OPSTALOVEREENKOMST
OPSTALOVEREENKOMST
tussen de Gemeente Breda en Ulvenhoutse Tennis- en Padelvereniging (U.T.P.V.) met betrekking tot het vestigen van een recht van opstal op een perceel grond gelegen aan Xxxxxxxxx 0 xx Xxxxx.
XX XXXXXXXXXXXXXXX
0. Xx Xxxxxxxx Xxxxx, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer X.X. xxx Xxxxxxxx, hoofd afdeling Vastgoedbeheer, daartoe bevoegd krachtens volmacht als bedoeld in schema B van “Het Algemeen Mandaatbesluit Breda 2019”, vastgesteld door het college d.d. 15 januari 2019, in werking getreden op 24 januari 2019,
hierna te noemen “de Gemeente” en
2. Ulvenhoutse Tennis- en Padelvereniging (U.T.P.V.) ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor West-Brabant te Breda, onder dossiernummer 40280194, gevestigd aan Xxxxxxxxx 0 xx Xxxxx, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer C.G. Koedijk, voorzitter, geboren op 24 oktober 1960 te Amsterdam en de heer E.G. Xxxxxxx, penningmeester geboren op 13 april 1969 te Schiedam, hierna te noemen “de Vereniging”
OVERWEGENDE DAT:
- Op 7 december 1981 tussen de voormalige gemeente Nieuw-Ginneken en de Vereniging een recht van erfpacht is gevestigd op een perceel grond, groot ongeveer 260 m2 voor de bouw en exploitatie van een tennispaviljoen, annex kleed- en was accommodatie;
- Dit erfpachtrecht is gesloten voor een periode van 40 jaar en eindigt per 7 december 2021;
- Partijen hebben besloten de erfpachtovereenkomst te beëindigen en onder te brengen in één opstalovereenkomst onder nieuwe voorwaarden zoals vast te leggen in onderhavige overeenkomst.
- Tevens worden in deze opstalovereenkomst de bestaande opstallen op het gemeentelijke complex opgenomen.
VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1. Object opstalrecht
1. De Gemeente zal, onder gelijktijdige beëindiging van het bestaande erfpachtrecht, ten
behoeve van de Vereniging een (nieuw) recht van opstal vestigen met betrekking tot:
het perceel grond, Nieuw-Ginneken sectie D 6259, D6264 en D6265, groot ongeveer 10.173 m2, waarvan bebouwd 232 m2, zoals blijkt uit tekening nr. 313843 bijlage 1 (hierna: ‘Registergoed’).
2. Het in het eerste lid bedoelde recht van opstal zal worden gevestigd per 1 januari 2021 met inachtneming van de hierna volgende bepalingen en bedingen.
Artikel 2. Staat van oplevering
De grond ten laste waarvan het recht van opstal wordt gevestigd, zal door de Vereniging worden aanvaard in de staat waarin deze zich op dit moment bevindt, met alle daaraan verbonden heersende en lijdende erfdienstbaarheden en verdere lasten en lusten, doch vrij van hypothecaire inschrijvingen en beslagen en vrij van pacht of enig ander zakelijk recht, zonder dat de Gemeente tot enige vrijwaring is gehouden. De Verenigingverklaart gelet op het langdurige voorafgaande gebruik van de grond volledig bekend te zijn met de eigenschappen daarvan en verklaart daarin geen belemmeringen of beperkingen te zien voor het door haar voorgenomen gebruik.
Artikel 3. Kosten en belastingen
De belastingen, kosten en rechten wegens vestiging van het opstalrecht en wegens daartoe eventueel te verrichten kadastrale opmeting komen geheel ten laste van de Vereniging, evenals alle kosten in verband met wijziging, overgang of splitsing van het recht van opstal.
Artikel 4. Tekening, grenzen en afmetingen
Indien de maat of grootte van het registergoed of de verdere omschrijving daarvan niet juist of niet volledig zijn, zal geen van de partijen daaraan enig recht ontlenen.
Artikel 5. Duur en evaluatie opstalrecht
Het opstalrecht kent een eeuwigdurend karakter. Telkens na het verstrijken van een periode van 10 volle kalenderjaren – voor het eerst per 1 januari 2031 – heeft evenwel elk der partijen het recht om het opstalrecht eenzijdig bij aangetekend schrijven gericht aan de wederpartij op te zeggen. Opzegging dient te geschieden met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden voorafgaand aan het verstrijken van de betreffende tienjaarstermijn. Blijft opzegging achterwege of vindt opzegging niet tijdig plaats, dan blijft het opstalrecht onverminderd voortduren en ontstaat de volgende opzeggingsmogelijkheid pas weer na het verstrijken van de volgende tienjaarstermijn. De Gemeente heeft het voornoemde recht van opzegging slechts indien Vereniging in ernstige mate tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen, waaronder partijen in ieder geval verstaan en op voorhand aanmerken de situatie dat aannemelijk is dat de activiteiten van de Vereniging binnen afzienbare termijn (gedeeltelijk) zullen worden gestaakt en/of indien aannemelijk is dat het Registergoed niet meer hoofdzakelijk zal worden gebruikt ten behoeve van tennis- en padel activiteiten. In dit geval heeft de Vereniging nimmer aanspraak op de in artikel 5:99 BW bedoelde vergoeding. Daar staat tegenover dat het de Vereniging vrij staat kunst(gras)matten en overige voorzieningen die nog bruikbaar zijn (lichtmasten, hekwerken, toestellen speeltuin e.d.) af te voeren. Daarentegen heeft de
Verenigingvoor de sloop en het afvoeren van clubaccommodatie en gebouw gebondenvoorzieningen de toestemming van de gemeente nodig.
Artikel 6. Gebruiksvoorwaarden en gebruiksbeperkingen
1. De Vereniging is verplicht het recht van opstal voor de bebouwde oppervlakte zoals bedoeld in artikel 1 uitsluitend te gebruiken voor – en het recht van opstal houdt dan ook in - het in eigendom hebben en in stand houden van een gebouw dat specifiek als clubaccommodatie is bedoeld, met de daarbij behorende ruimten en voorzieningen.
2. Aan de in lid 1 genoemde bebouwing mag geen ander gebruik worden gegeven dan clubaccommodatie voor de Vereniging, tenzij met voorafgaande schriftelijke toestemming van de Gemeente. De Gemeente zal deze toestemming niet op onredelijke gronden onthouden. De Gemeente is gerechtigd om aan deze toestemming (financiële) voorwaarden te verbinden. Incidenteel gebruik voor maatschappelijke doeleinden door de Vereniging zelf en/of door de Vereniging, mits binnen de mogelijkheden van het vigerende bestemmingsplan, is niet onderworpen aan voornoemde toestemming.
3. De Vereniging is voorts niet bevoegd de zaak waarop het recht van opstal rust en/of de bebouwing te verpachten of in onder opstal te geven of anderszins aan derden in gebruik te geven zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Gemeente, behoudens (a) aan de Vereniging of (b) ten behoeve van incidenteel maatschappelijk gebruik, binnen de mogelijkheden van het vigerende bestemmingsplan. De Gemeente zal de eventueel vereiste toestemming niet op onredelijke gronden onthouden. Van de voorwaarden die de Gemeente in dit kader zou kunnen stellen, kan deel uitmaken dat een marktconforme vergoeding wordt betaald aan de Vereniging.
4. De Vereniging is voorts niet bevoegd het opstalrecht te splitsen of over te dragen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Gemeente. De Gemeente zal deze toestemming niet op onredelijke gronden onthouden.
5. Voor de opstallen (en daaraan verbonden bijbehorende voorzieningen) als bedoeld onder artikel 1 geldt dat geen uitbreiding van deze opstallen mag plaats vinden en geen nieuwe opstallen mogen worden opgericht, tenzij met voorafgaande schriftelijke toestemming van de Gemeente, welke toestemming de Gemeente niet op onredelijke gronden zal onthouden. Evenmin mag zonder schriftelijke voorafgaande toestemming van de Gemeente op het terrein een waterwinplaats worden aangelegd. Voornoemde toestemming is niet vereist indien en voor zover het vervanging van bestaande opstallen betreft of toevoeging van ondergeschikte zaken aan de bestaande opstallen.
Artikel 7. Retributie en betaling
1. De retributie met betrekking tot het recht van opstal als bedoeld onder artikel 1 is gebaseerd op de Nota Sportaccommodaties en financiën, vastgesteld door de raad van de Gemeente Breda op 13 juli 2016 en bedraagt voor 2021 een bedrag van € 2,93 per m2. Op jaarbasis (2021) betekent dit voor de bebouwde oppervlakte van 232 m2 een bedrag van € 679,76.
2. Voor het recht van opstal buiten de bebouwde oppervlakte is voor de eerste periode van 10 jaren geen retributie verschuldigd. Met ingang van 1 januari 2031 en op het moment van overgang/overdracht van het opstalrecht (indien en voor zover mogelijk conform deze overeenkomst) heeft de Gemeente de mogelijkheid alsnog een retributie in rekening te gaan brengen, overeenkomstig het op dat moment geldende beleid van de Gemeente aangaande sportactiviteiten, sportvelden en sportaccommodaties, alsmede met inachtneming van het op dat moment (voorziene) gebruik van het registergoed. Indien dat gebeurt is tevens de in lid 2 bedoelde indexering vanaf dat moment van toepassing.
3. Per 1-1-2021 en vervolgens jaarlijks vindt herziening van de retributie plaats op basis van het consumentenprijsindexcijfer reeks “alle bestedingen”.
4. Voor de te betalen retributie -welke bij vooruitbetaling dient te worden voldaan- ontvangt de Vereniging van de Gemeente jaarlijks een nota.
5. Alle overige betalingen voortvloeiende uit deze overeenkomst worden voldaan binnen de gestelde termijn zoals vermeld in de daarop betrekking hebbende nota, tenzij in deze overeenkomst anders mocht zijn bepaald.
6. Wanneer de in artikel 18, eerste en tweede lid genoemde boete verschuldigd is, behoeft de betaling van de retributie zonder gelijktijdige betaling van die boete niet aangenomen te worden.
7. De betalingen als bedoeld in de leden 5 en 6 geschieden steeds zonder korting, inhouding of beroep op schuldvergelijking of enigerlei andere restrictie.
Artikel 8. Zakelijke lasten
Alle heffingen en belastingen, welke op of wegens de eigendom van de grond of wegens bebouwing van de grond geheven worden, komen vanaf de datum van de ingang van het opstalrecht ten laste van de Verenigingals ware zij eigenaresse van de grond.
Artikel 9. Verbod bouwactiviteiten
Tenzij met voorafgaande toestemming van de Gemeente, is het verboden de clubaccommodatie door middel van verbouwing, nieuwbouw of aanbouw uit te breiden tot andere dan in artikel 1, eerste lid bedoelde reeds bebouwde grond (232 m2). Deze toestemming zal niet op onredelijke gronden worden onthouden.
Artikel 10. Goedkeuring wijzigingen/verbeteringen
Onverminderd het bepaalde in de bouwverordening zijn de plannen tot wijziging of verbetering van de clubaccommodatie en andere voorzieningen onderworpen aan de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Gemeente, terwijl de uitvoering overeenkomstig de goedgekeurde plannen zal geschieden.
Artikel 11. Xxxxxx, onderhoud, herstel
De Vereniging is verplicht de clubaccommodatie, de gebouw-gebonden voorzieningen zoals riolering alsmede de overige in artikel 27 genoemde Verenigingeigendommen – onverminderd de bepalingen van de bouwverordening - in een behoorlijke staat, zulks ter beoordeling van de Gemeente, te onderhouden en deze bij gehele of gedeeltelijke vernieling of anderszins binnen een alsdan door de Gemeente in overleg met de Vereniging te bepalen termijn te doen herbouwen, te herstellen of af te breken en/of te slopen. Indien de Verenigingbij beëindiging van het opstalrecht mocht besluitentot gehele of gedeeltelijke sloop van de clubaccommodatie en de gebouw-gebonden voorzieningen, dan zal zij daartoe slechts overgaan nadat de Gemeente daarvoor toestemming heeft verleend.
Artikel 12. Gedoogplicht openbare voorzieningen
De Vereniging moet gedogen dat op, in, onder of boven de clubaccommodatie, palen, kabels, draden, isolatoren, rozetten en pijpstellingen enz. in verband met geleidingen voor water-, gas- en elektra dan wel ten behoeve van andere openbare bedrijven worden aangebracht en onderhouden als de Gemeente dit nodig acht. Omtrent de plaats en de wijze waarop die voorwerpen worden aangebracht vindt overleg met de Vereniging plaats.
Vertegenwoordigers van de gemeente hebben te allen tijde toegang tot het in opstal gegeven complex voor de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden aan de gemeentelijke eigendommen.
Artikel 13. Splitsing, wijziging, opheffing, vervreemding
1. Splitsing, wijziging of opheffing van het opstalrecht, vervreemding van dat recht of van een onverdeeld aandeel daarin, alsmede scheiding van het opstalrecht tussen de gezamenlijke rechthebbenden zal – onverminderd het toestemmingsvereiste van de Gemeente – bij notariële akte geschieden.
2. Alvorens tot wijziging of opheffing van het opstalrecht wordt overgegaan, zal door de Gemeente van het voornemen daartoe mede te werken mededeling worden gedaan aan de hypotheekhouder, indien deze een verklaring als bedoeld in artikel 14, eerst lid heeft ingediend.
Artikel 14. Vereisten bij overdracht
1. In geval van overgang van het opstalrecht – onverminderd het toestemmingsvereiste van de Gemeente – moet de nieuwe Vereniging binnen 14 dagen na de dag van de overgang daarvan aan de Gemeente kennis geven bij een getekende verklaring, opgemaakt volgens een door de Gemeente vast te stellen formulier en aan hen tevens inzage geven van een of meer stukken, waaruit de overgang blijkt.
2. Bovendien moet hij binnen de in het eerste lid gestelde termijn, aan de Gemeente betalen hetgeen de vorige Vereniging haar met betrekking tot het opstalrecht nog verschuldigd is.
3. Indien het opstalrecht verkocht wordt wegens gerechtelijke tenuitvoerlegging of krachtens
het beding, vermeld in artikel 268 boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, wordt ten aanzien van de nieuwe Vereniging de in het tweede lid omschreven verplichting tot betaling beperkt tot achterstallige bedragen van de retributie en van de in het eerste lid van artikel 18 genoemde boete en is de vorige Vereniginggehouden aan de Gemeente te betalen, hetgeen zij haar met betrekking tot deze opstalovereenkomst overigens nog schuldig is.
Artikel 15. Woonplaatskeuze
1. De Vereniging kiest met betrekking tot het opstalrecht, woonplaats binnen de Gemeente Breda aan het adres dat in het hoofd van deze overeenkomst is vermeld.
2. In geval van overgang van het opstalrecht zal woonplaats gekozen moeten worden binnen de Gemeente Breda, bij een getekende verklaring als bedoeld in artikel 14, eerste lid.
3. Zolang de keuze van een andere woonplaats binnen de Gemeente Breda niet ter kennis is gebracht van de Gemeente bij deurwaardersexploot of door opneming van de nieuwe gekozen woonplaats in een verklaring als bedoeld in het tweede lid, blijft de oude gekozen woonplaats gelden en wordt de Vereniging geacht aldaar woonplaats gekozen te hebben.
Artikel 16. Notariële akte
1. Het verlijden van akten, houdende splitsing of andere wijzigingen van het opstalrecht, moet geschieden ten overstaan van een door de Vereniging aan te wijzen notaris.
2. Aan de Gemeente moet een eerste grosse uitgegeven worden van akten, als bedoeld in het eerste lid. De kosten en rechten wegens splitsing of andere wijziging van het opstalrecht en wegens een daartoe te verrichten kadastrale opmeting, alsmede de kosten van rechten wegens de uitgifte van de grossen, komen ten laste van de Vereniging .
Artikel 17. Hypotheek
1. Wanneer het opstalrecht met hypotheek is bezwaard, zullen de bepalingen van de artikelen 19 en 20 slechts van toepassing zijn indien de hypotheekhouder het in de openbare registers ingeschreven borderel aan de Gemeente heeft getoond en bij deze een authentiek afschrift van de akte van hypotheekverlenging met een afschrift van het borderel heeft ingeleverd, alsmede een getekende verklaring, opgemaakt volgens door de Gemeente vast te stellen formulier, waarbij de hypotheekhouder te kennen geeft van de in deze voorwaarden ten behoeve van de hypotheekhouder opgenomen voorschriften, aan hem te doen geschieden aan de werkelijke woonplaats of aan de bij de inschrijving der hypotheek gekozen woonplaats, ter keuze van de Gemeente.
2. Het inleveren van bedoelde verklaring kan alleen blijken uit een door de Gemeente afgegeven bewijsstuk.
3. Het bepaalde bij het eerste en tweede lid van dit artikel en het bepaalde met betrekking tot de onverwijlde mededeling, als bedoeld in artikel 21 lid 4 is niet van toepassing op de Gemeente ten aanzien van hypotheken, waarvan zij houdster is.
4. De hypotheekhouder, die aan het in het eerste lid van dit artikel bepaalde gevolg geeft, verplicht zich aan de Gemeente kennis te geven van het te niet gaan van het hypotheekrecht.
Artikel 18. Boetebedingen
1. Indien de retributie niet betaald is binnen acht dagen na de vervaldag kan de Gemeente een direct opeisbare boete heffen bedragende voor elke maand vertraging, gerekend vanaf de vervaldag, € 250,- per maand. Een gedeelte van een maand wordt voor een volle maand gerekend.
2. Wegens het niet voldoen aan enige verplichtingen bij of krachtens de artikelen 6 en 9 tot en met 11 van deze overeenkomst, is de Vereniging aan de Gemeente Breda een direct opeisbare boete verschuldigd van € 50,- per dag, te betalen binnen de daarbij door hen gestelde termijn.
Artikel 19. Kennisgeving aan hypotheekhouder
1. Indien de Vereniging gedurende een maand in gebreke gebleven is om de retributie te betalen en het opstalrecht bezwaard is met hypotheek, wordt binnen veertien dagen na het eindigen van de termijn van een maand, aan de hypotheekhouder kennis gegeven van het in gebreke zijn van de Vereniging.
2. De in het eerste lid bedoelde kennisgeving geschiedt bij aangetekende brief of deurwaardersexploot, ter keuze van de Gemeente.
Artikel 20. Toestemming hypotheekhouder
De Gemeente zal zonder toestemming van de hypotheekhouders niet medewerken aan opheffing van het opstalrecht bij minnelijke overeenkomst of tot het verkrijgen van het opstalrecht anders dan bij wege van onteigening ten algemene nutte.
Artikel 21. Opzegging en beëindiging
1. Wanneer de Vereniging langer dan twee jaar in verzuim is gebleven om de retributie te betalen of als zij in ernstige mate tekortschiet enige andere betaling uit hoofde van deze overeenkomst te voldoen is de Gemeente gerechtigd het recht van opstal eenzijdig op te zeggen.
2. Voorts heeft de Gemeente, onverminderd het in lid 1 bepaalde, conform artikel 5:104 jo. 5:87 lid 2 BW het recht om het opstalrecht eenzijdig op te zeggen in de volgende gevallen, welke partijen op voorhand aanmerken als het in ernstige mate tekortschieten in de nakoming van de andere opstalverplichtingen:
a. het ondanks deugdelijke ingebrekestelling door de Gemeente, onder het stellenvan een redelijke termijn, handelen in strijd met het toegestane gebruik als bedoeld in deze overeenkomst;
b. het ondanks aanmaning van de Gemeente, onder vermelding van een redelijke termijn tot herstel, laten voortbestaan van substantieel achterstallig onderhoud;
c. handelen in strijd met het verbod tot splitsing, overdracht en onderopstal van het
opstalrecht;
d. de Vereniging surseance van betaling aanvraagt, diens faillissement is aangevraagd, aan zijn crediteuren een onderhands akkoord wordt aangeboden of geliquideerd of de Vereniginganderszins beperkt wordt in zijn bevoegdheid rechtshandelingen te verrichten.
e. De situatie dat aannemelijk is dat de activiteiten van de Vereniging binnen afzienbare termijn (gedeeltelijk) zullen worden gestaakt en/of het registergoed niet meer hoofdzakelijk zal worden gebruikt ten behoeve van tennisactiviteiten.
Een en ander laat onverlet het recht van de Gemeente om kosten- en/of schadevergoeding te vorderen in geval van toerekenbare tekortkoming, na deugdelijke ingebrekestelling, door de Vereniging.
3. In geval van beëindiging van het opstalrecht op grond van lid 1 of 2 vindt beëindiging plaats op een nader door de Gemeente te bepalen dag, gelegen tenminste één maand na de dag van het daartoe strekkende besluit van de Gemeente. In dit geval heeft de Vereniging nimmer aanspraak op de in artikel 5:99 BW bedoelde vergoeding.
4. De Gemeente deelt het besluit tot beëindiging, onder opgave van redenen, die tot het besluit hebben geleid, onverwijld, doch uiterlijk binnen 8 dagen, bij deurwaardersexploot mede aan de Vereniging en aan degenen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op de opstal in de openbare registers staan ingeschreven..
5. Indien vóór de bij het besluit van de Gemeente vastgestelde dag, waarop het opstalrecht geëindigd zal zijn, de oorzaak der beëindiging weggenomen wordt en vóór die dag bovendien aan de Gemeente vergoed worden de kosten van de volgens dit artikel gedane kennisgeving, verliest het besluit van de Gemeente zijn kracht en wordt het geacht niet te zijn genomen.
6. Is deze termijn ongebruikt voorbij gegaan dan is het opstalrecht geëindigd op de bij besluit van de Gemeente vastgestelde dag.
7. De Gemeente is bevoegd, indien het opstalrecht op de in dit artikel bedoelde wijze eindigt, daarvan te doen blijken in de openbare registers, met verwijzingen naar het besluit van de Gemeente en naar de volgens dit artikel aan de Vereniging gedane kennisgeving.
Artikel 22. Termijnen
1. Indien de Vereniging een termijn, binnen welke zij een verplichting moet nakomen, ongebruikt laat voorbijgaan, is zij door het enkele verloop van de termijn in gebreke zonder dat daartoe een ingebrekestelling vereist wordt.
2. De Gemeente kan verlenging van de in deze overeenkomst bepaalde termijn van het inleveren van stukken van de bij deze overeenkomst behorende formulieren toestaan.
Artikel 23. Beëindiging algemeen belang
1. Het recht van opstal kan te allen tijde door de Gemeente worden beëindigd, indien het
perceel grond waarop het opstalrecht rust, ten algemene nutte, zulks naar het oordeel van de Gemeente, moet worden aangewend.
2. Indien de Gemeente tot beëindiging besluit stelt zij tevens de dag vast, waarop het opstalrecht geëindigd zal zijn en de grond met de clubaccommodatie ter vrije beschikking van de Gemeente moet worden gesteld. Tussen de dag van datum van het besluit van de Gemeente als bedoeld in het eerste lid en de dag, waarop het opstalrecht eindigt, moet een periode liggen van tenminste twee jaar.
3. Indien de beëindiging het gevolg is van de in het eerste lid van dit artikel genoemde aanwending van het perceel waarop het opstalrecht is gevestigd ten algemene nutte, wordt niet tot ontruiming overgegaan voordat de Vereniging of een vervangende accommodatie is aangeboden of met de Vereniging overeenkomstig het bepaalde in artikel 24 van deze overeenkomst overeenstemming is bereikt over vergoeding van schade ten gevolge van de voortijdige beëindiging.
4. Beëindiging vindt plaats door opzegging van het recht bij deurwaardersexploot met daarin vermeld de datum van beëindiging en de redenen waarom tot opzegging is besloten. Het exploot wordt binnen veertien dagen na de dag, waarop het besluit tot beëindiging van het opstalrecht is genomen, aan de Vereniging betekend.
5. Indien na het eindigen van het opstalrecht de grond en de clubaccommodatie niet zijn ontruimd, is de Gemeente onherroepelijk gerechtigd de ontruiming op kosten van de Verenigingte bewerkstelligen.
Artikel 24. Schadevergoeding
1. In het geval het opstalrecht eindigt als bedoeld in artikel 23, eerste lid wordt in der minne een door de Gemeente te betalen schadevergoeding vastgesteld.
2. De vergoeding wordt aan de Vereniging uitgekeerd na aftrek van hetgeen deze ter zake van het opstalrecht nog aan de Gemeente is verschuldigd. Tenzij de Gemeente aan de Vereniging schriftelijk anders bericht, heeft generlei uitkering aan de Vereniging plaats zolang niet de grond met de clubaccommodatie ontruimd en ter vrije beschikking van de Gemeente is gesteld.
3. Indien het recht van opstal ten tijde van het eindigen van het recht met hypotheek is bezwaard, wordt in afwijking van het bepaalde in het tweede lid, na aftrek van hetgeen de Verenigingter zake van het opstalrecht nog aan de Gemeente is verschuldigd, aan de hypotheekhouder uitgekeerd tot een door de Gemeente vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag dat aan de hypotheekhouder zou toekomen, indien het een verdeling gold van de koopprijs in geval van gerechtelijke verkoop van het recht van opstal. Het daarna overblijvende bedrag van de schadeloosstelling wordt uitgekeerd aan de Vereniging.
Artikel 25. Bepalen vergoeding door deskundigen
1. In het geval dat de Gemeente en de Vereniging geen overeenstemming bereiken over de schadevergoeding als bedoeld in artikel 24, eerste lid wordt de hoogte daarvan bepaald door
een commissie, bestaande uit drie personen, waarvan één wordt benoemd door de Gemeente, één door de Vereniging en de derde door de twee eerder benoemden tezamen.
2. Door het aanvaarden van hun benoeming onderwerpen de commissieleden zich aan de in deze overeenkomst opgenomen bepalingen.
3. De commissie zal zowel aan de Gemeente als aan de Vereniginghaar beslissing geven binnen vier weken na haar benoeming. Deze termijn kan éénmaal met nog eens vier weken worden verlengd.
4. De beslissing van de commissie wordt gemotiveerd en schriftelijk gegeven. Zij zal gelden als een bindend advies en zal de kracht hebben van een tussen partijen gesloten overeenkomst.
5. De commissie stelt bij haar beslissing tevens vast welke procedurekosten ten laste van welke partij komen.
Artikel 26. Wijze bepaling schadevergoeding
1. Bij de bepaling van de hoogte van de schadevergoeding wordt door de commissie als bedoeld in artikel 25, eerste lid uitgegaan van de volledige vergoeding van de schade, zoals deze door de Gemeente aan de Vereniging moet worden betaald, indien het recht van opstal per tijdstip, waarop dit recht ingevolge artikel 23 tweede lid eindigt, zou zijn onteigend op basis van de ten tijde van het besluit van de Gemeente geldende tekst van de Onteigeningswet.
2. Artikel 24, tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 27. Verantwoordelijkheden beheer, onderhoud, vervanging
1. Uitgangspunt is dat de Vereniging vanaf het moment van vestiging van het opstalrecht volledig zelfstandig en voor eigen rekening en risico verantwoordelijk is voor het beheer, onderhoud en vervanging van alle opstallen, overkappingen, gebouw gebonden voorzieningen en aangelegde terrassen die zich op het registergoed (bijlage 1) bevinden, alsmede voor het beheer, onderhoud en vervanging van de bijbehorende voorzieningen zoals de infrastructuur, de groenvoorziening, de fietsenstalling, de openbare parkverlichting, het afsluitend hekwerk rondom het sportcomplex en de overige verhardingen.
.
Artikel 28. Vervreemding, onderopstal en eerste recht gemeente
1. De Vereniging is niet bevoegd het recht van opstal te vervreemden of de zaak waarop het recht van opstal rust geheel of ten dele in onder opstal te geven zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente en voorts pas nadat de gemeente Breda heeft aangegeven het niet zelf te willen kopen casu quo in onder opstal te willen verkrijgen. Indien de gemeente aangeeft zelf te willen kopen c.q. zelf een beperkt recht te willen verkrijgen, dan heeft zij daartoe het eerste recht.
2. Indien Vereniging of zijn rechtsopvolger met toestemming van de gemeente het opstalrecht vervreemdt of de zaak waarop het recht van opstal rust geheel of ten dele in onder opstal wenst te geven, mag dit alleen geschieden aan natuurlijke of rechtspersonen die een soortgelijk doel hebben en die de zaak duurzaam voor soortgelijke doelen en zonder winstoogmerk gaan gebruiken.
3. Overdracht van het opstalrecht en het vestigen van een onderopstal als bedoeld onder leden 1 en 2 kan voorts alleen geschieden tegen een koopsom casu quo tegenprestatie die niet hoger is dan hetgeen de vervreemdende partij (naast de retributie) zelf heeft opgeofferd casu quo geïnvesteerd in het betreffende registergoed, te indexeren conform de consumentenprijsindex (reeks ”alle bestedingen”) van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
4. De totale opstalvoorwaarden waaronder dit artikel dienen in elke akte van overdracht en uitgifte van een beperkt recht woordelijk te worden opgenomen en voor zover rechtens vereist voor en namens de gemeente Breda te worden aangenomen.
Bijlagen:
1. Tekening opstalrecht nr. 313843
Aldus getekend in drievoud te Breda op …………………..
………………………… | ………………………… | ……………………….. |
X.X. xxx Xxxxxxxx | C.G. Koedijk | E.G. Brendel |
Gemeente Breda | ||
Afdelingshoofd | Voorzitter | Penningmeester |
Vastgoedbeheer |