straatcontract voor het beheer van een tuinstraat als gemeengoed
Voorbeeld van een
straatcontract voor het beheer van een tuinstraat als gemeengoed
tussen
een straatcomité en een lokale overheid
Doel, onderwerp en scope
Dit contract beoogt een nieuwe samenwerking tussen burgers en administratie met betrekking tot het beheer van een tuinstraat. De partijen beschrijven de verschillende rollen, taken, verantwoordelijkheden en vereiste competenties.
Het buurtcontract gaat uit van een gedeelde verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid tussen burgers en administratie, gemeenschappelijke belangen, belangencongruentie.
De focus ligt op het collectieve belang. Het contract wil de samenwerking tussen burgers en administratie versterken.
Algemene principes
• Wederzijds vertrouwen. Administratie en actieve burgers streven naar wederzijds vertrouwen. Dat ontstaat door een goede afstemming over de samenwerking, een goede rol- en taakverdeling, het formuleren van een gemeenschappelijk doel en het maken van heldere afspraken.
• Wederzijds vertrouwen ontstaat ook als burgers en administratie openheid, eerlijkheid en transparantie nastreven. De administratie is bijvoorbeeld transparant over wie beslissingen neemt, hoe en wanneer. Gedeelde verantwoordelijkheid staat centraal. Zowel burgers als administratie hebben verantwoordelijkheden en erkennen elkaars verantwoordelijkheid. Dat principe wordt omgezet in meetbare indicatoren.
• Inclusiviteit. Buurtcontracten moeten zo opgesteld worden dat elke actieve burger kan deelnemen.
• Duurzaamheid. De administratie zorgt ervoor dat de kosten die voortvloeien uit de samenwerking met burgers niet groter zijn dan de baten. Er mag geen negatief effect zijn op het publiek domein.
• Proportionaliteit. Administratieve bepalingen, opvolging van indicatoren, communicatie etc. zijn in proportie.
• Informaliteit. Enkel zaken die wettelijk bepaald zijn, worden formeel behandeld. De relatie tussen administratie en bewoners is verder eerder informeel, eenvoudig, flexibel, respectvol.
• Respect voor de autonomie van bewonersgroepen. De administratie erkent de autonomie van bewonersgroepen.
Doelstellingen
Het doel van dit buurtcontract is om:
• de straat maximaal te vergroenen, te verblauwen en te verbinden. Het gaat niet enkel om fysieke ingrepen, maar ook om het versterken van de sociale cohesie, de veerkracht van de straat, de wijk, het district, de stad.
• de straat uit te bouwen tot een soort living street lab voor vernieuwende
groene en blauwe initiatieven in het district en de stad.
• de samenwerking tussen bewoners en administratie te versterken, samen te leren door samen te doen.
Duurtijd
Dit buurtcontract loopt één jaar en wordt dan gezamenlijk geëvalueerd en bijgestuurd.
Rol- en taakverdeling
De lokale overheid:
• beheert groenslingers en bomen;
• financiert (via lokale initiatieven, in Antwerpen bijvoorbeeld de Burgerbegroting, ‘Beleef je buurt’, …) mee geveltuinen, boomspiegels, groenslingers, geveltonnen, groenbakken, teelaarde, planten …;
• coacht en ondersteunt het straatcollectief bij het beheren van groen, blauw en het sociaal netwerk;
• zorgt voor een aanspreekpunt of contactpersoon waar de bewoners vlot terecht kunnen met vragen (in Antwerpen bijvoorbeeld de buurtcoach);
• verzorgt contacten met andere diensten (in Antwerpen bijvoorbeeld Ecohuis, groendienst, Stadslab, …) en bezorgt info over nieuwe subsidies en projectoproepen, beleidsplannen die relevant zijn met betrekking tot de tuinstraat;
• ondersteunt de bewoners bij het ontwikkelen van vernieuwende klimaatrobuuste interventies: inplanting, technische ingrepen, vergunningen … De doelstelling van de interventies is om de leefbaarheid, de mobiliteit en het beheer van de straat te verbeteren en/of publieke plekken die momenteel door de de lokale overheid nauwelijks beheerd worden collectief aan te pakken;
• deelt de opgedane kennis, ervaring met andere lokale overheden, stedelijke diensten, actoren en stakeholders. Op die manier stimuleert de administratie innovatie en ondernemerschap in de stad. De impact van dit buurtcontract op het stedelijk beleid wordt gedeeld met de bewoners;
• faciliteert p2p-coaching, ervaringsuitwisseling met andere tuinstraatcollectieven en andere buurtcollectieven die instaan voor collectief beheer in het betrokken stadsdeel (bijvoorbeeld gemeenschapstuinen);
• staat in voor de jaarlijkse evaluatie van het buurtcontract (in Antwerpen bijvoorbeeld via ‘Beleef je buurt’);
• zorgt dat de steun in verhouding staat tot de toegevoegde waarde die de bewoners leveren met betrekking tot het verder uitbouwen en beheren van de straat. Op jaarbasis voorziet de lokale overheid in (bijvoorbeeld) de inzet van één persoon voor één dag;
• zorgt mee voor logistieke ondersteuning;
• helpt het straatcollectief in het betrekken van stedelijke diensten (groendienst, milieudienst, waterplan, groenplan, klimaatplan, Stadsmakers, Atlas,…).
Het straatcomité:
• organiseert een jaarlijkse straatvergadering over het beheer van de tuinstraat;
• organiseert een jaarlijkse lentepoets en/of herfstpoets;
• maakt een beurtrol op voor het begieten van geveltuinen, boomspiegels …
• zorgt voor opvolging en evaluatie van de taken, stelt een aanspreekpersoon aan voor het district en voor de straatbewoners;
• vraagt subsidies via bijvoorbeeld Burgerbegroting, Beleef je buurt …
• betrekt zoveel mogelijk buurtbewoners;
• mobiliseert buren voor buurtvergaderingen, lentepoets, bestellingen materiaal
…
• plant de planten voor groenslingers;
• zorgt voor het dagelijks beheer van de geveltonnen, boomspiegels, geveltuinen, groenbakken, stoepen (opruimen zwerfvuil, melden van sluikstort, sneeuw- en ijsvrij houden, …)
• doet toezicht op de beplantingen en geveltonnen en meldt onregelmatigheden;
De bewoners van de straat:
zorgen voor aanplantingen, verzorgen de geveltuinen en bloembakken, gieten het groen wanneer nodig;
houden toezicht op de beplantingen en geveltonnen en melden onregelmatigheden aan het straatcomité.
Communicatie
Bij alle acties waarbij het straatcomité en de lokale overheid samenwerken, worden de logo’s van al de partners vermeld in publicaties of informatiedragers.
Het straatcomité verwittigt de lokale overheid drie weken van tevoren als er acties worden gepland.
Het straatcomité verzamelt en deelt zoveel mogelijk resultaten en verwezenlijkingen van de samenwerking via blogs, foto’s, cijfers … in de ruimste zin van het woord: aantal deelnemende buren, aantal opgebouwde contacten, aantal nieuwe geveltuinen etc., aantal contacten tussen bewoners en district … maar ook kwalitatieve gegevens bijvoorbeeld met betrekking tot de samenwerking. Het district deelt deze info op haar beurt via diverse kanalen en platformen.
De lokale overheid publiceert en deelt dit straatcontract via de stedelijke kanalen als ‘best practice’.
Evaluatie en controle
Op basis van een jaarlijkse evaluatie tussen het straatcomité en het district wordt bepaald of de samenwerking moet worden aangepast, bijgestuurd of beëindigd. Het district houdt hierbij rekening met het gegeven dat de buren de werken vrijwillig uitvoeren of de diensten vrijwillig aanbieden, onder begeleiding van het straatcomité.
Indien de afspraken niet nagekomen worden, gaan de partijen in dialoog. In samenspraak en in proportie kunnen sancties worden opgelegd. De procedures en afspraken worden dan aangepast.