Contract
V E R V A L L E N
VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING
Koninklijke DSM N.V., gevestigd te Heerlen.
d.d. 17 maart 2016 zoals dit ter besluitvorming wordt voorgelegd aan de op 29 april 2016 te houden algemene vergadering van
aandeelhouders van de vennootschap.
In de linkerkolom is de tekst van de nu geldende statuten opgenomen. In de rechterkolom zijn uitsluitend de voorgestelde wijzigingen opgenomen. Daarnaast is afzonderlijk een algemene toelichting beschikbaar.
Bestaande tekst: | Voorgestelde tekst: |
HOOFDSTUK I Begripsbepalingen. Artikel 1. In de statuten wordt verstaan onder: a. algemene vergadering: het orgaan dat gevormd wordt door stemgerechtigde aandeelhouders en andere stemgerechtigden; b. algemene vergadering van aandeelhouders: de bijeenkomst van aandeelhouders en andere personen met vergaderrechten; c. uitkeerbaar deel van het eigen vermogen: het deel van het eigen vermogen dat het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden, te boven gaat; d. accountant: een registeraccountant of een andere accountant als bedoeld in artikel 393, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel een organisatie waarin zodanige accountants samenwerken; e. jaarvergadering: de algemene vergadering van aandeelhouders, bestemd tot de behandeling van de jaarrekening en het jaarverslag; f. dochtermaatschappij: - een rechtspersoon waarin de vennootschap of een of meer van haar dochtermaatschappijen, al dan niet krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering van de leden of aandeelhouders kunnen uitoefenen; - een rechtspersoon waarvan de vennootschap of een of meer van haar dochtermaatschappijen lid of aandeelhouder zijn en, al dan niet | e. jaarvergadering: de algemene vergadering van aandeelhouders, bestemd tot de behandeling van de jaarrekening en het bestuursverslag; |
krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de bestuurders of van de commissarissen kunnen benoemen of ontslaan, ook indien alle stemgerechtigden stemmen. Met een dochtermaatschappij wordt gelijkgesteld een onder eigen naam optredende vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, waarin de vennootschap of een of meer van haar dochtermaatschappijen vennoot zijn en alleen of samen een beslissende stem in de leiding kunnen uitoefenen; een en ander met toepassing van de leden 3 en 4 van artikel 24a, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; g. groepsmaatschappij: een rechtspersoon of vennootschap die in de zin van artikel 24b, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, met de vennootschap in een groep is verbonden; h. Euroclear Nederland: Nederlands Centraal Instituut voor Giraal Effectenverkeer B.V., handelend onder de naam Euroclear Nederland, zijnde het centraal instituut in de zin van de Wet giraal effectenverkeer, of een daarvoor in de plaats tredende instelling; i. xxxxxx aandeelhouder: een persoon die rechten houdt met betrekking tot een aantal girale aandelen, via een effectenrekening bij een intermediair, in overeenstemming met de Wet giraal effectenverkeer. j. girale aandelen: gewone aandelen die zijn opgenomen in het girale systeem van de Wet giraal effectenverkeer; k. intermediair: een intermediair in de zin van de Wet giraal effectenverkeer. l. schriftelijk: een bericht dat is overgebracht bij brief, telefax, e-mail of enig ander elektronisch communicatiemiddel, mits het bericht leesbaar en reproduceerbaar is. |
Artikel 19. Bestuurstaak. Besluitvorming. Taakverdeling. 1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is de raad van bestuur belast met het |
besturen van de vennootschap.
2. De raad van commissarissen wijst een van de leden van de raad van bestuur aan tot voorzitter van de raad van bestuur.
3. De raad van bestuur stelt een reglement vast, waarbij regels worden gegeven omtrent de besluitvorming van de raad van bestuur. Het reglement behoeft de goedkeuring van de raad van commissarissen.
4. De raad van bestuur kan bij een taakverdeling bepalen met welke taak elk lid van de raad van bestuur meer in het bijzonder zal zijn belast.
5. Een lid van de raad van bestuur neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming binnen de raad van bestuur, indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Wanneer hierdoor geen besluit van de raad van bestuur kan worden genomen, beslist de raad van commissarissen.
6. Ingeval van een tegenstrijdig belang als bedoeld in artikel 19 lid 5 blijft het bepaalde in artikel 20 lid 1 onverminderd van kracht.
Artikel 20. Vertegenwoordiging.
1. De raad van bestuur vertegenwoordigt de vennootschap. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende leden van de raad van bestuur, alsmede aan een lid van de raad van bestuur en een functionaris als bedoeld in lid 3, gezamenlijk handelend.
2. De raad van bestuur kan aan een lid van de raad van bestuur een doorlopende volmacht verlenen de vennootschap binnen de in de volmacht aangegeven grenzen alléén te vertegenwoordigen.
3. De raad van bestuur kan functionarissen met algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid aanstellen. Elke aanstelling kan te allen tijde worden
ingetrokken. Elk dezer functionarissen vertegenwoordigt de vennootschap met inachtneming van de begrenzing aan zijn bevoegdheid gesteld. Hun titulatuur wordt door de raad van bestuur bepaald. 4. Xxxxxxx van een tegenstrijdig belang tussen de vennootschap en een lid van de raad van bestuur wordt de vennootschap vertegenwoordigd door het lid van de raad van bestuur of het lid van de raad van commissarissen dat de raad van commissarissen daartoe aanwijst. | 4. De raad van commissarissen kan, al dan niet ad hoc, een of meer personen aanwijzen die bevoegd zijn de vennootschap te vertegenwoordigen in aangelegenheden waarin zich (potentieel) een tegenstrijdig belang voordoet als bedoeld in artikel 19 lid 5. |
Artikel 28. Werkwijze en besluitvorming. 1. De raad van commissarissen benoemt uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, die eerstgenoemde bij diens afwezigheid vervangt. Hij benoemt al dan niet uit zijn midden een secretaris en treft een regeling voor diens vervanging. 2. Bij afwezigheid van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter in een vergadering wijst de vergadering zelf een voorzitter aan. 3. De raad van commissarissen vergadert telkenmale wanneer de voorzitter of twee andere commissarissen zulks verlangen, dan wel de raad van bestuur daartoe het verzoek doet. 4. Van het verhandelde in de vergadering van de raad van commissarissen worden notulen gehouden door de secretaris. De notulen worden in dezelfde vergadering of in een volgende vergadering van de raad van commissarissen vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris ondertekend. 5. Alle besluiten van de raad van commissarissen worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. 6. De raad van commissarissen kan in een vergadering alleen geldige besluiten nemen indien de meerderheid van de |
commissarissen ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. 7. Een commissaris kan zich door een mede- commissaris bij schriftelijke volmacht doen vertegenwoordigen. Een commissaris kan voor niet meer dan één mede-commissaris als gevolmachtigde optreden. 8. De raad van commissarissen kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits het desbetreffende voorstel aan alle commissarissen is voorgelegd en geen hunner zich tegen deze wijze van besluitvorming heeft verzet. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt dat door de voorzitter en de secretaris wordt ondertekend. Van deze wijze van besluitvorming wordt in de notulen van de eerstvolgende vergadering van de raad van commissarissen melding gemaakt. 9. De raad van commissarissen vergadert tezamen met de raad van bestuur zo dikwijls de raad van commissarissen zulks nodig acht of de raad van bestuur xxxxx verzoekt. 10. De raad van commissarissen stelt een reglement vast aangaande zijn taakverdeling, werkwijze en wijze van besluitvorming. | 11. Een commissaris neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming binnen de raad van commissarissen, indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. 12. Xxxxxxx van ontstentenis of belet van een lid van de raad van commissarissen zijn de andere leden of is het andere lid van die raad tijdelijk met het toezicht op de raad van bestuur belast. 13. Indien en voor zolang alle zetels in de raad van commissarissen vacant zijn en er geen enkele zetel tijdelijk wordt bezet, bepaalt de raad van bestuur in hoeverre en op welke wijze de taak en bevoegdheden van |
de raad van commissarissen tijdelijk worden waargenomen. | |
HOOFDSTUK XI Jaarrekening en jaarverslag. Winst. Artikel 30. Boekjaar. Jaarrekening en jaarverslag. 1. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar. 2. Jaarlijks binnen vier maanden na afloop van het boekjaar maakt de raad van bestuur een jaarrekening op en legt deze voor de aandeelhouders ter inzage ten kantore van de vennootschap. Binnen deze termijn legt de raad van bestuur ook het jaarverslag ter inzage voor de aandeelhouders. 3. De jaarrekening wordt ondertekend door de leden van de raad van bestuur en door de leden van de raad van commissarissen. Ontbreekt de ondertekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. 4. De raad van commissarissen maakt jaarlijks een bericht op dat bij de jaarrekening en het jaarverslag wordt gevoegd. 5. Op de jaarrekening en het jaarverslag zijn voorts de artikelen 101 en 102 en Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. | HOOFDSTUK XI Jaarrekening en bestuursverslag. Winst. Artikel 30. Boekjaar. Jaarrekening en bestuursverslag. 2. Jaarlijks binnen vier maanden na afloop van het boekjaar maakt de raad van bestuur een jaarrekening op en legt deze voor de aandeelhouders ter inzage ten kantore van de vennootschap. Binnen deze termijn legt de raad van bestuur ook het bestuursverslag ter inzage voor de aandeelhouders. 4. De raad van commissarissen maakt jaarlijks een bericht op dat bij de jaarrekening en het bestuursverslag wordt gevoegd. 5. Op de jaarrekening en het bestuursverslag zijn voorts de artikelen 101 en 102 en Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. |
Artikel 31. Vaststelling van de jaarrekening en kwijting. 1. De vennootschap zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag, het bericht van de raad van commissarissen en de krachtens de wet toe te voegen gegevens vanaf de oproeping voor de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders te haren kantore aanwezig zijn. Aandeelhouders en andere personen met vergaderrechten kunnen de stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen. 2. De algemene vergadering stelt de | 1. De vennootschap zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het bestuursverslag, het bericht van de raad van commissarissen en de krachtens de wet toe te voegen gegevens vanaf de oproeping voor de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders te haren kantore aanwezig zijn. Aandeelhouders en andere personen met vergaderrechten kunnen de stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen. |
jaarrekening vast. 3. In de algemene vergadering van aandeelhouders waarin tot vaststelling van de jaarrekening wordt besloten, worden afzonderlijk aan de orde gesteld een voorstel tot het verlenen van kwijting aan de leden van de raad van bestuur voor het gevoerde bestuur en een voorstel tot het verlenen van kwijting aan de leden van de raad van commissarissen voor de uitoefening van hun toezicht daarop, voor zover van die taakuitoefening blijkt uit de jaarrekening of uit informatie die anderszins voorafgaand aan de vaststelling van de jaarrekening aan de algemene vergadering is verstrekt. |
Artikel 32. Reservering. Dividend. 1. Jaarlijks wordt door de raad van bestuur onder goedkeuring van de raad van commissarissen vastgesteld welk deel van de winst - het positieve saldo van de winst- en verliesrekening - wordt gereserveerd. 2. Uit de winst na reservering volgens het voorgaande lid wordt op de cumulatief preferente aandelen B voorzover mogelijk een dividend uitgekeerd waarvan het percentage gelijk is aan het gemiddelde van het één maands Euribor (Euro Interbank Offered Rate) - gewogen naar het aantal dagen waarover de uitkering geschiedt - verhoogd met een door de raad van bestuur onder goedkeuring van de raad van commissarissen vast te stellen marktconforme opslag. Het dividend wordt berekend naar tijdsgelang indien de betrokken cumulatief preferente aandelen B in de loop van het boekjaar zijn uitgegeven. Het dividendpercentage wordt berekend over het gestorte deel van het nominaal bedrag. Indien het voor de cumulatief preferente aandelen B geldende dividendpercentage te eniger tijd niet of niet langer kan worden berekend op de wijze vermeld in de eerste zin van dit lid, stelt de raad van bestuur onder goedkeuring van de raad van |
commissarissen een daarop naar zijn oordeel zoveel mogelijk gelijkende andere berekeningswijze voor dat dividendpercentage vast.
3. Uit hetgeen na toepassing van lid 2 van de winst resteert wordt vervolgens voorzover mogelijk op de cumulatief preferente aandelen A een dividend uitgekeerd waarvan het percentage, te berekenen op basis van na te melden berekeningsgrondslag, gelijk is aan het rekenkundig gemiddelde van het gemiddelde effectieve rendement op staatsleningen met een (resterende) looptijd van negen tot tien jaar zoals gepubliceerd in de Officiële Prijscourant over de laatste twintig beursdagen voorafgaand aan acht maart negentienhonderd zesennegentig verhoogd met een door de raad van bestuur vast te stellen opslag van maximaal vijftig basispunten.
Voor het eerst per een januari tweeduizend zes en telkenmale tien jaar nadien zal het dividendpercentage van de cumulatief preferente aandelen A worden aangepast aan het rekenkundig gemiddelde van het gemiddelde effectieve rendement op staatsleningen met een (resterende) looptijd van negen tot tien jaar, zoals gepubliceerd in de Officiële Prijscourant, over de laatste twintig beursdagen voorafgaand aan de dag van de aanpassing, verhoogd of verlaagd met een door de raad van bestuur vast te stellen opslag of korting van ten hoogste honderd basispunten.
De grondslag voor de berekening van het dividend op de cumulatief preferente aandelen A beloopt vijf euro tweeduizend negenhonderd tweeënveertig tienduizendste eurocent (EUR 5,2942) per cumulatief preferent aandeel A.
4. Indien over enig boekjaar de uitkeringen op de cumulatief preferente aandelen B en A volgens de leden 2 en 3 niet of niet geheel kunnen plaats vinden omdat de winst na reservering dat niet toelaat, wordt het tekort ten laste van de winst van de volgende
3. Uit hetgeen na toepassing van lid 2 van de winst resteert wordt vervolgens voorzover mogelijk op de cumulatief preferente aandelen A een dividend uitgekeerd waarvan het percentage, te berekenen op basis van na te melden berekeningsgrondslag, gelijk is aan het rekenkundig gemiddelde van het gemiddelde effectieve rendement op staatsleningen met een (resterende) looptijd van negen tot tien jaar zoals gepubliceerd in de Officiële Prijscourant over de laatste twintig beursdagen voorafgaand aan acht maart negentienhonderd zesennegentig verhoogd met een door de raad van bestuur vast te stellen opslag van maximaal vijftig basispunten.
Voor het eerst per een januari tweeduizend zes en voor de tweede keer per een januari tweeduizend eenentwintig en daarna telkenmale vijf jaar nadien zal het dividendpercentage van de cumulatief preferente aandelen A worden aangepast aan het rekenkundig gemiddelde van het gemiddelde effectieve rendement op staatsleningen met een (resterende) looptijd van negen tot tien jaar, zoals gepubliceerd in de Officiële Prijscourant, over de laatste twintig beursdagen voorafgaand aan de dag van de aanpassing, verhoogd of verlaagd met een door de raad van bestuur vast te stellen opslag of korting van ten hoogste honderd basispunten.
De grondslag voor de berekening van het dividend op de cumulatief preferente aandelen A beloopt vijf euro tweeduizend negenhonderd tweeënveertig tienduizendste eurocent (EUR 5,2942) per cumulatief preferent aandeel A.
boekjaren uitgekeerd, onverminderd het bepaalde in artikel 33 lid 3.
In dat geval wordt, steeds zoveel mogelijk, eerst op de cumulatief preferente aandelen B en vervolgens op de cumulatief preferente aandelen A het achterstallig dividend uitgekeerd, aangevuld met het dividend over het laatst verstreken boekjaar.
5. Het daarna overblijvende staat ter beschikking van de algemene vergadering met dien verstande dat op de cumulatief preferente aandelen A en de cumulatief preferente aandelen B geen verdere uitkering zal kunnen plaats vinden.
6. Indien over enig jaar verlies is geleden, wordt over dat jaar geen dividend uitgekeerd, onverminderd het bepaalde in artikel 33 leden 3 en 4. Ook in volgende jaren kan eerst uitkering van dividend plaats hebben nadat het verlies door winst is goedgemaakt. De raad van bestuur kan echter onder goedkeuring van de raad van commissarissen besluiten zulk een verlies te delgen ten laste van het uitkeerbaar deel van het eigen vermogen.
7. De raad van bestuur kan besluiten tot uitkering van interim-dividend. Het besluit is onderworpen aan de goedkeuring van de raad van commissarissen.
8. Op uitkeringen aan aandeelhouders zijn voorts de artikelen 104 en 105 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
- 0 - 0 - 0 - 0 -