Algemene Voorwaarden
Algemene Voorwaarden
voor Aanbieders van Hersteldiensten (T&C RSP)
20/12/2019
overeenkomstig artikel 4(2)b, 4(3) en 4(4) van Verordening (EU) 2017/2196 van de Commissie van 24 november 2017 tot vaststelling van een netcode voor de noodtoestand en het herstel van het elektriciteitsnet
INHOUD
INHOUD 1
Overwegende hetgeen volgt: 2
Artikel 1 Voorwerp en toepassingsgebied 5
Artikel 2 Implementatiedatum 5
Artikel 3 Taal 5
Artikel 4 Algemene bepalingen 5
BIJLAGE: CONTRACT VOOR HERSTELDIENSTEN 7
DE BELGISCHE TRANSMISSIESYSTEEMBEHEERDER XXXX,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Verordening (EU) 2017/2196 van de Commissie van 24 november 2017 tot vaststelling van een netcode voor de noodtoestand en het herstel van het elektriciteitsnet (hierna 'Netwerkcode E&R'), is op 18 december 2017 in werking getreden.
(2) ELIA System Operator nv (hierna 'ELIA') is verantwoordelijk voor de exploitatie van het Belgische transmissienet waarover zij een eigendoms- of minstens een gebruiksrecht heeft. XXXX werd aangesteld als Transmissiesysteembeheerder ('TSB') overeenkomstig de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt (hierna 'Elektriciteitswet') en waakt over de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het Belgische transmissienet.
(3) Dit document is een voorstel van XXXX betreffende de algemene voorwaarden die gelden voor aanbieders van hersteldiensten of 'RSP's' (hierna de 'T&C RSP') en neemt de vereisten in acht die zijn vastgesteld in artikel 1 van de Netwerkcode E&R:
(a) het beheer van de nood-, black-out- en herstelsituaties door de TSB's;
(b) de coördinatie van het systeembeheer in de gehele Unie in nood-, black-out- en herstelsituaties;
(c) de simulaties en tests ter waarborging van het betrouwbare, efficiënte en snelle herstel van geïnterconnecteerde transmissiesystemen in nood- of black-outtoestand naar normale toestand;
(d) de instrumenten en inrichtingen ter waarborging van het betrouwbare, efficiënte en snelle herstel van geïnterconnecteerde transmissiesystemen in nood- of black-outtoestand naar normale toestand.
(4) Overeenkomstig artikel 4(1) van de Netwerkcode E&R zorgen de lidstaten, regelgevende instanties, bevoegde entiteiten en systeembeheerders ervoor dat zij bij de toepassing van die Netwerkcode E&R:
(a) de beginselen van evenredigheid en niet-discriminatie toepassen;
(b) de transparantie waarborgen;
(c) het beginsel toepassen van optimalisering tussen de hoogste totale efficiëntie en laagste totale kosten voor alle betrokken partijen;
(d) erop toezien dat de TSB's bij het waarborgen van de veiligheid en stabiliteit van het netwerk zo veel mogelijk gebruikmaken van marktwerking;
(e) de technische en juridische beperkingen, alsook deze met betrekking tot persoonlijke veiligheid en beveiliging, naleven;
(f) de aan de relevante TSB toegewezen verantwoordelijkheid respecteren om de systeemveiligheid te waarborgen, ook zoals vereist bij de nationale wetgeving;
(g) de relevante DSB's raadplegen en rekening houden met de potentiële effecten op hun systemen; en
(h) rekening houden met de overeengekomen Europese normen en technische specificaties.
(5) Overeenkomstig artikel 4(2)b van de Netwerkcode E&R stelt de TSB de T&C RSP op en legt hij deze ter goedkeuring voor aan de relevante regelgevende instantie conform artikel 37 van Richtlijn 2009/72/EG.
(6) Overeenkomstig de Elektriciteitswet is de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (hierna de 'CREG') de relevante regelgevende instantie die uit hoofde van artikel 4(2) van de Netwerkcode E&R belast is met de goedkeuring van de T&C RSP.
(7) Overeenkomstig artikel 4(3) van de Netwerkcode E&R neemt de regelgevende instantie een besluit over het voorstel van T&C RSP binnen zes maanden na de datum waarop de TSB het voorstel heeft ingediend.
(8) Overeenkomstig artikel 7 van de Netwerkcode E&R organiseert de relevante TSB gedurende ten minste één maand een openbare raadpleging over de T&C RSP.
(9) Overeenkomstig artikel 4(4) van de Netwerkcode E&R heeft XXXX uiterlijk op 18 december 2018 een voorstel voor de T&C RSP opgesteld en ter goedkeuring ingediend. Aangezien dit eerste voorstel niet werd goedgekeurd door de regelgevende instantie, houdt onderhavig document een nieuw aangepast voorstel in.
(10) Overeenkomstig artikel 4(4) van de Netwerkcode E&R worden de T&C RSP in het nationale rechtskader of op contractuele basis vastgesteld. Indien ze op contractuele basis worden vastgesteld, zoals vereist door de nationale wet, moeten ze ten minste het volgende bepalen:
(a) de kenmerken van de aan te bieden dienst;
(b) de mogelijkheid tot en voorwaarden voor aggregatie; en
(c) wat aanbieders van hersteldiensten betreft, de beoogde geografische spreiding van energiebronnen met black-start- en eilandbedrijfsgeschiktheid.
(11) Momenteel is de (enige) hersteldienst op contractuele basis waarin op federaal niveau is voorzien de black-startdienst zoals gedefinieerd in artikel 2, 70°, van de Elektriciteitswet en artikel 2, §1, 54° van het Koninklijk Besluit van 22 april 2019 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe (hierna het 'Federaal Technisch Reglement').
(12) Overeenkomstig artikel 223 van het Federaal Technisch Reglement zijn de hersteldiensten, waaronder de black-startdienst, ondersteunende diensten. Op deze hersteldiensten zijn artikel 235 tot en met 237 van het Federaal Technisch Reglement van toepassing.
(13) Overeenkomstig artikel 4(1) van het Federaal Technisch Reglement, is de CREG bevoegd om de ontwerpen van typeovereenkomsten goed te keuren, met inbegrip van de overeenkomsten voor het aanbieden van ondersteunende diensten andere dan de balanceringsdiensten.
(14) Overeenkomstig artikel 12 quinquies, §1, al. 2 van de Elektriciteitswet sluit de TSB contracten voor deze ondersteunende diensten volgens transparante, niet-discriminerende en marktgebaseerde procedures.
(15) Overeenkomstig artikel 54 van de Netwerkcode E&R moeten alle relevante clausules in contracten en algemene voorwaarden van een TSB die verband houden met systeembeheer voldoen aan de
vereisten van die Netwerkcode E&R. Daartoe worden deze contracten en algemene voorwaarden dienovereenkomstig gewijzigd.
(16) XXXX zal deze T&C RSP op haar website publiceren in de volgende referentietalen: Nederlands en Frans.
DIENT DE VOLGENDE T&C RSP IN BIJ DE CREG:
Artikel 1
Voorwerp en toepassingsgebied
(1) De T&C RSP zijn de voorgestelde algemene voorwaarden die gelden voor aanbieders van hersteldiensten of RSP overeenkomstig artikel 4(2)b van de Netwerkcode E&R.
(2) Overeenkomstig artikel 4(4) van de Netwerkcode E&R worden de algemene voorwaarden om op te treden als aanbieder van hersteldiensten op contractuele basis vastgesteld in het aanhangsel bij dit voorstel, met inbegrip van de definities, de algemene voorwaarden, en de bijzondere voorwaarden voor de Black-Startdienst.
(3) Overeenkomstig artikel 4(2) van de Netwerkcode E&R moet dit voorstel ter goedkeuring aan de CREG worden voorgelegd.
(4) Overeenkomstig artikel 4(7) van de Netwerkcode E&R kan XXXX vragen deze T&C RSP te wijzigen.
Artikel 2 Implementatiedatum
(1) Deze T&C RSP treden één maand na de goedkeuring door de CREG in werking en ten vroegste op 1 januari 2021.
Artikel 3 Taal
(1) De referentietalen voor de T&C RSP zijn het Nederlands en het Frans. De T&C RSP zullen met het oog op informatie en raadpleging in het Engels ter beschikking worden gesteld aan de betrokken marktpartijen.
Artikel 4 Algemene bepalingen
(1) Tenzij de context anders vereist, is het in deze T&C RSP zo dat:
(a) het enkelvoud ook naar het meervoud verwijst en vice versa;
(b) verwijzingen naar één geslacht ook naar alle andere geslachten verwijzen;
(c) de inhoudsopgave, titels en koppen in deze T&C RSP er alleen zijn voor het leesgemak en geen invloed hebben op de interpretatie;
(d) de uitdrukking 'met inbegrip van' en alle variaties daarvan zonder beperkingen moeten worden geïnterpreteerd;
(e) alle verwijzingen naar wetten, verordeningen, richtlijnen, ordonnanties, instrumenten, netcodes of andere rechtshandelingen ook alle wijzigingen, uitbreidingen of herziene bepalingen bevatten die op dat ogenblik van kracht zijn.
BIJLAGE: CONTRACT VOOR HERSTELDIENSTEN
Bijlage: Contract voor Hersteldiensten (hierna het 'Contract')
Contractreferentie «Contract_Reference»
tussen
[Vennootschap], een vennootschap naar [Land] recht, met maatschappelijke zetel te [Adres], geregistreerd onder nummer [Nummer] en geldig vertegenwoordigd door [Naam1] en [Naam2], in hun hoedanigheid van [Rol1] en [Rol2];
hierna de 'Dienstenaanbieder', de 'Aanbieder van Hersteldiensten' of de 'RSP' genoemd;
en
ELIA SYSTEM OPERATOR nv, een vennootschap naar Belgisch recht met maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxxxx 00, X-0000 Xxxxxxx, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer 476.388.378 en vertegenwoordigd door [Naam1] en [Naam2], in hun hoedanigheid van [Rol1] en [Rol2];
hierna 'ELIA' genoemd.
XXXX en de Dienstenaanbieder worden afzonderlijk 'een Partij' en gezamenlijk 'de Partijen' genoemd.
Overwegende hetgeen volgt:
- ELIA is verantwoordelijk voor de exploitatie van het Belgische transmissienet waarvoor zij een eigendoms- of minstens een gebruiksrecht heeft (hierna het 'Elia-Net' genoemd).
- ELIA werd aangesteld als Transmissiesysteembeheerder (hierna 'TSB') overeenkomstig de Belgische wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt (hierna 'Elektriciteitswet') en waakt over de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het Elia- Net.
- ELIA moet in dit kader de terbeschikkingstelling verzekeren van de vereiste hersteldiensten (de 'Hersteldiensten' of de 'Diensten'), overeenkomstig de relevante bepalingen van de Europese verordeningen, zoals Verordening (EU) 2017/2196 van de Commissie van 24 november 2017 tot vaststelling van een netcode voor de noodtoestand en het herstel van het elektriciteitsnet (hierna 'E&R NC') en de Belgische wet.
- De RSP heeft zich bereid verklaard om een Aanbieder van Hersteldiensten ('RSP') te worden volgens de algemene voorwaarden van dit Contract voor Hersteldiensten.
- De Partijen begrijpen dat dit Contract geen contract is dat toegang verleent tot het Elia-Net.
- Dit Contract stelt de wederzijdse rechten en plichten van XXXX en de Dienstenaanbieder vast in verband met de levering van de Diensten.
- Dit Contract valt onder de Algemene Voorwaarden voor Hersteldiensten.
Werd het volgende overeengekomen:
Inhoud
Deel I - Algemene Voorwaarden 6
Art. I.1 Definities 6
Art. I.2 Omvang van de Diensten en opbouw van het Contract 8
Art. I.3 Bijkomende interpretatieregels 8
Art. I.4 Inwerkingtreding en duur van dit Contract 9
Art. I.5 Facturatie en betaling 9
Art. I.6 Aansprakelijkheid 10
Art. I.7 Nood en overmacht 11
Art. I.8 Vertrouwelijkheid 13
Art. I.9 Informatieplicht 15
Art. I.10 Herziening 15
Art. I.11 Voortijdige beëindiging in geval van ernstige fout 16
Art. I.12 Andere bepalingen 16
Art. I.13 Toepasselijk recht – geschillenbeslechting 17
Deel II - Bijzondere voorwaarden voor de Black-Startdienst 18
Art. II.1 Definities 19
Art. II.2 Aankoop van de Black-Startdienst 23
Art. II.3 Voorwaarden voor deelname aan de Black-Startdienst 23
Art. II.4 Levering van de Black-Startdienst 26
Art. II.5 Uitwisseling van gegevens betreffende de uitvoering van het Contract voor de Black- Startdienst 28
Art. II.6 Conformiteitstest van de Black-Start Herstelinstallaties 29
Art. II.7 Vergoeding 29
Art. II.8 Penaliteiten wegens niet-uitvoering van het Contract voor de Black-Startdienst 30
Art. II.9 Indexering van de vergoeding voor de Black-Startdienst 31
Art. II.10 Facturering en betaling van de Black-Startdienst 32
Art. II.11 Looptijd van het Contract 33
Bijlage 1. Black-Start PGM's 36
Bijlage 2. Contactpersonen 37
Bijlage 3. Imputatiestructuur 39
Bijlage 4. Technische kenmerken van de Black-Start-PGM's 40
Bijlage 5. Geografische spreiding van Black-Start Herstelinstallaties voor de Black-Startdienst 41
Bijlage 6. Briefsjabloon voor de aanduiding van een RSP door de Netgebruiker 42
Bijlage 7. Testplan 44
DEEL I - ALGEMENE VOORWAARDEN
ART. I.1 DEFINITIES
Behoudens een verdere specificatie met het oog op toepassing voor doeleinden van het Contract, zonder daarbij evenwel de bepalingen van openbare orde te miskennen, worden de begrippen gedefinieerd in de Elektriciteitswet, de elektriciteitsdecreten en/of -ordonnanties in verband met de organisatie van de elektriciteitsmarkt en/of de diverse toepasselijke Technische Reglementen en netwerkcodes en richtsnoeren van de EU, zoals van tijd tot tijd gewijzigd, ook voor doeleinden van het Contract begrepen in de zin van deze wettelijke of reglementaire definities.
Daarnaast zijn de volgende definities van toepassing voor doeleinden van het Contract:
Bijlage | Elke bijlage bij dit Contract. |
Artikel of Art. | Elk artikel van dit Contract. |
CACM | De Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer. |
Contract | Dit contract, met inbegrip van zijn Bijlagen. |
CREG | De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, zijnde de Belgische federale regulator. |
Directe Schade | Elke schade, met uitsluiting van Indirecte Schade, die het rechtstreekse en onmiddellijk gevolg is van een contractuele inbreuk en/of een fout in het kader van of naar aanleiding van de uitvoering van het Contract, op welke grond dan ook (contractueel of buitencontractueel). Hiermee wordt bedoeld, een fout die een ervaren, professionele Dienstverlener of TNB die de regels volgt en alle redelijke voorzorgen treft, in soortgelijke omstandigheden in geen geval zou maken. |
EBGL | De Verordening (EU) 2017/2195 van de Commissie van 23 november 2017 tot vaststelling van richtsnoeren voor elektriciteitsbalancering. |
Elektriciteitswet | De Belgische wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, B.S. 11.05.1999, zoals van tijd tot tijd gewijzigd. |
E&R NC | De Verordening (EU) 2017/2196 van de Commissie van 24 november 2017 tot vaststelling van een netcode voor de noodtoestand en het herstel van het elektriciteitsnet. |
Algemene Voorwaarden | Deel I van dit Contract. De Algemene Voorwaarden zijn identiek in de volgende contracten voor ondersteunende diensten die ELIA afsluit: de contracten voor balanceringsdiensten (BSP – “Balance Service Provider” / aanbieder van balanceringsdiensten voor FCR – “Frequency Containment Reserve” / frequentiebegrenzingsreserves, aFFR – “automatic Frequency Restoration Reserve” / automatische frequentieherstelreserves en mFRR – “manual Frequency Restoration Reserve” / manuele frequentieherstelreserves), de contracten voor hersteldiensten (RSP – “Restoration Service Provider” /aanbieder van hersteldiensten), de contracten voor de regeling van spanning en blindvermogen (VSP – “Voltage Service Provider” / aanbieder van spanningsdiensten) en de contracten voor diensten gerelateerd aan congestiebeheer (SA – “Scheduling Agent” / programmeringsagent en OPA – “Outage Planning Agent” / agent voor de snijdingsplanning). |
Technische Reglementen | Het Federaal Technisch Reglement voor transmissie (goedgekeurd in de vorm van een koninklijk besluit op basis van artikel 11 van de Elektriciteitswet – momenteel het Koninklijk besluit van 22 april 2019 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe, B.S. 29.04.2019, zoals van tijd tot tijd gewijzigd, en de technische reglementen voor de lokale en regionale transmissie, zoals van tijd tot tijd gewijzigd. |
Indirecte Schade | Elke onrechstreekse schade of gevolgschade, elk verlies of nadeel, zoals maar niet beperkt tot, verlies van inkomen, gederfde winsten, verlies van gegevens, verlies van zakelijke opportuniteiten, verlies van (toekomstige) cliënten, gemiste besparingen, enz. |
Wet van 2 augustus 2002 | De wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, B.S. 7.08.2002, zoals van tijd tot tijd gewijzigd. |
Dienst(en) | De dienst(en) en taken zoals beschreven in de Specifieke Voorwaarden van dit Contract en geleverd door de Dienstverlener. |
Dienstverlener | De Dienstverlener zoals geïdentificeerd op de eerste pagina van dit Contract. |
SOGL | De Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie van 2 augustus 2017 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende het beheer van elektriciteitstransmissiesystemen. |
Specifieke Voorwaarden | Deel II van dit Contract, aangevuld met eventuele bijlagen. |
Modaliteiten en voorwaarden (“Terms and Conditions”) | De voorwaarden zoals vereist door en ontwikkeld volgens de toepasselijke Europese regelgeving. Dit Contract vormt een bijlage bij de voorwaarden (“Terms and Conditions”) zoals bepaald in de sectie “Overwegende dat” van dit Contract. |
Werkdag | alle kalenderdagen behalve zaterdag, zondag en Belgische officiële feestdagen |
ART. I.2 OMVANG VAN DE DIENSTEN EN OPBOUW VAN HET CONTRACT
I.2.1 Omvang van de diensten
Met de ondertekening van dit Contract verbindt de Dienstverlener zich tot de levering van de Dienst(en) volgens de Algemene en Specifieke Voorwaarden zoals uiteengezet in dit Contract.
Dit Contract tussen de Partijen bepaalt hun wederzijdse rechten en plichten in verband met de aankoop door Xxxx bij de Dienstverlener en de eventuele levering van de Dienst(en) door de Dienstverlener aan Xxxx, aangevuld met eventuele bijlagen.
I.2.2 Opbouw van het Contract
Dit Contract bestaat uit een eerste deel dat de Algemene Voorwaarden bevat en een tweede deel dat de Specifieke Voorwaarden voor de Diensten bevat, aangevuld met eventuele bijlagen.
De Partijen zullen ervoor zorgen dat de correcte uitvoering van dit Contract altijd gebaseerd is op het bestaan en de correcte uitvoering van de eventuele vereiste contractuele afspraken met betrokken derden.
ART. I.3 BIJKOMENDE INTERPRETATIEREGELS
Met de ondertekening van dit Contract ziet de Dienstverlener uitdrukkelijk af van de toepassing van zijn eigen algemene, bijzondere en andere voorwaarden, ongeacht het tijdstip waarop of de vorm waarin ze werden uitgegeven.
De uitwerking in dit Contract van een specifieke verplichting of beschikking opgenomen in de toepasselijke wetgeving, zal op geen enkele wijze geacht worden af te wijken van de verplichtingen of beschikkingen die volgens de toepasselijke wetgeving van toepassing zijn op de betreffende situatie.
- In dit Contract en zijn bijlagen geldt het volgende, tenzij de context anders bepaalt:
- Het enkelvoud geeft het meervoud aan en omgekeerd;
- Verwijzingen naar een geslacht omvatten alle andere geslachten;
- De inhoudsopgave, de titels en de koppen in dit Contract worden slechts voor het gemak vermeld en hebben geen invloed op de interpretatie;
- De uitdrukking 'met inbegrip van' en haar variaties moeten zonder beperking worden begrepen;
- Elke verwijzing naar wetgeving, reglementen, richtlijnen, besluiten, instrumenten, codes of andere beschikkingen omvat al hun op dat ogenblik geldige wijzigingen, uitbreidingen of vernieuwingen.
ART. I.4 INWERKINGTREDING EN DUUR VAN DIT CONTRACT
I.4.1 Inwerkingtreding van dit Contract
Dit Contract zal in werking treden zodra het geldig ondertekend is door alle Partijen. , voor zover de Modaliteiten en voorwaarden (“Terms and Conditions”) waarop dit Contract betrekking heeft reeds in werking zijn getreden. Zo niet, treedt dit Contract in werking, eens geldig ondertekend door alle Partijen, op de datum van inwerkingtreding van deze Modaliteiten en voorwaarden.
Zodra dit Contract in werking is getreden tussen de Partijen, zullen de Partijen gebonden zijn door de Algemene Voorwaarden zoals uiteengezet in Deel I en de Specifieke Voorwaarden zoals uiteengezet in Deel II van dit Contract, aangevuld met eventuele bijlagen. . Dit doet geen afbreuk aan het feit dat Deel II een latere startdatum mag voorzien voor bepaalde Diensten.
Zodra dit Contract in werking is getreden tussen de Partijen, vervangt het alle vorige overeenkomsten en documenten die tussen de Partijen zijn uitgewisseld met betrekking tot hetzelfde voorwerp.
I.4.2 Duur van het Contract
Onverminderd Art.I.11 en onverminderd de toepasselijke wetgeving en reglementering, wordt de duur van dit Contract vermeld in Deel II over de Specifieke Voorwaarden.
ART. I.5 FACTURATIE EN BETALING
I.5.1 Facturatiemodaliteiten – Algemene voorschriften
Onverminderd specifieke instructies aangaande de facturatie in de Specifieke Voorwaarden van dit Contract, zal elke in het kader van het Contract verzonden factuur ten minste het volgende bevatten:
1) De volledige naam en het adres van zowel de facturerende als de gefactureerde Partij;
2) Het btw-nummer van zowel de facturerende als de gefactureerde Partij;
3) Het factuurbedrag, uitgedrukt in euro;
4) Het bankrekeningnummer en het bankadres (met inbegrip van IBAN en BIC) waarop de betaling moet worden uitgevoerd;
5) Het factuurnummer;
6) De uitgiftedatum van de factuur;
7) De benaming van de Dienst en de periode van de factuur;
8) De belastingvoet en het belastingbedrag, afzonderlijk vermeld, indien van toepassing;
9) In voorkomend geval, een specifieke vermelding zoals vereist door artikel 226 van de Richtlijn 2006/112/EG, bijvoorbeeld een verwijzing naar de toepasselijke bepaling van de Richtlijn die de levering van diensten onder de verleggingsregeling doet vallen;
10) Een referentie, indien gevraagd door de gefactureerde Partij;
11) De betalingstermijn volgens paragraaf 5.2 hierna; en
12) Specifieke punten zoals vermeld in een eventuele sectie over de facturering in de Specifieke Voorwaarden van dit Contract.
Het ontbreken van een van de voornoemde vermeldingen maakt de factuur van nul en generlei waarde. In dat geval behoudt de gefactureerde Partij zich het recht voor om de factuur terug te zenden aan de facturerende Partij binnen een termijn van 15 (vijftien) Werkdagen. Deze terugzending geldt als protest (verwerping) van de factuur zonder dat enige ander reactie van de gefactureerde Partij vereist is. Het verzuim van de facturerende Partij om de bovenvermelde voorschriften na te leven, leidt tot een onregelmatige factuur die het voorwerp zal zijn van een kredietnota aan de gefactureerde Partij. De facturerende Partij kan daarna een nieuwe en gecorrigeerde factuur opsturen.
I.5.2 Betalingsmodaliteiten
De betalingen worden uitgevoerd binnen 30 kalenderdagen na het einde van de maand waarin de factuur werd ontvangen (dit is de vervaldatum van de factuur). De gefactureerde Partij zal de facturerende Partij betalen met een rechtstreekse overschrijving op de vermelde bankrekening. Voor de toepassing van dit artikel wordt een factuur als ontvangen beschouwd op de derde Werkdag volgend op de datum waarop de factuur werd verzonden (de postdatum geldt als bewijs voor een met de post verzonden factuur op papier
– voor een elektronische factuur is de datum van de invoer van de factuur in het elektronische systeem of van de verzending via e-mail van toepassing).
Elk bezwaar tegen het bedrag van de factuur moet, om ontvankelijk te zijn, met een aangetekend schrijven naar de facturerende Partij worden verzonden voor de hierboven vermelde vervaldatum van de betwiste factuur. De redenen voor het bezwaar moeten zo duidelijk en gedetailleerd als redelijk mogelijk worden beschreven. Indien de waarde van de factuur wordt betwist, zal het niet-betwiste deel van de factuur hoe dan ook worden betaald. De Partijen zullen te goeder trouw overleggen om een akkoord te bereiken over het betwiste bedrag van de factuur binnen dertig (30) Werkdagen na de ontvangst van het aangetekende schrijven, zo niet zal Art. I.13 van toepassing zijn.
Het betwiste bedrag zal worden betaald binnen 30 kalenderdagen na het einde van de maand waarin 1) het akkoord over het geschil wordt bereikt of 2) de beslissing wordt aangenomen die het geschil tussen de Partijen definitief regelt volgens Art. I.13. De Partijen verbinden zich ertoe geen uitzondering van niet- uitvoering ('exceptio non adimpleti contractus') in te roepen om de uitvoering van hun respectieve plichten tijdens het geschil op te schorten.
I.5.3 Verwijlinterest
Laattijdige betaling geeft van rechtswege en zonder verdere ingebrekestelling aanleiding tot een interest op het totale gefactureerde bedrag zoals bepaald in artikel 5 van de Wet van 2 augustus 2002, vanaf de dag volgend op de vervaldag tot en met de dag van de volledige betaling.
ART. I.6 AANSPRAKELIJKHEID
I.6.1 Algemene principes
Onverminderd enige resultaatverbintenis die dit Contract voorziet (zoals de vertrouwelijkheids- en betaalverplichtingen), naargelang het geval, en onverminderd de toepassing van een door het Contract voorzien boetesysteem, is de levering van de Diensten door de Dienstverlener een middelenverbintenis.
De Partijen zullen gedurende de looptijd van het Contract hun uiterste best doen om eventuele schade van de ene Partij aan de andere te voorkomen en, naargelang het geval, te beperken.
I.6.2 Directe Schade
De Partijen bij dit Contract zullen tegenover elkaar aansprakelijk zijn voor elke Directe Schade. De Partij die in gebreke blijft en/of in fout is, zal de andere Partij schadeloos stellen en vergoeden voor elke Directe Schade, met inbegrip van de claims door derde partijen voor die Directe Schade. Behoudens bedrog of opzettelijke fout zullen de Partijen in geen geval aansprakelijk zijn tegenover de andere Partij om de andere Partij te vergoeden of schadeloos te stellen voor Indirecte Schade, ook wat claims door derde partijen betreft.
I.6.3 Procedure
Zodra een Partij weet heeft van enige aanspraak op schadevergoeding, met inbegrip van een aanspraak op schadevergoeding voortvloeiend uit een claim van een derde partij, waarvoor deze laatste mogelijk verhaal kan hebben op de andere Partij, zal deze Partij de andere Partij daarvan onverwijld in kennis stellen. De kennisgeving zal geschieden door middel van een aangetekend schrijven, waarin de aard van de aanspraak, het bedrag ervan (indien gekend) en de berekeningswijze worden vermeld – dit alles in redelijk detail en met verwijzing naar de wettelijke, regelgevende of contractuele bepalingen waarop de aanspraak gebaseerd zou zijn. In het geval van een aanspraak van een derde partij, zal de Partij die in gebreke is volledig met de verdedigende Partij samenwerken aan een antwoord en verweer zoals redelijk vereist.
I.6.4 Limieten
Elke in voorkomend geval door een Partij verschuldigde vergoeding is hoe dan ook beperkt tot maximaal het dubbele van de waarde van het Contract per jaar, ongeacht het aantal vorderingen, en kan niet meer bedragen dan € 12,5 miljoen (twaalf en half miljoen euro) per jaar en per Partij. Deze limiet doet geen afbreuk aan de op contractuele vorderingen vanwege derde partijen toepasselijke limieten.
ART. I.7 NOOD EN OVERMACHT
I.7.1 Noodsituatie
In een noodsituatie (zoals gedefinieerd in de toepasselijke wetgeving en reglementering ) is Xxxx gerechtigd en/of verplicht om alle door de toepasselijke wetgeving en reglementering voorziene maatregelen te nemen. Indien deze maatregelen strijdig zijn met de bepalingen van dit Contract, zullen de in de toepasselijke wetgeving en reglementering voorziene maatregelen voorrang hebben op de rechten en plichten van dit Contract.
I.7.2 Alarm-, nood-, black-out- en hersteltoestand
Wanneer het systeem zich in een alarm-, nood-, black-out- of hersteltoestand bevindt (zoals gedefinieerd in de toepasselijke wetgeving en reglementering1), is ELIA gerechtigd en/of verplicht om alle door de toepasselijke wetgeving en reglementering voorziene maatregelen te nemen, met inbegrip in bepaalde omstandigheden van de opschorting van de marktactiviteiten, zoals voorzien in de toepasselijke wetgeving en reglementering. Indien deze maatregelen strijdig zijn met de bepalingen van dit Contract, zullen de in de toepasselijke wetgeving en reglementering voorziene maatregelen voorrang hebben op de rechten en plichten van dit Contract.
I.7.3 Overmacht
Onverminderd de rechten en plichten van de Partijen in de gevallen waarnaar Art. I.7.1 en I.7.2 verwijzen, en zoals gedefinieerd in de toepasselijke wetgeving en/of reglementering, en onverminderd de toepassing van de reddings- en herstelbepalingen, zoals gedefinieerd in de toepasselijke wetgeving en/of reglementering, zullen de Partijen worden ontslagen van hun respectieve verplichtingen volgens dit Contract in een geval van overmacht dat de uitvoering van hun verplichtingen volgens dit Contract geheel of gedeeltelijk verhindert, met uitzondering van de financiële verplichtingen die voor het geval van overmacht ontstaan zijn. Deze opschorting van de verplichtingen zal slechts zo lang duren als het geval van overmacht.
De term 'overmacht' betekent, onverminderd de definitie van overmacht in de toepasselijke wetgeving en/of reglementering, elk onvoorzienbare of ongebruikelijke gebeurtenis of situatie waarover een Partij redelijkerwijs geen controle heeft en die niet door een fout van de Partij is veroorzaakt, die met redelijke vooruitziendheid of voorzorgsmaatregelen niet had kunnen worden voorkomen of kon worden verholpen, die niet kon worden opgelost door middel van uit technisch, financieel of economisch oogpunt redelijke maatregelen van de Partij, die daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en objectief verifieerbaar is, en waardoor de Partij tijdelijk of definitief niet in staat is haar verplichtingen uit hoofde van dit Contract na te komen en die na het afsluiten van het Contract ontstaan zijn.
De toepassing van marktmechanismen, zoals onevenwichtsprijzen of de toepassing van hoge prijzen in een normale markttoestand, kan niet als overmacht worden ingeroepen.
Onder meer de volgende situaties worden als overmacht beschouwd enkel voor zover zij aan de in de tweede paragraaf van Art. I.7.3 uiteengezette voorwaarden voor overmacht voldoen:
- natuurrampen, voortvloeiend uit aardbevingen, overstromingen, stormen, cyclonen of andere klimatologisch uitzonderlijke omstandigheden die door een bevoegde overheid als dusdanig erkend zijn;
- een nucleaire of chemische explosie en haar gevolgen;
- uitzonderlijke risico’s (of risico’s 'buiten categorie') waarbij de plotse onbeschikbaarheid van delen van het net of van een productie-eenheid voor elektriciteit wordt veroorzaakt door andere factoren dan veroudering, gebrek aan onderhoud of gebrek aan kwalificatie van de operatoren; met inbegrip van de onbeschikbaarheid van het IT-systeem, al dan niet veroorzaakt door een virus, terwijl alle voorzorgsmaatregelen zijn genomen rekening houdend met de stand van de techniek;
1 Met inbegrip van artikel 72 van CACM; artikel 16.2 van de Verordening (EG) Nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1228/2003 en artikel 16.2 van de Verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit.
- de tijdelijke of voortdurende technische onmogelijkheid voor het net om elektriciteit uit te wisselen vanwege storingen binnen de regelzone veroorzaakt door elektriciteitsstromen die het resultaat zijn van energie-uitwisselingen binnen een andere regelzone of tussen twee of meerdere andere regelzones en waarvan de identiteit van de marktdeelnemers betrokken bij deze energie- uitwisselingen niet gekend is door Xxxx en redelijkerwijs niet gekend kan zijn door Xxxx;
- de onmogelijkheid van de uitbating van het net, van installaties die er functioneel deel van uitmaken of van installaties van de Dienstverlener, als gevolg van een collectief geschil dat aanleiding geeft tot een eenzijdige maatregel van werknemers (of groepen van werknemers), of elk ander sociaal conflict;
- brand, explosie, sabotage, terroristische daden, vandalisme, schade veroorzaakt door criminele daden, criminele dwang en bedreigingen van dezelfde aard of handelingen met dezelfde gevolgen;
- al dan niet verklaarde staat van oorlog, oorlogsdreiging, invasie, gewapend conflict, blokkade, revolutie of opstand; en
- De situatie waarin een bevoegde overheid nood inroept en uitzonderlijke en tijdelijke maatregelen oplegt aan de netbeheerders en/of netgebruikers, zoals maatregelen die nodig zijn om de veilige en efficiënte werking van de netten te handhaven of te herstellen, met inbegrip van het bevel om afname af te schakelen in het geval van schaarste.
De Partij die een situatie van overmacht inroept, zal de andere Partij zo snel mogelijk telefonisch of via e- mail op de hoogte brengen van de omstandigheden waardoor zij niet langer geheel of gedeeltelijk haar verplichtingen kan nakomen, hoe lang dat redelijkerwijs wordt verwacht voort te duren en van de maatregelen die zij heeft genomen om de situatie te verhelpen.
De Partij die een situatie van overmacht inroept, zal niettemin al het mogelijke in het werk stellen om de gevolgen van de niet-uitvoering van haar verplichtingen voor de andere Partij, het transmissienet en derden te beperken, en opnieuw haar verplichtingen te vervullen.
Indien de periode van overmacht gedurende 30 (dertig) of meer opeenvolgende dagen voortduurt, en een van de Partijen, ten gevolge van de door beide Partijen erkende situatie van overmacht, in de onmogelijkheid verkeert om haar essentiële verplichtingen volgens het Contract na te komen, kan de andere Partij het Contract beëindigen met onmiddellijke ingang middels een gemotiveerd aangetekend schrijven.
ART. I.8 VERTROUWELIJKHEID
I.8.1 Geen onthulling van vertrouwelijke informatie
De Partijen en/of hun werknemers zullen de informatie die ze in het kader en naar aanleiding van het Contract met elkaar uitwisselen, op de meest vertrouwelijke wijze behandelen en ze niet meedelen aan derden, tenzij wanneer aan minstens een van de volgende voorwaarden voldaan is:
- Indien een Partij wordt opgeroepen om te getuigen in rechte of in hun verhouding met de bevoegde regelgevende, administratieve en rechtsprekende autoriteiten. De Partijen zullen, voor zover mogelijk, elkaar vooraf informeren over de situatie en een akkoord bereiken over de wijze en de inhoud van de mededeling van deze informatie;
- indien een voorafgaand schriftelijk akkoord werd bekomen van de Partij van wie de vertrouwelijke informatie uitgaat;
- wat Xxxx betreft, in overleg met beheerders van andere netten of in het kader van contracten en/of regels met de buitenlandse netbeheerders of regionale veiligheidscoördinatoren/regionale coördinatiecentra, voor zover als noodzakelijk en wanneer anonimiseren niet mogelijk is en voor zover de ontvanger van deze informatie zich ertoe verbindt aan de informatie dezelfde graad van vertrouwelijkheid te geven als Xxxx;
- indien deze informatie gemakkelijk en gewoonlijk voor het publiek toegankelijk of beschikbaar is;
- indien de onthulling van deze informatie door een Partij aan personen zoals onderaannemers en/of hun werknemers en/of hun vertegenwoordigers en/of regionale veiligheidscoördinatoren/regionale coördinatiecentra noodzakelijk is om technische of veiligheidsredenen, in zoverre de ontvangers van deze informatie gebonden zijn door vertrouwelijkheidsregels die op gepaste wijze de bescherming van de vertrouwelijkheid garanderen;
- indien de informatie reeds op wettige wijze gekend is door een Partij en/of hun werknemers en uitvoeringsagenten op het moment van het overmaken van de informatie, en niet werd meegedeeld door de verzendende Partij, voorafgaand aan het overmaken, hetzij direct, hetzij indirect, of door een schending van de vertrouwelijkheidsplicht door een derde partij;
- de informatie die, na verzending, onder de aandacht van de ontvangende Partij en/of haar personeel en uitvoeringsagenten werd gebracht door een derde partij, zonder schending van de vertrouwelijkheidsplicht jegens de verzendende Partij;
- de onthulling van de informatie door de toepasselijke wetgeving en/of reglementen wordt voorzien;
- de onthulling van geaggregeerde en geanonimiseerde informatie en data.
Dit Artikel doet geen afbreuk aan de specifieke bepalingen inzake de vertrouwelijkheidsplichten van de beheerder van het Belgische transmissienet voor elektriciteit (op zowel het federale als het regionale vlak) die door de toepasselijke wetgeving en reglementering worden opgelegd.
Een Partij mag niet, op grond van vertrouwelijkheidsredenen, weigeren informatie mee te delen die essentieel en pertinent is voor de uitvoering van het Contract. De andere Partij aan wie deze informatie wordt meegedeeld, garandeert dat zij haar vertrouwelijke karakter zal bewaren.
De Dienstverlener verklaart en garandeert dat de vertrouwelijke informatie enkel zal worden gebruikt voor de vaststelling van het bod/de uitvoering van de Diensten en niet voor andere doeleinden.
Beide Partijen zullen de vereiste maatregelen nemen om te verzekeren dat deze vertrouwelijkheidsplicht ook strikt zal worden nageleefd door hun werknemers, alsook door elke persoon die geen werknemer van een van de Partijen is maar voor wie deze Partij niettemin verantwoordelijk is, die deze vertrouwelijke informatie behoorlijk zou ontvangen. Daarnaast zal vertrouwelijke informatie enkel worden meegedeeld op ‘need to know’ basis en zal daarbij steeds worden gewezen op de vertrouwelijke aard van de informatie.
I.8.2 Inbreuken op de vertrouwelijkheidsplicht
Elke inbreuk op deze vertrouwelijkheidsplicht zal worden beschouwd als een ernstige fout in hoofde van de Partij die deze plicht schendt. Deze inbreuk zal aanleiding geven tot een vergoeding van alle Directe en Indirecte, materiële en immateriële schade (in afwijking van Art. I.6.2) die de andere Partij naar redelijkheid kan aantonen, onder de in Art. I.6.4 vermelde limieten.
I.8.3 Eigendom
Elke Partij zal de volledige eigendom van de vertrouwelijke informatie behouden, zelfs als deze werd meegedeeld aan andere Partijen. De verzending van de vertrouwelijke informatie brengt geen overdracht met zich mee van eigendom of van enige andere rechten dan die bedoeld in het Contract.
I.8.4 Duur
Onverminderd de toepasselijke wetgeving en reglementering, blijven de voornoemde vertrouwelijkheidsverplichtingen van kracht gedurende 5 (vijf) jaar na de beëindiging van het Contract.
I.8.5 Telefoonopnames
De Partijen komen overeen dat hun respectieve dispatchingcentra telefoongesprekken in reële tijd zullen opnemen. De Partijen aanvaarden de noodzaak om deze gesprekken op te nemen en het onderliggende principe. Wat de bewijswaarde betreft, erkennen de Partijen dat de opnames van deze gesprekken aanvaardbaar zullen zijn als bewijs voor de regeling van een geschil in verband met dit Contract. Beide Partijen zullen hun respectieve personeel informeren over het bestaan en/of de mogelijkheid van opnames en over het bestaan en/of de mogelijkheid van opnames door de andere Partij.
ART. I.9 INFORMATIEPLICHT
De Partijen verbinden zich er voor de duur van het Contract toe elkaar zo snel mogelijk op de hoogte te stellen van elke gebeurtenis of informatie die de Partij die er kennis van heeft redelijkerwijze moet beschouwen als een gebeurtenis of informatie die mogelijk een nadelige invloed heeft op het Contract of op de uitvoering van de verplichtingen bepaald in het Contract ten opzichte van de andere Partij.
ART. I.10 HERZIENING
I.10.1 Wijzigingen van de hoofdtekst van dit Contract (Algemene en Specifieke Voorwaarden) en algemeen toepasselijke Bijlagen
Het Contract kan slechts worden gewijzigd in de loop van het proces voor herziening van de Modaliteiten en voorwaarden (“Terms and Conditions”) waarop het betrekking heeft en volgens de daartoe in de toepasselijke reglementering en wetgeving voorziene procedures.
Na de goedkeuring door de CREG van de wijzigingen van het Contract, met inbegrip van de voorgestelde datum van inwerkingtreding, zullen de wijzigingen in werking treden zoals bepaald in het implementatieplan van de gewijzigde Modaliteiten en voorwaarden (“Terms and Conditions”) en zoals bevestigd in de kennisgeving met aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging die Xxxx aan de Dienstverlener stuurt indien de wijzigingen van toepassing zijn op bestaande contractuele relaties met betrekking tot het voorwerp van dit Contract, maar niet vroeger dan 14 dagen na de kennisgeving.
Indien de Dienstverlener het niet eens is met de wijzigingen die van toepassing zijn op het lopende Contract, kan hij, onverminderd de bevoegdheden van de bevoegde overheden, en onverminderd de toepasselijke wetgeving en reglementering, het Contract beëindigen.
I.10.2 Wijzigingen van Partij-specifieke Bijlagen
Een Bijlage die Partij-specifieke informatie bevat kan, onverminderd de door de toepasselijke wetgeving en reglementering opgelegde verplichtingen, schriftelijk worden gewijzigd met het akkoord van beide Partijen (maar alleen voor de partij-specifieke informatie).
Elke wijziging van de contactinformatie in de relevante Bijlage van dit Contract (nl. contactpersoon, adres, e-mail, telefoon- en faxnummer) moet uiterlijk 7 (zeven) Werkdagen voor de datum waarop de wijziging van kracht wordt aan de andere Partij worden meegedeeld. Beide Partijen zullen de in deze Bijlage verstrekte contactgegevens tijdens de geldigheidsduur van het Contract actueel houden. Deze uitwisselingen en actualiseringen kunnen via e-mail gebeuren en vereisen geen formeel schriftelijk wijzigingsproces van het Contract.
ART. I.11 VOORTIJDIGE BEËINDIGING IN GEVAL VAN ERNSTIGE FOUT
Het Contract kan eenzijdig worden opgeschort of beëindigd door een van de Partijen (de 'getroffen Partij') zonder gerechtelijke tussenkomst, indien de andere Partij (de ‘in gebreke blijvende Partij’) een ernstige inbreuk of fout niet herstelt binnen een termijn van 15 (vijftien) Werkdagen nadat de in gebreke blijvende Partij een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs heeft ontvangen waarin de ernstige inbreuk of fout wordt gemeld en waarin die Partij ervan in kennis wordt gesteld dat het Contract zonder enige andere kennisgeving zal worden opgeschort of beëindigd indien de genoemde ernstige inbreuk of fout niet volledig wordt hersteld binnen de vermelde termijn. De termijn van 15 (vijftien) Werkdagen kan door de getroffen Partij worden verlengd. Het Contract zal worden opgeschort of beëindigd onder voorbehoud van alle rechtsmiddelen waarover de Partij die niet in gebreke blijft beschikt ten opzichte van de in gebreke blijvende Partij, inclusief een vordering tot schadevergoeding.
ART. I.12 ANDERE BEPALINGEN
I.12.1 Verklaring van afstand
Het feit dat een van de Partijen blijvend of tijdelijk afziet van de toepassing van één of meer bepalingen van het Contract, kan in geen geval worden beschouwd als een verzaking aan de rechten van die Partij die voortvloeien uit de betreffende bepaling of bepalingen.
I.12.2 Volledige overeenkomst
Onverminderd de toepassing van de relevante wetten en reglementen, behelst het Contract de volledige overeenkomst tussen Partijen en omvat het alle afspraken die tussen Partijen met betrekking tot zijn voorwerp werden overeengekomen.
I.12.3 Kennisgevingen
Elke volgens het Contract vereiste kennisgeving dient schriftelijk te gebeuren (met inbegrip van e-mail), tenzij anders voorzien in de bepalingen van dit Contract.
De uitwisseling van gegevens voor de uitvoering van het Contract wordt aan de respectieve contactpersonen van de Partijen gericht zoals vermeld in de relevante Bijlage.
I.12.4 Overdracht van rechten
De in het Contract gespecificeerde rechten en plichten kunnen in geen geval worden overdragen, geheel of gedeeltelijk, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere Partij (met uitzondering van overdrachten aan met Elia verbonden ondernemingen in de betekenis van artikel 1:20 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen, waarvoor geen toestemming vereist is). Deze toestemming zal niet onredelijk worden geweigerd of uitgesteld.
I.12.5 Scheidbaarheid
Op voorwaarde dat dit geen weerslag heeft op het eigenlijke voorwerp van het Contract, zal de ongeldigheid van één of meer bepalingen van het Contract geen invloed hebben op de geldigheid, interpretatie en/of uitvoering van de andere bepalingen van het Contract.
Indien een of meer bepalingen van het Contract ongeldig of onuitvoerbaar moeten worden verklaard, zal de in Art. I.10 uiteengezette herzieningsprocedure worden gevolgd.
ART. I.13 TOEPASSELIJK RECHT – GESCHILLENBESLECHTING
Het Contract wordt beheerst door en geïnterpreteerd overeenkomstig het Belgisch recht.
Elk geschil met betrekking tot de afsluiting, de geldigheid, de interpretatie of de uitvoering van het Contract of van latere contracten of operaties die eruit kunnen voortvloeien, alsook elk ander geschil betreffende of verband houdende met het Contract, zal, op initiatief van de meest gerede Partij, worden voorgelegd aan:
- de Ondernemingsrechtbank van Brussel; of
- de bemiddelings-/verzoenings- en arbitragedienst die de betrokken regulator organiseert volgens de toepasselijke wetgeving en reglementen; of
- een ad hoc arbitrage volgens de bepalingen van het Belgische Gerechtelijk Wetboek.
Gelet op de complexe verhoudingen, aanvaarden Partijen bij deze, teneinde de toepassing van de regels inzake samenhang of tussenkomst mogelijk te maken, hetzij om in geval van samenhangende geschillen afstand te doen van elk arbitragebeding teneinde in een andere gerechtelijke procedure tussen te komen, hetzij, omgekeerd, om afstand te doen van een gerechtelijke procedure teneinde deel te nemen aan een meerpartijen arbitrage. In geval van verdeeldheid wordt de voorkeur gegeven aan de eerste ingeleide procedure.
DEEL II - BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE BLACK-STARTDIENST
ART. II.1 Definities
Balanceringsverantwoordelijke of BRP
Zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 7, van Verordening (EU) 2017/2195 van de Commissie van 23 november 2017 tot vaststelling van richtsnoeren voor elektriciteitsbalancering en opgenomen in het register van Balanceringsverantwoordelijken.
Black-Startprocedure Een lijst met handelingen die door de exploitant van een
PGM moeten worden uitgevoerd om de Black-Startdienst
te kunnen verrichten.
Black-Startdienst Zoals gedefinieerd in artikel 2, §1, 54° van het Federaal Technisch Reglement.
Black-Start (BS)
Herstelinstallatie
Herstelinstallatie die de Black-Startdienst kan leveren
Black-Outtoestand of 'Black- Out'
Zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 2, punt 22, van Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie van 2 augustus 2017 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende het beheer van elektriciteitstransmissiesystemen.
Black-Outprocedure Een lijst met handelingen die door de exploitant van een
PGM moeten worden uitgevoerd en die bedoeld zijn om de operationele veiligheid in de PGM te herstellen na een Black-Out.
CIPU-Contract Het contract voor de coördinatie van de inschakeling van productie-eenheden dat is gesloten met XXXX, of het/de gereglementeerde contract(en) ter vervanging van het CIPU-Contract, overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 en artikel 377 van het Federaal Technisch Reglement.
CIPU-Contracthouder Een partij die het CIPU-Contract heeft ondertekend en die
alle daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden draagt.
Zoals gedefinieerd in artikel 3 van de Regels voor
Elektrische zones
Coördinatie en Congestiebeheer die werd ontwikkeld conform artikel 8, §1, 5°, en artikel 23, §2, alinea 2, 36°, van de Elektriciteitswet, artikel 59, lid 10, van de Elektriciteitsrichtlijn, en artikel 241 van het Federaal Technisch Reglement en beschikbaar op de Elia website. In afwachting van de goedkeuring van de voornoemde regels door de CREG, zijn de elektrische zones de volgende: 380 kV, Henegouwen Oost, Henegouwen West, Langerbrugge Oost, Langerbrugge West, Ruien, Merksem, Stalen, Luik en Schaarbeek.
Elia-Net of transmissienet Het transmissienet zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 7, van de Elektriciteitswet.
Federaal Technisch Reglement
Het Koninklijk Besluit van 22 april 2019 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe, met alle daarna volgende wijzigingen.
Eiland Een volledig netwerk of een deel van een netwerk dat geïsoleerd is en dat werkt in Eilandbedrijf zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 43, van Verordening (EU) 2016/631 van de Commissie van 14 april 2016 tot vaststelling van een netcode betreffende eisen voor de aansluiting van elektriciteitsproducenten op het net (hierna 'RfG').
Herstelinstallatie met Beperkt Energiereservoir
Een Herstelinstallatie met een beperkte energieproductiecapaciteit en/of een vaste primaire energievoorziening, zoals batterijen, waterreservoirs of thermische eenheden die niet beschikken over een continue brandstoftoevoer (zoals bijvoorbeeld huisvuilverbrandingsinstallaties).
Elektriciteitsproductie-eenheid of 'PGM'
Zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5, van Verordening (EU) 2016/631 van de Commissie van 14 april 2016 tot vaststelling van een netcode betreffende eisen voor de aansluiting van elektriciteitsproducenten op het net.
Herstelplan Zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 5, van de E&R NC.
Aanbieder van Hersteldiensten of 'RSP' (Restoration Service Provider)
Een rechtspersoon zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 1, van de E&R NC, met wie XXXX een contract voor de levering van Hersteldiensten heeft gesloten zoals bedoeld in artikel 236 van het Federaal Technisch Reglement.
Hersteldiensten Elke dienst die bedoeld is om de toevoer van elektriciteit
en energie naar het transmissiesysteem te herstellen na een Black-Out, zoals gedefinieerd in artikel 2, § 1, 53°, van het Federaal Technisch Reglement, onder meer, maar niet beperkt tot, de Black-Startdienst.
Herstelinstallatie Elektriciteitsproducerende installatie met een of meer
PGM's die aangesloten zijn op hetzelfde aansluitpunt van het transmissiesysteem en die een bepaalde Hersteldienst kunnen leveren.
Testplan Een plan waarin de voor het systeembeschermingsplan en het Herstelplan relevante apparatuur en capaciteiten zijn vastgesteld die moeten worden getest, evenals de testfrequentie en -voorwaarden, dat is opgesteld door XXXX conform artikel 43, lid 2, van de E&R NC en dat beschikbaar is op de website van XXXX.
Opstarttijd De tijd die verstrijkt tussen het tijdstip waarop XXXX aan de RSP vraagt om een Herstelinstallatie te activeren tot het tijdstip waarop die Herstelinstallatie het railstel van het onderstation van XXXX opnieuw onder spanning heeft gebracht en klaar is om opnieuw te worden belast.
ART. II.2 Aankoop van de Black-Startdienst
II.2.1 In toepassing van artikel 236, § 2, van het Federaal Technisch Reglement is de RSP de Netgebruiker van een bepaalde BS Herstelinstallatie of een andere partij die door de Netgebruiker is aangeduid volgens het model in Bijlage 6. De inwerkingtreding en geldigheid van dit Contract worden gebaseerd op de voorafgaande ondertekening van een CIPU-Contract. Als de RSP niet de CIPU-Contracthouder is, zorgt de RSP er samen met de CIPU-Contracthouder van de BS Herstelinstallatie voor dat er een geldig CIPU-Contract van kracht is.
II.2.2 Als er een tijdelijke of definitieve sluiting van de BS Herstelinstallatie wordt aangekondigd, eindigt dit Contract op dezelfde dag als de sluiting zoals bepaald in artikel 4bis van de Elektriciteitswet. Echter, in geval van een tijdelijke sluiting kan XXXX verzoeken om het Contract enkel tijdelijk op te schorten zodat Xxxx kan vragen om het Contract na afloop van de tijdelijke sluiting van de BS Herstelinstallatie voor de resterende duur van dit Contract opnieuw te activeren, indien de BS Herstelinstallatie noodzakelijk is om de levering van de Dienst in een bepaald gebied te verzekeren, en dit zonder afbreuk te doen aan artikel II.2.3.
II.2.3 Als de BS Herstelinstallatie bovendien ook deelneemt aan de Strategische Reserve, eindigt dit Contract ten vroegste op de laatste dag van het Strategische- Reservecontract. BS Herstelinstallaties die in aanmerking komen voor de levering van de Black-Startdienst en die deelnemen aan de Strategische Reserve, zullen worden overwogen voor selectie na de BS Herstelinstallaties die in de markt zijn.
II.2.4 Als de RSP of de Netgebruiker wijzigt, nemen de nieuwe partijen die hun respectieve rollen op zich nemen ook de verplichtingen van hun respectieve rollen in het kader van dit Contract op zich.
II.2.5 Geografische spreiding van BS Herstelinstallaties
De beoogde geografische spreiding van de Black-Startdienst in België wordt beschreven in Bijlage 5.
Als ELIA voor een van de in Bijlage 5 vermelde vier regionale zones geen contract kan sluiten met een BS Herstelinstallatie, kan ELIA uitsluitend onder de volgende voorwaarde de mogelijkheid overwegen om geen contract te sluiten met een BS Herstelinstallatie die de Black-Startdienst levert in de betrokken regionale zone: er kan een aan deze regionale zone aangepast Herstelplan worden opgesteld ofwel via een productie eenheid die verbonden is met het 380 kV net (380 kV-elektrische zone) ofwel via een bijkomende BS Herstelinstallatie in een aanliggende regionale zone. In het laatste geval betekent dit dat XXXX een contract zou sluiten met twee BS Herstelinstallaties die zich in dezelfde zone bevinden.
II.2.6 ELIA kan een contract sluiten met maximaal twee BS Herstelinstallaties in dezelfde elektrische zone, wegens technische en operationele beperkingen in haar netwerkherstelprocedures.
ART. II.3 Voorwaarden voor deelname aan de Black-Startdienst
II.3.1 Een kandidaat die een offerte wenst in te dienen in verband met het leveren van de Dienst moet zich vooraf kandidaat stellen om een gekwalificeerde RSP te worden. Hieronder zijn de voorwaarden opgesomd om een gekwalificeerde RSP te worden:
1) Verstrekking van een verklaring (een zogenoemde 'beëdigde verklaring') waarin de kandidaat verklaart dat hij voldoet aan zowel de verplichtingen inzake de betaling van
socialezekerheidsbijdragen volgens de wettelijke bepalingen als aan de verplichtingen inzake de betaling van belastingen volgens de wettelijke bepalingen, en dat hij zich niet in een situatie van faillissement bevindt.
2) Bewijs van een gezonde financiële en economische toestand van de kandidaat.
Een kandidaat-RSP kan zijn kandidatuur voor de toepasselijke dienst bij XXXX xxxxxxxx met behulp van een ingevuld aanvraagformulier en de vereiste documenten. Het aanvraagformulier en het model van de beëdigde verklaring kunnen van de website van XXXX worden gedownload of worden aangevraagd via een e-mail naar xxxxxxxxxxx_xx@xxxx.xx, met de in Bijlage 2 aangeduide contractueel verantwoordelijke in kopie.
II.3.2 Aggregatieregels
Als meerdere PGM's en/of onderdelen van de uitrusting waaruit de BS Herstelinstallatie bestaat, aangesloten op hetzelfde aansluitpunt, noodzakelijk zijn om aan de in artikel II.3.3 beschreven verplichtingen te voldoen, dan moeten ze zodanig gecoördineerd kunnen werken dat ze zich kunnen gedragen als één enkele PGM op het hoogspanningsnet.
Bovendien moeten deze PGM's die deel uitmaken van dezelfde BS Herstelinstallatie hun bijdrage verdelen, teneinde de dynamische stabiliteitsmarge te maximaliseren.
II.3.3 De RSP stelt BS Herstelinstallaties ter beschikking van XXXX die voldoen aan de volgende voorwaarden:
1) Op voldoende stabiele wijze delen van het transmissienet opnieuw onder spanning kunnen brengen, de hulpvoorzieningen van andere Hersteldiensten van stroom kunnen voorzien en ook belasting kunnen overnemen.
2) Voorzien zijn van een automatisch systeem waarbij elke PGM van de BS Herstelinstallatie een stabiele en gecoördineerde bijdrage aan de dienst verzekert.
3) Rekening houden met de specificaties voor de regeling van spanning en de productie van blindvermogen zoals bedoeld in het Federaal Technisch Reglement voor elke PGM van de site.
4) Minstens 30 Mvar kunnen absorberen op het aansluitpunt en bestand zijn tegen de inschakeling van de netelementen die tot 30 Mvar produceren in stabiele toestand.
5) Onmiddellijk een last blok van minimaal 10 MW (met een inductieve cos phi ≥ 0,8 en die kunnen oplopen tot het maximum zoals bepaald in Bijlage 4) kunnen overnemen, zoals nader beschreven in Bijlage 4:
o zonder dat de frequentie van het Eiland buiten het interval van 49-51 Hertz valt, ook al is dat tijdelijk; Deze voorwaarde doet geen afbreuk aan de aansluitvoorwaarden voor frequentieafwijkingen zoals beschreven in de toepasselijke wetgeving en/of het aansluitingscontract van de eenheid.
o zonder dat de spanning in het aansluitpunt lager is dan het werkingsbereik zoals in grijswaarden weergegeven in Figuur 1, ook al is dat tijdelijk;
o in de mogelijkheid zijn om transitoire stromen en spanningen op het aansluitpunt te kunnen verdragen als gevolg van het onder spanning brengen van de bovenvermelde elementen.
Figuur 1: minimaal werkingsbereik van de spanning in black-startomstandigheden.
6) Xxxxxxxx drie keer na elkaar de Black-Startdienst kunnen leveren tijdens de toepassing van het Herstelplan, om het hoofd te kunnen bieden aan een mogelijke instorting van het Eiland tijdens de herstelfase van het net of tijdens de opstart van de BS Herstelinstallatie.
7) Uitgerust zijn met een snelheidsregelaar die de frequentie kan regelen voor elke PGM van de BS Herstelinstallatie:
o met een statische fout van minder dan 10 mHz. De normale vermogensregeling en deze frequentieregeling moeten kunnen worden gebruikt zonder dode band ten opzichte van de gemeten frequentie. De instructie in vast regime van de frequentie moet kunnen worden afgesteld binnen bovenvermeld interval;
o volgens een statisme waarvan de regelingshelling kan worden afgesteld tussen 2 en 12% en waarvan de dode band kan worden afgesteld tussen 10 en 200 mHz.
8) Kunnen overgaan naar werking volgens de ene of andere werkingswijze voor de snelheidsregeling zoals hierboven nader bepaald.
9) Uitgerust zijn met een synchronoscoop waarvan de werking het voorwerp moet kunnen zijn van een bypass bij de parallelschakeling.
10) Beschikken over een unieke interface met XXXX, zodat de aanwezigheid van één of meer PGM's op de BS Herstelinstallatie transparant is voor XXXX.
II.3.4 De RSP verstrekt voor elk van zijn BS Herstelinstallaties een uitvoerige beschrijving van het gedrag in stabiele toestand en in overgangsregime. Deze beschrijving omvat ten minste de informatie die te vinden is in de technische vragenlijst die werd ingevuld tijdens de aanbestedingsprocedure voor deze hersteldienst en wordt door de RSP op eigen initiatief up-to-date gehouden. Tijdens de looptijd van dit Contract heeft XXXX het recht om te allen tijde bij de RSP de recentste up-to-date versie op te vragen.
II.3.5 De RSP verricht simulaties voordat dit Contract in werking treedt. Deze simulaties worden gebruikt om na te gaan of elke PGM van zijn BS Herstelinstallaties voldoet aan het Federaal Technisch Reglement (Conformiteit met het Federaal Technisch Reglement: Stabiliteitsstudie) en aan de E&R NC, en of elke BS Herstelinstallatie voldoet aan de in Art. II.3 bepaalde vereisten. De RSP dient bij XXXX een verslag in met de resultaten en conclusies van de verrichte simulaties.
ART. II.4 Levering van de Black-Startdienst
II.4.1 Tussen het tijdstip waarop XXXX de opstart van een BS Herstelinstallatie vraagt en het tijdstip waarop de installatie beschikbaar is om belasting te nemen, moet de Opstarttijd (zoals bepaald in Bijlage 4) gelijk zijn aan of korter dan:
o 1,5 uur voor een BS Herstelinstallatie die in werking was op het ogenblik van de Black- Out;
o 3 uur voor een BS Herstelinstallatie die op dat ogenblik stillag.
Zodra er opnieuw spanning is (hoogspanningszijde van de opvoertransformator) moet de BS Herstelinstallatie minstens 24 uur2 kunnen werken terwijl ze onderworpen is aan de afnameschommelingen zoals hierboven nader bepaald (last blokken van minimaal 10 MW die kunnen oplopen tot het maximum zoals bepaald in Bijlage 4).
II.4.2 ELIA legt de opstartprocedures van de BS Herstelinstallaties vast na overleg met de RSP. Die procedures maken deel uit van het Herstelplan.
II.4.3 Overeenkomstig artikels II.4.5 en II.4.6 is de RSP niet verplicht de BS Herstelinstallaties ter beschikking te houden tijdens onderhoudswerkzaamheden in geval van onvoorziene incidenten of gebeurtenissen die aanleiding geven tot een onbeschikbaarheid van de BS Herstelinstallatie, die de RSP onverwijld moet melden aan XXXX. In dergelijke gevallen wordt een prijsvermindering (terugbetaling van de vergoeding) toegepast, zoals bepaald in artikel II.8.2.
II.4.4 Als een RSP beschikt over drie of meer BS Herstelinstallaties die deelnemen aan de dienst, mag de RSP uitsluitend de gelijktijdige onbeschikbaarheid van slechts één BS Herstelinstallatie op drie (cijfer afgerond naar boven) plannen.
Bovendien heeft XXXX het recht om de geplande onbeschikbaarheid van een BS Herstelinstallatie uit te stellen volgens de modaliteiten van het CIPU-Contract, om te voorkomen dat een al te groot deel van haar BS Herstelinstallaties tegelijk onbeschikbaar is.
2 Deze verplichting heeft betrekking op de technische capaciteit van de BS Herstelinstallatie om ten minste 24 uur na het opstarten te functioneren en niet op de energielimiet van de BS Herstelinstallatie. Voor de BS Herstelinstallaties met Beperkt Energiereservoir zal Xxxx bij het herstel van het net rekening houden met de energie-inhoud zoals bepaald in artikel II.4.7.
II.4.5 Wanneer zich een onbeschikbaarheid voordoet of een andere gebeurtenis die van invloed is op de capaciteit van de Hersteldienst om de Dienst te leveren (bijvoorbeeld de onbeschikbaarheid van een ondersteunende productie-eenheid, ondanks de in artikel II.4.4 vermelde onbeschikbaarheden), brengt de RSP XXXX onmiddellijk op de hoogte via een e-mail gericht aan de contactpersoon van XXXX voor realtime-operaties vermeld in Bijlage 2. Het bericht bevat informatie over de beschikbaarheid van de BS Herstelinstallatie om de Dienst te leveren en de geschatte duur van de onbeschikbaarheid.
Zodra de BS Herstelinstallatie opnieuw beschikbaar is, brengt de RSP ELIA daarvan via dezelfde weg op de hoogte.
De dagen van niet-beschikbaarheid van de Dienst in het kader van dit artikel worden ook meegenomen in de berekening van penaliteiten overeenkomstig artikel II.8.2.
II.4.6 De BS Herstelinstallatie wordt beschikbaar geacht voor de levering van de Black- Startdienst op grond van de volgende regel:
De onbeschikbaarheid van een PGM van een BS Herstelinstallatie wordt gedefinieerd op basis van de statussen ‘PU’ en ‘FO’ op dag D-1 en eventuele updates in intraday zoals beschreven in artikel II.4.5, zoals vermeld in het kader van het CIPU-Contract, en met inachtneming van specificaties met betrekking tot de minimale configuratie (d.w.z. het aantal beschikbare PGM's) van de BS Herstelinstallatie in kwestie voor het leveren van de Black-Startdienst, zoals beschreven in het herstelscenario opgesteld door XXXX en nader bepaald in Bijlage 1.
Op dag D wordt de vergoeding van de RSP evenredig verminderd met het aantal kwartieren dat de BS Herstelinstallatie onbeschikbaar is geweest. Als de BS Herstelinstallatie gedurende minder dan 48 kwartier per dag beschikbaar is, wordt dit beschouwd als onbeschikbaarheid gedurende een hele dag.
Als de CIPU-procedures niet langer van toepassing zijn op de PGM's van de BS Herstelinstallatie (bijvoorbeeld tijdens de zomerperiode indien de BS Herstelinstallatie deelneemt aan de Strategische Reserve), stelt XXXX samen met de RSP een alternatieve methode vast die toelaat deze informatie te recupereren op een manier die vergelijkbaar is met wat er in de CIPU-procedures wordt beschreven.
XXXX evalueert de jaarlijkse beschikbaarheid van de PGM's van de BS Herstelinstallatie in elk jaar waarop dit Contract betrekking heeft, volgens de definitie van onbeschikbaarheid zoals bepaald in dit artikel. De toepasselijke penaliteitsregeling wordt beschreven in artikel II.8.2.
II.4.7 De RSP moet voor elke BS Herstelinstallatie aantonen dat hij te allen tijde beschikt over voldoende primaire energiebronnen om de Dienst te leveren indien er zich een Black- Out voordoet:
o Voor BS Herstelinstallaties die niet zijn aangemerkt als BS Herstelinstallatie met Beperkt Energiereservoir moet de RSP een bewijs leveren aan XXXX dat de site beschikt over garanties met betrekking tot brandstofvoorziening die een vollastbelasting toelaten tijdens een Black-Out en hersteltoestand3.
o Voor BS Herstelinstallaties die zijn aangemerkt als BS Herstelinstallatie met Beperkt Energiereservoir moeten ELIA en de RSP samen het minimaal vereiste volume
3 Voor BS Herstelinstallaties die op gas werken, wordt een certificaat van de gasnetbeheerder, waaruit blijkt dat een aansluitingscontract de druk en de capaciteit garandeert om tijdens de Black-Out en hersteltoestand een volledige belasting toe te laten, als voldoende bewijs beschouwd.
energie of de minimaal vereiste voorraad brandstof bepalen die te allen tijde beschikbaar moet zijn en die moet worden gebruikt voor de werking tijdens een Black- Out of hersteltoestand. Deze vereiste moet uitdrukkelijk worden overeengekomen en worden vermeld in Bijlage 4. Dit minimale energievolume wordt bepaald volgens de rol die de BS Herstelinstallatie vervult in het Herstelplan en de specifieke technische kenmerken van de BS Herstelinstallatie, zoals, maar niet beperkt tot:
o Het maximaal ontwikkelbare actief vermogen (in MW) van de BS Herstelinstallatie;
o De afstand tussen de BS Herstelinstallatie en de PGM waarvan de spanning moet worden hersteld in het herstelplan, met inachtneming van:
▪ het nodige vermogen om de spanning te herstellen op de hulpsystemen van de beoogde PGM;
▪ verliezen op netwerkelementen;
▪ de minimumtijd die nodig is voor opstart van de PGM waarvan de spanning moet worden hersteld;
▪ de verplichting om drie keer te kunnen starten tijdens de toepassing van het herstelplan zoals bepaald in artikel II.3.3;
o Het herstelscenario (zonaal/380 kV of voor een naburige zone).
ART. II.5 Uitwisseling van gegevens betreffende de uitvoering van het Contract voor de Black- Startdienst
II.5.1 De uitwisseling van gegevens tussen de Partijen betreffende de uitvoering van het Contract gebeurt volgens realtimecommunicatie en/of offlinecommunicatie, zoals hieronder beschreven.
Realtimecommunicatie
II.5.2 De realtimecommunicatie verloopt via elektronische berichten volgens de door XXXX vastgestelde specificaties.
II.5.3 De RSP zorgt ervoor dat XXXX in real time op de hoogte wordt gebracht van alle onbeschikbaarheden van de BS Herstelinstallaties, zoals beschreven in het CIPU- Contract, evenals van het einde van de periode van onbeschikbaarheid.
II.5.4 XXXX moet te allen tijde contact kunnen opnemen met de RSP, met het verzoek een BS Herstelinstallatie op te starten. Daarvoor is een spraakcommunicatiekanaal (punt-tot- punt) nodig dat minstens 24 uur autonoom (zonder externe energiebron) kan werken en dat operationeel moet zijn in geval van een Black-Out tussen de controlepost van elke BS Herstelinstallatie en de dispatching van ELIA (een regionale dispatching voor de spanningsniveaus van minder dan 380 kV en de nationale dispatching voor het spanningsniveau van 380 kV).
II.5.5 Bij een Black-Out laat XXXX aan de RSP weten of ze van plan is een beroep te doen op de BS Herstelinstallatie(s) van de RSP. In dat geval bezorgt XXXX haar instructies aan de RSP. XXXX leidt de herstelinstructies.
Offlinecommunicatie
II.5.6 Alle offlinecommunicatie verloopt of wordt bevestigd per elektronisch bericht. Hetzelfde geldt voor alle gegevens die worden uitgewisseld in de formaten en met de software zoals door XXXX bepaald.
II.5.7 De RSP zorgt ervoor dat XXXX op de hoogte wordt gebracht van geplande onbeschikbaarheden van de BS Herstelinstallaties in het kader van het CIPU-Contract, evenals van het einde van de periode van onbeschikbaarheid.
ART. II.6 Conformiteitstest van de Black-Start Herstelinstallaties
II.6.1 ELIA heeft het recht om de doeltreffendheid en werking van de BS Herstelinstallaties te controleren aan de hand van tests volgens het Testplan dat wordt gepubliceerd op de website van XXXX en dat wordt bijgevoegd onder Bijlage 7.
ART. II.7 Vergoeding
II.7.1 De prijs voor het aanbieden van de Dienst door de BS Herstelinstallaties die in dit Contract zijn opgenomen, wordt bepaald in Bijlage 1 en wordt pro rata temporis toegepast tijdens de looptijd van het Contract.
De regels inzake kortingen op de vergoeding worden uiteengezet in Art. II.9.
De overeengekomen prijs dekt de beschikbaarheid van de Black-Startdienst, namelijk de beschikbaarheid van de BS Herstelinstallatie en de technische en operationele capaciteit om de Black-Startdienst te leveren (met name inclusief het onderhoud van de installaties, het bijhouden van de procedures, de opleiding van het personeel, evenals de interne tests van de RSP en de door XXXX xxxxxxxxx tests, maar in geen geval de vergoeding in het kader van artikel II.8.5).
II.7.2 Behoudens artikel II.7.1 vergoedt ELIA de Dienstenaanbieder voor elke geslaagde test die officieel door XXXX werd uitgevoerd, met uitzondering van de test die beperkt blijft tot de Black-Startinspectietest. De vergoeding per test wordt bepaald in Bijlage 1. Voor een test die beperkt blijft tot een Black-Startinspectietest wordt er niet voorzien in een ad-hocvergoeding.
Als een voorziene test in het kader van het Testplan mislukt en deze mislukking niet kan worden toegeschreven aan een probleem in verband met het Elia-Net, wordt de BS Herstelinstallatie geacht niet langer deel uit te maken van de Productiesites die de Black-Startdienst leveren. De betaling van de vergoeding wordt opgeschort, zoals bepaald in artikel II.8.5, en de vergoeding wordt pas opnieuw betaald nadat door middel van een nieuwe afdoende test, op kosten van de RSP, is aangetoond dat de BS Herstelinstallatie de Black-Startdienst kan leveren. Er wordt eveneens een prijsvermindering toegepast overeenkomstig artikel II.8.6.
II.7.3 De regels inzake vergoeding van een Black-Starttest, zoals bedoeld in artikel II.7.2, zijn niet van toepassing op initiële tests voor nieuwe BS Herstelinstallaties die deze Dienst leveren zoals beschreven in het Testplan.
In dit specifieke geval en indien twee opeenvolgende tests van een BS Herstelinstallatie mislukken, zonder dat deze mislukkingen kunnen worden toegeschreven aan een probleem in verband met het transmissienet, is de RSP verplicht de totale vergoeding terug te betalen die XXXX heeft gestort sinds de datum van inwerkingtreding van dit Contract.
Het Contract treedt pas opnieuw in werking nadat door middel van een afdoende test, op kosten van de RSP, is aangetoond dat de BS Herstelinstallatie de Black-Startdienst kan leveren.
ART. II.8 Penaliteiten wegens niet-uitvoering van het Contract voor de Black-Startdienst
II.8.1 Er wordt een prijsvermindering toegepast wanneer een BS Herstelinstallatie getroffen wordt door een gehele of gedeeltelijke onbeschikbaarheid, zoals gedefinieerd in artikel II.4.5. De prijsvermindering is evenredig met het aantal kwartieren dat de BS Herstelinstallatie niet beschikbaar is geweest in overeenstemming met artikel II.4.6. De prijs en de prijsverminderingen zijn gelijk aan de prijs bepaald in Bijlage 1.
Als er meerdere PGM's, die samen op de BS Herstelinstallatie gegroepeerd zijn en die aangesloten zijn op hetzelfde aansluitpunt, noodzakelijk zijn om te voldoen aan één van de verplichtingen beschreven in Art. II.3, dan is de prijsvermindering voor één dag onbeschikbaarheid van één van deze PGM's gelijk aan de dagelijkse vergoeding voor de gehele BS Herstelinstallatie.
In het geval van een BS Herstelinstallatie met Beperkt Energiereservoir geldt een prijsvermindering die gelijk is aan de dagelijkse vergoeding zoals vermeld in Bijlage 1 als het minimale volume aan primaire energie of brandstofvoorraad zoals overeengekomen in Bijlage 4 niet wordt nageleefd gedurende ten minste één kwartier van de dag, met dien verstande dat de BS Herstelinstallatie beschikbaar is zoals bepaald in artikel II.4.5.
II.8.2 Naast de prijsvermindering zoals beschreven in artikel II.8.1 is het volgende boetemechanisme toepasselijk in geval van een te lange onbeschikbaarheid (geëvalueerd over een periode van één jaar) van een PGM die deel uitmaakt van de BS Herstelinstallatie:
Jaarlijkse beschikbaarheid van de BS Herstelinstallatie | Toegepaste boete |
Tussen 255 en 325 dagen | Eén maand vergoeding |
Tussen 146 en 254 dagen | Twee maanden vergoeding |
Minder dan 145 dagen | Drie maanden vergoeding |
Als het Contract gesloten wordt voor een looptijd van minder dan een jaar, wordt de jaarlijkse beschikbaarheid pro rata temporis berekend.
II.8.3 Voor de som van de boetes zoals bepaald in artikel II.8.1 en II.8.2 van dit Contract geldt een jaarlijks plafond, onverminderd de verantwoordelijkheid van de RSP voor het niet nakomen van zijn verplichtingen overeenkomstig artikel I.6 van de Algemene Voorwaarden.
Dit plafond is gelijk aan de jaarlijkse vergoeding (namelijk het aantal dagen per jaar vermenigvuldigd met de dagelijkse vergoeding) ontvangen door de RSP voor de betrokken Black-StartBS Herstelinstallatie (pro rata temporis voor de looptijd van het Contract) en gespecifieerd in artikel II.7.1.
II.8.4 Uiterlijk drie maanden na het einde van het jaar controleert XXXX de beschikbaarheid van de BS Herstelinstallaties overeenkomstig artikel II.8.2 en past ze de overeenstemmende prijsverminderingen toe op de volgende maandelijkse factuur.
II.8.5 Als uit een verslag van een Black-Starttest blijkt, overeenkomstig het Testplan, dat de Black-Starttest is mislukt of dat de RSP de testspecificaties niet correct heeft gevolgd en voor zover dit door XXXX niet kan worden toegeschreven aan het transmissienet, wordt de betaling van de vergoeding voor de beschikbaarheid van de betrokken BS Herstelinstallatie door XXXX opgeschort vanaf de dag van de mislukte test, waarbij die dag wordt meegerekend, en zolang de RSP er niet in slaagt om een geslaagde Black- Starttest te realiseren. In dit verband komen de kosten voor een nieuwe test en voor elke nieuwe Black-Starttest volledig voor rekening van de RSP.
II.8.6 Als uit een verslag van een Black-Starttest blijkt, overeenkomstig het Testplan, dat de Black-Starttest is mislukt of dat de RSP de testspecificaties niet correct heeft gevolgd en voor zover dit door XXXX niet kan worden toegeschreven aan het transmissienet, is de RSP aan XXXX een prijsvermindering verschuldigd gelijk aan één (1) maand vergoeding, onverminderd de bepalingen van artikel II.8.5.
II.8.7 De door XXXX te betalen prijs wordt verlaagd met de prijsverminderingen zoals vastgesteld overeenkomstig artikel II.7.2, II.8.1, II.8.2, II.8.5 en II.8.6, onder voorbehoud van de eventuele aansprakelijkheid van de RSP voor het gebrek aan inachtneming van zijn verplichtingen overeenkomstig artikel I.6 van de Algemene Voorwaarden.
ART. II.9 Indexering van de vergoeding voor de Black-Startdienst
Voor het jaar Y wordt de nieuwe eenheidsprijs (€/MW/h) als volgt berekend:
waarbij:
𝑃(𝑌) = 𝑃(𝑌 − 1) ∗
𝑁𝐼
𝐵𝐼
o P (Y) = de eenheidsprijs van jaar Y
o Y = het jaar waarvoor de nieuwe prijs bepaald wordt
o Y-1 = het voorgaande jaar
o NI = nieuwe index, gelijk aan het gemiddelde van de maandelijkse consumptieprijsindex gepubliceerd op xxxx://xxxxxxx.xxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxxx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx/ voor de
laatst bekende twaalf (12) maanden op het ogenblik waarop de index wordt berekend (dit gebeurt in de maand vóór de leveringsperiode)
o BI = basisindex, gelijk aan het gemiddelde van de maandelijkse consumptieprijsindex gepubliceerd op xxxx://xxxxxxx.xxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxxx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx/ van de laatst bekende twaalf (12) maanden voorafgaand aan de NI-periode
ART. II.10 Facturering en betaling van de Black-Startdienst
II.10.1 Behoudens artikel I.5 stuurt de RSP uiterlijk op de vijftiende (15e) dag van elke kalendermaand M een ontwerpverslag betreffende het leveren van de Black-Startdienst tijdens de vorige maand (M-1) naar ELIA. Dit verslag bevat de volgende gegevens:
o onbeschikbaarheden van de BS Herstelinstallatie tijdens de vorige maand (M-1) en een voorstel van prijsvermindering op basis van die onbeschikbaarheden;
o de resultaten van tests overeenkomstig artikel Art. II.6.
Uiterlijk op de twintigste (20e) dag van elke kalendermaand bezorgt XXXX aan de RSP haar akkoord over dit verslag of haar eventuele opmerkingen, evenals de berekening van de prijsverminderingen voor de vorige maand (M-1) overeenkomstig de bepalingen van artikel II.8.1, II.8.2, II.8.5 en II.8.6, met inbegrip van de wijze van berekening en alle gegevens waarop de berekening steunt. Als de RSP de gefactureerde prijsverminderingen betwist, dan moet hij XXXX daarvan onverwijld op de hoogte brengen. De Partijen zullen vervolgens trachten tot een minnelijke schikking te komen. Wanneer ze daar niet in slagen, wordt de procedure voor geschillenregeling zoals vastgelegd in artikel I.13 van de Algemene Voorwaarden toegepast.
II.10.2 Uiterlijk op de vijfentwintigste (25e) dag van elke kalendermaand M verstuurt de RSP zijn maandelijkse factuur naar ELIA. Naast de in artikel I.5.1 vermelde gegevens bevat die factuur:
a. de vergoeding overeenkomstig artikel II.7.1 voor de tijdens de komende maand M+1 te leveren dienst;
b. de prijsverminderingen voor de maand M-1 zoals door XXXX xxxxxxxx volgens Art. II.8, overeenkomstig artikel II.10.1;
c. de vergoeding voor de tests overeenkomstig artikel II.7.2
d. andere bedragen die krachtens dit Contract verschuldigd zijn.
De imputatiestructuur die de RSP moet gebruiken, wordt beschreven in Bijlage 3.
ART. II.11 Looptijd van het Contract
De Partijen komen overeen dat dit Contract geldig is vanaf de datum van ondertekening tot 31/12/2023, behoudens artikel II.2.1 tot II.2.4.
Opgemaakt in Brussel in twee exemplaren, waarbij elke betrokken Partij bevestigt een exemplaar te hebben ontvangen. De officiële versie werd opgesteld in het Nederlands en het Frans, waarbij geen enkele versie primeert op de andere; de Engelse versie dient louter ter informatie.
ELIA System Operator nv, vertegenwoordigd door:
[•] | [•] | |
[•] Datum: | [•] | Datum: |
RSP, vertegenwoordigd door:
[•] | [•] | |
[•] Datum: | [•] | Datum: |
BIJLAGEN
BIJLAGE 1. BLACK-START PGM'S
BS HERSTELINSTALLATIE XXX (PERCEEL X: BEGINDATUM – EINDDATUM) OMVAT PGM'S A, B, C
A. TOTAAL: € XXX/dag
Totaal per test:€ XXX/test
B. Beschikbaarheidscriteria
XXX
BIJLAGE 2. CONTACTPERSONEN
VOOR XXXX:
1 Contractmonitoring [•] Xxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxx Tel.: x00 0 000 0000 Fax: x00 0 000 0000 E-mail: [•] |
2 Facturering en betaling Verrekening [•] Xxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxx Tel.: x00 0 000 0000 E-mail: xxxxxx.xxxxxxxx@xxxx.xx Facturering en betaling ELIA SYSTEM OPERATOR NV [•] Xxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxx Btw-nr. BE 476.388.378 |
3 Realtime-operaties National Dispatching (Operations) Xxxxxxxxxxxxx 000 X-0000 Xxxxxxx Tel.: x00 0 000 0000 Fax: x00 0 000 0000 |
Northern Regional Dispatching Office (Noord) Southern Regional Dispatching Office (Zuid) |
4 Andere dan realtime-operaties National Dispatching (Duty) Xxxxxxxxxxxxx 000 X-0000 Xxxxxxx Tel.: x00 0 000 0000 Fax: x00 0 000 0000 |
5 Analyse en voorbereiding van tests [•] Xxxxxxxxxxxxx 000 0000 Xxxxxxx Tel.: x00 0 000 00 00 E-mail: [•] |
VOOR DE RSP:
1 Contractmonitoring |
2 Facturering en betaling 2.1 Verrekening 2.2 Facturering en betaling |
3 Real time (24/24 uur) |
4 Andere dan realtime-operaties |
BIJLAGE 3. IMPUTATIESTRUCTUUR
Ondersteunende dienst | Vergoeding | Boekingsreferentie |
Black-Start | Basisprijs | 900101 |
Vermindering onbeschikbaarheden | voor 900102 |
BIJLAGE 4. TECHNISCHE KENMERKEN VAN DE BLACK-START-PGM'S
Deze bijlage wordt ingevuld op basis van de gegevens die tijdens de aanbestedingsprocedure werden verstrekt in de technische vragenlijst.
BIJLAGE 5. GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN BLACK-START HERSTELINSTALLATIES VOOR DE BLACK-STARTDIENST
XXXX sluit een contract met één BS Herstelinstallatie die in staat is om de Black-Startdienst te leveren in elk van de volgende vijf zones (één 380 kV-zone en vier regionale zones):
o de regionale zones die voor de Black-Startdienst zijn afgebakend, stemmen overeen met de aggregatie van Elektrische Zones die hieronder wordt beschreven:
o Noord-West = Langerbrugge Oost, Langerbrugge West en Ruien
o Noord-Oost = Merksem en Stalen
o Zuid-West = Henegouwen Oost, Henegouwen West en Schaarbeek/Brussel
o Zuid-Oost = Luik
o De 380 kV-Elektrische Zone wordt van elektriciteit voorzien door een Black-StartBS Herstelinstallatie die op de 380 kV-zone aangesloten is. Als er geen BS Herstelinstallatie kan worden gevonden die rechtstreeks op de 380 kV-zone aangesloten is, kan eventueel ook een BS Herstelinstallatie die aangesloten is op netten met een lagere spanning de Black-Start van de 380 kV-zone leveren, als ze daartoe in staat is.
BIJLAGE 6. BRIEFSJABLOON VOOR DE AANDUIDING VAN EEN RSP DOOR DE NETGEBRUIKER
ELIA System Operator nv Ter attentie van [•] Xxxxxxxxxxx 00
X-0000 Xxxxxxx
Datum: dd/mm/jjjj
Betreft: overeenkomst voor de overdracht van rechten en plichten betreffende de levering van Hersteldiensten aan een RSP
Netgebruiker | RSP | |
Naam | ||
Adres |
[Netgebruiker] verklaart dat:
1. Hij overeenkomt om de rechten en plichten van het Contract voor Hersteldiensten gedurende de leveringsperiode van DD/MM/20XX4 tot 31/12/20XX over te dragen aan [RSP], gevestigd te [ADRES].
2. Voor het/de toegangspunt(en) van de BS Herstelinstallaties van de Netgebruiker bestaat een geldig BRP-Contract dat is ondertekend door de BRP en een geldig CIPU-Contract dat is ondertekend door de CIPU-Contracthouder.
3. De Netgebruiker garandeert de correcte overdracht naar de verschillende in het vorige punt bedoelde partijen van de relevante informatie betreffende de deelname van de BS Herstelinstallatie aan de Dienst, evenals de correcte overdracht van de relevante informatie betreffende de productie-/onbeschikbaarheidsplannen van de BS Herstelinstallatie die voor elk van die partijen noodzakelijk zijn om hun verplichtingen na te komen.
4. Hij is op de hoogte van de inhoud van het desbetreffende contract dat door XXXX en [RSP] moet worden gesloten.
5. Hij zal geen andere verbintenissen aangaan met betrekking tot de levering van Hersteldiensten.
4 Datum van daadwerkelijke overdracht van het contract
[Netgebruiker] erkent en stemt ermee in dat het contract tussen Elia System Operator en [RSP] voor Hersteldiensten geen afbreuk doet aan zijn rechten en plichten ten aanzien van de BRP- en CIPU- Contracten.
[Netgebruiker] en [RSP] erkennen dat XXXX niet aansprakelijk is voor:
1. Een geschil tussen [Netgebruiker] en [RSP] betreffende de productie van energie en de levering van de Hersteldiensten.
2. Een geschil tussen [Netgebruiker], [CIPU-Contracthouder], [BRP] en/of [RSP] in verband met penaliteiten, zoals bepaald in het contract voor Hersteldiensten, die het gevolg zijn van onjuiste, door de [Netgebruiker] verstrekte informatie.
[RSP] verklaart dat hij [Netgebruiker] op de hoogte zal brengen van alle wijzigingen in verband met de levering van de bovenvermelde dienst. Als de netgebruiker wijzigt, is deze overeenkomst tussen [Netgebruiker] en [RSP] niet langer geldig en garandeert [Netgebruiker] dat de nieuwe netgebruiker de overeenkomst overneemt volgens dezelfde Algemene Voorwaarden.
[Netgebruiker] met ondernemingsnummer [NUM], vertegenwoordigd door:
Naam: Naam:
Functie: Functie
Datum: dd/mm/jjjj Datum: dd/mm/jjjj
[RSP] met ondernemingsnummer [NUM], vertegenwoordigd door:
Naam: Naam:
Functie: Functie
Datum: dd/mm/jjjj Datum: dd/mm/jjjj
Gelezen en goedgekeurd:
Elia System Operator nv (ELIA) met ondernemingsnummer 476.388.378, vertegenwoordigd door:
Naam: Naam:
Functie: Functie:
Datum: dd/mm/jjjj Datum: dd/mm/jjjj
BIJLAGE 7. TESTPLAN
Testplan van XXXX
Samenvatting | Dit document is een voorstel voor het Testplan dat XXXX heeft opgesteld volgens de criteria die in Verordening (EU) 2017/2196 en in het Federaal Technisch Reglement zijn vastgesteld. Dit document werd onderworpen aan een openbare raadpleging van 14 oktober 2019 tot 14 november 2019 en werd vervolgens op 22 november 2019 overgemaakt ter goedkeuring aan de minister van Energie. | |
Versie | 1.0 | |
Datum | 22-11-2019 | |
Status | Ontwerpversie | Finale versie |
Redactie en verspreiding
Auteur | Xxxxx Xxx Xxxxxxxxxx |
Functie | Emergency plan- ELIA |
Goedkeuring
Versie | Datum | Naam | Functie | Handtekening |
1.0 | 22-11-2019 | Xxxxx Xxxxxx Xxxxxxx Xx Xxxxxx | Head of NCC Chief Officer Customers Markets and Systems |
Vorige versies
Versie | Datum | Auteur | Overzicht van de wijzigingen |
Gerelateerde documenten
Systeembeschermingsplan (goed te keuren door de minister van Energie) |
Herstelplan (goed te keuren door de minister van Energie) |
Algemene voorwaarden om op te treden als Aanbieder van Hersteldiensten (goed te keuren door de CREG) |
Testplan van XXXX
Inhoud
1 Inleiding 3
2 Wettelijk kader 4
3 Te testen apparatuur en geschiktheden 5
4 Conformiteitstests van de geschiktheden van de Elektriciteitsproductie-eenheden 7
4.1 Black-Startdienst 7
4.1.1 Inleiding 7
4.1.2 Periodiciteit van de test 7
4.1.3 Beschrijving van de test 7
4.1.4 Slaagcriteria 9
4.1.5 Organisatie en voorbereiding van de test 10
4.1.6 Niet-geplande test 10
4.1.7 Xxxxxxxxxxxxx 00
4.1.8 Eerste test van een nieuwe Herstelvoorziening 11
4.2 Snelle hersynchronisatiedienst 11
4.2.1 Inleiding 11
4.2.2 Beschrijving van de test 11
5 Conformiteitstest van verbruikersinstallaties die vraagsturing verstrekken 12
5.1 Aanbieders van Beschermingsdiensten die vraagsturing verstrekken 12
5.1.1 Inleiding 12
5.1.2 Beschrijving van de test 12
5.2 Aanbieders van Beschermingsdiensten die vraagsturing bij de ontkoppeling van verbruik bij lage frequentie verstrekken 12
5.2.1 Inleiding 12
5.2.2 Beschrijving van de test 13
6 Conformiteitstest van de HVDC-mogelijkheden 14
6.1.1 Inleiding 14
6.1.2 Beschrijving van de test 14
7 Conformiteitstest van de ontkoppeling van verbruik bij lage frequentie (LFDD) via relais 15
7.1 Inleiding 15
7.2 Kwalificatietest 15
7.3 Inbedrijfstellingstest 16
7.4 Periodieke test 16
8 Definities en acroniemen 17
1 Inleiding
Dit document beschrijft de tests (met inbegrip van hun frequentie en voorwaarden) voor de aanbieders van beschermings- en hersteldiensten en identificeert welke voor het Systeembeschermingsplan en Herstelplan relevante apparatuur en geschiktheden moeten worden getest.
Het Testplan is opgesteld door XXXX, rekening houdend met de voorschriften van Verordening (EU) 2017/2196 van de Europese Commissie van 24 november 2017 tot vaststelling van een netcode voor de noodtoestand en het herstel van het elektriciteitsnet (NC ER) en rekening houdend met andere relevante wetgeving:
• Het Koninklijk besluit van 22 april 2019 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe (het Federaal Technisch Reglement)
• Verordening (EU) 2016/631 tot vaststelling van eisen voor de aansluiting van elektriciteitsproducenten op het net (NC RFG)
• Verordening (EU) 2016/1388 tot vaststelling van een netcode voor aansluiting van verbruikers (NC DCC)
• Verordening (EU) 2016/1447 tot vaststelling van een netcode betreffende eisen voor de aansluiting op het net van hoogspanningsgelijkstroomsystemen en op gelijkstroom aangesloten power park modules (NC HVDC)
Bij het opstellen van dit Testplan heeft XXXX ervoor gezorgd dat:
• de tests geen gevaar vormen voor de operationele veiligheid van het transmissiesysteem en het geïnterconnecteerde transmissiesysteem;
• de tests een minimale impact op de systeemgebruikers hebben.
Conform artikel 7 van de NC ER organiseerde XXXX een openbare raadpleging over dit document gedurende een periode van een maand tussen 14 oktober 2019 en 14 november 2019.
XXXX heeft naar behoren rekening houden met de standpunten van de belanghebbenden die uit de openbare raadpleging naar voren zijn gekomen vooraleer ze het ontwerpvoorstel heeft ingediend. Een consultatierapport met de verklaring voor het al dan niet overnemen van de standpunten van de belanghebbenden werd opgesteld en gelijktijdig met de publicatie van het voorstel bekendgemaakt op de website van XXXX.
Conform artikel 4, lid 3, en artikel 43, lid 2, van de NC ER en artikel 259 van het Federaal Technisch Reglement zal ELIA het Testplan (in het Nederlands en het Frans) tegen uiterlijk 18 december 2019 ter goedkeuring voorleggen aan de minister van Energie.
Het Testplan verwijst naar het Systeembeschermingsplan en het Herstelplan die ELIA conform de NC ER en het Federaal Technisch Reglement heeft opgesteld. Beide plannen wachten nog op goedkeuring door de minister van Energie. De goedkeuring van dit Testplan hangt bijgevolg af van de goedkeuring van het Systeembeschermingsplan en het Herstelplan.
ELIA Testplan van XXXX
2 Wettelijk kader
Artikel 43, lid 2, van de NC ER belast XXXX met het opstellen van een Testplan, in overleg met de publieke Distributiesysteembeheerders (DSBs), de in het Systeembeschermingsplan en het Herstelplan geïdentificeerde Significante Netgebruikers (SNGs), de Aanbieders van Beschermingsdiensten (DSPs) en de Aanbieders van Hersteldiensten (RSPs).
Het Testplan is opgesteld met inachtneming van de minimale eisen die zijn vastgesteld in:
• de artikelen 44 tot en met 47 van de NC ER;
• artikel 15, lid 5, onder a) en c), en artikel 45, leden 5 en 6, van de NC RfG;
• artikel 37, leden 2 en 3, en artikel 71, lid 11, van de NC HVDC;
• artikel 19, leden 1 en 2, artikel 37, leden 4 en 6, artikel 39, lid 5 en artikel 41, lid 1, van de NC DCC.
Het Testplan volgt de in de NC RfG, de NC HVDC en de NC DCC uiteengezette methodologie voor de overeenkomstige geteste geschiktheid. Voor de SNGs die voor de inwerkingtreding van deze codes bestonden, bepaalt de NC ER echter dat het Testplan de bepalingen van de nationale wet moet volgen. Aangezien de Belgische wet geen methodologie voorschrijft, volgt XXXX voor zowel de bestaande als de nieuwe installaties de methodologie die in de drie bovenvermelde NCs is vastgesteld.
Toch dient vermeld dat artikel 263 van het Federaal Technisch Reglement XXXX ertoe machtigt tests te organiseren om de prestaties van de in het Systeembeschermingsplan en het Herstelplan geïdentificeerde maatregelen te evalueren. Deze bepaling stelt ook dat de tests in overleg met de belanghebbenden en op kosten van XXXX moeten worden georganiseerd.
Op basis van een voorstel van XXXX en na advies van de CREG keurt de minister van Energie het Testplan wel of niet goed, conform artikel 259 van het Federaal Technisch Reglement.
In het geval van tegenstrijdigheid tussen het Testplan enerzijds en de NC ER en andere wetten anderzijds, zullen de laatste voorrang hebben.
3 Te testen apparatuur en geschiktheden
Conform artikel 43(2), van de NC ER identificeert de volgende tabel de voor het Systeembeschermingsplan en het Herstelplan relevante apparatuur en geschiktheden die moeten worden getest.
Voor het Systeembeschermingsplan en het Herstelplan relevante apparatuur en geschiktheden die moeten worden getest | Relevant voor het Systeembeschermingsplan of het Herstelplan of algemene verplichting uit de NCER | Periodiciteit van de tests | Opmerkingen |
Op installaties van de TSBs ’ publieke DSBs of CDSO geïmplementeerde LFDD-relais | Systeembeschermingsplan | 10 jaar | De testvoorwaarden zijn opgenomen in paragraaf 7 |
RSP die een PGM is en een Black-Startdienst levert | Herstelplan | 3 jaar | De testvoorwaarden zijn opgenomen in paragraaf 4.1 |
Communicatiesystemen gedefinieerd in art. 41 van de NC ER van ELIA, RSPs, publieke DSBs, CDSO en SNGs geïdentificeerd in het Herstelplan | Algemene verplichting volgens NC ER art. 48, lid 1 | 1 jaar | (*) |
Reservestroomvoorziening van communicatiesystemen van ELIA, RSPs, publieke DSBs, CDSO en SNGs geïdentificeerd in het Herstelplan | Algemene verplichting volgens NC ER art. 48, lid 2 | 5 jaar | (*) |
Communicatiesystemen tussen TSBs | Algemene verplichting volgens NC ER art. 48, lid 3 | Periodiciteit te bepalen tegen 18 december 2024 | Testvoorwaarden te bepalen tegen 18 december 2024 |
Communicatiesystemen tussen XXXX en Coresco | Algemene verplichting volgens NC ER art. 49, lid 2 | 3 jaar | (*) |
Primaire en reservestroomvoorziening van het hoofdcontrolecentrum en het reservecontrolecentrum van ELIA, zoals bepaald in art. 42 van de NC ER | Algemene verplichting volgens NC ER art. 49, lid 2 | 1 jaar | (*) |
Functionaliteit van het hoofd- en reserve-energiebeheersysteem van XXXX, met inbegrip van SCADA, toestandsraming en veiligheidsanalyse | Algemene verplichting volgens NC ER art. 49, lid 2 | 3 jaar | (*) |
Functionaliteit van het ENTSO-E Awareness System van XXXX | Xxxxxxxx verplichting volgens NC ER art. 49, lid 2 | 3 jaar | (*) |
Primair en reserve-datawarehouse en LAN-verbinding van ELIA | Algemene verplichting volgens NC ER art. 49, lid 2 | 3 jaar | (*) |
Functionaliteit van de frequentieherstelregelaar van XXXX van de LFC-zone | Algemene verplichting volgens NC ER art. 49, lid 2 | 3 jaar | (*) |
ELIA Testplan van XXXX
Functionaliteit van het hoofd- en reserveregelsysteem van XXXX voor handmatige FRR | Algemene verplichting volgens NC ER art. 49, lid 2 | 3 jaar | (*) |
Functionaliteit van de SCADA van de onderstations voor de onderstations die essentieel worden geacht voor het Herstelplan | Algemene verplichting volgens NC ER art. 49, lid 2 | 3 jaar | (*) (**) |
Primaire en reservegegevenscommunicatie van XXXX met de onderstations die essentieel worden geacht voor de procedures van het Herstelplan | Algemene verplichting volgens NC ER art. 49, lid 2 | 3 jaar | (*) (**) |
Back-upvermogensbronnen van XXXX die essentiële diensten verlenen aan de onderstations die essentieel worden geacht voor de procedures van het Herstelplan | Algemene verplichting volgens NC ER art. 49, lid 3 | 5 jaar | (*) (**) |
Functionaliteit van de instrumenten die ELIA gebruikt voor het beheer van de nominaties | Algemene verplichting volgens NC ER art. 49, lid 2 | 3 jaar | (*) |
Functionaliteit van de instrumenten die ELIA gebruikt voor de activering van balanceringsenergiebiedingen | Algemene verplichting volgens NC ER art. 49, lid 2 | 3 jaar | (*) |
Transferprocedure van XXXX voor de verplaatsing van het hoofdcontrolecentrum naar het reservecontrolecentrum | Algemene verplichting volgens NC ER art. 49, lid 4 | 1 jaar | (*) |
(*) De testvoorwaarden zijn niet opgenomen in het Testplan, aangezien dat door artikel 43, lid 3, van de NC ER niet verplicht wordt gesteld. (**) Wanneer publieke DSBs, CDSO of SNGs bij deze instrumenten en voorzieningen betrokken zijn, nemen ze deel aan deze test.
4 Conformiteitstests van de geschiktheden van de Elektriciteitsproductie-eenheden
Elke Aanbieder van Hersteldiensten (RSP) moet zijn Elektriciteitsproductie-eenheden (PGM) testen om te verzekeren dat zij de gespecificeerde hersteldienst(en) kunnen verstrekken. Volgens artikel 44 van de NC ER moet er een Testplan worden opgesteld voor de volgende door een RSP geleverde diensten:
• Black-Startdienst
• Snelle hersynchronisatiedienst.
Andere eisen met betrekking tot de productie in normale/alarmstatus vallen buiten het bereik van dit Testplan.
4.1 Black-Startdienst
4.1.1 Inleiding
Elke RSP die een PGM is en een Black-Startdienst levert, voert een test van de Black- Startmogelijkheden uit volgens de minimale eisen die zijn vastgesteld in artikel 44, lid 1, van de NC ER en artikel 45, lid 5, van de NC RfG.
Zoals artikel 45, lid 5, van de NC RfG voorschrijft, onderzoekt de test de technische capaciteit om te kunnen opstarten vanuit stilstand zonder enige externe elektrische voeding.
Aangezien het uiteindelijke doel van de Black-Startdienst echter het onder spanning zetten van een uitgevallen hoofdrail is, het kunnen opvangen van actief en blindvermogen en het hersynchroniseren van het net in eilandbedrijf met het andere deel van het transmissiesysteem om het herstel van het net te ondersteunen, eist XXXX dat de Herstelvoorziening al deze aspecten aantoont.
4.1.2 Periodiciteit van de test
Conform artikel 44 van de NC ER zou een test van de Black-Startmogelijkheden ten minste om de drie jaar moeten plaatsvinden.
Onverminderd de vorige paragraaf en om na te gaan of de Herstelvoorziening in staat is om de Black-Startdienst te verstrekken, moet de test ten minste eenmaal tijdens de termijn van het tussen de RSP en ELIA afgesloten contract worden uitgevoerd.
4.1.3 Beschrijving van de test
De test van de Black-Startmogelijkheden kan een van de volgende vormen aannemen:
• Test 0: Inspectie van de Black-Start, dit omvat:
o Een inspectie van de Black-Startinstallaties en de voorlegging aan de vertegenwoordigers van XXXX van de procedures 'Black-out' en 'Black-Start' die door de operators van de PGM moeten worden uitgevoerd.
o Uitleg over deze procedures aan XXXX door de operators van de RSP
o Een demonstratie van de werking van ondersteunende installaties voor 'Black-Start' (ondersteunende dieselgeneratoren, compressoren, ondersteunende stoomketels enz.).
• Test 1: Opstarten en herinschakelen:
o De PGM wordt uitgeschakeld, gevolgd door een opstart volgens de in de paragraaf 'Bepalingen van de Black-Startdienst' van het RSP-contract gedefinieerde tijd.
o De ondersteunende systemen van de PGM worden gestart met een onafhankelijke elektriciteitsbron zoals een dieselgenerator, volgens de 'Black-Startprocedure' van de PGM.
o De PGM wordt vervolgens aangesloten op het transmissiesysteem dat al onder spanning staat.
• Test 2:
o De ondersteunende systemen van de PGM worden door een onafhankelijke energiebron gevoed.
o De PGM moet het vermogen aantonen om de spanning te herstellen op een hoofdrail van het transmissiesysteem met nulspanning. De PGM moet de spanning op de hoofdrail kunnen regelen op de referentiewaarden 0,9 p.u.,
1 p.u. (spanningsbasis p.u.: nominale spanning van de hoofdrail van het transmissiesysteem).
• Test 3:
o Naast de in test 2 vereiste prestaties moet de PGM de uitwisseling van blindvermogen met het transmissiesysteem aantonen wanneer de TSB inductieve of capacitieve elementen aan het systeem in eilandbedrijf schakelt. De TSB kan vragen om uitwisselingen van blindvermogen aan te tonen tot de limieten van de paragraaf 'Voorwaarden om deel te nemen aan de Black-Startdienst" in het RSP-contract.
• Test 4:
o Naast de in test 3 vereiste prestaties moet de PGM het vermogen aantonen om werkzaam vermogen in het systeem in eilandbedrijf te injecteren wanneer de TSB blokken werkzaam vermogen (MW) inschakelt. De TSB kan vragen om uitwisselingen van werkzaam vermogen aan te tonen tot de limieten van de paragraaf 'Voorwaarden om deel te nemen aan de Black- Startdienst" in het RSP-contract.
XXXX zal standaard de uitvoering van een test 4 van de Black-Startmogelijkheden eisen. Indien echter vanwege bijzondere omstandigheden (bv. niet-beschikbare testbelasting, potentieel negatieve impact op het transmissiesysteem) een test 4 niet kan worden uitgevoerd, kan ELIA in overleg met de RSP beslissen om een andere van de hierboven beschreven tests uit te voeren.
Los van de driejaarlijkse periodieke test behoudt XXXX zich het recht voor om te eisen dat de RSP de bovenvermelde tests tussentijds uitvoert, indien ELIA dat nodig acht.
XXXX zal de reden voor een tussentijdse test motiveren en aan de RSP meedelen.
4.1.4 Slaagcriteria
De test van de Black-Startmogelijkheden wordt als geslaagd beschouwd wanneer hij voldoet aan de voorwaarden die ELIA heeft bepaald volgens artikel 43, lid 5, van de NC ER.
4.1.5 Organisatie en voorbereiding van de test
XXXX en de RSP bereiden de test voor volgens de minimale eisen die zijn vastgesteld in artikel 44, lid 1, van de NC ER, met uitzondering van de niet-geplande tests die in paragraaf
4.1.6 van dit Testplan worden beschreven.
De RSP en XXXX treffen alle maatregelen om de commerciële impact van de uitvoering van een geplande test van de Black-Startmogelijkheden voor beide partijen zoveel mogelijk te beperken.
De datum waarop de tests van de Black-Startmogelijkheden plaatsvinden (Testdatum) wordt door XXXX en de RSP samen beslist. De Testdatum moet worden gekozen in een periode die drie maanden voor de Referentiedatum begint en drie maanden na de Referentiedatum eindigt. De Referentiedatum is de datum die het verst in de toekomst ligt tussen:
• de datum van inwerkingtreding van het RSP-contract plus zes maanden;
• de datum van de vorige tests van de Black-Startmogelijkheden voor dezelfde Herstelvoorziening plus drie jaar.
Als XXXX en de RSP het binnen 30 kalenderdagen na het begin van het overleg niet eens worden over de Testdatum, legt XXXX eenzijdig een Testdatum op, tenzij de RSP kan bewijzen dat dit zijn assets ernstig zou beschadigen en dat andere en even effectieve testperiodes mogelijk zijn.
Conform artikel 4, lid 8, van de NC ER kan de RSP een klacht indienen tegen een TSB in verband met de beslissing van XXXX en kan hij de klacht naar de CREG verwijzen, die als geschillenbeslechtingsautoriteit optreedt en binnen twee maanden na ontvangst van de klacht een besluit neemt. Deze periode kan met twee maanden worden verlengd als de CREG aanvullende informatie opvraagt. De verlengde periode kan met het akkoord van de klager verder worden verlengd. De beslissing van de CREG is bindend tenzij en totdat ze in beroep wordt herroepen.
De test van de Black-Startmogelijkheden wordt uitgevoerd volgens de Black-out- en Black- Startprocedures van de RSP en de relevante procedures van XXXX.
De RSP bezorgt XXXX de volgende documenten voorafgaand aan de uitvoering van elke test van de Black-Startmogelijkheden, of op verzoek van XXXX:
• 'Black-outprocedure' zoals gedefinieerd in artikel II.1 van het RSP-contract;
• 'Black-Startprocedure' zoals gedefinieerd in artikel II.1 van het RSP-contract;
• Synoptisch diagram van de installaties.
XXXX heeft het recht de test van de Black-Startmogelijkheden bij te wonen. De RSP garandeert daartoe dat XXXX toegang heeft tot de gebouwen van de Herstelvoorziening.
Als de test van de Black-Startmogelijkheden mislukt, verbindt XXXX zich ertoe waar mogelijk mee te werken aan de organisatie van een nieuwe test van de Black-Startmogelijkheden, binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek van de RSP.
4.1.6 Niet-geplande test
Onverminderd de vorige paragrafen en om te controleren of de Herstelvoorziening werkelijk in staat is om de Black-Startdienst te verstrekken, heeft XXXX het recht een test van de Black-Startmogelijkheden uit te voeren zoals beschreven in paragraaf 4.1.3 van dit Testplan, zonder waarschuwing van of overleg met de RSP.
ELIA mag dergelijke niet-geplande tests uitsluitend uitvoeren indien de Herstelvoorziening beschikbaar is (volgens de definitie van niet-beschikbaarheid in artikel II.4.6 van het RSP- contract), haar productieprogramma nul is (op basis van de door de Aanbieder verzonden CIPU-nominaties) en ze op dat ogenblik niet deelneemt aan de levering van andere reserves. XXXX heeft het recht om dergelijke tests voor elke Herstelvoorziening minstens eenmaal tijdens de looptijd van het RSP-contract uit te voeren.
4.1.7 Testverslagen
XXXX stelt, bijgestaan door de RSP, een verslag op van elke voltooide test.
De RSP verleent XXXX toegang tot alle testverslagen en belangrijke informatie over vroegere en huidige interne tests in de Herstelvoorziening.
4.1.8 Eerste test van een nieuwe Herstelvoorziening
Elke Herstelvoorziening waarvoor geen Black-Startdienstcontract bestond in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het RSP-contract werd afgesloten of elke Herstelvoorziening die in de voorbije drie jaar niet in een test geslaagd is, moet zo snel mogelijk en voor het einde van het eerste jaar van het RSP-contract slagen in een test van de Black- Startmogelijkheden.
4.2 Snelle hersynchronisatiedienst
4.2.1 Inleiding
Elke RSP die een PGM is en een Black-Startdienst levert, voert een test betreffende de overschakeling naar eigenbedrijfbelasting uit met inachtneming van de minimale eisen die zijn vastgesteld in artikel 44, lid 2, van de NC ER en artikel 45, lid 6, van de NC RfG.
Zoals vermeld in artikel 45, lid 6, van de NC RfG moet de test aantonen dat de PGM de technische capaciteit heeft om na afschakeling van het systeem over te gaan naar stabiel eigenbedrijf.
De capaciteit voor snelle hersynchronisatie wordt gedefinieerd in artikel 15, lid 5, onder c), van de NC RfG.
4.2.2 Beschrijving van de test
In de versie van het Herstelplan die op 30 september 2019 ter goedkeuring werd ingediend, sluit XXXX geen contracten voor snelle hersynchronisatiediensten. Deze versie van het Testplan beschrijft bijgevolg geen test voor deze diensten. Een PGM van het type C & D moet echter volgens artikel 15, lid 5, onder c), van de NC RfG in staat zijn tot snelle hersynchronisatie overeenkomstig de beveiligingsstrategie die is overeengekomen tussen de relevante systeembeheerder in overleg met de relevante TSB en de elektriciteitsproductie- installatie.
Indien ELIA in de toekomst een contract sluit voor een Hersteldienst die een PGM is en een snelle hersynchronisatiedienst levert, zal een testprocedure worden ontwikkeld in overleg met de belanghebbenden en rekening houdend met de minimale eisen die zijn vastgesteld in artikel 44, lid 2, van de NC ER, en artikel 45, lid 6, en artikel 15, lid 5, onder c), van de NC RfG. In dat geval zal een nieuwe versie van het Testplan ter goedkeuring worden voorgelegd.
5 Conformiteitstest van verbruikersinstallaties die vraagsturing verstrekken
5.1 Aanbieders van Beschermingsdiensten die vraagsturing verstrekken
5.1.1 Inleiding
Xxxx Xxxxxxxxx van Beschermingsdiensten (DSP) die vraagsturing verstrekt, voert een test betreffende aanpassing van het verbruik uit volgens de minimale eisen die zijn vastgesteld in artikel 45, lid 1, van de NC ER en volgens de in artikel 41, lid 1, van de NC DCC vastgestelde methodologie.
Zoals vermeld in artikel 41, lid 1, van de NC DCC moet de test betreffende de aanpassing van het verbruik aantonen dat de verbruikseenheid die door een verbruiksinstallatie of een gesloten distributiesysteem wordt gebruikt om vraagsturing om het actief vermogen te regelen, vraagsturing om het blindvermogen te regelen en vraagsturing om transmissiebeperking te beheren, technisch in staat is tot aanpassing van de vermogensopname nadat een instructie van XXXX is ontvangen.
5.1.2 Beschrijving van de test
In de versie van het Systeembeschermingsplan die op 30 september 2019 ter goedkeuring werd voorgelegd, heeft XXXX geen maatregelen opgenomen die de DSPs die vraagsturing verstrekken moeten uitvoeren. Deze versie van het Testplan beschrijft bijgevolg geen test voor deze diensten.
Indien het Systeembeschermingsplan afhankelijk zou zijn van acties van DSPs die vraagsturing verstrekken, zal een specifieke testprocedure worden ontwikkeld in overleg met de belanghebbenden en rekening houdend met de minimale eisen die zijn vastgesteld in artikel 45, lid 1, van de NC ER en artikel 41, lid 1, onder c), van de NC DCC. In dat geval zal een nieuwe versie van het Testplan ter goedkeuring worden voorgelegd.
5.2 Aanbieders van Beschermingsdiensten die vraagsturing bij de ontkoppeling van verbruik bij lage frequentie verstrekken
5.2.1 Inleiding
Elke DSP die vraagsturing bij de ontkoppeling van verbruik bij lage frequentie (LFDD) verstrekt, voert een LFDD-test uit volgens de minimale eisen die zijn vastgesteld in artikel 45, lid 2, van de NC ER en volgens de in artikel 37, lid 4, van de NC DCC vastgestelde methodologie voor transmissiegekoppelde distributie-installaties. Voor andere installaties kan de relevante systeembeheerder een soortgelijke methodologie bepalen.
Zoals bepaald in artikel 37, lid 4, van de NC DCC moet de LFDD-test aantonen dat de transmissiegekoppelde distributie-installatie technisch in staat is tot ontkoppeling vanop afstand op het aansluitpunt of de aansluitpunten van het transmissiesysteem, wanneer vereist door XXXX.
5.2.2 Beschrijving van de test
In de versie van het Systeembeschermingsplan die op 30 september 2019 ter goedkeuring werd voorgelegd, heeft XXXX geen maatregelen opgenomen die moeten worden uitgevoerd door distributie-installaties die vraagsturing bij de ontkoppeling van verbruik bij lage frequentie (LFDD) verstrekken. Deze versie van het Testplan beschrijft bijgevolg geen test voor deze diensten.
Indien toekomstige versies van het Systeembeschermingsplan afhankelijk zouden zijn van maatregelen van DSPs die vraagsturing verstrekken, zal een specifieke testprocedure worden ontwikkeld in overleg met de belanghebbenden en rekening houdend met de minimale eisen die zijn vastgesteld in artikel 45, lid 2, van de NC ER en artikel 37, lid 4, van de NC DCC. In dat geval zal een nieuwe versie van het Testplan ter goedkeuring worden voorgelegd.
6 Conformiteitstest van de HVDC-mogelijkheden
6.1.1 Inleiding
Elke RSP die een HVDC-systeem is en een Black-Startdienst levert, voert een test van de Black-Startmogelijkheden uit volgens de minimale eisen die zijn vastgesteld in artikel 46 van de NC ER en volgens de in artikel 71, lid 11, van de NC HVDC vastgestelde methodologie.
Zoals vermeld in artikel 71, lid 11, van de NC HVDC moet de test betreffende de Black- Startmogelijkheden de technische capaciteit aantonen van het HVDC-systeem om de hoofdrail van het op afstand gelegen AC-onderstation waarmee het is verbonden onder spanning te brengen.
6.1.2 Beschrijving van de test
In de versie van het Herstelplan dat op 30 september 2019 ter goedkeuring werd voorgelegd, heeft XXXX geen maatregelen opgenomen die moeten worden uitgevoerd door HVDC- systemen die Black-Startmogelijkheden verstrekken. Deze versie van het Testplan beschrijft bijgevolg geen test voor deze diensten.
Indien ELIA in de toekomst een contract sluit met een Hersteldienst die een HVDC-systeem is en Black-Startmogelijkheden verstrekt, zal een testprocedure worden ontwikkeld in overleg met de belanghebbenden en rekening houdend met de minimale eisen die zijn vastgesteld in artikel 46 van de NC ER en artikel 71, lid 11, artikel 37, leden 2 en 3, van de NC HVDC. In dat geval zal een nieuwe versie van het Testplan ter goedkeuring worden voorgelegd.
7 Conformiteitstest van de ontkoppeling van verbruik bij lage frequentie (LFDD) via relais
7.1 Inleiding
Elke TSB, publieke DSB en CDSO voert tests uit op de ontkoppeling van verbruik bij lage frequentie via relais in zijn installatie volgens de minimale eisen die zijn vastgesteld in artikel 47 van de NC ER en volgens de in artikel 37, lid 6, en artikel 39, lid 5, van de NC DCC vastgestelde methodologie.
Zoals vermeld in artikel 37, lid 6, en artikel 39, lid 5, van de NC DCC moet die test van de LFDD-relais aantonen dat de transmissiegekoppelde distributie- installatie/verbruikersinstallatie technisch in staat is tot bedrijf bij een nominale AC- voedingsspanning die door XXXX wordt gespecificeerd.
Er is in drie tests voorzien om de conformiteit van LFDD-relais op de installaties van de TSB, de publieke DSB of de CDSO te beoordelen.
1. Een kwalificatietest die vóór de installatie van het LFDD-relais wordt uitgevoerd.
2. Een inbedrijfstellingstest die ten minste bij de installatie van een nieuw LFDD- relais wordt uitgevoerd.
3. Een periodieke test die ten minste om de 10 jaar wordt uitgevoerd als het relais in die periode niet getest is.
7.2 Kwalificatietest
Voordat een nieuw type LFDD-relais wordt geïnstalleerd, zal het worden onderworpen aan een kwalificatietest. Aan de hand van deze kwalificatietest wordt beoordeeld of het LFDD- relais beantwoordt aan de minimale eisen; de test wordt uitgevoerd voordat de LFDD-relais worden geïnstalleerd.
De volgende kenmerken worden getest:
- Meting van de nauwkeurigheid van de drempel
- Meting van de werkingstijd van het relais bij een plotse frequentiedaling
- Meting van de werkingstijd van het relais bij een frequentiedaling met verschillende wijzigingssnelheden (hellingen)
- Blokkering van de frequentiefunctie met minimumspanning
- Controle van het gedrag van het relais in aanwezigheid van harmonischen en een Ripple-regelsignaal
- Controle van het gedrag van het relais bij een plotse vectorsprong
- Controle van het gedrag van het relais bij ongebalanceerde spanning
- Controle van de anti-aliasfiltering van het relais
- Controle van het gedrag bij de injecties van records in 'Comtrade'-formaat
- Controle van de werking van de leds
- Controle van de initialisatietijd
- Controle van de stuiterreactie van de afschakelcontacten van het relais
- Controle van de werkingstijdrespons wanneer een of twee fase-aarde spanningen wegvallen
7.3 Inbedrijfstellingstest
De inbedrijfstellingstest verifieert de conformiteit van nieuw geïnstalleerde LFDD-relais met behulp van een test met frequentiedaling.
De inbedrijfstellingstest wordt uitgevoerd na de installatie van een nieuw LFDD-relais.
Externe frequentiesignalen worden in het LFDD-relais geïnjecteerd om te controleren of de afschakelopdracht correct wordt verzonden en ontvangen door de relevante onderbrekers of interfacekast, binnen de aanvaardbare aanspreektijd.
De inbedrijfstellingstest wordt geslaagd geacht als:
• De gemeten aanspreektijd lager is dan 150 ms, zoals vermeld in artikel 19, lid 1, onder c), van de NC DCC. De aanspreektijd verwijst naar de werkingstijd van het LFDD-relais met inbegrip van de tijd voor de meting en de berekening van het relais. De openingstijd van de onderbreker wordt niet meegeteld in de aanspreektijd.
• Geen stuiterfenomeen werd waargenomen (in een korte periode van enkele seconden herhaaldelijk contact maken en verbreken om in een gegeven, gesloten of open, positie te eindigen)
7.4 Periodieke test
De periodieke test verifieert de conformiteit van de bestaande LFDD-relais met behulp van een test met frequentiedaling.
De periodieke test wordt geslaagd geacht als:
• De gemeten aanspreektijd lager is dan 150 ms, zoals vermeld in artikel 19, lid 1, onder c), van de NC DCC. De aanspreektijd verwijst naar de werkingstijd van het LFDD-relais met inbegrip van de tijd voor de meting en de berekening van het relais. De openingstijd van de onderbreker wordt niet meegeteld in de aanspreektijd.
• Geen stuiterfenomeen werd waargenomen (in een korte periode van enkele seconden herhaaldelijk contact maken en verbreken om in een gegeven, gesloten of open, positie te eindigen).
De eigenaar van de apparatuur moet ten minste om de 10 jaar een periodieke test uitvoeren. De TSB en de relevante publieke DSB en/of CDSO moeten de organisatie van deze test coördineren.
Als in een onderhoudscontext een test met frequentiedaling op het relais werd uitgevoerd, begint de periode van 10 jaar op de datum van de uitvoering van die test.
8 Definities en acroniemen
Black-Startmogelijkheden: 'black-start-mogelijkheden' zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 2, punt 45, van de NC RfG, namelijk "de capaciteit van een elektriciteitsproductie- eenheid om zich te herstellen na een totale afschakeling, met behulp van een daarvoor specifiek bestemde noodvoeding zonder enige levering van elektrische energie van buiten de elektriciteitsproductie-installatie".
CDSO= Closed Distribution System Operator (beheerder van een gesloten distributiesysteem)
CE 11 AHDR: Werkgroep van Synergrid: 'Comité Electrique 11 Afschakelen, Heropbouwen, Délestage, Reconstruction'
CIPU = Coordination of the Injection of Production Units Contract (contract voor de coördinatie van de injectie van productie-eenheden)
CREG = Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas
DSB = distributiesysteembeheerder. Wanneer in dit document naar een DSB wordt verwezen, wordt de beheerder van een openbaar distributiesysteem bedoeld. Om misverstanden te vermijden: een CDSO mag in dit document niet worden begrepen als een deelcategorie van DSBs. Vereisten voor CDSOs worden expliciet vermeld.
DSP = Defence Service Provider: 'aanbieder van beschermingsdiensten' zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 2, punt 1, van de NC ER, namelijk een "rechtspersoon met een wettelijke of contractuele verplichting om een dienst te verlenen die bijdraagt aan één of meer maatregelen van het systeembeschermingsplan";
FTR = Federaal Technisch Reglement: het Koninklijk besluit van 22 april 2019 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe.
FRR = Frequency Restoration Reserves, frequentieherstelreserves: operationele reserves om de frequentie en de systeemonbalans te herstellen in hun normale waarde. Centrale controle. Automatische of manuele activering binnen 15 minuten
Eigenbedrijfsituatie: 'eigenbedrijfsituatie' zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 2, punt 44, van de NC RfG, namelijk "de bedrijfsvoering die waarborgt dat elektriciteitsproductie-installaties in hun eigen energiebehoefte kunnen voorzien wanneer een systeemstoring resulteert in de ontkoppeling van de elektriciteitsproductie- eenheden van het systeem en overschakelen naar de eigenbedrijfsvoorziening".
Eilandbedrijf: 'eilandbedrijf' zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 2, punt 43, van de NC RfG, namelijk "het onafhankelijk bedrijf van een geheel netwerk of een deel van een netwerk dat geïsoleerd is na te zijn ontkoppeld van het geïnterconnecteerde systeem, waarbij minimaal één elektriciteitsproductie-eenheid of HVDC-systeem vermogen levert aan dit netwerk en de frequentie en spanning regelt".
LAN = Local area network
LFC-zone: Load Frequency Control-zone (belastingfrequentieregelzone). Voor België is dit de regelzone van XXXX.
LFDD = Low Frequency Demand Disconnection (regeling voor automatische ontkoppeling van verbruik bij lage frequentie)
Minister van Energie: De minister of staatssecretaris met verantwoordelijkheid voor energiezaken.
NCC = Nationaal Controlecentrum
NC DCC = Network Code Demand Connection (netcode voor aansluiting van verbruikers). VERORDENING (EU) 2016/1388 VAN DE COMMISSIE van 17 augustus 2016 tot vaststelling van een netcode voor aansluiting van verbruikers
NC ER = Network Code Emergency and Restoration (netcode voor noodtoestand en herstel). VERORDENING (EU) 2017/2196 VAN DE COMMISSIE van 24 november 2017 tot vaststelling van een netcode voor de noodtoestand en het herstel van het elektriciteitsnet
NC HVDC = Network Code HVDC: VERORDENING (EU) 2016/1447 VAN DE
COMMISSIE van 26 augustus 2016 tot vaststelling van een netcode betreffende eisen voor de aansluiting op het net van hoogspanningsgelijkstroomsystemen en op gelijkstroom aangesloten power park modules
NC RfG = Network Code Requirements for Generators (netcode voor aansluiting van elektriciteitsproducenten): VERORDENING (EU) 2016/631 VAN DE COMMISSIE van 14 april 2016 tot vaststelling van een netcode betreffende eisen voor de aansluiting van elektriciteitsproducenten op het net
PGM = Power Generating Module (elektriciteitsproductie-eenheid) RCC = Regionaal Controlecentrum
Herstelvoorziening: elektriciteitsproducerende installatie met een of meer PGM's die aangesloten zijn op hetzelfde aansluitpunt van het transmissiesysteem en die een bepaalde Hersteldienst kunnen verstrekken.
Herstelplan: 'herstelplan' zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 2, punt 5, van de NC ER, namelijk "alle technische en organisatorische maatregelen die noodzakelijk zijn om de normale toestand van het systeem te herstellen".
RSP= Restoration Service Provider: 'aanbieder van hersteldiensten' zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 2, punt 2, van de NC ER, namelijk "rechtspersoon met een wettelijke of contractuele verplichting om een dienst te verlenen die bijdraagt aan één of meer maatregelen van het herstelplan".
RSP-contract: contract tussen XXXX en een Aanbieder van Hersteldiensten die een hersteldienst levert volgens de algemene voorwaarden om als Aanbieder van Hersteldiensten op te treden.
SCADA = Supervisory Control and Data Acquisition
SNG = Significante Netgebruiker. Een entiteit vermeld in artikel 2, lid 2, van VERORDENING (EU) 2017/2169 VAN DE COMMISSIE van 24 november 2017 tot
vaststelling van een netcode voor de noodtoestand en het herstel van het elektriciteitsnet:
a) bestaande en nieuwe elektriciteitsproductie-eenheden van type C en D overeenkomstig de criteria van artikel 5 van Verordening (EU) 2016/631 van de Commissie;
b) bestaande en nieuwe elektriciteitsproductie-eenheden van type B overeenkomstig de criteria van artikel 5 van Verordening (EU) 2016/631, indien deze zijn aangemerkt als SNGs overeenkomstig artikel 11, lid 4, en artikel 23, lid 4, van Verordening (EU) 2017/2196 van de Commissie;
c) bestaande en nieuwe transmissiegekoppelde verbruikersinstallaties;
d) bestaande en nieuwe transmissiegekoppelde gesloten distributiesystemen;
e) aanbieders van het redispatchen van elektriciteitsproductie-eenheden of verbruikersinstallaties door middel van aggregatie en aanbieders van reserve werkzaam vermogen overeenkomstig titel 8 van Verordening (EU) 2017/1485, en
f) bestaande en nieuwe hoogspanningsgelijkstroomsystemen ('HVDC') en op gelijkstroom aangesloten power park modules overeenkomstig de criteria van artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1447 van de Commissie.
Synergrid: Federatie van de transport- en distributienetbeheerders van gas en elektriciteit.
TSB = Transmissiesysteembeheerder: de transmissiesysteembeheerder beheert het hoogspanningsnet en is verantwoordelijk voor de transmissie van elektriciteit. Elektriciteit wordt via het hoogspanningsnet verzonden van de producenten naar de distributiesysteembeheerders en grote industriële verbruikers. Om deze taken te kunnen uitvoeren, is de transmissiesysteembeheerder ook verantwoordelijk voor het beheer van het systeem. Hier is de transmissiesysteembeheerder de entiteit die verantwoordelijk is voor de levering van toegang tot het net, de monitoring van de stromen en de garantie van het ononderbroken beheer van het evenwicht tussen de productie en het verbruik.
AV RSP = Algemene voorwaarden om op te treden als Aanbieder van Hersteldiensten