BPV werkwijzer
BPV werkwijzer
Technicus Engineering
Crebo | : | 00000 |
Xxxxxx | : | 2019 - 2020 |
Versie | : | 1.0 |
Niveau | : | N4 |
Inhoudsopgave
1. BPV binnen de Markiezaat College onderwijsvisie 5
1.1. Beroepspraktijkvorming (BPV) is onderwijs 5
1.2. De positie van BPV in jouw diplomadossier 6
2. Stap voor stap op weg naar een geschikte BPV-plaats 7
2.4. Praktijkovereenkomst (POK) 7
3. Rollen, taken en verantwoordelijkheden 9
3.1. Wie zijn er betrokken bij de BPV 9
3.2. Wie is waarvoor verantwoordelijk 10
4. Begeleiding tijdens de BPV 11
4.1. Begeleiding BPV op het leerbedrijf 11
4.2. Begeleiding BPV vanuit school 11
4.3. Werkwijze BPV-bureau Markiezaat College 12
5. Aan welke eisen moet je voldoen om je BPV te behalen? 13
5.1. Voldoen aan de ureneis 13
5.2. Voldoen aan de opdrachteneis: voortgang op je werkprocessen 13
6. Studievoortgang tijdens de BPV 15
6.2. Toelichting studievoortgangsmeting voor deze opleiding 15
Bijlage 1: Aanvraagformulier praktijkovereenkomst (POK) 18
Bijlage 2: periodisering Markiezaat College 19
Bijlage 3: werken met kluskaarten/bewijskaarten via de SVM 20
Bijlage 4: gespreksformulier BPV-studievoortgang-loopbaan MC 22
Inleiding
Een belangrijk deel van je opleiding doorloop je in een leeromgeving (leerbedrijf), passend bij je toekomstige beroep.
We noemen dit deel van de opleiding de beroepspraktijkvorming (BPV), voor velen ook bekend als stage of leerwerkplek.
Deze werkwijzer geeft je basisinformatie die van belang is voor de begeleiding en de beoordeling tijdens de BPV. Tevens wordt aandacht besteed aan allerlei formele BPV-zaken.
De BPV werkwijzer is geschreven voor alle studenten van het Markiezaat College. Per opleiding wordt door het docententeam specifieke informatie toegevoegd die voor jouw opleiding geldt zoals in de tabel hieronder.
BELANGRIJKE GEGEVENS VOOR JOU EN JE PRAKTIJKBEGELEIDER (ZIE OOK HOOFDSTUK 2) | ||
STIP: Studenten Informatie Punt Xxxxxxxxx 00, Xxxxxx xx Xxxx | XXxxxx@xxxxx.xx 0164-281700 | |
BPV-bureau Xxxxxxxxx 00, Xxxxxx xx Xxxx | Xxxxxxxx Xxxxxxx, coördinator Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxx, medewerker Xxxxx xxx Xxxxxxxxxxxxxx | XXxxxxxxxx@xxxxx.xx 0164 - 281744 |
Algemene informatie over BPV | ROC West-Brabant | |
Teamvoorzitter Engineering | Xxxxx xxx Xxxxxx | X.xxxxxxxxx@xxxxx.xx 0164-281700 |
Afdelingsmanager Industriële Techniek | Wim Appels | 0164-281700 |
Hieronder vind je een overzicht van de namen en bereikbaarheid van jouw begeleiders vanuit het Markiezaat College:
KLAS | STUDIELOOPBAANBEGELEIDER | BPV-BEGELEIDER EN BEREIKBAARHEID |
ME4TM1n | R. Van Haaften | |
ME4TM1o | X. Xxxxxxxxx | |
ME4TM1p | X. Xxx Xxxxxx | |
ME4TW1n | X. Xxx Xxxxxxxxx | |
ME4TM2n | X. Xxxxxxxxxx | |
ME4TM2o | X. Xxxxxxxxxx | |
ME4TM2p | X. Xxx Xxxxxx | |
ME4TW2n | X. Xxxxxxx | |
ME4TW2o | X. Xxxxxxx | |
ME4TM3n | X. Xxxxxxxxxx | |
ME4TM3o | X. Xxxxxxxxxx | |
ME4TM3p | X. Xxxxxxxxx | |
ME4TW3n | X. Xxxxx |
ME4TW3o | X. Xxxxx | |
ME4TM4n | X. Xxxxxxxx | |
ME4TW4n | R. Van Haaften |
We wensen je een mooie en leerzame tijd bij je leerwerkbedrijf.
Weet ons als Markiezaat College te vinden voor eventuele vragen, suggesties of extra begeleiding. Met vriendelijke groet,
Xxxxx xxx Xxxxxxx
Directeur Markiezaat College
Omwille van de leesbaarheid is steeds ‘hij’ gebruikt in de tekst. Waar ‘hij’ staat kan uiteraard ook ‘zij’ worden gelezen.
1. BPV binnen de Markiezaat College onderwijsvisie
1.1. Beroepspraktijkvorming (BPV) is onderwijs
De minister van OCW heeft bepaald aan welke eisen je aan het eind van de opleiding moet voldoen. Dit wordt beschreven in het kwalificatiedossier in de vorm van kerntaken, werkprocessen, competenties en gedragsindicatoren. Competenties zijn een combinatie van kennis, houding en vaardigheden, waardoor je in staat bent om complexe situaties in je beroep op te lossen.
Tevens heeft de minister bepaald dat het mbo beroepsgericht moet zijn vormgegeven. Beroepsgericht onderwijs is voor het Markiezaat College onderwijs, waarbinnen:
• kennis, houding en vaardigheden samen, geïntegreerd, getraind en beoordeeld worden;
• de beroepspraktijk het uitgangspunt is;
• situaties uit de praktijk de inhoud van het onderwijs bepalen.
Ons uitgangspunt is dat je beroepsmatig handelen vooral leert in echte of nagebootste beroepssituaties, waarin je gevraagd wordt (steeds moeilijkere) realistische opdrachten te volbrengen of beroepsproblemen op te lossen. Het maakt in principe niet uit of je studievoortgang op jouw werkprocessen boekt op school of tijdens de BPV.
Daarom streeft het Markiezaat College concentrisch onderwijs na. Dat betekent dat alle werkprocessen, ondersteunende kennis en vaardigheden, gedurende het grootste deel van de opleiding, steeds worden herhaald (op school en tijdens de BPV).
Er wordt op eenvoudig niveau gestart met opdrachten, klussen, werkorders of projecten (binnenste cirkel) en dat wordt steeds verder uitgebouwd tot op het meest complexe vereiste niveau (examenniveau, buitenste cirkel).
1.2. De positie van BPV in jouw diplomadossier
Vanaf de eerste dag van je opleiding werk je aan het behalen van je diploma. Om een mbo-diploma te behalen moet je aan 6 tot 8 onderdelen voldoen.
Voor je diplomadossier (en dus je examens) maakt het niet uit of je een BOL- of BBL-variant volgt. Het verschil zit in de uitvoering:
• als je een BOL-opleiding volgt werk je tijdens je stage(s) aan, onder andere, je BPV-eisen
• als je een BBL-opleiding volgt werk je (meestal) 4 dagen per week aan, onder andere, je BPV-eisen
ONDERDEEL DIPLOMADOSSIER | WETTELIJKE BASIS | WIE LEVERT AAN | |
1 | Kerntaken (kwalificatiedossier) Beoordelingslijst(en) voorzien van handtekeningen Berekening eindcijfer per kerntaak | voldoende >5,5 | 1e beoordelaar 1e beoordelaar |
2 | BPV Verklaring: BPV-beoordeling conform werkwijzer BPV | ||
voldoende | XXX-xxxxxxxxxx/XXX-xx | ||
0 | Kerntaken (keuzedelen) Beoordelingslijst(en) voorzien van handtekeningen Berekening eindcijfer per kerntaak | voldoende >5,5 | 1e beoordelaar 1e beoordelaar |
4 | Nederlands – generiek Behaalde resultaten vijf vaardigheden + gemiddelden | cohortenschema | Centraal Examen taaldocent |
5 | Rekenen – generiek Behaald resultaat | cohortenschema | Centraal Examen |
6 | Engels – generiek (n4) Behaalde resultaten vijf vaardigheden + gemiddelden | cohortenschema | Centraal Examen taaldocent |
7 | Loopbaan en burgerschap Verklaring inspanningsverplichting conform verantwoordingsdocument MC | voldaan | L&B-docent |
8 | Wettelijke beroepsvereisten (kwalificatiedossier) Eventueel vereiste (inter)nationale certificaten/diploma’s | certificaat | SLB-er via student |
2. Stap voor stap op weg naar een geschikte BPV-plaats
Om jouw praktijkuren te kunnen maken heb je een erkend leerbedrijf nodig dat past bij jouw opleiding. In de meeste opleidingen ga je zelf op zoek naar dit leerbedrijf waar xxx als BOL of als BBL-leerling aan de slag mag. Xxxx moet je op letten en wat moet je regelen om te zorgen dat dit goed geregeld is?
Conform de wet- en regelgeving moet je het BPV-gedeelte van jouw opleiding doorlopen binnen een bedrijf of instelling die erkend is voor de opleiding die jij volgt. SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) beoordeelt of een bedrijf aan de eisen voldoet om als leerbedrijf te mogen opleiden in de praktijk van het beroep.
Erkende leerbedrijven voldoen o.a. aan de volgende eisen:
• de werkzaamheden passen bij jouw opleiding
• er is een deskundige praktijkopleider aanwezig voor jouw begeleiding
• de werkplek is veilig
Je vindt erkende leerbedrijven op xxx.xxxxxxxxxx.xx. SBB publiceert hier alle erkende leerbedrijven.
Vraag eventueel jouw BPV-begeleider of het BPV-bureau om hulp bij het zoeken. Als een bedrijf nog niet erkend is voor jouw opleiding, dan kan het BPV-bureau een voordracht doen voor een eerste erkenning of uitbreiding van de huidige erkenning. Heb je een bedrijf gevonden dat je aanspreekt, dan ga je in gesprek of je er kunt stage lopen of werken. Als het bedrijf jou aanneemt als stagiaire of leerling-werknemer is het belangrijk dat je een aantal zaken goed regelt.
Gefeliciteerd, je hebt een leerbedrijf gevonden! Zodra je hebt gehoord dat je bent aangenomen vul je een Aanvraagformulier POK in. Dit formulier vind je op het studentenportaal → documenten → BPV of de link Aanvraagformulier POK . Je vult hierop alle benodigde gegevens in en levert dit in bij STIP, via de balie of brievenbus. Ook digitaal inleveren is mogelijk via xxxxxxxxxx@xxxxx.xx
2.4. Praktijkovereenkomst (POK)
Voor de periode(n) dat jij deelneemt aan de BPV wordt een praktijkovereenkomst (POK) afgesloten tussen het Markiezaat College, het leerbedrijf en jou. De omvang en de periode van de BPV worden vastgelegd in de POK, evenals de rechten en plichten van alle betrokken partijen. Een BOL-student neemt deel aan de BPV als stagiair, een BBL-student meestal als werknemer. Let op: loopt jouw stage of leerperiode langer door dan de einddatum van je POK, dan heb je een nieuwe POK nodig! Je kunt deze aanvragen via het Aanvraagformulier POK (bijlage 1).
Het is verplicht om een ondertekende POK te hebben:
• Om je diploma te kunnen behalen heb je als bewijs ondertekende POK(‘s) nodig om aan te tonen dat je praktijkuren gemaakt hebt.
• Om bij schade tijdens de BPV de bedrijfsverzekering aan te kunnen spreken, moet er een ondertekende POK zijn.
• Bijkomend voordeel voor bedrijven: als er een ondertekende BBL-POK is, kan het bedrijf subsidie aanvragen.
Met betrekking tot de aansprakelijkheid tijdens BPV tref je hieronder artikel 15 van de POK beroepsonderwijs van ROC West- Brabant aan. Alle voorwaarden vind je via: studentenportaal🡪documenten🡪 BPV of via de link:
Algemene Voorwaarden Praktijkovereenkomst
Artikel 15 Gedragsregels, veiligheid en aansprakelijkheid
15.1 De deelnemer is verplicht de binnen de praktijkbiedende organisatie geldende regels, voorschriften en aanwijzingen in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid in acht te nemen. De praktijkbiedende organisatie licht de student voor aanvang van de bpv over deze regels in.
15.2 De deelnemer is verplicht alles geheim te houden wat hem onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen.
15.3 De praktijkbiedende organisatie treft overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van lichamelijke en geestelijke veiligheid van de deelnemer.
15.4 De praktijkbiedende organisatie is aansprakelijk voor schade die de student tijdens of in verband met de bpv mocht lijden, tenzij de praktijkbiedende organisatie aantoont dat zij de in artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de deelnemer.
15.5 De praktijkbiedende organisatie is aansprakelijk voor de schade die de student in de uitoefening van zijn werkzaamheden tijdens of in verband met de bpv toebrengt aan de (eigendommen van het) leerbedrijf of aan (de eigendommen van) derden, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de deelnemer.
15.6 De instelling is gevrijwaard voor schade die is ontstaan aan de deelnemer, de praktijkbiedende organisatie of derden in de uitoefening van de bpv.
15.7 De aansprakelijkheid van de instelling is in alle gevallen beperkt tot de voorwaarden en de daarop gebaseerde dekking in de afgesloten verzekering van de instelling. Dit betekent dat die aansprakelijkheid beperkt is tot het uit te keren bedrag door de verzekeringsmaatschappij van de instelling.
15.8 De praktijkbiedende organisatie is verzekerd tegen het financiële risico van wettelijke bedrijfsaansprakelijkheid, ook tegenover de deelnemer. De instelling sluit voorts ten behoeve van de deelnemer een verzekering af met een secundaire dekking tegen de risico’s van wettelijke aansprakelijkheid. Dit laat de primaire aansprakelijkheid van de praktijkbiedende organisatie onverlet.
15.9 De instelling is niet aansprakelijk voor diefstal, verduistering, verlies en/of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de deelnemer op de plaats waar de beroepspraktijkvorming wordt verricht, dan wel voor schade die de deelnemer lijdt ingeval van schorsing en/of verwijdering als bedoeld in de betreffende artikelen van de onderwijsovereenkomst.
3. Rollen, taken en verantwoordelijkheden
3.1. Wie zijn er betrokken bij de BPV
3.1.1 Student
Bij al het leren binnen het Markiezaat College heb je als student een actieve rol. Het spreekt xxxxxxx dat je deze actieve rol ook neemt tijdens het leren in de praktijk; dat je je leergierig opstelt, afspraken maakt en nakomt. Wacht niet af als iets niet goed gaat, zoek hulp en denk proactief mee in oplossingen.
3.1.2 Studenten informatie punt (STIP)
Op de hoofdvestiging aan de Xxxxxxxxx 00 vind je STIP. Hét servicepunt waar jij terecht kunt met vragen, formulieren en documenten in kunt leveren of op kunt halen. Mocht een vraag niet direct aan de balie of telefoon beantwoord kunnen worden, dan word je doorverwezen naar de juiste persoon of afdeling.
3.1.3 BPV-bureau
Het BPV-bureau ondersteunt je, samen met je docent, op het gebied van je praktijkplaats. Bijvoorbeeld voor hulp bij het vinden van de juiste stageplaats/BPV-leerwerkplek, bij problemen met je leerbedrijf en het gebruik van OnStage. Naast de eerste hulp die je bij STIP kunt vragen, kun je het BPV-bureau ook rechtstreeks benaderen via xxxxxxxxxx@xxxxx.xx.
3.1.4 BPV-begeleider
Iedere “klant” (student, praktijkopleider en studieloopbaanbegeleider) heeft in principe één vaste BPV-begeleider als aanspreekpunt. De BPV-begeleider behoort tot een opleidingsteam van het Markiezaat College.
De BPV-begeleider onderhoudt contacten vanuit het Markiezaat College met het bedrijf waar je BPV plaatsvindt. Je kunt altijd terecht bij de BPV-begeleider voor vragen, opmerkingen of zaken die spelen tijdens de BPV. Hij volgt met jou en je praktijkopleider hoe je ontwikkeling verloopt binnen de BPV. Regelmatig vindt er een BPV-gesprek plaats op het leerbedrijf met jou, je praktijkopleider en de BPV-begeleider van school. Afhankelijk van je studievoortgang en de situatie kan er een extra bezoek plaatsvinden. Dit gebeurt op verzoek van jou, je praktijkopleider en/of de studieloopbaanbegeleider.
Het BPV-gesprek wordt geregistreerd in OnStage en/of via verslaglegging op papier, digitaal of in de SVM1. De leidraad voor het driehoeksgesprek vind je in je onderwijsmap of digitaal via studentenportaal🡪documenten🡪 BPV of via Leidraad BPV- gesprek
Leerweg | Duur | Aantal bezoeken | Gespreksduur |
BOL | 1 jaar stage | minimaal 2 bezoeken | 45 min. per bezoek |
BOL | 1 periode stage | 1 bezoek | 45 min. |
BBL | 1 jaar BPV | minimaal 2 bezoeken | 45 min. per bezoek |
3.1.5 Praktijkopleider
Binnen je BPV-bedrijf word je begeleid door een praktijkopleider of leermeester van het leerbedrijf. Je maakt met deze praktijkopleider afspraken over de werkzaamheden en/of opdrachten die je binnen je leerbedrijf gaat
uitvoeren. De voortgang van deze opdrachten houd je zelf bij met hulp van je praktijkopleider en studieloopbaanbegeleider op school. Het Markiezaat College heeft als richtlijn dat je gemiddeld 1x per week 30 minuten begeleiding krijgt in de vorm van een voortgangsgesprek, bewijskaartencontrole of portfoliogesprek.
3.1.6 Studieloopbaanbegeleider
De studieloopbaanbegeleider is een soort mentor. Hij begeleidt je op school, wekelijks tijdens de groepsbijeenkomst SLB met je bewijskaarten of de voortgang van je opdrachten tijdens de BPV. Verder bespreekt hij minimaal 1 keer per periode jouw totale voortgang individueel in het studievoortgangsgesprek (SVG), meestal geroosterd aan het begin en het einde van de lesdag. Je loopbaan is daarbij ook regelmatig onderwerp van gesprek.
1 Dit verschilt per opleiding
3.2. Wie is waarvoor verantwoordelijk
Een beroep leer je het beste in de praktijk van een bedrijf. Xxxxxxxxx, als je werk te doen krijgt waar je iets van leert. Werk dat bij jouw leerdoelen past dus, en niet de hele dag hetzelfde werk in een magazijn of urenlang de vloer vegen. Uiteindelijk moet je voldoende afwisselend werk van passend niveau doen om je diploma te kunnen halen. Daarom zijn er afspraken gemaakt over wie welke verantwoordelijkheid heeft tijdens de BPV.
Jij, als student, bent verantwoordelijk voor:
• de voortgang van je eigen leerproces en de voortgang op je diplomadossier
• het tijdig aanleveren van de gegevens van je leer/stagebedrijf bij STIP of het BPV-bureau via het Aanvraagformulier POK
• het ondertekenen en inleveren van de praktijkovereenkomst (POK)
• het je houden aan de regels binnen het bedrijf, bijvoorbeeld de veiligheidsregels
• het tonen van inzet en motivatie bij het uitvoeren van je werkzaamheden
• het registeren van je praktijkuren
• het plannen en organiseren van opdrachten/bewijskaarten en het nakomen van je afspraken
• het tijdig doorgeven van wijzigingen, bijvoorbeeld als je wisselt van bedrijf
Je leerbedrijf is verantwoordelijk voor:
• het bieden van een passende praktijkleerplaats die erkend is voor jouw opleiding door SBB
• het ondertekenen van de praktijkovereenkomst (POK)
• het tijdig doorgeven van wijzigingen aan het BPV-bureau
• een positieve en stimulerende begeleiding tijdens het leren in de praktijk
• voldoende tijd en ruimte voor jouw opdrachten en/of bewijskaarten
• ruimte voor ontwikkeling en ruimte om fouten te maken
• hulp bij het plannen van werkopdrachten die passen bij jouw werkprocessen
• de beoordeling van jouw voortgang middels opdrachten en/of bewijskaarten
Je school is verantwoordelijk voor:
• het geven van goed onderwijs dat aansluit op de beroepspraktijk en de werkprocessen
• het verwerken van de aanvraag POK
• controle op het binnenkomen van de ondertekende POK
• het maken van goede afspraken met het leerbedrijf over jouw BPV-traject
• het verzorgen van goede begeleiding door BPV-begeleider en studieloopbaanbegeleider
• de officiële beoordeling van je BPV
• het verstrekken van je diploma als je je opleiding, inclusief de BPV, met goed gevolg hebt afgerond
Je kunt en mag elkaar aanspreken op deze verantwoordelijkheden.
De school en het bedrijf kunnen jou er op aanspreken als jij je niet aan je afspraken houdt of te weinig inzet toont.
Maar jij kunt hen ook aanspreken als je vindt dat je niet goed wordt begeleid. Als je bijvoorbeeld te weinig variatie in je werk hebt, of als je nauwelijks kunt werken aan verschillende opdrachten in lijn met je werkprocessen.
Lopen dingen toch niet goed, ondanks dat je het hebt besproken met je praktijkopleider, SLB-er en/of BPV-begeleider, en kom je er echt niet aan uit? Dan kun je een bezwaar of klacht indienen. Meer informatie vind je via xxx.xxxxx.xx/xxx/
4. Begeleiding tijdens de BPV
4.1. Begeleiding BPV op het leerbedrijf
Binnen het bedrijf word je begeleid door je praktijkopleider/leermeester. Hij is degene die het meest betrokken is bij je werkzaamheden binnen de BPV. Samen maak je afspraken over je werkzaamheden en over het werken aan je bewijzen2.
Gedurende de BPV verzamel je bewijsmateriaal waaruit blijkt welke werkprocessen en competenties je beheerst. Om je hierbij te kunnen begeleiden, bespreek je onderstaande punten regelmatig met je praktijkopleider/leermeester.
De inhoud van je opdracht/klus/werkorder:
• Bepaal aan welke werkprocessen je gaat werken, rekening houdend met de mogelijkheden van het bedrijf;
• Gebruik hierbij het overzicht van je kwalificatiedossier/portfolio (bijv. in de SVM of middels lijsten in je BPV-map);
• Bepaal samen met je praktijkopleider wanneer de opdracht/werkorder klaar moet zijn;
• Bewaak dat de opdracht bestaat uit een combinatie van een aantal beoordelingscriteria/kruispunten. Hierbij is het werkproces leidend;
• Let bij de keuze van de beoordelingscriteria/kruispunten op het juiste niveau (B, G, BB)3.
Op welke manier je aan je bewijs gaat werken:
• Bespreek welke activiteiten je uit gaat voeren;
• Bespreek wie (collega’s, klanten, derden?) je daarvoor nodig hebt;
• Spreek af wanneer je de opdracht gaat uitvoeren;
• Bespreek welke (digitale) bewijzen bij je opdracht passen.
De beoordeling van je opdracht:
• Welke lijsten worden gebruikt (SVM, papier, digitaal, CVS, zie bijlagen)
• Door wie wordt beoordeeld?
• Wanneer vindt de beoordeling plaats?
Tot slot:
• Plan gelijk de volgende begeleidingsafspraak één of twee weken later.
• Noteer die in je agenda en vraag je praktijkopleider dat ook te doen.
• Bewaar je afspraken met je praktijkopleider en de rapportages over de voortgang op je werkprocessen in je (digitale) BPV-map of je portfolio.
4.2. Begeleiding BPV vanuit school
Vanuit school volgen wij jouw ontwikkeling op twee manieren.
Begeleiding door de BPV-begeleider:
Zoals al genoemd bij 3.1 voert je BPV-begeleider met jou een BPV-gesprek oftewel een driehoeksgesprek. Soms blijkt tijdens het gesprek dat er meer behoefte is aan een loopbaangesprek (LOB-gesprek) omdat je bijvoorbeeld twijfelt aan je beroepskeuze, een netwerk zoekt of dat bepaalde leerervaringen je inzicht gaven in de keuze voor een vervolgopleiding. Het BPV-gesprek wordt dan omgezet naar een LOB-gesprek. De leidraad voor een LOB-gesprek vind je eveneens in je onderwijsmap.
Je voortgang ten opzichte van de nominale lijn en afspraken voor de komende leerperiode worden vastgelegd in een standaard Markiezaat College gespreksformulier (zie bijlage 4). Dit formulier is beschikbaar in een (online) systeem als SVM, zodat ook je studieloopbaanbegeleider en docenten goed op de hoogte zijn van je voortgang tijdens de BPV.
Begeleiding door de studieloopbaanbegeleider (SLB):
Soms is je BPV-begeleider ook je studieloopbaanbegeleider, maar dat is niet altijd zo. In dat geval is dit degene die samen met jou de voortgang monitort via de geroosterde studieloopbaanbegeleiding. Onderstaande onderwerpen kunnen daar aan bod komen:
• je functioneren
• je werkzaamheden
• de bewijskaarten/BPV-opdrachten
2 Als blijkt dat je binnen je BPV-bedrijf niet voldoende relevante opdrachten kunt uitvoeren, zoeken we samen naar een vervangende omgeving of een andere XXX-xxxxxx.
0 Zie uitleg pagina 13, paragraaf 4.3.
• de urenregistratie
• de gemaakte afspraken
4.3. Werkwijze BPV-bureau Markiezaat College
Het Markiezaat College vindt ervaring opdoen in de reële beroepspraktijk belangrijk voor jouw studievoortgang en persoonlijke groei. Dus dit belangrijke onderdeel van je opleiding moet goed geregeld zijn. Het BPV-bureau is het servicepunt van het Markiezaat College met betrekking tot leren in de beroepspraktijk. Zij hebben alle studenten gedurende het volledige proces van de BPV in beeld.
Voor het aanvragen, inleveren of afhalen van documenten kun je vanaf het schooljaar 19-20 terecht bij STIP. Hier zijn ook medewerkers van het BPV-bureau werkzaam. Het team van het BPV-bureau is het aanspreekpunt voor alle BPV-zaken die niet direct aan de balie van STIP opgelost kunnen worden. Het BPV-bureau bevindt zich op de 2e verdieping in ruimte 211 in het hoofdgebouw van het Markiezaat College aan de Xxxxxxxxx 00. Heb je een afspraak, dan zal dit op het BPV-bureau plaats vinden. Meld je daarvoor altijd eerst bij de balie van STIP.
Het BPV-bureau heeft de volgende taken:
• servicepunt met betrekking tot zaken rondom de BPV
• servicepunt OnStage
• het aanvragen van erkenningen via SBB
• het monitoren en controleren van de praktijkovereenkomsten (POK)
• het afstemmen van processen met STIP, overige afdelingen en de deelnemersadministratie
• het verzorgen van voorlichting over BPV aan studenten, bedrijven en teams
OnStage
Het Markiezaat College werkt voor steeds meer opleidingen met het systeem OnStage. OnStage is een online applicatie waarin processen rondom de BPV worden gestroomlijnd en de koppeling tussen bedrijven en studenten optimaal wordt verzorgd. De praktijkopleider kan in OnStage onder andere de urenregistratie van de student beoordelen en goedkeuren. Werk jij met XxXxxxx voor jouw opleiding? Xxx vindt je hieronder hoe je toegang tot dit programma krijgt:
PROGRAMMA | ROL | TOEGANG |
OnStage | Student Praktijkopleider | Toegang via studentportaal |
Jij hebt hiervoor geen aparte inloggegevens nodig, omdat je via het studentportaal inlogt.
Heeft je praktijkopleider geen inloggegevens ontvangen? Dan kunnen deze aangevraagd worden bij STIP.
5. Aan welke eisen moet je voldoen om je BPV te behalen?
Je moet voldoen aan de ureneis voor BPV: het aantal gestelde BPV-uren, dat is opgenomen in de praktijkovereenkomst (POK) moet zijn behaald. Je houdt per week je gerealiseerde uren nauwkeurig bij. Dat kan gaan via OnStage, via Excel, via het systeem van je werkgever of op papier.
WIJZE VAN URENREGISTRATIE PER WEEK VOOR DEZE OPLEIDING | HOE VIND JE DIT URENFORMULIER? |
applicatie onstage | xxxxx_xxxxxxx.xxxxx.xx |
Check na iedere lesperiode
Iedere periode op school (8 weken) wordt afgesloten met een toetslesweek. Voor iedere student wordt in deze toetslesweek altijd een voortgangsmeting (VM) gepland. Eén van de onderdelen van deze voortgangsmeting is het controleren van de reeds gerealiseerde BPV-uren. Jij checkt dat dus 4x per jaar met je SLB-er.
WIJZE VAN CONTROLEREN /ONDERTEKENEN BIJ DEZE OPLEIDING |
De BPV-begeleider van het bedrijf keurt eerst de stage uren goed. Aan het einde van de stage accordeert SLB de uren. |
Toetsen, examens en andere schoolverplichtingen tijdens de BPV
Word jij tijdens je BPV-periode voor een toets, examen of andere schoolverplichtingen op school verwacht, overleg dit dan tijdig (vooraf!) met je praktijkopleider. Als jouw afwezigheid voor jouw praktijkopleider (bedrijf) een probleem is, neem dan contact op met je SLB-er en/of BPV-begeleider.
Vakanties
Als je in de vakantie praktijkuren wilt maken, overleg dit dan vooraf met je BPV-begeleider. Eventueel extra gemaakte BPV- uren in de uitloopweken van school tellen ook mee. Je BPV loopt door tot de einddatum, ook als je eerder klaar bent met je opdrachten en/of uren. Als BOL-student heb je in principe recht op schoolvakanties, maar je overlegt dit altijd vooraf met het bedrijf: door de aard van het bedrijf, de werkzaamheden en/of ploegendienst kan het noodzakelijk zijn dat je op andere momenten vrij bent.
Ploegendienst
Als je ploegendiensten draait telt de factor voor extra uitbetaling van nachten/weekenden niet mee voor het aantal gerealiseerde uren om je BPV te behalen. Immers een uur leren blijft een uur leren.
5.2. Voldoen aan de opdrachteneis: voortgang op je gedragsindicatoren
Je moet een voldoende beoordeling hebben voor je BPV-opdrachten. Door tijdens de BPV aan klussen, opdrachten of projecten te werken maak je, als het goed is, vordering op de gedragsindicatoren van jouw beroep en vordering op criteria van Loopbaan & Burgerschap.
Het ministerie van OCW bepaalt aan welke eisen een student aan het eind van de opleiding moet voldoen. Deze eisen staan beschreven in het kwalificatiedossier van je opleiding. Ze zijn beschreven in: kerntaken, werkprocessen, competenties en gedragsindicatoren.
Het docententeam heeft deze eisen vertaald in 3 niveaus, die aansluiten bij de fasen van de opleiding. Het beginniveau (b), het gevorderde niveau (g) en het niveau van een basis beroepsbeoefenaar (BB). De 3 niveaus worden geïllustreerd in onderstaand voorbeeld van een werkproces van een timmerman.
NIVEAU | WERKPROCES | COMPETENTIE | GEDRAGSINDICATOR MET UITSPLITSING | GEDRAGSINDICATOR ZONDER UITSPLITSING |
B (beginnend) | Verwijdert constructieonderdelen | Vakdeskundigheid toepassen | Onder begeleiding volgens tekening werken. | Volgens tekening werken. |
G (gevorderd) | Na instructie volgens tekening werken. | |||
BB (basis beroepsbeoefenaar) | Zelfstandig volgens tekening werken. |
↑ dit zorgt voor voortgang op je werkproces
De studenten van het Markiezaat College werken gedurende hun schoolloopbaan met een portfolio4. Een portfolio is een (digitale) map waarin de student bewijzen verzamelt van zijn prestaties. Voor het portfolio verzamelt de student bewijzen, waarmee hij aantoont op welk niveau hij de werkprocessen beheerst. Meestal werken studenten met opdrachten of bewijskaarten om dit portfolio te vullen.
Voor sommige opleidingen binnen het Markiezaat College zijn de bewijskaarten/kluskaarten/werkopdrachten gedigitaliseerd. Voor jouw opleiding is dit als volgt geregeld:
OP WELKE MANIER WERK JE AAN DE BPV- OPDRACHTEN | XXXXXXX OPDRACHTEN PER PERIODE/PER STAGEBLOK | WELKE BIJLAGE IS VAN TOEPASSING |
digitale bewijskaarten | Minimaal 2 verslagen met gedragsindicatoren. Elk verslag bevat minimaal 6 verschillende gedragsindicatoren | Inleveren in de studie voortgangsmeter. |
Aan het eind van je opleiding, als alles afgerond is, geeft de SLB-er een BPV-verklaring af aan het examenbureau, waarin staat dat je BPV voldoet voor diplomering.
4 Het portfolio is eigendom van de student, hij is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden, vastleggen van gegevens en het bewaren ervan.
6. Studievoortgang tijdens de BPV
De STARR-methode is een manier om te reflecteren en terug te kijken op jouw behaalde resultaat. Deze methode wordt binnen het Markiezaat College gebruikt op twee manieren:
1. leidraad bij het evalueren van de BPV-opdracht(en) die je vanuit school mee krijgt.
2. leidraad om je kluskaarten of bewijskaarten tijdens de BPV te maken, zie bijlage 3.
6.2. Toelichting studievoortgangsmeting voor deze opleiding
Bij ons team heb je via de SVM je studievoortgang dagelijks in beeld. Dus ook tijdens je stage/BPV. Dat ziet er als volgt uit:
Het rode streepje geeft de nominale lijn aan (het gemiddelde tempo van de gemiddelde student). Middels de groene balk zie je je eigen voortgang.
In bijlage 2 wordt uitgelegd hoe je via de SVM voortgang realiseert tijdens de BPV door opdrachten en klussen te koppelen aan werkprocessen.
Bij problemen met inlog of foutmeldingen, mail onze support s.v.p. : xxxxx@xxxxx.xx
6.3. Toelichting studievoortgangsmeting voor deze opleiding
In de 4e de periode van het 1e schooljaar ga je stage lopen. Binnen de stage periode ga je veel ervaringen op doen. Wij verwachten dat je, naast praktische vaardigheden en het leren van nieuwe technieken, in aanraking komt met verschillende werkprocessen uit je opleiding. De bedoeling van je opleiding is te groeien naar een sturende rol in het bedrijf maar in de stage zal het nu nog meer in een uitvoerende rol zijn, DOEN.
Wij denken dat je tijdens deze eerste stage in aanraking kunt komen met de volgende werkprocessen;
• Verzamelen en verwerken van ontwerpgegevens
• Maken van een kostenberekening
• Opleveren van werk
• Verzamelen en verwerken van productiegegevens
• Maken van een tekening(pakket)
• Organiseren van mensen en middelen
• Begeleiden van het testen van producten en systemen
Deze werkprocessen zijn uitgeschreven in 16 criteria die je waarschijnlijk in deze stage kunt invullen. De beoordelingscriteria vindt je op het voorblad van het standaard verslag/bewijskaart.
Binnen het Markiezaat College kennen we drie niveaus van uitvoering van de werkprocessen en de daarbij behorende criteria;
• B = Beginner
• G = Gevorderd
• BB = Basis Beroepsbeoefenaar , dit is het eindniveau van de opleiding.
Beginner betekend dat bij de beschreven handelingen toekijkt en help bij de uitvoering. De deelnemer heeft veel begeleiding en toezicht nodig.
Gevorderd betekend dat de deelnemer de handelingen onder toezicht uitvoert. Controle en begeleiding zijn periodiek nog noodzakelijk bij het uitvoeren.
Basis Beroepsbeoefenaar betekent dat hij zijn werkzaamheden zelfstandig uitvoert. Je kunt er vanuit gaan dat hij de opgedragen werkzaamheden zelfstandig uitvoert en bij afwijkingen in de uitvoering overleg pleegt.
Omdat je in het eerste jaar zit verwachten wij dat je bewijslast gaat verzamelen voor het beginners niveau.
Verwachtingen van school
We verwachten van je stage dat je vooral praktisch bezig bent. Dat houdt niet in dat jij je daarnaast bezig kunt houden met de processen binnen het bedrijf die nodig zijn om te komen tot een opdracht.
Dat wat je gaat leren en onderzoeken moet in minimaal 2 verslagen/bewijskaarten worden beschreven. Deze verslagen vormen de bewijslast voor het voldoen aan je werkprocessen, in dit geval allemaal op beginnersniveau.
Voorbeeld 1
Een verslag zou kunnen gaan over de praktische opdracht om lagers te vervangen. Je maakt foto’s van de uitvoering en verwerkt die in je verslag. Maar daarnaast kun je wel nog dingen uitzoeken en die verwerken in je verslag.
Je kunt met gesprekken, vragen actief op zoek gaan naar de processen achter je opdracht;
• Ik verzamel alle relevante planningsgegevens die bij de opdracht behoren.
• Ik stel benodigde middelen vast op producten en systemen te onderhouden.
• Ik kan uitleggen welke kennis ik heb gebruikt voor het uitvoeren van de opdracht.
Van de 16 beoordelingscriteria kun jij er dus meer dan één in je verslag verwerken.
In dit geval kun je gaan uitzoeken wanneer de opdracht is binnengekomen, hoe de tijd wordt bepaald voor de uitvoering, waarom de opdracht op dit moment is ingepland. De materialen en middelen die je nodig hebt voor
deze opdracht kun je volledig in kaart brengen. En je kunt door het beschrijven van de technische stappen van het vervangen van de lagers en de aandachtspunten daarbij je kennis laten zien.
Voorbeeld 2
Op een productiemachine moet een sensor worden vervangen. Je maakt foto’s van de uitvoering en verwerkt die in je verslag. Maar daarnaast kun je wel nog dingen uitzoeken en die verwerken in je verslag.
Je kunt met gesprekken, vragen actief op zoek gaan naar de processen achter je opdracht;
• Ik verzamel verschillende soorten gegevens
• Ik kan kosten van gebruikte materialen en componenten vaststellen
• Ik controleer zorgvuldig of er aan de specificatie en wensen van de interne klant is voldaan door te luisteren naar de klant en eventuele klachten vast te leggen.
• Ik verwerk en registreer de productiegegevens volgens de opdracht.
Van de 16 beoordelingscriteria kun jij er dus meer dan één in je verslag verwerken.
In dit geval kun je gaan uitzoeken om wat voor sensor het gaat en wat de functie is van de sensor in het
proces, de datasheet van de sensor opzoeken. Maar vooral ook hoe is de procedure voor het veilig vervangen van een sensor en wat voor kwaliteitseisen worden aan het werk en de sensor gesteld? Wat kost nu het vervangen van de sensor eigenlijk, hoe duur is de sensor, wat is het arbeidsloon en zijn er nog andere kosten.
Denk daarbij bijvoorbeeld aan was de sensor op voorraad of moest iemand bestellen?
Xxxxx actief na of je de opdracht goed volgens juiste procedure hebt uitgevoerd en verwerk de vraag en de feedback in je verslag. Bijna bij iedere opdracht hoort een werkbon. Van wie krijg je die, waar moet je hem inleveren en wat gebeurt er toch met al die werkbonnen in de organisatie?
Door deze ACTIE in je verslag te beschrijven lever je bewijslast van je inspanningen en je groeiende inzichten.
De praktische opdrachten en de dingen die je bij deze opdracht hebt uitgezocht vinden we terug ook in het onderdeel ACTIE van het verslag over de opdracht. Het is de bedoeling dat je zoveel mogelijk punten aantoont in je verslag. Gedurende de opleiding moet de het werkproces op ieder niveau een keer zijn aangetoond. Lukt het niet in deze stage alle 16 criteria van de werkprocessen aan te tonen dan gaat het criteria mee naar de
volgende stage periode.
6.4. Erkenning leerbedrijf
Conform de wet- en regelgeving moet je het BPV-gedeelte van jouw opleiding doorlopen binnen een bedrijf dat of instelling die erkend is voor de opleiding die jij volgt. SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) beoordeelt of een bedrijf aan de eisen voldoet om als leerbedrijf te mogen opleiden in de praktijk van het beroep.
De erkende leerbedrijven voldoen aan de volgende eisen:
• de werkzaamheden passen bij jouw opleiding
• er is een deskundige praktijkopleider aanwezig voor jouw begeleiding
• de werkplek is veilig
SBB publiceert alle erkende leerbedrijven met beschikbare stageplaatsen en leerbanen op
xxxxx://xxx.x-xx.xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxx-xxxxxx (vraag eventueel jouw BPV-begeleider of het BPV-bureau om hulp).
6.5. Praktijkovereenkomst (POK)
Bij aanvang van de opleiding sluit je een onderwijsovereenkomst af met het Markiezaat College. In deze overeenkomst wordt vastgelegd voor welk beroep je wordt opgeleid, langs welke leerweg dat gebeurt en hoeveel tijd daarvoor wordt gepland. Voor de periode(n) dat jij deelneemt aan de BPV wordt een praktijkovereenkomst (POK) afgesloten tussen het Markiezaat College, het leerbedrijf en jou. De omvang en de periode van de BPV worden vastgelegd in de POK, evenals de rechten en plichten van alle betrokken partijen. Een BOL-student neemt deel aan de BPV als stagiair, een BBL-student meestal als werknemer.
Bijlage 1: Aanvraagformulier praktijkovereenkomst (POK)
Bijlage 2: periodisering Markiezaat College
Bijlage 3: werken met bewijskaarten via de SVM
HOE MAAK JE EEN (NIEUWE) BEWIJSKAART VIA DE STARR-METHODE |
Het ONDERWERP voor je bewijskaart kies je: • in overleg met je praktijkopleider (afhankelijk welke soort klussen er op dat moment zijn in het bedrijf) • op basis van een opdracht/werkorder • door xxxx eigen idee over xxxx(e) werkproces(sen) je xxxx xxxxxxxx • door de resultaten van een les/training/project van school te gebruiken als bewijs van voortgang |
In de SVM maak je een NIEUWE bewijskaart aan door in te vullen: STARR - Situatie • wat was de situatie? • waar speelt de xxxx/de opdracht zich af? • wanneer speelde de situatie zich af? • wie waren er bij betrokken? |
STARR - Taak • wat was je taak of rol? • wat was je opdracht? • wat werd er van je verwacht? • wat wilde je zélf bereiken? |
STARR – Actie • beschrijf de uitvoering van begin tot eind • hoe verliep de opdracht, de klus? • op welke manier heb je gewerkt aan welke werkprocessen of taken? • in welke volgorde heb je gewerkt? |
STARR - Resultaat • wat was het resultaat of het product van jouw actie(s)? • hoe is het afgelopen? • hoe reageerden anderen daarop? |
STARR - Reflectie • hoe vond je dat je het deed? • was je tevreden met het resultaat? • zou je het een volgende keer anders aanpakken? • wat heb je daar voor nodig? |
Bij iedere nieuwe bewijskaart ga je aan de slag met een klus/opdracht die complexer is (vb. qua tijd, qua moeilijkheid).
Bij iedere nieuwe bewijskaart ga je aan de slag met een klus/opdracht die (deels) andere werkprocessen en competenties raakt.
Minimale eisen voor een GOEDE bewijskaart:
• Minstens drie gedragsindicatoren uit je kwalificatiedossier
• Minstens één gedragsindicator van Loopbaan
• De STARR is ruim voldoende beschreven
• De bewijzen mogen niet ouder zijn dan 5 jaar
• Minstens één aantoonbaar bewijs (foto, filmpje, documenten)
HOE LEIDT EEN BEWIJSKAART VAN EEN KLUS (ZOWEL OP SCHOOL ALS TIJDENS DE BPV) TOT STUDIEVOORTGANG? | |
Stap 1 | Je meldt je aan bij xxx.xxxxxxxxxx.xx |
Stap 2 | Je maakt een nieuwe bewijskaart |
Stap 3 | Je beschrijft aan de hand van de STARR-methode hoe je hebt gewerkt/geleerd |
Stap 4 | Je koppelt de gedragscriteria/kruispunten aan de bewijskaart |
Stap 5 | Je voegt bewijzen aan de kaart toe (bv. een tekening, video, foto) |
Stap 6 | Je slaat de bewijskaart op |
Stap 7 | De praktijkopleider kijkt de bewijskaart na en geeft, indien nodig, feedback |
Stap 8 | De praktijkopleider zet de bewijskaart op akkoord |
Stap 9 | De studieloopbaanbegeleider krijgt een signaal dat een bewijskaart is ingeleverd |
Stap 10 | De studieloopbaanbegeleider controleert de bewijskaart en geeft, indien nodig, feedback |
Stap 11 | De studieloopbaanbegeleider zet de bewijskaart op akkoord |
Stap 12 | De bewijskaart is nu definitief en leidt tot groei op jouw studievoortgangsmeter |
Bij problemen met inlog of foutmeldingen, mail onze support s.v.p. : xxxxx@xxxxx.xx