Contract
Zenithgebouw Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00 0000 XXXXXXX | INFONOTA |
Gericht aan: vergunde zorgaanbieders | |
6 april 2017 | |
Telefoon | 02/225.86.20 |
Overeenkomsten met gebruikers in periode van transitie |
Geachte heer, mevrouw,
Door de invoering van de persoonsvolgende financiering moet u de individuele dienstverleningsovereenkomsten met uw gebruikers aanpassen aan de nieuwe realiteit. Omdat het niet voor iedereen even duidelijk is wanneer en op welke manier dit moet gebeuren, bezorgen wij u een overzicht van de belangrijkste aandachtspunten bij het opstellen van deze overeenkomsten.
1 Zorgcontinuïteit
Aan gebruikers die hun ondersteuning niet willen wijzigen moet zorgcontinuïteit geboden worden. Dat wil zeggen dat zij van dezelfde ondersteuning gebruik moeten kunnen blijven maken zoals was vastgelegd in de huidige dienstverleningsovereenkomst. De hoogte van hun budget mag geen reden zijn om de geboden ondersteuning te verminderen. Door de bijsturing van de transitie- oefening krijgt de voorziening in 2017 immers evenveel middelen als in 2016. Er hebben geen besparingen plaatsgevonden. Als een groot aantal gebruikers beslist om hun budget ergens anders te besteden, dan zal uiteraard wel moeten worden bekeken wat daar de impact van is, maar dit mag geen negatief effect hebben op de ondersteuning van iemand die zijn volledige budget bij u besteedt.
Om de overeenkomst aan te passen in functie van de persoonsvolgende financiering wordt er tijd geboden tot eind 2017. Op die manier is er voldoende tijd om de overeenkomsten van alle gebruikers aan te passen. Als er nog correcties aan de budgetten worden aangebracht, dan wordt dit ten laatste eind september aan de gebruikers gecommuniceerd. Wij vragen dan ook met aandrang om, als u weet dat er voor uw voorziening nog rechtzettingen moeten gebeuren, geen nieuwe overeenkomsten voor uw gebruikers af te sluiten, zeker indien de ondersteuning niet wijzigt.
De huidige FAM-overeenkomst blijft gelden totdat zij is omgezet naar een PVF-overeenkomst. Zij mag niet worden opgezegd of niet worden gewijzigd van een overeenkomst voor onbepaalde duur naar een overeenkomst voor bepaalde duur van 1 jaar.
2 Wijziging van overeenkomst
Gebruikers die wensen om hun besteding aan te passen, dit door een deel om te zetten naar cash, door een deel van het toegekende budget te besteden bij een andere zorgaanbieder, of door het opvragen van het vrij besteedbaar bedrag, moeten die mogelijkheid krijgen. Hun overeenkomst moet worden aangepast in functie van hun wensen en noden. Maar er zal natuurlijk ook een weerslag zijn op het lopende zorgaanbod bij de huidige zorgaanbieder.
Dit houdt echter niet in dat de gebruiker verplicht is om de overeenkomst op voorhand op te zeggen. Anderzijds kan hij niet eisen dat de gewijzigde overeenkomst onmiddellijk ingaat. Er moet tussen beide partijen worden overeengekomen vanaf welk moment deze wijzigingen in de ondersteuning van start gaan. Daarbij moet worden rekening gehouden met enerzijds de wensen van de gebruiker en anderzijds de organisatie van de voorziening. Afhankelijk van het soort wijzigingen en hun impact op de organisatie van de voorziening kan deze periode langer of korter zijn.
Gesteld dat beide partijen niet tot een vergelijk komen, kan de gebruiker vooralsnog beslissen om de overeenkomst eenzijdig op te zeggen, en geldt de opzegperiode van drie maanden.
De wijzigingen moeten tijdig worden geregistreerd in de geïntegreerde registratietool zodat zij op het afgesproken moment van start kunnen gaan.
3 Vrij besteedbaar deel
Gebruikers kunnen het vrij besteedbaar deel van hun budget volledig of gedeeltelijk opvragen bij het VAPH op voorwaarde dat er hiervoor nog voldoende ruimte is in hun budget. Het vrij besteedbaar deel kan op elk moment van het jaar worden opgevraagd. Indien het volledige budget reeds is benut in een voucher bij een vergunde zorgaanbieder, dient de gebruiker in onderhandeling te gaan met de zorgaanbieder(s). Als men het aantal punten in de voucher wenst te verminderen, zal dat een impact hebben op de ondersteuning die geboden kan worden. De overeenkomst zal bijgevolg moeten worden aangepast. Dit moet duidelijk aan de gebruikers worden gecommuniceerd.
4 Inhoud overeenkomst
Er wordt geargumenteerd dat er nog geen overeenkomsten kunnen worden opgemaakt omwille van het feit dat er nog correcties aan de budgetten zullen worden aangebracht. Dat is inderdaad mogelijk, maar het zal daarbij in de meeste gevallen gaan om beperkte correcties die waarschijnlijk geen of weinig impact zullen hebben op de ondersteuning die geboden kan worden. Dit kan worden opgelost door in de overeenkomst een clausule op te nemen dat het puntenaantal nog kan wijzigen door toedoen van correcties die worden aangebracht door het VAPH.
Voor gebruikers in de in- en uitstroom kan er nog geen overeenkomst op basis van punten of bedragen worden opgemaakt. Er kan wel al onderhandeld worden over de gewenste ondersteuningsfuncties. Deze overeenkomsten worden voorlopig best enkel uitgedrukt in ondersteuningsfuncties, en nog niet in punten of cash.
Overstappen van het financiële bijdrage-systeem naar een regeling van woon- en leefkosten kan enkel als er daarover een akkoord is met het collectieve overleg. De kosten moeten op een transparante wijze worden weergegeven in de overeenkomst. Er mag nooit een combinatie van financiële bijdrage en woon- en leefkosten worden gemaakt.
Wat wordt verstaan onder woon- en leefkosten is gedefinieerd in het gewijzigde artikel 9 van het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 2011 over de kwaliteitszorg. Over deze en andere wijzigingen zal op korte termijn worden gecommuniceerd.
5 Beëindiging overeenkomst
Er kan enkel sprake zijn van opzeg van de overeenkomst met in acht name van een bepaalde opzegtermijn als de ondersteuning volledig beëindigd wordt. Bij wijzigingen aan de overeenkomst mag de overeenkomst niet worden opgezegd. Opzeg door de voorziening kan enkel in een beperkt aantal gevallen die zijn vastgelegd in de regelgeving (BVR 4 februari 2011 kwaliteitszorg). De gebruiker kan de overeenkomst altijd opzeggen maar moet uiteraard ook de opzegtermijn van drie maanden respecteren, tenzij er een andere opzegtermijn wordt overeengekomen. Tijdens de opzegperiode moet de overeenkomst gerespecteerd blijven, zowel door de gebruiker als door de vergunde zorgaanbieder. Daar waar er nog geen nieuwe overeenkomst is afgesloten, blijft het via de transitie toegewezen budget aan de gebruiker tijdens de opzegperiode ter beschikking van de zorgaanbieder.
Als de budgethouder overlijdt, dan moet de overeenkomst maximum twee maanden na de datum van het overlijden beëindigd worden. Als binnen die periode een overeenkomst met een nieuwe budgethouder wordt afgesloten en ingaat, dan wordt de overeenkomst met de overleden budgethouder beëindigd op de dag waarop de overeenkomst met de nieuwe budgethouder ingaat. Er zal nog besproken worden op welke manier dit moet worden geoperationaliseerd.
Met vriendelijke groeten,
Xxxxx Xxx Xxxxxxxx Administrateur-generaal