CONCESSIEOVEREENKOMST
CONCESSIEOVEREENKOMST
Stad Antwerpen, Xxxxx Xxxxx 0, 0000 Xxxxxxxxx, gekend onder ondernemingsnummer BE0207.500.123, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, waarvoor optreden xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx, afgevaardigd schepen en de xxxx Xxxx Xxxxxxxxx, stadssecretaris,
hierna genoemd ‘de stad’ en
[rechtspersonen]
………………….., met zetel te …………………….. …………………, met ondernemingsnummer BE…………………….., hier vertegenwoordigd door ,
(functie),
hierna genoemd “de concessiehouder”,
OF
[particulieren
de heer en/of mevrouw ………………, wonende te ,
hierna genoemd “de concessiehouder”,
wordt aangenomen en overeengekomen wat volgt:
Artikel 1: Voorwerp
De stad verleent in concessie aan de concessiehouder die aanvaardt het museumcafé met een oppervlakte van ongeveer 125 m² m² gelegen op de mezzanine in de multifunctionele ruimte van de Loods van het Red Starline Museum aan de Rijnkaai 15 te 0000 Xxxxxxxxx gekend op het kadaster onder Antwerpen,7de afdeling, sectie G, perceel nummers 129Y2, H3 en B3, aangeduid op het plan in bijlage,
hierna genoemd “het goed” of “het museumcafé”.
De mezzanine is een open ruimte die in verbinding staat met de grote hall.
De concessiehouder verklaart het goed te hebben bezocht en onderzocht en verklaart daarom het goed perfect te kennen en geen verdere gedetailleerde beschrijving (behalve de plaatsbeschrijving) ervan te verlangen.
Het goed wordt in concessie gegeven aan de concessiehouder in de staat waarin het zich bevindt, zoals beschreven in de plaatsbeschrijving opgesteld in overeenstemming met artikel 5, zonder waarborg voor verborgen of zichtbare gebreken die niet in de plaatsbeschrijving zouden zijn vermeld, noch van de aangegeven oppervlakte, waarvan het verschil in min of in meer, al overtrof het een twintigste, ten bate of ten laste van de concessiehouder zal zijn
Artikel 2: Erfdienstbaarheden
De concessiehouder zal de lijdende, zichtbare en onzichtbare, voortdurende en niet voortdurende erfdienstbaarheden die het goed mochten bezwaren, gedogen en heeft het genot van de heersende erfdienstbaarheden die mochten bestaan, dit alles op eigen risico en zonder dat deze bepaling, aan wie ook, meer rechten zou kunnen verlenen dan deze gegrond op regelmatige titels of op de wet.
De stad verklaart geen kennis te hebben van enige erfdienstbaarheid die het goed zou bezwaren.
Artikel 3: Bodemgesteldheid
Niet van toepassing.
Artikel 4: Bestemming
De concessiehouder krijgt het in artikel 1 omschreven goed in concessie voor de uitbating van het museumcafé conform het concept dat hij voorstelde bij zijn bieding. Dit concept wordt als bijlage aan de overeenkomst gehecht om er één geheel mee uit te maken.
De uitbating van het museumcafé gebeurt, minstens, tijdens de openingsuren van het museum. De concessiehouder mag voorstellen voor eigen evenementen formuleren maar deze kunnen enkel na de openingsuren plaatsvinden en in overleg met het museumteam.
De concessiehouder kondigt de prijzen op een in het oog springende en ondubbelzinnige wijze aan. Het is de concessiehouder niet toegelaten toegangsgeld te vragen tot het café.
Het is de concessiehouder verboden zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de stad de bestemming te wijzigen of uit te breiden. Ingeval de concessiehouder zonder toestemming van de stad de bestemming wijzigt of uitbreidt, is dit een grond tot de van rechtswege ontbinding van de concessieovereenkomst.
De concessiehouder verbindt zich ertoe alle toepasselijke, wettelijke en reglementaire voorschriften over de uitoefening van zijn activiteiten en het gebruik van het goed te eerbiedigen, zoals bijvoorbeeld het aanvragen van de daarvoor noodzakelijke bestuurlijke toelatingen. Hij wordt geacht hierover alle informatie te hebben ingewonnen.
De concessiehouder en hij alleen staat in voor het bekomen van de vereiste toelatingen. De stad draagt hiervoor geen enkele verantwoordelijkheid. De concessiehouder kan dan ook op geen enkele wijze aanspraak maken op enige vergoeding of wijziging aan de voorwaarden van deze overeenkomst omwille van het niet of onder voorwaarden verkrijgen van de vereiste bestuurlijke toelatingen.
Naam - communicatie
De concessiehouder legt de naam waaronder hij de bar zal uitbaten en eventuele latere wijzigingen daaraan ter goedkeuring voor aan het museumteam.
Alle exploitatiegerelateerde communicatie vermeldt het Red Star Line museumlogo en is in principe onderworpen aan de huisstijl van de stad. De concessiehouder legt deze communicatie ter goedkeuring voor aan het museumteam.
Verhuur aan derden - catering
Het museumteam behoudt zich het recht voor om buiten de openingsuren de volledige Loods al dan niet commercieel te verhuren aan derde partijen.
De catering bij al dan niet commerciële verhuur van de Loods aan derde partijen maakt geen deel uit van deze concessie.
De concessiehouder kan steeds worden gevraagd voor de catering van evenementen georganiseerd door het museum of derden. De afname van catering bij de concessiehouder van het museumcafé wordt gestimuleerd door de organisator van het evenement een voordeliger tarief te laten genieten op de zaalverhuur.
Artikel 5. Plaatsbeschrijvende staat
Partijen komen overeen om bij de aanvang en het einde van de concessie tegensprekelijk een plaatsbeschrijvende staat op te stellen. De kosten hiervan zijn ten laste van de stad.
Mogelijke op het einde van de concessieperiode vastgestelde schade valt ten laste van de concessiehouder.
De concessiehouder is verantwoordelijk voor alle beschadigingen die te wijten zijn aan zijn daad of zijn nalatigheid of die te wijten zijn aan de daad of de nalatigheid van zijn aangestelden, vertegenwoordigers, ondergeschikten en in het algemeen alle personen waarvoor de concessiehouder wettelijk verantwoordelijk is.
Als de plaatsbeschrijving niet in aanwezigheid van beide partijen zou worden opgesteld en ondertekend, bezorgt de stad aan de concessiehouder een ontwerp van plaatsbeschrijving. De concessiehouder beschikt over een termijn van tien werkdagen na ontvangst van het ontwerp om opmerkingen te maken. Bij gebreke aan opmerkingen wordt de concessiehouder vermoed akkoord te gaan met het ontwerp en wordt de plaatsbeschrijving hem tegenstelbaar.
Artikel 6: Termijn
6.1 Basisduur
De concessie wordt afgesloten voor een periode van 9 jaar. De concessie gaat in op 1 september 2018 of bij oplevering van de verbouwingswerken indien en eindigt van rechtswege na 9 jaar zonder dat stilzwijgende verlenging kan worden ingeroepen.
De concessiehouder en het museumteam evalueren de concessie elk jaar op basis van de volgende criteria:
• praktische en logistieke werking van het museumcafé;
• klantentevredenheid;
• inhoudelijke aansluiting bij het Red Star Line Museum;
• logistieke en praktische aansluiting bij het Red Star Line Museum (co-housing).
6.2 Tussentijdse beëindiging
De concessiehouder tegen het einde van elke driejarige periode een einde stellen aan de lopende concessieovereenkomst met een opzegging bij aangetekende brief en met een opzegtermijn van 6 maanden ingaande op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de opzeg gedaan wordt.
6.3 Bijzondere gevallen van beëindiging
6.3.1 Stopzetting exploitatie
De stad behoudt zich het recht voor wanneer het museummcafé gedurende een, week niet wordt uitgebaat, de concessie met onmiddellijke ingang te beëindigen en een nieuwe concessiehouder aan te duiden.
6.3.2 Einde openbaar nut
Om reden van openbaar nut kan de stad eenzijdig de bij onderhavige akte verleende concessie beëindigen of de voorwaarden ervan wijzigen. De stad zal alsdan aan de concessiehouder een schadevergoeding verschuldigd zijn, waarvan het bedrag bij onderling akkoord tussen de stad en de concessiehouder zal bepaald worden. Wanneer in onderling overleg geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt de schadevergoeding bepaald door een onafhankelijke deskundige, die in gemeen overleg tussen de stad en de concessiehouder wordt aangesteld.
6.3.3 Faillissement, nietigverklaring en ontbinding
In geval van faillissement, nietigverklaring of ontbinding van de concessiehouder, heeft de stad het recht een eind te maken aan het recht van concessie, zonder opzegtermijn en zonder opzegvergoeding. In dat geval is de concessiehouder de forfaitaire schadevergoeding verschuldigd, zoals bepaald in artikel 14, laatste lid (“gevolgen contractuele wanprestatie”).
Artikel 7: Vergoeding
7.1 Basisvergoeding
Het bedrag waarvoor de concessie wordt toegewezen geldt als basisvergoeding. Op dit bedrag wordt btw aangerekend.
De stad factureert de vergoeding maandelijks aan de concessiehouder. De uiterste betaaltermijn is 30 dagen na de factuurdatum.
De concessiehouder aanvaardt de verzending van digitale facturen.
7.2 Indexering
De vergoeding wordt van rechtswege eenmaal per jaar op de verjaardag van de inwerkingtreding van de overeenkomst aangepast volgens de volgende formule:
basisvergoeding x nieuw indexcijfer = nieuwe vergoeding. aanvangsindexcijfer
De basisvergoeding is de vergoeding vermeld in deze overeenkomst.
Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer (gezondheidsindex) van de maand voorafgaand aan de aanvangsdatum van de overeenkomst. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de
maand vóór de maand van de aanpassing van de vergoeding. De nieuwe vergoeding kan nooit lager zijn dan de laatst aangerekende geïndexeerde vergoeding.
7.3 Waarborg
Om de goede en volledige uitvoering van zijn verplichtingen te waarborgen stelt de concessiehouder een waarborg van 1000 EUR.
Ingeval de stad de verstrekte waarborg zou moeten aanspreken en geheel of gedeeltelijk gebruiken, zal de concessiehouder binnen de maand de waarborg tot het in dit artikel vastgestelde bedrag of in toepassing van alinea 1 van dit artikel aangepast bedrag hernieuwen of aanvullen.
De concessiehouder stelt de waarborg op de hierna vermelde wijze.
De concessiehouder stort de waarborg op de bankrekening van de stad met nummer BE53 0961 1004 005. De waarborg wordt terugbetaald bij het einde van het recht van concessie, voor zover de concessiehouder aan al zijn verplichtingen heeft voldaan. De concessiehouder kan geen aanspraak maken op intresten.
7.4 Belastingen, lasten en kosten
De concessiehouder draagt alle taksen, belastingen en andere kosten, van welke aard ook, verbonden aan het gebruik en het genot van het goed en aan de bestaande en op te richten constructies en de exploitatie ervan, met uitsluiting van de onroerende voorheffing.
De concessiehouder wordt verondersteld vóór aanvang van de overeenkomst alle nuttige inlichtingen te hebben ingewonnen over de aard en het bedrag van deze belastingen, taksen en kosten; hij kan deze in geen geval op de stad verhalen en kan er geen recht op aanpassing van de vergoeding of van de contractvoorwaarden uit afleiden.
Voor zover btw verschuldigd is op enige vergoeding die voortvloeit uit deze overeenkomst, is deze volledig ten laste van de concessiehouder.
7.5 Nutsvoorzieningen
Het energieverbruik is ten laste van de stad.
7.6 Sancties bij laattijdige betaling
Bij laattijdige betaling van gelijk welk bedrag dat de concessiehouder op grond van deze overeenkomst verschuldigd is, is hij van rechtswege, zonder ingebrekestelling, verwijlintresten verschuldigd aan de rentevoet die wordt bepaald overeenkomstig art. 5 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.
De stad zal aanmaningskosten aanrekenen in overeenstemming met het toepasselijke retributiereglement.
Bij niet-betaling kunnen de openstaande bedragen worden ingevorderd bij dwangbevel, in overeenstemming met artikel 94 van het Gemeentedecreet.
Bovendien heeft de stad bij een ernstige betalingsachterstand het recht deze overeenkomst eenzijdig te ontbinden, zonder ingebrekestelling, zonder tussenkomst van de rechter en zonder recht op vergoeding voor de concessiehouder.
Artikel 8: Onderhoud en herstellingen – veiligheidsvoorschriften – uitvoering werken
8.1 Aansprakelijkheid
De concessiehouder verbindt er zich toe het in concessie gegeven goed te onderhouden en het bij het einde van de concessie terug te geven in de staat zoals deze uit de ingaande plaatsbeschrijving blijkt behoudens de door de concessiehouder met toestemming van de stad uitgevoerde werken.
De concessiehouder is tegenover de stad en tegenover derden aansprakelijk voor alle schade of hinder die door zijn handelen of nalaten wordt veroorzaakt. Hij staat tevens in voor schade veroorzaakt door (onder)huurders of andere gebruikers van het goed, ongeacht of zij een recht of titel hebben.
De concessiehouder vrijwaart de stad in dit verband in hoofdsom, intresten en kosten voor alle aanspraken van derden.
8.2. Huurdersonderhoud Gebouw
De concessiehouder staat in voor het huurdersonderhoud. Hij zal het goed in goede staat onderhouden en als een goed huisvader gebruiken, zonder de aard of de bestemming ervan te wijzigen.
De concessiehouder staat zelf in voor de dagelijkse schoonmaak van de zone die hij inneemt en zal hierbij de richtlijnen van het museumteam volgen met name voor:
• de reiniging van het barmeubel, de tafels en stoelen en de volledige door het museumcafé ingenomen ruimte op dagelijkse basis vóór de opening van het museum;
• het onderhoud van de huishoudelijke apparaten, de elektrische installaties en apparaten voor die deel uitmaken van de inrichting van het museumcafé.
De concessiehouder moet in zijn privatief deel alle onderhouds- en herstellingswerken aan het goed, die te zijnen laste zijn onmiddellijk en op zijn kosten en risico uitvoeren volgens de regels van de kunst en goed vakmanschap.
8.3 Eigenaarsonderhoud
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder eigenaarsonderhoud verstaan:
• herstellingen en onderhoud van daken, gevels, ramen, rioleringen en technische leidingen;
• uitvoering van de werken nodig om de stabiliteit van het gebouw te garanderen, zoals herstellingen en onderhoud van funderingen;
• alle herstellingen nodig als gevolg van een normale slijtage door een normaal gebruik;
• de vervanging van meubilair dat onroerend is door bestemming en dat aanwezig was bij het afsluiten van deze overeenkomst; de stad beslist over de noodzaak van vervanging en behoudt zich het recht voor daarvan af te zien.
De concessiehouder zal de stad onmiddellijk verwittigen van elk schadegeval waarvan de herstelling te haren laste is. Eventuele schade veroorzaakt door de laattijdige verwittiging valt ten laste van de concessiehouder.
Bovendien zal de concessiehouder de stad en/of haar vertegenwoordiger in de gelegenheid stellen elk schadegeval te onderzoeken.
De stad mag in het goed de herstellingen laten uitvoeren die volgens het contract te haren laste vallen. De concessiehouder heeft hiervoor geen recht op enige vergoeding, zelfs al zouden die herstellingen langer dan veertig dagen duren.
8.5 Recht om het goed voor zijn activiteit geschikt te maken
De concessiehouder mag, op zijn kosten en risico, het goed geschikt maken voor zijn activiteiten, voor zover de bestemming zoals omschreven in artikel 4 gerespecteerd wordt.
Het museumcafé is uitgerust met volgende professionele toestellen: afwasbak, afwasmachine, koelkasten, microgolfoven, en biedt de mogelijkheid tot het aansluiten van croque monsieurs-machine en/of een soepketel, koffiemachine, kasten voor glazen/servies/bestek, vitrinekasten voor de presentatie van hapjes, slaatjes, gerechtjes, …
De ruimte wordt verder ingericht opgeleverd met het nodige meubilair, met zitplaats voor 50 personen. De brandweer laat maximum 60 personen toe.
Het Red Star Line Museum beschikt over 250 stoelen die door de concessiehouder kunnen worden gebruikt beneden in de loods indien de scenografie van de eventuele tijdelijke tentoonstellingen het toelaat.
De concessiehouder staat zelf in voor de verdere aankleding van de horeca-exploitatie. Dit gebeurt in overleg met het museumteam. De inrichting houdt rekening met de locatie en het laagdrempelig karakter van het museum.
Het is de concessiehouder niet toegelaten de inrichting van het museumcafé te wijzigen zonder schriftelijke en voorafgaande toelating van het museumteam.
8.6 Gebruik gemeenschappelijke delen – lasten en kosten
1. Huishoudelijk reglement
Het gebruik van de gemeenschappelijke delen moet gebeuren in goed nabuurschap en met respect voor de noden en behoeften van alle gebruikers ervan.
De stad zal indien nodig in overleg met de gebruikers een huishoudelijk reglement opstellen dat rekening houdt met de rechtmatige noden en behoeften van alle gebruikers van het gebouw.
2. Verantwoordelijkheid gemeenschappelijke delen
De concessiehouder zal gezamenlijk met zijn medegebruikers gehouden zijn tot vergoeding aan de stad van de kosten voor herstelling van de schade, andere dan normale sleet, veroorzaakt aan de gemeenschappelijke delen, zoals trapzalen, liften, buitengevels, aanplantingen, glaswerk, schrijnwerk, bezetting, elektriciteit, enz., tenzij het bewijs wordt geleverd dat een bepaalde gebruiker of een derde verantwoordelijk is voor de schade.
8.7 Indeplaatsstelling
Wanneer de concessiehouder in gebreke blijft de nodige herstellingen, onderhoudswerken of keuringen te (laten) uitvoeren, heeft de stad het recht om, op kosten en risico van de concessiehouder, de noodzakelijke handelingen zelf uit te voeren of te doen uitvoeren, op voorwaarde dat een aangetekende ingebrekestelling, waarin de concessiehouder een laatste termijn van minstens 14 dagen werd gegeven, zonder gevolg is gebleven. De ingebrekestelling kan achterwege blijven in hoogdringende gevallen, in het bijzonder wanneer er sprake is van een dreigend ernstig nadeel voor de stad of voor derden of van een ernstig risico voor de openbare veiligheid of gezondheid.
Als de concessiehouder de kosten niet op eerste verzoek vergoedt aan de stad, heeft de stad het recht deze kosten aan te rekenen op de gestelde waarborg.
Artikel 9: Verzekeringen
9.1 Brandverzekering
De concessiehouder zal zich voor de volledige duur van de overeenkomst verzekeren voor zijn huurdersaansprakelijkheid krachtens art. 1732, 1733 en 1735 en art. 1382 tot en met 1386 bis van het burgerlijk wetboek in geval van brand, waterschade, ontploffing, enz. Hij zal zich ook verzekeren tegen verhaal van buren (art. 544 burgerlijk wetboek).
9.2 Inboedel (Inhoud)
De inboedel eigendom van de concessiehouder wordt niet gedekt onder de patrimoniumpolis van de stad Antwerpen. De stad is in geen geval aansprakelijk voor de schade aan de inboedel van de concessiehouder. Indien de concessiehouder zijn inboedel wenst te verzekeren, dan dient deze polis te voorzien in een afstand van verhaal ten voordele van de stad.
9.3 Burgerlijke aansprakelijkheid
De concessiehouder sluit, op zijn kosten, een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid af, met een minimumdekking van 1,25 miljoen EUR.
9.4 Verplichte verzekeringen
De concessiehouder sluit, op zijn kosten, alle wettelijk verplichte verzekeringen met betrekking tot het goed (met inbegrip van eventuele door hem opgerichte constructies) en/of zijn activiteiten (vb. verplichte verzekering objectieve aansprakelijkheid bij brand en ontploffingen).
9.5 Informatieplicht
De concessiehouder bezorgt de stad, vóór aanvang van de concessie en vervolgens op eerste verzoek van de stad:
⮚ attesten van de brand-, en BA-polissen;
⮚ bewijs van betaling van de premies.
9.6 Wijzigingen
De stad behoudt zich het recht voor de verzekeringsverplichtingen van de concessiehouder te wijzigen tijdens de duur van de overeenkomst.
De concessiehouder verbindt zich ertoe op eerste verzoek van de stad de door hem afgesloten verzekering te laten aanpassen.
Artikel 10: Handelingen waarvoor het akkoord van de stad vereist is
10.1 Opsomming
De volgende rechtshandelingen kunnen, op straffe van niet-tegenstelbaarheid aan de stad en onverminderd het recht van de stad om schadevergoeding te vorderen, door de concessiehouder slechts worden verricht met de uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van de stad:
⮚ overdracht van het recht van concessie;
⮚ statutenwijziging;
⮚ elke transactie die leidt of kan leiden tot een wijziging in de controle over zijn onderneming (onder “controle” wordt verstaan, de juridische of feitelijke bevoegdheid om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van bestuurders of zaakvoerders en op de oriëntatie van het beleid);
⮚ de verkoop van alle of een belangrijk deel van de activa van zijn onderneming, in het bijzonder de activa die nodig zijn voor de realisatie van de in artikel 4 vermelde bestemming van het goed;
⮚ onderconcessie of verhuring van het goed.
Als de concessiehouder een van bovenvermelde handelingen verricht zonder toestemming van de stad, heeft de stad het recht deze overeenkomst eenzijdig te ontbinden, zonder ingebrekestelling, zonder tussenkomst van de rechter en zonder recht op vergoeding voor de concessiehouder.
De concessiehouder blijft in elk geval samen met de overnemer of de houder van het persoonlijk recht hoofdelijk gehouden tegenover de stad voor de betaling van de vergoeding en voor de naleving van alle verplichtingen voortvloeiend uit deze overeenkomst, tenzij de stad uitdrukkelijk schriftelijk heeft ingestemd met de bevrijding van de concessiehouder.
10.2 Specifieke bepaling over de overdracht van de concessie, onderconcessie en verhuring
De stad zal de overdracht van de concessie, onderconcessie of verhuring enkel toestaan wanneer de concessiehouder aantoont dat de overnemer of onderconcessiehouder,.. voldoende garanties biedt voor een kwaliteitsvolle realisatie van de bestemming zoals omschreven in artikel 3 van deze overeenkomst en de daarbij horende bijlagen. De stad kan met het oog op de beoordeling hiervan o.a. informatie vragen over de relevante ervaring van een kandidaat-overnemer of onderconcessiehouder in hetzelfde marktsegment en over zijn financiële draagkracht.
Artikel 11: Uithangborden
Het aanbrengen in en aan het goed van uithangborden, opschriften, reclame, e.d., het hangen van enig voorwerp, verlichtingstoestel, tent, e.d. is enkel toegelaten na schriftelijke en voorafgaande toelating van het museumteam. Het museumteam behoudt zich het recht voor het karakter, de stijl en de grootte, die deze voorwerpen mogen hebben, aan te duiden, alsook de plaats waar ze mogen worden aangebracht.
Artikel 12: Concessie voor gelijkaardige bestemming
De stad kan in de nabije omgeving goederen voor een gelijkaardige bestemming verhuren, zonder dat de concessiehouder enig bezwaar kan doen gelden of aanspraak kan maken op enige schadevergoeding, vermindering van de vergoeding of verbreking van de overeenkomst.
Artikel 13: Plaatsbezoek
De stad behoudt zich het recht voor op eenvoudig verzoek het goed te allen tijde door haar afgevaardigden te doen bezoeken. De concessiehouder moet zich gedragen naar de aanwijzingen van de afgevaardigden van de stad voor alle kwesties die buiten het beheer, werking en beleid van zijn exploitatie vallen.
Artikel 14: Gevolgen contractuele wanprestatie
Indien de concessiehouder zijn verplichtingen op grond van deze overeenkomst en/of de wet niet nakomt, heeft de stad onder meer de volgende rechten:
⮚ het recht om op kosten en risico van de concessiehouder noodzakelijke werken uit te voeren of te doen uitvoeren, zoals nader omschreven in artikel 8.7 (“Indeplaatsstelling”);
⮚ het recht om een forfaitaire vergoeding van 50,00 EUR per dag en per inbreuk te vorderen, op voorwaarde dat een aangetekende ingebrekestelling, waarin de concessiehouder een laatste termijn werd gegeven om de inbreuk(en) te herstellen, zonder gevolg is gebleven. Deze termijn moet in verhouding staan met de aard en de ernst van de inbreuk(en) en moet minimum één maand bedragen;
⮚ bij ernstige en/of herhaalde inbreuken, met inbegrip van, maar niet beperkt tot alle inbreuken waarvoor deze overeenkomst uitdrukkelijk in deze sanctie voorziet, het recht deze overeenkomst eenzijdig te ontbinden, zonder ingebrekestelling en zonder tussenkomst van de rechter, zonder recht op vergoeding voor de concessiehouder.
In geval van eenzijdige ontbinding van deze overeenkomst ten laste van de concessiehouder heeft de stad bovendien recht op een forfaitaire schadevergoeding gelijk aan de vergoeding (zoals van toepassing op het moment van de ontbinding) voor zes maanden, onverminderd het recht voor de stad om eventuele hogere schade te bewijzen.
Artikel 15: Rechtsopvolging
De rechten en plichten die voor partijen voortvloeien uit deze overeenkomst zullen onverkort gelden voor elk van hun rechtsopvolgers of rechtsverkrijgers, ten welke titel ook, met wie zij solidair en hoofdelijk verbonden zijn. Partijen verbinden zich er dan ook toe om, voor zover als nodig, de bepalingen van deze overeenkomst op te leggen aan al hun rechtsopvolgers of rechtsverkrijgers, ten welke titel ook.
Artikel 16: Einde concessie
Ontruiming – schadevergoeding
De concessiehouder moet het goed volledig ontruimd en in een degelijke staat van onderhoud, rekening houdend met de ouderdomssleet, ter beschikking stellen van de stad.
Als op het einde van het recht van concessie schade aan het goed wordt vastgesteld, is de concessiehouder een vergoeding verschuldigd, bestaande uit:
⮚ de kostprijs van de herstelwerken;
⮚ als het goed tijdens de herstelwerken niet beschikbaar is, een onbeschikbaarheidsvergoeding gelijk aan de laatst geldende vergoeding, pro rata de periode van de herstelwerken.
Het enkel afgeven van de sleutels en/of het verlaten van het goed beëindigt op zich de aansprakelijkheid van de concessiehouder niet.
Artikel 17: Deelbaarheid
Indien één van de clausules van huidige overeenkomst nietig wordt verklaard, zal deze nietigheid de geldigheid van andere clausules niet aantasten. In het geval dat dergelijk nietige clausule de aard van de overeenkomst zou aantasten zal elke partij zijn best doen om onmiddellijk en te goeder trouw een geldige clausule te onderhandelen ter vervanging.
Artikel 18: Kosten overeenkomst
De concessiehouder staat in voor registratie van de concessieovereenkomst. Alle eventuele kosten, erelonen en belastingen waartoe deze overeenkomst kan aanleiding geven, zijn uitsluitend voor rekening van de concessiehouder.
Partijen verklaren voor de heffing van de registratierechten de niet in getallen uitgedrukte last met betrekking tot deze overeenkomst te schatten op 5% van de jaarlijkse vergoeding
Artikel 19: Geschillen
Voor de beslechting van geschillen voortvloeiend uit onderhavige overeenkomst, zijn enkel de rechtbanken van Antwerpen, afdeling Antwerpen, bevoegd.
Artikel 20: Woonstkeuze
Voor de uitvoering van deze overeenkomst kiezen de partijen woonst: de stad: Xxxxx Xxxxx 0, 0000 Xxxxxxxxx;
de concessiehouder: ………………………. ………………………..
De partijen verbinden zich ertoe aan elkaar onmiddellijk elke adreswijziging schriftelijk mee te delen.
Elke schriftelijke kennisgeving of betekening op het laatst meegedeelde adres wordt geacht geldig te zijn verricht, onverminderd het recht voor iedere partij om rekening te houden met het hem bekende werkelijke adres van vestiging.
Een kennisgeving per e-mail wordt eveneens als een schriftelijke kennisgeving beschouwd, mits ontvangst ervan kan worden bewezen, zoals door een ontvangstmelding met leesbevestiging of een antwoord op de e-mail.
Voor de uitvoering van deze overeenkomst geldt het volgende e-mail adres: voor de stad: xxxxxxxx.xxxxxxxxxx@xxxx.xxxxxxxxx.xx
voor de concessiehouder: [e-mail]
De concessiehouder verbindt zich ertoe deze overeenkomst digitaal te ondertekenen. Opgemaakt te Antwerpen op ………………………….
voor de concessiehouder
[naam ondertekenaar]
contactpersoon concessiehouder ……………………………………..
emailadres contactpersoon …………………………………………….
GSM contactpersoon ……………………………………………………
voor stad Antwerpen
namens het college van burgemeester en schepenen
de stadssecretaris voor de burgemeester de gemachtigde schepen
bij machtiging van 22 november 2016
Xxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx
Bijlagen
⮚ Plan
⮚ conceptvoorstel