoeding uitgesloten:
a) de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve indien het de aansprakelijkheid voor andermans daad betreft;
de persoon die van alle aansprakelijkheid ontheven is op grond van ARTIKEL 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Het recht op schadevergoeding blijft evenwel verworven ten voordele van de gedeeltelijk aansprakelijke persoon tot beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde;
b) voor hun stoffelijke schade wanneer zij geen lichamelijke letsels hebben opgelopen:
- de bestuurder van het verzekerde rijtuig;
- de verzekeringnemer;
- de eigenaar en de houder van het verzekerde rijtuig ;
- de echtgenoot van de bestuurder, van de verzekeringnemer, van de eigenaar of van de houder van dat rijtuig;
- de bloed- of aanverwanten in rechte lijn van één van de voornoemde personen, voor zover zij bij hem inwonen en door hem onderhouden worden.
De personen bedoeld in punten 7, a) en 7, b) kunnen evenwel aanspraak maken op de vergoeding van hun stoffelijke schade, zelfs indien zij geen lichamelijke letsels hebben opgelopen, wanneer de aansprakelijkheidsvordering gesteund is op een gebrek van het verzekerd rijtuig.
ARTIKEL 8
Zijn van de verzekering uitgesloten:
1. de schade aan het verzekerde rijtuig, behoudens wat bij ARTIKEL 3, 2), 2de lid, bepaald is;
2. de schade aan de door het verzekerde rijtuig vervoerde goederen, behoudens wat bij ARTIKEL 5, a), bepaald is;
3. de schade die niet veroorzaakt wordt door het gebruik van het rijtuig maar die enkel te wijten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer;
4. de schade die voortvloeit uit het deelnemen van het verzekerde rijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden waartoe van overheidswege verlof is verleend;
5. de schade die vergoed wordt overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 8 van 31
HOOFDSTUK II: BESCHRIJVING EN WIJZIGING VAN HET RISICO - MEDEDELINGEN VAN DE VERZEKERINGNEMER
ARTIKEL 9
1. De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de maatschappij. Indien op sommige schriftelijke vragen van de maatschappij niet wordt geantwoord, bijvoorbeeld op de vragen in het verzekeringsvoorstel, en de maatschappij toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen. Dit is eveneens het geval indien de maatschappij de overeenkomst zonder een behoorlijk ingevuld verzekeringsvoorstel heeft gesloten.
2. Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de maatschappij misleidt bij de beoordeling van dat risico, is de overeenkomst nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de maatschappij kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
3. Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, stelt de maatschappij voor, binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen vijftien dagen.
Niettemin kan de maatschappij, indien zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen.
ARTIKEL 10
In de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringnemer de verplichting, om onder de voorwaarden van ARTIKEL 9, 1), de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.
1. Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet zo verzwaard is dat de maatschappij, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet zij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring. Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen 15 dagen.
Indien de maatschappij het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van de verzwaring.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 9 van 31
2. Wanneer in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de maatschappij, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat zij een overeenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen. Indien de contractanten het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 10 van 31
HOOFDSTUK III: BETALING VAN DE PREMIES - VERZEKERINGSBEWIJS
ARTIKEL 11
Zodra de dekking van de overeenkomst aan de verzekeringnemer verleend wordt, geeft de maatschappij hem een verzekeringsbewijs waaruit het bestaan van de overeenkomst blijkt.
In alle gevallen waarin de dekking ophoudt te bestaan, moet de verzekeringnemer onmiddellijk het verzekeringsbewijs aan de maatschappij terugsturen.
ARTIKEL 12
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet op de vervaldagen vooruit betaald worden op verzoek van de maatschappij of van elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon.
ARTIKEL 13
De maatschappij kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de dekking van de overeenkomst schorsen of de overeenkomst opzeggen indien de verzekeringnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief.
De schorsing van de dekking of de opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van 15 dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
Als de dekking geschorst is, maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies, in voorkomend geval vermeerderd met de intresten, zoals bepaald in de laatste aanmaning of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
Wanneer de maatschappij haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij de overeenkomst nog opzeggen indien zij zich dit recht voorbehouden heeft in de ingebrekestelling, bedoeld in het 1ste lid ; in dat geval wordt de opzegging ten vroegste 15 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing, van kracht. Indien de maatschappij zich die mogelijkheid niet heeft voorbehouden, geschiedt de opzegging mits een nieuwe aanmaning overeenkomstig het lid 1 en 2.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de maatschappij de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke wordt gesteld overeenkomstig het 1ste lid. Het recht van de maatschappij wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 11 van 31
HOOFDSTUK IV: MEDEDELINGEN EN KENNISGEVINGEN
ARTIKEL 14
De voor de maatschappij bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden aan één van haar zetels in België of aan elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon.
De voor de verzekeringnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten worden gedaan aan het laatste door de maatschappij gekende adres.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 12 van 31
HOOFDSTUK V: WIJZIGINGEN VAN DE VERZEKERINGSVOORWAARDEN EN VAN HET TARIEF
ARTIKEL 15
Indien de maatschappij de verzekeringsvoorwaarden en haar tarief of enkel haar tarief wijzigt, past zij deze overeenkomst aan op de volgende jaarlijkse vervaldag. Zij stelt de verzekeringnemer van deze aanpassing in kennis minstens 90 dagen vóór die vervaldag. De verzekeringnemer mag evenwel de overeenkomst opzeggen binnen 30 dagen na de kennisgeving van de aanpassing. Door deze opzegging eindigt de overeenkomst op de volgende jaarlijkse vervaldag.
De in het vorige lid bepaalde opzegmogelijkheid bestaat niet wanneer de wijziging van het tarief of van de verzekeringsvoorwaarden voortvloeit uit een algemene aanpassing die door de bevoegde overheid wordt opgelegd en die, in de toepassing ervan, gelijk is voor alle maatschappijen.
De bepalingen van dit ARTIKEL doen geen afbreuk aan de bepaling van ARTIKEL 26.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 13 van 31
HOOFDSTUK VI: SCHADEGEVALLEN EN RECHTSVORDERINGEN
ARTIKEL 16
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen 8 dagen nadat het is voorgevallen, schriftelijk worden aangegeven aan de maatschappij of aan elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon. Deze verplichting rust op alle verzekerden waarvan de aansprakelijkheid betrokken kan zijn.
De schadeaangifte moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval, de naam, de voornaam en de woonplaats van de getuigen en de benadeelden vermelden.
De verzekeringnemer en de overige verzekerden verschaffen de maatschappij of elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon zonder verwijl alle door haar gevraagde nuttige inlichtingen en documenten.
Voor zover mogelijk wordt de schadeaangifte gedaan op het formulier dat de maatschappij ter beschikking stelt van de verzekeringnemer.
ARTIKEL 17
Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten moeten door de verzekerde aan de maatschappij of elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon bezorgd worden binnen 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden afgegeven of betekend.
ARTIKEL 18
Vanaf het ogenblik dat de maatschappij tot het geven van dekking is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is zij verplicht zich achter de verzekerde te stellen binnen de grenzen van de dekking.
Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zoverre de belangen van de maatschappij en van de verzekerde samenvallen, heeft de maatschappij het recht om, in de plaats van de verzekerde, de vordering van de benadeelde te bestrijden. De maatschappij kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
Die tussenkomsten van de maatschappij houden geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen.
De definitieve schadevergoeding of de weigering om te vergoeden wordt zo spoedig mogelijk aan de verzekeringnemer meegedeeld.
De maatschappij die schadevergoeding betaald heeft, treedt in de rechten en de vorderingen die de verzekerde kunnen toebehoren.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 14 van 31
ARTIKEL 19
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelijke toestemming van de maatschappij, is haar niet tegenwerpbaar.
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de maatschappij geen grond opleveren om haar dekking te weigeren.
ARTIKEL 20
De maatschappij betaalt de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding ten belope van de dekking. De maatschappij betaalt, zelfs boven de dekkingsgrenzen, de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, met inbegrip van de rechtsplegingsvergoeding in strafzaken, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zoverre die kosten door haar of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingsvergoeding moeten aan de verzekeraar worden terugbetaald.
ARTIKEL 21
Indien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervolgingen tegen de verzekerde, zelfs indien over de burgerrechtelijke belangen nog geen regeling getroffen is, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verdedigingsmiddelen kiezen.
De maatschappij moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geëiste bedragen, onverminderd ARTIKEL 18 wat de burgerrechtelijke belangen betreft.
De verzekerde is verplicht persoonlijk te verschijnen wanneer de procedure dit vergt.
ARTIKEL 22
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de maatschappij er zich noch tegen verzetten dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechtsmiddel, noch mag zij tussenkomen in de keuze van de rechtsmiddelen in strafzaken.
Zij heeft het recht om de schadevergoedingen te betalen wanneer zij dit aangewezen acht.
Wanneer de maatschappij vrijwillig is tussengekomen, moet zij de verzekerde te gepasten tijde op de hoogte brengen van elk rechtsmiddel dat zij tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde instelt; de verzekerde beslist op eigen risico of hij al dan niet het door de maatschappij ingestelde rechtsmiddel volgt.
ARTIKEL 23
De sommen die onmiddellijk geïnd worden bij de vaststelling van overtredingen van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, de minnelijke schikkingen met het Openbaar Ministerie, de boeten en opdeciemen en de gerechtskosten in strafzaken, onverminderd ARTIKEL 20, zijn niet ten laste van de maatschappij.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 15 van 31
HOOFDSTUK VII: VERHAAL VAN DE MAATSCHAPPIJ
ARTIKEL 24
Wanneer de maatschappij gehouden is ten aanzien van de benadeelden, heeft zij, behoudens iedere andere mogelijke vordering waarover zij beschikt, een recht van verhaal in de gevallen en op de personen vermeld in ARTIKEL 25. Het verhaal heeft betrekking op de schadevergoedingen in hoofdsom, alsook op de gerechtskosten en intresten die de maatschappij dient te betalen. Het bedrag van het verhaal is integraal indien de voornoemde bedragen niet hoger zijn dan 10.411,53 EUR. Het verhaal wordt echter maar uitgeoefend tot beloop van de helft van de voornoemde bedragen wanneer die hoger zijn dan 10.411,53 EUR met een minimum van 10.411,53 EUR en een maximum van 30.986,69 EUR.
ARTIKEL 25
1. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer:
a) ingeval de dekking van de overeenkomst geschorst is wegens niet-betaling van de premie;
b) in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico bij het sluiten of in de loop van de overeenkomst. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderworpen aan de beperking bepaald in ARTIKEL 24;
c) in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten als in de loop van de overeenkomst, die aan de verzekeringnemer kunnen verweten worden ; het bedrag van het verhaal is dan beperkt tot 247,89 EUR (niet-geïndexeerd).
Er kan geen verhaal uitgeoefend worden ingeval de overeenkomst gewijzigd werd overeenkomstig de ARTIKELen 9 en 10.
2. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde, dader van het schadegeval:
a) die het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderworpen aan de beperking bepaald in ARTIKEL 24;
b) die het schadegeval veroorzaakt heeft door een van de volgende gevallen van grove schuld : rijden in staat van dronkenschap of in een gelijkaardige toestand die het gevolg is van het gebruik van producten andere dan alcoholische dranken;
c) indien het rijtuig gebruikt werd ingevolge een misbruik van vertrouwen, een oplichting of een verduistering ; dit verhaal wordt slechts uitgeoefend tegen de dader van het misdrijf of zijn medeplichtige.
3. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringnemer is:
a) wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of wedstrijd, waartoe van overheidswege geen verlof is verleend;
b) wanneer, op het ogenblik van het schadegeval, het rijtuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de voorwaarden die de Belgische wet en reglementen voorschrijven om dat rijtuig te besturen, bijvoorbeeld door een persoon die de vereiste minimumleeftijd niet bereikt heeft, door een persoon die geen rijbewijs heeft of door een persoon die van het recht tot sturen vervallen verklaard
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 16 van 31
is. Het recht van verhaal wordt evenwel niet toegepast wanneer de persoon die het rijtuig bestuurt in het buitenland aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om het rijtuig te besturen en niet onderhevig is aan een in België lopend rijverbod, in welk geval het recht van verhaal behouden blijft;
c) wanneer het omschreven rijtuig dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, op het ogenblik van het schadegeval niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, behalve als het schadegeval zich voordoet tijdens het normale traject naar de keuring of wanneer men in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding "verboden tot het verkeer" zich van het keuringsstation naar zijn woonplaats en/of naar de hersteller begeeft en na herstelling naar het keuringsstation rijdt.
Het recht van verhaal wordt echter niet uitgeoefend indien de verzekerde aantoont dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het rijtuig en het schadegeval;
d) wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl het reglementair of contractueel toegelaten aantal vervoerde personen overschreden is of wanneer het vervoer van personen in strijd is met reglementaire of contractuele bepalingen.
Indien het reglementair of contractueel maximum toegelaten aantal vervoerde personen overschreden is, is het bedrag van het verhaal evenredig aan de verhouding van het overtallig aantal vervoerde personen tot het aantal werkelijk vervoerde personen, onverminderd de toepassing van ARTIKEL 24.
Voor het berekenen van het aantal vervoerde personen komen kinderen beneden vier jaar niet in aanmerking; kinderen van vier tot volle vijftien jaar worden geacht twee derde plaats in te nemen. De uitkomst van de berekening wordt afgerond naar de hogere eenheid.
In geval van personenvervoer buiten de reglementaire of contractuele voorwaarden, wordt het verhaal voor het totaal van de aan deze vervoerde personen betaalde schadevergoedingen uitgeoefend, onverminderd de toepassing van ARTIKEL 24.
Niettemin kan de maatschappij het verhaal dat in ARTIKEL 25, 3) omschreven is, niet uitoefenen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voorgedaan in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
4. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de dader van het schadegeval of de burgerrechtelijk aansprakelijke in de gevallen bedoeld in ARTIKEL 33 wanneer de dekking enkel geldt ten gunste van de benadeelde personen.
5. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde die de in ARTIKEL 19 vermelde verplichtingen niet heeft nageleefd. In ieder geval is er maar verhaal indien en in de mate waarin de maatschappij schade geleden heeft, onverminderd de toepassing van ARTIKEL 24.
6. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde die een bepaalde handeling niet verricht heeft binnen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. Dit verhaalrecht kan niet uitgeoefend worden indien de verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk, verricht heeft. In ieder geval kan slechts verhaal worden uitgeoefend indien en in de mate waarin de maatschappij door het verzuim schade heeft geleden, onverminderd de toepassing van ARTIKEL 24.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 17 van 31
HOOFDSTUK VIII: DUUR, VERNIEUWING, SCHORSING, EINDE VAN DE OVEREENKOMST
ARTIKEL 26
De duur van de overeenkomst is één jaar. Op het einde van de verzekeringsperiode wordt de overeenkomst stilzwijgend van jaar vernieuwd, tenzij door één van de partijen ten minste drie maanden vóór het verstrijken van de lopende periode werd opgezegd.
ARTIKEL 27
De maatschappij kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig ARTIKEL 26;
2. in geval van opzettelijke verzwijging of opzettelijke onjuiste mededeling van gegevens betreffende het risico in de loop van de overeenkomst;
3. in geval van onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens betreffende de omschrijving van het risico, bij het sluiten van de overeenkomst zoals bepaald in ARTIKEL 9 en in geval van verzwaring van het risico zoals bepaald in ARTIKEL 10;
4. in geval van niet-betaling van de premie, overeenkomstig ARTIKEL 13;
5. wanneer het aan de technische controle onderworpen rijtuig niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs of wanneer het rijtuig niet beantwoordt aan de "Algemene Reglementen op de technische eisen van de motorrijtuigen";
6. na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding;
7. in geval van publicatie van nieuwe wettelijke bepalingen die een invloed hebben op de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden of op de verzekering van deze aansprakelijkheid, maar ten laatste 6 maanden na de inwerkingtreding van deze bepalingen;
8. in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals bepaald in ARTIKEL 30;
9. in geval van faillissement, kennelijk onvermogen of overlijden van de verzekeringnemer, overeenkomstig de artikelen 31 en 32.
De maatschappij verbindt er zich toe dat de leeftijd van de bestuurder nooit, op zich, het motief zal zijn van een door de maatschappij genomen saneringsmaatregel.
ARTIKEL 28
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig ARTIKEL 26;
2. na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de kennisgeving door de maatschappij van de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding;
3. in geval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief of alleen van het tarief, overeenkomstig ARTIKEL 15;
4. in geval van faillissement, gerechtelijk akkoord of intrekking van de toelating van de maatschappij;
5. in geval van vermindering van het risico, zoals bepaald in ARTIKEL 10;
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 18 van 31
6. wanneer tussen de datum van het sluiten en de aanvangsdatum een termijn van meer dan een jaar verloopt. Deze opzegging dient betekend, uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst;
7. in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals bepaald in ARTIKEL 30.
ARTIKEL 29
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Behoudens in de gevallen bedoeld in de ARTIKELen 13, 15 en 26, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte ter post.
De opzegging van de overeenkomst door de maatschappij na aangifte van een schadegeval wordt van kracht bij de betekening ervan, wanneer de verzekeringnemer, of de verzekerde, één van zijn verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden. Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het van kracht worden van de opzegging, wordt door de maatschappij terugbetaald.
ARTIKEL 30
Wanneer het omschreven rijtuig, in eigendom of in huur wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het rijtuig in bezit neemt.
ARTIKEL 31
In geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die de maatschappij het bedrag verschuldigd is van de premies vervallen vanaf de faillietverklaring.
De maatschappij en de curator van het faillissement hebben evenwel het recht om de overeenkomst op te zeggen. De maatschappij kan de overeenkomst echter maar opzeggen ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring. De curator kan de overeenkomst slechts opzeggen binnen de drie maanden, die volgen op de faillietverklaring.
ARTIKEL 32
In geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen, onverminderd het recht van de maatschappij om de overeenkomst op te zeggen, binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis kreeg van het overlijden, op één van de wijzen bepaald in ARTIKEL 29, 1ste lid.
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen, op één van de wijzen bepaald in ARTIKEL 29, 1ste lid, binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden.
Indien het omschreven rijtuig de volle eigendom wordt van één van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel. Deze erfgenaam of legataris kan evenwel de overeenkomst opzeggen binnen de maand te rekenen vanaf de dag dat het rijtuig hem werd toebedeeld.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 19 van 31
ARTIKEL 33
In geval van overdracht van eigendom van het omschreven rijtuig zijn volgende bepalingen van toepassing:
1. Betreffende het nieuwe rijtuig
De dekking blijft aan de verzekerde verworven:
- gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom van het omschreven rijtuig en dit zonder enige formaliteit, indien het nieuwe rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat van het overgedragen rijtuig;
- na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen voor zover echter de maatschappij binnen deze termijn in kennis gesteld werd van de vervanging. In dit geval blijft de overeenkomst bestaan volgens de verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing bij de maatschappij op de laatste premievervaldag onder voorbehoud van de bepalingen van ARTIKEL 37 betreffende de premie- indexatie.
Indien na het verstrijken van de in dit ARTIKEL 33, 1) bepaalde termijn van 16 dagen het overgedragen rijtuig niet werd vervangen of indien deze vervanging niet ter kennis werd gebracht van de maatschappij is de overeenkomst geschorst en wordt ARTIKEL 34 toegepast.
Deze schorsing van de overeenkomst is tegenwerpbaar aan de benadeelde persoon. De vervallen premie blijft aan de maatschappij prorata temporis verworven tot op het ogenblik dat de overdracht van eigendom haar ter kennis wordt gebracht.
2. Betreffende het overgedragen rijtuig ander dan een bromfiets
Gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom, voor zover geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt:
- blijft de dekking verworven aan de verzekeringnemer, zijn echtgenoot en kinderen die bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd tot sturen hebben bereikt, indien het overgedragen rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het vóór de overdracht droeg;
- heeft de dekking uitwerking, doch enkel ten opzichte van de benadeelde persoon wanneer de schade berokkend wordt door een andere verzekerde dan degenen die hiervoren vermeld zijn, en dit indien het overgedragen rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het vóór de overdracht droeg.
Na het verstrijken van de in dit ARTIKEL 33, 2) bepaalde termijn van 16 dagen vervalt deze dekking tenzij de overeenkomst, mits schriftelijke instemming van de maatschappij, overgedragen werd ten gunste van de nieuwe eigenaar. De beëindiging van deze dekking is tegenwerpbaar aan de benadeelde persoon.
3. Betreffende de bromfietsen
Aanvullend bij 1), blijft de dekking verworven, doch enkel ten voordele van de benadeelde persoon en op voorwaarde dat geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt, voor de schade veroorzaakt door elke bromfiets voorzien, met toelating van de titularis, van de provinciale plaat afgeleverd op grond van het door de maatschappij afgegeven attest, voor zover het schade berokkenend feit zich heeft voorgedaan vóór het einde van het op de plaat vermelde jaar.
Behoudens schriftelijk akkoord van de maatschappij wordt de overeenkomst niet overgedragen ten voordele van de nieuwe eigenaar van de overgedragen bromfiets.
Referentie: 0745-22323-22-N-01012013
Pagina 20 van 31
4. In geval van een huurovereenkomst betreffende het omschreven rijtuig
De onder 1), 2) en 3) omschreven bepalingen zijn eveneens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven rijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een gelijkaardige overeenkomst, onder meer een leasing- overeenkomst.
ARTIKEL 34
Xxxxxxx van schorsing van de overeenkomst moet de verzekeringnemer die het omschreven of enig ander rijtuig in het verkeer brengt, daarvan mededeling doen aan de maatschappij.
De overeenkomst wordt opnieuw in werking gesteld volgens de verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing op de laatste jaarlijkse premievervaldag, onder voorbehoud van de bepalingen van ARTIKEL 37 betreffende de premie-indexatie.
Indien de overeenkomst niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag. Indien de schorsing echter gebeurt binnen de drie maanden voor de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag, neemt de overeenkomst een einde op de volgende jaarlijkse vervaldag.
Het niet-verbruikte premiegedeelte wordt op het einde van de overeenkomst terugbetaald. Neemt de overeenkomst een einde alvorens de waarborg een volledig jaar heeft gelopen dan wordt de terugbetaling verminderd met het verschil tussen de jaarpremie en de premie berekend aan het tarief voor overeenkomsten van minder dan één jaar.
De verzekeringnemer kan altijd schriftelijk vragen om geen einde aan de overeenkomst te stellen.
ARTIKEL 35
Indien het risico verdwijnt wegens enige andere reden dan die welke hierboven zijn opgesomd, moet de verzekeringnemer de maatschappij hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen; doet hij dit niet, dan blijft de vervallen premie prorata temporis aan de maatschappij verworven of verschuldigd tot op het ogenblik dat die mededeling werkelijk wordt gedaan.
HOOFDSTUK IX: INDEXATIE
ARTIKELS 36 EN 37
Opgeheven door ARTIKEL 5 van het koninklijk besluit van 16 januari 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en van het koninklijk besluit van 14 december 1992 betreffende de modelovereenkomst voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
HOOFDSTUK X: A POSTERIORI PERSONALISATIESTELSEL
ARTIKEL 38
Opgeheven door ARTIKEL 6 van het koninklijk besluit van 16 januari 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en van het koninklijk besluit van 14 december 1992 betreffende de modelovereenkomst voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Het beschreven systeem dat zich in bijlage bevindt, is van toepassing. Wanneer een bepaling van het contract verwijst naar ARTIKEL 38, dan heeft dit betrekking op deze bijlage.
HOOFDSTUK XI: BIJZONDERE BEPALING VOOR MOTORRIJTUIGEN WAARVAN HET TARIEF GESEGMENTEERD IS
ARTIKEL 39
Segmenteringscriteria
In geval van wijziging van één van de door de verzekeringnemer gekende segmenteringscriteria, kan het contract niet worden opgezegd.
De maatschappij zal de gepersonaliseerde premie aanpassen indien:
- de verzekeringnemer een wijziging van één van deze criteria meedeelt;
- zij vaststelt dat een criterium niet overeenstemt met de verklaringen van de verzekeringnemer.
HOOFDSTUK XII: VERGOEDING VAN BEPAALDE SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN
ARTIKEL 40
1. Bij een verkeersongeval waarbij het verzekerde motorrijtuig betrokken is, wordt, met uitzondering van de stoffelijke schade, alle schade veroorzaakt aan elk verkeersslachtoffer of aan zijn rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, vergoed door de maatschappij overeenkomstig ARTIKEL 29 bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als lichamelijke schade.
Xxxxxxxxxxx die een onverschoonbare fout hebben begaan die de enige oorzaak was van het ongeval, kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van het eerste lid.
Enkel de opzettelijke fout van uitzonderlijke ernst, waardoor diegene die ze begaan heeft zonder geldige reden wordt blootgesteld aan een gevaar waarvan hij zich bewust had moeten zijn is onverschoonbaar.
Het bewijs van onverschoonbare fout is niet toegelaten ten aanzien van slachtoffers, jonger dan veertien jaar.
Deze vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de aansprakelijkheidsverzekering in het algemeen en de aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijruigen in het bijzonder, voor zover daarvan in dit hoofdstuk niet wordt afgeweken.
2. De bestuurder van een motorrijtuig en zijn rechthebbenden kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van dit hoofdstuk.
3. Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder motorrijtuig worden verstaan ieder motorrijtuig met uitzondering van rolstoelen met een eigen aandrijving die door gehandicapten in het verkeer kunnen worden gebracht.
4. Alle hoofdstukken van de overeenkomst zijn van toepassing behalve de ARTIKELen 1 tot 3 en 5 tot 8 van hoofdstuk I (Voorwerp en omvang van de verzekering).
Wat hoofdstuk VII (Verhaal van de maatschappij) betreft, heeft de maatschappij een rechtvan verhaal voor de gevallen die in ARTIKEL 25.1 a), 25.3 b) en, wat de aan de vervoerdepersonen uitgekeerde vergoedingen betreft, in 25.3 d) bedoeld zijn. Zij beschikt eveneens over een recht van verhaal in alle andere in ARTIKEL 25 bedoelde gevallen, maar alleen wanneer zij op basis van de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregels de aansprakelijkheid van een verzekerde aantoont, en dit in de mate dat de verzekerde aansprakelijk is.
5. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en in afwijking van ARTIKEL 16, alinea 1, berust deverplichting tot schadeaangifte bij de verzekeringnemer, ook al zou hij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, voor zover hij van het voorgevallen schadegeval kennis had.
HOOFDSTUK XIII: TERRORISME
ARTIKEL 41
Lidmaatschap van TRIP
De verzekering dekt in bepaalde gevallen daden van terrorisme. De verzekeringsonderneming is hiertoe lid van de VZW TRIP, met maatschappelijke zetel gevestigd te 0000 Xxxxxxx, de Meeûssquare
29. Overeenkomstig de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, wordt de uitvoering van alle verbintenissen van alle verzekeringsondernemingen die lid zijn van de VZW, beperkt tot 1 miljard euro per kalenderjaar voor de schade veroorzaakt door alle gebeurtenissen erkend als terrorisme voorgevallen tijdens dat kalenderjaar. Dit bedrag wordt elk jaar aangepast op 1 januari volgens de ontwikkeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, met als basis het indexcijfer van december 2005. Ingeval van wettelijke of reglementaire wijziging van dit basisbedrag, zal het gewijzigde bedrag automatisch van toepassing zijn vanaf de eerstvolgende vervaldag na de wijziging, tenzij de wetgever uitdrukkelijk in een andere overgangsregeling voorziet.
Indien het totaal van de berekende of geraamde schadevergoedingen groter is dan het bedrag genoemd in de vorige alinea, wordt een evenredigheidsregel toegepast: de uit te keren schadevergoedingen worden beperkt ten belope van de verhouding van het bedrag genoemd in de vorige alinea of de nog beschikbare middelen voor dat kalenderjaar ten opzichte van de uit te keren schadevergoedingen toegerekend aan dat kalenderjaar.
ARTIKEL 42
Uitbetalingsregeling
Overeenkomstig voornoemde wet van 1 april 2007, beslist het Comité of een gebeurtenis beantwoordt aan de definitie van terrorisme. Opdat het bedrag genoemd in de paragraaf "Lidmaatschap van TRIP" niet zou worden overschreden, bepaalt dit Comité, ten laatste zes maanden na de gebeurtenis, het percentage van de schadevergoeding dat door de verzekeringsondernemingen die lid zijn van de VZW ingevolge de gebeurtenis dient te worden vergoed. Het Comité kan dit percentage herzien. Ten laatste op 31 december van het derde jaar volgend op het jaar van de gebeurtenis, neemt het Comité een definitieve beslissing omtrent het uit te betalen percentage van schadevergoeding.
De verzekerde of de begunstigde kan tegenover de verzekeringsonderneming pas aanspraak maken op de schadevergoeding nadat het Comité het percentage heeft vastgesteld. De verzekeringsonderneming betaalt het verzekerde bedrag uit overeenkomstig het percentage vastgesteld door het Comité.
In afwijking van het voorgaande zal de verzekeringsonderneming, indien bij koninklijk besluit een ander percentage wordt vastgelegd, overeenkomstig dit percentage uitbetalen. Indien het Comité het percentage verlaagt, zal de verlaging van de schadevergoeding niet gelden voor de reeds uitgekeerde schadevergoedingen, noch voor de nog uit te keren schadevergoedingen waarvoor de verzekeringsonderneming reeds een beslissing aan de verzekerde of de begunstigde heeft meegedeeld.
Indien het Comité het percentage verhoogt, geldt de verhoging van de schadevergoeding voor alle aangegeven schadegevallen voortvloeiend uit de gebeurtenis erkend als terrorisme. Indien het Comité vaststelt dat het bedrag genoemd in de paragraaf "Lidmaatschap van TRIP", onvoldoende is voor het vergoeden van alle geleden schade of over onvoldoende elementen beschikt om te oordelen of dit bedrag voldoende is, wordt de schade aan personen bij voorrang vergoed.
De morele schadevergoeding wordt na alle andere schadevergoedingen vergoed.
Elke beperking, uitsluiting en/of spreiding in de tijd van de uitvoering van de verbintenissen van de verzekeringsonderneming, bepaald in een koninklijk besluit, zal van toepassing zijn overeenkomstig de modaliteiten voorzien in dat koninklijk besluit.
BIJLAGE: A POSTERIORI PERSONALISATIESTELSEL
1. Toepassingsgebied
De volgende bepalingen zijn van toepassing op de premies die betrekking hebben op personenwagens voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik en motorrijtuigen bestemd voor het vervoer van zaken waarvan de M.T.M. 3,5 T. niet overschrijdt, met uitzondering van de motorrijtuigen voorzien van een commerciële nummerplaat, de motorrijtuigen van het type "oldtimer", de speciale voer- en werktuigen, evenals hun aanhangwagens.
2. De gradenschaal en de ermee overeenstemmende premieniveaus
Graden | Premieniveau ten opzichte van het basisniveau 100 |
22 | 200 |
21 | 160 |
20 | 140 |
19 | 130 |
18 | 123 |
17 | 117 |
16 | 111 |
15 | 105 |
14 | 100 |
13 | 95 |
12 | 90 |
11 | 85 |
10 | 81 |
9 | 77 |
8 | 73 |
7 | 69 |
6 | 66 |
5 | 63 |
4 | 54 |
3 | 54 |
2 | 54 |
1 | 54 |
0 | 54 |
-1 | 54 |
-2 | 54 |
3. Toetredingsmechanisme tot het stelsel
De toetreding tot het stelsel gebeurt in graad 14 van de schaal, behalve bij beperkt gebruik van een motorrijtuig voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik waar de toetreding in graad 11 gebeurt.
Onder beperkt gebruik wordt verstaan:
- voor privé-doeleinden en op de weg van en naar het werk (verplaatsingen tussen twee arbeidsplaatsen worden als beroepsgebruik beschouwd), met uitsluiting van elk ander beroepsgebruik dan de hierna bedoelde;
- voor beroepsdoeleinden maar uitsluitend:
1. door personen die voltijds een loon- of weddetrekkend beroep uitoefenen en die geen deel uitmaken van de buitendiensten van de onderneming of van de instelling die hen tewerksteld (worden beschouwd als deel uitmakend van de buitendiensten, de personen waarvan de beroepsactiviteit systematisch opdrachten in buitendienst inhoudt);
2. door zelfstandigen die voltijds een zittend beroep uitoefenen;
3. door de bedienaars van een door de wet erkende eredienst;
4. door landbouwers en groentekwekers die regelmatig deelnemen aan de handenarbeid van de onderneming.
4. Verplaatsingsmechanisme op de gradenschaal
De premie wijzigt op elke jaarlijkse premievervaldag volgens de hierboven vermelde gradenschaal in functie van het aantal schadegevallen en overeenkomstig de hierna omschreven regels.
Om de personalisatiegraad te doen veranderen, worden alleen de schadegevallen in aanmerking genomen waarvoor de maatschappij die het risico dekte op het tijdstip van het schadegeval, aan de benadeelden een schadevergoeding betaald heeft of zal moeten betalen.
De schadegevallen die betrekking hebben op ARTIKEL 29 bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen worden niet in aanmerking genomen.
De geobserveerde verzekeringsperiode wordt elk jaar afgesloten uiterlijk op de 15de van de maand die aan de maand van de jaarlijkse premievervaldag voorafgaat. Indien zij, om welke reden ook, korter is dan 9 maand en half, zal zij bij de volgende observatieperiode gevoegd worden.
5. Werkingswijze van het mechanisme
De verplaatsingen geschieden volgens het volgende mechanisme:
a) per geobserveerde verzekeringsperiode met één of meer schadegevallen: stijging met vijf graden per schadegeval;
b) per geobserveerde verzekeringsperiode: onvoorwaardelijke daling met één graad.
6. Bijzonderheden in de werkingswijze van het mechanisme
Als de personalisatiegraad van -2 bereikt is, is de stijging met 5 graden per schadegeval zoals voorzien in punt 5) a) hierboven niet van toepassing.
Daarenboven verbindt de maatschappij er zich toe om slechts een saneringsmaatregel te overwegen ten gevolge van schadegeval(len) in de volgende gevallen:
- in geval van een derde schadegeval in fout dat aanleiding gegeven heeft tot de betaling van een schadevergoeding in het kader van de waarborg Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid of;
- in geval van een schadegeval in fout met een bestuurder in staat van dronkenschap of een gelijkaardige toestand die het gevolg is van het gebruik van producten andere dan alcoholische dranken of in staat van strafbare alcoholintoxicatie of;
- in geval van een opzettelijk schadegeval of;
- in geval van een schadegeval met vluchtmisdrijf of;
- als ten gevolge van een schadegeval in fout dat een ongeschiktheid tot sturen doet vermoeden, de bestuurder van meer dan 75 jaar door een gespecialiseerd onafhankelijk organisme onbekwaam tot sturen verklaard wordt.
7. Verbetering van de graad
Indien blijkt dat de personalisatiegraad van een verzekeringnemer verkeerdelijk bepaald of gewijzigd werd, wordt deze verbeterd en worden de premieverschillen die eruit voortvloeien, respectievelijk aan de verzekeringnemer terugbetaald of door de maatschappij opgeëist.
Het door de maatschappij terugbetaalde bedrag wordt verhoogd met de wettelijke intrest indien de verbetering meer dan één jaar na de toekenning van de verkeerde graad gebeurd is. Deze intrest loopt vanaf het ogenblik dat de verkeerde premie werd geïnd.
8. Verandering van rijtuig en/of gebruik van motorrijtuig
De verandering van rijtuig heeft geen enkele invloed op de personalisatiegraad.
Wanneer het gebruik van het voertuig overgaat van beperkt naar onbeperkt gebruik of omgekeerd, wordt de personalisatiegraad gecorrigeerd met 3 graden.
9. Opnieuw van kracht worden
Indien een geschorste overeenkomst opnieuw van kracht wordt, blijft de op het ogenblik van de schorsing bereikte personalisatiegraad van toepassing.
10. Verandering van maatschappij
Indien de verzekeringnemer, vóór het sluiten van de overeenkomst door een andere maatschappij verzekerd werd, is hij verplicht aan de maatschappij de schadegevallen aan te geven die voorgekomen zijn sinds de datum van het door de andere maatschappij afgeleverde attest schadeverleden tot op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
11. Attest op het einde van de overeenkomst
Zoals voorzien door het koninklijk besluit van 16/01/2002, maakt de maatschappij, binnen
15 dagen na het einde van de overeenkomst, het attest schadeverleden over aan de verzekeringnemer.
12. Voordien in een ander land van de Europese Gemeenschap onderschreven overeenkomst
Indien de overeenkomst onderschreven wordt door een persoon die in de loop van de laatste vijf jaar reeds een overeenkomst onderschreven had overeenkomstig de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap, dan wordt de gepersonaliseerde premie bepaald op een graad waarbij rekening gehouden wordt, voor de laatste 5 verzekeringsjaren, met het aantal schadegevallen per verzekeringsjaar waarvoor de buitenlandse verzekeraar schadevergoedingen ten voordele van de benadeelden heeft betaald of zal moeten betalen. De verzekeringnemer dient de nodige bewijsstukken voor te leggen.
UITBREIDING VAN UW CONTRACT "VERZEKERING B.A. AUTO" BA MAX
De waarborg is verworven zodra deze in de bijzondere voorwaarden vermeld wordt.
Voorwerp van de waarborg
Vergoeding van de schade van de begunstigden die voortvloeit uit een lichamelijk letsel opgelopen door de verzekerde en/of uit zijn overlijden, ten gevolge van een schadegeval.
De schade aan de kledij die de verzekerde draagt wordt eveneens vergoed.
Verzekerden
Is verzekerd
- ieder gemachtigde bestuurder als bestuurder van het omschreven voertuig of van een vervangingsvoertuig zoals omschreven in ARTIKEL 4.1. a) van de overeenkomst B.A. Auto;
- de voornaamste bestuurder aangeduid in de overeenkomst als bestuurder van elke personenwagen van het type "toerisme en zaken of voor gemengd gebruik of elke bestelwagen bestemd voor het vervoer van zaken tot 3,5t (= "uitbreiding Bob").
Begunstigden
- In geval van lichamelijk letsel: de verzekerde, met uitsluiting van elke derde betaler;
- Bij overlijden: de rechthebbenden van de verzekerde die schade hebben geleden ten gevolge van dit overlijden, met uitsluiting van elke derde betaler.
Schadegeval
Elk verkeersongeval waarbij een verzekerde betrokken is.
Omvang van de waarborg
De berekening van de vergoeding gebeurt volgens de gebruikelijke regels van het Belgisch gemeen recht en zoals voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in België.
Het bedrag van de tussenkomst bedraagt maximaal 250.000 EUR per schadegeval.
Indeplaatsstelling
De maatschappij treedt in de rechten en rechtsvorderingen van de begunstigden tegen de voor het schadegeval aansprakelijke derden en dit ten belope van de uitbetaalde schadevergoeding.
Derde betalers
De schadevergoeding is verworven door de begunstigden na afhouding van rekening houdende met de prestatie van derde betalers.
Onder prestatie van derde betalers, verstaat men:
- de uitkeringen van de verzekeringsinstellingen van de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering;
- de wettelijke uitkeringen van de werkgevers en/of van de sociale of daarmee gelijkgestelde instellingen;
- de uitkeringen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Uitsluitingen
Deze waarborg is niet van toepassing:
- voor de niet-gedekte schadegevallen onder deze overeenkomst en voor de gevallen voorzien in ARTIKEL 25 van deze overeenkomst;
- de schadegevallen veroorzaakt door een verzekerde in staat van strafbare alcoholintoxicatie of een gelijkaardige toestand veroorzaakt door producten andere dan alcoholische dranken;
- in geval van het niet-respecteren door de verzekerde van de wetgeving op het dragen van de veiligheidsgordel.