Openbare Basisscholengemeenschap Leiderdorp
Openbare Basisscholengemeenschap Leiderdorp
de Hobbit
de Hasselbraam
Prins Willem-Alexander School Koningin Juliana School
Statuten Stichting OBSG Leiderdorp
Artikel 1 Naam en zetel
1. De Stichting draagt de naam: Stichting Openbare Basisscholen Gemeenschap Leiderdorp.
2. De Stichting heeft haar zetel in de gemeente Leiderdorp.
Artikel 2 Begripsbepalingen
In deze statuten wordt verstaan onder:
x. xx xxxx: de gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp;
b. de scholen:
- de Hobbit
- de Hasselbraam
- de Prins Willem-Alexander School
- de Koningin Juliana School
Artikel 3 Doel en middelen
De Stichting heeft ten doel het geven van openbaar onderwijs aan de scholen die onder haar gezag vallen, met inachtneming van artikel 46 WPO. Om het doel te verwezenlijken kan de Stichting gebruikmaken van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn.
Artikel 4 Duur en boekjaar
1. De Stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
2. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.
Artikel 5 Organisatie van de Stichting
De Stichting kent een bestuur. De Stichting kan een dagelijks bestuur en commissies hebben. De raad houdt toezicht.
Artikel 6 Bestuur
1. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste uit zeven leden. Het eerste bestuur bestaat uit vijf leden.
2. De raad benoemt de leden op voordracht van een benoemingsadvies- commissie (verder: BAC). De BAC bestaat uit ten minste drie en hoogstens vijf leden en bestaat in ieder geval uit een afgevaardigde van de ouder- geleding van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en de algemeen directeur. De overige leden zijn bestuursleden.
3. Het bestuur stelt bij reglement een procedure vast voor de voordracht als bedoeld in het voorgaande lid en zendt dit reglement ter kennisgeving aan de raad.
4. Personen in dienst van de Stichting kunnen geen lid van het bestuur zijn.
5. Het lidmaatschap van het bestuur is onverenigbaar met het lidmaatschap van de (G)MR van de Stichting.
6. Een lid van het bestuur mag niet:
a. lid zijn van het College Van Burgemeester en Wethouders of van de raad of commissie van de gemeente genoemd onder artikel 2 lid 1;
b. als advocaat, procureur, gemachtigde of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van Stichting dan wel ten behoeve van de wederpartij van Stichting;
c. als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten met de Stichting of in die hoedanigheid deelnemen aan het Decentraal Georganiseerd Overleg;
d. als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van overeenkomsten met de Stichting als bedoeld in onderdeel d;
e. rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende:
i. het aannemen van werkten behoeve van de Stichting;
ii. het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de Stichting;
iii. het doen van leveranties aan de Stichting
iv. het verhuren van roerende zaken aan de Stichting
v. het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de Stichting;
vi. het van de Stichting onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;
vii. het onderhands huren van de Stichting.
7. Indien in het bestuur, om welke reden dan ook, een of meer bestuursleden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden niettemin een wettig bestuur.
Artikel 7 Zittingsperiode
1. De leden van het bestuur worden voor drie jaar benoemd. De leden kunnen na afloop van hun zittingsperiode terstond, maar maximaal 2 maal worden herbenoemd.
2. In afwijking van het voorgaande lid wordt in het eerst benoemde bestuur 1 lid voor één jaar en 1 lid voor twee jaar benoemd.
3. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
4. Een lid van het bestuur dat tussentijds is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.
Artikel 8 Xxxxxxxxx en ontslag
1. De raad kan een bestuurslid dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van het bestuur, voor maximaal vier (4) maanden schorsen of ontslaan. In het geval van schorsing vermeldt de raad de gevolgen daarvan.
2. Het bestuur kan overeenkomstig het voorgaande lid een bestuurslid schorsen, mits daartoe wordt besloten met een tweederde meerderheid van stemmen.
3. Het bestuur onderwerpt het besluit onmiddellijk aan het oordeel van de raad, die zo spoedig mogelijk daarop beslist of hij de schorsing al dan niet bevestigt. De schorsing geldt dan als door de raad besloten.
4. Wanneer de raad de schorsing als bedoeld in het voorgaande lid bevestigt, wordt de schorsingstermijn geacht ingegaan te zijn op het moment van het bestuursbesluit daartoe.
Artikel 9 Einde bestuurslidmaatschap
Het lidmaatschap van het bestuur eindigt als er sprake is van:
a. het eindigen van de periode waarvoor een lid is benoemd;
b. omstandigheden of handelingen als beschreven in artikel 6 lid 5 en 6 van deze statuten;
c. een verklaring in staat van faillissement;
d. verlening van surseance van betaling;
e. onder curatele stelling;
f. ontslag;
g. opzegging;
x. overlijden.
Artikel 10 Taak en bevoegdheden bestuur
1. Het bestuur is belast met het besturen van de Stichting.
2. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 106 WPO.
3. De voorzitter en de secretaris tekenen alle stukken van het bestuur.
4. Er is een algemeen directeur aan wie de dagelijkse leiding van de organisatie is opgedragen en aan wie de bevoegdheid kan worden toegekend om in nader omschreven gevallen namens het bestuur besluiten te nemen.
5. De taken en bevoegdheden van de algemeen directeur van de Stichting worden neergelegd in een management- en directiestatuut.
Artikel 11 Taakverdeling
Het bestuur kiest uit zijn midden voor een periode van drie jaar een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
Artikel 12 Vertegenwoordiging
1. Het bestuur vertegenwoordigt de Stichting in en buiten rechte. Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan de voorzitter tezamen met de secretaris dan wel met de penningmeester, of bij ontstentenis van een hunner aan hun plaatsvervangers.
2. Het bestuur kan anderen die werkzaam zijn bij de Stichting de bevoegdheid geven om de Stichting in en buiten rechte te vertegenwoordigen.
Artikel 13 Vergaderfrequentie
1. Het bestuur vergadert ten minste vijf maal per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter, dan wel ten minste 3 leden van het bestuur, nodig wordt geoordeeld.
2. De voorzitter draagt er zorg voor dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste zeven dagen voor de dag der vergadering aan de leden worden toegezonden.
3. Tegelijkertijd met de oproeping draagt de voorzitter zorg voor openbare kennisgeving van de vergadering. Daarbij geeft hij aan op welke plaats de agenda en de bijbehorende stukken ter inzage liggen.
4. Ieder lid van het bestuur kan ter vergadering voorstellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. Het bestuur beslist of, en zo ja in hoeverre, aan dit voorstel gevolg wordt gegeven.
Artikel 14 Quorum
1. De vergadering vindt geen doorgang indien niet ten minste de helft van het aantal zittende leden aanwezig is.
2. In geval een vergadering op grond van het eerste lid geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen 14 dagen een nieuwe vergadering.
3. Indien wegens onvoltalligheid op grond van het bepaalde in het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezige leden over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is.
Artikel 15 Stemmen
1. De leden stemmen zonder last.
2. Tenzij de statuten anders bepalen, worden alle besluiten genomen bij meerderheid van stemmen. Een blanco uitgebrachte stem geldt als een niet uitgebrachte stem.
3. Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.
4. Indien de stemmen staken bij een stemming, niet een benoeming betreffende, wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, dan beslist de stem van de voorzitter.
5. Xxxxx bij stemming over personen, een benoeming betreffende, de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt op een door de voorzitter te bepalen tijdstip herstemming plaats tussen de personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, dan beslist de stem van de voorzitter.
Artikel 16 Openbaarheid van vergaderingen
1. De vergaderingen van het bestuur zijn openbaar.
2. De vergaderingen worden besloten gehouden, wanneer ten minste ten minste twee aanwezige leden hierom vragen of wanneer de voorzitter dit nodig acht. Het bestuur beslist vervolgens op grond van de aard van de aan de orde zijnde aangelegenheid of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
3. Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij het bestuur anders beslist.
Artikel 17 Geheimhouding van stukken
viii. Het bestuur kan omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan hem zijn of worden voorgelegd, geheimhouding opleggen.
ix. De ingevolge het voorgaande lid opgelegde geheimhouding wordt zowel door degenen die bij de behandeling tegenwoordig waren, alsmede door degenen die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen, totdat het bestuur de geheimhouding opheft.
x. De voorzitter kan omtrent de inhoud van stukken in het voorgaande lid voorlopige geheimhouding opleggen. De verplichting tot voorlopige geheimhouding vervalt, indien zij niet in de eerstvolgende vergadering, waarin meer dan de helft van de leden tegenwoordig is, door het bestuur wordt bekrachtigd.
Artikel 18 Huishoudelijk reglement
Alle zaken betreffende de interne aangelegenheden van de Stichting worden geregeld bij huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten in strijd met deze statuten.
Artikel 19 Verantwoording
Het bestuur brengt jaarlijks aan de raad verslag uit omtrent zijn werkzaamheden door middel van het uitbrengen van een jaarverslag.
Artikel 20 Commissies
1. Het bestuur kan al dan niet uit zijn midden commissies instellen, die onder verantwoordelijkheid van het bestuur belast kunnen worden met aangelegen- heden die tot de bevoegdheid van het bestuur behoren. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het bestuur.
2. Het huishoudelijk reglement bevat regels voor de werkwijze en samenstelling van de commissies.
Artikel 21 Financiën en verslaglegging
1. Het bestuur stelt jaarlijks vóór 15 december de begroting met toelichting voor het komende jaar van de baten en de lasten van de activiteiten vast en biedt deze ter goedkeuring aan de raad aan.
2. Het bestuur stelt jaarlijks vóór 1 juli een jaarrekening opgesteld conform de ministeriële voorschriften vast en biedt deze ter goedkeuring aan de raad aan. Deze jaarrekening gaat vergezeld van een accountantsverklaring
3. Indien vóór 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt de begroting niet is goedgekeurd, neemt de raad de maatregelen die hij nodig acht om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen.
4. Indien het bestuur voornemens is de begroting te wijzigen, wordt deze wijziging ter goedkeuring aan de raad voorgelegd.
Artikel 22 Statutenwijziging en ontbinding
1. Het bestuur behoeft voor iedere wijziging van de statuten de goedkeuring van de raad.
2. De raad kan te allen tijde de Stichting ontbinden, maar niet gedurende de eerste vijf jaar na de datum van oprichting, tenzij sprake is van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet. De raad kan niet tot ontbinding overgaan dan na overleg met het bestuur.
Artikel 23 Vereffening
1. Bij ontbinding van de Stichting is het bestuur met de vereffening belast, tenzij de raad anders besluit.
2. Gedurende de vereffening blijven deze statuten van kracht voor zover dat met de vereffening verenigbaar is. De vereffenaars leggen rekening en verant- woording af aan de raad.
3. De vereffenaars doen aan de registers waar de Stichting is ingeschreven opgaaf van hun optreden als zodanig en van de gegevens over zichzelf die van een bestuurder worden verlangd.
4. De vereffenaars besteden hetgeen na voldoening der schuldeisers van het vermogen van de ontbonden Stichting is overgebleven zo veel mogelijk overeenkomstig het doel van de Stichting.
Artikel 24 Overgangs− en slotbepalingen
1. In afwijking van artikel 6, tweede lid, draagt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente voor de benoeming van het eerste bestuur voor de leden van de Bestuurscommissie voor de Openbare Scholen te Leiderdorp.
2. Deze statuten treden in werking op 1 januari 2007.
3. Deze statuten kunnen worden aangehaald als Statuten Stichting Openbare Basisscholen Gemeenschap Leiderdorp.
4. In alle gevallen de Stichting betreffende waarin deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.