ONTWERP
ONTWERP
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN
PROVINCIE: OOST-VLAANDEREN GEMEENTE: HOREBEKE
Xxxxxxx xx. 00000-XXX
OPDRACHTGEVER | DATUM | ONTWERPFASE | |
Gemeente Horebeke | 05/08/02 | Eerste opmaak | |
Xxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx | 30/04/03 | Aanp. | |
Tel. 00(00) 00 00 00 | 00/12/03 | Aanp. | |
05/01/04 | Aanp. | ||
08/03/04 | Aanp. | ||
20/01/05 | Aanp. | ||
25/03/05 | Aanp. | ||
23/03/06 | Aanp. na struct. overleg | ||
26/06/07 | Aanp. na struct. overleg | ||
11/07/08 | Aanp. | ||
22/01/10 | Aanp. na plen. vergadering | ||
25/06/10 | Aanp. na GECORO | ||
09/11/11 | Aanp. na goedk.gemeenteraad | ||
DE ONTWERPER: | |||
Xxxxx XXXXXXXXXX Ruimtelijke planner / Lar. Zaakvoerder | . |
INFORMATIEF GEDEELTE
I SITUERING 1
1 Geografische situering 1
1. 1 Algemeen 1
1. 2 Lineaire structuren 1
2 Enkele kenmerkende cijfers 2
3 Cultuurhistorische situering 3
3. 1 Het ontstaan van Horebeke 3
3. 2 Historische kaarten 4
3. 2. 1 Ferraris (1771 - 1778): 4
3. 2. 2 Vandermaelen (1846 - 1854) 4
3. 2. 3 Dépôt de la guerre (1937) 5
3. 2. 4 Huidige structuur: 5
4 Planningscontext 7
4. 1 Gewestelijk Niveau – resp. Europees niveau. 7
4. 1. 1 Gewestplan (zie ook kaart 3) 7
4. 1. 2 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) 9
4. 1. 3 Habitat- en vogelrichtlijngebieden (zie ook kaart 4) 11
4. 1. 4 Afbakening VEN (Vlaams Ecologisch Netwerk) (zie ook kaart 5) 11
4. 1. 5 Decreet Integraal Waterbeleid (zie ook kaart 6) 11
4. 1. 6 Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur 16
4. 1. 7 Beschermde Monumenten en Landschappen (zie ook kaart 7) 19
4. 2 Provinciaal Niveau 21
4. 2. 1 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan 21
4. 3 Gemeentelijk Niveau 29
4. 3. 1 Bijzondere Plannen van Aanleg (zie ook kaart 3) 29
4. 3. 2 Mobiliteitsplan 30
4. 3. 3 Gemeentelijke structuurplannen van de omliggende gemeentes 30
4. 3. 4 Gemeentelijk NatuurOntwikkelingsPlan (GNOP) 32
4. 3. 5 Woonbehoeftestudie 32
4. 3. 6 Planologisch attest Xx Xxxxxx 00
XX XXXXXXXXX RUIMTELIJKE STRUCTUUR 33
1 Structurerende elementen op macroniveau 33
1. 1 Lijninfrastructuren 33
1. 2 De steden Oudenaarde en Zottegem 34
1. 3 De gemeente Brakel 34
1. 4 De kleinere buurgemeentes Zwalm en Maarkedal 34
2 Bestaande ruimtelijke structuur van Horebeke 35
2. 1 Open Ruimtestructuur 35
2. 1. 1 Fysisch milieu van Horebeke 35
2. 1. 2 Landschapstypologie van Horebeke 38
2. 1. 3 Natuurlijke structuur 38
2. 1. 4 Biologische waarderingskaart 42
2. 1. 5 Agrarische structuur 44
2. 2 Recreatieve structuur 53
2. 2. 1 Recreatie in Horebeke 53
2. 3 Bebouwde ruimtestructuur 55
2. 3. 1 Wonen 56
2. 3. 2 Bedrijvigheid 63
2. 3. 3 Gemeenschapsvoorzieningen 71
2. 4 Verkeersstructuur 73
2. 4. 1 Autoverkeer 73
2. 4. 2 Openbaar vervoer 74
2. 4. 3 Fiets- en wandelroutes 74
2. 5 De verschillende deelruimtes van Horebeke 75
2. 5. 1 De activiteitenas N8 76
2. 5. 2 Valleien van de Perlinckbeek, Boekelbeek, Krombeek, Molenbeek en het Burreken 77
2. 5. 3 Landbouwgebied met verschillende straatdorpen 79
2. 5. 4 Landbouwgebied met steilranden 87
2. 5. 5 Foreest 87
III ONDERZOEK NAAR DE TOEKOMSTIGE RUIMTELIJKE BEHOEFTEN 89
1 Woonbehoeften 89
1. 1 Inventarisatie beschikbare bouwmogelijkheden 89
1. 1. 1 Bouwmogelijkheden in niet-vervallen goedgekeurde verkavelingen 89
1. 1. 2 Percelen gelegen langsheen een uitgeruste weg 89
1. 1. 3 Niet-uitgeruste terreinen in woongebied 90
1. 1. 4 Actualisatie tot 2007 90
1. 1. 5 Effectieve bouwmogelijkheden 2007 - 2017 90
1. 2 Berekening van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden. 91
1. 3 Sociale behoefte 95
1. 4 Besluit 96
2 Bedrijven 97
2. 1 Bijkomende behoefte aan bedrijventerreinen 97
2. 2 Bijkomende behoefte voor bestaande bedrijven (door herlocalisatie) 97
2. 3 Bijkomende behoefte voor nieuwe bedrijven 99
2. 4 Totale bijkomende behoefte 99
2. 5 Taakstelling 99
2. 6 Zoekzone voor een nieuw bedrijventerrein 100
3 Recreatie 101
3. 1 Behoefte recreatie 101
4 Gemeenschapsvoorzieningen 102
4. 1 Behoefte gemeenschapsvoorzieningen 102
IV SYNTHESE PROBLEMEN EN POTENTIES 103
1 Problemen 103
1. 1 Problemen van de open ruimte en natuur 103
1. 1. 1 Natuurlijke / open ruimtestructuur 103
1. 1. 2 Agrarische structuur 103
1. 2 Problemen van de recreatie 104
1. 3 Problemen van het wonen 104
1. 4 Problemen van de gemeenschapsvoorzieningen 104
1. 5 Problemen van de bedrijvigheid 105
1. 6 Problemen van het verkeer 105
2 Potenties 106
2. 1 Potenties van de open ruimte en natuur 106
2. 1. 1 Natuurlijke / open ruimtestructuur 106
2. 1. 2 Agrarische structuur 106
2. 2 Potenties van de recreatie 106
2. 3 Potenties van het wonen / gemeenschapsvoorzieningen 107
2. 4 Potenties van het wonen / gemeenschapsvoorzieningen 107
2. 5 Potenties van de bedrijvigheid 107
2. 6 Potenties van het verkeer 108
RICHTINGGEVEND GEDEELTE
I ALGEMENE UITGANGSPUNTEN 111
1 Landelijk karakter xxx xx xxxxxxxx xxxxxxx 000
0 Xxxxxxxxxxxxxxx als belangrijke troef 111
3 Optimaliseren van de ruimtelijke kwaliteit 111
3. 1 Zuinig ruimtegebruik nastreven 112
3. 2 Onderlinge relaties benadrukken 112
3. 3 Spanningen vermijden 112
3. 4 Visuele kwaliteit nastreven 112
II VISIE 113
1 Visie voor de gemeente Horebeke 113
2 Ruimtelijke concepten 113
2. 1 Concepten van de Open ruimte / Natuur 114
2. 2 Concepten van de Bebouwde ruimte 116
III DE GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR 118
1 De open ruimte 118
1. 1 De gewenste ruimtelijke structuur van de open ruimte 118
1. 2 Beleidsmatige vertaling van de gewenste open ruimtestructuur 119
1. 2. 1 De beekvalleien als drager van de open ruimte en natuurlijke structuur 119
1. 2. 2 Behoud en bescherming van het specifieke karakter van het kasteelpark 119
1. 2. 3 Het Burreken als natuurkerngebied (NKG) 120
1. 2. 4 Zoeklocaties voor bosuitbreiding 120
1. 2. 5 Beschermen van kleine landschapselementen (KLE) 120
1. 2. 6 Elementen van de agrarische structuur 120
1. 2. 7 Ontwikkelingsperspectieven agrarische bedrijven 122
1. 2. 8 Geen nieuwe zonevreemde bebouwing toegelaten 125
1. 2. 9 Maatregelen tegen massagrondverschuivingen 125
2 De bebouwde ruimte 127
2. 1 Zonevreemde activiteiten 127
2. 1. 1 De activiteitenas N8 128
2. 1. 2 Valleien van de Perlinckbeek, Boekelbeek, Krombeek, Molenbeek en het Burreken 130
2. 1. 3 Landbouwgebied met verschillende straatdorpen 132
2. 1. 4 Landbouwgebied met steilranden 136
2. 1. 5 Foreest 138
2. 2 De gewenste ruimtelijke structuur van de bebouwde ruimte 140
2. 3 Beleidsmatige vertaling van de gewenste bebouwde ruimtestructuur 140
2. 3. 1 Verdichting van de kern(en) 140
2. 3. 2 Vrijwaren van de kwaliteit van de woningen en van de leefomgeving 141
2. 3. 3 Ambachtelijke activiteiten 141
2. 3. 4 Gemeenschapsvoorzieningen 141
2. 3. 5 Archeologisch patrimonium 143
3 De recreatieve structuur 144
3. 1 De gewenste recreatieve structuur 144
3. 2 Beleidsmatige vertaling van de gewenste recreatieve structuur 145
3. 2. 1 Ontwikkelingsperspectieven voor sport en recreatie 145
3. 2. 2 Herstellen voetwegen 145
4 De verkeersstructuur 147
4. 1 Gewenste verkeersstructuur 147
4. 2 Beleidsmatige vertaling van de gewenste verkeersstructuur 147
4. 2. 1 Verblijfsgebieden 147
4. 2. 2 Categorisering van het wegennet 148
5 Ruimtelijke visie en concepten voor de 5 deelruimtes 151
5. 1 Deelruimte 1: De activiteitenas N8 151
5. 2 Deelruimte 2: Valleien van de Perlinckbeek, Boekelbeek, Krombeek, Molenbeek en Burreken151
5. 3 Deelruimte 3: Landbouwgebied met verschillende straatdorpen 152
5. 4 Deelruimte 4: Landbouwgebied met steilranden 155
5. 5 Deelruimte 5: Foreest. 155
BINDEND GEDEELTE
I DE RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN DIE DE GEKOZEN BELEIDSRICHTING EN DE ESSENTIE VAN DE GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR IN BELEIDSTERMEN UITDRUKKEN 160
1 Procedures 160
1. 1 Een stedenbouwkundig ontwerp gaat de inrichtingsplannen van de publieke ruimte vooraf160
1. 2 Bescherming van het archeologisch patrimonium van de gemeente 160
2 Duidelijkheid 160
II DE CONCRETE MAATREGELEN DIE NODIG ZIJN OM DE BESLISSINGEN TE REALISEREN UITGAANDE VAN DE MIDDELEN WAAROVER MEN BESCHIKT (UITVOERINGSPLANNEN EN VERORDENINGEN, STRATEGISCHE PROJECTEN, ...) 161
1 Bijzondere Plannen van Aanleg 161
2 Ruimtelijke Uitvoeringsplannen 161
3 Educatieve maatregelen 162
4 Inrichtingsplannen 162
Kaarten
Kaart 1: Geografische situering 2
Kaart 2: Historische kaarten 6
Kaart 3: Uittreksel uit het gewestplan Oudenaarde (na de gewestplanwijziging) 8
Kaart 4: Habitatrichtlijngebieden 18
Kaart 5: Afbakening VEN 18
Kaart 6: Watertoets 18
Kaart 7: Beschermde monumenten, dorpszichten en landschappen 20
Kaart 8: Relictzones 24
Kaart 9: Xxxxxxxxxxxxx 00
Xxxxx 00: Traditionele landschappen 26
Kaart 11: Natuuraandachtszones en ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang 26
Kaart 12: Structurerende elementen op macroniveau 34
Kaart 13: Natuurlijke structuur 52
Kaart 14: Biologische Xxxxxxxxxxxxxxxx 00
Xxxxx 00: Agrarische structuur 52
Kaart 16: Overzicht recreatieve voorzieningen 54
Kaart 17: Zonevreemde woningen 62
Kaart 18: Situering KMO-zone 68
Kaart 19: Situering Zonevreemde Bedrijvigheid 70
Kaart 20: Bebouwde Ruimtestructuur 72
Kaart 21: Verkeersstructuur 74
Kaart 22: Activiteitenas N8 76
Kaart 23: Vallei van de Perlinckbeek en Boekelbeek. 78
Kaart 24: Vallei van de Molenbeek, Krombeek en het Burreken 78
Kaart 25: Landbouwgebied met verschillende xxxxxxxxxxxx 00
Kaart 26: Sint-Xxxxx-Horebeke 86
Kaart 27: Sint-Xxxxxxxx-Horebeke 86
Kaart 28: Korsele 86
Kaart 29: Landbouwgebied met steilranden 88
Kaart 30: Foreest 88
Kaart 31: Gewenste structuur van de open ruimte 126
Kaart 32: Gewenste ruimtelijke structuur van de bebouwde ruimte 142
Kaart 33: Gewenste recreatieve structuur. 146
Kaart 34: Gewenste verkeersstructuur van de bebouwde ruimte 150
Kaart 35: Gewenste ruimtelijke structuur van de activiteitenas N8 154
Kaart 36: Gewenste ruimtelijke structuur van de vallei van de Boekelbeek - Perlinckbeek 154
Kaart 37: Gewenste ruimtelijke structuur van de vallei van de Molenbeek - Krombeek 154
Kaart 38: Gewenste ruimtelijke structuur van het landbouwgebied met verschillende straatdorpen 154
Kaart 39: Gewenste ruimtelijke structuur van Sint-Xxxxx-Horebeke 154
Kaart 40: Gewenste ruimtelijke structuur van Sint-Xxxxxxxx-Horebeke 154
Kaart 41: Gewenste ruimtelijke structuur van Korsele 154
Kaart 42: Gewenste ruimtelijke structuur van het landbouwgebied met steilranden 156
Kaart 43: Gewenste ruimtelijke structuur van Foreest 156
Tabellen
Tabel 1: Kengetallen 2
Tabel 2: Overzicht bestemmingen volgens het gewestplan (na de gewestplanwijziging) 8
Tabel 3: Overzicht van de aanwezige sport- en jeugdaccommodaties op het grondgebied van Horebeke 53
Tabel 4: Immigratie en emigratie 57
Tabel 5: Gezinnen 58
Tabel 6 Kwaliteit van de woningen 60
Tabel 7: De comfortklasse van de woningen 60
Tabel 8: Zonevreemde woningen 61
Tabel 9: Teelten in de tuinbouw 66
Tabel 10: Overzicht van de zonevreemde bedrijven, onderzocht in het sectoraal BPA 69
Tabel 11: Behoefte aan bijkomende woningen in het buitengebied tot 2007 94
Tabel 12: Behoefte aan bijkomende woningen in het buitengebied tot 2017 94
Tabel 13: Behoefte aan bijkomende oppervlakte voor herlokalisatie 98
Tabel 14: Totale behoefte 99
Inleiding
Op 24 juli 1996 nam het Vlaams Parlement een decreet aan, houdende ruimtelijke planning. Hierin werden twee soorten plannen onderscheiden, namelijk de structuurplannen en de uitvoeringsplannen.
Onder een ruimtelijk structuurplan wordt een beleidsdocument verstaan dat het kader aangeeft voor de gewenste ruimtelijke structuur. Het geeft een langetermijnvisie weer op de ruimtelijke ontwikkeling van het betrokken gebied en kan aanzien worden als een kapstok waaraan alle uitvoeringsplannen (en eventuele overheidsinitiatieven) moeten getoetst worden.
Bij uitvoeringsplannen (waaronder gewestplannen, APA's, BPA's, verkavelingplannen,...) worden (bodem)bestemmingen vastgelegd. Hierdoor zijn deze plannen bindend voor de overheid en voor de burger. Concreet betekent dit dat de bestemming zal uitmaken wat er op het perceel kan en niet kan.
In het planningsdecreet van 24 juli 1996 wordt gesteld dat zowel op gewestelijk, provinciaal als op gemeentelijk niveau een ruimtelijk structuurplan moet worden opgemaakt. Hierbij werden dus alle steden en gemeenten opgedragen een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan op te maken van zodra het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) werd bekrachtigd (23.09.'97).
Structuurplanning wordt omschreven als een dynamisch en continu proces van visie- en beleidsvorming met betrekking tot de kwaliteit van de ruimte en de realisatie ervan. Een ruimtelijk structuurplan is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie zonder de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Hierbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen, rekening houdende met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen op het leefmilieu, de sociale, economische en culturele consequenties.
Het decreet houdende de ruimtelijke planning van 24 juli 1996 bepaalt in art. 7§1 dat ruimtelijke structuurplannen een informatief, richtinggevend en een bindend gedeelte bevatten. Het structuurplan bestaat dus uit de volgende elementen:
Het informatief gedeelte: De bestaande ruimtelijke structuur en de prognoses, onderzoek met betrekking tot de bestaande ruimtelijke structuur, de ruimtelijke ontwikkelingen, de juridische toestand, het beleid inzake ruimtelijke ordening, de problemen, kwaliteiten en potenties.
Het richtinggevend gedeelte: De gewenste ruimtelijke structuur en de visie, waarin uitspraken (doelstellingen) gedaan worden inzake de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het stedelijk gebied, de open ruimte, de economische concentraties, de infrastructuren en het beeld van de ruimte.
Het bindend gedeelte: Ruimtelijke kernbeslissingen die de gekozen beleidsrichting en de essentie van de gewenste ruimtelijke structuur in beleidstermen uitdrukken, de te realiseren taken en gewenste resultaten aangeven, evenals de concrete maatregelen die nodig zijn om de beslissingen te realiseren uitgaande van de middelen waarover men beschikt (uitvoeringsplannen en verordeningen, strategische projecten, ...).
Een structuurplanningsproces is een bepaalde manier van werken, waarbij gelijktijdig op drie sporen gewerkt wordt.1 :
Werken aan een lange termijnvisie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het gebied, vanuit concrete problemen enerzijds, of vanuit het nadenken over de gewenste toekomst anderzijds.
Inpikken op dringende problemen en kansen is strategisch werken aan knelpunten en mogelijkheden die zich voordoen en niet kunnen wachten tot de lange termijnvisie is uitgewerkt.
Het werken met en vanuit de bevolking heeft als doel:
- De plannen en voorstellen inhoudelijk te verbeteren en ze een hogere realiteitswaarde te geven.
- Een bijdrage leveren tot een meer democratische en open samenleving.
- Bevolkingsgroepen te sensibiliseren voor ruimtelijke kwaliteit en een verantwoord ruimtelijk beleid.
- Een “contract” tussen bevolking en overheid tot stand te brengen.
De realisatie van een structuurplan gebeurt door middel van uitvoeringsplannen die dwingend zijn voor de overheid en verordenend voor de burger. De uitvoeringsplannen richten zich naar de inhoud van structuurplannen.
1 Structuurplanning : Een handleiding voor Gemeenten
PLANNINGSPROCES EN OVERLEG
OVERLEG BINNEN DE GEMEENTE
Gedurende het ganse gevoerde proces werden de teksten op regelmatige basis ter bespreking en goedkeuring voorgelegd aan het college.
Voor de dagelijkse coördinatie van het structuurplanningsproces zorgt de kerngroep. Deze bestaat uit afgevaardigden van het gemeentebestuur, de gemeentelijke administratie en studiebureau BVP (ontwerper).
Tijdens de officiële procedure brengt de GECORO normaalgezien advies uit over het ontwerp van Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS). Horebeke heeft echter minder dan 10.000 inwoners en is bijgevolg vrijgesteld van de oprichting van een GECORO. De taken van de GECORO worden in Horebeke waargenomen door de bevoegde planologische ambtenaar.
Op regelmatige tijdstippen worden de opgemaakte nota's teruggekoppeld naar een ruimere bevolking. Dit gebeurt in de vorm van een infodag, denkdag, toetsingsdag en informatie in het gemeentelijk infoblad.
Om alle beleidsniveaus op elkaar af te stemmen, worden belangrijke nota's voorgelegd aan een ambtelijke werkgroep met personen die beroepshalve bij de opmaak van het structuurplan betrokken zijn. Naast gemeentelijke ambtenaren zijn dit ook externe overheden
PLANNINGSPROCES
In de gemeenteraad van 12 juni 2001 werd beslist tot de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het studiebureau BVP uit Destelbergen werd als ontwerper van dit structuurplan aangesteld. Het planningsproces verloopt in verschillende fasen welke hieronder uitvoerig besproken worden.
BASISKAART (MAART 2002)
De eerste stap bij het opmaken van het GRS bestaat uit een volledige inventarisatie van de gemeente. Dit gebeurt op basis van een terreinbezoek waarna per perceel de functie wordt weergegeven op een kaart.
INTENTIENOTA (APRIL 2002)
In deze nota komen volgende overwegingen aan bod:
▪ Binnen het GRS zal bijzondere aandacht moeten gaan naar het behoud en de ontwikkeling van de verbindingsstructuren tussen de verschillende deelgemeentes. Op die manier blijft men een samenhorigheidsgevoel binnen de gemeente (specifiek tussen de verschillende deelgemeentes) behouden. Ondanks het feit dat de relatie tussen de verschillende deelgemeentes moet bevorderd worden, is het belangrijk om de identiteit van elke deelgemeente zo goed als mogelijk te bewaren en waar mogelijk deze nog te versterken. Dit betekent dat iedere deelgemeente benaderd moet worden volgens haar eigen identiteit.
▪ De gemeente Horebeke kent een sterke open ruimte structuur die voortspruit uit haar ligging. Horebeke is namelijk gelegen op de laatste uitlopers van de Vlaamse Ardennen. De specifieke kenmerken met betrekking tot de open ruimte structuur, steunend op de agrarische bedrijvigheid en natuurlijke elementen, vragen een eigen benadering in het ruimtelijk beleid van de gemeente.
▪ Horebeke is een gemeente waar vele ha grond momenteel in gebruik zijn door de land- en tuinbouw. Gezien het belang van de open ruimte voor de agrarische en natuurlijke structuur, moet worden gestreefd naar het maximaal behoud ervan. Bovendien is net zoals in vele andere gemeentes de druk op de open ruimte zeer groot, dit vooral door het realiseren van nieuwe verkavelingen. Zoals reeds gezegd is een belangrijke taak binnen het GRS het behouden van deze open ruimte.
▪ Vanuit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt een taakstelling geformuleerd inzake bijkomende bosgebieden en bosuitbreidingsgebieden. Zo wordt gesteld dat de nodige ruimte moet voorzien worden voor 10.000 ha nieuw bos. In de gemeente Horebeke zijn ontegensprekelijk enkele aandachtsgebieden voor bosuitbreiding aanwezig (in het uiterste zuiden van de gemeente). Binnen het GRS kan een al dan niet concrete invulling van deze gebieden voor gewenste bosuitbreiding als suggestie naar de hogere overheid nader worden onderzocht.
▪ In Horebeke ontbreekt een duidelijke structuur in de bebouwde ruimte. Men kan niet spreken van echte kernen. Bijzondere aandacht zal moeten gaan naar het creëren van een duidelijke structuur waarbij de groei van het wonen, het werken en andere maatschappelijke functies geconcentreerd wordt in de kernen. Daarnaast biedt het GRS ook het kader waarbinnen de problematiek inzake zonevreemde woningen moet onderzocht worden. Binnen de uitwerking van het structuurplan moet namelijk nagegaan worden welke woningen zonevreemd zijn en welke oplossing hieraan kan gegeven worden.
SECTORALE BENADERINGEN (DEELSTUDIES) (JANUARI 2003)
In verschillende deelstudies wordt dieper ingegaan op de bestaande en de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in functie van de verschillende maatschappelijke sectoren. Volgende deelstudies werden opgemaakt: wonen, economie en handel, open ruimte en natuur, recreatie en verkeer en mobiliteit. Deze deelstudies zullen de basis vormen voor het uiteindelijke Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan.
Per deelstudie geven we hieronder de voornaamste bevindingen weer:
Wonen:
Wanneer er van een interne behoefte van de gemeente Horebeke uitgegaan wordt, zullen de bestaande onbebouwde percelen voldoende zijn om aan de particuliere behoefte van de huidige inwoners tot 2007 te voldoen. De bestaande onbebouwde percelen voldoen ruimschoots aangezien Horebeke theoretisch geen behoefte meer heeft aan bijkomende woonentiteiten. Dit betekent dat er geen onmiddellijke behoefte is om woonuitbreidingsgebieden aan te snijden vóór 2007.
Economie en handel:
Horebeke beschikt niet over omvangrijke oppervlakten bedrijventerreinen. Er bevinden zich op het grondgebied van de gemeente, volgens het gewestplan, geen industriezones. Daarnaast telt Horebeke momenteel, volgens het gewestplan, slechts 1 KMO-zone. De afbakening van deze KMO-zone is in feite grotendeels een bevestiging van een oude melkerij.
De situering van zowel handel, horeca en diensten komen min of meer overeen. Deze concentreren zich in hoofdzaak in de dorpen. Daarnaast constateert men eveneens concentraties xxxxxxxxx xx X0 (xxx Xxxxxxxxxx-Xxxxxx). Tenslotte is een opvallend element op het grondgebied van Horebeke het rusthuis ‘Vlaamse Ardennen', gelegen in het noorden van de gemeente.
Open ruimte en natuur:
De beekvalleien kan men in grote mate omschrijven aan de hand van twee grote open ruimte entiteiten, namelijk de vallei van de Perlinckbeek én Burreken en vallei van de Molenbeek-Krombeek.
Xxx xxxxxx xxx xx X0 (xxx Xxxxxxxxxx-Xxxxxx) komen een aantal bossen voor, in het noorden van de gemeente zijn bossen eerder zeldzaam.
De land- en tuinbouw speelt in Horebeke een vooraanstaande rol, ondanks de toenemende bebouwing. In 2000 werd door de land- en tuinbouw ca. 858 ha ingenomen, dit is ongeveer ¾ de van de totale oppervlakte van Horebeke.
Recreatie:
Uit de info- en denkdag zal moeten blijken of het huidige aanbod aan gemeenschapsvoorzieningen volstaat. Wel blijkt nu reeds dat een aantal voorzieningen zonevreemd zijn gelegen. Indien nodig kan dan door verder onderzoek binnen het structuurplan een beter beeld worden gegeven over de kwantitatieve behoefte aan bijkomende zoneringen. In ieder geval moeten de bestaande en toekomstige gemeenschapsvoorzieningen zich situeren aan of in de dorpen.
Verkeer en mobiliteit:
Xx X0 (xxx Xxxxxxxxxx-Xxxxxx) is de belangrijkste verkeersweg op het grondgebied van Horebeke. Deze weg doorsnijdt de gemeente van west naar oost en ligt op een centraal gelegen heuvelrug die de gemeente als het ware in twee delen verdeeld. Deze weg is van regionaal belang.
Verder komen twee belangrijke aftakkingen van de N8 voor in Horebeke, namelijk enerzijds een weg langs Sint-Xxxxx-Horebeke naar Sint-Blasius-Boekel (N454) en anderzijds een weg naar Schorisse (Stene). Hier liggen de intensiteiten beduidend hoger dan op alle andere wegen die het grondgebied van Horebeke doorkruisen, met uitzondering van de N8.
Tenslotte doorkruisen een reeks kleinere wegen Horebeke die voor de ontsluiting en de bereikbaarheid van de dorpen instaan.
INFO- EN DENKDAG (28/10/03)
Aan de ruimere bevolking werd gevraagd hun kijk op de gemeente kenbaar te maken. Hiertoe werden alle inwoners door de gemeente d.m.v. een brief persoonlijk uitgenodigd. Samengevat waren de bevindingen de volgende (conclusies uit het verslag van de infodag):
- Horebeke is een landelijke gemeente met een groot aanbod aan open ruimte. Wel treden er soms conflicten op met natuur, zo is er een toenemende druk om natuurgebieden af te bakenen op het grondgebied van Horebeke,
- Over het aanbod aan sportinfrastructuur én fiets- en wandelpaden zijn de mensen minder positief,
- Ook de realisatie van enkele grootschalige projecten op het grondgebied van Horebeke wordt als negatief ervaren.
STARTNOTA (JANUARI 2004)
De startnota geeft een beschrijving, analyse en evaluatie van de bestaande ruimtelijke structuur en van het gevoerde beleid. Samen met een positionering van de hogere structuurplannen, de gewestplannen en andere bovengemeentelijke richtlijnen en plannen. Tevens worden de problemen en kansen die zich voordoen in de gemeente onderzocht.
De structuur van de startnota weerspiegelt de inhoud van een structuurplan zoals voorgeschreven door het decreet van 18 mei 1999. Dit betekent dat de opbouw er uitziet als volgt:
Deel I: Informatief gedeelte
1. Inleiding
2. Het gemeentelijk structuurplanningsproces
3. Situering
4. Planningscontext
5. Bestaande ruimtelijke structuur
6. Onderzoek naar de toekomstige ruimtelijke behoeften
7. Problemen en kansen van de gemeente Horebeke
Deel II: Richtinggevend gedeelte
1. Uitgangspunten voor het ruimtelijk beleid in Horebeke
2. Doelstellingen
3. De gewenste ruimtelijke structuur
Deel III: Bindend gedeelte
1. Concrete maatregelen m.b.t. de verschillende maatschappelijke sectoren
VOORONTWERP
Een confrontatie van de wensen en mogelijkheden (eventueel met een aantal scenario's) leidt tot één samenhangend geheel met een voorstel tot gewenste ruimtelijke structuur. Samen met een voorstel van maatregelen, middelen, instrumenten en acties tot uitvoering van het ruimtelijk structuurplan komt een voorontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan tot stand. Het voorontwerp bevat de drie gedeelten (opgelegd in het decreet): informatief, richtinggevend en bindend gedeelte.
Het voorontwerp werd in mei 2005 bezorgd aan de gemeente. Op 27 september 2005 vond het eerste structureel overleg plaats over dit voorontwerp. Op basis van de ontvangen adviezen werd het voorontwerp aangepast waarna een tweede structureel overleg werd gehouden op 18 januari 2007. Voorliggend document is aangepast aan de opmerkingen die tijdens het tweede structureel overleg werden geformuleerd. Aangezien er belangrijke wijzigingen in de opbouw van het document werden aangebracht, werd een derde structureel overleg gehouden op 4 oktober 2007.
ONTWERP
Op 6 oktober 2009 vond de plenaire vergadering plaats. Mits de nodige aanpassingen kan het ontwerp van het GRS worden opgemaakt. Vanaf dat ogenblik wordt de officiële procedure gevolgd zoals beschreven in het decreet: voorlopige vaststelling door de gemeenteraad - openbaar onderzoek - definitieve vaststelling.
Hierbij is het de bedoeling om de bevolking opnieuw persoonlijk uit te nodigen op een hoorzitting.
Het door de gemeenteraad definitief vastgestelde structuurplan wordt goedgekeurd door de Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen. Nadien wordt het structuurplan bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
Deel 1:
Informatief Gedeelte
G e m e e n t e H o r e b e k e
I Situering
1 Geografische situering
(zie ook kaart 1)
1. 1 ALGEMEEN
Horebeke is gelegen in de Vlaamse Ardennen in de omgeving van Zwalm en bestaat uit de deelgemeenten Sint-Xxxxx-Horebeke en Sint-Xxxxxxxx-Horebeke. Horebeke heeft een oppervlakte van ca
1.120 ha. en is met zijn 2.073 inwoners (op 01/01/2008)2 de kleinste Vlaamse fusiegemeente.
De streek is gekend omwille van zijn panoramische vergezichten, uitgestrekte weilanden, een aantal wind- en watermolens (o.a. de Tissenhove- en Moldergemmolen) maar ook door de Geuzenhoek (Korsele) die zich op een paar kilometer van de Horebeekse dorpskom bevindt.
De gemeente ligt in de provincie Oost - Vlaanderen, binnen de driehoek Oudenaarde-Brakel-Zottegem en maakt deel uit van het arrondissement Oudenaarde.
Horebeke wordt administratief begrensd door:
− Ten noorden: Oudenaarde en Zwalm
− Ten oosten: Zwalm en Brakel
− Ten zuiden: Maarkedal
− Ten westen: Maarkedal en Oudenaarde
1. 2 Lineaire structuren
De N8 verdeelt de gemeente in een noordelijk en een zuidelijk deel. Zowel Sint-Xxxxx-Horebeke als Sint- Xxxxxxxx-Horebeke bevinden zich ten noorden van de N8.
Beide dorpen zijn historisch gegroeide lintbebouwingen.
2 Website lokale statistieken
2 Enkele kenmerkende cijfers:
Totale oppervlakte1/1/2008: | 1.120 ha |
Totale bevolking: 1/1/2008 | 2.073 inw. |
Dichtheid1/1/2008: | 185 inw./km² |
Gewest gemiddelde: 1/1/2008 | 455 inw. /km² |
Aantal gezinnen:1/1/2008 | 752 |
Tabel 1: Kengetallen
Kaart 1: Geografische situering
3 Cultuurhistorische situering
3. 1 Het ontstaan van Horebeke
De nederzettingsstructuur van de twee deelgemeenten waaruit Horebeke bestaat (Sint-Xxxxx-Horebeke en Sint-Xxxxxxxx-Horebeke) ontstond op een aanwezige heuvelrug. Zoals we in de natuurlijke structuur meer in detail zullen bespreken lopen deze noordoost-zuidwest georiënteerde heuvelruggen parallel met de beekvalleien van de Krombeek en de Peerdestokbeek die afwateren naar de Zwalm. De oudste schriftelijke vermelding van Sint-Xxxxx-Horebeke dateert uit het jaar 1090, van Sint-Xxxxxxxx-Horebeke wordt in 1148 voor het eerst melding gemaakt.
Vooreerst gaan we dieper in op de twee deelgemeenten met elk hun direct omliggende gehuchten.
In de middeleeuwen maakte Sint-Xxxxx-Horebeke deel uit van de grote baanderij Schorisse en bezat een eigen baljuw, meier, schepenbank en een leenhof dat over burgerlijke en strafzaken bevoegd was en afhing van het grafelijk leenhof van Aalst. Een enclave op het grondgebied van de gemeente was de heerlijkheid Rokegem, waarvan de heren uit het huis van Gavere stamden.
Een belangrijk gegeven in Sint-Xxxxx-Horebeke is het gehucht Korsele, in de zogenoemde ‘geuzenhoek'. In deze wijk woont de enige protestantse gemeenschap die zich in België sinds het midden van de 16de eeuw heeft kunnen handhaven. Korsele is in een sterk golvend landschap gelegen, bijna bovenop een heuvelkam. Deze heuvels liggen parallel, met ertussen telkens een beekvalleitje. Deze valleitjes wateren naar de Perlinckbeek af.
Zoals in de meeste Zuid-Vlaamse gemeenten werd de overwegende landbouweconomie hier aangevuld met huiselijke textielnijverheid: waarschijnlijk wolweverij in de middeleeuwen, daarna linnenweverij tot ca. 1850 en tapijtweverij in de 16de en 17de eeuw. Na de Eerste Wereldoorlog ging dit laatste zo goed als teniet. De hedendaagse economie bestaat uit landbouw, enkele KMO-bedrijven en pendelarbeid naar het Aalsterse en het Brusselse. Hierbij dient opgemerkt dat in de gemeente lange tijd een moderne melkerij was gevestigd (ca. 52 werknemers in 1978). Sedert enkele jaren echter is deze melkerij dicht en zijn de gebouwen verkocht aan enkele KMO's.
In de middeleeuwen maakte Sint-Xxxxxxxx-Horebeke deel uit van de baronie Xxxxxxxxx. Het dorp had een eigen vierschaar met zeven schepenen en een meier, die alleen de lage rechtsmacht bezaten en voor de rest aangewezen waren op het leenhof daar. Grote middeleeuwse hoeven waren er de Eertburghoeve en het hof van Elseghem.
Op economisch vlak werd, zoals in de meeste Zuid-Vlaamse gemeenten, de overwegende landbouweconomie aangevuld met huiselijke textielnijverheid en tapijtweverij (16de en 17de eeuw). In 1834 telde men er bovendien 1 brouwerij en 3 molens en in 1896 8 werknemers in de katoenweverij, 5 in het kantwerk en 6 in de schoenmakerij.
Van dat alles bleef na de Eerste Wereldoorlog weinig over zodat de actieve bevolking in 1961, buiten de landbouw, voor ruim 55% haar bestaan vond in pendelarbeid naar het Aalsterse en vooral naar het Brusselse.
3. 2 Historische kaarten
De historische groei van een gebied wordt als een belangrijk element aanzien om een duidelijk beeld te verkrijgen van de huidige ruimtelijke structuur. Er wordt met behulp van de analyse van enkele oude kaarten, namelijk de Ferrariskaart (Kabinetskaart van de Oostenrijke Nederlanden, opgenomen op initiatief van graaf de Ferraris, 1771-1777), de Vandermaelen - kaart (1846), Dépôt de la guerre (1937) en de NGI - kaart (1984), een vergelijking gemaakt met de huidige structuur van de gemeente.
Deze vergelijking moet een algemeen beeld weergeven van de evolutie van bebouwing, wegenis en natuurlijke structuur die zich de afgelopen 200 jaar gemanifesteerd heeft.
3. 2. 1 Ferraris (1771 - 1778):
Zie ook kaart 2.
De Ferrariskaart werd opgesteld voor militaire doeleinden. Militair relevante landschapselementen zoals hagen en bomenrijen werden dan ook nauwgezet op deze kaart vermeld.
We kunnen volgende relevante elementen beschrijven:
- Bebouwing
De bebouwing was op het einde van de 18de eeuw slechts in zeer beperkte mate aanwezig in Horebeke. Hierbij kan men moeilijk spreken van echte kernen, het waren eerder straatdorpen. Opvallend is wel dat de lintbebouwing die de gemeente vandaag nog kenmerkt, toen reeds aanwezig was.
- Wegenis
De veruit belangrijkste weg op het einde van de 18de eeuw in Horebeke was de weg van Oudenaarde naar Brakel (N8), die het grondgebied van Horebeke doorkruist. Verder komen twee belangrijke aftakkingen van de N8 voor in Horebeke, namelijk enerzijds een weg langs Sint-Xxxxx- Horebeke naar Sint-Blasius-Boekel (N454) en anderzijds een weg naar Schorisse. De kleinere wegen verbinden de verschillende gehuchten met de dorpen.
- Natuurlijke structuur
Op deze kaart zijn de belangrijkste waterlopen, zoals de Boekelbeek, Perlinckbeek, Krombeek en Molenbeek reeds duidelijk zichtbaar.
In het zuidelijk deel van de gemeente valt de aanwezigheid van talrijke bospercelen op.
3. 2. 2 Vandermaelen (1846 - 1854):
Zie ook kaart 2.
- Bebouwing
Als we vergelijken met de Ferrariskaart zien we dat de bebouwing in Sint-Xxxxx-Horebeke en Sint- Xxxxxxxx-Horebeke op de Vandermaelenkaart zo goed als hetzelfde gebleven is. Er is nog steeds sprake van lintbebouwing, zij het dat deze (vooral in het noorden van de gemeente) licht toegenomen is.
- Wegenis
Ook de wegenis is in vergelijking met de Ferrariskaart nauwelijks veranderd. De belangrijkste weg blijft de weg van Oudenaarde naar Brakel (N8). Ook de kleinere wegen zijn min of meer gelijk gebleven.
- Natuurlijke structuur
Duidelijk merkbaar is de afname van bospercelen ten gevolge van landbouwontginningen.
3. 2. 3 Dépôt de la guerre (1937) Zie ook kaart 2.
- Bebouwing
Opvallend is de toenemende bebouwing in Sint-Xxxxx-Horebeke. Het gaat hierbij om een kleine uitbreiding van het dorp in westelijke richting. Enkele deeltjes van lintbebouwing die te zien zijn op de Vandermaelenkaart zijn anno 1937 met elkaar verbonden tot langere linten.
- Wegenis
De wegenis is licht gewijzigd t.o.v. de Vandermaelenkaart. De belangrijkste wegen zijn echter dezelfde gebleven.
- Natuurlijke structuur
Opnieuw valt de afname van bospercelen op, in het bijzonder rond Sint-Xxxxxxxx-Horebeke.
3. 2. 4 Huidige structuur:
Zie ook kaart 2.
- Bebouwing
Vijfenzestig jaar later is de bebouwing nog steeds slechts in beperkte mate aanwezig in Horebeke. We onderscheiden Sint-Xxxxx-Horebeke, Sint-Xxxxxxxx-Horebeke en Korsele als voornaamste woonlinten op het grondgebied van de gemeente. Opvallend is verder de aanwezigheid van verschillende bebouwingsconcentraties (veelal gelegen in agrarisch gebied volgens het gewestplan).
- Wegenis
De wegenis is licht gewijzigd t.o.v. de vorige kaart. De belangrijkste wegen zijn echter dezelfde in vergelijking met de kaart van het Dépôt de la guerre.
- Natuurlijke structuur
Sommige bospercelen verdwijnen in het kader van de landbouw. De belangrijkste waterlopen, zoals de Boekelbeek, Perlinckbeek, Krombeek en Molenbeek, zijn nog altijd aanwezig.
Kaart 2: Historische kaarten
4 Planningscontext
Omwille van de leesbaarheid van dit hoofdstuk werden de verschillende elementen uit de planningscontext weergegeven per planningsniveau (gewestelijk, provinciaal, gemeentelijk, …).
4. 1 Gewestelijk Niveau – resp. Europees niveau
We onderscheiden op dit beleidsniveau een aantal plannen – studies die
1. een duidelijke beleidscontext vormen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk beleid:
→ Gewestplan
→ Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
→ Vogel- en Habitatrichtlijngebied
→ Vlaams Ecologisch Netwerk (Afbakening GEN en GENO)
→ Afbakening van de gebieden van de agrarische en de natuurlijke, inclusief de bosstructuur
→ Decreet Integraal Waterbeleid
2. een meer informatief karakter hebben:
→ Beschermde monumenten en landschappen Bovengenoemde plannen – studies worden hieronder nader besproken
4. 1. 1 Gewestplan (zie ook kaart 3)
Horebeke valt binnen het gewest “Oudenaarde”, het gewestplan voor dit gebied werd goedgekeurd bij MB van 24 februari 1977.
Op 29 oktober 1999 werd een wijziging van het gewestplan Oudenaarde goedgekeurd. Deze bevat voor de gemeente Horebeke een bestemmingswijziging met een oppervlakte van ca. 35,2 ha. Volgende gewestplanwijzigingen voor Horebeke zijn doorgevoerd:
- Een eerste gewestplanwijziging situeert zich in het noorden van de gemeente, meerbepaald te Korsele. Hier werd een landschappelijk waardevol agrarisch gebied gezoneerd dat voorheen agrarisch gebied was. De totale oppervlakte van deze gewestplanwijziging bedraagt ca. 3,9 ha,
- Vervolgens werden in het zuiden van de gemeente, nabij de Schamperij, verschillende wijzigingen doorgevoerd: de omzetting van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar enerzijds bosgebied met een totale oppervlakte van ca. 7,2 ha en anderzijds naar agrarisch gebied met bijzondere waarde met een totale oppervlakte van ca. 24,1 ha.
Het gewestplan legt de bestemming van de bodem éénduidig vast. Voor de gemeente Horebeke is ca. 90% op het gewestplan gezoneerd als agrarisch gebied, onderverdeeld in ca. 429 ha landschappelijk waardevol agrarisch gebied, ca. 24 ha agrarisch gebied met bijzondere waarde en ca. 556 ha agrarisch gebied.
De gemeente Horebeke bevat zelf geen zoneringen voor recreatie, maar grenst wel in het noordoosten aan een gebied voor dagrecreatie (gelegen op het grondgebied van Sint-Blasius-Boekel). Opvallend is
verder het feit dat de grootste woongebieden in Horebeke enkel bestaan uit woongebied met landelijk karakter. Ze situeren zich in de vorm van een lint langsheen de N454. Zowel ten noorden als ten zuiden van dit lint is er tevens een dorp aanwezig, respectievelijk Korsele en Sint-Xxxxxxxx-Horebeke. De totale oppervlakte van de woonzones met landelijk karakter op het grondgebied van Horebeke bedraagt ca. 89 ha. Rond het dorp Sint-Xxxxx-Horebeke bevindt zich tevens een woonuitbreidingsgebied van ca. 4,6 ha dat reeds gedeeltelijk is aangesneden.
Voor Horebeke is slechts één zone voor ambachtelijke bedrijven of kleine en middelgrote ondernemingen aangeduid op het gewestplan (met een totale oppervlakte van ca. 1,7 ha).
Tenslotte bevat het gewestplan centraal in de gemeente een parkgebied en in het zuiden een aantal bosgebieden.
Samenvattend wordt hieronder een overzicht van de bestemmingen (na de gewestplanwijziging) op het grondgebied van Horebeke weergegeven:
Bestemming gewestplan | Oppervlakte | |
Absoluut (ha) | % | |
Agrarisch gebied | 555,7 | 49,35 |
Landschappelijk waardevol agrarisch gebied | 429,1 | 38,1 |
Agrarisch gebied met bijzondere waarde | 23,8 | 2,11 |
Woongebied met landelijk karakter | 88,5 | 7,9 |
Woonuitbreidingsgebied | 4,6 | 0,4 |
Parkgebied | 2,3 | 0,2 |
Bosgebied | 20,1 | 1,78 |
Gebied voor dagrecreatie | 0,2 | 0,01 |
Gebieden voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen | 1,7 | 0,15 |
Totaal | 1126 | 100 |
Tabel 2: Overzicht bestemmingen volgens het gewestplan (na de gewestplanwijziging)
Kaart 3: Uittreksel uit het gewestplan Oudenaarde (na de gewestplanwijziging)
4. 1. 2 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)
Het RSV werd definitief vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 1997.
De visie op de ruimtelijke structuur in Vlaanderen wordt samengevat in de metafoor ‘Vlaanderen, open en stedelijk'. De open en stedelijke ruimten zijn in Vlaanderen niet van elkaar gescheiden, maar integendeel zeer sterk met elkaar verweven. De visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen wordt vertaald in een gewenste ruimtelijke structuur en omvat vier structuurbepalende elementen: de stedelijke gebieden, het buitengebied, de concentratiegebieden van economische activiteiten en de lijninfrastructuren.
Binnen dit kader worden in het RSV een aantal uitspraken gedaan die duidelijk van toepassing zijn of duidelijk consequenties hebben op de gemeente Horebeke. Volgende uitspraken kunnen we dan ook destilleren uit het richtinggevend en bindend gedeelte:
Behorend tot het buitengebied
Binnen het RSV wordt vanuit het streven naar openheid én stedelijkheid de ruimte opgedeeld in delen met een stedelijk karakter (stedelijk gebied) en delen met een buitengebiedkarakter (buitengebied) waarvoor een specifiek ruimtelijk beleid wordt vooropgesteld. Als buitengebied worden beschouwd de gebieden die niet als stedelijk gebied worden afgebakend. De geselecteerde stedelijke gebieden worden ingedeeld in categorieën afhankelijk van het belang voor Vlaanderen. Horebeke behoort tot het buitengebied. Het buitengebied moet gevrijwaard blijven voor haar essentiële functies, zijnde landbouw, natuur, bos en wonen en werken op het niveau van het buitengebied. Hiervoor moet de versnippering van het buitengebied door bebouwing en infrastructuren worden tegengegaan. Het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen is tevens aangewezen, evenals het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied ten opzichte van de eraan grenzende functies (ondermeer omwille van de relatie tussen ruimtelijke kwaliteit en milieukwaliteit).
Voor de gemeente Horebeke, die zoals reeds gezegd binnen het RSV wordt beschouwd als buitengebied, gelden volgende ontwikkelingsperspectieven:
- De volgende beleidscategorieën worden qua nederzettingsstructuur onderscheiden: de kernen (hoofddorpen en woonkernen), linten, bebouwd perifeer landschap en verspreide bebouwing. De provincie selecteert in het PRS de hoofddorpen en de woonkernen. Het bundelen van wonen en werken in de kernen van het buitengebied wordt vooropgesteld. Voor de kernen van het buitengebied wordt gestreefd naar een minimale dichtheid van 15 woningen per hectare.
- Binnen de geraamde behoefte aan bijkomende woongelegenheden in Vlaanderen tot 2007 wordt voor het buitengebied per provincie een procentuele verdeling gemaakt. Voor Oost- Vlaanderen bedraagt het max. percentage te realiseren woongelegenheden in de kernen van het buitengebied 39%. De provincie stelt in het PRS een kwantitatieve taakstelling inzake de bijkomende woongelegenheden op naar de gemeenten die tot het buitengebied behoren.
- Het Vlaams gewest bakent in de gewestplannen of in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur af, zijnde de grote eenheden natuur (GEN) en grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO); het agrarisch gebied, waarbinnen bouwvrije zones (samenhangende zones die veeleer beperkt zijn in
oppervlakte) worden aangeduid; de bos en bosuitbreidingsgebieden en de verwevinggebieden. Deze afbakening garandeert de ontwikkelingsmogelijkheden voor landbouw en versterkt de interne samenhang en functioneren van de natuurfunctie.
Gebieden voor economische activiteiten
Binnen het RSV worden economische knooppunten geselecteerd die concentratiegebieden voor economische activiteiten zijn. In deze locaties worden de economische ontwikkelingen gestimuleerd en geconcentreerd. Concreet wordt de gemeente Horebeke niet weerhouden als economisch knooppunt.
Categorisering van het wegennet
Er wordt geopteerd voor de optimalisering van het bestaande wegennet. Deze optimalisering houdt een functionele categorisering van het wegennet in. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het hoofdwegennet, de primaire wegen (cat. I en II), de secundaire wegen en de lokale wegen. Hoofdwegen zijn wegen met een internationale en gewestelijke verbindingsfunctie. Primaire wegen I zijn wegen met een verbindings- en verzamelfunctie op Vlaams niveau, waarbij de verbindingsfunctie (op Vlaams niveau) primeert. Primaire wegen II zijn wegen met een verbindings- en verzamelfunctie op Vlaams niveau, waarbij de verzamelfunctie (op Vlaams niveau) primeert. Secundaire wegen zijn wegen met een verbindings- en/of verzamelfunctie op lokaal en bovenlokaal niveau. Lokale wegen tenslotte zijn wegen waarbij het toegang geven de belangrijkste functie is. Voor iedere categorie worden telkens de algemene principes naar tracering en ruimtelijke inrichting als ontwikkelingsperspectieven aangegeven.
Binnen het RSV zijn op het grondgebied van Horebeke geen wegvakken als hoofdweg of primaire weg I en II geselecteerd.
De selectie van de primaire wegen II is niet limitatief. De secundaire wegen worden behandeld in het PRS en de lokale wegen worden behandeld in het GRS.
Tenslotte dient opgemerkt te worden dat in het informatief gedeelte van het RSV potentiële stiltegebieden worden onderscheiden. Een stiltegebied is een gebied waarin de geluidsbelasting minimaal is, waardoor de natuurlijke geluiden nauwelijks worden verstoord. Stiltegebieden zijn relevant voor de ruimtelijke planning vermits stilte een aspect is van belevingswaarde. Op het grondgebied van Horebeke wordt één stiltegebied gesitueerd, gelegen in het uiterste zuiden van de gemeente (meer bepaald gelegen in de vallei van de Krombeek en de Molenbeek). Hier vonden ook de minste ruimtelijke aantastingen plaats.
4. 1. 3 Habitat- en vogelrichtlijngebieden (zie ook kaart 4)
Op 21 mei 1992 werd de Europese Richtlijn 92/43/EEG, inzake de instandhouding van de natuurlijke habitus en de wilde flora en fauna (zogenoemde ‘Habitatrichtlijn'), uitgevaardigd. Deze richtlijn heeft tot doel de biodiversiteit in de lidstaten te behouden en streeft naar de instandhouding en het herstel van de natuurlijke habitus en de wilde flora en fauna die hiervan deel uitmaken.
Elke lidstaat moet hiervoor o.a. speciale beschermingszones in het kader van de Habitatrichtlijn, de zogenaamde Habitatrichtlijngebieden, aanduiden.
In het zuiden van de gemeente Horebeke werden de bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen aangeduid als Habitatrichtlijngebied.
4. 1. 4 Afbakening VEN (Vlaams Ecologisch Netwerk) (zie ook kaart 5)
Het Vlaams Ecologisch Netwerk houdt de afbakening in van 125.000 ha open ruimte in Vlaanderen.
In een eerste fase, waaraan de Vlaamse Regering op 19 juli 2002 haar goedkeuring heeft gehecht, worden de meest voor zich sprekende 87.000 ha vastgelegd. Het is een selectie van gebieden met een zeer hoge natuurkwaliteit, die de Vlaamse overheid extra wil beschermen.
Eigenaars en gebruikers krijgen er bijkomende middelen en mogelijkheden om de natuurwaarden in stand te houden, te herstellen en te ontwikkelen.
Voor Horebeke werd het Burreken, Hauwstraat en Ganzenberg als GEN-gebied (Grote Eenheid Natuur) afgebakend. In deze gebieden is natuur de hoofdfunctie.
4. 1. 5 Decreet Integraal Waterbeleid (zie ook kaart 6)
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd.
Bij de verdere uitwerking van het GRS in ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) zal hieraan de nodige aandacht moeten besteed worden.
Als we de kaart van de watertoets bekijken zien we dat de overstromingsgevoelige gebieden die werden aangeduid in Horebeke samenvallen met de beekvalleien van de Boekelbeek, Krombeek, Roebeek, Perlinckbeek en Molenbeek. Over deze gebieden kunnen we nu al stellen dat het de bedoeling is om ze te vrijwaren van verdere bebouwing en dat de natuurwaarden hier zullen primeren.
Op 30 januari 2009 stelde de Vlaamse Regering de deelbekkenbeheerplannen vast. Voor Horebeke werden volgende deelbekkenbeheerplannen vastgesteld:
Zwalm:
De 7 sporen die achtereenvolgens behandeld worden, zijn:
• Spoor 1: Maximale retentie van hemelwater aan de bron
/
• Spoor 2: Sanering van afvalwater
• Spoor 3: Bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de riolerings- en zuiveringsinfrastructuur
• Spoor 4: Voorkomen en beperken van diffuse verontreiniging
• Spoor 5: Voorkomen en beperken van erosie en sedimenttransport naar de waterloop
• Spoor 6: Kwantitatief, kwalitatief en ecologisch duurzaam waterlopenbeheer
• Spoor 7: Duurzaam (drink)watergebruik
/
Scheldeheuvels:
De 7 sporen die achtereenvolgens behandeld worden, zijn:
• Spoor 1: Maximale retentie van hemelwater aan de bron
/
• Spoor 2: Sanering van afvalwater
• Spoor 3: Bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de riolerings- en zuiveringsinfrastructuur
/
• Spoor 4: Voorkomen en beperken van diffuse verontreiniging
/
• Spoor 5: Voorkomen en beperken van erosie en sedimenttransport naar de waterloop
• Spoor 6: Kwantitatief, kwalitatief en ecologisch duurzaam waterlopenbeheer
• Spoor 7: Duurzaam (drink)watergebruik
4. 1. 6 Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wil het buitengebied vrijwaren voor de essentiële functies landbouw, natuur en bos. Om dit doel te bereiken wordt er 750.000 ha agrarisch gebied, 150.000 ha natuurgebied, 53.000 ha bosgebieden en 34.000 ha andere groen ge bieden vastgelegd in bestemmingsplannen. In 2001 besliste de Vlaamse Regering de afbakening van de landbouw-, natuur- en bosgebieden aan te pakken in twee fasen. De afbakening van de landbouw-, natuur- en bosgebieden startte met de afbakening van 86.500 ha natuurgebieden als onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) – zie hiervoor punt 4.1.4. De afbakening van de landbouwgebieden en de rest van de natuurgebieden schoof door naar een tweede fase die in 2004 op gang kwam.
In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse administratie in overleg met gemeenten, provincies en belangengroepen, een ruimtelijke visie opgesteld voor de regio Vlaamse Ardennen. Hierin geeft de overheid aan hoe zij de open ruimte in deze regio de komende jaren ruimtelijk wil zien ontwikkelen en welke acties ondernomen kunnen worden om dit te realiseren.
Op 8 mei 2009 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 29000 ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed.
In het operationeel uitvoeringsprogramma is aangegeven welke gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen de Vlaamse overheid de komende jaren zal opmaken voor de afbakening van de resterende landbouw-, natuur- en bosgebieden.
Beleidsmatig herbevestigen bestaande gewestplannen voor landbouw, natuur en bos
Op te starten specifiek onderzoek voorafgaand aan uitvoeringsactie
Op te starten specifiek onderzoek voorafgaand aan uitvoeringsactie
Overzichtskaartje van de aangeduide nrs.: zie volgende blz.
Kaart 4: Habitatrichtlijngebieden Kaart 5: Afbakening VEN
Kaart 6: Watertoets
4. 1. 7 Beschermde Monumenten en Landschappen (zie ook kaart 7)
Een rangschikkingbesluit beoogt de bescherming van landschappen, dorpsgezichten of monumenten omwille van het historisch, esthetisch of wetenschappelijk belang. Verschillende belangrijke grote natuureenheden worden op deze manier min of meer gevrijwaard. Dikwijls zijn ook kleinere natuurelementen betrokken (alleenstaande bomen, bomenrijen,...).
In Horebeke worden de volgende dorpsgezichten en landschappen beschermd: Als monument:
Volgende beschermde monumenten situeren zich in de deelgemeente Sint-Xxxxx-Horebeke:
- Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk: goedkeuring 05/11/1974
- Treurbeuk op het protestantse kerkhof: goedkeuring 27/10/1982
- De oude kerk met aanpalende hoevewoning en de nieuwe kerk: goedkeuring 22/04/1994
- Xxxxxxxxx (Xxxxxxxxx): goedkeuring 24/10/1995
- Kerkhof en muur van de Onze-Lieve-Vrouwkerk: goedkeuring 06/03/1997
- Kerkplein (inclusief de bermen vervat in het openbaar domein): goedkeuring 06/03/1997
- Huis (Xxxxxxxxxxx 00): goedkeuring 08/07/1999
- Voornamelijk dorpsschooltje (Xxxxxxxxxxx 00): goedkeuring 08/07/1999
- Woning met straatafsluiting en hekwerk (Xxxxxxxxxxx 00): goedkeuring 08/07/1999
- Magnolia (Xxxxxxxxxxx 00): goedkeuring 08/07/1999
- Bakstenen huisjes (Xxxxxxxxxxx 00-00): goedkeuring 08/07/1999
- Meidoorn groeiende in meidoornhaag (Xxxxxxxxxxx 00-00): goedkeuring 08/07/1999
- Woonhuis (Xxxxxxxxxxx 00): goedkeuring 08/07/1999
- Prieel in geschoren taxus (Xxxxxxxxxxx 00): goedkeuring 08/07/1999
- Pastorie (Xxxxxxxxxxx 00): goedkeuring 08/07/1999
- Xxxxxxxxx (Xxxxxxxxxxx 00): goedkeuring 08/07/1999
- Woning, koetshuis, volière en tuin (Xxxxxxxxxxx 00): goedkeuring 08/07/1999
- Druivenserre (Dorpsstraat): goedkeuring 08/07/1999
- Woonhuis (Xxxxxxxxxxx 00): goedkeuring 08/07/1999
- Xxxxxxxxxxxx (Xxxxxxxxx 0): goedkeuring 08/07/1999
- Woning (Kerkplein 11): goedkeuring 08/07/1999
- Woonhuis, schuur, stallingen en erf (Xxxxxxxxxxx 00): goedkeuring 08/07/1999
- Landhuis (Xxxxxxxxxxx 00): goedkeuring 08/07/1999
Volgende beschermde monumenten situeren zich in de deelgemeente Sint-Xxxxxxxx-Horebeke:
- St. Corneliskerk (exterieur en interieur): goedkeuring 11/05/1983
- Kerkhofmuur en toegangspilonen van de St. Corneliskerk: goedkeuring 11/05/1983
- Pastorie (exterieur en interieur): goedkeuring 11/05/1983
- Oude delen van het klooster (exterieur en interieur): goedkeuring 11/05/1983
- Hoogkoutermolen (Hoogkouter 6): goedkeuring 17/02/1994
- Kasseiweg (Haaghoek): goedkeuring 30/03/1995
Als dorpsgezicht:
Volgende beschermde dorpszichten situeren zich in de deelgemeente Sint-Xxxxx-Horebeke:
- Wijk Corseele (gevormd door de Corseelestraat, Koning Xxxxxxxxxxx en Abraham Hansstraat): goedkeuring 13/10/1986
- Dorpskom: goedkeuring 08/07/1999
Volgende beschermde dorpszichten situeren zich in de deelgemeente Sint-Xxxxxxxx-Horebeke:
- Kerk, pastorie en klooster met hun omgeving: goedkeuring 11/05/1983 Als landschap:
Er komt één beschermd landschap voor in Horebeke, namelijk ‘Het Burreken', dat werd goedgekeurd bij KB van 17/12/1981. Het betreft hier een landschap met een oppervlakte van ca. 78 ha dat volgens het gewestplan in hoofdzaak gelegen is in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en bosgebied. De eigenaars, erfpachthouders, opstalhouders en vruchtgebruikers van een beschermd landschap zijn verplicht het in goede staat te houden (eventueel door het uitvoeren van instandhoudings- en onderhoudswerken), het niet te ontsieren, te beschadigen of te vernielen.
Kaart 7: Beschermde monumenten, dorpszichten en landschappen
4. 2 Provinciaal Niveau
Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan vormt een duidelijke beleidscontext ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk beleid en wordt hieronder nader besproken.
4. 2. 1 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan
De gewenste ruimtelijke structuur van de provincie Oost – Vlaanderen wordt in het PRS (goedgekeurd 18 febr. 2004) als volgt omschreven:
Ontwikkelingsvisie voor enkele deelruimten
Voor Horebeke, behorend tot ‘Het Zuidelijk Openruimtegebied, landelijk landschap en groene long van bovenregionaal belang', is het beleid gericht op het leefbaar maken als openruimtegebied en het voorkomen van verdere verstedelijking. Er wordt uitgegaan van een versterking van de natuurlijke en toeristisch-recreatieve functie, het garanderen van de leefbaarheid van de landbouw en het versterken van het belang van de stedelijke kernen en de globale leefbaarheid van het openruimtegebied.
De volgende ruimtelijke principes worden vooropgesteld:
→ Het fysisch systeem als kapstok voor de landschapsvormende functies bos, natuur en landbouw,
Het cultuurhistorisch landschap wordt behouden en versterkt. Dit komt de toeristisch- recreatieve potenties ten goede en laat ook de verdere ontwikkeling van de verschillende ruimtelijke functies toe. Er wordt een symbiose gecreëerd tussen natuur en landbouw, waarbij de versterking van het landschap, de ontwikkeling van natuurwaarden en de leefbaarheid van de landbouw worden nagestreefd. De bestaande landschapswaarden worden hierbij gebruikt als afwegingskader. Het betreft voor Horebeke:
• De Zwalmstreek: hier moeten de visuele kwaliteiten van de open ruimte en de dorpen behouden worden. In dit open heuvelland met parallelle asymmetrische valleien moeten de kleine landschapselementen en het bocagekarakter in de valleien behouden en hersteld worden.
• De Vlaamse Ardennen: hier moeten de landschapselementen in het kleinschalig landschap en het bocagekarakter in de valleien intact gehouden en hersteld worden en moeten de waardevolle boscomplexen op de getuigenheuvels behouden en versterkt worden, ondermeer gericht op het beter ecologisch functioneren.
→ Behoud en versterking van het hiërarchisch spreidingspatroon en de cultuurhistorische waarde van de nederzettingen,
Het verspreid patroon van typische kleine dorpen met een eigen karakter maakt deel uit van het landschap. Dit typisch patroon moet behouden blijven, verdichting of
aaneengroeien van kernen moet worden tegengegaan. Dit geldt met name in de verdichtingsstroken tussen Aalst en Zottegem en tussen Gent en Oudenaarde.
Bij verdere ontwikkeling van de nederzettingsstructuur moet rekening worden gehouden met het belang van de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de nederzettingen en het omgevende landschap in het toeristisch-recreatief gebeuren van de streek.
→ De kleine steden als ontwikkelingspolen in de regio,
Woonondersteunende voorzieningen, bedrijvigheid en diensten van bovenlokaal niveau worden gesitueerd in de stedelijke kernen. De ontwikkelingen worden afgestemd op de schaal van het stedelijk gebied, op bestaande bedrijfsstructuren, op de potenties voor verdere groei en op eventuele herstructurering. Bij de locatiekeuze moeten de verweving met het stedelijk weefsel, de ontsluitingsmogelijkheden naar en via de hoofdinfrastructuren en de bereikbaarheid vanuit het ommeland in rekening gebracht worden.
→ Een ontsluitingssysteem gericht op de leefbaarheid van de stedelijk-economische structuur en op het vrijwaren van het rustig karakter van het buitengebied.
Het dicht net van spoorwegen en stations vormt een basis voor de openbaarvervoersontsluiting, maar aanpassingen zijn wenselijk om de ontsluiting van de kernen naar de centrale plaatsen te verbeteren en de verbindingen met de verschillende (groot)stedelijke gebieden uit te bouwen.
Er worden een aantal oost-westgerichte wegen geselecteerd om het verkeer uit het openruimtegebied te verzamelen naar de stedelijke gebieden en naar het hoger wegennet.
Gewenste nederzettingsstructuur
Binnen het PRS worden twee categorieën bepaald die elk voor een bepaald ontwikkelingsperspectief staan, vooral voor (al dan niet) bijkomende woongelegenheid en bijkomende bedrijventerreinen: woonkern en hoofddorp. Buiten deze geselecteerde hoofddorpen en woonkernen kunnen geen nieuwe bedrijventerreinen of bijkomende woonvoorzieningen bijkomen. Deze indeling is van belang voor de verdeling van de bijkomende woningen en bedrijventerreinen per gemeente en voor de uitwerking van het GRS.
Hoofddorpen zijn de groeipolen van de nederzettingsstructuur van het buitengebied, waar de lokale groei inzake wonen, voorzieningen en lokale bedrijvigheid gebundeld wordt. Hoofddorpen onderscheiden zich van woonkernen omdat zij als een mogelijke locatie voor een lokaal bedrijventerrein beschouwd worden.
Woonkernen hebben een woonfunctie binnen de gemeente. Zij staan in voor opvang en bundeling van de eigen groei van de kern en (een deel van) de bijkomende woonbehoeften die ontstaan in de verspreide bebouwing in de gemeente. Het voorzieningenniveau is gericht op de ondersteuning van de woonfunctie. In woonkernen kunnen echter geen nieuwe lokale bedrijventerreinen ontwikkeld worden, tenzij in aansluiting van een bestaand (regionaal of lokaal) bedrijventerrein.
Horebeke behoort tot het buitengebied.
Volgende ontwikkelingsperspectieven kunnen aangehaald worden:
Buitengebied
→ Sint-Xxxxx-Horebeke wordt geselecteerd als hoofddorp
Hoofddorpen zijn de groeipolen van de nederzettingsstructuur van het buitengebied, waar de lokale groei inzake wonen, voorzieningen en lokale bedrijvigheid gebundeld wordt. Hoofddorpen onderscheiden zich van woonkernen omdat zij als een mogelijke locatie voor een lokaal bedrijventerrein beschouwd worden. Inzake wonen en voorzieningen is er geen verschil in de taakstelling tussen de hoofddorpen en de woonkernen.
→ Elke provincie krijgt vanuit het RSV voor de planperiode 1991-2007 een taakstelling voor het wonen. Hierbij gaat het om verschillende woningtypes zoals ééngezinswoningen, studio's en appartementen. Voor Oost-Vlaanderen bedraagt deze taakstelling 85.725 woningen. Deze taakstelling wordt over de gemeenten verdeeld. Concreet zou Horebeke een taakstelling hebben van 92 bijkomende woongelegenheden (scenario 2, periode 1991- 2007).
Opgemerkt dient hierbij te worden dat deze taakstelling nagenoeg volledig gerealiseerd is.3 Dit houdt in dat in Horebeke wel nog de juridische voorraad bouwpercelen kan aangesneden worden, maar dat aansnijding van woonuitbreidings-gebieden in principe niet meer kan of dat gefundeerd zal dienen aangetoond te worden dat er een extra behoefte is via het GRS.
Gewenste open ruimte structuren
De landschappelijke waarde van het Zuidelijk Openruimtegebied oefent nu al een belangrijke aantrekkingskracht uit op toeristen en recreanten. Verdere ontwikkeling als openruimtegebied met een belangrijk recreatief en toeristisch belang vormt dan ook één van de belangrijkste ontwikkelingsmogelijkheden.
De typische, traditionele landschapskenmerken (open kouters en groene valleien, beboste heuvelruggen) bieden mogelijkheden om tegelijk de ecologische functies uit te bouwen, het landschap te versterken en de landbouwfunctie veilig te stellen.
Gewenste landschappelijke structuren
Relictzones (zie ook kaart 8) en ankerplaatsen (zie ook kaart 9) Voor deze elementen wordt geopteerd voor het volgende beleid:
→ Behoud van de landschapsrelicten; vele ervan zijn al beschermd als monument of als landschap.
→ Voor ankerplaatsen en historische bakens dient rekening gehouden te worden met de omgeving en context waarin ankerplaatsen en bakens tot stand kwamen.
Horebeke ligt zowel in de relictzone van de Zwalmstreek (het noorden van de gemeente) als in de relictzone van de Vlaamse Ardennen (het zuiden van de gemeente).
3 In de periode 1991-2000 is het aantal woningen toegenomen met 82 eenheden (volgens gegevens van de gemeente).
De ankerplaatsen die voorkomen op het grondgebied van de gemeente zijn:
• Korsele (A40045)
• Vallei van de Perlinckbeek (A40053)
• Omgeving van Tissenhovemolen (A40046)
• Burreken en vallei van de Maarkebeek stroomopwaarts Maarke (A40047)
Kaart 8: Relictzones Kaart 9: Ankerplaatsen
Traditionele landschappen4 (zie ook kaart 10)
Zwalmstreek
Zichtbare open ruimten:
• talrijke door topografie bepaalde panoramische of gerichte vergezichten;
• skyline wordt bepaald door topografie;
• door topografie en vegetatie begrensde gerichte zichten in de valleien;
• versnipperde ruimte in en langs de bebouwde zones. Impact bebouwing:
• duidelijk herkenbare en begrensde kerndorpen en vooral lineaire nederzettingen (bronniveau's) zijn structurerende beelddragers van de open ruimte;
• geïsoleerde residentiële nieuwbouw wordt vooralsnog opgeslorpt door de topografie. Betekenis kleine landschapselementen:
• talrijke geïsoleerde beelddragers (torens, bosjes, molens), soms met monumentwaarde;
• linear groen in de valleien in open field gebied is structuurversterkend.
Vlaamse Ardennen
Zichtbare open ruimten:
• beperkt aantal door topografie bepaalde panoramische en gerichte vergezichten;
• skyline wordt bepaald door topografie en bossen;
• kleine open ruimten begrensd door topografie en vegetatie; Impact bebouwing:
• geïsoleerde bebouwing (o.m. residentiële (ver)nieuwbouw) wordt vooralsnog opgeslorpt door de topografie en vegetatie.
Betekenis kleine landschapselementen:
• talrijke ecologische, geologische en geomorfologische micro-elementen.
Structuurbepalende landschapselementen
Structuurbepalende hydrografische elementen:
→ Selectie van rivieren, kanalen en beken: Perlinckbeek
Gewenste natuurlijke structuur
Voor de gemeente Horebeke worden in het PRS 2 belangrijke elementen, nl. de selectie van de natuurverbindingsgebieden en de selectie van de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang, vooropgesteld (zie ook kaart 11, bron: GIS Oost):
de situering van volgende natuuraandachtszones:
→ 5V27: Moldergembeek - Boekelbeek
→ 5V33: Maarkebeek - Xxxxxxxx
0 Xxxxxxxxxxxxxxx Xxx-Xxxxxxxxxx
de selectie van de natuurverbindingsgebieden:
/
de selectie van de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang:
→ 5E15: Peerdestokbeek – Boekelbeek
Gewenste agrarische structuur
De gemeente Horebeke is gelegen in de zandleemstreek van zuidelijk Oost-Vlaanderen.
In dit gebied komen nog vele grote aaneengesloten landbouwgebieden voor. Ze worden maximaal behouden. Het aansnijden van landbouwgebruikspercelen voor bebouwing wordt zoveel mogelijk tegengegaan. Een meer gediversifieerde grondgebonden landbouw wordt ruimtelijk gestimuleerd.
Agrarische bebouwing respecteert de waardevolle open landschapskarakteristieken.
Bijkomende gebouwen sluiten zoveel mogelijk aan bij de bestaande gebouwen. Als er bij bedrijfsbeëindiging bedrijfsgebouwen met inbegrip van woningen vrijkomen, blijven ze integraal deel uitmaken van de agrarische structuur en komen ze prioritair in aanmerking voor nieuwe of herlokaliserende agrarische bedrijven. De overheid neemt stimulerende maatregelen om de landschappelijke integratie van gebouwen te bevorderen en om cultuurhistorisch waardevolle gebouwen zoveel mogelijk in een moderne landbouwbedrijfsvoering in te passen.
Het gebied heeft sterke mogelijkheden voor plattelandstoerisme. Daarom worden ter economische verbreding van de landbouw bijkomende ontwikkelingsperspectieven toegekend voor hoevetoerisme. Die ontwikkeling moet de leefbaarheid van het platteland versterken, zonder de ontwikkeling van de landbouw te belemmeren of de agrarische ruimte te versnipperen.
Verwijzend naar het relatief groot aantal wijkers in dit gebied, met name ter hoogte van Zingem, Gavere, Zwalm en Horebeke, zijn ruimtelijk ondersteunende maatregelen ten behoeve van een duurzame landbouw noodzakelijk. Bij het zoeken naar een passende benutting van vrijkomende agrarische bedrijfszetels dient aansluiting gezocht te worden bij de primaire hoofdfuncties van het gebied (landbouw, recreatie en natuur).
De zandleemstreek heeft een zeer goede bodemgeschiktheid maar een kwetsbare bodem en waterhuishouding. Het zorgzaam omspringen met bodem en water is bijgevolg essentieel voor het behoud van de grote productiepotentie. Stimulerende maatregelen worden genomen voor een betere ruimtelijke buffering op erosiegevoelige bodems, van kwetsbaar grondwater, van brongebieden en beekvalleien. De provincie neemt ook stimulerende maatregelen om aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen in de agrarische bedrijfsvoering op te nemen.
Kaart 10: Traditionele landschappen
Kaart 11: Natuuraandachtszones en ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang
Gewenste toeristisch — recreatieve structuur
Een toeristisch-recreatief netwerk is een gebied met voldoende toeristisch-recreatieve aantrekkingselementen (landschappelijk, cultuurhistorisch, lijnelementen) om een regio-overstijgende toeristisch-recreatieve uitstraling te hebben. Het zijn gebieden die een zekere samenhang vertonen,
o.a. door ruimtelijke en landschappelijke kenmerken.
In Oost-Vlaanderen worden drie toeristisch-recreatieve netwerken onderscheiden, het netwerk Vlaamse Ardennen, het netwerk Gent en de Leiestreek en het netwerk Gent en de Scheldestreek.
Horebeke behoort tot het toeristisch-recreatief netwerk ‘Vlaamse Ardennen'.
Dit provinciegrensoverschrijdend netwerk omvat de gelijknamige geografische streek, inclusief Zwalm en een deel van het Henegouwse heuvelland (Pays des Collines). Er wordt een vijfhoek gevormd tussen Zwalm, Geraardsbergen, Ath (Henegouwen), Leuze (Henegouwen) en het Kluisbos. Het netwerk wordt langs de oost- en westzijde afgebakend door de Schelde- en de Dendervallei.
In het toeristisch-recreatief netwerk Vlaamse Ardennen wordt nieuwe grootschalige verblijfsinfrastructuur (bv. terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven) voorzien in de stedelijke gebieden. In het buitengebiedgedeelte van het gebied zijn kleinschalige verblijfselementen (zoals hoeve- of plattelandsverblijven en pensions in landelijke kernen) wenselijk.
De verdere versterking van de landschappelijke eigenheid en kwaliteiten van de Vlaamse Ardennen vormt de motor voor het toeristisch-recreatief gebeuren. De mogelijkheid tot recreatief medegebruik van de open ruimten en de bossen wordt versterkt.
Gewenste ruimtelijke economische structuur
Binnen de grenzen gesteld door het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, opteert de provincie voor een maximale ondersteuning van de lokale bedrijvigheid in het buitengebied.
Daarom wordt geopteerd om het scenario 23%-77% toe te passen om tegemoet te kunnen komen aan de problematiek van het buitengebied en, indien mogelijk, binnen de gestelde randvoorwaarden, lokale ontwikkelingsmogelijkheden toe te laten. Met name 77% (1 320 ha) van de bijkomende ruimte voor economische activiteiten wordt voorzien in de economische knooppunten, 23% (394 ha) in de niet-economische knooppunten.
De verdeling van de 1 715 ha is niet louter een provinciale taak. Voor Oost-Vlaanderen worden verschillende pakketten onderscheiden, waarbij Horebeke als gemeente in het buitengebied onder ‘pakket 4' valt, een pakket voor lokale bedrijventerreinen in gemeenten buiten de economische knooppunten. De provincie opteert ervoor om dit pakket niet door te rekenen naar een cijfermatige taakstelling voor de gemeenten. Door de selectie van hoofddorpen wordt aangegeven waar eventueel (sinds 1 januari 1994) een lokaal bedrijventerrein kan worden voorzien. Concreet voor Horebeke zou dit in Sint-Xxxxx-Horebeke zijn.
Binnen beide pakketten kunnen bedrijventerreinen voorkomen voor historisch gegroeide bedrijven. In gemeenten buiten de economische knooppunten wordt op Vlaams niveau maximum 500 ha als bedrijventerrein voor herlokalisatie en uitbreiding van historisch gegroeide bedrijven voorzien. Deze bedrijventerreinen worden afgebakend door het Vlaams Gewest in overleg met de provincie en de gemeente.
Gewenste mobiliteit en lijninfrastructuren
De bindende selectie van de secundaire wegen door de provincie moet de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen ondersteunen door optimale bereikbaarheid te garanderen op locaties waar nieuwe evoluties gewenst zijn en de bereikbaarheid te beperken waar nieuwe ontwikkelingen niet gewenst zijn. Het resultaat is een zuinige selectie van secundaire wegen.
Er zijn drie soorten secundaire wegen:
- Type I: De verbindingsfunctie op bovenlokaal niveau primeert tegenover de verzamelfunctie.
- Type II: De verzamelfunctie op bovenlokaal niveau primeert tegenover de verbindingsfunctie. Deze wegen verzamelen het verkeer uit een ruimer herkomst- of bestemmingsgebied. Dit laatste kan zowel een stedelijk gebied zijn als een verzameling van kernen in het buitengebied.
- Type III: De autoverkeersfunctie van de weg (verbinden / verzamelen) is neven- of ondergeschikt aan de openbare vervoersfunctie en de langzaam-verkeersfunctie, enerzijds omdat de verbindings- en verzamelfunctie van de weg in de wensstructuur wordt ingevuld langs een parallelle route, anderzijds teneinde een verschuiving in de modal split tot stand te brengen. De taak ten aanzien van het regionaal autoverkeer beperkt zich tot een hoogstens verzamelende functie.
Concreet wordt de N8 tussen de N48 (Brakel) en de N60 (Oudenaarde) als secundaire weg type II geselecteerd. Deze heeft een verzamelfunctie voor regionaal verkeer en het kleinstedelijk gebied.
4. 3 Gemeentelijk Niveau
We onderscheiden op dit beleidsniveau een aantal plannen – studies die
1. een duidelijke beleidscontext vormen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk beleid:
→ Bijzondere Plannen van Aanleg
→ Mobiliteitsplan
→ Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplannen van de omliggende gemeentes
2. een meer informatief karakter hebben:
→ Gemeentelijk NatuurOntwikkelingsPlan (GNOP)
→ Woonbehoeftestudie
Bovengenoemde plannen – studies worden hieronder nader besproken
4. 3. 1 Bijzondere Plannen van Aanleg (zie ook kaart 3)
In het kader van het gecoördineerd decreet betreffende de ruimtelijke ordening (dd. 22/10/1996 en latere wijzigingen) zijn door de gemeente Horebeke een 3-tal bijzondere plannen van aanleg, die de bepalingen van het gewestplan wijzigen en/of verfijnen, opgemaakt. Deze BPA's werden opgestart ten gevolge van de toenmalige omzendbrieven RO 2000/01 en RO 1998/05:
- Het BPA zonevreemde bedrijven moest de rechtszekerheid (op korte termijn) oplossen van bedrijven die in een niet-geëigende zone liggen of uitbreidingsmoeilijkheden hebben. Op basis van een globale gemeentelijke benadering, de wens tot uitbreiding, hun ligging t.o.v. het gewestplan, het overzicht van de bestaande bedrijven en de ruimtelijke draagkracht van de omgeving, werden 7 bedrijven aangeduid voor opname in het BPA zonevreemde bedrijven.
Het betreft Blommaert Group NV, De Vleeschauwer, Hertegonne, Xxxxxxxxxx Xxxx XXXX, Vindevogel Aimé, Van Den Daele en Xx Xxxxxxx Xxxxx BVBA. Het BPA zonevreemde bedrijven is goedgekeurd bij MB van 18/8/2003, met uitsluiting van het bedrijf Xxxx Xxxxxxxxxx. Er werden dus
6 bedrijven weerhouden bij de goedkeuring. Voor meer informatie over het BPA zonevreemde bedrijven verwijzen we naar paragraaf 2.3.2. Bedrijvigheid.
- Het BPA zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten moest de problemen in verband met de ruimtelijke ordening en de exploitatievergunningen kunnen opvangen van een aantal terreinen die in een niet-geëigende zone liggen. Dit BPA regulariseert waar mogelijk de zonevreemde sportterreinen en –gebouwen. Een 4- tal sportactiviteiten werden nader onderzocht en 1 terrein is opgenomen in een bestemmingsplan. Het BPA zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten is goedgekeurd bij MB van 20/8/2003.
- Het BPA Rokegem werd opgemaakt als uitloper van het BPA zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten. Het omvat een herlocalisatie van de sectoraal onderzochte terreinen van voetbalclub Sint-Xxxxx-Horebeke. Deze terreinen kunnen op de huidige locatie niet blijven bestaan, noch worden bestendigd, dit zowel om ruimtelijke en juridische redenen. Ter plaatse kan geen haalbare of duurzame oplossing voor de terreinen worden uitgewerkt. Daarom werd op de plenaire vergadering van 18 september 2000 beslist om de terreinen van voetbalclub Sint-Xxxxx-Horebeke niet meer op te nemen in het sectoraal BPA zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten en om een
afzonderlijk BPA op te maken volgens omzendbrief van 10 november 1993, met een alternatieve locatie aangezien de behoefte naar een soortgelijk sportterrein reëel is. Als extra motivatie wordt verwezen naar het sectoraal BPA zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten, waarbij het volledige onderzoek naar de te herlokaliseren terreinen van voetbalclub Sint-Xxxxx-Horebeke is gebeurd en waarin de conclusies beschreven zijn waarom het beter is dit te herlokaliseren. Het BPA Rokegem is gesitueerd in het centrum van de gemeente Horebeke, heeft een oppervlakte van ca. 4,5 ha en wordt begrensd door de Matersestraat. Het BPA Rokegem is goedgekeurd bij MB van 19/8/2003.
Er zijn momenteel geen Bijzondere Plannen van Xxxxxx in opmaak.
4. 3. 2 Mobiliteitsplan
Er werd in de gemeente Horebeke geen mobiliteitsplan opgemaakt.
4. 3. 3 Gemeentelijke structuurplannen van de omliggende gemeentes
De stand van zaken, d.d. december 2005, wordt hieronder voor de verschillende buurgemeentes weergegeven.
Oudenaarde
Het GRS werd goedgekeurd op 23/06/2005.
In het informatief gedeelte zien we op kaart 4 (Regionale gerichtheid naar Oudenaarde) dat Horebeke zowel wat tewerkstelling, onderwijs als handel tot de directe invloedssfeer van Oudenaarde behoort.
Op de kaart van de gewenste verkeersstructuur (fietsnetwerk wordt de N8 als bovenlokale functionele fietsroute ingetekend. De verbinding tussen Mater en Horebeke wordt aangeduid als lokale fietsroute.
Langs de N8, op de grens met Horebeke treffen we het kleinere industrieterrein Hauwaert aan.
Brakel
Het openbaar onderzoek van het ontwerp – GRS liep van 15 juli 2010 tot en met 13 oktober 2010.
In de gewenste verkeersstructuur wordt de N8 als secundaire weg, type II en als functionele fietsroute aangeduid. Haaghoek is een lokale ontsluitingsweg en een lokale fietsroute.
Op de kaart van de gewenste open ruimte structuur worden het Burreken en de Perlinckbeek aangeduid als prioritair gebied voor natuur.
Maarkedal
Het GRS werd goedgekeurd op 14/12/2006.
bossen.
Schorisse bevindt zich zowel op het grondgebied van Maarkedal, Horebeke als Brakel. Schorisse wordt op de gewenste ruimtelijke structuur in het GRS van Maarkedal aangeduid als woonkern. Eveneens op deze kaart wordt de vallei van de Molenbeek geselecteerd als beekvallei (ecologisch natuurverbindend lint) en als “groene vinger”. De Zottegemstraat (wordt Stene op het grondgebied van Horebeke) die Maarkedal verbindt met Horebeke wordt als lokale weg II (ontsluitend) aangeduid. Ten oosten van Foreest wordt tussen enkele bestaande bossen een te bebossen gebied ingetekend met verbindingen tussen de bestaande
Op de kaart van de gewenste verkeer- en vervoerstructuur wordt in de Zottegemstraat een bovenlokale fietsroute aangeduid. Door de Hessestraat-Beekkantstraat-Steenberg en de Varentstraat lopen lokale fietsroutes.
Aangezien het Burreken zich deels op het grondgebied van de gemeente Maarkedal bevindt worden hierover in het GRS volgende uitspraken gedaan:
In de gewenste natuurlijke en landschappelijke structuur wordt de verbinding en uitbreiding van Kortenberg, Ganzenberg en Burreken voorgesteld.
Zwalm
Omdat het GRS zich nog in een zeer vroeg stadium bevindt kan de gemeente Zwalm hier momenteel nog geen documenten over ter beschikking stellen.
4. 3. 4 Gemeentelijk NatuurOntwikkelingsPlan (GNOP) In Horebeke werd geen GNOP opgemaakt.
4. 3. 5 Woonbehoeftestudie
In het kader van een geplande capaciteitsuitbreiding van het rusthuis ‘St. Xxxxx' (Dorpsstraat 14) werd in 1999-2000 een woonbehoeftestudie opgemaakt. Uit de woonbehoeftestudie kwam duidelijk naar voor dat Horebeke door de toenemende vergrijzing van de bevolking nood heeft aan alternatieve wooneenheden voor de oudere bevolking. Het creëren van nieuwe woonvormen voor deze bevolkingsgroep om een zo goed mogelijke dienstverlening na te streven is hierbij een noodzaak. Verder volstaat de bestaande juridische voorraad om te voldoen aan de interne behoefte voor nieuwe woningen.
Op vraag van de Provincie werd de woonbehoeftestudie geactualiseerd, vertrekkende van 1991 (i.p.v. 1993) en werd de behoefte verder berekend tot 2017. De resultaten hiervan zijn verder in dit document terug te vinden onder 'Hst. III Onderzoek naar de toekomstige ruimtelijke behoeften' - 'Punt 1 Woonbehoeften'.
4. 3. 6 Planologisch attest De Naeyer
Er werd een positief planologisch attest afgeleverd voor de firma De Naeyer, gevestigd in de gebouwen van de oude melkerij.
II Bestaande Ruimtelijke Structuur
1 Structurerende elementen op macroniveau
Op kaart 12 worden de structurerende elementen op macroniveau weergegeven. Horebeke is gelegen in de provincie Oost-Vlaanderen op een 8-tal kilometer ten oosten van de stad Oudenaarde. Naast Oudenaarde beschikt ook de stad Zottegem, op ongeveer 11 km van Horebeke, over een groot bedieningsniveau. De gemeente Brakel bezit een goed uitgerust centrum. De kleinere kernen van Zwalm in het noorden en Maarkedal in het zuiden zijn qua voorzieningenniveau vergelijkbaar met Horebeke.
Landschappelijk behoort Horebeke zowel tot de Vlaamse Ardennen als de Zwalmstreek. Deze worden gedefinieerd als gave landschappen in het RSV. Een gaaf landschap is een landschap waarvan de samenhang slechts in beperkt mate gewijzigd is door ingrepen. De Vlaamse Ardennen en de Zwalmstreek zijn zeer aantrekkelijk voor wandelaars en fietsers.
Ten westen en ten zuiden van Horebeke komen versnipperde en soms grotere bosgebieden voor, meer bepaald Enamebos en Brakelbos. Tenslotte dient opgemerkt dat in de driehoek Oudenaarde-Brakel- Zottegem verschillende agrarische concentraties aanwezig zijn.
1. 1 Lijninfrastructuren
Enkele belangrijke lijninfrastructuren komen voor in het gebied:
De N60 verzorgt de gebiedsontsluiting naar de (internationale) autosnelwegen.
De N8 (weg Oudenaarde-Brakel, Heirbaan) doorsnijdt Horebeke van west naar oost en heeft aldus een belangrijke impact op de gemeente. Zowel Sint-Xxxxx als Sint-Xxxxxxxx-Horebeke bevinden zich ten noorden van de N8. Mede door de aanwezigheid van deze weg is het voor de inwoners van de gemeente makkelijk om naar Ninove of Brussel te pendelen. De N8 heeft een bovenlokale verbindings- en verzamelfunctie. Hetzelfde kan gezegd worden van de N48, die Brakel verbindt met Ronse.
Op het grondgebied van Horebeke komen geen spoorlijnen of treinstation voor. De inwoners van Horebeke zijn hiervoor aangewezen op Sint-Denijs-Boekel waar de treinverbinding Oudenaarde-Brussel met stopplaats in Sint-Denijs-Boekel is gesitueerd. Grotere stations in de omgeving zijn die van Xxxxxxxxxx (xx xxxxxxxx 0 xx van Horebeke) en Zottegem (op ongeveer 10 km van Horebeke).
Ten noorden van Horebeke bevindt zich de verbinding Kortrijk-Oudenaarde-Zottegem-Brussel (lijn 89), ten westen lijn 86 (Gent-Oudenaarde-Ronse) en ten oosten lijn 122 (Gent-Zottegem-Geraardsbergen).
Doordat Horebeke bediend wordt door zes buslijnen van De Lijn werd de bereikbaarheid van de dorpen met het openbaar vervoer verhoogd, in het bijzonder voor ouderen die vaak minder mobiel zijn.
Tenslotte wordt het gebied doorsneden door de Schelde die zorgt voor de ontwatering ervan en een belangrijke vervoersfunctie heeft.
1. 2 De steden Oudenaarde en Zottegem
De onmiddellijke nabijheid van de stad Oudenaarde is voor de inwoners van Horebeke sociaal, cultureel, economisch en recreatief van groot belang. Het grote voorzieningsniveau van Oudenaarde betekent een belangrijke aanvulling op de eigen gemeentelijke voorzieningen die zeer beperkt zijn. Zo treffen we in Oudenaarde een openbare bibliotheek, een cultureel centrum, een sportcentrum, een zwembad, scholen, een ziekenhuis, een ruim aanbod aan winkels, … aan.
De stad Zottegem beschikt over soortgelijke voorzieningen als Oudenaarde, maar oefent omwille van de iets grotere afstand tot Horebeke een minder grote aantrekkingskracht uit.
1. 3 De gemeente Brakel
De gemeente Brakel heeft een lager voorzieningenniveau dan de steden Oudenaarde en Zottegem maar bezit een groter en beter uitgerust centrum dan Horebeke met een behoorlijk aanbod van winkels. De inwoners van Horebeke kunnen in Brakel terecht voor het gebruik van de sporthal en het zwembad.
1. 4 De kleinere buurgemeentes Zwalm en Maarkedal
Zwalm en Maarkedal zijn buurgemeentes die over een relatief laag voorzieningenniveau beschikken. Van deze twee is Zwalm de gemeente die de inwoners van Horebeke nog het meeste te bieden heeft, zoals een bibliotheek en een sporthal. Maarkedal beschikt wel over een bibliotheek, maar niet over een sporthal of culturele infrastructuur.
Kaart 12: Structurerende elementen op macroniveau
2 Bestaande ruimtelijke structuur van Horebeke
2. 1 Open Ruimtestructuur
De open ruimte kan men omschrijven als de ruimte waarin de niet-bebouwde ruimte primeert en waarin dus het open karakter overweegt.
Horebeke bevat nog een aanzienlijke oppervlakte aan onbebouwde ruimte, meer bepaald 952 ha of 85% van de gehele gemeente (op 01/01/2006)5. Van deze 952 ha wordt ca. 842 ha (593 ha akkerland en 249 ha grasland), goed voor 88,4% van de totale onbebouwde oppervlakte, voor agrarische doeleinden gebruikt. Opvallend is het feit dat slechts ca. 45 ha of 4,7% van de totale onbebouwde oppervlakte wordt ingenomen door bossen.
Alhoewel de onbebouwde oppervlakte overheerst, wordt de open ruimte in grote mate mee gestructureerd door bebouwing die verspreid over de hele gemeente voorkomt. Deze verspreide bebouwing komt veelal voor onder de vorm van historisch gegroeide lintbebouwing die van oudsher aanwezig is in de open ruimtestructuur. Toch werd deze bebouwing volgens het gewestplan niet altijd ingekleurd als woongebied.
2. 1. 1 Fysisch milieu van Horebeke
Volgens de landschapsatlas behoort Horebeke in het noorden tot de Zwalmstreek en in het zuiden tot de Vlaamse Ardennen. Omdat dit van groot belang is voor de bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente gaan we hier wat dieper in op het ontstaan van deze landschappen.
De Zwalmstreek6:
Geologie
Het Kwartair (dit is het recentste tijdperk uit de geologische geschiedenis) kent in de Zwalmvallei een sterk variërende dikte van 0 tot 15 meter. De klimatologische omstandigheden zijn bepalend geweest voor de landschapsvorming. Zo schuurde de Zwalm tijdens de laatste ijstijd een dalvorm uit in het reliëf. Tevens werden er grote hoeveelheden materiaal met de wind en de rivieren meegevoerd en afgezet.
Daardoor kent het Kwartair in de Zwalmvallei een zeer heterogene samenstelling. De bovenste meters bestaan uit leem tot zandleem.
Geomorfologie
De Zwalm heeft, als belangrijke zijwaterloop van de Schelde, een tamelijk diepe vallei in het landschap uitgeschuurd. De overstromingen in het benedenstroomse valleigedeelte zorgen voor een duidelijk onderscheid tussen oeverwallen en komgronden. Als de rivier buiten haar oevers treedt, worden eerst de zwaarste deeltjes (zand en vervolgens leem) afgezet. Zo ontstaan de oeverwallen. Komgronden liggen lager dan de oeverwallen.
5 Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
6 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap – afdeling Water: “De Zwalm. Naar een ecologisch herstel van waterloop en vallei.”
Het bekken van de Zwalm vertoont in de meeste gevallen een asymmetrisch dwarsprofiel. De noordelijke valleiflank verheft zich merkelijk vlugger dan de zuidelijke flank, dewelke zachtjes in de alluviale vlakte overgaat. De oosthellingen op hun beurt zijn merkelijk steiler dan de westhellingen. Deze asymmetrie vindt zijn oorsprong in de ijstijden. Op de westhellingen smelt de sneeuw vlugger weg dan op de oosthellingen. Hierdoor kunnen de erosieprocessen, geactiveerd door de afstroming van smeltwater en door de vorst-dooi cyclus, langer inwerken op de westhellingen. De westhellingen vervlakken bijgevolg sneller dan de oosthellingen.
Bovendien wordt de beekloop door de afzetting van geërodeerd materiaal van de westhellingen steeds meer naar het oosten geduwd, wat de steilere oosthelling nog eens extra ondermijnt.
De Vlaamse Ardennen7:
Met heuvels zoals de Kluisberg, de Hotond en de Muziekberg die tot meer dan 140 meter boven de zeespiegel uitsteken heeft de streek inderdaad een beetje weg van de Ardennen. Dit effect wordt nog versterkt door de soms spectaculair steile valleien die we op plaatsen zoals het Burreken aantreffen. Dat er in en rond de heuvels ook fossiele zeeschelpen, mariene slakken, haaietanden en vissen aan te treffen zijn heeft natuurlijk alles te maken met de ontstaansgeschiedenis van deze streek.
Vier grote stappen hebben het landschap gemaakt tot wat het nu is.
1: Tertiair: (70 tot 3 miljoen jaar geleden) de zee bouwt het geologisch substraat op.
Gedurende deze periode wordt het gebied regelmatig overspoeld door de zee. Afwisselend worden gedurende deze transgressies klei en zandlagen afgezet. Ieperiaan (klei en zand), Paniseliaan (klei, zand), Lediaan (zand, o.a. Balegemse zandsteen) en Bartoniaan (klei tussen twee zandlagen) zijn vier opeenvolgende lagen die gedurende het Eoceen (-55 tot -35 miljoen jaar) afgezet werden (Het Eoceen is de op één na oudste periode van het Tertiair). Op het einde van deze periode, acht miljoen jaar geleden, wordt bovenop het Bartoniaan een laag sterk glauconiethoudend zand afgezet (het Diestiaanzand). Bij regelmatig bloot vallen van deze zandbanken gaat het glauconiet verweren. Het zo vrijkomende ijzer (Fe) reageert op dat moment met de aanwezige zuurstof (O). Het Diestiaanzand roest aan elkaar en vormt een sterke laag ijzerzandsteen op de toenmalige zandbanken.
2: Kwartair: (3 miljoen jaar geleden) de reliëfvorming gaat van start.
Gedurende de voorbije vijf miljoen jaar heeft de Alpiene orogenese ervoor gezorgd dat de bodem heel langzaam omhoog getild werd. Door deze kanteling heeft de zee zich traag naar het noord-noord-oost teruggetrokken. Het achterblijvend 'strand' ligt er onbeschermd bij. Regendruppels sluiten zich aaneen tot beken. Beken vloeien samen tot rivieren. Samen met de wind die vrij spel krijgt schuren ze het relatief vlakke achtergebleven 'strand' uit en vormen diepe erosiegeulen. Al het meegesleepte materiaal wordt meegevoerd door de prille Schelde (op een beperkt aantal plaatsen, waar de stroomsnelheid ineens daalt komt ook sedimentatie voor). Zo gaat gedurende miljoenen jaren de vorming van valleien en valleitjes door, enkel onderbroken door lange ijstijden. Het zachtste materiaal (zand) wordt eerst meegesleept, het hardere materiaal (klei, ijzerhoudend zand,&) houdt langer stand. De laatst afgezette zandbanken, in ijzerzandsteen (Diestiaan zand), houden vol. Ze beschermen de zachtere lagen eronder. Dit worden de getuigenheuvels die we ook nu nog terugvinden. Op plaatsen zonder ijzerzandsteen werden die zachtere lagen immers weggespoeld. De positie van de getuigenheuvels, in een lijn van West naar Oost, geeft de
7 Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen
plaats weer waar acht miljoen jaar geleden de kustlijn lag : Xxxxxxxxx (000x), Hotond (150 m), Muziekberg (148 m), Pottelberg (158m), Mont de Rode (153m) en het Livierenbos (140m). Ze passen in een reeks heuvels vanaf St Omer in Noord Frankrijk tot in Diest. Net zoals een huidig strand was ook het toenmalige achtergebleven strand niet 100% horizontaal : er was een geleidelijke afhelling naar de zee (toen in het noord-noordoosten) toe. Deze lichte helling bepaalde de stroomrichting van de prille rivieren. Die richting kunnen we ook nu nog vaststellen: Schelde, Zwalm en Maarkebeek volgen nog steeds deze zuid-noord oriëntatie. De rivieren liepen als het ware de zich traag terug trekkende zee achterna. De afwisseling van zand en kleilagen in de ondergrond zorgde voor het ontstaan van vele bronnen die zijbeken voedden die eveneens de helling van het landschap (zuid-noord) volgen. Doordat deze bronnen materiaal stroomafwaarts meeslepen, verplaatsen ze zich traag achterwaarts (in zuidelijke richting).
3: - 100.000 jaar: De ijstijden lopen ten einde.
Door de eeuwenlange afkoeling is de ondergrond volledig bevroren (permafrost). Enkel in de zomer smelten de bovenste lagen en de daarop liggende sneeuwmassa. Vooral zuidelijke hellingen warmen het snelst op. De sneeuw smelt hier en spoelt weg nog voor de ondergrond kan ontdooien. Anders is het gesteld op noordelijke hellingen: de opwarming verloopt hier trager en gelijkmatiger. Er is nog smeltwater aanwezig op de ontdooiende grond, en een dikke modderbrij ontstaat. Regelmatig schuiven immense modderpakketten langs de noordhellingen naar beneden op de bevroren ondergrond: opnieuw een periode van intense erosie (20 à 50 ton materiaal per jaar per ha) waarbij brede valleien ontstonden met vooral aan de noordhellingen veel afbraak, waardoor we ook nu nog met steile zuidhellingen en zachtere noordhellingen te maken krijgen. Deze zuidhellingen zijn overigens te steil voor landbouwers, bijgevolg vinden we er hoofdzakelijk bosgebied en enkele weiden. De noordhellingen worden meer als akkers in cultuur gebracht.
Na de ijstijd krijgt de wind vrij spel. Hevige stormen leggen een laatste laagje bovenop de Vlaamse Ardennen: de vruchtbare leemlaag. Deze laag vervlakt het reliëf enigszins. Doordat de aanvoer vooral vanuit west-zuidwestelijke richting gebeurt en vooral op de minder steile hellingen (de noordelijke hellingen) blijft liggen, wordt het asymmetrische van de valleien nog sterker benadrukt. Wat bovenop en over de centrale heuvelkam terechtkwam wordt al gauw weer weggespoeld. De leemmantel is daar dan ook heel dun, en in combinatie met de steile hellingen maakt dat het gebied voor landbouw onaantrekkelijk.
4: Nu
In de Vlaamse Ardennen komen zeven verschillende grondlagen aan de oppervlakte. Nog steeds treden verglijdingen op van de bovenste la(a)g(en) die van de onderliggende laag afglijd(t)(en), met als gevolg dat sommige hoevetjes letterlijk scheef staan. De verscheidenheid aan bodems, reliëf en waterhuishouding zorgen voor een grote variatie aan microhabitats, waar zich telkens een specifieke flora met bijhorende fauna kan ontwikkelen, niet zelden met inbegrip van zeer zeldzame soorten.
2. 1. 2 Landschapstypologie van Horebeke
De gemeente Horebeke is gelegen in de zandleemstreek. Open kouters op de ruggen wisselen gesloten grasland in de depressies af. Landschappelijk is dit een gaaf en open gebied, maar er zijn slechts enkele restanten van waardevolle ecotopen terug te vinden.
Er is een duidelijk verschil tussen het noorden van de gemeente dat behoort tot de Zwalmstreek met zijn zachtglooiende heuvels, landbouwgebieden en historisch gegroeide bebouwingslinten en het zuiden van de gemeente dat behoort tot de Vlaamse Ardennen met zijn steile heuvels en bossen.
De structuur van de open ruimte wordt in grote mate bepaald door de landbouwactiviteiten en door natuurlijke elementen. Zodoende kan de open ruimtestructuur in grote mate beschreven worden aan de hand van de natuurlijke structuur en de agrarische structuur.
2. 1. 3 Natuurlijke structuur
(zie ook kaart 13)
Binnen de gemeente vinden we een aantal belangrijke structuurbepalende elementen terug.
De natuurlijke structuur is het samenhangend geheel van de rivier- en beekvalleien, de grote natuur- en boscomplexen en de andere gebieden, waar de voor de natuur structuurbepalende elementen en processen tot uiting komen, met aanvullend daarop de ecologische infrastructuur gevormd door lijn-, punt- en vlakvormige natuurelementen, door kleinere natuur- en boscomplexen en door parkgebieden.8 In deze paragraaf worden de belangrijkste elementen van de bestaande natuurlijke structuur toegelicht. Daarbij maken we een onderscheid tussen de Zwalmstreek in het noorden en de Vlaamse Ardennen in het zuiden.
De Zwalmstreek (noorden van Horebeke):
- In de vallei van de Perlinckbeek is de potentie naar natuurontwikkeling toe zeer hoog, niettegenstaande de meeste graslanden in dit gebied sterk bemest en bijgevolg soortenarm zijn. De Perlinckbeek en de Boekelbeek vormen de gemeentegrens met Zwalm. In dit gebied komen lijnvormige kleine landschapselementen voor onder de vorm van bomenrijen, voornamelijk bestaande uit opgaande bomen (in hoofdzaak populieren) en in mindere mate uit knotbomen (in hoofdzaak wilgen, foto: zicht op Haaghoek in de Perlinckvallei). Op de biologische waarderingskaart wordt een
eiken-haagbeukenbos te Fronebroek als zeer waardevol gekarteerd. De Perlinckbeek valt op in het landschap door de beekbegeleidende bomenrij. De oostelijke dalwand, die het steilst is, vertoont verglijdingen en ligt onder grasland, met perceelsrandbegroeiing, en enkele bospercelen. Op verschillende plaatsen komen, aan de westelijke, zachthellende dalwand, de akkers tot aan de beek. In het landschap liggen verschillende hoeves..
8 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, integrale versie conform B. Vl. R. 23 september 1997
Zicht op Sint-Xxxxxxxx-Horebeke vanaf Buikberg (Perlinckvallei)
- In 1935-36, liet Xxxxx Xxxxx (eigenaar van de brouwerij Roman) een villa bouwen in de Dorpsstraat 57, vlakbij het centrum van Sint- Xxxxx-Horebeke. De stijl van het gebouw met zijn strenge eenvoud is één van de betere voorbeelden van de Nieuwe Zakelijkheid in Zuid-Oost-Vlaanderen. In 1945 ontwierp de Wetterse landschapsarchitect architect Xxxxxx Xxxxxxxxxx een twee hectaren groot domein achter het gebouw. De villa werd in de jaren '90 gekocht door de familie Xxxxxxxx. Een paviljoen dat midden in het 200 jaar oude
park ligt wordt vandaag verhuurd in het kader van plattelandstoerisme. Het biedt plaats aan vijf personen. Daarnaast wordt er ook nog een chalet verhuurd die plaats biedt aan twee personen.9 Het Domein Roggeman wordt vermeld in de natuurlijke structuur omdat het met zijn waardevolle oude bomen bijdraagt tot het groene karakter van de gemeente Horebeke.
9 Xxxxxxxx Xx Xxxx, Architectuurgids Zuid-Xxxx-Xxxxxxxxxx, Xxx Deco en Modernisme (1918-1965), Zottegem, 2000, pag. 79-80.
Domein Roggeman, Xxxxxxxxxxx 00
Xx Xxxxxxx Xxxxxxxx (xxxxxx van Horebeke):
- De vallei van de Molenbeek en de Krombeek bevindt zich in het uiterste zuiden van de gemeente Horebeke, op de grens met Maarkedal. Zowel op de noordelijke als de zuidelijke flank komen biologisch zeer waardevolle gebieden voor (zie 2.1.4. Biologische Waarderingskaart). In deze vallei komen ook grascomplexen van een zekere omvang voor. Ze vormen er een relatief aaneengesloten geheel met de bosgebieden en de kleine percelen populieraanplanten. Deze graslanden vertonen een specifiek microreliëf en zijn van ecologisch belang. De weiden die buiten de beekvalleien gelegen zijn, worden meestal intensief gebruikt en zijn biologisch minder waardevol.
- Het Burreken10 is een natuurreservaat dat beheerd wordt door Natuurpunt en gelegen is op het grondgebied van Horebeke, Maarkedal en Brakel (Zegelsem). Zoals eerder in dit document werd vermeld is het Burreken geselecteerd als VEN-gebied, natuuraandachtszone, ankerplaats, stiltegebied en beschermd landschap. Hier gaan we wat meer in op de natuurlijke kwaliteiten van dit gebied.
10 Bron: website Het Burreken, Natuurpunt
Het Burreken beslaat drie beboste valleitjes, waarvan de bronhoofden van de valleitjes op enkele honderden meters van elkaar liggen, nl. op de flanken van een gemeenschappelijke kouterrug. Zowat alle beboste delen van het complex werden als biologisch zeer waardevol geëvalueerd; de omliggende graslanden als biologisch waardevol of biologisch zeer waardevol. De reliëfverschillen in het volledige gebied van het Burreken zijn naar Vlaamse normen zeer uitgesproken. Het hoogste punt van de centrale kouterrug, die van Z-ZW naar N-NW loopt, ligt op ± 116 m hoogte. De laagste delen van het beschouwde gebied liggen op ± 50 m hoogte. De valleien zijn zeer smal met naar Vlaamse normen zeer scherp ingesneden beken.
In het gebied komen vaak hellingen (valleiflanken) voor van 20 % en meer. Ook de valleibodem kent vrij hoge reliëfverschillen (gemiddeld 3,8 %) met een vrij groot verval als gevolg. In het gebied komen als gevolg van menselijke activiteiten in het verleden ook opvallende taluds, holle wegen en kleine depressies (o.m. voormalige rootputten) voor, die het reliëf plaatselijk nog accentueren.
Het Burreken is het brongebied van de Krombeek, die ± 2,5 km verder de Maarkebeek voedt. De Maarkebeek mondt op het grondgebied van Oudenaarde uit in de Schelde. Langs de oostelijke zijde van de centrale kouterrug vinden we de
bronzones van de Slijpkotbeek en de Roosmeerbeek. Deze twee laatste beken behoren tot de bovenlopen van de Zwalm, die ter hoogte van Nederzwalm in de Schelde uitmondt.
De drie "grote" beboste zones in het Burreken, nl. deze van de Ganzenberg en het noordelijke en zuidelijke blok rond de Krombeek, zijn sinds Ferraris min of meer gescheiden gebleven. De heden onbeboste zone tussen de Krombeek en de Ganzenberg is sinds Ferraris tot op heden nooit bebost geweest.
- Bossen zijn een belangrijk element in de natuurlijke structuur van de gemeente Horebeke. Ten zuiden van de N8 treffen we het habitatrichtlijngebied “Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen” aan, in het noorden van de gemeente zijn bossen eerder zeldzaam. De bossen op het grondgebied van Horebeke zijn grotendeels essen-olmenbossen, al dan niet aangeplant met populieren. Alluviale essen-olmenbossen zijn o.a. te vinden ter hoogte van de Molenbeek en de Krombeek. Te Foreest, Langeveld en in het uiterste zuiden van de gemeente komt eiken- haagbeukenbos voor in combinatie met wilde hyacint.
2. 1. 4 Biologische waarderingskaart11
(zie ook kaart 14)
In juni 1978 werd door de Minister van Volksgezondheid en Leefmilieu gestart met een nationaal project “De ecologische kaart van België” dat tot doel heeft “Biologische Waarderingskaarten” (BWK) voor het hele land op te stellen. Er is gekozen voor een kartering op fyto-sociologische basis. De voorkomende vegetatie wordt, aan de hand van een uniforme lijst van karteringseenheden, geïnventariseerd en in kaart gebracht. Op basis van 4 criteria, zeldzaamheid, biologische kwaliteit, kwetsbaarheid en vervangbaarheid, wordt aan ieder ecotoop een waardecijfer toegekend. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de biologisch zeer waardevolle, de biologisch waardevolle en de biologisch minder waardevolle elementen.
De Biologische Waarderingskaarten houden geen rekening met de bestaande bestemming van de gebieden en ze hebben geen wettelijke kracht. Ze vormen echter wel een belangrijke leidraad bij het opstellen van ruimtelijke structuurplannen. Zo waren ze onder meer een basisgegeven, dankzij hun relatief gedetailleerde inkleuring en sterke wetenschappelijke onderbouw, bij de aanduiding van de natuurkern-, natuurontwikkelings- en natuurverbindingsgebieden binnen “de Groene Hoofdstructuur”.
In Horebeke komen er nog bepaalde gebieden voor die voor de gemeente van landschappelijk en ecologisch structurerend belang zijn. Deze hebben dan ook op de biologische waarderingskaart de vermelding van biologisch waardevol of biologisch zeer waardevol meegekregen.
De meeste biologisch zeer waardevolle gebieden zijn gesitueerd in het zuiden van de gemeente. In het noorden daarentegen bevinden zich slechts een klein aantal biologisch zeer waardevolle gebieden. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste biologisch zeer waardevolle gebieden (allen gelegen in het zuiden van de gemeente):
- Enerzijds op de noordelijke flank van de vallei van de Molenbeek en de Krombeek:
- Verspreid liggende beukenbossen met hyacint,
- Eiken-haagbeukenbossen zonder wilde hyacint met soms populier,
- Alluviaal essen-olmenbos met soms populier voorkomend.
- Anderzijds op de zuidelijke flank van de vallei van de Molenbeek en de Krombeek:
- Enkele kleine vochtige, licht bemeste graslanden,
11 Verklarende tekst bij het kaartblad 30/1 en 30/5 van de Biologische Waarderingskaart van België, X. Xxxxxxx en X. Xxxxxx, 1985.
- Verspreid liggende beukenbossen met hyacint,
- Eén elzen – essenbos van bronnen en bronbeken,
- Enkele eiken-haagbeukenbossen met wilde hyacint.
Hieronder volgt een opsomming van enkele grotere eenheden van biologisch waardevolle gebieden (verspreid over het grondgebied van Horebeke):
- In het uiterste noorden van Horebeke komt een grotere eenheid voor met verspreide bebouwing in agrarisch gebied, hoogstamboomgaarden, oude heggen en/of houtkanten, graasweiden met Engels raaigras en witte klaver, verschillende bomenrijen en taluds welke het landschapsuitzicht daar bepalen,
- nabij het centrum van Korsele ligt een geheel van biologisch waardevolle gebieden welke omvatten: graasweiden met Engels raaigras en witte klaver, taluds en verschillende bomenrijen, tevens komt in het zuiden een bron voor,
- rondom de Kullaarsbeek (Krombeek) komt een grotere eenheid van biologisch waardevolle gebieden voor die bepaald worden door: graasweiden met Engels raaigras met Engels en witte klaver, bomenrijen, bebouwing in agrarisch gebied, hoogstamboomgaarden, oude heggen en/of houtkanten en taluds,
- langs de oostelijke zijde van Horebeke komt een aaneenschakeling voor van biologisch waardevolle gebieden welke volgende elementen inhouden: houtwallen, eiken – haagbeukenbos, graasweiden met Engels raaigras en witte klaver, bomenrijen, oude heggen en/of houtkanten,
- in westelijke richting van de gemeente komt een biologisch waardevol gebied voor dat aansluit op een groter geheel uit de buurgemeente Oudenaarde. Dit omvat o.a. volgende elementen: graasweiden met Engels raaigras en witte klaver, bomenrijen, oude heggen en/of houtkanten en taluds,
- tenslotte bevindt zich in de beekvallei van de noordelijke flank tot de zuidelijke heuvelflank een biologisch waardevol gebied welk omvat: graasweiden met Engels raaigras en witte klaver, bomenrijen en taluds.
Horebeke is gelegen in de Zandleemstreek, hierbij behoort het noordelijk deel tot de Zwalmstreek en het zuidelijk deel tot de Vlaamse Ardennen.
2. 1. 5 Agrarische structuur
De agrarische structuur is het samenhangend geheel van gebieden die het duurzaam functioneren van de landbouw verzekeren.
De land- en tuinbouw neemt in Horebeke ook vandaag nog een belangrijke plaats in.
Horebeke bevat een aanzienlijke oppervlakte aan onbebouwde ruimte, meer bepaald 952 ha of 85% van de gehele gemeente12. Op 01/01/2006 werd ca. 842 ha (593 ha akkerland en 249 ha grasland), goed voor 88,4% van de totale onbebouwde oppervlakte van de gemeente Horebeke, voor agrarische doeleinden gebruikt.
Grote aaneengesloten complexen akkerland komen voor ter hoogte van Horebeke Kouter, Hoogkouter, langs de Matersestraat, de Biesestraat,… Ze situeren zich voornamelijk op vlakke hellingen en ruggen.
De graslanden zijn in hoofdzaak terug te vinden in de valleigebieden. Grascomplexen van een zekere omvang komen voor in de vallei van de Perlinckbeek, de Molenbeek en de Krombeek. De weiden die buiten de beekvalleien gelegen zijn, worden meestal intensief gebruikt en zijn biologisch minder waardevol. Het akkerland neemt ca 53% van de totale oppervlakte van de gemeente in, het grasland is goed voor 22% van de totale oppervlakte.
De structuur van de open ruimte wordt in grote mate bepaald door de landbouw. Zodoende kan de open ruimte in grote mate beschreven worden aan de hand van de agrarische structuur. We onderscheiden volgende deelstructuren:
1
2
4
3
1
1. Extensieve landbouw in de valleigebieden:
Extensieve landbouw komt voor in de vallei van de Perlinckbeek, Boekelbeek, Krombeek en Molenbeek. Het behoud en de versteviging van de natuurlijke- en landschapswaarden staan hier voorop. Extensieve landbouw gaat minder gepaard met het gebruik van meststoffen en bestrijdingsmiddelen, en ondervindt minder materiële schade van overstromingen dan intensieve landbouw. Daarom is deze aanpak absoluut aangewezen in de valleigebieden.
N8
2. Intensieve land- en tuinbouw tussen de lintbebouwing: De gemeente Horebeke telt een tiental tuinbouwbedrijven. In het uiterste noorden van de gemeente bevindt zich een groot tuinbouwbedrijf, gelegen langs de Kromstraat. Daarnaast komen nog enkele kleinere tuinbouwbedrijven voor verspreid over de gemeente.
Ontegensprekelijk zijn ook een aantal belangrijke landbouwgebieden, die van elkaar gescheiden worden door uitgestrekte bebouwingslinten, aanwezig. Deze landbouwgebieden zijn aaneengesloten gehelen met landbouw als hoofdbestemming, waar de versnippering en aantasting door bebouwing eerder beperkt is.
12 Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, gegevens op 01/01/2006
Opvallend zijn de verschillende zeer kleine tuin- en landbouwpercelen, het betreft hier in hoofdzaak hobbyteelten. Opgemerkt dient dat door de lintbebouwing de ontwikkelingsmogelijkheden voor land- en tuinbouw eerder beperkt zijn.
3. Extensieve landbouw in het Burreken:
Aangezien Natuurpunt de beheerder is van dit gebied nemen we hieronder hun gevolgde strategie inzake het beheer van grasland over:
Halfextensieve begrazing
Dit beheer wordt gevoerd als gevolg van een nog versnipperde eigendomsstructuur en als noodzakelijke geleidelijke overgang van een sterk bemest en intensief beweid systeem naar een onbemest extensief beheer. De duur van de halfextensieve begrazing is ook afhankelijk van de snelheid waarmee het grasland "verschraald". De ervaring leert dat dit op lemige bodems zoals in het Burreken vrij lang kan duren.
De begrazing gebeurt hier op de vrijgekomen graslandpercelen aanvankelijk op een vrij intensieve manier, evenwel zonder bemesting. De graslanden gaan met een korte vegetatie in de winter.
Er wordt niet begraasd in het bos.
Op enkele kleinere weidepercelen die grenzen aan het bos kan reeds duidelijk de ontwikkeling van een mantel en zoomvegetatie worden waargenomen. (Zie foto's hieronder, let ook op de opslag van jonge es vooraan op de eerste foto)
Halfextensieve begrazing zal ook als definitieve beheersvorm worden toegepast in de zones waar voor het cultuurlandschap werd gekozen.
Begrazing in een communaal systeem (extensief)
Begrazing in een communaal systeem kan slechts starten als een voldoende groot blok, aaneensluitend bos en grasland of grasland alleen, in beheer is. Enkel perimeter 1, de kern van het centrale deel komt hiervoor in aanmerking. De totale oppervlakte van dit gebied is +/- 145ha, waarvan 37ha bos, 30ha akkers en de overige oppervlakte door grasland wordt ingenomen.
De begrazing in het Burreken heeft precies de bosuitbreiding en ontwikkeling van struwelen in de omliggende graslanden en akkers tot doel. Vanaf 2008 wordt er gestart met jaarrond begrazing. Dit stuk met een oppervlakte van +/- 15ha is te situeren tussen de Krombeek en de Ganzenberg. Op deze akkers en intensief begraasde weilanden worden 4 Galloway runderen uitgezet, in de zomermaanden aangevuld met een 4-tal ezels. Deze combinatie werkt faciliterend. Koeien eten met hun tong het langere gras terwijl ezels daarna het stuk nog korter afbijten. Een leuk voordeel is dat ezels dol zijn op distels, vooral de bloemknoppen. Bedoeling is hier een soort procesnatuur op gang te laten komen. Het creëren van een mozaïek van struweel/bosjes enerzijds en open korte grazige stukken anderzijds staat centraal. Naast de grote ecologische waarde die dergelijke variatie in het landschap teweeg zal brengen, is er ook een esthetisch aspect. Gans het gebied krijgt hierdoor een veel natuurlijker karakter. Dit zogenaamde parklandschap wordt door sommige auteurs (Xxxx, X.) als een mogelijk alternatief gezien voor de climax vegetatie van het gesloten oerbos in het laagland na de laatste ijstijd. (+/- 10.000 jaar geleden)
Of dit referentiebeeld al of niet strookt met de waarheid is hier minder van tel. Het belangrijkste voor het Burreken is dat hier voor het eerst (gecontroleerde) spontane processen een kans krijgen waarbij niet op voorhand vastligt hoe het gebied er in de toekomst juist zal uitzien. Dit alles zal de komende jaren van nabij opgevolgd worden door Xxx Xxxxxxxxxxx van het Instituut voor Natuurbehoud.
4. Landbouw op de steilranden:
In het sterk heuvelachtige gebied ten zuiden van de N8 komen er minder aaneengesloten complexen van akkerland en grasland voor dan in het noorden van de gemeente. Wat we hier wel aantreffen zijn steilranden of cuesta's, harde restanten van een weggesleten gesteentelaag. Akkerbouw is op deze steilranden niet mogelijk, vaak zijn ze begroeid met bosjes of worden ze begraasd. Deze steilranden zijn gevoelig aan grondverschuivingen.. Menselijke invloeden zoals bijvoorbeeld het verwaarlozen of opvullen van open grachten, het ophogen en verharden van wegen en de bouw van woningen, de spreekwoordelijke druppel zijn die de emmer doen overlopen. Er moet echter rekening gehouden worden met het feit dat het quasi onmogelijk is om de specifieke bijdrage van deze
menselijke ingrepen temidden van de overige controlerende factoren (o.m. lithologie, topografie, hydrologie, landgebruik) te bepalen. 13
Concrete voorbeeld treffen we aan te Schamperij
Bron: xxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxx/xxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxx
13 Xxx Xxx Xxxxxxxx, M., Xxxxxx, X., Xxxxxxxxxxx, X., Xxxxxx, X., 2005. Verkennende studie met betrekking tot massabewegingen in de Vlaamse Ardennen. Rapport in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap, AMINAL, afdeling Land - - Inventaris grondverschuivingen in de gemeente Horebeke – p9
Kaart 13: Natuurlijke structuur
Kaart 14: Biologische Waarderingskaart Kaart 15: Agrarische structuur
2. 2 Recreatieve structuur
2. 2. 1 Recreatie in Horebeke
Horebeke beschikt als landelijke gemeente niet over een uitgebreid gamma aan sportmogelijkheden. Zo is er bijvoorbeeld geen eigen sporthal of zwembad. Hiervoor zijn de inwoners van Horebeke aangewezen op de buurgemeenten.
Daarbij komt nog dat er in Horebeke volgens het gewestplan geen recreatiegebied aanwezig is.
Sport- en jeugdaccommodaties:
Op het grondgebied van Horebeke komen een 15-tal sport- en jeugdaccommodaties voor. De aanwezige sportaccommodatie heeft elk een eigen invloedssfeer op de omgeving aangezien ze een aantrekkingspool voor recreanten uit de gemeente vormen. Hierdoor kunnen ze worden beschouwd als van lokaal of gemeentelijk niveau.
De meeste van deze sportactiviteiten fungeren op het niveau van de woonconcentratie uit de buurt. Omdat deze behoeften om aan sport te doen zeer plaatselijk zijn en de gebruikers precies uit de nabij liggende woonconcentraties komen vermindert de problematiek van het verplaatsen en maakt dit het sporten zowel voor kinderen, jongeren als ouderen mogelijk.
Zoals reeds besproken in de macrostructuur is de gemeente Horebeke qua sport grotendeels aangewezen op de naburige gemeenten.
Hieronder volgt een overzicht van de aanwezige sport- en jeugdaccommodaties op het grondgebied van Horebeke:
NAAM | ADRES | BESTEMMING VOLGENS HET GEWESTPLAN |
Jeugdclub Arcadia | Lokalen Jeugdclub Arcadia, Xxxxxxxxxxx 0X | XXXXXXXXXX MET LANDELIJK KARAKTER |
Jongensbeweging Corneliusboys | Idem | IDEM |
Horebeekse jeugdvereniging | Idem | IDEM |
Boldersclub | Idem | IDEM |
Boldersclub Ons Vermaak | Idem | IDEM |
Dansclub De Zonnebloem | Idem | IDEM |
Duivenmaatschappij | Café Sint - Jozef Dorpsstraat 5 | WOONGEBIED MET LANDELIJK KARAKTER |
Biljartclub Tap of Band, altijd plezant | Idem | IDEM |
Wielerclub Broekestraat | Idem | IDEM |
W.T.C. Welkomvrienden | Idem | IDEM |
Hondenclub De Ware Vriend | Xxxxxxx xx xx Xxxxxxxxxxx 00 | WOONGEBIED MET LANDELIJK KARAKTER + WOONUITBREIDINGSGEBIED |
Voetbalclub St. Xxxxx - Xxxxxxxx | Terrein op Stene | LANDSCHAPPELIJK WAARDEVOL AGRARISCH GEBIED |
Voetbalclub St. Xxxxxxxx - Horebeke | Café t'Gaaiken Heerweg 42 | LANDSCHAPPELIJK WAARDEVOL AGRARISCH GEBIED |
Tabel 3: Overzicht van de aanwezige sport- en jeugdaccommodaties op het grondgebied van Horebeke
Speelruimte:
Binnen de gemeente bevinden zich geen openbare speelpleinen.
Wel zijn er heel sporadisch enkele open ruimten zonder infrastructuur beschikbaar voor de jeugd.
Jongerenwerking:
Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen voor- en naschoolse opvang, speelpleinwerking en sportkampen tijdens de schoolvakanties én jeugdverenigingen:
- De voor- en naschoolse opvang gaat sedert 14/04/2000 door in de vernieuwde lokalen van de vroegere gemeenteschool (Dorpsstraat 55/A). Deze buitenschoolse opvang staat in voor de opvang van kinderen tussen 2,5 en 12 jaar, en dit voor en na de schooluren, op woensdagnamiddagen, op schoolvrije dagen en tijdens de schoolvakanties. Opgemerkt dient dat de gemeente Brakel met ingang van 01/01/1998 de buitenschoolse kinderopvang heeft overgenomen (om financiële redenen) en instaat voor de organisatie van de kinderopvang. De overeenkomst met de gemeente Brakel bepaalt dat de gemeente Horebeke jaarlijks bijdraagt in de werkingskosten, loonkosten van het personeel,
e.d. .
- Binnen de gemeente wordt er geen speelpleinwerking georganiseerd. Wel kan via bovenvermelde samenwerking worden deelgenomen aan de speelpleinwerking ingericht door de gemeente Brakel.
- Tijdens de schoolvakanties worden geen sportkampen aangeboden op het grondgebied van Horebeke.
- Jeugdverenigingen:
De gemeente Horebeke telt een 3-tal jeugdverenigingen:
- Jeugdclub Arcadia, Xxxxxxxxxxx 0X, 0000 Xxxx-Xxxxxxxx-Xxxxxxxx. Open elke vrijdag- en zaterdagavond, tijdens schoolvakanties ook op zondagavond geopend,
- Jongensbeweging Corneliusboys, Xxxxxxxxxxx 0X, 0000 Xxxx-Xxxxxxxx-Xxxxxxxx,
- Horebeekse jeugdvereniging, Xxxxxxxxxxx 0X, 0000 Xxxx-Xxxxxxxx-Xxxxxxxx. Dit is een groep meisjes van 6 tot 16 jaar die ongeveer twee keer per maand samenkomt en jaarlijks op kamp gaat.
Verblijfsrecreatie:
Binnen de gemeente zijn momenteel enkele plaatsen met individuele verblijfsrecreatie aanwezig:
Hotel Elim, Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxx
Hotel 't Horenbecca, Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxx
Hoeve- en plattelandstoerisme
• Den Haegepreeck, Xxxxxxx 0 - 0, 0000 Xxxxxxxx
• Xxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxx
Bed & Breakfast, Het Landhuis, Xxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxx
De gemeente beschikt zelf niet over een zonering voor verblijfsrecreatie, maar grenst wel in het noordoosten aan een gebied voor dagrecreatie (gelegen op het grondgebied van Sint-Blasius-Boekel).
Tenslotte is ook het begrip hoevetoerisme binnen de gemeente vertegenwoordigd, meer bepaald op de Hoeve Heertsbrugge (Den Daele 10) en Potjeslogting (Haaghoek 4).
Geplande openluchtinfrastructuur: Zie 4.3.1 BPA Rokegem Kaart 16: Overzicht recreatieve voorzieningen
2. 3 Bebouwde ruimtestructuur
(zie ook kaart 20)
Op 01/01/2006 was ongeveer 13,6% (ca. 152,23 ha) van de totale oppervlakte van de gemeente Horebeke bebouwd. Het merendeel ervan, ca. 99,37 ha, goed voor 65,28% van de totale bebouwde oppervlakte, wordt ingenomen door woongebied. Daarnaast wordt er ca. 3,32 ha ingenomen door nijverheidsgebouwen en terreinen en nog eens 4,13 ha door handelsgebouwen en terreinen. Openbare gebouwen en terreinen nemen ca. 3,97 of 2,6% van de totale bebouwde oppervlakte in.14
Hieruit blijkt duidelijk dat het wonen de belangrijkste functie vormt van de bebouwde ruimtestructuur in Horebeke. De structuur van het wonen kan en mag echter niet los gezien worden van de andere activiteiten van het dagelijkse leven. Onder wonen moet dus niet alleen het louter wonen maar ook de daaraan gekoppelde voorzieningen (bijv. handel, horeca, kerngebonden bedrijven) verstaan worden.
Horebeke wordt in twee verdeeld door de centraal gelegen heuvelrug. Deze heuvelrug wordt nog eens benadrukt door de N8 (Heerweg). Noordelijk hiervan bevinden zich een reeks historisch gegroeide woonlinten met daarin de belangrijkste woonconcentraties van de gemeente, zijnde Sint-Xxxxx-Horebeke, Sint-Xxxxxxxx-Horebeke en Korsele. Typisch voor deze woonlinten is de kamstructuur van noordoost- zuidwest georiënteerde heuvelruggen die parallel lopen met de beekvalleien van de Perlinckbeek, Krombeek en de Peerdestokbeek.
Meestal werden deze woonlinten volgens het gewestplan ingekleurd als ‘woongebieden met landelijk karakter'. Ze worden gevormd door een afwisseling van open en geschakelde bebouwing en soms ook bedrijven.
Opvallende lintbebouwing vinden we te Korsele, Rokegem, Broekestraat-Dorpsstraat, Meersestraat- Bovenstraat, Haaghoek, Heerweg (N8) en Groenstraat-Bosstraat.
14 Berekeningen FOD Economie Algemene Directie Statistiek
2. 3. 1 Wonen
Bevolking
Demografische evolutie
Als we naar de absolute cijfers kijken kunnen we besluiten dat de bevolking in Horebeke tussen 1 januari 2000 en 1 januari 2006 licht is toegenomen (+ 36 inwoners).
Wat hierbij opvalt is een eerder sterke toename in de leeftijdscategorieën < 20 jaar en > 65 jaar en een afname in de categorie hiertussen, die overeenkomt met de werkende beroepsbevolking.
De gemiddelde leeftijd van de inwoners van Horebeke is tussen 1 januari 2000 en 1 januari 2006 licht toegenomen, hetgeen erop wijst dat het fenomeen van de vergrijzing zich ook in Horebeke voordoet.
In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997, deel 1B – prognoses, p. 230) lezen we dat de volgende 15 jaar de leeftijdsopbouw van de bevolking zal blijven wijzigen; de ontgroening en de vergrijzing zetten zich voort. In 2010 zal 1 op 4 inwoners in Vlaanderen ouder zijn dan 60 jaar. Over een kleine 20 jaar zal de bevolking ouder dan 60 jaar toegenomen zijn tot 1,5 miljoen (in Vlaanderen). Het aantal 80-plussers zal de volgende vijftien jaar ongeveer verdubbelen.
In het arrondissement Oudenaarde wordt een gemiddelde aangroei van de bevolking verwacht.
Sinds 1910 blijkt het aandeel van de jongste leeftijdsgroep bijna gehalveerd te zijn, terwijl het aandeel van de 65-plussers meer dan verdubbeld is.
Geboorten15
Er is geen algemene tendens in het geboortecijfer van Horebeke terug te vinden. Het geboortecijfer varieert van 29 geboorten in 1995 naar 19 geboorten in 2000. In 2005 werden 22 geboorten neergeteld.
Het geboortepercentage in 2005 t.o.v. de totale bevolking, bedraagt voor de gemeente Horebeke 1,11%. Dit cijfer ligt iets hoger dan dat van de provincie Oost-Vlaanderen, nl. 1,09%.
Sterften16
Het sterftecijfer in Horebeke toont evenmin een duidelijke evolutie nl. 32 sterfgevallen in 1995, 38 sterfgevallen in 2000. In 2005 werden 28 sterftegevallen genoteerd. Het sterftepercentage bedroeg in 2005 1,42%, dit is in vergelijking met de provincie Oost-Vlaanderen, nl. 0,99%, vrij hoog. Dit valt te verklaren door de relatief oudere bevolking van Horebeke.
Immigratie - Emigratie17
Tussen 1991 en 2004 is het migratiesaldo sterk gestegen.
Er valt voor de gemeente Horebeke een positief saldo waar te nemen van gemiddeld 7 personen per jaar.
JAAR | TOTAAL | Natuurlijk verloop | MIGRATIE | Toename | |||||
Inwoners | Geboorten | Sterften | Saldo | Immigratie | Emigratie | Saldo | |||
Gegeven | toename | Gegeven | Gegeven | Gegeven | Gegeven | absoluut | |||
1991 | 1880 | 14 | 38 | -24 | 97 | 102 | -5 | -29 | |
1992 | 1875 | -5 | 17 | 33 | -16 | 80 | 82 | -2 | -18 |
1993 | 1872 | -3 | 17 | 31 | -14 | 98 | 100 | -2 | -16 |
1994 | 1874 | 2 | 16 | 39 | -23 | 107 | 73 | 34 | 11 |
1995 | 1907 | 33 | 29 | 32 | -3 | 95 | 79 | 16 | 13 |
1996 | 1924 | 17 | 23 | 36 | -13 | 100 | 88 | 12 | -1 |
1997 | 1935 | 11 | 27 | 29 | -2 | 111 | 88 | 23 | 21 |
1998 | 1959 | 24 | 16 | 33 | -17 | 91 | 89 | 2 | -15 |
1999 | 1960 | 1 | 21 | 26 | -5 | 98 | 90 | 8 | 3 |
2000 | 1968 | 8 | 19 | 38 | -19 | 68 | 115 | -47 | -66 |
2001 | 1921 | -47 | 17 | 26 | -9 | 100 | 107 | -7 | -16 |
2002 | 1915 | -6 | 23 | 32 | -9 | 103 | 103 | 0 | -9 |
2003 | 1916 | 1 | 17 | 30 | -13 | 95 | 94 | 1 | -12 |
2004 | 1975 | 59 | 20 | 28 | -8 | 164 | 108 | 56 | 48 |
2005 | 2004 | 29 | 22 | 32 | -10 | 139 | 110 | 29 | 19 |
Gemidd. | 1925,67 | 19,87 | 32,2 | -12,33 | 103,07 | 95,2 | 7,87 | -4,67 |
Tabel 4: Immigratie en emigratie
15 Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie 16 Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie 17 Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
Gezinnen 18
Een belangrijke factor voor het bepalen van de kwantitatieve behoefte aan woningen is het aantal gezinnen. Als gezin wordt beschouwd een persoon die gewoonlijk alleen leeft, ofwel twee of meer personen, die al dan niet door familiebanden verbonden, gewoonlijk samenleven. In vergelijking met de periode tussen 1970 en 1981 hebben zich op Vlaams niveau tussen 1996 en 2004 een aantal bestaande trends doorgezet, maar hebben zich ook nieuwe ontwikkelingen voorgedaan:
− Xxxxx mannen verlaten op latere leeftijd de familiale woning. Zowel de verlenging van de schoolplicht, de toename van het aantal jongeren dat een hogere opleiding volgt, de moeilijkheden bij het vinden van een stabiele betrekking of gewoon de moeilijkheid om een betaalbare woonruimte te vinden, hebben hiertoe geleid. Deels omwille van andere motieven ontstaat hierdoor eenzelfde situatie dan in de jaren zeventig. Jonge vrouwen verlaten eveneens de familiale woning iets later dan voorheen, maar wonen in vergelijking met vroeger steeds meer zelfstandig als alleenstaande of als referentiepersoon van een gezin.
− Een duidelijke tendens is de toenemende versnippering van gezinnen ten gevolge van echtscheiding.
− Daarnaast kan ook worden vastgesteld dat nooit - gehuwden meer zelfstandig gaan wonen. Dat geldt zowel voor vrouwen als voor mannen.
− Tenslotte is er het fenomeen van de vergrijzing van de bevolking. De toenemende levensverwachting die gepaard gaat met een hoge zelfstandigheid tot op hogere leeftijd, maakt dat het aantal oudere gezinnen sterk is toegenomen.
Jaar | Horebeke | Provincie Oost-Vlaanderen. | |||||
Bevolking | Gezinnen | Gezinsgrootte | Gezinstoename | Bevolking | Gezinnen | Gezinsgrootte | |
1997 | 1935 | 676 | 2,86 | 1354737 | 539291 | 2,51 | |
1998 | 1959 | 688 | 2,85 | 12 | 1357576 | 544048 | 2,50 |
1999 | 1960 | 699 | 2,80 | 11 | 1359702 | 549111 | 2,48 |
2000 | 1968 | 708 | 2,78 | 9 | 1361623 | 552599 | 2,46 |
2001 | 1921 | 700 | 2,74 | 8 | 1363672 | 557353 | 2,45 |
2002 | 1915 | 710 | 2,70 | 10 | 1366652 | 562077 | 2,43 |
2003 | 1916 | 708 | 2,71 | -2 | 1370136 | 567579 | 2,41 |
2004 | 1975 | 718 | 2,75 | 10 | 1373720 | 572796 | 2,40 |
Tabel 5: Gezinnen
Van 1997 tot 2004 zien we in Horebeke een toename met 6%, zijnde van 676 naar 718 gezinnen of absoluut 42 gezinnen.
Gezinsgrootte19
We zien een toenemende gezinsverdunning van 1997 zijnde 2,86 tot 2,75 in 2004. De gemiddelde gezinsgrootte ligt voor Horebeke hoger dan het gemiddelde cijfer in Vlaanderen. In Vlaanderen ligt de gemiddelde gezinsgrootte in 1997 op 2,51 en in 2004 gaat dit naar 2,40.
19 Gegevens Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Planning en Statistiek
Bebouwing / woningen
Bebouwingsdruk20
In de gemeente Horebeke stellen we vast dat op 1 januari 2006 13,6% van de totale oppervlakte bebouwd is. Op 1 januari 1996 daarentegen was er een bebouwde oppervlakte van ca 9,02%. De laatste 10 jaar is de bebouwing aldus met 4,58% toegenomen.
De bebouwde oppervlakte op 01/01/06 is als volgt opgedeeld:
- Woongebied | 99,37 ha | 65,3% |
- Nijverheidsgebouwen en -terreinen | 3,32 ha | 2,2% |
- Handelsgebouwen en -terreinen | 4,13 ha | 2,7% |
- Openbare gebouwen en terreinen | 3,97 ha | 2,6% |
- Terreinen voor gemengd gebruik | 0,01 ha | 0% |
- Terreinen voor vervoer en telecommunicatie | 36,82 ha | 24,2% |
- Terreinen voor technische voorzieningen | 0,05 ha | 0% |
- Recreatiegebied en andere open ruimte | 4,56 ha | 3% |
Totaal bebouwd | 152,23 ha |
20 Gegevens NIS: ecodata
Woningbestand
Volgende tabel21 heeft een overzicht van het woningbestand (woningmutatiereserve niet inbegrepen).
Jaartal | Aantal bijgekomen woningen | Aantal afgebroken woningen |
1996 | 8 | 1 |
1997 | 17 | 1 |
1998 | 8 | 1 |
1999 | 10 | 2 |
2000 | 9 | 3 |
2001 | 7 | 0 |
2002 | 4 | 3 |
2003 | 11 | 5 |
2004 | 13 | 4 |
2005 | 6 | 0 |
2006 | 9 | 0 |
2007 | 6 | 0 |
Totaal | 108 | 20 |
SALDO | 88 |
Tabel 6 Kwaliteit van de woningen
De ouderdom van de woningen gaat nauw samen met de woningkwaliteit. In onderstaande tabel wordt het comfort van de woningen in de gemeente Horebeke vergeleken met dit van de woningen in de provincie Oost- Vlaanderen.
gemeente provincie
absoluut | relatief | absoluut | relatief | |
Woningen zonder centrale verwarming | 266 | 37.4% | 193,443 | 34.9% |
Woningen zonder badkamer | 49 | 6.9% | 24,543 | 4.4% |
Woningen zonder toilet | 32 | 4.5% | 15,049 | 2.7% |
Tabel 7: De comfortklasse van de woningen22
We merken op dat eind 2001 de gemeente Horebeke nog een achterstand heeft op het gebied van comfort van de woningen. Dit is uiteraard te verklaren door een groter aantal oudere woningen.
Er zal in de toekomst aldus nood zijn aan vervangingsbouw. Op korte en middellange termijn zullen heel wat inspanningen nodig zijn om het woningpatrimonium te vernieuwen of toch te verbeteren.
21 Gegevens NIS: ecodata
22 Gegevens NIS – gegevens op 1/10/2001
Sociale woningen / kavels23
In de Vlaamse Ardennen, waartoe ook Horebeke behoort, is de sociale huisvestingsmaatschappij ‘Vlaamse Ardennen' actief. Volgens de beschikbare gegevens zijn in de gemeente Horebeke door de sociale huisvestingsmaatschappij ‘Vlaamse Ardennen' geen sociale huur- en koopwoningen (en appartementen) opgetrokken. Tevens beschikt deze sociale bouwmaatschappij niet over sociale bouwgrond op het grondgebied van Horebeke. Verder dient opgemerkt dat de gemeente Horebeke geen sociale woningen in eigendom heeft.
Via het nieuwe grond- en pandenbeleid is ook voor de gemeente Horebeke een bindend sociaal objectief vastgelegd – hiervoor wordt verwezen naar het punt 1.3 Sociale behoefte onder het hoofdstuk III Onderzoek naar de toekomstige ruimtelijke behoeften.
Zonevreemde woningen
De gemeente Horebeke heeft te maken met de problematiek van zonevreemde woningen. Zo komen er heel wat zonevreemde woningen voor aan de noordelijke rand van de gemeente, langs de N8 en in het gebied tussen de N8 en de Krombeek. Verder bevinden er zich nog enkele zonevreemde woningen tussen de uitgestrekte bebouwingslinten in het noorden van de gemeente. In het uiterste zuiden van de gemeente (ten zuiden van de Krombeek) treffen we dan weer weinig zonevreemde woningen aan.
Hieronder wordt een globaal overzicht gegeven van alle zonevreemde woningen in de volledige gemeente. In punt 2.5 werd deze problematiek reeds aangehaald per deelgemeente.
Volgende tabel moet een duidelijker overzicht geven betreffende de oppervlaktes van de percelen waar zonevreemde woningen gelegen zijn in functie van de bestemmingen volgens het gewestplan:
BESTEMMINGSZONE | AANTAL | |
Absoluut | Relatief | |
Woonuitbreidingsgebied | 6 | 2,8 |
Parkgebied | 1 | 0,5 |
Agrarisch gebied | 113 | 53,1 |
Landschappelijk waardevol agrarisch gebied | 89 | 41,7 |
Agrarisch gebied met bijzondere waarde | 4 | 1,9 |
Totaal | 213 | 100 |
Tabel 8: Zonevreemde woningen
Uit de cijfers uit de tabel blijkt dat:
- De meeste zonevreemde woningen (in oppervlakte) zich in agrarisch gebied bevinden, nl. 53,1%.
- Het aandeel zonevreemde woningen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied ook zeer groot is (41,7%).
23 Gegevens gemeente
Uit nader onderzoek betreffende het aantal zonevreemde woningen is gebleken dat er zich op het grondgebied van Horebeke een 213-tal zonevreemde woningen bevinden.
Men dient hierbij wel een en ander te nuanceren. De zonevreemde woningen gelegen in woonuitbreidingsgebied volgens het gewestplan zijn niet zonevreemd ingevolge strijdige bestemming maar omdat de ordening van het woonuitbreidingsgebied nog niet vastligt. Bovendien is deze problematiek in voortdurende evolutie.
Sinds de opmaak van de gewestplannen in de jaren '70 is er voor tal van woningen de problematiek van zonevreemdheid ontstaan. Zonevreemdheid wil zeggen dat deze woningen, die ofwel reeds bestonden voor de wet op de stedenbouw van 1962, ofwel nadien werden opgericht met een behoorlijke bouwvergunning, in principe strijdig zijn met de bestemmingsvoorschriften van de geldende plannen van aanleg, bijvoorbeeld een particuliere woning gelegen in agrarisch gebied.
In de nieuwe codex ‘ruimtelijke ordening' wordt rechtszekerheid geboden de toekomst van zonevreemde constructies.
Teneinde rekening te houden met de bestaande toestand op het terrein, zullen er kleine afwijkingen op dit decreet voorgesteld worden. Concreet dient in Horebeke de problematiek inzake zonevreemde woningen aangepakt te worden door de uitwerking van een gebiedsgerichte oplossing, afhankelijk van de deelgebieden van de agrarische structuur. Deze gebieden vormen immers de open ruimtestructuur alwaar de zonevreemde woningen in gelegen zijn.
Tenslotte dient opgemerkt dat het hier gaat om zonevreemde woningen die vergund zijn of geacht worden vergund te zijn.
Kaart 17: Zonevreemde woningen
2. 3. 2 Bedrijvigheid
De bedrijvigheid binnen de gemeente Horebeke is een verzameling van verschillende sectoren, waarbinnen de landbouwsector ruimtelijk de meest dominante is. Op 01/01/2006 waren er nog 42 land- en tuinbouwbedrijven actief in Horebeke.24 Niettegenstaande Horebeke een uitgesproken landbouwgemeente is, zal uit de hierna volgende cijfergegevens blijken dat er eveneens andere sectoren van belang zijn.
Daartoe worden volgende sectoren dan ook individueel besproken en geanalyseerd:
− Landbouwbedrijvigheid
− Tuinbouwbedrijvigheid
− Ambachtelijke en industriële bedrijvigheid
− Handelsactiviteiten en diensten
Tewerkstelling van de inwoners van Horebeke
1997 | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | ||
Arbeidsmarkt - Algemeen | Aantal werkenden totaal SWSE | 829,00 | 844,00 | 866,00 | 853,00 | 847,00 | 847,00 | 854,00 | 877,00 | 882,00 |
1993 | 1994 | 1995 | 1996 | 1997 | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | ||
Arbeidsmarkt | Tewerkstelling | ||||||||||||
- Tewerkstelling | in de secundaire sector | 131,00 | 116,00 | 126,00 | 70,00 | 74,00 | 72,00 | 66,00 | 73,00 | 50,00 | 49,00 | 39,00 | 44,00 |
Tewerkstelling | |||||||||||||
in de tertiare | 129,00 | 130,00 | 139,00 | 140,00 | 153,00 | 172,00 | 166,00 | 155,00 | 157,00 | 146,00 | 139,00 | 141,00 | |
sector | |||||||||||||
Tewerkstelling | |||||||||||||
in de (Medium)- | |||||||||||||
hoog- technologische | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | |
industrie | |||||||||||||
Tewerkstelling | |||||||||||||
in de creatieve sector | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | N/A | 0,00 | 1,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | |
Tewerkstelling | |||||||||||||
in de kennisintensieve | 8,00 | 8,00 | 9,00 | 13,00 | 11,00 | 17,00 | 16,00 | 18,00 | 22,00 | 20,00 | 19,00 | 20,00 | |
diensten |
Bron: Lokale statistieken van de Vlaamse Overheid
Uit bovenstaande tabellen kunnen we vanaf 2002 de gestage toename van het aantal werkenden in Horebeke aflezen. In de secundaire sector is er tussen 1993 en 2004 een daling van 66% merkbaar. Wat de tertiaire sector betreft is er in de periode 1993 tot 1998 een toename, daarna is er een terugval.
In januari 2004 bedroeg de tertiairiseringsgraad in Horebeke 74,5, in januari 2005 was dit al 78,1.25
24 Lokale statistieken – gegevens voor het jaar 2005
25 VDAB – online cahiers
Het verschijnsel van tertiairsering komt niet alleen voor in Horebeke maar is typisch voor Vlaanderen. Dit effect kent velerlei oorzaken:
− Er is een grotere behoefte aan gespecialiseerde diensten in het bedrijfsleven.
− Het afstoten van de eigen dienstverlening binnen de industriële ondernemingen naar aparte dienstverlenende bedrijven.
− Grotere overheidstewerkstelling.
1990 | 1991 | 1992 | 1993 | 1994 | 1995 | 1996 | 1997 | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | ||
Landbouw | Tewerkstelling - Aantal personen | 93,00 | 88,00 | 87,00 | 88,00 | 82,00 | 83,00 | 82,00 | 75,00 | 81,00 | 79,00 | 62,00 | 64,00 | 65,00 | 56,00 | 63,00 | 62,00 |
Bron: Lokale statistieken van de Vlaamse Overheid
Sinds 1990 is er een dalende tendens merkbaar in het aantal personen dat in Horebeke tewerkgesteld is in de landbouw. Verder is ook de bedrijfsopvolging een specifiek probleem in de agrarische sector. Het zijn vooral de toekomstperspectieven en de overnameprijs die de belangrijkste problemen vormen voor de jonge landbouwer. Volgens de landbouwtelling van 2000 hadden slechts 5 van de 31 oudere bedrijfsleiders (50-plussers) een opvolger. Uitgedrukt in oppervlakte was er in 2000 ongeveer 232 ha landbouwgrond die geen bedrijfsopvolger had of ca. 24% van het globale areaal.
Juridische benadering van de sector bedrijvigheid26
Horebeke behoort tot het gewestplan Oudenaarde, dat vastgelegd werd bij MB van 24 februari 1977. Het gewestplan legt de bestemming van de bodem éénduidig vast. We onderscheiden hier hoofdzakelijk agrarisch gebied. In 1999 is een wijziging van het gewestplan Oudenaarde doorgevoerd ten belope van ca. 35,2 ha.
Volgende zoneringen volgens het gewestplan waar binnen bedrijvigheid is toegestaan komen voor:
− Gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebied voor kleine en middelgrote ondernemingen.
− Woongebied met landelijk karakter.
Opgemerkt dient dat in woongebieden met landelijk karakter eveneens diensten, handel, horeca, e.d., worden toegelaten voor zover deze geen verstoring van de omgeving tot gevolg hebben.
Voor wat betreft de open ruimte zoneringen kunnen de agrarische gebieden gebruikt worden voor de land- en tuinbouwbedrijven. Binnen de overige open ruimte zoneringen kunnen geen bedrijvigheden worden toegestaan. De bedrijven die binnen deze zoneringen gelegen zijn kunnen dan ook als zonevreemd worden beschouwd. Het zijn bedrijven die zich niet in een, volgens het gewestplan, geëigende zone bevinden. Alsook de bedrijven die zich in een geëigende zone bevinden maar niet meer kunnen uitbreiden op aanpalende gronden omdat deze gronden in een niet-geëigende zone liggen.
26 Omzendbrief RO 2000/01 over het planologisch attest, het bedrijfs-BPA en het sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven
Benadering per sector
Hierna volgt een benadering van de verschillende sectoren van bedrijven binnen de gemeente Horebeke:
Landbouwbedrijvigheid
Op 01/01/2006 waren er nog 42 land- en tuinbouwbedrijven actief in Horebeke.27
1990 | 1991 | 1992 | 1993 | 1994 | 1995 | 1996 | 1997 | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | ||
Opp. cultuur- grond (in ha) | 777,5 5 | 770,7 4 | 766,6 1 | 790,3 9 | 795,8 3 | 807,7 9 | 813,4 6 | 813,0 3 | 801,1 8 | 788,7 4 | 781,17 | 830,60 | 803,0 9 | 772,0 5 | 923,7 6 | 896,4 4 |
1990 | 1991 | 1992 | 1993 | 1994 | 1995 | 1996 | 1997 | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | ||
Aantal bedrijven meer dan 50 ha cultuurgrond | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 2,00 | 2,00 | 2,00 | 3,00 | 3,00 | 3,00 | 3,00 | 4,00 | 4,00 | 5,00 | 5,00 | |
Aantal bedrijven met minder dan 10 ha cultuurgrond | 26,00 | 24,00 | 23,00 | 25,00 | 26,00 | 27,00 | 23,00 | 18,00 | 19,00 | 18,00 | 17,00 | 15,00 | 15,00 | 15,00 | 17,00 | 17,00 | |
Aantal bedrijven met 10 tot minder dan 30 ha cultuurgrond | 26,00 | 23,00 | 23,00 | 22,00 | 22,00 | 18,00 | 18,00 | 18,00 | 16,00 | 16,00 | 14,00 | 18,00 | 20,00 | 18,00 | 17,00 | 16,00 | |
Aantal bedrijven met 30 tot minder dan 50 ha cultuurgrond | 4,00 | 6,00 | 6,00 | 6,00 | 6,00 | 7,00 | 7,00 | 7,00 | 6,00 | 5,00 | 6,00 | 5,00 | 2,00 | 1,00 | 4,00 | 4,00 |
Bron: Lokale statistieken van de Vlaamse Overheid
Niettegenstaande de bestaande tendens in grote delen van Vlaanderen waarbij het landbouwareaal vrij snel achteruit gaat, houdt het landbouwareaal in Horebeke vrij goed stand. Er is zelfs een toename merkbaar van 13% t.o.v. 1990. Wel zien we dat het aantal bedrijven is afgenomen, waardoor men kan besluiten dat de gemiddelde bedrijfsgrootte is toegenomen.
Situering
Het landbouwareaal situeert zich voor de gemeente Horebeke in hoofdzaak tussen de uitgestrekte bebouwingslinten in het noorden van de gemeente en langs de zuidelijke zijde van de N8 (weg Oudenaarde-Brakel). Daarnaast bevinden zich in de valleigebieden eveneens grote groeperingen aan landbouwarealen.
27 Lokale statistieken – gegevens voor het jaar 2005
Juridische situering
Voor landbouw zijn de normale bestemmingen:
− agrarische gebieden (welke 49,7% van het grondgebied van Horebeke omvat)
− landschappelijk waardevolle agrarische gebieden (welke 38,1% van het grondgebied van Horebeke omvat)
− agrarische gebieden met landschappelijke waarde (welke 2,2% van het grondgebied van Horebeke omvat)
Opgemerkt dient dat landbouw ook perfect kan voorkomen in woongebied met landelijk karakter.
Tuinbouwsector
Horebeke wordt in het RSV op de kaart van de agrarische macrostructuur als ‘gemeente met gemengde landbouw, waar zowel grondgebonden als grondloze agrarische bedrijven voorkomen' beschouwd.28
De tuinbouwbedrijven in Horebeke leggen zich bijna uitsluitend toe op de fruitteelt in open lucht, waarvan de kweek van appelen overheerst. Daarnaast is ook de fruitteelt in serres aanwezig, hiervan is het grootste percentage weggelegd voor de kweek van aardbeien.
Opvallend is het feit dat binnen de gemeente de sierteelt niet is vertegenwoordigd, alsook boomkwekerijen en tuinbouwzaden en -plantgoed.
Teelten: | Oppervlakten in ha | Wat overheerst: |
Fruitteelt (ol) | 21,3 | 61% appelen |
Fruitteelt (s) | 0,3 | 59% aardbeien |
Sierteelt (ol) | 0 | - |
Sierteelt (s) | 0 | - |
Boomkwekerijen (ol) | 0 | - |
Boomkwekerijen (s) | 0 | - |
Tuinbouwzaden en - plantgoed (ol) | 0 | - |
Tuinbouwzaden en - plantgoed (s) | 0 | - |
Op het grondgebied van Horebeke worden er ongeveer 21,6 ha tuinbouwgronden uitgebaat. Dit omvat ongeveer een 4-tal bedrijven.
Bron: NIS – landbouwtellingen van 2000
ol: open lucht; s: serres
Tabel 9: Teelten in de tuinbouw
Situering
Er komen enkele tuinbouwbedrijven voor op het grondgebied van Horebeke. In het uiterste noorden van de gemeente bevindt zich een groot tuinbouwbedrijf (ca. 5,3 ha), gelegen langs de Kromstraat. Daarnaast bestaan er nog enkele kleinere tuinbouwbedrijven die verspreid zijn over de gemeente.
Binnen de uitgestrekte bebouwingslinten bevinden zich enkele zeer kleine tuinbouwpercelen, het betreft hier in hoofdzaak hobbyteelten.
28 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, integrale versie conform B. Vl. R. 23 september 1997
Ambachtelijke en industriële bedrijvigheid
Horebeke is geen uitgesproken industriële of bedrijfsgemeente en vervult dus geen belangrijke economische rol.
Er situeren zich slechts een zeer beperkt aantal kleine bedrijven. Middelgrote en grote bedrijven zijn er niet vertegenwoordigd.
Horebeke beschikt niet over omvangrijke oppervlakten bedrijventerreinen.
Er komen op grondgebied van de gemeente volgens het gewestplan geen industriezones voor.
Daarnaast telt Horebeke slechts één zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's volgens het gewestplan;
- Broekestraat.
Uit voorgaande cijfergegevens van het NIS kan men afleiden dat in de periode 1994-2000 het aantal vestigingen in de secundaire sector toeneemt, terwijl het aantal werknemers tijdens deze periode afneemt. Dit kan hoogstwaarschijnlijk worden verklaard door de automatisering binnen deze sector. Ook op provinciaal niveau is een sterke daling waarneembaar binnen de secundaire sector.
In de periode 1994-2000 zijn in Horebeke het meeste aantal vestigingen binnen de secundaire sector te vinden in de bouwnijverheid, maar het meeste aantal personen worden tewerk gesteld door de zuivelnijverheid. Opgemerkt dient dat de tewerkstelling in de zuivelnijverheid ondertussen sterk is gedaald ten gevolge van de sluiting van het melkbedrijf gelegen langs de Broekestraat (N454). Daarnaast stellen ook de voedingsmiddelen- en textielnijverheid een beperkt aantal mensen tewerk.
Situering
Echte concentraties aan bedrijven komen in de gemeente niet voor.
Wel zijn er een aantal verspreid liggende bedrijven, hoofdzakelijk gelegen binnen woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan. Deze vinden we meer bepaald langsheen de N8 (weg Oudenaarde-Brakel) en nabij het centrum van Sint-Xxxxx-Horebeke en Sint-Xxxxxxxx-Horebeke.
Zoals reeds gezegd kan men binnen Horebeke dus niet spreken van een echte concentratie aan bedrijvigheid.
De KMO-zone ‘Broekestraat' situeert zich net buiten het centrum van Sint-Xxxxx-Horebeke, en wordt ontsloten door de Broekestraat (N454).
Opvallend is het feit dat deze KMO-zone reeds volledig is gerealiseerd. Opgemerkt dient dat de afbakening van deze bestaande KMO-zone in feite grotendeels een bevestiging is van een oude melkerij. Dit melkbedrijf was in het verleden een grote tewerkstellingspool in de gemeente. Ondertussen is de melkerij zelf verkocht aan de BVBA Vanderhaegen, Kerkgate 31 te Oudenaarde. De BVBA Vanderhaegen heeft op 28/11/2002 een milieuvergunning (klasse 2) gekregen voor het verwerken van aardappelen (wassen, schillen en versnijden), dit voor een termijn van 20 jaar. Verder zijn de hangaars en het administratief gebouw aangekocht door de BVBA Bouwwerken J. De Naeyer en Zoon, Xxxxxxxxxx 0 xx Xxxxx.
Volgende zones kunnen eveneens bedrijvigheid voorzien voor zover deze geen verstoring van de hoofdfunctie van de zonering tot gevolg heeft.
- Woongebied met landelijk karakter
Bedrijven die voorkomen in volgende zones zijn principieel zonevreemd:
− Woonuitbreidingsgebied (indien niet in een verkaveling/BPA gelegen),
− Gebied voor gemeenschapsvoorziening
− Recreatiegebieden
− Groengebieden
− Agrarische gebieden
− Ontginningsgebieden
− Militaire gebieden
In Horebeke is een sectoraal BPA zonevreemde bedrijven opgemaakt (goedgekeurd bij MB van 18/8/2003) waardoor de rechtsonzekerheid van deze bedrijven wordt verzekerd. Dit sectoraal BPA is vooral bedoeld als een voorafname op het gemeentelijk structuurplanningsproces ten behoeve van een dringende ruimtelijke problematiek, welke niet kunnen wachten op de afronding van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. In het sectoraal BPA wijst de afweging van het ruimtelijk kader uit of het bedrijf op de huidige locatie kan blijven bestaan, verder kan ontwikkelen of dient te worden geherlocaliseerd naar een industrie- of KMO-zone.
Opgemerkt dient dat in dit sectoraal BPA enkel ambachtelijke, industriële, agrarisch toeleverende én agrarisch verwerkende bedrijven kunnen worden opgenomen. Het is echter niet gericht op de horeca, diensten, landbouwbedrijven, recreatieve inrichtingen en/of kleinhandel. Om voor deze inrichtingen een ruimtelijke afweging te maken is immers een veel ruimer afwegingskader nodig (met name een visie op kleinhandel, recreatief medegebruik in open ruimte, op de landbouw, …). In deze hypothese is het beter dit te kaderen in de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.
Opgemerkt dient dat een maximale zekerheid moet worden geboden voor bestaande vergunde gebouwen en voor gebouwen in ruimtelijk kwetsbare gebieden dienen begeleidende maatregelen te worden getroffen.29
In het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven werd naar alle bedrijven van de gemeente Horebeke een enquêteformulier gestuurd. Van deze 27 bedrijven hebben er 20 geantwoord. Hiervan werden 12 bedrijven geselecteerd als potentieel te onderzoeken in dergelijk kader. Finaal kregen 6 bedrijven een oplossing door de goedkeuring van een bestemmingsplan met bijhorende stedenbouwkundige voorschriften. Hieronder wordt dan ook een gedetailleerd overzicht weergegeven van deze 12 bedrijven. De bedrijven die uiteindelijk in het sectoraal BPA weerhouden werden, zijn in grijs aangeduid. De bedrijven waarvoor geen oplossing moet gezocht worden of die een oplossing moeten krijgen buiten de sector bedrijvigheid (KMO) werden doorgehaald.
Kaart 18: Situering KMO-zone
29 Persmededeling van de Vlaamse Regering i.v.m. zonevreemde woningen, vergadering van 6 oktober 2000
NAAM | ACTIVITEIT | GEWESTPLAN- BESTEMMING | OPP. | HERBESTEMD NAAR KMO OPP. ZONEVR. GEDEELTE | |
1 | Blommaert Group NV | Installatie elektronica – onderhoud | W.L.K. + A.G. | 4.200 m² | 854 m² |
Het bedrijf werd weerhouden in het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. | |||||
2 | Xxxxxxxxx'xxx + Thienpont BVBA | Schrijnwerkerij | W.L.K. + A.G. | - | |
Het bedrijf heeft nog voldoende uitbreidingsmogelijkheid. | |||||
3 | Xx Xxxxxxx Xxxxx BVBA | Installatie elektronica | W.L.K. + L.W.A.G. | 3.250 m² | 482 m² |
Het bedrijf werd weerhouden in het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. | |||||
4 | De Vleeschauwer Xxxxx | Xxxxxxxxxxxxxxx | W.L.K. + L.W.A.G. | 410 m² | 279 m² |
Het bedrijf werd weerhouden in het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. | |||||
5 | Dirk Van Den Daele | Transport landbouwproducten | L.W.A.G. | 8.090 m² | 4.476 m² |
Het bedrijf werd weerhouden in het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. | |||||
6 | Xxxxxxxxxx Xxxx | Xxxxxx | L.W.A.G. | 2.153 m² | 1.323 m² |
Het bedrijf werd weerhouden in het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. | |||||
7 | Stassen | Tuinaanleg en tuincentrum | A.G. | - | |
Kleinhandel kan niet worden opgenomen. | |||||
8 | Xxxxxxxxx Xxxx | Xxxxxxxxxxxxxxx | A.G. | - | |
Het is een nieuw bedrijf. | |||||
9 | Xxx Xxxxxxxxxxx Xxxxxx | Xxxxxxxxxx | A.G. | - | |
Tuinbouw kan niet worden opgenomen. | |||||
10 | Verstichelen BVBA | Handel in brandstoffen | W.L.K. + A.G. | - | |
Er zijn geen concrete uitbreidingsplannen. De noodzaak voor een uitbreiding in agrarisch gebied werd niet aangetoond. | |||||
11 | Vindevogel Aimé | Handel in aardappelen | A.G. | 15.099 m² | 9.911 m² |
Het bedrijf werd uitgesloten bij goedkeuring van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. | |||||
12 | Xxxxxxxxxx Xxxx BVBA | Transport | A.G. | 7.755 m² | 3.677 m² |
Het bedrijf werd weerhouden in het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. |
Tabel 10: Overzicht van de zonevreemde bedrijven, onderzocht in het sectoraal BPA
(W.L.K.: woongebied met landelijk karakter, A.G.: agrarisch gebied, L.W.A.G.: landschappelijk waardevol agrarisch gebied)
Dit betekent dat er na de opmaak van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven nog 5 bedrijven zijn waarvoor geen oplossing kan gevonden worden op hun huidige locatie. Deze bedrijven moeten eventueel via structuurplanning een oplossing krijgen.
Het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven werd goedgekeurd op 18/08/2003, met uitsluiting van het bedrijf Xxxx Xxxxxxxxxx.
Zie ook kaart 19 (Situering zonevreemde bedrijven)
Handel, horeca en diensten
Onder het begrip handel kan hier worden verstaan klein- en groothandelsbedrijvigheid, de activiteiten van deze bedrijven kunnen worden omschreven als “het wederverkopen op gewone wijze in eigen naam en voor eigen rekening, van goederen aan verbruikers en kleine gebruikers, zonder deze goederen behandelingen te doen ondergaan dan die welke in de handel gebruikelijk zijn”.
Diensten omvatten gemeenschapsvoorzieningen of openbare diensten (niet-commerciële dienstverlening), medische diensten zoals dokters, private diensten bvb. advocaten, architecten, verzekeringen. Bedrijven die naar de bevolking toe diensten verlenen al dan niet tegen betaling. Deze diensten vervatten in hoofdzaak het verkopen van niet tastbare zaken.
Situering
De situering van zowel handel, horeca en diensten komen min of meer overeen. Deze concentreren zich in hoofdzaak in de dorpen. Daarnaast constateert men eveneens concentraties langsheen de N8 (weg Oudenaarde-Brakel).
De enige zonevreemde horecazaken die we in Horebeke aantreffen zijn café In Den Trap Op en restaurant De Xxxxxxxxx die zich in agrarisch gebied langs de N8 (Heerweg) bevinden.
Er zijn in Horebeke vier handelszaken die zonevreemd gelegen zijn. Het betreft Glorieus Xxxx, Xxxxxx Xxxx, Xxxxxxx en Xxx Xx Xxxxxx Xxxx. Deze laatste twee zijn gelegen langs de N8.
Zie ook kaart 19 (Situering zonevreemde bedrijven)
Kaart 19: Situering Zonevreemde Bedrijvigheid
2. 3. 3 Gemeenschapsvoorzieningen
Sint-Xxxxx-Horebeke is de deelgemeente waar we de meeste gemeenschapsvoorzieningen aantreffen. Tegenover de kerk bevindt zich het gemeentehuis van Horebeke. De Post, de politie, de pastorij en een kleuter- en basisschool zijn in de Dorpsstraat op loopafstand van de kerk gelegen.
Achter de basisschool werden serviceflats voor bejaarden (Groen Dorp, Dorpsstraat 14) opgetrokken teneinde in te spelen op de nood naar alternatieve wooneenheden voor de oudere bevolking.
Ook het rusthuis ‘Vlaamse Ardennen' (Kromstraat 5), gelegen in gehucht Vrijsbeke in het noorden van de gemeente, is een belangrijke gemeenschapsvoorziening voor de oudere bevolking. Bij de uitbreiding van het rusthuis begin jaren '90 werden een aantal werken niet overeenkomstig de afgeleverde bouwvergunning uitgevoerd. Hierover liep een rechtzaak, maar deze is ondertussen verjaard. De tuin van het rusthuis bevindt zich in agrarisch gebied. De rest van het rusthuis is gelegen in woongebied met landelijk karakter.
Aansluitend bij het centrum van Sint-Xxxxx-Horebeke, achter het gemeentehuis, wordt via het BPA Rokegem de herlocalisatie van de voetbalvelden die zich momenteel te Stene bevinden voorzien. Naast twee wedstrijdvelden en een oefenveld is er in dit BPA ook ruimte voor een multifunctioneel speelterrein. Zo wil de gemeente tegemoetkomen aan de algemene schaarste aan jeugdvoorzieningen in Horebeke.
Tussen het gemeentehuis en het BPA Rokegem bevindt zich een gemeentelijke loods met daarbij aansluitend parkeergelegenheid. Deze loods bevindt zich voor het grootste deel in landelijk woongebied, maar zoals we op onderstaande figuur kunnen zien is een deel van het gebouw en de parking in agrarisch gebied gelegen. Omwille van de slechte bouwkundige staat van deze loods vroeg de gemeente in 2002 een vergunning aan voor het optrekken van een nieuwe loods, de aanleg van een oprit en de aanleg van parkeerplaatsen ten behoeve van het gemeentepersoneel.
Die vergunning werd afgeleverd door Stedenbouw Gent, maar omwille van de zonevreemdheid opnieuw ingetrokken door Stedenbouw Brussel. Hierdoor werden de reeds gestarte werken stilgelegd. Enkele weken later verkreeg de gemeente een nieuwe vergunning die quasi identiek was aan de eerst afgeleverde, met uitsluiting van een verharding in kasseien en grasdallen, achteraan het terrein (achter de loods). Niettegenstaande de loods intussen gerealiseerd is blijft het probleem van de gedeeltelijke zonevreemdheid bestaan en is de noodzakelijke ruimte maar deels aangelegd.
BPA Rokegem
Sportterreinen
Sportgebouwen
Sportter re ine n
Buffer
Multifunctio nele speelruimte
P arking
Buffer
Par king
Loods
Gemeente- huis
Kerk
Grens agrarisch gebied
De deelgemeente Sint-Xxxxxxxx-Horebeke beschikt over een kerk, een school en een pastorij.
De gemeente Horebeke beschikt dus over 2 scholen (één in iedere deelgemeente), meer bepaald 2 kleuterafdelingen en 2 basisschoolafdelingen. In het algemeen kan men zeggen dat iedereen in het basisonderwijs terecht kan in de eigen deelgemeente en dit overwegend ook doet. Voor middelbaar en hoger onderwijs doet de gemeente beroep op buurgemeenten.
Voor een bibliotheek, een cultureel centrum en sportvoorzieningen zijn de inwoners van Horebeke aangewezen op de buurgemeenten. Wel vinden we in Korsele het protestants historisch museum ‘Xxxxxxx Xxxx' terug. De bibliotheek van Zwalm is gelegen op xxxxxxxx 0 xx, die van Maarkedal op 7 km, die van Oudenaarde en die van Brakel allebei op ongeveer 8 km van Horebeke. Het dichtstbijzijnde cultureel centrum is dat van Oudenaarde, op ongeveer 7 km van Horebeke. Oudenaarde, Zottegem en Brakel beschikken over ruime sportvoorzieningen, ook Zwalm heeft zijn eigen sporthal.
Kaart 20: Bebouwde Ruimtestructuur
2. 4 Verkeersstructuur
(zie ook kaart 21)
2. 4. 1 Xxxxxxxxxxx
Xx X0 (xxx Xxxxxxxxxx-Xxxxxx) is de belangrijkste verkeersweg op het grondgebied van Horebeke. Deze weg doorsnijdt de gemeente van west naar oost en ligt op een centraal gelegen heuvelrug die de gemeente als het ware in twee delen verdeelt. Deze weg is van regionaal belang. Verder komen twee belangrijke aftakkingen van de N8 voor in Horebeke, namelijk enerzijds een weg langs Sint-Xxxxx-Horebeke naar Sint-Blasius-Boekel (N454) en anderzijds een weg naar Schorisse (Stene). Hier liggen de intensiteiten beduidend hoger dan op alle andere wegen die het grondgebied van Horebeke doorkruisen.
Tenslotte doorkruisen een reeks kleinere wegen Horebeke die voor de ontsluiting en de bereikbaarheid van de dorpen instaan.
Concreet kunnen volgende belangrijke verkeerswegen op het grondgebied van Horebeke onderscheiden worden:
Secundaire wegen:
• Xx X0 xxxxxx xx X00 (Xxxxxx) xx xx X00 (Xxxxxxxxxx) wordt als secundaire weg type II geselecteerd. Deze heeft een verzamelfunctie voor regionaal verkeer en het kleinstedelijk gebied.
Lokale weg:
De plaatselijke wegen bestaan uit de ontsluitingswegen en de woonstraten.
Ontsluitingswegen:
• N454: zorgt vooral voor de ontsluiting van Sint-Xxxxx-Horebeke (noord-zuid gericht),
• Stene: zorgt vooral voor de ontsluiting van het zuidelijk open ruimte gebied (noord-zuid gericht).
• Korsele – Sint-Xxxxx-Horebeke (Korsele – Rokegem),
• Korsele – Sint-Denijs-Boekel (Korsele – Smarre - Broekestraat),
• Sint-Xxxxx-Horebeke – Mater (Matersestraat),
• Sint-Xxxxxxxx-Horebeke – Zegelsem (Fronebroek – Haaghoek),
• Sint-Xxxxxxxx-Horebeke – N8 (Meersestraat – Bovenstraat),
• Sint-Xxxxxxxx-Horebeke – Sint-Denijs-Boekel (Meersestraat – Broekestraat).
Woonstraten:
Alle overige wegen.
2. 4. 2 Openbaar vervoer
Bus- en tramverbindingen:
Er zijn vier buslijnen en twee belbussen van De Lijn die de gemeente Horebeke doorkruisen. Deze zijn:
• Lijn 16: Oudenaarde – Parike – Geraardsbergen
• Lijn 17: Oudenaarde – Lierde – Geraardsbergen
• Lijn 41: Zottegem – Oudenaarde
• Lijn 42: Horebeke – Mater – Oudenaarde
• Lijn 20: Belbus Zwalm – Zottegem
• Lijn 45: Belbus Horebeke – Oudenaarde
Treinverbindingen:
Er zijn geen treinverbindingen die de gemeente doorkruisen. De inwoners van Horebeke kunnen wel terecht in de stations van Oudenaarde (ca. 9 km), Zottegem (ca. 10 km) en Sint-Denijs-Boekel (ca. 6 km).
2. 4. 3 Fiets- en wandelroutes
Op het grondgebied van Horebeke situeert zich een wandelroute (Xxxxxxx Xxxx, 7 km) welke voorbij het geboortehuis, thans ingericht als museum, van de Vlaamse volksschrijver Xxxxxxx Xxxx (1882-1939) gaat. Deze wandelroute is gesitueerd over de gemeentes Horebeke (uiterste noorden) en Zwalm.
De Geuzenhoek-wandelroute start in Sint-Xxxxx-Horebeke en loopt meteen richting Korsele, het hart van de Geuzenhoek. Die ontstond rond 1560 toen de protestanten uit Oudenaarde werden verjaagd en hun toevlucht zochten in de bossen van de Vlaamse Ardennen. Xxxxx rustige paadjes gaat het daarna naar Sint-Xxxxxxxx-Horebeke. Je stapt langs de Haaghoek, bekend van de finale van de Ronde van Vlaanderen. Via de Hoogkoutermolen wandel je terug naar het vertrekpunt. De route is 15 km lang, maar kan verkort worden tot 7 of 9 km.
Daarnaast kan men ook via enkele bovengemeentelijke fietsroutes (Watermolenroute en mountainbikeroute) enerzijds in Sint-Xxxxx-Horebeke en anderzijds in Sint-Xxxxxxxx-Horebeke het waardevolle patrimonium van de gemeente aansnijden.
Een opvallend element is verder de aanwezigheid van een doorsteek tussen de dorpen Sint-Xxxxx- Horebeke en Sint-Xxxxxxxx-Horebeke.
Samengevat bevinden zich volgende bovengemeentelijke fiets- en wandelroutes op het grondgebied van Horebeke:
- Xxxxxxx Xxxx: 7 km, wandelroute,
- Watermolenroute: fietsroute,
- Mountainbikeroute: fietsroute.
Kaart 21: Verkeersstructuur
2. 5 De verschillende deelruimtes van Horebeke
2
SINT-XXXX XXXX- HOREBEKE
SINT-XXXXX- HOREBEKE
3
1
4
2
5
Vanuit de analyse van de verschillende deelstructuren (open ruimtestructuur, recreatieve structuur, bebouwde ruimtestructuur en verkeersstructuur) kunnen een aantal deelruimtes aangeduid worden, welke een ruimtelijk samenhangend geheel vormen. Deze ruimtes worden bepaald door de interactie van de verschillende elementen uit de deelstructuren.
Horebeke wordt in twee delen opgesplitst door de N8 die gelegen is op een heuvelrug en ongeveer overeenstemt met de grens tussen het traditionele landschap van de Zwalmstreek in het noorden van de gemeente en de Vlaamse Ardennen in het zuiden van de gemeente. We zullen de N8 dan ook als een aparte deelruimte behandelen (1).
Een tweede belangrijke deelruimte zijn de valleien van de Perlinckbeek, Boekelbeek, Krombeek en Molenbeek met daarbij aansluitend het Burreken (2).
N8
Tussen de vallei van de Boekelbeek-Perlinckbeek die noordelijke grens vormt van Horebeke en de N8 bevindt zich een gebied dat gekenmerkt wordt door historisch gegroeide lintbebouwing op heuvelruggen die parallel lopen met de noordoost- zuidwest gerichte valleitjes. (3) Hier treffen we ook de belangrijkste woonconcentraties van de gemeente, zijnde Sint-Xxxxx-Horebeke, Sint- Xxxxxxxx-Horebeke en Korsele aan. Tussen de bebouwingslinten wordt op een intensieve manier aan land- en tuinbouw gedaan.
Het gebied dat zich tussen de N8 en de vallei van de Molenbeek-Krombeek bevindt (4) is sterk
heuvelig. De steilere hellingen zijn voornamelijk met bossen en weiden bedekt, terwijl de zachtere hellingen grotendeels onder akkers liggen. Dit gedifferentieerd landschap brengt met zich mee dat er in dit gebied minder grote aaneengesloten landbouwcomplexen voorkomen.
Als laatste deelgebied beschouwen we tenslotte Foreest (5). Geografisch gezien sluit dit stukje Horebeke eigenlijk beter aan bij Maarkedal, waar het zowel ten oosten, zuiden en ten westen door wordt begrensd. Foreest staat zowel bij wandelaars als fietsers bekend als een echte ‘kuitenbijter'. In dit steil gebied dat gelegen is in de ankerplaats van het Burreken komen verschillende waardevolle bossen voor.
2. 5. 1 Xx xxxxxxxxxxxxxx X0
Xx X0 (xxx Xxxxxxxxxx-Xxxxxx) is de belangrijkste verkeersweg op het grondgebied van Horebeke. Deze weg doorsnijdt de gemeente van west naar oost en ligt op een centraal gelegen heuvelrug die de gemeente als het ware in twee verdeelt. De N8 is van regionaal belang en werd geselecteerd als secundaire weg type II. Een knelpunt is het ontbreken van degelijke fiets- en voetpaden.
De enige zonevreemde horecazaken (café In Den Trap Op en restaurant De Rembrandt) die we in Horebeke aantreffen bevinden zich in agrarisch gebied langs de N8. Langs de N8 komen ook een aantal zonevreemde woningen30 en bedrijven voor. De belangrijkste woonconcentraties bevinden zich ter hoogte van de kruising met de Dorpsstraat (N454) en aan de Bosstraat-Kruisstraat. Op het gewestplan wordt dit gedeeltelijk bevestigd door de zonering woongebied met landelijk karakter. Aan de N8 grenzen een aantal landbouwgronden die de voorbijganger een blik op het achterliggende landschap gunnen. Een belangrijke open ruimte die zich langs weerszijden van de Heerweg bevindt loopt evenwijdig met Kempeland (ten noorden van de Heerweg) en de Wafelstraat (ten zuiden van de Heerweg).
Volgens de Inventaris Onroerend Erfgoed komen er langs de N8 ook een aantal historisch belangrijke gebouwen voor:
• Xxxxxxx 0: Gesloten hoeve rondom deels gekasseid en begraasd vierkant erf.
• Xxxxxxx 00: Gesloten hoeve rondom deels gekasseid en deels gebetonneerd vierkant erf; vermoedelijk uit midden XIX met latere aanpassingen.
• Xxxxxxx 00: Voormalig hoevetje met boerenhuis en stallen in L-vormige opstelling, in kern minstens uit XVIII, met latere aanpassingen.
• Xxxxxxx 00: Gesloten hoeve uit XVIII rondom gebetonneerd vierkant erf.
• Xxxxxxx 00: Gesloten hoeve, vlg. kadasterarchief van ca. 1874, rondom deels gekasseid vierkant erf beschaduwd door grote notelaar.
• Xxxxxxx 00: Grotendeels verbouwde herberg z.g. "In den trap op", reeds aldus vermeld midden XIX.
• Xxxxxxxxxxxxx 0: Reeds in de legger van 1786 z.g. "De Ruyterije". Afgelegen hoeve van het gesloten type, gelegen aan het einde van de onverharde straat, een doodlopende zijstraat ten noorden van de Heerweg.
• Wafelstraat 1: Gesloten hoeve, vermoedelijk uit XVIII.
Kaart 22: Xxxxxxxxxxxxxx X0
30 Omwille van de leesbaarheid werden hier enkel de zonevreemde wooncencentraties aangeduid. Voor een overzicht van alle zonevreemde woningen wordt verwezen naar kaart 30 – Zonevreemde woningen.
2. 5. 2 Valleien van de Perlinckbeek, Boekelbeek, Krombeek, Molenbeek en het Burreken Deze valleien zijn belangrijke dragers voor de natuurlijke structuur in Horebeke.
Samen met de Perlinckbeek vormt de Boekelbeek de gemeentegrens tussen Horebeke en Zwalm. In deze vallei in het noorden van Horebeke treffen we langsheen Smarre enkele belangrijke woonconcentraties aan. Ook langs de Broekestraat die Sint-Xxxxx-Horebeke verbindt met Sint-Blasius-Boekel komt aanzienlijk wat lintbebouwing voor. Naast een aantal zonevreemde woningen en een slagerij in de Broekestraat treffen we in de vallei van de Boekelbeek-Perlinckbeek-Krombeek geen andere zonevreemde functies aan. De Moldergemmolen net over de grens met Zwalm is een beschermd monument. Verder komen in deze vallei geen andere markante gebouwen of hoeves voor. Eigenlijk is dit logisch, aangezien de landbouwers vroeger enkel de hoger gelegen gronden uitkozen voor het vestigen van hun hoeves, de lagergelegen gronden langs de beken werden benut als graasweides.
De Perlinckbeek wordt in het PRS geselecteerd als structuurbepalend hydrografisch element. Ze valt op in het landschap door de beekbegeleidende bomenrij. De oostelijke dalwand, die het steilst is, vertoont verglijdingen en ligt onder grasland, met perceelsrandbegroeiing en enkele bospercelen. Op verschillende plaatsen komen, aan de westelijke, zachthellende dalwand, de akkers tot aan de beek. In de Perlinckbeek is de potentie naar natuurontwikkeling toe zeer hoog, niettegenstaande de meeste graslanden in deze vallei sterk bemest en bijgevolg soortenarm zijn. In dit gebied komen lijnvormige kleine landschapselementen voor onder de vorm van bomenrijen, voornamelijk bestaande uit opgaande bomen (in hoofdzaak populieren) en in mindere mate uit knotbomen (in hoofdzaak wilgen).
Kleine landschapselementen (knotbomen) duiden het verloop van de noordoost-zuidwest gerichte Krombeek aan.
Langsheen de Boekelbeek, Perlinckbeek en Krombeek treffen we verschillende soortenrijke permanente cultuurgraslanden met relicten van halfnatuurlijke graslanden aan.
In het zuiden van de gemeente vormt de vallei van de Molenbeek-Krombeek de grens tussen Horebeke en Maarkedal. Deze vallei heeft een grote landschappelijke en natuurlijke waarde die in de toekomst gevrijwaard en ondersteund moet worden. In deze vallei komen een aantal biologisch zeer waardevolle gebieden voor. Zo treffen we op de noorderflank van de vallei beukenbossen met hyacint, eiken- haagbeukenbossen met soms populier en een alluviaal essen-olmenbos aan. Op de zuidelijke flank komen enkele kleine vochtige, licht bemeste graslanden, beukenbossen met hyacint, één elzen-essenbos van bronnen en bronbeken en enkele eiken-haagbeukenbossen met wilde hyacint voor. Enkele van deze bossen werden op het gewestplan gezoneerd als bosgebied.
In de vallei van de Molenbeek komen enkele alleenstaande zonevreemde woningen31 voor, maar verder geen andere zonevreemde activiteiten. Binnen dit gebied is het enige historisch waardevolle gebouw volgens de Inventaris Bouwkundig Erfgoed een afgelegen grote gesloten hoeve in de Wafelstraat 5.
Het Burreken wordt door de kleine Krombeek, die door een vijftal bronhoofden gevoed wordt, doorsneden. Deze bronnen bevinden zich in een grote kom waaraan de naam ‘Burreken' ontleend is. Van op de hogere gebieden, onder akkerland, heeft men een weids uitzicht, terwijl in de depressies het landschap erg gesloten is door perceelsrandbegroeiing rond vochtige weiden en (bron)bossen. Dit gebied werd reeds in detail besproken in 2.1.3. Natuurlijke structuur.
31 Omwille van de leesbaarheid werden hier enkel de zonevreemde wooncencentraties aangeduid. Voor een overzicht van alle zonevreemde woningen wordt verwezen naar kaart 30 – Zonevreemde woningen.
Kaart 23: Vallei van de Perlinckbeek en Boekelbeek
Kaart 24: Vallei van de Molenbeek, Krombeek en het Burreken
2. 5. 3 Landbouwgebied met verschillende straatdorpen
Dit gebied wordt gekenmerkt door het voorkomen van een aantal gave, open koutergebieden, maar eveneens de aanwezigheid van een aantal meer versnipperde landbouwgronden. Langs de Dorpsstraat, Broekestraat, Bovenstraat en Meersestraat bevindt zich historisch gegroeide lintbebouwing op heuvelruggen die parallel lopen met de noordoost-zuidwest gerichte valleitjes. In de Inventaris Bouwkundig Erfgoed32 zien we dat de Dorpsstraat eigenlijk een aaneenschakeling is van historisch waardevolle gebouwen:
• Nr. 2: Café, winkel en sedert 1882 smidse van de familie Van Schorisse, nog als zodanig in gebruik.
• Nr. 3: Zuivelfabriek
• Nr. 12: Parochiezaal, nu z.g. "De Kroon", en vroegere toneelzaal.
• Nr. 14: Nu "Vrije Basisschool Horebeke" en "Rustoord St.-Jozef". Stichting van het Klooster van St.-Jozef in 1887 door de pastoor en de Zusters van VII Weeën van Sint-Xxxxx-Oudenhove, oprichting van rustoord in 1888.
• Nr. 17: Herenhuis. Tevens beschermd als monument.
• Nr. 19: "Dekenij", Pastorie. Tevens beschermd als monument.
• Nr. 25: Woning, vml. hoeve. Tevens beschermd als monument.
• Nr. 29-31: Twee woningen, vml. gesloten hoeve. Tevens beschermd als monument.
• Nr. 30: Nu z.g. "Hotel Elim", voorheen z.g. "Villa Wel Tevreden". Neoclassicistisch herenhuis gebouwd door toenmalige notaris-burgemeester J.-X. Xx Xxxx ca. 1883. Tevens beschermd als monument.
• Nr. 32: Gerenoveerd dorpshuis, voorheen café "'t Hofken" (tot 1983). Tevens beschermd als monument.
• Nr. 35: Voormalig winkelhuis.
• Nr. 38: Gesloten hoeve. Tevens beschermd als monument.
• Nr. 39: Herenhuis. Tevens beschermd als monument.
• Nr. 40: Voormalige hoeve, nu gerenoveerde dorpswoning.
• Nr. 41: Voorheen winkel en herberg z.g. "In den Casino"
• Nr. 44: Landhuis, voorheen z.g. "De Notelaar". Tevens beschermd als monument.
• Nr. 46: Herenhuis, voorheen z.g. "Villa Ten Broeck", gebouwd in 1900-1902 door vrederechter X. Xxxxxxxxxxxx.
• Nr. 48: Woning
• Nr. 53: Herenhuis
• Nr. 55: Voormalige gemeentelijke lagere jongensschool met aansluitend schoolhuis. Tevens beschermd als monument.
• Nr. 57: Z.g. "Domein Roggeman", voorheen "Villa Roman".
• Nr. 65. Recent gerenoveerd villaatje
• Nr. 67: Herenhuis. Tevens beschermd als monument.
• Nr. 70: Voormalige hoeve van het gesloten type, gerenoveerd boerenhuis achterin begraasd erf, van de straat afgesloten door voormalige schuur en poortgebouw.
• Nr. 76-78-80: Typische rijkswachtkazerne van 1912, bestaande uit drie gerenoveerde rijkswachterwoningen.
32 Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed
• Nr. 88: Herenhuis
• Nr. 95: Voormalige "Samenwerkende Melkerij De Maagd", cf. opschrift op twee arduinen gevelstenen, coöperatieve zuivelfabriek opgericht in 1896. In 1951 overgebracht naar de nieuwe melkerij, Dorpsstraat nr. 3.
Daarnaast komen in dit gebied tussen de N8 en de vallei van de Boekelbeek – Perlinckbeek nog een reeks historisch waardevolle gebouwen voor:
• Parochiekerk O.-L.-Vrouw-Hemelvaart op het kerkplein van Sint-Xxxxx-Horebeke. Tevens beschermd als monument.
• Xxxxxxxxx 0: Gemeentehuis en Vredegerecht. Tevens beschermd als monument.
• Xxxxxxxxx 0-0: Twee woningen
• Xxxxxxxxx 0: Oorspronkelijk "Vredegerecht" van het kanton Sint-Xxxxx-Horebeke, tot de bouw van het nieuwe vredegerecht-gemeentehuis (nr. 3) in 1895.
• Xxxxxxxxx 00: Café-restaurant z.g. "'t Horenbecca". Tevens beschermd als monument.
• Xxxxxx Xxxxxxxxxxx 0: Gemeenschapslokaal, z.g. "De Oude Kerk"
• Xxxxxx Xxxxxxxxxxx 0: Voormalige hoeve en deels z.g. "Oude Tempel" en vergaderplaats van de protestanten tot de bouw van de z.g. "Oude kerk" ernaast in 1795, vermoedelijk gebouwd in 1788-89.
• Korsele 4: Vakantiewoning "Den Haegepreeck", voorheen hoeve
• Korsele 19: Huis
• Korsele 27: Huis en winkeltje z.g. "Gastvrije Aarde"
• Korsele 28: Semi-gesloten hoeve
• Korsele 34: Villaatje
• Korsele 36: Voormalige hoeve met losse bestanddelen
• Korsele 39: Protestantse Evangelische kerk
• Korsele 40: Pastorie van de protestantse gemeenschap
• Korsele 45: Villa
• Korsele 47: Dorpswoning
• Korsele 51: Dorpswoning
• Xxxxxxxxxx 0: Gerenoveerd boerenhuis
• Xxxxxxxxxx 00: Gebouw, vml. boerenhuis
• Xxxxxxxxxxxx 00: Gesloten hoeve
• Vrijsbeke 7: Gebouw, vml. gesloten hoeve
• Vrijsbeke 8: Hoevetje met woonhuis
• Xxxxxxxxxxx 0-0: Woonhuis nu gesplitst in twee woningen
• Xxxxxxxxxxx 0: Hoevegebouwen
• Xxxxxxxxxxx 00: Voormalige gemeenteschool, opgericht ca. 1862 en als dusdanig in gebruik tot de bouw van een nieuwe school op de hoek met Sint-Kornelisplein in 1906. Nu aangepast tot schrijnwerkerij.
• Buikberg 1: Z.g. "Buikberghoeve"
• Buikberg 2: Semi-gesloten hoevecomplex
• Buikberg 6: Vml. Boerenarbeidershuisje
• Buikberg 8: Vml. hoeve met losse bestanddelen
• Buikberg 12: Villa
• Xxxxxxxx 00: Semi-gesloten hoeve
• Haaghoek 2: Vml. hoeve
• Haaghoek 4: Gesloten vierkante hoeve
• Haaghoek 6: Gesloten hoeve, nu z.g. "Stokerij Hoeve"
• Xxxxxxxxxx 0: Landelijke woning in de stijl van een typisch Vlaams boerenhuis, gebouwd ca. 1926 door de molenaarsfamilie naast het oude molenaarshuis.
• Xxxxxxxxxx 0: Z.g. "Hoogkoutermolen", ook z.g. "Reus van Horebeke". Tevens beschermd als monument.
• Xxxxxxxxxx 0: Vml. molenaarswoning
• Kempeland 10: Vml. hoeve
• Koekoekstraat 3: Vml. hoeve met losse bestanddelen
• Xxxxxxxxxxxxx 00: Vml. hoeve
• Xxxxxxxxxxxxx 00: Kleine dorpswoning
• Xxxxxxxxxxxxx 00-00: Xxxxxxxxxx huisjes
• Xxxxxxxxxxxxxx 0: Vml. boerenhuis + kapel
• Xxxxxxxxxxxxxx 0: Voormalige pastorie. Tevens beschermd als monument.
• Xxxxxxxxxxxxxx 00: Hoeve met woonhuis
• Sint-Kornelisplein: Parochiekerk St.-Xxxxxxxx Tevens beschermd als monument.
• Xxxx-Xxxxxxxxxxxxx 0: Klooster van Minderbroeders, z.g. "De Vluchtheuvel", en Vrije Basisschool
• Sint-Kornelisplein 4: Vml. gemeentehuis en café tot 1968
• Sint-Kornelisplein 6: Woonhuis
• Xxxx-Xxxxxxxxxxxxx 00: Hoekhuis
• Xxxx-Xxxxxxxxxxxxx 00: Complex gebouwen
• Xxxx-Xxxxxxxxxxxxx 00: Woonhuis
• Xxxxxxx Xxxxxxxxxx 0: Z.g. "Protestants Historisch Museum Xxxxxxx Xxxx"
• Xxxxxxx Xxxxxxxxxx 0: Gerenoveerd boerenhuis van vml. hoevetje
• Xxxxxxxxxxxx 00: Huis en bijgebouwen, vml hoeve en café
• Xxxxxxxxxxxx 000: Vml. hoeve
Omdat de straatdorpen Sint-Xxxxx-Horebeke, Sint-Xxxxxxxx-Horebeke en Korsele van groot belang zijn voor de gemeente bespreken we ze hieronder meer in detail.
Sint-Xxxxx-Horebeke (zie ook kaart 26)
Sint-Xxxxx-Horebeke is de best uitgeruste deelgemeente van Horebeke. In Sint-Xxxxx-Horebeke is langs de Broekestraat de enige KMO-zone van Horebeke gevestigd. Momenteel wordt deze KMO- zone ingenomen door een 2-tal bedrijven, zijnde de BVBA Vanderhaegen en BVBA Bouwwerken J. De Naeyer en Zoon.
Het dorpsbeeld van Sint-Xxxxx-Horebeke wordt bepaald door een lintbebouwing aan weerszijden van de Dorpsstraat en het ontbreken van een eigenlijk dorpsplein. De meeste culturele activiteiten worden dan ook gehouden op het Sint-Kornelisplein te Sint-Xxxxxxxx-Horebeke.
Rond de kerk treffen we een bakkerij, een taverne, een kledingwinkel en enkele artsenpraktijken aan. In de onmiddellijke nabijheid van dit centrum vinden we een bankkantoor, De Post, een voedingswinkel, een apotheek, een kapsalon, een garage, een hondenclub, een hotel-restaurant en een kleuter- en basisschool. Achter de basisschool werden serviceflats voor bejaarden opgetrokken teneinde in te spelen op de nood naar alternatieve wooneenheden voor de oudere bevolking.