Circulaire nr. AFZ/97.0060 (AFZ 4/2005) dd. 31.03.2005 CIRC 31.03.05/1 Circulaire nr. AFZ/97.0060 (AFZ 4/2005) dd. 31.03.2005
Circulaire nr. AFZ/97.0060 (AFZ 4/2005) dd. 31.03.2005
Circulaire
nr. AFZ/97.0060 (AFZ 4/2005) dd. 31.03.2005
INTERNATIONALE
OVEREENKOMSTEN
HONGKONG
Overeenkomst
tussen België en Hongkong tot het vermijden van dubbele belasting en
tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen
naar het inkomen en naar het vermogen.
Aan alle ambtenaren van de niveaus 1, 2+ en 2 van de Administratie van fiscale zaken, van de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit (sector directe belastingen), van de Administratie van de invordering (sector directe belastingen) en van de Administratie van de bijzondere belastinginspectie.
I. BELANGRIJKE DATA
Ondertekening
van de Overeenkomst : |
12
december 2003 |
Toepassing in België :
op de bij de bron verschuldigde belastingen op inkomsten die zijn toegekend of betaalbaar gesteld
vanaf 1 januari 2004;op de andere belastingen geheven naar de inkomsten van belastbare tijdperken die beginnen op of na
1 januari 2004.
Toepassing in Hongkong voor elk aanslagjaar dat begint op of na 1 april 2004.
II. ALGEMENE KENMERKEN
Deze Overeenkomst beoogt vooral het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting ter zake van - bestaande of toekomstige - belastingen naar het inkomen.
Artikel 25 regelt, volgens de gebruikelijke regels en met de gewone beperkingen, tussen de bevoegde autoriteiten de uitwisseling van de inlichtingen die nodig zijn voor de toepassing van de bepalingen van de Overeenkomst en van de interne wetgevingen met betrekking tot de in de Overeenkomst bedoelde belastingen. Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 25 wordt verwezen naar de instructie Ci.R.9 Div/460.792 van 27.11.1996.
De Overeenkomst voorziet niet in een administratieve bijstand op het gebied van de invorderingen.
Daar de Overeenkomst een grote gelijkenis vertoont met de andere door België gesloten overeenkomsten, worden alleen de voornaamste of specifieke bepalingen ervan hierna besproken.
III. WERKINGSSFEER EN DEFINITIES
1. Overeenkomstsluitende Partijen
Sinds 1 juli 1997 maakt Hongkong wezenlijk deel uit van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx waarvan het een Speciale Administratieve Regio is geworden. Desondanks zijn de Overeenkomst van 18 april 1985 tussen België en China tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, en het aanvullend Protocol van 27 november 1996 niet van toepassing op Hongkong.
Voornoemde Overeenkomst is immers van toepassing op « het grondgebied van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx waarbinnen de Chinese belastingwetten werkelijk van toepassing zijn ». De Speciale Administratieve Regio Hongkong geniet binnen de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx echter een bijzonder fiscaal statuut dat een voortzetting is van de belastingwetgeving die van kracht was voordat Hongkong terugkeerde bij China.
Deze Overeenkomst bindt het Koninkrijk België en de Speciale Administratieve Regio Hongkong van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx. Ze is van toepassing op het grondgebied van de Speciale Administratieve Regio Hongkong dat inzonderheid het eiland Hongkong, Kowloon, de New Territories en de wateren van Hongkong omvat.
2. Belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is (artikel 2)
Voor België is de Overeenkomst van toepassing op de PB, de Ven.B, de RPB, de BNI en op de verschillende voorheffingen(RV, OV, BV) alsmede op de aanvullende belastingen op die belastingen en voorheffingen (met inbegrip van de aanvullende crisisbijdrage).
Artikel 3, § 2 bepaalt dat de Overeenkomst niet van toepassing is op de boetes of de interesten die worden opgelegd door de belastingwetgeving van België of van Hongkong. Punt 1 van het Protocol verduidelijkt dat het, wat Hongkong betreft, gaat om elk bedrag dat wegens een verzuim van betaling bij de belasting wordt gevoegd alsmede om elke bijkomende belasting die wordt geheven wegens het overtreden of het niet nakomen van de belastingwetgeving.
Wat België betreft :
zijn nalatigheidsinteresten (waarop de artikelen 414 tot 417 WIB 1992 betrekking hebben) en belastingverhogingen (waarop artikel 444 WIB 1992 betrekking heeft) gedekt door de Overeenkomst volgens het principe dat de bijzaak de hoofdzaak volgt ;
zijn administratieve boetes (waarop artikel 445 WIB 1992 betrekking heeft) en de strafrechtelijke boetes (waarop de artikelen 449 tot 452 WIB 1992 betrekking hebben) niet gedekt door de Overeenkomst en zijn ze van toepassing overeenkomstig de interne wetgeving.
Voorbeeld :
X, inwoner van België, wordt gedetacheerd naar de vaste inrichting waarover zijn werkgever beschikt in Hongkong. De detachering is beperkt tot 12 maanden (van 1 januari 2004 tot 31 december 2004). Aangezien X het middelpunt van zijn levensbelangen in België heeft behouden, is hij krachtens artikel 4 van de Overeenkomst een inwoner van België. X heeft geen andere inkomsten in 2004. X dient in België geen belastingaangifte in voor het belastbaar tijdperk 2004.
Na een controle bij de werkgever van X vestigt de Belgische belastingadministratie een aanslag van ambtswege in de personenbelasting ter zake van de beloningen die X in 2004 heeft ontvangen. Die aanslag gaat gepaard met een belastingverhoging van 20 % (2de inbreuk zonder het opzet de belasting te ontduiken) op de niet aangegeven inkomsten en met een administratieve boete van 50 € (2de inbreuk zonder het opzet de belasting te ontduiken) wegens het niet indienen van een aangifte.
X dient een bezwaarschrift in tegen de aanslag van ambtswege en betaalt de belasting niet. Na onderzoek blijkt dat de beloningen in Hongkong belastbaar zijn krachtens artikel 14 van de Overeenkomst (de beloningen komen ten laste van de vaste inrichting) en België moet ze vrijstellen krachtens artikel 22, § 2 van de Overeenkomst. De aanslag moet bijgevolg helemaal worden ontlast ; dit geldt eveneens voor de belastingverhogingen en de eventuele nalatigheidsinteresten. De administratieve boete mag worden behouden.
3. Definities (artikelen 3, 4 en 5)
De Overeenkomst bevat de gewone definities (algemene bepalingen, inwoner en vaste inrichting) van het OESO-modelverdrag. Die definities zijn van toepassing telkens de gedefinieerde uitdrukking in de Overeenkomst wordt gebruikt.
A. Nalatenschap, trust en personenvennootschap die inwoner zijn van Hongkong(artikel 3, § 1, (i)
Elk van die entiteiten wordt beschouwd als een persoon in de zin van de Overeenkomst (op dezelfde wijze als natuurlijke personen, vennootschappen en verenigingen van personen) en dus als een inwoner in de zin van de Overeenkomst wanneer zij als dusdanig aan belasting in Hongkong is onderworpen.
B. Woonplaats (artikel 4)
Met betrekking tot Hongkong wordt het begrip "inwoner" niet gedefinieerd in de wetgeving, maar wel in administratieve richtlijnen. Voor de toepassing van de eerste zin van artikel 4, § 1 wordt in het eerste lid van punt 2 van het Protocol verduidelijkt in welke omstandigheden een persoon als een inwoner van Hongkong wordt beschouwd.
Het tweede lid van punt 2 van het Protocol heeft tot doel te verzekeren dat België de tweede zin van artikel 4, § 1 interpreteert in overeenstemming met de OESO-commentaar bij artikel 4. Overeenkomstig die commentaar wordt een persoon die in Hongkong aan belasting is onderworpen op grond van zijn woonplaats, niet uitgesloten van de werkingssfeer van de Overeenkomst omwille van het feit dat hij aldaar op een territoriale grondslag wordt belast. Vennootschappen van Hongkong die niet belast worden op hun inkomsten uit buitenlandse bronnen zijn dus inwoner van Hongkong indien zij in de Speciale Administratieve Regio Hongkong zijn opgericht of indien zij - wanneer zij zijn opgericht buiten de Speciale Administratieve Regio Hongkong - er wel hun hoofdzetel van bestuur en toezicht hebben. Die vennootschappen genieten in dat opzicht de voordelen van de Overeenkomst.
C. Vaste inrichting (artikel 5)
De definitie van vaste inrichting wijkt af van het OESO-model op de volgende punten :
de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie-, assemblage-, installatie- of baggerwerkzaamheden vormt een vaste inrichting indien de duur ervan zes maanden in enig tijdvak van twaalf maanden te boven gaat (artikel 5, § 2, (g)) ;
werkzaamheden van toezicht in verband met de plaats van uitvoering van een bouwwerk, of van constructie-, assemblage-, installatie- of baggerwerkzaamheden vormen een vaste inrichting indien deze werkzaamheden worden verricht gedurende meer dan zes maanden in enig tijdvak van twaalf maanden (artikel 5, § 3, (a)) ;
het verstrekken van diensten vormt een vaste inrichting indien die werkzaamheden worden uitgeoefend door middel van werknemers of ander personeel gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur in totaal zesmaanden in enig tijdvak van twaalf maanden te boven gaat (artikel 5, § 3, (b)) ; deze bepaling is zelfs van toepassing indien de werkzaamheden waarvan duur zes maanden overschrijdt, worden uitgeoefend voor meerdere klanten in het kader van projecten die onderling helemaal niet in verband staan; alleen de werkzaamheden uitgeoefend op het grondgebied waar de diensten zijn verstrekt, komen in aanmerking voor het berekenen van de termijn van zes maanden (de werkzaamheden uitgeoefend op het grondgebied van de Partij waarvan de onderneming inwoner is ten einde diensten te verstrekken in het andere grondgebied, worden dus niet in aanmerking genomen) ;
werkzaamheden uitgeoefend door een zelfstandig vertegenwoordiger die geen machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten vormen een vaste inrichting indien die vertegenwoordiger gewoonlijk bestellingen uitvoert voor rekening van de onderneming door goederen te onttrekken aan een voorraad goederen die wordt aangehouden op het grondgebied waar hij zijn werkzaamheden uitoefent (artikel 5, § 5, (b)).
IV. HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING
1. Onroerende inkomsten (artikel 6)
Overeenkomstig de gebruikelijke regels mogen de inkomsten uit onroerende goederen worden belast in de overeenkomstsluitende Partij waar die goederen gelegen zijn.
Volgens de Overeenkomst vormen rechten op veranderlijke of vaste vergoedingen ter zake van het recht tot opsporing van bodemrijkdommen eveneens onroerende goederen. De toewijzing van het recht om belasting te heffen van deze vergoedingen wordt dus geregeld door artikel 6 terwijl dat gewoonlijk overeenkomstig de regels van artikel 7 (ondernemingswinst) gebeurt.
Artikel 6, § 4 definieert de plaats waar de onroerende goederen gelegen zijn. Deze definitie wijkt niet af van hetgeen gewoonlijk wordt beschouwd als de ligging van onroerende goederen.
2. Ondernemingswinst (artikel 7)
Artikel 7 stemt grotendeels overeen met het OESO-model van belastingverdrag. Rekening houdend met de definitie van de uitdrukking "bedrijf" in artikel 3, § 1, (b) is artikel 7 ook van toepassing op de inkomsten die worden behaald ter zake van een vrij beroep en andere werkzaamheden van zelfstandige aard.
Zoals aanbevolen in het OESO-model van belastingverdrag bevat de overeenkomst met Hongkong inderdaad geen bijzondere bepaling meer met betrekking tot de vrije beroepen en de andere werkzaamheden van zelfstandige aard. Bijgevolg vallen alle inkomsten uit een beroepswerkzaamheid die niet beoogd zijn door een andere bepaling van de overeenkomst binnen de werkingssfeer van art. 7. Dat is inzonderheid het geval voor de inkomsten die worden toegekend aan bedrijfsleiders die hun functie uitoefenen buiten een arbeidsovereenkomst en die noch een vennoot zijn in een vennootschap, niet zijnde een vennootschap op aandelen, noch een lid van de raad van bestuur of van toezicht of van een gelijkaardig orgaan (deze bedrijfsleiders zijn inderdaad noch in artikel 14 noch in artikel 15 bedoeld - cf. punt 10 hierna).
De tweede en derde zin van artikel 7, § 3 vormen een aanvulling ten opzichte van het OESO-model. Overeenkomstig deze zinnen wordt voor het bepalen van de nettowinst van een vaste inrichting, behalve in het geval van terugbetaling van werkelijke kosten, geen rekening gehouden met betalingen voor het gebruik van octrooien of andere rechten, commissielonen voor het verstrekken van diensten of voor het geven van leiding en interest (behalve in het geval van een bankonderneming) tussen de vaste inrichting en de andere zetels van de onderneming. Deze regels zijn in lichte mate beperkender dan de regels die, overeenkomstig de huidige OESO-commentaar, van toepassing zijn bij gebrek aan bijzondere bepalingen. Met betrekking tot diensten stemt de OESO-commentaar er immers mee in dat het aangewezen is een dienst in aanmerking te nemen voor een bedrag dat overeenstemt met het bedrag dat zou worden aangerekend aan een onafhankelijke klant en er dus een winstmarge aan toe te voegen.
3. Zee- en luchtvaart (artikel 8)
Artikel 8, § 3, dat niet op de gebruikelijke wijze werd opgesteld, herneemt min of meer de uitdrukkingen van artikel 9 van de Overeenkomst tussen België en de Speciale Administratieve Regio HongKong inzake luchtvervoer van 6 april 1998. Ondanks de ongebruikelijke formulering stemmen de regels die zijn bepaald in artikel 8, daaronder begrepen artikel 8, § 3, overeen met de gebruikelijke regels.
De Overeenkomst van 6 april 1998 inzake luchtvervoer is op 1 juli 2003 in werking getreden en artikel 9, dat het vermijden van dubbele belasting mogelijk maakt, is in België van toepassing op de aanslagjaren die beginnen op of na 1 april 1998 (zie publicatie in het BS van 14 oktober 2003). Overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 van de Overeenkomst is dit artikel niet meer van toepassing met betrekking tot de belastingen waarop onderhavige Overeenkomst van toepassing is (zie punt I hierboven).
4. Dividenden (artikel 10)
Belastingheffing in de bronstaat :
nihil indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een vennootschap is die op het tijdstip waarop de dividenden worden betaald gedurende een ononderbroken tijdperk van ten minste 12 maanden onmiddellijk ten minste 25 % bezit van het kapitaal van de vennootschap die de dividenden betaalt ;
5 % van het brutobedrag van de dividenden indien de uiteindelijk gerechtigde een vennootschap is die onmiddellijk ten minste 10 % bezit van het kapitaal van de vennootschap die de dividenden betaalt ;
15 % van het brutobedrag van de dividenden in alle andere gevallen.
Overeenkomstig de interne wetgeving die op dit ogenblik in Hongkong van toepassing is, wordt evenwel geen belasting geheven ten name van de gerechtigde ter zake van dividenden die betaald zijn door een vennootschap die inwoner is van Hongkong.
5. I nterest (artikel 11 )
In de bronstaat is de belasting op interest beperkt tot 10 % van het brutobedrag van de interest.
De bronstaat moet evenwel krachtens artikel 11, § 3, vrijstelling van belasting verlenen voor :
interest van handelsschuldvorderingen wegens termijnbetaling van goederen, koopwaar of diensten (volgens de Belgische wetgeving vormt zulke interest geen roerend inkomen maar een beroepsinkomen waarvoor geen roerende voorheffing verschuldigd is) ;
interest betaald uit hoofde van een lening die is toegestaan, gewaarborgd of verzekerd in het kader van een stelsel dat door een overeenkomstsluitende Partij of een staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan werd georganiseerd voor het bevorderen van de uitvoer ; wat België betreft wordt in ieder geval vrijstelling van belasting verleend in Hongkong ter zake van interest betaald uit hoofde van een lening of een krediet waarvoor financiële steun werd verleend na advies van het Comité voor Financiële Steun aan de Export (Finexpo) of dat werd toegestaan door de Vereniging voor de Coördinatie van de Financiering op halflange termijn van Belgische Uitvoer (Creditexport) of dat is verzekerd door de Nationale Delcrederedienst ;
interest van niet door effecten aan toonder vertegenwoordigde schuldvorderingen of leningen van welke aard ook, betaald aan bankondernemingen ;
interest van gelddeposito's die door een onderneming worden geplaatst bij een bankonderneming ;
interest waarvan de uiteindelijk gerechtigde de andere overeenkomstsluitende Partij is of een staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan.
6 Royalty's (artikel 12)
In de bronstaat is de belasting op royalty's beperkt tot 5 % van het brutobedrag van de royalty's.
7. Roerende inkomsten uit bronnen in België, verkregen door inwoners van Hongkong
De verminderingen of vrijstellingen van Belgische belasting worden op de gebruikelijke wijze verleend op voorlegging van een formulier 276 Div-Aut, 276 Int-Aut, of 276 R, naar het geval.
8. Interest en royalty's uit bronnen in Hongkong, verkregen door inwoners van België
Aangezien de toepassingsregels voor de vermindering van de belasting van Hongkong nog niet gekend zijn, worden de inwoners van België die interest of royalty's uit dat grondgebied verkrijgen verzocht een aanvraag in te dienen bij de belastingdienst van Hongkong waarvan de schuldenaar van de inkomsten afhangt.
Bij hun aanvraag moeten ze alle bewijsstukken voegen die aantonen dat ze volgens de Overeenkomst recht hebben op de vermindering. Ze kunnen hun hoedanigheid van inwoner van België aantonen met een attest 276 CONV dat wordt uitgereikt door de Belgische belastingdienst waarvan ze afhangen. Om dit attest te verkrijgen moet de begunstigde van de inkomsten een nauwkeurige omschrijving geven van de aard en het bedrag van de inkomsten waarvoor hij de toepassing van de Overeenkomst vraagt.
9. Meerwaarden (artikel 13)
Dit artikel is in overeenstemming met het OESO-model van belastingverdrag.
De draagwijdte van artikel 13, § 4 inzake meerwaarden verkregen uit de vervreemding van aandelen van een vennootschap die zich hoofdzakelijk bezighoudt met immobiliën, is evenwel beperkter dan die van artikel 13, § 4 van het OESO-model inzake hetzelfde onderwerp. Het is niet van toepassing op de meerwaarden verkregen uit de vervreemding :
van aandelen die genoteerd zijn op een erkende beurs van één van de overeenkomstsluitende Partijen ;
van aandelen die worden vervreemd of ingewisseld in het kader van een reorganisatie, een fusie, een splitsing of een gelijksoortige handeling ;
van aandelen waarvan meer dan 50 % van de waarde bestaat uit onroerende goederen waarin de vennootschap haar bedrijf uitoefent.
10. Niet-zelfstandige beroepen en gewone beloningen van vennoten en bestuurders(artikelen 14 en 15, § 2)
Art. 14, § 2 bevat een bijkomende voorwaarde ten opzichte van het OESO-model van belastingverdrag. De beloningen zijn slechts uitsluitend belastbaar in de Partij waar de gerechtigde verblijft indien zij belastbaar zijn overeenkomstig de wetgeving die in die Partij van kracht is.
Voor zover als nodig wordt in punt 5 van het Protocol bevestigd dat de dienstbetrekking daar wordt uitgeoefend waar de loontrekker fysiek aanwezig is.
Wanneer een bestuurder in de vennootschap bovendien dagelijkse werkzaamheden van leidinggevende of technische aard uitoefent, mogen overeenkomstig artikel 15, § 2 de beloningen die in dat verband zijn verkregen worden belast volgens de regels bepaald in artikel 14.
Overeenkomstig punt 6 van het Protocol zijn de regels bepaald in artikel 14 eveneens van toepassing op beloningen die een inwoner van Hongkong verkrijgt ter zake van zijn persoonlijke werkzaamheid als vennoot in een vennootschap, niet zijnde een vennootschap op aandelen, die inwoner is van België. Die regels zijn dus van toepassing zelfs indien er geen band van ondergeschiktheid is tussen een vennoot en de vennootschap (bijvoorbeeld wanneer het gaat om een meerderheidsvennoot die de zaakvoerder is van de vennootschap).
11. Pensioenen en lijfrenten (artikel 17)
Privé-pensioenen en andere soortgelijke beloningen betaald ter zake van een vroegere dienstbetrekking, alsmede lijfrenten en pensioenen en andere soortgelijke uitkeringen die door een overeenkomstsluitende Partij worden betaald ter uitvoering van de sociale wetgeving van die Partij of van een algemeen stelsel ter aanvulling van de sociale wetgeving van die Partij, mogen worden belast in de overeenkomstsluitende Partij waaruit zij afkomstig zijn.
In overeenstemming met de OESO-commentaar is artikel 17 niet alleen van toepassing op periodieke betalingen (bedoeld met de uitdrukking "pensioenen") maar ook op niet periodieke betalingen, zoals kapitalen van groepsverzekeringen (bedoeld met de uitdrukking "andere soortgelijke beloningen").
Artikel 17 is eveneens van toepassing op pensioenen betaald ter uitvoering van de Belgische sociale zekerheidswetgeving aan vroegere zelfstandigen.
Artikel 17 vindt tenslotte toepassing op de inkomsten die zijn bedoeld in de volgende artikelen :
artikel 34, § 1, 2°, b) en c) (stelsel georganiseerd door de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid) ;
artikel 34, § 1, 2°bis (aanvullende pensioenen voor zelfstandigen als bedoeld in titel II, hoofdstuk I, afdeling 4, van de programmawet van 24 december 2002) ;
artikel 34, § 1, 3° (inkomsten uit pensioensparen),
zelfs indien die inkomsten niet zijn betaald ter zake van een vroegere dienstbetrekking. Al deze inkomsten zijn inderdaad betaald in het kader van een algemeen stelsel ter aanvulling van de voordelen waarin de Belgische sociale zekerheidswetgeving voorziet.
Paragraaf 4 maakt het mogelijk te bepalen wanneer een pensioen afkomstig is uit een overeenkomstsluitende Partij. Op basis van deze paragraaf wordt een pensioen geacht uit België afkomstig te zijn indien het wordt betaald door of uit een pensioenfonds of een ander lichaam dat door België erkend is voor de toepassing van de belastingen, of -indien dat niet het geval is- een dergelijk fonds of lichaam het beheer waarneemt van het pensioenstelsel waarop het pensioen aansluit. Een pensioenfonds of een ander lichaam wordt door België erkend voor de toepassing van de belastingen wanneer de bijdragen die aanleiding geven tot het betalen van het pensioen hebben geleid tot een fiscaal voordeel bij de belastingheffing in België van de loontrekker en/of diens werkgever. Deze bepaling is van toepassing ongeacht de plaats waar het fonds of het lichaam is gevestigd (in België, Hongkong of een derde Staat).
Uitkeringen tot onderhoud zijn krachtens paragraaf 3 slechts belastbaar in de woonstaat van de schuldenaar van de inkomsten.
Uitkeringen tot onderhoud die door een inwoner van Hongkong worden betaald aan een inwoner van België, mogen, in de huidige stand van de belastingwetgeving in Hongkong, niet in mindering worden gebracht van de belastbare inkomsten van de schuldenaar van de inkomsten en mogen niet worden belast ten name van de begunstigde. Krachtens paragraaf 3 gaat België er in zo'n geval van uit dat de uitkeringen tot onderhoud in Hongkong werden belast en dus overeenkomstig artikel 22, § 2, (a) van belasting moeten worden vrijgesteld. Uitkeringen tot onderhoud die door een inwoner van België worden betaald aan een inwoner van Hongkong, mogen in mindering worden gebracht van de belastbare inkomsten van de schuldenaar van de inkomsten onder de in artikel 104, 1° WIB 1992 bepaalde voorwaarden en mogen ten name van de begunstigde worden belast.
12. Andere inkomsten (artikel 20)
Bestanddelen van het inkomen, ongeacht waaruit zij afkomstig zijn, die niet worden beoogd in de artikelen 6 tot 19 zijn in principe slechts belastbaar in de overeenkomstsluitende Partij waarvan de begunstigde inwoner is. Deze bepaling is van toepassing op alle inkomsten die afkomstig zijn uit derde Staten en op inkomsten zoals inkomsten van een individueel levensverzekeringscontract, prijzen en subsidies die worden toegekend aan geleerden of schrijvers die afkomstig zijn uit de andere overeenkomstsluitende Partij.
Met betrekking tot inkomsten die uit de andere overeenkomstsluitende Partij afkomstig zijn maakt artikel 20, § 3 het evenwel mogelijk dat die inkomsten ook in die Partij mogen worden belast. In dergelijk geval moet de Partij waarvan de begunstigde van de inkomsten inwoner is, dubbele belasting vermijden overeenkomstig artikel 22.
13. Vermijden van dubbele belasting met betrekking tot de inkomsten die door een inwoner van België zijn verkregen (artikel 22, § 2)
A. Algemene regel : vrijstelling met progressievoorbehoud (artikel 22, § 2, (a))
Inkomsten, niet zijnde dividenden, interest en royalty's, die in Hongkong zijn belast volgens de Overeenkomst, worden in België vrijgesteld van belasting maar worden in aanmerking genomen voor het bepalen van het tarief dat van toepassing is op de andere belastbare inkomsten van de begunstigden.
Voor zover als nodig wordt in punt 7 (a) van het Protocol uitdrukkelijk bepaald dat inkomstenbestanddelen die krachtens de wetgeving van Hongkong niet belastbaar zijn of die er zijn vrijgesteld van belasting, niet worden beschouwd als zijnde belast en dus in België niet worden vrijgesteld.
Dienaangaande wordt opgemerkt dat de toepassing van het territorialiteitsstelsel door Hongkong niet tot gevolg mag hebben dat België geen vrijstelling zou verlenen voor de winst die een onderneming die inwoner is van België behaalt met behulp van een in Hongkong gevestigde vaste inrichting. Voor de toepassing van artikel 22, § 2, (a) moet de winst van een vaste inrichting in haar geheel worden bekeken om te bepalen of die winst een belasting heeft ondergaan in Hongkong. Indien er een belastingheffing is in Hongkong, is België door artikel 22, § 2,(a) verplicht die winst vrij te stellen, zelfs indien de effectieve fiscale last in Hongkong kleiner is dan in België (1).
[(1) Het in de Overeenkomst met Hongkong bepaalde vrijstellingsregime is strikter dan het vrijstellingsregime waarin het OESO-Modelverdrag voorziet. Het laatstgenoemde verdrag bepaalt immers dat de woonstaat vrijstelling van belasting moet verlenen voor inkomsten die in de andere Staat "mogen worden belast", dat wil zeggen zelfs indien die andere Staat het recht tot belastingheffing niet uitoefent (bijvoorbeeld indien de belastbare winst van een vaste inrichting door de belastingwetgeving van die andere Staat volledig van belasting vrijgesteld is ter bevordering van de economische ontwikkeling van de economische zone waarin de vaste inrichting is gevestigd).]
Deze globale benadering wordt bevestigd door punt 7 (b) van het Protocol. Het bepaalt dat indien België de winst vrijstelt van een in Hongkong gevestigde vaste inrichting van een onderneming die inwoner is van België, de vrijstelling van toepassing is voor de gehele winst van de vaste inrichting, met inbegrip van de door de vaste inrichting verkregen dividenden, interest en royalty's die aan de vaste inrichting kunnen worden toegerekend. Zodra de winst van de vaste inrichting een belasting heeft ondergaan in Hongkong, stelt België de totale aan de vaste inrichting toe te rekenen winst (berekend overeenkomstig de Belgische belastingwetgeving) vrij, en dit zelfs indien de belastbare grondslag waarop de belasting in Hongkong werd gevestigd de desbetreffende dividenden, interest of royalty's niet omvat. Het totale bedrag van de winst die kan worden toegerekend aan de in Hongkong gevestigde vaste inrichting en die in België wordt vrijgesteld omvat dus inzonderheid :
dividenden betaald uit hoofde van een aandelenbezit dat wezenlijk is verbonden met de vaste inrichting ;
interest betaald uit hoofde van een schuldvordering die wezenlijk is verbonden met de vaste inrichting ;
xxxxxxx'x betaald uit hoofde van een recht of een goed dat wezenlijk is verbonden met de vaste inrichting.
B. Dividenden (artikel 22; § 2; (b))
Dividenden die aan een Belgische vennootschap worden betaald door een vennootschap die inwoner is van Hongkong, genieten het stelsel van de definitief belaste inkomsten (DBI) op de voorwaarden en binnen de grenzen waarin is voorzien door de Belgische wetgeving.
De toepassing van artikel 22, § 2, (b) wordt hierna verder toegelicht met betrekking tot de belastingheffing van vennootschappen in Hongkong overeenkomstig de wetgeving die momenteel van kracht is :
De gemeenrechtelijke bepalingen inzake belastingen die van toepassing zijn op een vennootschap die in Hongkong gevestigd is, zijn niet "aanzienlijk gunstiger dan in België" : het gemeenrechtelijk nominaal tarief op de winst van vennootschappen bedraagt 17,5 % en het is niet omdat het territorialiteitsstelsel van kracht is in Hongkong dat de belastingwetgeving van Hongkong mag worden geacht aanzienlijk gunstiger te zijn. Overeenkomstig de commentaar bij artikel 4 van het OESO-model van belastingverdrag mogen inwoners van landen die op fiscaal vlak een territorialiteitsbeginsel toepassen immers niet worden uitgesloten van de werkingssfeer van de Overeenkomst. Bovendien verschillen de gevolgen van een territorialiteitsstelsel niet fundamenteel van het vrijstellingsregime dat door België wordt toegepast op basis van talrijke door België gesloten dubbelbelastingverdragen. Overigens wordt dienaangaande opgemerkt dat Hongkong niet voorkomt in de lijst van "belastingparadijzen" die werd opgenomen in het koninklijk besluit van 13 februari 2003 (BS van 21.02.2003). De uitsluiting bepaald in artikel 203, § 1, 1° WIB 92 is bijgevolg niet van toepassing.
Vennootschappen die in Hongkong gevestigd zijn, zijn er onderworpen aan een territoriaal belastingstelsel (cf. hierboven) dat niet mag worden beschouwd als een stelsel dat wordt beoogd in artikel 203, § 1, 2° of in artikel 203, § 1, 3° WIB 92, want die vennootschappen zijn onderworpen aan het gemeen recht van Hongkong en genieten in Hongkong dus geen "afzonderlijke belastingregeling die afwijkt van het gemeen recht".
Artikel 22, § 2, (b), 2 de lid bepaalt dat België, voor dividenden die niet gezamenlijk in België werden belast (afzonderlijke belastingheffing of bevrijdende voorheffing) en die geen DBI-aftrek genieten, een belastingkrediet verleent voor de belasting die overeenkomstig artikel 10 in Hongkong aan de bron werd geheven. In de mate dat er overeenkomstig de wetgeving die in Hongkong van kracht is, geen bronheffing op dividenden is, vindt het tweede lid nu geen toepassing.
C. Interest en royalty's (artikel 22, § 2, (c ))
Het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting is overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 285 tot 289 WIB 1992 van toepassing.
14. Non-discriminatie (artikel 23)
Artikel 23, § 3 verbiedt de beperking of afschaffing van de aftrek van interest, royalty's en andere uitgaven indien de genieter inwoner is van Hongkong en indien de aftrek van die betalingen zonder voorbehoud is toegestaan wanneer de genieter inwoner is van België.
Artikel 23, § 3 laat evenwel onverlet de toepassing van de artikelen 9, § 1 (winstcorrectie tussen verbonden ondernemingen), 11, § 7 (bovenmatige interest) en 12, § 6 (bovenmatige royalty's). Artikel 23, § 3 verbiedt derhalve België niet om artikel 54 WIB 1992 (betalingen die niet beantwoorden aan werkelijke en oprechte verrichtingen en die de normale grenzen overschrijden) noch artikel 55 WIB 1992 (interest die het bedrag dat overeenstemt met de geldende marktrentevoet overstijgt) toe te passen.
Overigens verbiedt artikel 23, § 3, België niet om artikel 198, 11° WIB 1992 (bepalingen inzake onderkapitalisatie) toe te passen op interest die aan een inwoner van Hongkong is betaald, zelfs indien de artikelen 9, § 1 of 11, § 7 niet van toepassing zijn. Artikel 198, 11°WIB 1992 vindt inderdaad ook toepassing op interest van leningen betaald aan een genieter die inwoner is van België, indien die interest aldaar niet aan de belasting is onderworpen of onderworpen is aan een afzonderlijke belastingregeling die aanzienlijk gunstiger is dan het gemeenrechtelijk stelsel in België.
Een van de toepassingsvoorwaarden van de artikelen 54 en 198, 11° WIB 1992 is het feit dat de inkomsten waarop deze bepalingen toepassing vinden niet onderworpen zijn aan belasting in de woonstaat van de genieter. Welnu, op grond van het territorialiteitsstelsel van Hongkong, worden de desbetreffende inkomsten uit bronnen in België, in Hongkong niet aan belasting onderworpen in hoofde van de genieter/inwoner. Aan deze toepassingsvoorwaarde van de artikelen 54 en 198, 11° WIB 1992 is dus voldaan.
SAMENVATTENDE TABELLEN
De samenvattende tabellen geven slechts een overzicht van de regels die van toepassing zijn op de verschil-lende categorieën van inkomsten. Tijdens het onderzoek van elk praktijkgeval is het noodzakelijk de desbetref-fende verdragsbepalingen te raadplegen.
1. Belastingstelsel voor inkomsten verkregen door inwoners van België
Artikelen van de Overeenkomst |
Aard van de inkomsten |
In Hongkong |
In België (artikel 22, § 2) |
Artikel 6 |
Inkomsten van onroerende goederen gelegen in Hongkong. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling (1). |
Artikel 7 |
Ondernemingswinst en winst uit vrije beroepen en uit andere werkzaamheden van zelfstandige aard die kan worden toegerekend aan een vaste inrichting gelegen in Hongkong. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling (1). |
Artikel 8 |
Ondernemingswinst uit de exploitatie van schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer in Hongkong. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Artikel 10 |
Dividenden uitgekeerd door een vennootschap die inwoner is van Hongkong aan een Belgische vennootschap die gedurende een ononderbroken tijdperk van 12 maanden minstens 25 % bezit van het kapitaal. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig de regels van het interne recht en DBI-stelsel (2) |
|
Dividenden uitgekeerd door een vennootschap die inwoner is van Hongkong aan een Belgische vennootschap die ten minste 10 % bezit van het kapitaal. |
Bronheffing beperkt tot 5 % (3). |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht en DBI-stelsel (2) |
|
Andere dividenden uitgekeerd door een vennootschap die inwoner is van Hongkong. |
Bronheffing beperkt tot 15 % (3). |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Artikel 11 |
Interest van handelsschuldvorderingen betaald aan een Belgische onderneming ; interest betaald uit hoofde van een lening die is toegestaan, gewaarborgd of verzekerd in het kader van een stelsel dat door België of de Gewesten werd georganiseerd voor het bevorderen van de uitvoer ; interest betaald aan Belgische bankondernemingen ; interest van gelddeposito's die door een onderneming van Hongkong worden geplaatst bij een Belgische bankonderneming ; interest betaald aan de Belgische Staat of een staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
|
Andere interest afkomstig uit Hongkong. |
Bronheffing beperkt tot 10 %. |
Belastingheffing met verrekening van het FBB overeenkomstig het interne recht. |
Artikel 12 |
Royalty's afkomstig uit Hongkong. |
Bronheffing beperkt tot 5 %. |
Belastingheffing met verrekening van het FBB overeenkomstig het interne recht.. |
Artikel 13 |
Meerwaarden verwezenlijkt op de vervreemding : |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling (1). |
|
van onroerende goederen gelegen in Hongkong ; |
|
|
|
van roerende goederen die deel uitmaken van een vaste inrichting gevestigd in Hongkong ; |
|
|
|
van een vaste inrichting gevestigd in Hongkong ; |
|
|
|
van aandelen van vennootschappen die zich hoofdzakelijk bezighouden met immobiliën waarvan de onroerende activa hoofdzakelijk in Hongkong gelegen zijn. |
|
|
|
Meerwaarden verwezenlijkt in Hongkong op schepen en luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd of op roerende goederen die bij zulke exploitatie worden gebruikt. |
Vrijstelling |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
|
Meerwaarden verwezenlijkt in Hongkong op alle andere goederen. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Artikel 14 |
Algemene regel voor beloningen die betrekking hebben op niet-zelfstandige werkzaamheden uitgeoefend in Hongkong. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling (1). |
|
Beloningen voor een verblijf in Hongkong van < of = 183 dagen en die niet betaald worden door of namens een werkgever van Hongkong of een vaste inrichting die gelegen is in Hongkong. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
|
Beloningen voor een betrekking, uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig, geëxploiteerd in internationaal verkeer door een onderneming van Hongkong. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling (1) |
Artikel 15 |
Tantièmes van bestuurders van vennootschappen die inwoner zijn van Hongkong. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling (1). |
|
Beloningen ter zake van dagelijkse werkzaamheden uitgeoefend door bestuurders van vennootschappen die inwoner zijn van Hongkong. |
Zie artikel 14. |
Zie artikel 14. |
Artikel 16 |
Inkomsten uit persoonlijke werkzaamheden die artiesten en sportbeoefenaars hebben uitgeoefend in Hongkong. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling (1) |
Artikel 17 |
Uit Hongkong afkomstige privé-pensioenen en andere beloningen, betaald ter zake van een vroegere dienstbetrekking of ter uitvoering van de sociale wetgeving. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling (1). |
|
Onderhoudsuitkeringen |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling (1). |
Artikel 18 |
Overheidsbeloningen betaald door Hongkong aan een inwoner van België die uitsluitend met het oog op het bewijzen van de diensten aldaar, inwoner van België is geworden |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling (1). |
|
Overheidsbeloningen betaald door Hongkong aan een inwoner van België die niet uitsluitend met het oog op het bewijzen van de diensten aldaar, inwoner van België is geworden |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
|
Overheidspensioenen afkomstig uit Hongkong en betaald aan een inwoner van België. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling (1). |
Artikel 19 |
Uit het buitenland afkomstige bedragen die een student, een leerling of een stagiair ontvangt ten behoeve van zijn onderhoud, studie of opleiding in Hongkong. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Artikel 20 |
Andere inkomsten afkomstig uit Hongkong. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling (1). |
(1) Vrijstelling met progressievoorbehoud : bij het bepalen van het tarief van de belasting die mag worden geheven van de belastbare inkomsten, houdt België rekening met de vrijgestelde inkomsten (dit is enkel van toepassing op de personenbelasting). De vrijstelling wordt verleend op voorwaarde dat de desbetreffende inkomsten belastbaar zijn overeenkomstig de wetgeving van Hongkong of dat ze aldaar niet van belasting zijn vrijgesteld.
(2) Het DBI-stelsel wordt toegestaan op de voorwaarden en binnen de grenzen waarin de Belgische wetgeving voorziet.
(3) De wetgeving van Hongkong die momenteel van kracht is, voorziet niet in een bronheffing voor dividenden.
2. Belastingstelsel voor inkomsten verkregen door inwoners van Hongkong
Artikelen van de Overeenkomst |
Aard van de inkomsten |
In België |
In Hongkong (art. 22, § 1) |
Artikel 6 |
Inkomsten van onroerende goederen gelegen in België. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische belasting |
Artikel 7 |
Ondernemingswinst en winst uit vrije beroepen en uit andere werkzaamheden van zelfstandige aard die kan worden toegerekend aan een vaste inrichting gelegen in België. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische belasting. |
Artikel 8 |
Ondernemingswinst uit de exploitatie van schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer in België. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Artikel 10 |
Dividenden uitgekeerd door een Belgische vennootschap aan een vennootschap van Hongkong die gedurende een ononderbroken tijdperk van 12 maanden onmiddellijk ten minste 25 % bezit van het kapitaal van de vennootschap die inwoner is van België. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig de regels van het interne recht. |
|
Dividenden uitgekeerd door een Belgische vennootschap aan een vennootschap van Hongkong die onmiddellijk ten minste 10 % bezit van het kapitaal van de vennootschap die inwoner is van België. |
Bronheffing beperkt tot 5 %. |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische bronheffing |
|
Andere dividenden uitgekeerd door een vennootschap die inwoner is van België. |
Bronheffing beperkt tot 15 %. |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische bronheffing. |
Artikel 11 |
Interest van handelsschuldvorderingen betaald aan een onderneming van Hongkong ; interest betaald uit hoofde van een lening die is toegestaan, gewaarborgd of verzekerd in het kader van een stelsel dat door Hongkong werd georganiseerd voor het bevorderen van de uitvoer ; interest betaald aan bankondernemingen van Hongkong ; interest van gelddeposito's die door een onderneming van België worden geplaatst bij een bankonderneming van Hongkong ; interest betaald aan de Regio Hongkong of een staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
|
Andere interest afkomstig uit België. |
Bronheffing beperkt tot 10 %. |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische bronheffing. |
Artikel 12 |
Royalty's uit Belgische bronnen. |
Bronheffing beperkt tot 5 %. |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische bronheffing. |
Artikel 13 |
Meerwaarden verwezenlijkt op de vervreemding : |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische belasting. |
|
van onroerende goederen gelegen in België ; |
|
|
|
van roerende goederen die deel uitmaken van een vaste inrichting gevestigd in België ; |
|
|
|
van een vaste inrichting gevestigd in België. |
|
|
|
van aandelen van vennootschappen die zich hoofdzakelijk bezighouden met immobiliën waarvan de onroerende activa hoofdzakelijk in België gelegen zijn. |
|
|
|
Meerwaarden verwezenlijkt in België op schepen en luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd of op roerende goederen die bij zulke exploitatie worden gebruikt. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
|
Meerwaarden verwezenlijkt in België op alle andere goederen. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Artikel 14 |
Algemene regel voor beloningen die betrekking hebben op niet-zelfstandige werkzaamheden uitgeoefend in België. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische belasting. |
|
Beloningen voor een verblijf in België van < of = 183 dagen, die niet betaald worden door of namens een Belgische werkgever of een vaste inrichting die gelegen is in België en die in Hongkong belastbaar zijn krachtens de wetgeving van Hongkong. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
|
Beloningen voor een betrekking, uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig, geëxploi-teerd in internationaal verkeer door een Belgische onderne-ming. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische belasting. |
Artikel 15 |
Tantièmes van bestuurders van Belgische vennootschappen. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische belasting. |
|
Beloningen ter zake van dagelijkse werkzaamheden, uitgeoefend door bestuurders of vennoten van vennootschappen, niet zijnde aandelenvennootschappen, die inwoner zijn van België. |
Zie artikel 14. |
Zie artikel 14. |
Artikel 16 |
Inkomsten uit persoonlijke werkzaamheden die artiesten en sportbeoefenaars in België hebben uitgeoefend. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische belasting. |
Artikel 17 |
Uit België afkomstige privé-pensioenen en andere beloningen, betaald ter zake van een vroegere dienstbetrekking of ter uitvoering van de sociale wetgeving. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische belasting. |
|
Onderhoudsuitkeringen. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische belasting. |
Artikel 18 |
Overheidsbeloningen betaald door België aan een inwoner van Hongkong die uitsluitend met het oog op het bewijzen van de diensten aldaar, inwoner van Hongkong is geworden. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling. |
|
Overheidsbeloningen betaald door België aan een inwoner van Hongkong die niet uitsluitend met het oog op het bewijzen van de diensten aldaar, inwoner van Hongkong is geworden. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
|
Overheidspensioenen uit Belgische bronnen en betaald aan een inwoner van Hongkong.
|
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Vrijstelling. |
Artikel 19 |
Uit het buitenland afkomstige bedragen die studenten, leerlingen of stagiairs ontvangen ten behoeve van hun onderhoud, studie of opleiding in België. |
Vrijstelling. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Artikel 20 |
Andere inkomsten uit Belgische bronnen. |
Belastingheffing overeenkomstig het interne recht. |
Belastingheffing + verrekening van de Belgische belasting. |
De
adjunct-administrateur-generaal
Xxxx
XXXXXXXXXXX