Algemene voorwaarden (Z/AV 05-02)
Algemene voorwaarden (Z/AV 05-02)
Art. 1 Grondslag van de verzekering
Aan deze verzekeringsovereenkomst liggen ten grondslag de door verzekerde aan de Maatschappij verstrekte inlichtingen. De Alge- mene voorwaarden vormen met de Bijzondere voorwaarden en eventuele clausules, als vermeld op het polisblad, de inhoud van de overeenkomst.
Art. 2 Begripsomschrijvingen
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1. Verzekerde
degene met wie de verzekering is aangegaan en die als zoda- nig op de polis of het bewijs van verzekering is vermeld.
2. Maatschappij
Wederkerige 1820 u.a.
3. Herbouwwaarde
De kosten van herbouw van het gebouw onmiddellijk na het evenement op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming.
4. Verkoopwaarde
De prijs van het gebouw bij verkoop onder aftrek van de prijs voor de grond.
5. Sloopwaarde
Het bedrag dat verkregen zou kunnen worden voor de nog bruikbare respectievelijk waardevolle onderdelen van het ge- bouw verminderd met de kosten van het laten afbreken, weg- ruimen, afvoeren en storten.
6. Nieuwwaarde
Het bedrag benodigd voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
7. Dagwaarde
De nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag wegens waar- devermindering door veroudering en/of slijtage.
8. Vervangingswaarde
Het bedrag dat benodigd is voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken.
Als er geen vervangingsmarkt bestaat dan wordt aangehou- den de hoogste uitkomst van:
a. de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor techni- sche veroudering of
b. de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor econo- mische veroudering.
Daarbij rekening houdende met de staat van onderhoud van de zaak.
Art. 3 Omvang van de dekking
Met inachtneming van het in deze Algemene voorwaarden be- paalde, wordt de omvang van de dekking omschreven op het polisblad.
Art. 4 Bekendheid, belendingen
De Maatschappij acht zich voldoende bekend met de ten tijde van het aangaan van de verzekeringsovereenkomst bestaande bij- zonderheden waarover zij aan verzekerde geen inlichtingen heeft gevraagd. Onjuiste of onvolledige inlichtingen, verstrekt door ver- zekerde, ontheffen de Maatschappij van elke verplichting tot be- taling, onverminderd de verplichting van verzekerde tot betaling
van premie, kosten en assurantiebelasting. Wijziging van belen- dingen tast de aansprakelijkheid van de Maatschappij niet aan.
Art. 5 Algemene uitsluitingen
Uitgesloten is schade:
- door atoomkernreacties, molest, aardbeving, vulkanische uit- barsting en overstroming, zoals vermeld in de ‘Nadere om- schrijvingen’;
- door opzet of grove schuld van verzekerde;
- aan onbewerkte edele metalen en ongezette edelstenen.
Art. 6 Eigendomsovergang
1. Bij verkoop en eigendomsoverdracht neemt de verzekering au- tomatisch een einde, tenzij de Maatschappij schriftelijk heeft verklaard de verzekering op naam van de nieuwe eigenaar te zullen voortzetten.
2. Bij overlijden van de verzekerde blijft de verzekering ten laste en ten bate van de erfgenamen doorlopen tot ten hoogste 30 dagen na de dag waarop de eigendommen op een der erven of een legataris zijn overgegaan. Hierna kan de verzekering ten name van de nieuwe eigenaar worden voortgezet.
3. De verzekering van een natuurlijk persoon eindigt niet indien het verzekerd belang overgaat op een vennootschap, maat- schap, een andere belangengemeenschap of rechtspersoon, of bij een niet natuurlijk persoon indien de desbetreffende or- ganisatie wordt ontbonden en het bedrijf na de ontbinding wordt voortgezet door één of meer belanghebbenden.
Art. 7 Risicowijziging
A. Meldingsplicht van verzekeringnemer
Verzekeringnemer dient de Maatschappij zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee maanden, schriftelijk in kennis te stellen van risicoverzwarende omstandigheden zoals bijvoor- beeld:
- wijziging van gebruik, bestemming, bouwaard of dakbedek- king van het omschreven gebouw;
- het geheel of grotendeels leegstaan van het gebouw of een als zelfstandig aan te merken deel ervan;
- het buiten gebruik zijn van het gebouw of een als zelfstandig aan te merken deel ervan gedurende een aaneengesloten pe- riode, die (naar verwachting) langer dan twee maanden zal duren;
- het geheel of gedeeltelijk gekraakt zijn van het gebouw;
- nieuwe omstandigheden waarvan verzekerde redelijkerwijs kan weten dat zij het risico verzwaren, tenzij de verzekering- nemer van het optreden van zo een wijziging niet op de hoog- te was en dat redelijkerwijs ook niet kon zijn;
- uitbreiding en/of wijziging van de activiteiten van verzekerde, waardoor deze activiteiten als zodanig buiten de ten behoeve van de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering omschreven ver- zekerde hoedanigheid vallen.
B. Dekking na risicowijziging
De verzekering geeft vanaf het moment dat:
- er wijziging van gebruik, bestemming, bouwaard of dakbedek- king is;
- het gebouw geheel of gedeeltelijk gekraakt is;
- het gebouw of een als zelfstandig aan te merken deel ervan geheel of grotendeels leeg komt te staan;
- het gebouw voor een aaneengesloten periode die naar ver- wachting langer dan twee maanden zal duren, niet meer in gebruik zal zijn,
alleen dekking voor schade als gevolg van:
- brand;
- explosie;
- blikseminslag;
- storm;
- luchtvaartuigen,
voor zover deze gevaren reeds verzekerd waren. In deze ge- vallen is een speciale schaderegeling van toepassing (zie art. 10-B).
C. Herbeoordeling na risicowijziging
Na melding van een risicowijziging heeft de Maatschappij het recht de premie en voorwaarden te herzien, dan wel de verze- kering met een opzegtermijn van 30 dagen te beëindigen.
In geval van een uitbreiding en/of wijziging als genoemd in ar- tikel 7-A inzake uitbreiding van de activiteiten van verzekerde, is een dergelijke uitbreiding en/of wijziging pas verzekerd na uitdrukkelijke bevestiging door verzekeraar van de medever- zekering.
D. Gevolgen van niet of niet tijdig melden
Indien verzekeringnemer niet of niet tijdig kennis geeft van de risicowijzigingen, dan vervalt alle recht op schadevergoe- ding twee maanden na de datum van risicowijziging. Het vo- renstaande geldt niet als de Maatschappij de verzekering na de risicowijziging ongewijzigd zou hebben voortgezet. Indien de Maatschappij de verzekering tegen een hogere premie zou hebben voortgezet, wordt een eventuele schade vergoed in verhouding van de geldende premie tot de nieuwe hogere pre- mie.
Art. 8 Aanbouw/verbouwing
Gedurende de tijd dat het verzekerde gebouw of het gebouw waarin de verzekerde zaken zich bevinden in aanbouw is of ver- bouwd wordt, geeft de verzekering alleen dekking voor schade door:
a. brand, blikseminslag, ontploffing, storm en luchtvaartuigen, voor zover deze gevaren reeds verzekerd waren;
b. schade aan de buitenzijde van het gebouw door inbraak. Het eigen risico bedraagt € 225,-;
c. diefstal en poging daartoe van apparaten zoals sanitair, ver- warmingsketels, warmwaterapparaten en inbouwkeukenappa- ratuur, mits alle koppelingen met de desbetreffende leidingen tot stand gebracht waren ofwel in het gebouw voortdurend een persoon van tenminste 16 jaar aanwezig is en men door braak is binnengedrongen. Het eigen risico bedraagt € 225,-.
De Maatschappij doet echter geen beroep op dit artikel, indien de verzekeringnemer aantoont dat de schade geen verband houdt met de aanbouw of verbouwing en/of dat de schade niet door de aanbouw of verbouwing is vergroot.
Art. 9 Melding van schade
In geval van schade is verzekerde verplicht:
a. onmiddellijk alle maatregelen te nemen ter voorkoming en be- perking van eventuele uitbreiding van de schade;
b. die gebeurtenis, schadegeval of omstandigheid zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 5 dagen na kennisname, aan de Maatschappij te melden. Indien verzekerde bewijst, dat hij door omstandigheden, welke hem niet kunnen worden toege- rekend, tot inachtneming van voormelde termijn niet in staat is geweest, zal die termijn geacht worden redelijkerwijs te zijn verlengd;
c. de Maatschappij zo spoedig mogelijk alle van belang zijnde gegevens, bescheiden en informatie te verstrekken;
d. bij schade door diefstal, inbraak, vandalisme, afpersing, bero- ving of xxxx xxxxx (vermoeden van een) strafbaar feit binnen 24 uur na kennisneming aangifte bij de politie te doen;
e. bij schade veroorzaakt door derden aangifte te doen bij de po- litie en in ieder opzicht mee te werken om deze te verhalen;
f. zijn volle medewerking aan de schaderegeling te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de Maatschappij kunnen schaden;
g. zich te onthouden van al hetgeen waaruit erkenning van aan- sprakelijkheid zou kunnen worden afgeleid.
Indien de verzekeringnemer een in dit artikel vermelde verplich- ting niet is nagekomen verleent de Maatschappij geen uitkering tenzij verzekeringnemer aantoont dat de belangen van de Maat- schappij niet zijn geschaad.
Elk recht op schadevergoeding vervalt, indien de verzekeringne- mer en/of andere belanghebbenden bij schade opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt.
Art. 10 Regeling van schade
A. Vaststelling schade en benoeming experts
- De schade zal in onderling overleg of door een door de Maat- schappij te benoemen expert worden vastgesteld, tenzij wordt overeengekomen dat twee experts, waarvan de verzekering- nemer en de Maatschappij er ieder één benoemen, de schade zullen vaststellen. Voor het geval van verschil benoemen de twee experts tezamen een derde expert, die binnen de gren- zen van de door hen vastgestelde cijfers de bindende vaststel- ling zal verrichten. Bij onenigheid over de keus van de derde expert geschiedt diens benoeming op verzoek van de Maat- schappij door de voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam.
- Benoeming van expert(s) en aanvaarding van opdracht moeten blijken uit een door verzekerde en expert(s) te ondertekenen akte, waarvan het model door de Coöperatieve Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs B.A. is gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam.
- Indien één der partijen kan aantonen dat rekenfouten zijn ge- maakt of dat rekening is gehouden met verstrekte onjuiste gegevens, dan zal die partij bevoegd zijn herziening van de taxatie aan te vragen.
- Door medewerking aan de schaderegeling erkent de Maat- schappij geen aansprakelijkheid.
B. Schaderegeling Waarde
Als waarde onmiddellijk vóór de gebeurtenis zal worden aange- houden:
- in geval van verzekering op basis van een geldende voortaxa- tie door deskundigen: het bedrag van de voortaxatie;
- in geval niet anders is overeengekomen:
Voor gebouwen:
- de herbouw- ofwel herstelkosten – onder aftrek van de waarde van de restanten – indien verzekerde binnen 2 jaar na het evenement de herbouw in dezelfde (bedrijfs- economische) omvang heeft voltooid;
- de verkoopwaarde – onder aftrek van de waarde van de restanten – indien verzekerde niet binnen 2 jaar na het evenement de herbouw heeft voltooid. Bij herbouw in klei- nere omvang zal voor het niet herbouwde gedeelte de ver- koopwaarde worden vastgesteld.
Bij schaderegeling op basis van verkoopwaarde zal geen rekening gehouden worden met een eventuele voortaxa- tie. In ieder geval wordt van de herbouwwaarde uitgegaan indien deze lager is dan de verkoopwaarde.
- de sloopwaarde, indien verzekerde voor de schade al het voornemen had het gebouw af te breken, of indien het gebouw bestemd was voor afbraak of onteigening.
Voor roerende zaken:
Als basis voor de schadevaststelling geldt de dagwaarde. Het kan zijn dat op het verzekeringsbewijs is overeengekomen dat de verzekering voor deze zaken plaatsvindt op basis van nieuwwaarde. In dat geval geldt de nieuwwaarde als basis voor de schadevaststelling, behalve als:
- niet binnen één jaar daadwerkelijk is overgegaan tot her- stel of heraanschaffing ten behoeve van het bedrijf van de verzekerde;
- de verzekerde al vóór de gebeurtenis van plan was het bedrijf te beëindigen;
- het zaken betreft waarvan de dagwaarde vóór de schade minder was dan 40% van de nieuwwaarde of die al dan niet meer werden gebruikt voor het doel waarvoor zij wa- ren bestemd;
- het bromfietsen, aanhangwagens, vaartuigen en onderde- len daarvan betreft.
In deze gevallen wordt de schade vergoedt op basis van dag- waarde. Voor koopmansgoederen/producten geldt de vervan- gingswaarde. Voor levende have geldt de vervangingswaarde, tenzij de fokwaarde op de polis is vermeld.
C. Uitkering
De betaling van de schadevergoeding ingeval van herbouw of herstel geschiedt na gereedkomen. De Maatschappij kan, naar mate van de voortgang, voorschotten op de schadevergoeding verstrekken.
D. Maximering
De verplichting van de Maatschappij tot schadevergoeding geldt tot ten hoogste het verzekerd bedrag, met dien verstande dat ook na verbrugging nimmer meer wordt vergoed dan het totaal van de voordien verzekerde bedragen. Bereddingskosten worden zonodig boven het verzekerde bedrag vergoed.
E. Honoraria
De Maatschappij geeft, zo nodig boven het verzekerde bedrag, vergoeding voor salaris en kosten van de in verband met de schade ingeschakelde deskundigen: salaris en kosten van de door verzekeringnemer ingeschakelde deskundigen worden vergoed tot maximaal het bedrag dat voor de door de Maatschappij be- noemde deskundigen verschuldigd is.
F. Uitkering aan derden
1. Indien de Maatschappij een uitkering verschuldigd is voor schade aan zaken die aan anderen dan verzekeringnemer toebehoren, is de Maatschappij gerechtigd de uitkering recht- streeks aan de belanghebbende te doen; door betaling aan de verzekeringnemer is de Maatschappij evenwel volledig ge- kweten.
2. De Maatschappij belast zich met de regeling en de vaststelling van de schade. Hij heeft het recht benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen; hij zal daarbij de belangen van verzekerde in het oog houden.
G. Verval van recht op uitkering
Elk vorderingsrecht van verzekeringnemer strekkende tot be- taling van een schadevergoeding vervalt:
- indien de schademelding niet plaats heeft binnen 3 jaar na de gebeurtenis die voor de Maatschappij tot een verplich- ting tot schadevergoeding kan leiden;
- na een jaar, te rekenen vanaf de dag waarop verzekering- nemer of zijn gemachtigde kennis kreeg van het definitieve standpunt van de Maatschappij;
- indien de Maatschappij ten aanzien van een vordering van een verzekerde uit de polis een definitief standpunt heeft ingenomen, hetzij door het afwijzen van de vordering, het- zij door (een aanbod van) betaling bij wijze van finale af- doening, dan vervalt na 1 jaar, te rekenen vanaf de dag waarop verzekerde of zijn gemachtigde van dit standpunt kennis kreeg, ieder recht ten opzichte van de Maatschappij terzake van het schadegeval waarop de vordering was ge- grond, tenzij verzekerde binnen die termijn het standpunt van de Maatschappij heeft aangevochten.
H. Schadevergoeding
- de schadevergoeding is gelijk aan de door de expert(s) vastgestelde schade, met inachtneming van de van toe- passing zijnde maxima en van een eventueel geldend eigen risico;
- Ingeval verzekerde verklaard heeft niet te zullen herbou- wen of herstellen, geschiedt de betaling van de schadever- goeding binnen één maand, nadat alle stukken betreffende de schaderegeling door de Maatschappij zijn ontvangen;
- Verzekerde zal, in geval van schade, geen afstand van het verzekerde kunnen doen ten behoeve van de Maatschap- pij.
Art. 11 Betaling en restitutie van premie
1. De verzekeringnemer dient de premie, de kosten en de as- surantiebelasting vooruit te betalen, uiterlijk op de 30e dag nadat zij verschuldigd worden.
2. Indien de verzekeringnemer het verschuldigde niet tijdig be- taalt of weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ter zake van daarna plaatshebbende gebeurtenissen. Een ingebre- kestelling door de Maatschappij is daarvoor niet vereist. De verzekeringnemer dient de premie, de assurantiebelasting en de kosten, waaronder de buitengerechtelijke incassokosten, alsnog te betalen. De dekking gaat weer in op de dag volgen- de op de dag waarop het verschuldigde door de Maatschappij is ontvangen.
3. Premierestitutie over de termijn dat de verzekering niet meer van kracht is wordt uitsluitend verleend na opzegging van de verzekering door de Maatschappij of na weigering door verzekeringnemer van een door de Maatschappij voorgestelde wijziging van premie en/of voorwaarden. De Maatschappij kan daarbij naast poliskosten of kosten voor het afgeven van een aanhangsel, administratiekosten in rekening brengen.
Art. 12 Herziening van premie en/of voorwaarden
1. De verzekeraar heeft het recht de premie en/of de voorwaar- den van bepaalde groepen verzekeringen en-bloc te wijzigen. Behoort deze verzekering tot die groep, dan is de verzekeraar gerechtigd de premie en/of voorwaarden van deze verzekering overeenkomstig die wijziging aan te passen en wel op een door hem te bepalen datum. De verzekeringnemer wordt van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te heb- ben ingestemd tenzij hij binnen de termijn in de mededeling genoemd schriftelijk het tegendeel heeft bericht. In dit laatste geval eindigt de verzekering op de datum die in de mededeling door de verzekeraar is genoemd.
2. Verzekerde heeft geen bevoegdheid tot opzegging, indien be- doelde herziening een verlaging van de tarieven dan wel een verbetering van de voorwaarden inhoudt. De mogelijkheid van opzegging geldt eveneens niet indien de wijziging van de ta- rieven en/of voorwaarden voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen.
3. Verzekerde heeft het recht per aangetekend schrijven be- doelde aanpassing te weigeren uiterlijk tot het einde van een termijn van 30 dagen na de premievervaldag.
Art. 13 Andere verzekeringen
Inzake brandverzekering:
1. Indien blijkt dat de verzekerde zaken ten tijde van de gebeur- tenis tevens door één of meer andere verzekeringen zijn ge- dekt en het totaal van de verzekerde bedragen van alle verze- keringen de waarde van het werkelijke belang overtreft, wordt het bij het verzekerd bedrag geacht te zijn verminderd naar evenredigheid van het totaal van de verzekerde bedragen en de waarde van de verzekerde zaken, zonder dat vermindering of restitutie van premie plaatsvindt.
2. Het onder artikel 13-1 bepaalde zal ook gelden indien de bedoelde verzekeringen bij verschillende polissen en op ver- schillende dagen zijn aangegaan, onverminderd het bij de wet bepaalde, voor zover de verzekering(en) van oudere datum dan deze overeenkomst zijn en deze geen bepaling als onder artikel 13-1 vermeld, bevatten.
3. In geval van schade en na een daartoe strekkend verzoek van de Maatschappij is verzekerde verplicht opgave te doen van alle hem bekende overige verzekeringen die dekking gaven tegen schade aan de verzekerde zaken ten tijde van de ge- beurtenis.
4. Schade aan zaken, eveneens verzekerd op een speciaal daar- voor afgesloten polis, wordt slechts vergoed indien deze spe- ciale polis geen of onvoldoende dekking biedt.
Inzake aansprakelijkheidsverzekering:
1. Indien de aansprakelijkheid, die onder de bedrijfsaansprakelijk- heidsverzekering is gedekt, ook gedekt is onder (een) andere polis(sen), al dan niet van oudere datum, of gedekt zou zijn in-
dien de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering niet zou hebben bestaan, dan loopt de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering als schade-excedent boven de dekking die onder de andere polis(sen) is verleend, of verleend zou zijn indien de bedrijfs- aansprakelijkheidsverzekering niet zou hebben bestaan.
Art. 14 Onderverzekering
1. Eventuele onderverzekering is niet van invloed op de te ver- goeden kosten inzake het vaststellen van de schade.
2. Indien het verzekerd bedrag lager is dan de waarde, waarvan bij de schaderegeling wordt uitgegaan, vindt vergoeding plaats van de vastgestelde schade in verhouding van het verzekerd bedrag tot die waarde onmiddellijk vóór het evenement.
3. Indien zaken te hoog en andere te laag verzekerd zijn, zal herberekening van de premie op basis van de waarden onmid- dellijk voor het evenement tegen de onderscheiden premiebe- dragen plaatsvinden.
4. Indien na herberekening blijkt dat het totaal van de oorspron- kelijke premiebedragen gelijk is aan of groter is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, wordt de evenredig- heidsregel niet toegepast en vindt schadevergoeding plaats op basis van de onmiddellijk voor het evenement vastgestelde waarde.
5. Indien na herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspron- kelijke premiebedragen kleiner is dan het totaal van de her- berekende premiebedragen, worden de verzekerde bedragen herleid in de verhouding waarin de tekorten aan verschuldigde premie staan tot het totale overschot aan premie, zodanig dat het totaal van de alsdan herberekende premiebedragen gelijk is aan het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen waarna schadevergoeding plaats-vindt volgens de evenredig- heidsregel.
Art. 16 Registratie
De bij de aanvraag van een verzekering verstrekte persoonsge- gevens en de eventueel nader over te leggen persoonsgegevens kunnen worden opgenomen in de door de Maatschappij gevoerde persoonsregistratie. Op deze registratie is een privacy-reglement van toepassing.
Aanmelding van deze registratie bij de Registratiekamer is gedaan op 29 augustus 1990. Een afschrift van het formulier van aan- melding ligt voor een ieder ter inzage bij de Maatschappij.
Art. 17 Toepasselijkheid statuten
De statuten van de Maatschappij maken deel uit van de verzeke- ringsovereenkomst.
Art. 18 Slotbepalingen/geschillen
1. Als adres van verzekerde zal gelden het laatste dat aan de Maatschappij werd opgegeven of aan de assurantietussenper- soon via wiens bemiddeling de verzekering loopt.
2. Mededelingen aan de Maatschappij zijn slechts van kracht indien schriftelijk door de Maatschappij bevestigd.
3. Alle geschillen met betrekking tot deze overeenkomst zullen worden onderworpen aan de uitspraak van de bevoegde rech- ter, tenzij partijen overeenkomen het geschil door arbitrage of anderszins te beslechten. Ook kan bij het ontstaan van geschillen het Klachteninstituut Verzekeringen worden bena- derd.
Art. 15 Begin en einde van de verzekering
A. Begin en einde van de verzekering
Begin en einde van de verzekering zijn beide om 12 uur ’s middags.
B. Duur van de verzekering
De verzekering is aangegaan voor de op het polisblad vermel- de termijn en zal geacht worden telkens stilzwijgend te zijn verlengd met de eveneens op het polisblad vermelde termijn.
C. Einde van de verzekering
De verzekering eindigt:
1. Door opzegging door verzekeringnemer of verzekeraar per de contractsvervaldag, mits deze opzegging schrifte- lijk aan de verzekeraar geschiedt en een termijn van drie maanden in acht wordt genomen. De verzekeringnemer heeft het recht op zijn opzegging terug te komen tot het tijdstip waarop de verzekering zou eindigen. De opzegging is slechts van kracht indien zij tot bedoeld tijdstip wordt gehandhaafd en zal, indien zij voor dat tijdstip wordt her- roepen, geacht worden nimmer plaats te hebben gehad.
2. Door schriftelijke opzegging door verzekeraar:
- binnen dertig dagen nadat een gebeurtenis die voor de ver- zekeraar tot een verplichting tot uitkering kan leiden hem ter kennis is gekomen;
- binnen dertig dagen nadat hij een uitkering krachtens deze verzekering heeft gedaan, dan wel heeft afgewezen;
- indien de verzekeringnemer 3 maanden na premievervaldag de premie, kosten en assurantiebelasting nog niet heeft betaald;
- indien de verzekerde naar aanleiding van een gebeurtenis met opzet een onjuiste voorstelling van zaken heeft ge- geven.
De verzekering eindigt in deze gevallen op de datum die in de opzeggingsbrief wordt genoemd. De verzekeraar zal in deze gevallen een opzeggingstermijn in acht nemen van ten minste veertien dagen.
3. Indien de verzekeringnemer weigert de wijziging van de pre- mie en/of voorwaarden te accepteren, die de verzekeraar op grond van de voorwaarden kan verlangen en wel per de in de mededeling van de verzekeraar genoemde datum.
Nadere omschrijvingen
Brand
Onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Derhalve is onder andere geen brand:
- zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
- doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
- oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels. Onder schade door brand valt ook schade door naburige brand, door brandblussing, door vernieling bij brand op last van hoger- hand, door beredding en door diefstal of vermissing bij brand of beredding.
Blikseminslag
Beschadiging van of storing in elektrische of elektronische appara- tuur wordt slechts geacht veroorzaakt te zijn door blikseminslag, indien de schade is ontstaan tijdens een met bliksemsinslag(en) gepaard gaand onweer en het aannemelijk is, dat er een verband bestaat tussen een inslag in de nabijheid van de verzekerde za- ken en de beschadiging of stoornis. Derhalve wordt onder andere schade ten gevolge van inductie niet geacht veroorzaakt te zijn door blikseminslag.
Ontploffing
Onder schade door ontploffing wordt verstaan gehele of gedeel- telijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps ver- lopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, zulks met inachtneming van het hierna bepaalde.
Is de ontploffing ontstaan binnen een – al dan niet gesloten – vat, dan is aan het vereiste van een eensklaps verlopende krachts- uiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen (onverschillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij reeds voor de ontploffing aanwezig waren dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan, dat door het uitstromen van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening de druk binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn geworden. Is dit niet het geval of is de ontploffing buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddellijke werking zijn ge- weest van gassen of dampen die door een scheikundige reactie van vaste, vloeibare, gas- of dampvormige stoffen, of een meng- sel daarvan, zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht.
In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van verzekerde zaken door ontploffing is tevens gedekt de schade aan de verze- kerde zaken welke als een gevolg van die vernieling moet worden aangemerkt.
In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van andere za- ken door ontploffing is medegedekt de schade aan de verzekerde zaken welke als een gevolg van de nabijheid van die vernieling moet worden aangemerkt.
Luchtvaartuigen
Onder schade door luchtvaartuigen wordt verstaan schade door het getroffen worden door:
1. hetzij een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig;
2. hetzij een hieraan verbonden, hiervan losgeraakt, hieruit ge- worpen of hieruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp;
3. hetzij enig ander voorwerp dat getroffen is door enig voorwerp als onder 1 of 2 bedoeld.
Storm
Hieronder wordt verstaan een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde. Met stormschade wordt gelijkgesteld: schade door neerstortende bomen e.d. ten gevolge van storm, schade door vernieling op last van hogerhand wegens de toestand van het door storm beschadigde gebouw en schade door regen-, sneeuw-, hagel of smeltwater als onmiddellijk gevolg van storm- schade aan het gebouw. Kosten van opruiming van bomen wor- den hiertoe niet gerekend.
Bereddingskosten
Kosten, verbonden aan maatregelen, die tijdens de geldigheids- duur van de verzekering door of vanwege een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk drei- gend gevaar van schade af te wenden, waarvoor - indien gevallen
- een verzekerde aansprakelijk zou zijn en deze verzekering dek- king biedt, of om die schade te beperken.
Opruimingskosten
Onder opruimingskosten worden uitsluitend verstaan de niet reeds in de schadetaxatie begrepen kosten van wegruimen en/of afbraak van verzekerde zaken, voor zover deze wegruiming en/of afbraak het noodzakelijke gevolg is van een onder de polis gedekt evenement. Het bedrag van deze kosten zal – op premier-risque basis – worden vastgesteld door dezelfde experts die het bedrag der overige schaden, waartegen op de polis dekking is verleend, hebben vastgesteld.
Atoomkernreacties
1. De verzekering geeft geen dekking indien de schade is veroor- zaakt door, opgetreden bij of voortgevloeid uit atoomkernre- acties, onverschillig hoe deze zijn ontstaan. Hieronder mede te verstaan, kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuur- lijke radio-activiteit.
2. De uitsluiting onder lid 1 geldt niet met betrekking tot schade veroorzaakt door radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, land- bouwkundige, medische, wetenschappelijke, onderwijskundi- ge doeleinden, of (niet-militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen. Onder ‘kerninstal- latie’ wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), als- mede een kerninstallatie aan boord van een schip.
3. Voor zover krachtens enige wet of enig verdrag een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, vindt lid 2 geen toe- passing.
Molest
Onder schade door molest wordt verstaan schade veroorzaakt door of ontstaan uit:
- gewapend conflict: elk geval waarin staten of andere georga- niseerde partijen elkaar, of althans de één de ander, gebruik makend van militaire machtsmiddelen, bestrijden. Onder ge- wapend conflict wordt mede verstaan het gewapend optreden van een Vredesmacht der Verenigde Naties, NATO/NAVO, WEU of een soortgelijke organisatie
- burgeroorlog: een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van een zelfde staat, waarbij een be- langrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is;
- opstand: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag;
- binnenlandse onlusten: min of meer georganiseerde geweld- dadige handelingen, op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat;
- oproer: een min of meer georganiseerde plaatselijke geweld- dadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag;
- muiterij: een min of meer georganiseerde gewelddadige bewe- ging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
De Maatschappij dient te bewijzen, dat de schade direct veroor- zaakt is door of ontstaan is uit een van bovenvermelde oorza- ken.
Onder bovengenoemde gebeurtenissen worden tevens begrepen de gebeurtenissen terrorisme, sabotage en vordering, indien en voor zover aantoonbaar daarmee samenhangend. Deze omschrij- vingen vormen een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars op 2 november 1981 ter xxxxxxx xxx xx Xxxxx- dissementsrechtbank te ’s-Gravenhage is gedeponeerd.
Aardbeving en vulkanische uitbarsting
Onder schade door aardbeving en vulkanische uitbarsting wordt verstaan schade ontstaan hetzij gedurende de tijd waarin, hetzij gedurende 24 uur nadat in of nabij de plaats waar het verzekerde zich bevindt, de gevolgen van aardbeving of vulkanische uitbar- sting zich hebben geopenbaard, tenzij verzekerde bewijst, dat de schade niet aan een van de genoemde verschijnselen kan worden toegeschreven.
Overstroming
Onder schade door overstroming wordt verstaan: schade tenge- volge van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een door deze polis gedekt evenement. Deze uitsluiting geldt niet voor brand en ontploffing veroorzaakt door overstroming.
Aanbouw/verbouwing
Het gebouw wordt geacht in aanbouw te zijn of verbouwd te worden zolang het niet geheel glasdicht is en van de definitieve dakbedekking, sloten en andere afsluitingen voorzien is dan wel zolang voor bewoning essentiële voorzieningen zoals verwar- ming, (warm-) watervoorziening, toilet, bad/douche of keuken niet gebruiksklaar zijn