VOORWAARDEN TARGET-NL
VOORWAARDEN TARGET-NL
GEHARMONISEERDE VOORWAARDEN VOOR DE DEELNAME AAN TARGET-NL
DEEL I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 - Toepassingsgebied, hiërarchie en definities
1. De in dit deel I neergelegde voorwaarden regelen de rechtsverhouding tussen De Nederlandsche Bank N.V. (hierna: DNB) en haar deelnemers aan TARGET-NL.
2. De in de hiernavolgende delen II, III, IV, V, VI en VII opgenomen voorwaarden zijn van toepassing voor zover deelnemers kiezen voor een of meer rekeningen die in die delen worden beschreven en een of meerdere daarvan worden toegekend. De voorwaarden in de delen I tot en met VII worden in deze voorwaarden gezamenlijk aangeduid als de “geharmoniseerde voorwaarden” of de “voorwaarden”.
3. Deze voorwaarden en de Algemene Voorwaarden van DNB vormen één geheel, zodat de daarin opgenomen regels en procedures eveneens op de in de vorige leden genoemde rechtsverhoudingen van toepassing zijn.
4. Bij onderlinge strijdigheid of inconsistentie tussen de inhoud van deze voorwaarden en de inhoud van de Algemene Voorwaarden van DNB, heeft de inhoud van deze voorwaarden voorrang.
5. Voor de toepassing van deze voorwaarden hebben de volgende termen de betekenis die daaraan wordt toegekend in appendix VIII:
(1) “rekeningmonitoringgroep”;
(2) “adresseerbare BIC-houder”;
(3) “aangesloten systeem” (AS);
(4) “garantiefondsenrekening van een aangesloten systeem” (AS-garantiefondsrekening);
(5) “afwikkelingsprocedure van een aangesloten systeem” (AS-afwikkelingsprocedure);
(6) “overboekingsopdracht van een aangesloten systeem” (AS-overboekingsopdracht);
(7) “automatische zekerheidstelling”;
(8) “geautomatiseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht”;
(9) “beschikbare liquiditeit”;
(10) “bankgroep”;
(11) “bijkantoor”;
(12) “uitzendbericht”;
(13) “werkdag” of “TARGET-werkdag”;
(14) “Business Identifier Code (BIC)”;
(15) “bevoegdheidsadvies”;
(16) “geldoverboekingsopdracht”;
(17) “centrale bank” (CB);
(18) “centralebankoperatie”;
(19) “aangesloten NCB”;
(20) “noodoplossing”;
(21) “kredietinstelling”;
(22) “kredietmemorandumbalans” (credit memorandum balance - CMB);
(23) “systeemoverschrijdende afwikkeling”;
(24) “specifieke geldrekening” (dedicated cash account - DCA);
(25) “depositorente”;
(26) “depositofaciliteit”;
(27) “eurogebied-NCB”;
(28) “SEPA-directebetalingsregeling van de Europese Betalingsraad” of “SEPA- directebetalingsregeling”;
(29) “Eurosysteem-CB”;
(30) “geval van verzuim”;
(31) “garantiefonds”;
(32) “insolventieprocedure”;
(33) “directebetalingsopdracht”;
(34) “instruerende partij”;
(35) “intraday-krediet”;
(36) “beleggingsonderneming”;
(37) “niveau 3-NCB’s”;
(38) “liquiditeitsoverboekingsopdracht”;
(39) “marginale beleningsrente”;
(40) “marginale beleningsfaciliteit”;
(41) “mobiele proxylook-updienst (mobile proxy look-up (MPL) service (MPL-dienst))”;
(42) “vrijwel directe betaling”;
(43) “netwerkdienstverlener” (network service provider - NSP);
(44) “niet-afgewikkelde geldoverboekingsopdracht”;
(45) “deelnemer”;
(46) “begunstigde”;
(47) “betaler”;
(48) “betalingsopdracht”;
(49) “naar aanleiding van een intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdracht”;
(50) “overheidslichaam”;
(51) “adresseerbare partij”;
(52) “afwikkelingsprocedure van een aangesloten systeem voor realtime-brutoverevening” (RTGS AS-afwikkelingsprocedure);
(53) “technische rekening van een aangesloten systeem voor realtime-brutoverevening” (RTGS AS-technische rekening);
(54) “intrekkingsverzoek”;
(55) “regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht”;
(56) “groep afwikkelingsbankrekeningen”;
(57) “afwikkelingsbank”;
(58) “opschorting”;
(59) “TARGET-rekening”;
(60) “TARGET-deelsysteem”;
(61) “TARGET-coördinator”;
(62) “afwikkelingsprocedure van een aangesloten systeem voor TARGET Instant Payment Settlement (TIPS)” (TIPS AS-afwikkelingsprocedure);
(63) “technische rekening van een aangesloten systeem voor TARGET Instant Payment Settlement (TIPS)” (TIPS AS-technische rekening);
(64) “TARGET-afwikkelingsbeheerder”;
(65) “TARGET2-Securities” (T2S);
(66) “technische storing van TARGET”.
Artikel 2 - Appendices
1. De volgende appendices vormen een integraal onderdeel van deze voorwaarden:
Appendix I: Technische specificaties voor het verwerken van geldoverboekingsopdrachten Appendix II: TARGET-vergoedingsregeling
Appendix III: Referentiekader voor bevoegdheids- en landenadviezen Appendix IV: Bedrijfscontinuïteit en noodprocedures
Appendix V: TARGET-exploitatieschema Appendix VI: Tarievenregeling
Appendix VII: Vereisten inzake informatiebeveiligingsbeheer en bedrijfscontinuïteitsbeheer Appendix VIII: Lijst van definities
2. In het geval van strijdigheid of inconsistentie tussen de inhoud van een appendix en de inhoud van een andere bepaling in deze voorwaarden, prevaleren de laatstgenoemde.
Artikel 3 - Algemene beschrijving van TARGET
1. TARGET is juridisch gestructureerd als een veelvoud van betalingssystemen, bestaande uit alle TARGET-deelsystemen, die als “systemen” worden aangewezen onder de nationale omzettingswetgeving van Richtlijn 98/26/EG. TARGET-NL wordt aangewezen als ‘systeem’ onder artikel 212a van de Faillissementswet.
2. TARGET omvat betalingssystemen in euro die in centralebankgeld afwikkelen en centrale liquiditeitsbeheersdiensten verlenen, realtime-brutoverevening van betalingen en diensten voor AS- afwikkeling, en contante betalingen in verband met effectenafwikkeling en de afwikkeling van directe betalingen mogelijk maken.
3. TARGET voorziet in:
(a) MCA’s (Hoofdgeldrekening (main cash accounts)) voor de afwikkeling van centralebankoperaties;
(b) RTGS DCA’s (Realtime-brutovereveningsspecifieke geldrekeningen (Real-time gross settlement dedicated cash accounts)) voor realtime brutoverevening van grote betalingen en subrekeningen voor zover vereist voor de afwikkeling van een AS (Aangesloten Systeem – (ancillary systems));
(c) T2S DCA’s (TARGET2-Securities specifieke geldrekeningen (TARGET2-Securities dedicated cash accounts)) voor contante betalingen in verband met effectenafwikkeling;
(d) TIPS DCA’s (TARGET Instant Payment Settlement (TIPS)-specifieke geldrekeningen (TARGET Instant Payment Settlement dedicated cash accounts)) voor de afwikkeling van directe betalingen; en
(e) de volgende rekeningen voor AS-afwikkeling: i) RTGS AS-technische rekeningen; ii) AS- garantiefondsrekeningen, en iii) TIPS AS-technische rekeningen.
Elke rekening in TARGET-NL wordt geïdentificeerd door middel van een uniek rekeningnummer dat bestaat uit de in appendix I, punt 2, beschreven elementen.
Artikel 4 - Toegangscriteria
1. De volgende typen entiteiten komen op verzoek in aanmerking om deel te nemen aan TARGET-NL:
a) binnen de Unie of de EER gevestigde kredietinstellingen, ook als zij via een binnen de Unie of de EER gevestigd bijkantoor optreden;
b) buiten de EER gevestigde kredietinstellingen, mits zij via een binnen de Unie of de EER gevestigd bijkantoor optreden;
c) NCB’s van lidstaten en de ECB;
op voorwaarde dat op de in punten a) en b) genoemde entiteiten niet onderworpen zijn aan door de Raad van de Europese Unie of de lidstaten vastgestelde beperkende maatregelen krachtens artikel 65, lid 1, punt b), artikel 75 of artikel 215 van het Verdrag, en waarvan de uitvoering naar het oordeel van DNB onverenigbaar is met de goede werking van TARGET.
2. DNB kan, naar eigen inzicht de volgende entiteiten tevens als deelnemers toelaten:
(a) financiële afdelingen van centrale of regionale overheden van de lidstaten;
(b) overheidslichamen die gemachtigd zijn om voor klanten rekeningen aan te houden;
(c) (i) binnen de Unie of de EER gevestigde beleggingsondernemingen, ook als zij via een binnen de Unie of de EER gevestigd bijkantoor optreden; en
(ii) buiten de EER gevestigde beleggingsondernemingen, mits zij via een binnen de Unie of de EER gevestigd bijkantoor optreden;
(d) entiteiten die AS-en beheren en in die hoedanigheid optreden; en
(e) kredietinstellingen, of andere in punten a) tot en met d) opgenomen typen entiteiten, indien deze gevestigd zijn in een land waarmee de Unie een monetaire overeenkomst heeft gesloten, krachtens welke overeenkomst dergelijke entiteiten toegang wordt verleend tot betalingssystemen in de Unie, met inachtneming van de in de monetaire overeenkomst vastgelegde voorwaarden en mits het betreffende land toepasselijke rechtsstelsel gelijkwaardig is aan het relevante Unierecht.
Artikel 5 - Aanvraagprocedure
1. Om deelnemer te worden aan TARGET-NL voldoet een in aanmerking komende entiteit als beschreven in artikel 4, lid 1, of een entiteit die overeenkomstig artikel 4, lid 2, door DNB kan worden toegelaten aan de volgende vereisten:
a) het installeren, beheren, exploiteren en monitoren, alsook het garanderen van de beveiliging van de noodzakelijke IT-infrastructuur voor aansluiting op TARGET-NL en de aanlevering van geldboekingsopdrachten aan TARGET-NL. Hierbij kunnen de deelnemers derden betrekken, maar behouden zij de uitsluitende aansprakelijkheid;
b) het hebben doorstaan van de door DNB vereiste toetsen;
c) indien de entiteit een aanvrager is van een RTGS DCA, een T2S DCA of een TIPS DCA, houdt zij ook een MCA aan of opent zij deze bij DNB;
d) het overleggen van een bevoegdheidsadvies in de vorm zoals gespecificeerd in appendix III, tenzij DNB de in dat bevoegdheidsadvies te verstrekken informatie en verklaringen al in ander verband heeft verkregen;
e) voor wat betreft de in artikel 4, lid 1, punt b), en artikel 4, lid 2, punt c), ii), genoemde entiteiten: het overleggen van een landenadvies in de vorm zoals gespecificeerd in appendix III, tenzij DNB de in dat landenadvies te verstrekken informatie al in een ander verband heeft verkregen;
f) indien de entiteit een aanvrager is van een TIPS DCA is, voldoet deze aan de SEPA- directebetalingsregeling door het ondertekenen van de Nalevingsovereenkomst SEPA- directebetalingsregeling;
g) indien de entiteit een aanvrager is van TIPS AS-technische rekening, bewijs dat de aanvrager de Europese Betalingsraad de kennisgevingsbrief heeft verstrekt waaruit blijkt dat de aanvrager voornemens is een SEPA-directebetalingsregeling conform clearing- en afwikkelingsmechanisme (Clearing and Settlement Mechanism - CSM) te zijn.
2. Kandidaten dienen hun aanvragen schriftelijk in bij DNB, waarbij tenminste de volgende documenten/informatie worden bijgesloten:
(a) volledig ingevulde formuleren voor het verzamelen van referentiegegevens zoals verstrekt door DNB;
(b) het bevoegdheidsadvies, indien vereist door DNB, en het landenadvies, indien vereist door DNB;
(c) indien de kandidaat een aanvrager voor een TIPS DCA is, een bewijs van naleving van de SEPA-directebetalingsregeling;
(d) indien de aanvrager een aanvraag indient om gebruik te maken van de TIPS AS- afwikkelingsprocedure, bewijs dat de aanvrager de Europese Betalingsraad de kennisgevingsbrief heeft verstrekt waaruit blijkt dat de aanvrager voornemens is een SEPA- directebetalingsregeling conforme CSM te zijn;
(e) indien de aanvrager een betalingsagent aanwijst, het bewijs dat de betalingsagent ermee heeft ingestemd in die hoedanigheid op te treden.
3. Aanvragers die reeds TARGET-deelnemers zijn en een nieuwe rekening aanvragen zoals beschreven in: i) Deel III (RTGS DCA); ii) Deel IV (T2S DCA); iii) Deel V (TIPS DCA); iv) Deel VI (RTGS AS-technische rekening), en/of v) Deel VII (TIPS AS-technische rekening), voldoen aan de bepalingen in de leden 1 en 2, voor zover van belang voor de nieuw aangevraagde rekening.
4. DNB kan tevens aanvullende informatie opvragen die zij noodzakelijk acht om te beslissen op de aanvraag voor het openen van een TARGET-rekening.
5. DNB wijst de aanvraag tot deelname af indien:
a) de aanvrager geen in aanmerking komende entiteit is als beschreven in artikel 4, lid 1, of een entiteit die krachtens artikel 4, lid 2, door DNB kan worden toegelaten;
b) niet wordt voldaan aan één of meer van de in lid 1 vermelde toegangscriteria, en/of
c) naar oordeel van DNB een dergelijke deelname de algehele stabiliteit, soliditeit en veiligheid van TARGET-NL of van een ander TARGET-deelsysteem in gevaar zou brengen, of de vervulling door DNB van de taken als beschreven in de Bankwet 1998 en de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en de Europese Centrale Bank in gevaar zou brengen, dan wel bezien vanuit het oogpunt van prudentieel handelen risico's met zich meebrengt.
6. DNB deelt haar besluit over de aanvraag om een deelnemer te worden in TARGET-NL schriftelijk mee aan de aanvrager binnen één maand na ontvangst van de aanvraag van DNB. Indien DNB krachtens lid 4 om aanvullende informatie verzoekt, wordt het besluit meegedeeld binnen één maand na de ontvangst door DNB van de informatie van de aanvrager. Een afwijzing wordt met redenen omkleed.
Artikel 6 - Deelnemers
1. Deelnemers die geen AS zijn, houden ten minste één MCA aan bij DNB en kunnen ook een of meer RTGS DCA’s, T2S DCA’s en/of TIPS DCA’s bij DNB aanhouden.
2. Op de AS die gebruikmaken van de RTGS AS-afwikkelingsprocedures of de TIPS AS- afwikkelingsprocedure zijn de voorwaarden van respectievelijk dit deel en deel VI of deel VII van toepassing. Zij mogen een of meer MCA’s, T2S DCA’s en, bij wijze van uitzondering en indien goedgekeurd door DNB, een of meer RTGS DCA’s aanhouden, behalve met betrekking tot de clearing van directe betalingen krachtens de SEPA-directebetalingsregeling. Indien een AS een RTGS DCA of een T2S DCA aanhoudt, houdt het ook ten minste één MCA aan bij DNB. In het geval dat een AS een of meer MCA’s of DCA’s bezit, zijn de respectieve delen van deze voorwaarden eveneens van toepassing.
Artikel 7 - Toegang tot de rekening van een deelnemer door andere entiteiten dan de deelnemer
1. Voor zover technisch mogelijk, mag een deelnemer toegang verlenen tot zijn TARGET-rekeningen aan een of meer door de deelnemer aangewezen entiteiten met het oog op het indienen van geldoverboekingsopdrachten en het uitvoeren van andere handelingen.
2. Geldoverboekingsopdrachten die zijn aangeleverd aan of middelen die zijn ontvangen door de door een deelnemer overeenkomstig lid 1 aangewezen entiteiten, worden geacht door die deelnemer zelf te zijn aangeleverd of ontvangen.
3. De deelnemer is gebonden aan dergelijke geldoverboekingsopdrachten en elke andere maatregel van de entiteit of entiteiten als bedoeld in lid 1, ongeacht de inhoud of de niet-naleving van de contractuele of andere regelingen tussen die deelnemer en die entiteit.
Artikel 8 - Facturering
1. DNB identificeert factureerbare posten overeenkomstig appendix VI en wijst elk van deze posten toe aan de deelnemer waarvan die factureerbare post afkomstig is.
2. Vergoedingen verschuldigd in verband met een door een AS ingediende geldoverboekingsopdracht of een ontvangen geldoverboeking worden uitsluitend aan dat AS in rekening gebracht, ongeacht of het AS gebruikmaakt van de RTGS AS-afwikkelingsprocedures of van een RTGS DCA.
3. Factureerbare posten gegenereerd door handelingen van de in artikel 7 bedoelde aangewezen entiteiten en centrale banken die namens een deelnemer optreden, worden aan de deelnemer toegewezen.
4. DNB verstrekt de deelnemer afzonderlijke facturen voor de relevante diensten als beschreven in: i) deel III (RTGS DCA); ii) deel IV (T2S DCA); iii) deel V (TIPS DCA); iv) deel VI (RTGS AS- afwikkelingsprocedures), en v) deel VII (TIPS AS-afwikkelingsprocedure).
5. DNB vereffent elke factuur door middel van een automatische incasso van een door de deelnemer aangehouden MCA, tenzij de deelnemer een andere deelnemer aan TARGET (in TARGET-NL of een ander deelsysteem) als uitbetalende instantie heeft aangewezen en DNB opdracht heeft gegeven de MCA van die uitbetalende instantie te debiteren. Een dergelijke instructie ontslaat de deelnemer niet van zijn verplichting om elke factuur te betalen.
6. Indien een uitbetalende instantie is aangewezen, verstrekt de deelnemer DNB het bewijs dat de uitbetalende instantie ermee heeft ingestemd in die hoedanigheid op te treden.
7. Voor de toepassing van dit artikel wordt elk AS afzonderlijk behandeld, zelfs als twee of meer van deze AS door dezelfde juridische entiteit worden geëxploiteerd, ongeacht of het AS al dan niet als zodanig is aangemerkt uit hoofde van Richtlijn 98/26/EG. In het geval van een AS dat niet als zodanig is aangemerkt uit hoofde van Richtlijn 98/26/EG, wordt het als een AS geïdentificeerd aan de hand van de volgende criteria: a) het betreft een formele regeling, gebaseerd op een contractueel of wetgevingsinstrument, bv. een overeenkomst tussen de deelnemers en de systeembeheerder; b) het heeft meerdere leden; c) het heeft gemeenschappelijke regels en gestandaardiseerde regelingen, en
d) het doel is clearing, verrekening en/of afwikkeling van betalingen en/of effecten tussen de deelnemers.
Artikel 9 - Factureringsgroepen
1. Op verzoek van de deelnemer richt DNB een factureringsgroep op om haar leden in staat te stellen gebruik te maken van de op RTGS DCA’s toepasselijk degressieve prijsstelling. De factureringsgroep mag alleen RTGS DCA-houders omvatten die tot dezelfde bankgroep van een of meer TARGET-deelsystemen behoren.
2. Op verzoek van een RTGS DCA-houder voegt DNB die RTGS DCA-houder toe aan of verwijdert zij deze uit een factureringsgroep die zich in TARGET-NL of in enig ander TARGET-deelsysteem kan bevinden. De RTGS DCA-houder stelt alle andere leden van de factureringsgroep in kennis van een dergelijk verzoek alvorens het verzoek in te dienen.
3. RTGS DCA-houders die deel uitmaken van een factureringsgroep, worden individueel gefactureerd overeenkomstig artikel 8.
Artikel 10 - Verplichtingen van DNB en van de deelnemer
1. DNB biedt de in de delen II, III, IV, V, VI en VII van deze voorwaarden beschreven diensten aan wanneer een deelnemer een rekening als bedoeld in die delen van deze bijlage heeft gekozen en verkregen. Tenzij anders bepaald in deze voorwaarden of bij wet voorgeschreven, gebruikt DNB alle redelijkerwijze in haar macht liggende middelen ter vervulling van haar verplichtingen krachtens deze voorwaarden, zonder resultaat te garanderen.
2. DNB is de dienstverlener overeenkomstig deze voorwaarden. Handelingen en nalatigheden van de niveau 3-NCB’s worden beschouwd als handelingen en nalatigheden van DNB waarvoor de laatstgenoemde aansprakelijkheid aanvaardt overeenkomstig artikel 22. Deelname overeenkomstig deze voorwaarden brengt geen contractuele relatie tot stand tussen deelnemers en niveau 3-NCB's, indien de laatstgenoemden als niveau 3-NCB’s optreden. Instructies, berichten of informatie die een deelnemer ontvangt van, of verzendt aan TARGET in verband met de onder deze voorwaarden verleende diensten, worden geacht te zijn ontvangen van, dan wel verzonden aan DNB.
3. De deelnemer betaalt aan DNB vergoedingen overeenkomstig artikel 8.
4. De deelnemer zorgt voor een technische verbinding met TARGET-NL overeenkomstig het in appendix V beschreven TARGET-exploitatieschema. Aan deze verplichting kan worden voldaan via een aangewezen entiteit als bedoeld in artikel 7.
5. De deelnemer verklaart en garandeert aan DNB dat de vervulling van zijn verplichtingen krachtens deze voorwaarden geen wet, voorschrift of op hem toepasselijke reglementen of een voor hem bindende overeenkomst schendt.
6. De deelnemer betaalt enige zegelrechten of andere documentaire belastingen of heffingen, naargelang het geval, alsmede alle andere kosten die de deelnemer maakt bij het openen, onderhouden of sluiten van zijn TARGET-rekening.
7. Het is deelnemers en derden niet toegestaan handelsmerken te gebruiken die verband houden met TARGET-diensten. DNB kan het technisch en operationeel beheersorgaan van niveau 2 verzoeken om toestemming voor het gebruik van dergelijke handelsmerken door een deelnemer of een derde.
Artikel 11 - Samenwerking en informatie-uitwisseling
1. Bij het nakomen van hun verplichtingen en het uitoefenen van hun rechten onder deze voorwaarden, werken DNB en de deelnemers nauw samen teneinde de stabiliteit, deugdelijkheid en veiligheid van TARGET-NL te verzekeren. Zij verstrekken elkaar alle informatie of documenten die relevant zijn voor de nakoming van hun respectieve verplichtingen en de uitoefening van hun respectieve rechten uit hoofde van deze voorwaarden, onverminderd eventuele bancaire geheimhoudingsverplichtingen.
2. DNB zet een systeemhelpdesk op en houdt deze in stand om deelnemers te helpen bij moeilijkheden in verband met de werking van het systeem.
3. Actuele informatie over de operationele status van elke dienst is beschikbaar op een TARGET- informatiesysteem (TIS) op een specifieke webpagina op de ECB-website.
4. DNB kan systeemrelevante berichten aan deelnemers verzenden door middel van een uitzendbericht of, indien dit niet beschikbaar is, enig ander passend communicatiemiddel.
5. De deelnemers werken de bestaande formulieren voor het verzamelen van referentiegegevens tijdig bij en dienen nieuwe formulieren voor het verzamelen van referentiegegevens in bij DNB. Deelnemers verifiëren de nauwkeurigheid van de op hen betrekking hebbende informatie die door DNB wordt ingevoerd in TARGET-NL.
6. De deelnemer verleent hierbij toestemming aan DNB om alle informatie over de deelnemers die de niveau 3-NCBs nodig zouden kunnen hebben aan de niveau 3-NCB’s door te geven, zulks overeenkomstig de tussen de niveau 3-NCB’s en de Eurosysteem-CB’s gesloten overeenkomsten inzake de door de niveau 3-NCB's te verlenen diensten.
7. Deelnemers informeren DNB onverwijld over elke wijziging in hun rechtsbevoegdheid en relevante wetswijzigingen met betrekking tot kwesties die onder het landenadvies vallen, zoals uiteengezet in het referentiekader in appendix III.
8. DNB kan te allen tijde verzoeken om een bijwerking of vernieuwing van de landenadviezen of de bevoegdheidsadviezen als bedoeld in artikel 5, lid 1, punten d) en e).
9. Deelnemers informeren DNB onmiddellijk indien zich een geval van verzuim voordoet dat op hen betrekking heeft of indien zij zijn onderworpen aan crisispreventiemaatregelen of crisisbeheersingsmaatregelen in de zin van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad1 of andere gelijkwaardige toepasselijke wetgeving.
1 Richtlijn 2014/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) Nr. 1093/2010 en (EU) Nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190).
Artikel 12 - Rentevergoeding op rekeningen
1. MCA’s, DCA’s en subrekeningen worden vergoed tegen de in artikel 2, lid 3, punt b), van Besluit (EU) 2024/1209 van de Europese Centrale Bank (ECB/2024/11)2 vermelde rentevoet, tenzij deze rekeningen worden gebruikt voor het aanhouden van een van de volgende middelen:
a) minimumreserves;
b) extra reserves.
In het geval van aangehouden minimumreserves worden de berekening en de betaling van de rentevergoeding beheerst door Verordening (EG) nr. 2531/98 van de Raad3 en Verordening (EU) 2021/378 (ECB/2021/1).
In het geval van aangehouden extra reserves worden de berekening en de betaling van de rentevergoeding beheerst door Besluit (EU) 2019/1743 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/31)4.
2. Overnighttegoeden aangehouden op een TIPS AS-technische rekening of op een RTGS AS- technische rekening voor AS-afwikkelingsprocedure D, en door financiële-marktinfrastructuren van de EER aangehouden garantiefondsen, met inbegrip van die welke op een AS-garantiefondsrekening worden aangehouden, worden vergoed tegen de in artikel 2, lid 3, punt c), van Besluit (EU) 2024/1209 (ECB/2024/11) vastgelegde rentevoet.
3. Overheidsdeposito’s als gedefinieerd in artikel 2, punt 5), van Richtsnoer (EU) 2019/671 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/7)3 worden vergoed overeenkomstig de regels van artikel 2, lid 3, punt a), van Besluit (EU) 2024/1209 (ECB/2024/11).
Artikel 13 - Beheer van rekeningen
1. De deelnemers monitoren en beheren de liquiditeit op hun rekeningen overeenkomstig het in appendix V beschreven TARGET-exploitatieschema en voeren ten minste eenmaal per dag een reconciliatie op transactieniveau uit. Aan deze verplichting kan worden voldaan via een aangewezen entiteit als bedoeld in artikel 7.
2 Besluit (EU) 2024/1209 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2024 betreffende de rentevergoeding op bij nationale centrale banken en de Europese Centrale Bank aangehouden niet-monetairebeleidsdeposito’s (ECB/2024/11) (PB L, 2024/1209, 3.5.2024, ELI: xxxx://xxxx.xxxxxx.xx/xxx/xxx/0000/0000/xx).
3 Verordening (EG) nr. 2531/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de toepassing van reserveverplichtingen door de Europese Centrale Bank (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 1).
4 Besluit (EU) 2019/1743 van de Europese Centrale Bank van 15 oktober 2019 betreffende de rentevergoeding op aangehouden extra reserves en bepaalde deposito’s (ECB/2019/31) (PB L 267 van 21.10.2019, blz. 12).
5 Richtsnoer (EU) 2019/671 van de Europese Centrale Bank van 9 april 2019 betreffende nationale beheertransacties inzake activa en passiva door nationale centrale banken (ECB/2019/7) (PB L 113 van 29.4.2019, blz. 11).
2. De deelnemers maken voor de reconciliatie gebruik van de door DNB verstrekte instrumenten, met name het dagelijkse rekeningoverzicht dat aan elke deelnemer ter beschikking wordt gesteld. Aan deze verplichting kan worden voldaan via een aangewezen entiteit als bedoeld in artikel 7.
3. De deelnemers stellen DNB onmiddellijk in kennis indien zich een mismatch voordoet met betrekking tot een van hun rekeningen.
Artikel 14 - Minimumreserves
1. Op verzoek van een deelnemer die onderworpen is aan een minimumreserveverplichting, markeert DNB een of meer TARGET MCA’s of DCA’s die aan die deelnemer in TARGET-NL toebehoren en die worden aangehouden om aan de minimumreserveverplichting te voldoen.
2. Met het oog op het vervullen van de minimumreserveverplichting, voor zover van toepassing op de deelnemer, wordt rekening gehouden met de som van de eindedagsaldi van alle rekeningen die die deelnemer bij DNB heeft aangehouden en daartoe gemarkeerd zijn.
Artikel 15 - Vloer- en plafondbedragen
1. De deelnemer kan op zijn MCA of DCA’s vloer- en plafondbedragen instellen.
2. De deelnemer kan ervoor kiezen een kennisgeving te ontvangen bij onderschrijding van het vloerbedrag of overschrijding van het plafondbedrag. Bovendien kan de deelnemer ten aanzien van MCA’s of RTGS DCA’s ervoor kiezen dat de onder- of overschrijding een regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht activeert.
3. De afwikkeling van een liquiditeitsoverboekingsopdracht leidt niet tot een controle of het vloerbedrag wordt onderschreden of plafondbedrag wordt overschreden.
Artikel 16 - Rekeningmonitoringgroep
1. Een MCA-houder kan een of meer rekeningmonitoringgroepen oprichten met het oog op het monitoren van de liquiditeit van meerdere MCA’s of DCA’s en zal de leidende partij worden voor elke door hem opgerichte rekeningmonitoringgroep.
2. Een deelnemer kan een van zijn MCA’s of DCA’s die binnen TARGET-NL of een ander TARGET- deelsysteem zijn geopend, toevoegen aan een of meer rekeningmonitoringgroepen en daardoor lid worden van die rekeningmonitoringgroep. Een lid van een rekeningmonitoringgroep kan te allen tijde de verwijdering van zijn rekening van die rekeningmonitoringgroep initiëren. Een deelnemer informeert de leidende partij van een rekeningmonitoringgroep alvorens een rekening toe te voegen aan of te verwijderen van die rekeningmonitoringgroep.
3. Alleen de leidende partij van een rekeningmonitoringgroep kan de tegoeden op alle in die rekeningmonitoringgroep opgenomen rekeningen bekijken.
4. De leidende partij kan de rekeningmonitoringgroep verwijderen en informeert de andere leden van de rekeningmonitoringgroep alvorens over te gaan tot een dergelijke verwijdering.
Artikel 17 - Aanvaarding en weigering van geldoverboekingsopdrachten
1. Door deelnemers aangeleverde geldoverboekingsopdrachten worden geacht door DNB te zijn aanvaard indien:
a) het overboekingsbericht voldoet aan de in appendix I beschreven technische vereisten van TARGET;
b) het bericht voldoet aan de in appendix l beschreven opmaakregels en -voorwaarden;
c) het bericht de in appendix I beschreven controle op dubbele invoer doorstaat;
d) in de gevallen waarin een betaler is geschorst met betrekking tot het debiteren van zijn rekening(en) of een begunstigde is opgeschort met betrekking tot het crediteren van zijn rekening(en), is de uitdrukkelijke toestemming van de geschorste deelnemer-CB verkregen;
e) in de gevallen waarin de geldoverboekingsopdracht wordt verricht als onderdeel van een RTGS AS-afwikkelingsprocedure, wordt de rekening van de deelnemer opgenomen in de door dat AS verzochte groep afwikkelingsbankrekeningen, zoals bepaald in deel VI, artikel 1, lid 7; en
f) in het geval van systeemoverschrijdende afwikkeling als onderdeel van RTGS AS- afwikkelingsprocedures, maakt het betrokken AS deel uit van een systeemoverschrijdende afwikkeling als opgenomen in deel VI, artikel 9.
2. DNB wijst onmiddellijk elke geldoverboekingsopdracht af die niet voldoet aan de in lid 1 neergelegde voorwaarden. DNB informeert de deelnemer over elke geweigerde geldoverboekingsopdracht, zoals bepaald in appendix I.
Artikel 18 - Invoering van betalingsopdrachten in het systeem en hun onherroepelijkheid
1. Voor de toepassing van de eerste zin van artikel 3, lid 1 en artikel 5 van Richtlijn 98/26/EG en artikel 212b van de Faillissementswet worden:
a) alle geldoverboekingsopdrachten, behalve zoals bepaald in de punten b), c) en d), van dit lid, geacht te zijn ingevoerd in TARGET-NL en worden zij onherroepelijk op het moment dat de TARGET-rekening van de betrokken deelnemer wordt gedebiteerd;
b) directebetalingsopdrachten geacht in TARGET-NL te zijn ingevoerd en worden zij onherroepelijk vanaf het moment waarop de betrokken middelen op de TIPS DCA van de TIPS DCA-houder zijn gereserveerd;
c) in het geval van transacties die worden afgewikkeld op T2S DCA’s en onderworpen zijn aan matching van twee afzonderlijke overboekingsopdrachten:
i) dergelijke overboekingsopdrachten, behoudens het bepaalde in punt ii) van deze alinea, geacht in TARGET-NL te zijn ingevoerd op het moment dat zij door het T2S-platform conform de technische voorschriften van T2S zijn verklaard en onherroepelijk vanaf het moment dat de transactie op het T2S-platform de status “matched” heeft gekregen;
ii) in het geval van transacties waarbij één deelnemende CSD betrokken is met een afzonderlijke matchingcomponent waarbij overboekingsopdrachten rechtstreeks aan de deelnemende CSD worden verzonden om in de afzonderlijke matchingcomponent te worden gematcht, overboekingsopdrachten geacht in TARGET-NL te zijn ingevoerd op het moment dat de overboekingsopdrachten door die deelnemende CSD conform T2S- regels zijn verklaard en onherroepelijk vanaf het moment dat de transactie op het T2S- Platform de status “matched” heeft gekregen. Een lijst van deelnemende CSD’s als bedoeld in dit punt ii) is beschikbaar op de ECB-website;
d) geldoverboekingsopdrachten in verband met RTGS AS-afwikkelingsprocedures geacht in het TARGET-deelsysteem van de te debiteren rekening te zijn opgenomen op het moment dat zij door dat TARGET-deelsysteem zijn aanvaard en op dat moment onherroepelijk worden.
2. De bepalingen van lid 1 hebben geen invloed op de regels van een AS die het tijdstip van invoering in het AS en/of de onherroepelijkheid van aan die AS aangeleverde overboekingsopdrachten vaststellen op een tijdstip vóór de invoering van de desbetreffende AS-overboekingsopdrachten in het betrokken TARGET-deelsysteem.
3. Geldoverboekingsopdrachten die in een algoritme zijn opgenomen, mogen niet worden ingetrokken tijdens de periode dat het algoritme wordt uitgevoerd.
Artikel 19 - Bedrijfscontinuïteit en noodprocedures
1. Bij een uitzonderlijke externe omstandigheid of een andere omstandigheid die transacties op de TARGET-rekeningen beïnvloedt, gelden de in appendix IV opgenomen bedrijfscontinuïteits- en noodprocedures.
2. In uitzonderlijke omstandigheden kan het TARGET-exploitatieschema worden gewijzigd, in welk geval de deelnemers door DNB worden geïnformeerd.
3. In uitzonderlijke omstandigheden kan een AS bij DNB een verzoek indienen om het TARGET- exploitatieschema te wijzigen.
4. Het Eurosysteem voorziet in een toe te passen noodoplossing indien de in lid 1 beschreven omstandigheden zich voordoen. De aansluiting op en de toepassing van de noodoplossing kunnen op verzoek van een deelnemer plaatsvinden en zijn in de volgende gevallen verplicht:
a. voor deelnemers die door DNB als kritiek worden beschouwd en voor deelnemers die zeer kritieke transacties afwikkelen, zoals opgenomen in appendix IV.
b. met ingang van 21 maart 2025 voor alle AS’en voor alle RTGS DCA-houders.
Artikel 20 - Beveilingsvoorschriften
1. De deelnemers voeren afdoende beveiligingscontroles uit om hun systemen te beschermen tegen onbevoegde toegang en onbevoegd gebruik. De deelnemers zijn uitsluitend verantwoordelijk voor de behoorlijke bescherming van de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van hun systemen.
2. De deelnemers informeren DNB over beveiligingsgerelateerde incidenten in hun technische infrastructuur en, indien van toepassing, beveiligingsgerelateerde incidenten die zich voordoen in de technische infrastructuur van derden-dienstverleners. DNB kan met betrekking tot het incident om nadere informatie verzoeken en indien nodig verlangen dat de deelnemer passende maatregelen neemt om herhaling van een dergelijke gebeurtenis te voorkomen.
3. DNB kan aan alle deelnemers en/of deelnemers die DNB kritiek acht, aanvullende beveiligingsvereisten opleggen, met name met betrekking tot cyberveiligheid of de preventie van fraude.
4. Deelnemers verstrekken aan DNB: i) permanente toegang tot hun verklaring van aansluiting bij de eindpuntbeveiligingsvereisten van de door hen gekozen NSP, en ii) op jaarbasis de vereiste TARGET-zelfcertificatieverklaring voor de rekeningtypes die zij aanhouden en zoals gepubliceerd op de website van DNB en op de ECB-website in het Engels.
5. DNB beoordeelt de zelfcertificatieverklaring(en) van de deelnemer met betrekking tot het nalevingsniveau door de deelnemer van elk van de in de TARGET-zelfcertificatievereisten vastgestelde vereisten. Deze vereisten zijn opgenomen in appendix VII.
6. Het nalevingsniveau van de deelnemer van de vereisten van de TARGET-zelfcertificatie wordt als volgt ingedeeld, in oplopende volgorde van ernst: “volledige naleving”, “niet-naleving van gering belang” of “ernstige niet-naleving”. De volgende criteria zijn van toepassing: volledige naleving wordt bereikt wanneer een deelnemer aan 100 % van de eisen voldoet, niet-naleving van gering belang is wanneer een deelnemer aan minder dan 100 %, maar ten minste 66 % van de vereisten voldoet, en ernstige niet-naleving is wanneer een deelnemer aan minder dan 66 % van de vereisten voldoet. Indien een deelnemer aantoont dat een specifiek vereiste niet op hem van toepassing is, wordt hij ten behoeve van de indeling in categorieën geacht te voldoen aan het desbetreffende vereiste. Een deelnemer die er niet in slaagt “volledige naleving” te bereiken, dient een plan van aanpak in waaruit blijkt hoe hij voornemens is volledige overeenstemming te bereiken. DNB informeert de betrokken toezichthoudende autoriteiten over de nalevingsstatus door die deelnemer.
7. Indien de deelnemer weigert permanente toegang te verlenen tot zijn verklaring van aansluiting bij de eindpuntbeveiligingsvereisten van de door hem gekozen netwerkdienstverlener of de TARGET-
zelfcertificatieverklaring niet verstrekt, wordt het nalevingsniveau van de deelnemer geclassificeerd als “ernstige niet-naleving”.
8. DNB beoordeelt de naleving door de deelnemers jaarlijks opnieuw.
9. DNB kan de volgende corrigerende maatregelen opleggen aan deelnemers waarvan de mate van naleving werd beoordeeld als niet-naleving van gering belang of ernstige niet-naleving, in oplopende volgorde van ernst:
a) verscherpte monitoring: de deelnemer verstrekt aan DNB maandelijks een door een directielid ondertekend rapport over zijn vorderingen bij de aanpak van de niet-naleving. Daarnaast is de deelnemer voor elke betrokken rekening een maandelijkse geldboete van 1 000 EUR verschuldigd. Deze corrigerende maatregel kan worden opgelegd indien de deelnemer een tweede opeenvolgende beoordeling van niet-naleving van gering belang of een beoordeling van een ernstige niet-naleving ontvangt;
b) opschorting: de deelname aan TARGET-NL kan worden opgeschort in de omstandigheden als beschreven in artikel 25, lid 2, punten b) en/of c). In afwijking van artikel 25 van deze bijlage wordt de deelnemer drie maanden van tevoren in kennis gesteld van deze opschorting. De deelnemer is daarnaast een voor elke opgeschorte rekening een maandelijkse geldboete van 2 000 EUR verschuldigd. Deze corrigerende maatregel kan worden opgelegd indien de deelnemer een tweede opeenvolgende beoordeling van ernstige niet-naleving ontvangt;
c) beëindiging: de deelname aan TARGET-NL kan worden opgeschort in de omstandigheden als beschreven in artikel 25, lid 2, punten b) en/of c). In afwijking van artikel 25 van deze bijlage wordt de deelnemer drie maanden van tevoren in kennis gesteld. De deelnemer is daarnaast een geldboete van 1 000 EUR verschuldigd voor elke beëindigde rekening. Deze corrigerende maatregel kan worden opgelegd indien de deelnemer de ernstige niet-naleving niet binnen drie maanden van opschorting van zijn deelname naar tevredenheid van DNB heeft verholpen.
10. Deelnemers die aan derden toegang verlenen tot hun TARGET-rekening als bedoeld in artikel 7, en deelnemers met geregistreerde adresseerbare BIC-houders als bedoeld in deel III, artikel 2, bestrijden het risico dat voortvloeit uit het toestaan van die toegang overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften van de leden 1 tot en met 9.
Artikel 21 - Vergoedingsregeling
Indien een geldoverboekingsopdracht wegens een technische storing in TARGET niet op dezelfde werkdag waarop ze werd aanvaard kan worden afgewikkeld, biedt DNB de betrokken directe deelnemers vergoeding aan overeenkomstig de in appendix II opgenomen specifieke procedure.
Artikel 22 - Aansprakelijkheidsregime
1. Bij het uitvoeren van hun verplichtingen overeenkomstig deze voorwaarden, hebben DNB en de deelnemers de algemene plicht redelijke zorg ten opzichte van elkaar te betrachten.
2. DNB is in gevallen van fraude (met inbegrip van, maar niet beperkt tot opzet) of grove schuld jegens haar deelnemers aansprakelijk voor schade voortvloeiend uit de werking van TARGET-NL. In gevallen van gewone schuld of nalatigheid, is de aansprakelijkheid van DNB beperkt tot de directe schade van de deelnemer, d.w.z. het bedrag van de transactie in kwestie en/of de rentederving daarover, exclusief eventuele gevolgschade.
3. DNB is niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van een defect of storing van de technische infrastructuur (met inbegrip van, maar niet beperkt tot de computerinfrastructuur van DNB, programma’s, gegevens, toepassingen of netwerken), indien een dergelijk defect of storing zich voordoet ondanks het feit dat DNB maatregelen heeft genomen die redelijkerwijze noodzakelijk zijn om die infrastructuur te beschermen tegen een defect of storing en om voor de gevolgen van een dergelijk defect of storing een oplossing te vinden (zulks met inbegrip van, maar niet beperkt tot het initiëren en voltooien van de in appendix IV beschreven bedrijfscontinuïteits- en noodprocedures).
4. DNB is niet aansprakelijk:
a) voor zover de schade door de deelnemer is veroorzaakt; of
b) indien de schade het gevolg is van externe omstandigheden die redelijkerwijze niet aan DNB kunnen worden toegerekend (overmacht).
5. Niettegenstaande titel 7B van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zijn de leden 1 tot en met 4 van toepassing voor zover de aansprakelijkheid van DNB kan worden uitgesloten.
6. DNB en de deelnemers nemen alle redelijke en praktische stappen om schade of verlies zoals bedoeld in dit artikel te beperken.
7. Bij het nakomen van alle of een deel van de verplichtingen overeenkomstig deze voorwaarden kan DNB in eigen naam opdrachten aan derden verstrekken, met name aan aanbieders van telecommunicatie- of andere netwerkdiensten of andere entiteiten, indien dit noodzakelijk is voor de nakoming van de verplichtingen van DNB of indien dit standaard marktpraktijken zijn. De verplichting van DNB is beperkt tot het zorgvuldig selecteren van en opdracht verstrekken aan die derden en de aansprakelijkheid van DNB is dienovereenkomstig beperkt. Voor de toepassing van dit lid worden niveau 3-NCB’s niet als derden beschouwd.
Artikel 23 - Bewijs
1. Tenzij anders bepaald in deze voorwaarden, worden alle geldoverboekingsopdrachten en daarmee verband houdende berichten, zoals bevestigingen van debiteringen of crediteringen, of rekeningoverzichten, tussen DNB en de deelnemers verzonden via de betrokken NSP.
2. Elektronische of schriftelijke bestanden van door DNB of door de betrokken NSP bijgehouden berichten worden aanvaard als bewijs van de via DNB uitgevoerde betalingen. De opgeslagen of uitgeprinte versie van het oorspronkelijke bericht van de betrokken NSP wordt als bewijs aanvaard, ongeacht de vorm van het oorspronkelijke bericht.
3. Indien de verbinding van een deelnemer met de NSP mislukt, gebruikt de deelnemer de alternatieve verzendingswijze voor berichten zoals overeengekomen met DNB. In dergelijke gevallen heeft de door DNB geproduceerde versie van het bericht, opgeslagen of uitgeprint, dezelfde bewijskracht als het oorspronkelijke bericht, ongeacht de vorm ervan.
4. DNB houdt volledige bestanden bij van door deelnemers aangeleverde betalingsopdrachten en ontvangen betalingen, zulks voor de duur van zeven jaar en wel vanaf het moment waarop die betalingsopdrachten worden aangeleverd en betalingen worden ontvangen, op voorwaarde dat die volledige bestanden een periode van minimaal vijf jaar bestrijken voor elke TARGET-deelnemer die continue onderworpen is aan controle uit hoofde van door de Raad van de Europese Unie of lidstaten vastgestelde beperkende maatregelen, of langer indien specifieke regels dat vereisen.
5. De eigen boeken en bestanden van DNB worden aanvaard als bewijsmiddel voor eventuele verplichtingen van de deelnemers en van feiten en gebeurtenissen waarop de partijen zich baseren.
Artikel 24 - Duur en gewone beëindiging van deelname en afsluiting van rekeningen
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 25, geldt deelname aan TARGET-NL voor onbepaalde tijd.
2. Een deelnemer kan het navolgende te allen tijde beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van 14 werkdagen, tenzij een kortere opzegtermijn wordt overeengekomen met DNB:
a) zijn volledige deelname aan TARGET-NL, behalve wanneer de deelnemer een instelling is die binnen het toepassingsgebied van artikel 1 van Verordening (EU) 2021/378 (ECB/2021/1) valt, in welk geval de deelnemer ten minste één MCA blijft aanhouden om aan de toepasselijke minimumreserveverplichtingen te voldoen, op voorwaarde dat de deelnemer blijft voldoen aan de artikelen 4 en 5;
b) een of meer van zijn DCA’s, RTGS AS-technische rekeningen en/of TIPS AS-technische rekeningen;
c) een of meer van zijn MCA’s, behalve wanneer de deelnemer een instelling is die binnen het toepassingsgebied van artikel 1 van Verordening (EU) 2021/378 (ECB/2021/1) valt, in welk geval de deelnemer ten minste één MCA blijft aanhouden om te voldoen aan de toepasselijke minimumreserveverplichtingen, op voorwaarde dat de deelnemer blijft voldoen aan de artikelen 4 en 5.
3. DNB kan te allen tijde overgaan tot beëindiging van het hiernavolgende met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, tenzij zij met de betrokken deelnemer een andere opzegtermijn overeenkomt:
a) de volledige deelname aan TARGET-NL, behalve wanneer de deelnemer een instelling is die binnen het toepassingsgebied van artikel 1 van Verordening (EU) 2021/378 (ECB/2021/1) valt, in welk geval DNB ten minste één MCA blijft aanbieden om te voldoen aan de toepasselijke minimumreserveverplichtingen, mits de deelnemer blijft voldoen aan de artikelen 4 en 5;
b) een of meer van de DCA’s, RTGS AS-technische rekeningen en/of TIPS AS-technische rekeningen van de deelnemer;
c) een of meer van de MCA’s van de deelnemer, op voorwaarde dat de deelnemer tenminste één MCA blijft aanhouden.
4. Bij beëindiging van de deelname blijven de in artikel 28 neergelegde vertrouwelijkheidsverplichtingen gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van beëindiging, van kracht.
5. Bij beëindiging van de deelname sluit DNB alle TARGET-rekeningen van de betrokken deelnemer overeenkomstig artikel 26, met uitzondering van MCA’s die de deelnemer blijft aanhouden overeenkomstig lid 2, punt a), of die DNB blijft aanbieden krachtens lid 3, punt a)..
Artikel 25 - Opschorting en uitzonderlijke beëindiging van de deelname
1. De deelname van een deelnemer aan TARGET-NL wordt onmiddellijk zonder voorafgaande kennisgeving beëindigd of opgeschort bij een van de volgende vormen van verzuim:
a) opening van een insolventieprocedure, en/of
b) de deelnemer voldoet niet langer aan de toegangscriteria van artikel 4.
Voor de toepassing van dit lid wordt het nemen van crisispreventiemaatregelen of crisisbeheersingsmaatregelen in de zin van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad4 ten aanzien van een deelnemer niet automatisch aangemerkt als de opening van een insolventieprocedure.
4 Richtlijn 2014/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) Nr. 1093/2010 en (EU) Nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190).
2. DNB kan de deelname van een deelnemer aan TARGET-NL zonder voorafgaande kennisgeving beëindigen of opschorten indien:
a) zich een of meer gevallen van verzuim voordoen (buiten de in lid 1 bedoelde gevallen);
b) de deelnemer materieel in strijd handelt met deze voorwaarden;
c) de deelnemer een materiële verplichting aan DNB niet nakomt;
d) de deelnemer niet langer een geldige overeenkomt heeft met een NSP voor het verzorgen van de noodzakelijke verbinding met TARGET;
e) zich een andere omstandigheid ten aanzien van de deelnemer voordoet die, naar het oordeel van DNB een bedreiging zou vormen voor de algehele stabiliteit, de soliditeit en de veiligheid van TARGET-NL of van een ander TARGET-deelsysteem, of die de vervulling door DNB van de taken als beschreven in de Bankwet 1998 en de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en de Europese Centrale Bank in gevaar zou brengen, dan wel bezien vanuit het oogpunt van prudentieel handelen risico's met zich meebrengt;
f) een NCB de toegang van de deelnemer tot intraday-krediet opschort, met inbegrip van automatische zekerheidsstelling, of beëindigt overeenkomstig deel II, artikel 13; en/of
g) de deelnemer wordt uitgesloten of anderszins ophoudt lid te zijn van een van de gesloten groep van gebruikers (Closed Group of Users) van de NSP.
3. Bij de uitoefening van haar discretionaire bevoegdheid krachtens lid 2 houdt DNB onder andere rekening met de ernst van het geval van verzuim, respectievelijk met de ernst van lid 2, punten a) tot en met c) genoemde omstandigheden.
4. In het geval dat DNB de deelname van een deelnemer aan TARGET-NL krachtens lid 1 of lid 2 opschort of beëindigt, stelt DNB door middel van een uitzendbericht of, indien dat niet beschikbaar is, door middel van een ander passend communicatiemiddel de respectieve deelnemer, andere CB’s en deelnemers in alle TARGET-deelsystemen onverwijld in kennis van een dergelijke opschorting of beëindiging. Een dergelijk bericht wordt geacht te zijn afgegeven door de eigen CB van de betrokken deelnemer.
5. Zodra de deelnemers een bericht uit hoofde van lid 4 hebben ontvangen, worden zij geacht op de hoogte te zijn van de beëindiging/opschorting van de deelname van de deelnemer aan TARGET-NL of een ander TARGET-deelsysteem. De deelnemers dragen de verliezen ten gevolge van de aanlevering van een geldoverboekingsopdracht aan deelnemers wier deelname werd opgeschort of beëindigd, als een dergelijke betalingsopdracht in TARGET-NL werd ingevoerd na ontvangst van het bericht.
Artikel 26 - Sluiting van TARGET-rekeningen door DNB in verband met de beëindiging van deelname
Bij beëindiging van de deelname van een deelnemer in TARGET-NL krachtens hetzij artikel 24, hetzij artikel 25, sluit DNB de TARGET-rekeningen van de betrokken deelnemer, nadat zij in de wachtrij geplaatste geldoverboekingsopdrachten heeft afgewikkeld of afgewezen, en haar pand- en verrekeningsrecht krachtens artikel 27 heeft uitgeoefend.
Artikel 27 - Pand- en verrekeningsrecht van DNB
1. DNB heeft op grond van de Algemene Voorwaarden een pandrecht op onder andere de bestaande en toekomstige tegoeden op de TARGET-rekeningen van de deelnemer, zulks tot zekerheid voor de nakoming van alle bestaande en toekomstige vorderingen uit welken hoofde ook. Voor zover nodig geldt de door de deelnemer ondertekende akkoordverklaring met onder andere de Algemene Voorwaarden als een akte van verpanding tussen de deelnemer en DNB.
2. DNB heeft het in lid 1 bedoeld recht ook als haar vorderingen enkel voorwaardelijk of nog niet opeisbaar zijn.
3. In het geval van:
a) een geval van verzuim als bedoeld in artikel 25, lid 1; of
b) een ander geval van verzuim of een gebeurtenis als bedoeld in artikel 25, lid 2, resulterend in de beëindiging of de opschorting van de deelname van de deelnemer, niettegenstaande de opening van een insolventieprocedure tegen een deelnemer en niettegenstaande een overdracht, gerechtelijke of andere beslaglegging of andere beschikking over of betreffende de rechten van de deelnemer,
worden alle verplichtingen van de deelnemer automatisch en onmiddellijk zonder voorafgaande kennisgeving en zonder dat voorafgaande goedkeuring van enige autoriteit is vereist, vervroegd en onmiddellijk opeisbaar. Bovendien worden de wederzijdse verplichtingen van de deelnemer en DNB automatisch verrekend en de partij die het hoogste bedrag verschuldigd is dient het verschil te betalen.
4. DNB stelt de deelnemer onverwijld in kennis van elke krachtens lid 3 verrichte verrekening nadat een dergelijke verrekening heeft plaatsgevonden.
5. DNB kan zonder voorafgaande kennisgeving elke TARGET-rekening van een deelnemer debiteren voor het door de deelnemer aan DNB verschuldigde bedrag dat de deelnemer verschuldigd is uit hoofde van de rechtsbetrekking tussen de deelnemer en DNB.
6. De bepalingen van dit artikel creëren geen recht, pandrecht, zekerheidsrechten of vorderingen tot verrekening met betrekking tot de volgende door AS’en gebruikte TARGET-rekeningen:
a) TARGET-rekeningen die worden gebruikt in overeenstemming met de AS- afwikkelingsprocedures uit hoofde van deel VI of deel VII;
b) TARGET-rekeningen die door een AS worden aangehouden in het kader van de delen II tot en met V, waarbij op dergelijke rekeningen aangehouden middelen het AS niet toebehoren, maar namens de cliënten ervan worden aangehouden of worden gebruikt om namens de cliënten geldoverboekingsopdrachten af te wikkelen.
Artikel 28 - Vertrouwelijkheid
1. DNB zal de vertrouwelijkheid bewaren ten aanzien van alle gevoelige of geheime informatie, met inbegrip van informatie betreffende betalingen, technische of organisatorische informatie van de deelnemer, deelnemers van dezelfde groep of diens cliënten, tenzij de deelnemer of diens cliënten hun schriftelijke toestemming hebben gegeven voor de openbaarmaking of die bekendmaking toegestaan of vereist is onder Nederlands recht.
2. In afwijking van lid 1 stemt de deelnemer ermee in dat informatie over enige krachtens artikel 25 uitgevoerde handelingen niet als vertrouwelijk wordt beschouwd.
3. In afwijking van lid 1 aanvaardt de deelnemer dat DNB informatie over betalingen of technische of organisatorische informatie met betrekking tot de deelnemer, deelnemers van dezelfde bankgroep of de cliënten van de deelnemer die in het kader van de werking van TARGET-NL wordt verkregen, bekend kan maken aan:
a) andere CB’s of aan derden die betrokken zijn bij de werking van TARGET-NL, voor zover dit noodzakelijk is voor de efficiënte exploitatie van TARGET, of voor het monitoren van de blootstelling van de deelnemer of van zijn bankgroep;
b) andere CB’s met het oog op het verrichten van de voor markoperaties, monetairbeleidsfuncties, financiële stabiliteit of financiële integratie noodzakelijke analyses; of
c) toezichthoudende, afwikkelings- en oversightautoriteiten van de lidstaten en de Unie, waaronder van CB’s, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van hun publieke taken,
en op voorwaarde dat in al die gevallen de bekendmaking niet in strijd is met het toepasselijke recht.
4. DNB is niet aansprakelijk voor de financiële en commerciële gevolgen van een overeenkomstig lid 3 gedane openbaarmaking.
5. In afwijking van lid 1 en op voorwaarde dat de deelnemer of diens cliënten daardoor niet direct of indirect kunnen worden geïdentificeerd, kan DNB betalingsinformatie betreffende de deelnemer of diens cliënten openbaar maken of publiceren voor statistische, historische, wetenschappelijke of andere doeleinden in de uitoefening van haar publieke taken of van de taken van andere openbare lichamen waaraan de informatie wordt bekendgemaakt.
6. Informatie betreffende de werking van TARGET-NL waartoe deelnemers toegang hebben verkregen, mag alleen worden gebruikt voor de in deze voorwaarden vastgelegde doeleinden. Deelnemers bewaren de vertrouwelijkheid ten aanzien van dergelijke informatie, tenzij DNB uitdrukkelijk schriftelijk toestemming voor openbaarmaking heeft verleend. Deelnemers waarborgen dat derden gebonden zijn aan de vertrouwelijkheidsverplichtingen van dit artikel, indien zij aan deze derden taken die van invloed zijn of kunnen zijn op de uitvoering van de verplichtingen van de deelnemers onder deze voorwaarden uitbesteden, delegeren of in onderaanbesteding geven.
7. DNB mag voor de afwikkeling van geldoverboekingsopdrachten noodzakelijk gegevens verwerken en aan de NSP overdragen.
Artikel 29 - Gegevensbescherming, het voorkomen van witwassen, administratieve of beperkende maatregelen en daaraan gerelateerde onderwerpen
1. Deelnemers worden geacht bekend te zijn met en te zijn gehouden tot naleving van alle op hen rustende verplichtingen met betrekking tot de wetgeving inzake gegevensbescherming, en kunnen deze naleving aantonen aan de relevante bevoegde autoriteiten. Zij worden geacht bekend te zijn met en zijn gehouden tot naleving van al hun verplichtingen uit hoofde van de wetgeving inzake het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering, proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten en de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, met name voor wat betreft de uitvoering van passende maatregelen betreffende betalingen die op hun TARGET-rekeningen worden gedebiteerd of gecrediteerd. Deelnemers zorgen ervoor dat zij geïnformeerd zijn over het beleid van de door hen gekozen NSP inzake gegevensontsluiting voordat zij een contractuele relatie aangaan met die NSP.
2. Deelnemers machtigen DNB tot het inwinnen van alle op hen betrekking hebbende informatie van enigerlei financiële of toezichthoudende autoriteit of handelsorganisatie, zowel in binnen- of buitenland, indien dergelijke informatie noodzakelijk is voor de deelname van de deelnemer aan TARGET-NL.
3. Deelnemers die optreden als de betalingsdienstverlener van een betaler of begunstigde, voldoen aan alle vereisten die voortvloeien uit voor aan hen krachtens artikel 75 of 215 van het Verdrag opgelegde administratieve of beperkende maatregelen, waaronder vereisten inzake kennisgeving en/of het verkrijgen van instemming van een bevoegde autoriteit in verband met het verwerken van transacties. Voorts geldt het volgende:
a) indien DNB de betalingsdienstverlener is van een deelnemer die een betaler is:
i) doet de deelnemer de vereiste kennisgeving of verkrijgt toestemming namens de centrale bank die in eerste instantie de kennisgeving dient te doen of toestemming dient
te verkrijgen, en verstrekt DNB het bewijs dat de kennisgeving is gedaan of de toestemming is verkregen;
ii) voert de deelnemer geen betalingsopdrachten voor de overboeking van middelen naar een door een andere entiteit dan de deelnemer aangehouden rekening in TARGET in vooraleer DNB heeft bevestigd dat de vereiste kennisgeving is gedaan of instemming is verkregen door of namens de betalingsdienstverlener van de begunstigde;
b) indien DNB een betalingsdienstverlener is van een deelnemer die een begunstigde is, doet de deelnemer de vereiste kennisgeving of verkrijgt hij toestemming namens de centrale bank die in eerste instantie de kennisgeving dient te doen of toestemming dient te verkrijgen, en verstrekt DNB het bewijs dat de kennisgeving is gedaan of de toestemming is verkregen.
Voor de toepassing van dit lid hebben de termen “betalingsdienstverlener”, “betaler” en “begunstigde” de betekenis die daaraan wordt toegekend in de toepasselijke administratieve of beperkende maatregelen.
Artikel 30 - Kennisgevingen
1. Tenzij anders bepaald in deze voorwaarden, worden alle overeenkomstig deze voorwaarden vereiste of toegestane kennisgevingen per aangetekende post, fax (000 000 0000) of anderszins, via elektronische middelen voor zover bilateraal overeengekomen of anderszins schriftelijk verzonden. Kennisgevingen aan DNB worden gedaan aan het hoofd van de afdeling Betalingsverkeer en Onderpand Services van DNB, Xxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxx, of aan het BIC-adres van DNB (XXXXXX0X). Kennisgevingen aan de deelnemer worden gedaan aan het adres, faxnummer of het BIC-adres van de deelnemer zoals periodiek door de deelnemer aan DNB meegedeeld.
2. Als bewijs van verzending van de kennisgeving volstaat het om aan te tonen dat de kennisgeving fysiek of langs elektronische weg aan de geadresseerde is verzonden.
3. Alle kennisgevingen worden gedaan in het Nederlands of in het Engels.
4. Deelnemers zijn gebonden door alle formulieren en documenten van DNB die de deelnemers ingevuld en/of ondertekend hebben, met inbegrip van, maar niet beperkt tot formulieren voor het verzamelen van referentiegegevens als bedoeld in artikel 5, lid 2 punt a), en door krachtens artikel 11, lid 5 verstrekte informatie die overeenkomstig de leden 1 en 2 werd ingediend en waarvan DNB redelijkerwijze veronderstelt dat ze van de deelnemers, hun werknemers of agenten afkomstig is.
Artikel 31 - Contractuele relatie met een NSP
1. Met het oog op het verzenden of ontvangen van TARGET-instructies en berichten zullen de deelnemers:
a) een contract met een NSP sluiten in het kader van de concessieovereenkomst met die NSP teneinde een technische verbinding met TARGET-NL tot stand te brengen; of
b) een verbinding via een andere entiteit tot stand brengen die een contract met een NSP heeft gesloten in het kader van de concessieovereenkomst met die NSP.
1 bis. Met ingang van 21 maart 2026 brengen deelnemers die door DNB als kritiek worden beschouwd, naast de in lid 1 bedoelde technische verbinding, een tweede technische verbinding voor nooddoeleinden met TARGET-NL via een tweede NSP tot stand overeenkomstig de in lid 1 vastgestelde modaliteiten. De tweede technische verbinding kan plaatsvinden via de user-to- application (U2A)-toegang voor lage transactievolumes van de tweede NSP.
2. De rechtsbetrekking tussen een deelnemer en de NSP wordt uitsluitend beheerst door de voorwaarden van het tussen hen gesloten contract.
3. De dienstverlening door de NSP maakt geen deel uit van de door DNB te verlenen diensten met betrekking tot TARGET.
4. DNB is niet aansprakelijk voor handelen of nalaten, of eventuele fouten van de NSP (met inbegrip van haar bestuurders, personeel en onderaannemers), of voor het handelen of nalaten of fouten van door deelnemers derden die zij geselecteerd hebben om toegang te verkrijgen tot het netwerk van de NSP.
Artikel 32 - Wijzigingsprocedure
DNB kan te allen tijde eenzijdig deze voorwaarden, waaronder de appendices, wijzigen. Wijzigingen van deze voorwaarden, waaronder de appendices, worden schriftelijk dan wel op een andere daartoe geëigende wijze aangekondigd. Wijzigingen worden geacht te zijn aanvaard tenzij de deelnemer daartegen uitdrukkelijk bezwaar maakt binnen 14 dagen nadat de deelnemer over dergelijke wijzigingen werd geïnformeerd. In het geval dat een deelnemer bezwaar maakt tegen de wijziging, heeft DNB het recht de deelname van die deelnemer aan TARGET-NL onmiddellijk te beëindigen en zijn TARGET-rekeningen te sluiten.
Artikel 33 - Rechten van derden
1. Deelnemers mogen rechten, belangen, verplichtingen, verantwoordelijkheden of vorderingen die voortvloeien uit of verband houden met deze voorwaarden niet overdragen, verpanden of overdragen aan een derde partij zonder schriftelijke toestemming van DNB.
2. Deze voorwaarden creëren geen rechten ten gunste van of verbintenissen betreffende een andere entiteit dan DNB en deelnemers aan TARGET-NL.
Artikel 34 - Toepasselijk recht, jurisdictie en de plaats van uitvoering
1. De bilaterale relatie tussen DNB en haar deelnemers aan TARGET-NL wordt beheerst door Nederlands recht.
2. Onverminderd de bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie, valt elk geschil dat voortvloeit uit een aangelegenheid in verband met de in lid 1 bedoelde verhouding onder de exclusieve bevoegdheid van de bevoegde rechter te Amsterdam.
3. De plaats van uitvoering betreffende de rechtsbetrekkingen tussen DNB en de deelnemers is Amsterdam.
Artikel 35 - Partiële ongeldigheid
Indien enige bepaling in deze voorwaarden ongeldig is of wordt, doet dit geen afbreuk aan de toepasselijkheid van alle overige bepalingen van deze voorwaarden.
Artikel 36 - Inwerkingtreding en bindend karakter
Deze voorwaarden treden in werking op op 1 december 2024 en vervangen de eerdere voorwaarden van 20 november 2023.
DEEL II
BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR HOOFDGELDREKENINGEN (MAIN CASH ACCOUNTS – MCA’S)
Artikel 1 - Opening en beheer van een MCA
1. DNB opent en beheert ten minste één MCA voor elke deelnemer, behalve wanneer de deelnemer een AS is dat alleen gebruikmaakt van RTGS- of TIPS AS-afwikkelingsprocedures, in welk geval het gebruik van de MCA wordt overgelaten aan het oordeel van het AS.
2. Met het oog op de afwikkeling van monetairbeleidstransacties zoals uiteengezet in het Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (herschikking) (ECB/2014/60), zoals deze op enig moment zal komen te luiden, en de verrekening van rente voor dergelijke transacties, wijst de deelnemer een primaire MCA aan die bij DNB wordt aangehouden.
3. De overeenkomstig lid 2 aangewezen primaire MCA wordt tevens gebruikt voor de volgende doeleinden:
a) rentevergoeding als bedoeld in deel I, artikel 12, tenzij de deelnemer daartoe een andere deelnemer aan TARGET-NL heeft aangewezen;
b) de verlening van intraday-krediet, indien van toepassing.
4. Een negatief saldo op een primaire MCA mag niet lager zijn dan de kredietlijn (indien toegekend). Er is geen debetsaldo op een MCA die geen primaire MCA is.
Artikel 2 - Gezamenlijk beheer van een MCA
1. Op verzoek van een MCA-houder staat DNB toe dat een door die MCA-houder aangehouden MCA gezamenlijk wordt beheerd door:
a) een andere MCA-houder in TARGET-NL;
b) een MCA-houder in een ander TARGET-deelsysteem.
Indien de MCA-houder meer dan één MCA bezit, mag elke aangehouden MCA gezamenlijk worden beheerd door een andere medebeheerder. De medebeheerder heeft ten aanzien van een MCA dezelfde rechten en voorrechten als die welke hij heeft met betrekking tot zijn eigen MCA.
2. De MCA-houder verstrekt DNB het bewijs van instemming van de medebeheerder om in die hoedanigheid op te treden.
3. Een MCA-houder voldoet in zijn hoedanigheid van medebeheerder aan de verplichtingen van de MCA-houder van de gezamenlijk beheerde MCA uit hoofde van deel I, artikel 5, lid 1, punt a), deel I, artikel 10, lid 4, en deel I, artikel 31, leden 1 en 1 bis.
4. De MCA-houder van een gezamenlijk beheerde MCA voldoet aan de verplichtingen van een deelnemer uit hoofde van deel I en deel II met betrekking tot de gezamenlijk beheerde MCA. Indien de MCA-houder geen rechtstreekse technische verbinding met TARGET heeft, zijn deel I, artikel 5, lid 1, punt a), i), deel I, artikel 10, lid 4, en deel I, artikel 31, leden 1 en 1 bis, niet van toepassing.
5. Deel I, artikel 7 is van toepassing op een MCA-houder die een entiteit aanwijst die krachtens dit artikel optreedt als medebeheerder van de MCA van een MCA-houder.
6. De MCA-houder stelt DNB onmiddellijk in kennis indien de medebeheerder niet langer optreedt of de regeling inzake gezamenlijk beheer tussen de MCA-houder en de medebeheerder wordt beëindigd.
Artikel 3 - MCA-liquiditeitsoverboekingsgroep
1. Op verzoek van een MCA-houder richt DNB een MCA-liquiditeitsoverboekingsgroep op ten behoeve van de verwerking van MCA-naar-MCA-liquiditeitsoverboekingsopdrachten.
2. Op verzoek van een MCA-houder voegt DNB een van de MCA’s van de MCA-houder toe aan een bestaande MCA-liquiditeitsoverboekingsgroep die is opgericht in TARGET-NL of een ander TARGET-deelsysteem, of verwijdert zij deze daaruit. De MCA-houder informeert alle andere MCA- houders in die MCA-liquiditeitsoverboekingsgroep alvorens een dergelijk verzoek in te dienen.
Artikel 4 - Via een MCA verwerkte transacties
1. De volgende transacties worden via een MCA in TARGET-NL verwerkt:
a) centralebankoperaties;
b) liquiditeitsoverboekingsopdrachten naar en van girale depositorekeningen die door DNB op naam van de deelnemer zijn geopend;
c) liquiditeitsoverboekingsopdrachten naar een andere MCA binnen dezelfde MCA- liquiditeitsoverboekingsgroep;
d) liquiditeitsoverboekingsopdrachten naar een T2S DCA, TIPS DCA of RTGS DCA, of naar een subrekening daarvan.
Arikel 5 - Liquiditeitsoverboekingsopdrachten
1. Een MCA-houder kan liquiditeitsoverboekingsopdrachten in een van de volgende vormen indienen:
a) een directe liquiditeitsoverboekingsopdracht, die een instructie is tot onmiddellijke uitvoering;
b) een doorlopende liquiditeitsoverboekingsopdracht, die een instructie is voor de terugkerende uitvoering van de overboeking van een bepaald bedrag wanneer zich elke werkdag een vooraf bepaalde gebeurtenis voordoet.
Artikel 6 - Regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdrachten
1. Een MCA-houder kan een vloer- en/of plafondbedrag voor zijn MCA vaststellen.
2. Door een plafondbedrag in te stellen en te opteren voor een regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht, kan, indien na de afwikkeling van een betalingsopdracht het plafond is overschreden, de MCA-houder DNB opdracht geven een regelgebaseerde liquiditeitsopdracht uit te voeren die een door de RTGS DCA-houder aangewezen MCA binnen dezelfde door de MCA-houder aangewezen MCA-liquiditeitsoverdrachtsgroep crediteert. De gecrediteerde RTGS DCA of MCA kan zich bevinden in TARGET-NL of een ander TARGET- deelsysteem.
3. Door een vloerbedrag in te stellen en te opteren voor een regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht wordt, indien na de afwikkeling van een betalingsopdracht het vloerbedrag wordt onderschreden een regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht geïnitieerd die een RTGS DCA-rekening of een andere door de MCA-houder aangewezen MCA binnen dezelfde MCA-liquiditeitsoverboekingsgroep debiteert. De gedebiteerde RTGS DCA of MCA kan zich bevinden in TARGET-NL of een ander TARGET-deelsysteem. De houder van de te debiteren RTGS DCA of MCA moet toestaan dat zijn rekening op deze wijze wordt gedebiteerd.
4. Een MCA-houder kan toestaan dat zijn MCA wordt gedebiteerd indien het vloerbedrag wordt onderschreden in een of meer gespecificeerde RTGS DCA’s of MCA’s binnen dezelfde liquiditeitsoverboekingsgroep in TARGET-NL of een ander TARGET-deelsysteem. Door toestemming te verlenen om zijn rekening te debiteren, geeft de MCA-houder DNB opdracht een regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht uit te voeren die de RTGS DCA(‘s) of MCA(‘s) crediteert wanneer het vloerbedrag wordt onderschreden.
5. Een MCA-houder kan debitering van zijn MCA toestaan indien er onvoldoende liquiditeit aanwezig is op de RTGS DCA die is aangewezen met het oog op geautomatiseerde liquiditeitsoverboekingsopdrachten overeenkomstig deel III, artikel 1, leden 5 en 6, om urgente betalingsopdrachten, AS-overboekingsopdrachten of betalingsopdrachten met hoge prioriteit af te wikkelen. Met het verlenen van toestemming voor het debiteren van zijn rekening, instrueert de MCA-houder DNB om een regelgebaseerde liquiditeitsopdracht uit te voeren die zijn RTGS DCA crediteert.
Artikel 7 - Verwerking van geldoverboekingsopdrachten
1. Geldoverboekingsopdrachten worden onmiddellijk afgewikkeld zodra zij zijn geaccepteerd, op voorwaarde dat er beschikbare liquiditeit aanwezig is op de MCA van de betaler.
2. In het geval dat er op een MCA onvoldoende middelen aanwezig zijn om de afwikkeling uit te voeren, is de relevante regel in de punten a) tot en met e) van toepassing afhankelijk van de soort geldoverboekingsopdracht.
a) Betalingsopdracht op de MCA: de instructie wordt afgewezen indien zij wordt geïnitieerd door DNB en zou leiden tot zowel een wijziging in de intraday-kredietlijn van de deelnemer als een overeenkomstige debitering of creditering van de MCA van de deelnemer. Alle andere instructies moeten in de wachtrij worden geplaatst.
b) Directe liquiditeitsoverboekingsopdracht: de opdracht wordt afgewezen zonder gedeeltelijke afwikkeling of een verdere poging tot afwikkeling.
c) Doorlopende liquiditeitsoverboekingsopdracht: de opdracht wordt gedeeltelijk afgewikkeld zonder een verdere poging tot afwikkeling.
d) Regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht: de opdracht wordt gedeeltelijk afgewikkeld zonder een verdere poging tot afwikkeling.
e) Liquiditeitsoverboekingsopdracht naar een onmiddellijk opvraagbare depositorekening: de opdracht wordt afgewezen zonder gedeeltelijk afwikkeling of een verdere poging tot afwikkeling.
3. Alle geldoverboekingsopdrachten in de wachtrij worden verwerkt volgens het “first-in, first-out” (FIFO) -beginsel zonder prioritering of herschikking.
4. Geldoverboekingsopdrachten die aan het einde van de werkdag in de wachtrij staan worden afgewezen.
Artikel 8 - Liquiditeitsreserveringsopdracht
1. Een MCA-houder kan DNB opdracht geven een bepaald liquiditeitsbedrag op zijn MCA te reserveren met het oog op de afwikkeling van centralebankoperaties of liquiditeitsoverboekingsopdrachten op girale depositorekeningen met gebruikmaking van een van de volgende mogelijkheden:
a) een actuele liquiditeitsreserveringsopdracht die onmiddellijk van kracht wordt voor de actuele TARGET-werkdag;
b) een doorlopende liquiditeitsreserveringsopdracht die aan het begin van elke TARGET- werkdag moet worden uitgevoerd.
2. In het geval dat het bedrag van de niet-gereserveerde liquiditeit niet voldoende is om aan de huidige of doorlopende liquiditeitsreserveringsopdracht te voldoen, voert DNB de reserveringsopdracht
gedeeltelijk uit. DNB wordt opgedragen verdere reserveringsopdrachten uit te voeren totdat het uitstaande te reserveren bedrag is bereikt. Lopende reserveringsopdrachten worden aan het einde van de werkdag afgewezen.
3. Centralebankoperaties worden afgewikkeld met gebruikmaking van de in lid 1 bedoelde gereserveerde liquiditeit en andere geldoverboekingsopdrachten worden pas afgewikkeld met gebruikmaking van beschikbare liquiditeit nadat het gereserveerde bedrag is afgetrokken.
4. Niettegenstaande lid 3 gebruikt DNB de gereserveerde liquiditeit ingeval van onvoldoende ongereserveerde liquiditeit op de primaire MCA van de MCA-houder om de intraday-kredietlijn van de MCA-houder te verlagen.
Artikel 9 - Verwerking van geldoverboekingsopdrachten in het geval van opschorting of beëindiging
1. Bij beëindiging van de deelname van een deelnemer aan TARGET-NL aanvaardt DNB geen nieuwe geldoverboekingsopdrachten van die deelnemer. Geldoverboekingsopdrachten in de wachtrij, geagendeerde geldoverboekingsopdrachten of nieuwe geldoverboekingsopdrachten ten gunste van die deelnemer worden afgewezen.
2. Indien een deelnemer van TARGET-NL is geschorst om andere dan de in deel I, artikel 25, lid 1, punt a), genoemde gronden, slaat DNB alle inkomende en uitgaande geldoverboekingsopdrachten van die deelnemer op de MCA van de deelnemer op en legt deze pas ter afwikkeling voor nadat de CB van de geschorste deelnemer deze uitdrukkelijk heeft aanvaard.
3. Indien een deelnemer om een van artikel 25, lid 1, punt a), genoemde gronden van TARGET-NL is geschorst, worden eventuele uitgaande geldoverboekingsopdrachten van de MCA van die deelnemer alleen verwerkt in opdracht van zijn vertegenwoordigers, met inbegrip van die welke zijn aangewezen door een bevoegde autoriteit of een rechtbank, zoals de curator van de deelnemer, of op grond van een uitvoerbare beslissing van een bevoegde autoriteit of een rechtbank houdende instructies over de wijze waarop de geldoverboekingsopdrachten moeten worden verwerkt. Alle inkomende geldoverboekingsopdrachten worden overeenkomstig lid 2 verwerkt.
Artikel 10 - Voor intraday-krediet in aanmerking komende entiteiten
1. DNB verstrekt intraday-krediet aan in de Unie of de EER gevestigde kredietinstellingen die voor monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem in aanmerking komende tegenpartijen zijn en toegang hebben tot de marginale beleningsfaciliteit, ook wanneer die kredietinstellingen optreden via een in de Unie of de EER gevestigd bijkantoor en met inbegrip van in de Unie of de EER gevestigde bijkantoren van buiten de EER gevestigde kredietinstellingen, mits dergelijke bijkantoren in hetzelfde land zijn gevestigd als de betrokken eurogebied-NCB. Intraday-krediet mag niet verstrekt worden aan entiteiten die onderworpen zijn aan door de Raad van de Europese Unie of de
lidstaten vastgestelde beperkende maatregelen krachtens artikel 65, lid 1, punt b), artikel 75 of artikel 215 van het Verdrag, en waarvan de uitvoering naar het oordeel van DNB onverenigbaar is met de goede werking van TARGET.
2. DNB mag ook intraday-krediet verstrekken aan de volgende entiteiten:
a) in de Unie of de EER gevestigde kredietinstellingen die niet in aanmerking komen als wederpartijen voor monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem zijn en/of geen toegang hebben tot de marginale beleningsfaciliteit, met inbegrip van de kredietinstellingen die optreden via een in de Unie of de EER gevestigd bijkantoor, met inbegrip van in de Unie of de EER gevestigde bijkantoren van buiten de EER gevestigde kredietinstellingen;
b) financiële afdelingen van centrale of regionale overheden van lidstaten en overheidslichamen van lidstaten die zijn gemachtigd om voor klanten rekeningen aan te houden;
c) in de Unie of de EER gevestigde beleggingsondernemingen, op voorwaarde dat zij een regeling hebben gesloten met deelnemer die overeenkomstig lid 1 toegang heeft tot intraday- krediet met om de dekking van een eventuele resterende debetpositie aan het einde van de relevante dag te garanderen, en
d) andere entiteiten dan die welke onder punt a) vallen en die AS’en beheren en in die hoedanigheid handelen;
op voorwaarde dat de in de punten a) tot en met d) genoemde gevallen de intraday-krediet ontvangende entiteit is gevestigd in hetzelfde rechtsgebied als DNB.
3. Intraday-krediet wordt alleen op TARGET-werkdagen verstrekt.
4. Voor de in lid 2, punten a) tot en met d) bedoelde entiteiten, en in overeenstemming met artikel 19 van Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60) , wordt intraday-krediet beperkt tot de dag waarop het wordt verstrekt en is verlenging van overnight-kredietverstrekking niet mogelijk.
5. DNB kan binnen het toepassingsgebied van artikel 139, lid 2, punt c), van het Verdrag in samenhang met de artikelen 18 en 42 van de ESCB-statuten en artikel 1, lid 1, van Xxxxxxxxxx (EU) 2015/510 (ECB/2014/60) toegang tot de overnight-kredietfaciliteit verlenen aan bepaalde in aanmerking komende centrale tegenpartijen (central counterparties - CCP’s). Die in aanmerking CCP’s zijn CCP’s die steeds:
a) in aanmerking komende entiteiten zijn als bedoeld in lid 2, punt d), mits die in aanmerking komende entiteiten tevens toegelaten CCP’s zijn in overeenstemming met de toepasselijke Unie- of nationale wetgeving;
b) gevestigd zijn in het eurogebied;
c) toegang hebben tot intraday-krediet.
6. Alle overnight-krediet dat aan in aanmerking komende CCP’s wordt verstrekt, is onderworpen aan de voorwaarden van dit artikel 10 en de artikelen 11 en 12 (met inbegrip van de bepalingen met betrekking tot beleenbaar onderpand).
7. De boetes en maatregelen voorzien in de artikelen 12 en 13 zijn van toepassing indien in aanmerking komende CCP’s het door hun NCB aan hen verstrekte overnight-krediet niet terugbetalen.
Artikel 11 - Beleenbaar onderpand voor intraday-krediet
Er moet voldoende beleenbaar onderpand voor intraday-krediet worden verstrekt. Beleenbaar onderpand bestaat uit dezelfde activa als die welke in aanmerking komen voor monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem, waarop dezelfde regels betreffende waardebepaling en risicobeheersing van toepassing zijn als neergelegd in deel vier van Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60).
Artikel 12 - Procedure voor verstrekking van intraday-krediet
1. Over intraday-krediet wordt geen rente berekend.
2. Indien een in artikel 10, lid 1, bedoelde entiteit het intraday-krediet aan het einde van de dag niet terugbetaalt, wordt dit automatisch beschouwd als een verzoek van een dergelijke entiteit om gebruik te maken van de marginale beleningsfaciliteit. Indien een entiteit als bedoeld in artikel 10, lid 1, meer dan een MCA of een of meerdere DCA’s aanhoudt, moet een eindedagtegoed op deze rekeningen in aanmerking worden genomen voor de berekening van het bedrag waarvoor de entiteit een beroep doet op de automatische marginale beleningsfaciliteit. Dat leidt evenwel niet tot een equivalente deblokkering van vooraf in onderpand gegeven activa voor het onderliggende uitstaande intraday- krediet.
3. Indien een in artikel 10, lid 2, punten a), c) of d), bedoelde entiteit het intraday-krediet aan het einde van de dag om enigerlei reden niet aflost, kunnen aan deze entiteit de volgende boetes worden opgelegd:
a) indien de entiteit in kwestie aan het einde van de dag voor het eerst in een willekeurige periode van twaalf maanden een debetsaldo op haar rekening heeft, is deze entiteit een boeterente verschuldigd van vijf procentpunten boven de marginale beleningsrente op het bedrag van dat debetsaldo;
b) indien de entiteit in kwestie aan het eind van de dag ten minste voor de tweede keer binnen dezelfde periode van twaalf maanden een debetsaldo op haar rekening heeft, wordt de in punt
a) genoemde boeterente verhoogd met 2,5 procentpunten voor elke keer dat zich binnen die periode van twaalf maanden een debetpositie heeft voorgedaan.
4. De Raad van bestuur van de ECB kan besluiten de krachtens lid 3 opgelegde boetes kwijt te schelden of te verlagen, indien het debetsaldo van de deelnemer in kwestie aan het einde van de dag kan
worden toegeschreven aan overmacht en/of technische storing van TARGET, waarbij de laatste zinsnede dezelfde betekenis heeft als gedefinieerd in lid 66 van Appendix VIII van deze voorwaarden.
Artikel 13 - Opschorting, beperking of beëindiging van intraday-krediet
1. DNB schort de toegang tot automatische zekerheidsstelling op of beëindigt deze indien zich één van de volgende gevallen van verzuim voordoet:
a) de primaire MCA van de deelnemer met DNB wordt opgeschort of beëindigd;
b) de betrokken deelnemer voldoet niet langer aan de in artikel 10 neergelegde vereisten voor het verstrekken van intraday-krediet;
c) een bevoegde gerechtelijke of andere autoriteit neemt een besluit om ten aanzien van deelnemer over te gaan tot het openen van een procedure tot liquidatie van de deelnemer of de benoeming van een vereffenaar of soortgelijke functionaris voor de entiteit of een andere soortgelijke procedure;
d) de fondsen van de entiteit worden bevroren en/of andere maatregelen worden door de Unie opgelegd waardoor de deelnemer beperkt over zijn middelen kan beschikken;
e) de toelating van de deelnemer als tegenpartij voor monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem is opgeschort of beëindigd.
2. DNB kan de toegang tot intraday-krediet opschorten of beëindigen indien een NCB de deelname van de deelnemer aan TARGET uit hoofde van de uitvoeringsmaatregelen van deel I, artikel 25, lid 2 opschort of beëindigt.
3. DNB kan besluiten de toegang van een deelnemer tot intraday-krediet op te schorten, te beperken of beëindigen, indien de deelnemer, bezien vanuit het oogpunt van prudentieel handelen geacht wordt een risico te vormen.
DEEL III
BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR REALTIME BRUTOVEREVENING- SPECIFIEKE GELDREKENINGEN (RTGS DCA’S)
Artikel 1 - Opening en beheer van een RTGS DCA
1. DNB opent en beheert op verzoek van een MCA-houder een of meer RTGS DCA’s en een of meer subrekeningen indien deze noodzakelijk zijn voor het gebruik van de AS-afwikkeling. Indien de MCA-houder zich heeft aangesloten bij de SEPA-directebetalingsregeling door de Nalevingsovereenkomst SEPA-directebetalingsregeling te ondertekenen, worden de RTGS DCA('s) (en eventuele subrekeningen) niet geopend of geëxploiteerd, tenzij de MCA-houder te allen tijde bereikbaar is en blijft, hetzij als TIPS DCA-houder, hetzij als een adresseerbare partij via een TIPS DCA-houder.
2. DNB voegt op verzoek van de houder van een overeenkomstig lid 1 geopende rekening (RTGS DCA- houder) de RTGS DCA of zijn subrekening toe aan een groep afwikkelingsbankrekeningen ten behoeve van de AS-afwikkeling. De RTGS DCA-houder verstrekt DNB alle relevante documenten die naar behoren zijn ondertekend door die RTGS DCA-houder en het AS.
3. Er is geen debetsaldo op een RTGS DCA of de subrekeningen ervan.
4. Subrekeningen hebben overnight een nulsaldo.
5. Een RTGS DCA-houder wijst een van zijn RTGS DCA’s aan in TARGET-NL ten behoeve van de verwerking van geautomatiseerde liquiditeitsoverboekingsopdrachten. Door een dergelijke aanwijzing geeft de RTGS DCA-houder DNB opdracht een geautomatiseerde liquiditeitsoverdracht uit te voeren die de MCA crediteert indien er onvoldoende middelen op de primaire MCA aanwezig zijn voor de afwikkeling van betalingsopdrachten die centralebankoperaties zijn.
6. Een deelnemer die twee of meer RTGS DCA’s en twee of meer MCA’s aanhoudt, wijst een van zijn RTGS DCA’s aan in TARGET-NL, die niet reeds aan de primaire MCA is toegewezen voor de verwerking van geautomatiseerde liquiditeitsoverboekingsopdrachten indien er op een van zijn andere MCA’s onvoldoende middelen aanwezig zijn voor de afwikkeling van betalingsopdrachten die centralebankoperaties zijn.
Artikel 2 - Adresseerbare BIC-houders
1. RTGS DCA-houders die kredietinstellingen zijn als bedoeld in deel I, artikel 4, lid 1, punten a) of b), of deel I, artikel 4, lid 2, punt e), kunnen adresseerbare BIC-houders registreren. RTGS DCA- houders kunnen adresseerbare BIC-houders die zijn toegetreden tot de SEPA- directebetalingsregeling door ondertekening van de Nalevingsovereenkomst SEPA-
directebetalingsregeling, alleen registreren indien dergelijke entiteiten adresseerbaar zijn, hetzij als TIPS DCA-houder, hetzij als adresseerbare partij via een TIPS DCA-houder.
2. RTGS DCA-houders die entiteiten zijn als bedoeld in deel I, artikel 4, lid 2, punten a) tot en met d), mogen alleen een BIC registreren die tot dezelfde juridische entiteit behoort als een adresseerbare BIC-houder.
3. Een adresseerbare BIC-houder kan via een RTGS DCA-houder geldoverboekingsopdrachten aanleveren en ontvangen.
4. Een adresseerbare BIC-houder mag niet door meer dan één RTGS DCA-houder worden geregistreerd.
5. Door adresseerbare BIC-houders ingediende of ontvangen geldoverboekingsopdrachten worden geacht door de deelnemer zelf te zijn ingediend of ontvangen.
6. De deelnemer is gebonden aan dergelijke geldoverboekingsopdrachten en elke andere maatregel van de in lid 1 adresseerbare BIC-houders, ongeacht de inhoud of de niet-naleving van de contractuele of andere regelingen tussen die deelnemer en die adresseerbare BIC-houder.
Artikel 3 - Multi-addressee-toegang
1. Een RTGS DCA-houder die een kredietinstelling is als bedoeld in deel I, artikel 4, lid 1, punt a) of b), kan de volgende kredietinstellingen en bijkantoren uitdrukkelijk toestemming verlenen voor het gebruik van zijn RTGS DCA voor het rechtstreeks indienen en/of ontvangen van geldoverboekingsopdrachten door middel van multi-addressee-toegang:
a) kredietinstellingen als bedoeld in deel I, artikel 4, lid 1, punt a) of b), die tot dezelfde bankgroep behoren als de RTGS DCA-houder;
b) bijkantoren van die RTGS DCA-houder;
c) andere bijkantoren of het hoofdkantoor van dezelfde juridische entiteit als de RTGS DCA- houder.
2. De toestemming om een RTGS DCA te gebruiken door middel van multi-addressee-toegang als bedoeld in lid 1, wordt alleen aan entiteiten als bedoeld in lid 1, punt a), verleend die zich aan de SEPA-directebetalingsregeling hebben gehouden door ondertekening van de Nalevingsovereenkomst SEPA-directebetalingsregeling voor zover deze entiteiten adresseerbaar zijn, hetzij als TIPS DCA-houder, hetzij als adresseerbare partij via een TIPS DCA-houder.
3. Deel I, artikel 7, is van toepassing op RTGS DCA-houders die toegang verlenen tot hun RTGS DCA door middel van multi-addressee-toegang.
Artikel 4 - RTGS-liquiditeitsoverboekingsgroep
1. Op verzoek van een RTGS DCA-houder richt DNB een RTGS-liquiditeitsoverboekingsgroep op ten behoeve van de verwerking van RTGS DCA-naar-RTGS DCA-liquiditeitsoverboekingsopdrachten.
2. Op verzoek van een RTGS DCA-houder voegt DNB een van de RTGS DCA’s van de RTGS DCA- houder toe aan een bestaande RTGS-liquiditeitsoverboekingsgroep die is opgericht in TARGET-NL of een ander TARGET-deelsysteem, of verwijdert zij deze daaruit. De RTGS DCA-houder informeert alle andere RTGS DCA-houders in die RTGS DCA-liquiditeitsoverboekingsgroep daarover alvorens een dergelijk verzoek in te dienen.
Artikel 5 - Op een RTGS DCA en haar subrekeningen verwerkte transacties
1. Betalingsopdrachten naar andere RTGS DCA’s en geldoverboekingsopdrachten naar AS- garantiefondsrekeningen worden verwerkt via een RTGS DCA in TARGET-NL.
2. Geldoverboekingsopdrachten in verband met RTGS AS-afwikkelingsprocedures worden afgewikkeld via een RTGS DCA of haar subrekeningen in TARGET-NL.
3. De volgende transacties kunnen worden verwerkt via een RTGS DCA of haar subrekeningen in TARGET-NL:
a) geldoverboekingsopdrachten als gevolg van stortingen en opnamen van contanten;
b) liquiditeitsoverboekingsopdrachten naar een andere DCA binnen dezelfde RTGS- liquiditeitsoverboekingsgroep;
c) liquiditeitsoverboekingsopdrachten naar een TIPS DCA of een MCA;
d) liquiditeitsoverboekingen naar een girale depositorekening.
4. Liquiditeitsoverboekingsopdrachten naar T2S DCA’s kunnen worden verwerkt via een RTGS DCA in TARGET-NL.
Artikel 6 - Liquiditeitsoverboekingsopdrachten
1. Een RTGS DCA-houder kan een van de volgende liquiditeitsoverboekingsopdrachten aanleveren:
a) een directe liquiditeitsoverboekingsopdracht, die een instructie is tot onmiddellijke uitvoering;
b) een doorlopende liquiditeitsoverboekingsopdracht, die een instructie is voor de terugkerende uitvoering van de overboeking een bepaald bedrag wanneer zich elke werkdag een vooraf bepaalde gebeurtenis voordoet.
2. Een doorlopende liquiditeitsoverboekingsopdracht kan op elk moment van een werkdag door de RTGS DCA-houder worden ingevoerd of gewijzigd en wordt van kracht vanaf de volgende werkdag.
3. Een directe liquiditeitsoverboekingsopdracht kan door de RTGS DCA-houder op elk moment van een werkdag worden ingevoerd. Een directe liquiditeitsoverboekingsopdracht voor verwerking
overeenkomstig RTGS AS-afwikkelingsprocedures C of D kan ook namens de afwikkelingsbank door het betrokken AS worden ingevoerd.
Artikel 7 - Regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdrachten
1. Een RTGS DCA-houder kan een vloer- en/of plafondbedrag voor zijn RTGS DCA vaststellen.
a) Door een plafond in te stellen en te opteren voor een regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht, kan, indien na de afwikkeling van een betalingsopdracht of een AS-overboekingsopdracht het plafondbedrag is overschreden, de RTS-DCA-houder DNB opdracht geven een regelgebaseerde liquiditeitsopdracht uit te voeren die een door de RTGS DCA-houder aangewezen MCA crediteert. De gecrediteerde MCA kan toebehoren aan een andere deelnemer aan TARGET-NL of aan een ander TARGET-deelsysteem.
b) Door een vloer in te stellen en te opteren voor een regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht, wordt, indien na de afwikkeling van een betalingsopdracht of AS-overboekingsopdracht het vloerbedrag wordt onderschreden, een regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht geïnitieerd die een door de MCA-houder goedgekeurde MCA debiteert. De gedebiteerde MCA kan toebehoren aan een andere deelnemer aan TARGET-NL of aan een ander TARGET-deelsysteem. De houder van de gedebiteerde MCA moet toestaan dat zijn MCA op deze wijze wordt gedebiteerd.
2. Een RTGS DCA-houder kan toestaan dat zijn RTGS DCA wordt gedebiteerd indien het vloerbedrag wordt onderschreden in een of meer gespecificeerde MCA’s in TARGET-NL of een ander TARGET- deelsysteem. Door toestemming voor de debitering van zijn rekening te verlenen, geeft de RTGS DCA-houder DNB opdracht een regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht uit te voeren die de MCA(‘s) crediteert wanneer het vloerbedrag wordt onderschreden.
3. Een RTGS DCA-houder kan debitering van zijn MCA toestaan indien er onvoldoende liquiditeit aanwezig is op de RTGS DCA die is aangewezen met het oog op van geautomatiseerde liquiditeitsoverboekingsopdrachten overeenkomstig deel III, artikel 1, leden 5 en 6 is om urgente betalingsopdrachten, AS-overboekingsopdrachten of betalingsopdrachten met hoge prioriteit af te wikkelen op zijn RTGS DCA.
Artikel 8 - Prioriteitsregels
1. De volgorde van prioriteit voor de verwerking van geldoverboekingsopdrachten, in afnemende mate van urgentie, is:
a) dringend;
b) hoog;
c) normaal.
2. Aan de volgende opdrachten wordt automatisch de prioriteit “urgent” toegekend:
a) AS-overboekingsopdrachten;
b) liquiditeitsoverboekingsopdrachten, met inbegrip van geautomatiseerde liquiditeits- overboekingsopdrachten;
c) geldoverboekingsopdrachten naar een AS-technische rekening voor RTGS AS- afwikkelingsprocedure D.
3. Aan alle niet in lid 2 genoemde geldoverboekingsopdrachten wordt automatisch de prioriteit “normaal” toegekend, met uitzondering van betalingsopdrachten waaraan de RTGS DCA-houder naar eigen goeddunken de prioriteit “hoog” heeft toegekend.
Artikel 9 - Verwerking van geldoverboekingsopdrachten in RTGS DCA’s
1. Geldoverboekingsopdrachten op RTGS DCA’s worden onmiddellijk afgewikkeld zodra zij zijn geaccepteerd of later, zoals aangegeven door de RTGS DCA-houder overeenkomstig artikel 16 of artikel 17, mits in alle gevallen:
a) liquiditeit beschikbaar is op de RTGS DCA van de betaler;
b) geen geldoverboekingsopdrachten van gelijke of hogere prioriteit in de wachtrij worden geplaatst; en
c) de overeenkomstig artikel 15 vastgestelde debetlimieten in acht worden genomen.
2. Indien met betrekking tot een geldoverboekingsopdracht niet is voldaan aan een van de voorwaarden van lid 1, punten a) tot en met c), is het volgende van toepassing.
a) In het geval van een geautomatiseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht wordt DNB opgedragen de instructie gedeeltelijk uit te voeren en verdere liquiditeitsoverboekingen uit te voeren wanneer er liquiditeit beschikbaar is, tot het bedrag van de initiële geautomatiseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht.
b) In het geval van een directe liquiditeitsoverboekingsopdracht wordt de opdracht afgewezen zonder gedeeltelijke afwikkeling of elke verdere poging tot afwikkeling, tenzij de opdracht wordt geïnitieerd door een AS, in welk geval de opdracht gedeeltelijk wordt afgewikkeld zonder een verdere poging tot afwikkeling.
c) In het geval van een doorlopende of regelgebaseerde liquiditeitsoverboekingsopdracht wordt de opdracht gedeeltelijk afgewikkeld zonder verdere pogingen tot afwikkeling. Een doorlopende liquiditeitsoverboekingsopdracht die wordt ingeleid door verplichte RTGS AS- afwikkelingsprocedures C of D en waarvoor onvoldoende middelen op de RTGS DCA aanwezig zijn, wordt afgewikkeld na een evenredige vermindering van alle opdrachten. Een doorlopende liquiditeitsoverboekingsopdracht die wordt ingeleid door facultatieve RTGS AS-
afwikkelingsprocedure C en waarvoor onvoldoende middelen op de RTGS DCA aanwezig zijn, wordt afgewezen.
3. Geldoverboekingsopdrachten op RTGS DCA’s, met uitzondering van de in lid 2 bedoelde opdrachten worden in de wachtrij geplaatst en verwerkt overeenkomstig de regels van artikel 10.
Artikel 10 - Wachtrijbeheer en afwikkelingsoptimalisatie
1. Geldoverboekingsopdrachten op RTGS DCA’s die in de wachtrij zijn geplaatst overeenkomstig artikel 9, lid 3, worden verwerkt op basis van hun prioriteit. Behoudens de leden 2 tot en met 5, wordt het “first in, first out” (FIFO)-beginsel als volgt toegepast op de prioriteit binnen elke categorie of subcategorie van geldoverboekingsopdrachten:
a) urgente geldoverboekingsopdrachten: de geautomatiseerde liquiditeitsoverboekings- opdrachten worden als eerste in de wachtrij geplaatst. AS-overboekingsopdrachten en andere urgente geldoverboekingsopdrachten worden eerstvolgend in de wachtrij geplaatst;
b) geldoverboekingsopdrachten met hoge prioriteit worden niet afgewikkeld terwijl urgente geldoverboekingsopdrachten in de wachtrij worden geplaatst;
c) geldoverboekingsopdrachten met normale prioriteit worden niet afgewikkeld terwijl urgente geldoverboekingsopdrachten of geldoverboekingsopdrachten met hoge prioriteit in de wachtrij worden geplaatst.
2. De betaler kan de prioriteit van zijn geldoverboekingsopdrachten wijzigen, met uitzondering van urgente geldoverboekingsopdrachten.
3. De betaler kan de positie van zijn geldoverboekingsopdrachten in de wachtrij wijzigen. De betaler kan dergelijke geldoverboekingsopdrachten achter zich in de wachtrij bevindende geautomatiseerde liquiditeitsoverboekingsopdrachten plaatsen of op enig moment tijdens het afwikkelingsvenster voor cliënt- en interbancaire betalingen overeenkomstig appendix V met onmiddellijke ingang naar het einde van de desbetreffende wachtrij verplaatsen.
4. Teneinde de afwikkeling van in de wachtrij geplaatste geldoverboekingsopdrachten te optimaliseren, kan DNB:
a) gebruikmaken van de in appendix I beschreven optimaliseringsprocedures;
b) geldoverboekingsopdrachten met een lagere prioriteit (of met dezelfde prioriteit, maar later geaccepteerd) afwikkelen vóór geldoverboekingsopdrachten met een hogere prioriteit (of met dezelfde prioriteit maar eerder aanvaard), indien de geldoverboekingsopdrachten met een lagere prioriteit zouden worden verrekend met te ontvangen betalingen en per saldo zouden resulteren in een liquiditeitsverhoging voor de betaler;
c) geldoverboekingsopdrachten met normale prioriteit afwikkelen voor andere, eerder aanvaarde zich in de wachtrij bevindende betalingen, mits er voldoende middelen beschikbaar zijn en ondanks dat dit in strijd kan zijn met het FIFO-beginsel.
5. In de wachtrij geplaatste geldoverboekingsopdrachten worden geweigerd indien zij niet kunnen worden afgewikkeld voor de sluitingstijd voor ontvangst van de betrokken berichttypes als bepaald in appendix V.
6. De bepalingen betreffende de afwikkeling van geldoverboekingsopdrachten, zoals uiteengezet in appendix I zijn van toepassing.
Artikel 11 - Liquiditeitsreserveringsopdrachten
1. Een RTGS DCA-houder kan DNB opdracht geven een bepaald liquiditeitsbedrag op zijn RTGS DCA te reserveren met gebruikmaking van een van de volgende mogelijkheden:
a) een actuele liquiditeitsreserveringsopdracht die onmiddellijk van kracht wordt voor de actuele TARGET-werkdag;
b) een doorlopende liquiditeitsreserveringsopdracht die aan het begin van elke TARGET- werkdag moet worden uitgevoerd.
2. Een RTGS DCA-houder kent een van de volgende statussen toe aan een huidige of doorlopende liquiditeitsreserveringsopdracht:
a) hoge prioriteit: maakt het gebruik van de liquiditeit mogelijk voor urgente geldoverboekingsopdrachten of geldoverboekingsopdrachten met hoge prioriteit;
b) urgente prioriteit: maakt het gebruik van de liquiditeit enkel voor urgente geldoverboekingsopdrachten mogelijk.
3. In het geval dat het bedrag van de niet-gereserveerde liquiditeit niet voldoende is om aan de huidige of doorlopende liquiditeitsreserveringsopdracht te voldoen, voert DNB de reservering gedeeltelijk uit en wordt zij opgedragen verdere reserveringsopdrachten uit te voeren totdat het uitstaande te reserveren bedrag is bereikt. Lopende reserveringsopdrachten worden aan het einde van de werkdag afgewezen.
4. Door te verzoeken om reservering van een bepaald bedrag aan liquiditeiten voor het gebruik van urgente geldoverboekingsopdrachten, geeft de RTGS DCA-houder DNB alleen opdracht om geldoverboekingsopdrachten met hoge prioriteit en normale prioriteit af te wikkelen indien er beschikbare liquiditeit is nadat het gereserveerde bedrag voor het gebruik ten behoeve van urgente geldoverboekingsopdrachten is afgetrokken.
5. Door te verzoeken om reservering van een bepaald bedrag aan liquiditeit voor het gebruik van geldoverboekingsopdrachten met hoge prioriteit, geeft de RTGS DCA-houder DNB opdracht om alleen geldoverboekingsopdrachten met normale prioriteit af te wikkelen indien er beschikbare
liquiditeit is nadat het gereserveerde bedrag voor het gebruik ten behoeve van urgente geldoverboekingsopdrachten en geldoverboekingsopdrachten met hoge prioriteit is afgetrokken.
Artikel 12 - Intrekkingsverzoek en antwoord
1. Een RTGS DCA-houder kan een intrekkingsverzoek indienen voor teruggave van een afgewikkelde betalingsopdracht.
2. Het intrekkingsverzoek wordt doorgestuurd naar de begunstigde van de afgewikkelde geldoverboekingsopdracht, welke positief of negatief kan antwoorden. Een positief antwoord leidt een teruggave van de middelen niet in.
Artikel 13 - RTGS-directory
1. De RTGS-directory is een lijst van BIC’s gebruikt voor de routing van informatie en omvat de BIC’s van:
a) RTGS DCA-houders;
b) elke entiteit met multi-addresseetoegang;
c) adresseerbare BIC-houders.
2. De RTGS-directory wordt dagelijks bijgewerkt.
3. Tenzij de RTGS DCA-houder anderszins verzoekt, worden zijn BIC’s gepubliceerd in de RTGS- directory.
4. RTGS DCA-houders mogen de RTGS-directory uitsluitend verspreiden onder hun bijkantoren en entiteiten met een multi-addressee-toegang.
5. RTGS DCA-houders erkennen dat DNB en andere CB’s de namen van hun RTGS DCA-houders en BIC’s mogen publiceren. Daarnaast kunnen namen en BIC’s van adresseerbare BIC-houders of entiteiten met multi-addresseetoegang worden gepubliceerd en moeten RTGS DCA-houders verzekeren dat adresseerbare BIC-houders of BIC-houders met multi-addresseetoegang met een dergelijke publicatie hebben ingestemd.
Artikel 14 - Verwerking van geldoverboekingsopdrachten ingeval van opschorting of beëindiging
1. Bij beëindiging van de deelname van RTGS DCA-houder aan TARGET-NL aanvaardt DNB geen nieuwe geldoverboekingsopdrachten van die RTGS DCA houder. Geldoverboekingsopdrachten in de wachtrij, geagendeerde geldoverboekingsopdrachten of nieuwe geldoverboekingsopdrachten ten gunste van die RTGS DCA-houder worden afgewezen.
2. Indien de deelname van een RTGS DCA-houder aan TARGET-NL wordt opgeschort om andere dan de in deel I, artikel 25, lid 1, punt a), genoemde gronden, slaat DNB alle inkomende en uitgaande
geldoverboekingsopdrachten van die deelnemer op haar RTGS DCA op en legt deze pas ter afwikkeling voor nadat de CB van de geschorste RTGS DCA deze uitdrukkelijk heeft aanvaard.
3. Indien de deelname van een RTGS DCA-houder aan TARGET-NL op de in deel I, artikel 25, lid 1, punt a), genoemde gronden wordt opgeschort, worden eventuele uitgaande geldoverboekingsopdrachten van de RTGS DCA van die RTGS DCA-houder alleen verwerkt in opdracht van zijn vertegenwoordigers, met inbegrip van die welke zijn aangewezen door een bevoegde autoriteit of een rechtbank, zoals de curator van de RTGS DCA-houder, of op grond van een uitvoerbare beslissing van een bevoegde autoriteit of een rechtbank houdende instructies over de wijze waarop de geldoverboekingsopdrachten moeten worden verwerkt. Alle inkomende geldoverboekingsopdrachten worden overeenkomstig lid 2 verwerkt.
Artikel 15 - Debetlimieten
1. Een RTGS DCA-houder kan ten opzichte van andere RTGS DCA’s, met uitzondering van de CB’s, het gebruik van beschikbare liquiditeit voor geldoverboekingsopdrachten op zijn individuele RTGS DCA’s beperken door het vaststellen van bilaterale of multilaterale limieten. Dergelijke limieten kunnen alleen worden vastgesteld met betrekking tot betalingsopdrachten met normale prioriteit.
2. Door het vaststellen van een bilaterale limiet instrueert een RTGS DCA-houder DNB dat een geaccepteerde geldoverboekingsopdracht niet wordt afgewikkeld indien de som van zijn uitgaande betalingsopdrachten met normale prioriteit naar de RTGS DCA-houder van een andere RTGS DCA minus de som van alle inkomende urgente betalingen en betalingen met hoge en normale prioriteit van die RTGS DCA (de netto bilaterale positie) deze bilaterale limiet zou overschrijden.
3. Een RTGS DCA-houder kan een multilaterale limiet vaststellen voor elke relatie die niet onderworpen is aan een bilaterale limiet. Een multilaterale limiet mag alleen worden vastgesteld als de RTGS DCA-houder ten minste één bilaterale limiet heeft vastgesteld. Indien een RTGS DCA- houder een multilaterale limiet vaststelt, instrueert hij DNB dat een geaccepteerde geldoverboekingsopdracht niet wordt afgewikkeld indien de som van zijn uitgaande normale prioritaire geldoverboekingsopdrachten naar alle RTGS DCA’s van RTGS DCA-houders waarvoor geen bilaterale limiet is vastgesteld, verminderd met de som van alle inkomende urgente betalingen en betalingen met hoge en normale prioriteit van die RTGS DCA’s (de netto multilaterale positie) deze multilaterale limiet zou overschrijden.
4. Limieten kunnen in realtime met onmiddellijke ingang of met ingang van de eerstvolgende werkdag worden gewijzigd. Indien een limiet na wijziging nul bedraagt, kan deze limiet niet op dezelfde werkdag opnieuw worden gewijzigd. De vaststelling van nieuwe bilaterale of multilaterale limieten wordt pas vanaf de volgende werkdag van kracht.
Artikel 16 - Instructies aan de deelnemers met betrekking tot tijdstippen van afwikkeling
1. Een RTGS DCA-houder kan de vroegste tijd aangeven waarvoor een betalingsopdracht niet kan worden afgewikkeld of de laatste tijd waarna de betalingssopdracht zal worden afgewezen met behulp van respectievelijk de earliest debit time indicator of de latest debit time indicator, of kan een tijdsspanne aangeven waarbinnen de geldoverboekingsopdracht zal worden afgewikkeld met behulp van beide indicatoren. Een RTGS DCA-houder mag de “latest debit time indicator” ook uitsluitend als waarschuwingsindicator gebruiken. In een dergelijk geval zal de betrokken betalingsopdracht niet worden afgewezen.
2. Indien de laatste debiteringsopdracht niet 15 minuten voor het aangegeven tijdstip is afgewikkeld, wordt de betrokken RTGS DCA-houder daarvan in kennis gesteld.
Artikel 17 - Vooraf aangeleverde betalingsopdrachten
1. Betalingsopdrachten kunnen tot uiterlijk tien kalenderdagen voor de vastgestelde afwikkelingsdatum worden aangeleverd (geagendeerde betalingsopdrachten).
2. Geagendeerde betalingsopdrachten worden aanvaard en voor verwerking ingediend op de datum die door de RTGS DCA-houder aan het begin van het afwikkelingsvenster op die dag is vastgesteld voor klanten- en interbancaire betalingen als bedoeld in appendix V. Zij worden geplaatst voor geldoverboekingsopdrachten met dezelfde prioriteit.
Artikel 18 - Automatische incasso
1. Een RTGS DCA-houder (betaler) kan zijn toestemming verlenen aan een andere RTGS DCA-houder (begunstigde) in TARGET-NL of in een ander TARGET-deelsysteem voor het debiteren van de RTGS DCA van de betaler door middel van een automatische incasso.
2. Teneinde een dergelijke regeling mogelijk te maken verleent de betaler voorafgaande toestemming aan DNB die DNB in staat stelt de RTGS DCA van de betaler te debiteren na ontvangst van een geldige automatische incasso-opdracht.
3. Indien een deelnemer de in lid 1 genoemde toestemming ontvangt, kan de betaler overgaan tot het verstrekken van instructies voor de automatische incasso van de RTGS DCA van de betaler met het in de instructie genoemde bedrag.
4. Een RTGS DCA-houder die verzoekt om toevoeging aan een afwikkelingsbankrekeninggroep van een AS wordt geacht toestemming te hebben verleend aan DNB die DNB het recht geeft om de RTGS DCA van de RTGS DCA-houder te debiteren na ontvangst van een geldige automatische-incasso- opdracht door dat AS.
Artikel 19 - Back-up betalingsfunctionaliteit
Indien zijn betalingsinfrastructuur uitvalt, kan een RTGS DCA-houder DNB verzoeken de back-up betalingsfunctionaliteit te activeren. Hierdoor kan de RTGS DCA-houder bepaalde betalingsopdrachten invoeren met behulp van de grafische gebruikersinterface (Graphical User Interface - GUI).
Artikel 20 - Zekerheidsrechten in verband met middelen op subrekeningen
1. DNB heeft op grond van de Algemene Voorwaarden van DNB onder andere een pandrecht op het tegoed op de subrekening van een RTGS DCA-houder die is geopend in het kader van de regelingen tussen het betrokken AS en zijn CB voor de afwikkeling van AS-gerelateerde betalingsinstructies overeenkomstig RTGS AS-afwikkelingsprocedure C. Een dergelijk saldo dient als zekerheid voor de in lid 7 bedoelde verplichting van de RTGS DCA-houder jegens DNB met betrekking tot die afwikkeling.
2. Na ontvangst door DNB van een “start-cyclus”-bericht verzekert DNB dat het tegoed op de subrekening van de RTGS DCA-houder (met inbegrip van verhogingen of verlagingen van dat tegoed als gevolg van het crediteren of debiteren van systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen naar of van de subrekening, of uit het crediteren van liquiditeitsoverboekingen naar de subrekening) op het moment dat het AS een cyclus start, alleen kan worden gebruikt voor de afwikkeling van AS-overboekingsopdrachten in verband met die afwikkelingsprocedure C. Na ontvangst door DNB van een “einde-cyclus”-bericht is het tegoed op de subrekening beschikbaar voor het gebruik van de RTGS DCA-houder.
3. Met de bevestiging van het tegoed op de subrekening van de RTGS DCA-houder garandeert DNB het AS betaling ten belope van dit specifieke tegoed. Door, waar van toepassing, de verhoging of verlaging van het bevroren tegoed te bevestigen bij het crediteren of debiteren van systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen naar of van de subrekening of bij het crediteren van de subrekening met liquiditeitsoverboekingen, wordt de garantie automatisch verhoogd of verlaagd ten belope van het bedrag van de betaling. Niettegenstaande de bovengenoemde verhoging of verlaging van de garantie, is de garantie onherroepelijk, onvoorwaardelijk en betaalbaar op eerste aanvraag. Indien DNB niet de CB van het aangesloten systeem is, wordt DNB geacht opdracht te hebben gekregen de voornoemde garantie aan de CB van het AS af te geven.
4. Bij ontstentenis van een insolventieprocedure ten aanzien van de RTGS DCA-houder worden de AS- overboekingsopdrachten voor de nakoming van de afwikkelingsverplichting van de RTGS DCA- houder afgewikkeld zonder beroep te doen op de garantie en zonder beroep te doen op het zekerheidsrecht ten aanzien van het tegoed op de subrekening van de RTGS DCA-houder.
5. In het geval van insolventie van de RTGS DCA-houder verworden de AS-overboekingsopdrachten voor de nakoming van de afwikkelingsverplichting van de RTGS DCA tot een eerste verzoek tot betaling uit hoofde van de garantie; het debiteren van de subrekening van de RTGS DCA-houder ten belope van het geïnstrueerde bedrag (en het crediteren van de RTGS AS-technische rekening van het AS) betekent derhalve de kwijting van de garantieverplichting door DNB en de uitwinning van het zekerheidsrecht ten aanzien van het tegoed op de subrekening van de RTGS DCA-houder.
6. De garantie vervalt na ontvangst door DNB van een “einde-cyclus”-bericht waarin wordt bevestigd dat de afwikkeling is voltooid.
7. De RTGS DCA-houder is verplicht aan DNB alle betalingen die deze in het kader van een dergelijke garantie heeft gedaan, terug te betalen.
DEEL IV
BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR
TARGET2-SECURITIES- SPECIFIEKE GELDREKENINGEN (T2S DCA’S)
Artikel 1 - Opening en beheer van een T2S DCA
1. DNB opent en exploiteert op verzoek van een MCA-houder een of meer T2S DCA’s.
2. Er is geen debetsaldo op een T2S DCA.
3. Een T2S DCA-houder wijst één MCA aan ten behoeve van de verwerking van liquiditeitsoverboekingsopdrachten tussen T2S DCA’s als bedoeld in artikel 3, lid 1, punt c). De aangewezen MCA kan worden aangehouden in TARGET-NL of een ander TARGET-deelsysteem en kan aan een andere deelnemer toebehoren.
Artikel 2 - Koppelingen tussen effectenrekeningen en T2S DCA’s
1. Een T2S DCA-houder kan DNB verzoeken zijn T2S DCA te koppelen aan een of meer effectenrekeningen, aangehouden in eigen naam of in naam van haar cliënten die effectenrekeningen aanhouden bij een of meer deelnemende CSD's.
2. T2S DCA-houders die hun T2S DCA koppelen aan een of meer effectenrekeningen in naam van de cliënten als bedoeld in lid 1 zijn verantwoordelijk voor het opstellen en bijhouden van de lijst van gekoppelde effectenrekeningen en, indien relevant, het opzetten van de cliënt- zekerheidsstellingsfunctie.
3. Als gevolg van het onder lid 1 ingediende verzoek, dient de T2S DCA-houder een mandaat te verlenen aan de CSD die dergelijke gekoppelde effectenrekeningen aanhoudt om de DCA te debiteren met de bedragen ontstaan door effectentransacties op deze effectenrekeningen.
4. Lid 3 is van toepassing, ongeacht enige overeenkomst tussen de T2S DCA-houder en de CSD en/of de effectenrekeninghouders.
Artikel 3 - Op T2S DCA’s verwerkte transacties
1. De volgende transacties worden verwerkt via een T2S DCA in TARGET-NL:
a) de afwikkeling van kasinstructies afkomstig van T2S op voorwaarde dat de T2S DCA-houder de relevante effectenrekening(en) als bedoeld in artikel 2 heeft aangewezen;
b) liquiditeitsoverboekingsopdrachten naar een RTGS DCA, een TIPS DCA of een MCA;
c) liquiditeitsoverboekingsopdrachten tussen T2S DCA’s die aan dezelfde deelnemer toebehoren of ten aanzien waarvan dezelfde MCA is aangewezen krachtens artikel 1, lid 3;
d) geldoverboekingsopdrachten tussen de T2S DCA en de T2S DCA van DNB in de bijzondere context van artikel 10, leden 2 en 3.
2. Betalingen uit hoofde van corporate actions (beheerhandelingen) mogen worden verwerkt via een T2S DCA.
Artikel 4 - Liquiditeitsoverboekingsopdrachten
Een T2S DCA-houder kan een van de volgende liquiditeitsoverboekingsopdrachten aanleveren:
a) een directe liquiditeitsoverboekingsopdracht, die een instructie is tot onmiddellijke uitvoering;
b) een doorlopende liquiditeitsoverboekingsopdracht, die een instructie is voor de terugkerende uitvoering van: i) een overboeking van een bepaald overboekingsbedrag of ii) een overboeking om het tegoed van de T2S DCA tot een vooraf bepaald niveau te verlagen, waarbij het bedrag van de verlaging wordt overgeboekt naar een RTGS DCA, een TIPS DCA of een MCA, wanneer zich elke werkdag een vooraf bepaalde gebeurtenis voordoet;
c) een vooraf bepaalde liquiditeitsoverboekingsopdracht, die een instructie is voor de eenmalige uitvoering van i) een overboeking van een bepaald overboekingsbedrag; of ii) een overboeking om het tegoed van de T2S DCA tot een vooraf bepaald niveau te verlagen, waarbij het bedrag van de verlaging wordt overgeboekt naar een RTGS DCA, een TIPS DCA of een MCA, wanneer zich elke werkdag een vooraf bepaalde gebeurtenis voordoet.
Artikel 5 - Reservering en blokkering van liquiditeit
1. Deelnemers kunnen liquiditeit reserveren of blokkeren op hun T2S DCA’s. Zulks vormt geen afwikkelingsgarantie ten overstaan van derden.
2. Met het verzoek om een bedrag aan liquiditeit te reserveren of blokkeren instrueert een deelnemer DNB om de beschikbare liquiditeit met dit bedrag te verminderen.
3. Een reserveringsverzoek is een instructie waarmee de reservering wordt verwerkt, mits de beschikbare liquiditeit gelijk is aan of hoger is dan het te reserveren bedrag. Indien de beschikbare liquiditeit lager is, wordt zij gereserveerd en kan het tekort worden gedekt door inkomende liquiditeit totdat het volledige bedrag van de reservering beschikbaar is.
4. Een blokkeringsverzoek is een instructie waarmee het blokkeringsverzoek wordt verwerkt, mits de beschikbare liquiditeit gelijk is aan of hoger is dan het te blokkeren bedrag. Indien de beschikbare liquiditeit lager is, wordt er geen bedrag geblokkeerd en het blokkeringsverzoek opnieuw ingediend, totdat het volledige bedrag van het blokkeringsverzoek kan worden gedekt door de beschikbare liquiditeit.
5. De deelnemer kan gedurende een werkdag waarop een reserverings- of blokkeringsverzoek is verwerkt, steeds DNB instrueren de reservering of blokkering te annuleren. Een gedeeltelijke annulering is niet toegestaan.
6. Elk verzoek tot reservering of blokkering van liquiditeit op grond van dit artikel vervalt aan het einde van de werkdag.
Artikel 6 - Verwerking van geldoverboekingsopdrachten op T2S DCA
1. Een tijdstempel voor de verwerking van liquiditeitsoverboekingsopdrachten wordt toegewezen in de volgorde van ontvangst.
2. Alle liquiditeitsoverboekingsopdrachten die aan TARGET-NL worden aangeleverd, worden verwerkt volgens het “first in, first out” (FIFO) -beginsel zonder prioritering of herschikking.
3. Nadat een liquiditeitsoverboekingsopdracht naar een TIPS DCA, een MCA, een RTGS DCA of een T2S DCA is aanvaard overeenkomstig deel I, artikel 17, lid 1, gaat TARGET-NL na of er voldoende middelen beschikbaar zijn op de T2S DCA van de betaler om de afwikkeling uit te voeren. Indien er voldoende middelen beschikbaar zijn, wordt de liquiditeitsoverboekingsopdracht direct afgewikkeld. Indien er niet voldoende middelen beschikbaar zijn, is het volgende van toepassing:
a) in het geval van een directe liquiditeitsoverboekingsopdracht wordt de opdracht afgewezen zonder gedeeltelijke afwikkeling of elke verdere poging tot afwikkeling, tenzij deze worden geïnitieerd door een overeenkomstig deel I, artikel 7, aangewezen derde, in welk geval zij gedeeltelijk worden afgewikkeld zonder verdere poging tot afwikkeling;
b) in het geval van een vooraf bepaalde of doorlopende liquiditeitsoverboekingsopdracht wordt de opdracht gedeeltelijk afgewikkeld zonder een verdere poging tot afwikkeling.
Artikel 7 - Verwerking van geldoverboekingsopdrachten ingeval van opschorting of beëindiging
1. Bij beëindiging van de deelname van een T2S DCA-houder aan TARGET-NL aanvaardt DNB geen nieuwe geldoverboekingsopdrachten van die T2S DCA houder.
2. Indien een T2S DCA houder om andere dan de in deel I, artikel 25, lid 1, punt a), genoemde gronden van TARGET-NL is geschorst, slaat DNB alle inkomende en uitgaande geldoverboekingsopdrachten van die deelnemer op haar T2S DCA op en legt deze pas ter afwikkeling voor nadat de CB van de geschorste T2S DCA-houder deze uitdrukkelijk heeft aanvaard.
3. Indien een T2S DCA-houder om een van de in deel I, artikel 25, lid 1, punt a), genoemde gronden van TARGET-NL is geschorst, worden eventuele uitgaande geldoverboekingsopdrachten van de T2S DCA van de T2S DCA-houder alleen verwerkt in opdracht van zijn vertegenwoordigers, met inbegrip van die welke zijn aangewezen door een bevoegde autoriteit of een rechtbank, zoals de curator van de T2S DCA-houder, of krachtens een uitvoerbare beslissing van een bevoegde autoriteit
of een rechtbank houdende instructies over de wijze waarop de geldoverboekingsopdrachten moeten worden verwerkt. Alle inkomende geldoverboekingsopdrachten worden overeenkomstig lid 2 verwerkt.
Artikel 8 - In aanmerking komende entiteiten voor automatische zekerheidsstellingsfaciliteiten
1. DNB biedt faciliteiten voor automatische zekerheidsstelling aan een T2S DCA-houder aan waaraan hij intraday-krediet verstrekt overeenkomstig deel II, artikel 10, indien die T2S DCA-houder daarom verzoekt en op voorwaarde dat die deelnemer niet onderworpen is aan door de Raad van de Europese Unie of de lidstaten vastgestelde beperkende maatregelen krachtens artikel 65, lid 1, punt b), artikel 75 of artikel 215 van het Verdrag, en waarvan de uitvoering naar het oordeel van DNB onverenigbaar is met de goede werking van TARGET.
2. Automatische zekerheidstelling wordt alleen verleend op een TARGET-werkdag, is beperkt tot die dag en er is geen verlenging tot overnight-krediet mogelijk.
Artikel 9 - Beleenbaar onderpand voor automatische-zekerheidsstellingoperaties
1. Automatische zekerheidsstelling is gebaseerd op beleenbaar onderpand. Beleenbaar onderpand bestaat uit dezelfde voor monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem beleenbare activa, waarop dezelfde regels betreffende waardebepaling en risicobeheersing van toepassing zijn als neergelegd in deel vier van Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60).
2. Voorts geldt voor beleenbaar onderpand voor automatische zekerheidsstelling dat:
a) beperkt kan zijn door DNB door middel van een ex-ante uitsluiting van mogelijk nauw verbonden onderpand;
b) onderworpen is aan bepaalde discretionaire keuzes voor de uitsluiting van beleenbaar onderpand zoals toegekend aan de eurogebied-NCB’s bij besluiten van de Raad van bestuur van de ECB;
c) Als beleenbaar onderpand voor automatische zekerheidsstelling komt alleen in aanmerking het in dit artikel bedoelde beleenbare onderpand, indien en voor zover dit wordt afgewikkeld en bewaard in Euroclear Nederland.
Artikel 10 - Kredietverlenings en -invorderingsprocedure
1. Door middel van automatische zekerheidsstelling verkregen krediet wordt vrij van rente verstrekt.
2. Automatische zekerheidsstelling kan op elk moment van de dag door de T2S DCA-houder worden terugbetaald.
3. Automatische zekerheidsstelling wordt uiterlijk op het in appendix V vastgestelde tijdstip en volgens de volgende procedure terugbetaald:
a) DNB geeft de terugbetalingsinstructie vrij die wordt afgewikkeld mits contanten beschikbaar zijn om de uitstaande automatische zekerheidsstelling terug te betalen;
b) indien, na de uitvoering van stap a), het tegoed op de T2S DCA niet voldoende is om de uitstaande automatische zekerheidsstelling terug te betalen, gaat DNB andere voor dezelfde T2S DCA-houder in haar boeken geopende T2S DCA's na en boekt contanten over van één of alle T2S DCA's naar de T2S DCA waarvoor terugbetalingsinstructies uitstaan;
c) indien, na de uitvoering van de stappen a) en b), het saldo op een T2S DCA niet volstaat om de uitstaande automatische zekerheidsstelling terug te betalen, wordt aangenomen dat de T2S DCA-houder DNB heeft opgedragen de xxxxxxxxxxx die werden gebruikt voor het verkrijgen van automatische zekerheidsstelling over te boeken naar de zekerhedenrekening van DNB. Vervolgens verstrekt DNB liquiditeit om de uitstaande automatische zekerheidsstelling terug te betalen en debiteert onverwijld de primaire MCA van de T2S DCA-houder.
d) DNB legt een boetebedrag van 1 000 EUR op voor elke werkdag waarop een of meerdere malen een verplaatsing van onderpand uit hoofde van punt c) wordt uitgevoerd. Het boetebedrag wordt gedebiteerd van de primaire MCA van de in punt c) genoemde T2S DCA- houder.
Artikel 11 - Opschorting, beperking of beëindiging van automatische zekerheidsstellingsfaciliteiten
1. DNB schorst of beëindigt de toegang van een T2S DCA-houder tot de automatische zekerheidsstellingfaciliteiten indien zij de toegang van die T2S DCA-houder tot intraday-krediet krachtens deel II, artikel 13 opschort of beëindigt.
2. DNB beperkt de toegang van een T2S DCA-houder tot de automatische zekerheidsstellingsfaciliteiten indien zij de toegang van die T2S DCA-houder tot intraday-krediet krachtens deel II, artikel 13 opschort of beëindigt. In dat geval is de vastgestelde limiet van toepassing op het totaal van de gecombineerde automatische zekerheidsstellings- en intraday-kredietfaciliteiten, en niet op elk van hen afzonderlijk.
DEEL V
BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR SPECIFIEKE GELDREKENINGEN VOOR TARGET INSTANT PAYMENT SETTLEMENT (TIPS) (TIPS DCA’s)
Artikel 1 - Opening en beheer van een TIPS DCA
1. DNB opent en beheert op verzoek van een MCA-houder een of meer TIPS DCA’s.
2. Er is geen debetsaldo op een TIPS DCA.
Artikel 2 - Verzenden en ontvangen van berichten
1. Een TIPS DCA-houder kan berichten verzenden:
a) rechtstreeks, en/of
b) via één of meer instruerende partijen.
2. Een TIPS DCA-houder ontvangt berichten:
a) rechtstreeks; of
b) via een instruerende partij.
3. Deel I, artikel 7 is van toepassing op een TIPS DCA-houder die berichten verzendt of ontvangt via een instruerende partij alsof die TIPS DCA-houder berichten rechtstreeks verzendt of ontvangt.
Artikel 3 - Adresseerbare partijen
1. Een TIPS DCA-houder kan een of meer adresseerbare partijen aanwijzen. Adresseerbare partijen hebben zich aangesloten bij de SEPA-directebetalingsregeling door ondertekening van de Nalevingsovereenkomst SEPA-directebetalingsregeling.
2. Een TIPS DCA-houder toont ten overstaan van DNB voor iedere aangewezen adresseerbare partij aan dat hij zich houdt aan de SEPA-directebetalingsregeling.
3. Een TIPS DCA-houder informeert DNB indien een aangewezen adresseerbare partij zich niet langer houdt aan de SEPA-directebetalingsregeling en neemt onverwijld stappen om te voorkomen dat de adresseerbare partij zich toegang verschaft tot de TIPS DCA.
4. Een TIPS DCA-houder kan zijn aangewezen adresseerbare partij toegang verlenen via een of meer instruerende partijen.
5. Deel I, artikel 7 is van toepassing op TIPS DCA-houders die adresseerbare partijen aanwijzen.
6. Een TIPS DCA-houder die een adresseerbare partij heeft aangewezen, zorgt ervoor dat de adresseerbare partij te allen tijde beschikbaar is voor het ontvangen van berichten.
Artikel 4 - Op TIPS DCA’s verwerkte transacties
1. De volgende transacties worden verwerkt via een TIPS DCA in TARGET-NL:
a) directe betalingsopdrachten;
b) naar aanleiding van een intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdrachten;
c) liquiditeitsoverboekingsopdrachten naar TIPS AS-technische rekeningen, MCA’s, T2S DCA’s of RTGS DCA’s;
d) liquiditeitsoverboekingsopdrachten naar subrekeningen;
e) liquiditeitsoverboekingsopdrachten naar girale depositorekeningen.
Artikel 5 - Directe liquiditeitsoverboekingsopdrachten
Een TIPS DCA-houder kan directe liquiditeitsoverboekingsopdrachten aanleveren.
Artikel 6 - Verwerking van geldoverboekingsopdrachten op TIPS DCA’s
1. Een tijdstempel voor de verwerking van liquiditeitsoverboekingsopdrachten wordt toegewezen in de volgorde van ontvangst.
2. Alle liquiditeitsoverboekingsopdrachten die aan TARGET-NL worden aangeleverd, worden verwerkt volgens het “first in, first out” (FIFO) -beginsel zonder prioritering of herschikking.
3. Nadat een directe betalingsopdracht is aanvaard overeenkomstig deel I, artikel 17, gaat TARGET- NL na of er voldoende middelen beschikbaar zijn op de TIPS DCA van de betaler om de afwikkeling uit te voeren en is het volgende van toepassing:
a) zijn er niet voldoende middelen beschikbaar, dan worden directebetalingsopdrachten geweigerd;
b) indien er voldoende middelen beschikbaar zijn wordt het corresponderende bedrag gereserveerd hangende de respons van de begunstigde. In het geval van aanvaarding door de begunstigde wordt de directebetalingsopdracht afgewikkeld en wordt de reservering tegelijkertijd opgeheven. In geval van afwijzing door de begunstigde of het uitblijven van een tijdig antwoord in de zin van de SEPA-directebetalingsregeling, wordt de directebetalingsopdracht afgewezen en wordt de reservering tegelijkertijd opgeheven.
4. Overeenkomstig lid 3, punt b), gereserveerde middelen zijn niet beschikbaar voor de afwikkeling van latere geldoverboekingsopdrachten.
5. Niettegenstaande lid 3, punt b), wijst DNB een directebetalingsopdracht af indien het bedrag van de directebetalingsopdracht hoger is dan een toepasselijk kredietmemorandumbalans (credit memorandum balance – CMB).
6. Nadat een onmiddellijke liquiditeitsoverboekingsopdracht overeenkomstig deel I, artikel 17, is aanvaard, gaat TARGET-NL na of er voldoende middelen beschikbaar zijn op de TIPS DCA van de
betaler. Indien er niet voldoende middelen beschikbaar zijn, wordt de liquiditeits- overboekingsopdracht afgewezen.
7. Nadat een naar aanleiding van een intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdracht is aanvaard overeenkomstig deel I, artikel 17, gaat TARGET-NL na of er voldoende middelen beschikbaar zijn op de TIPS DCA om te worden gedebiteerd. Indien er niet voldoende middelen beschikbaar zijn, wordt de naar aanleiding van een intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdracht afgewezen. Indien er voldoende middelen beschikbaar zijn, wordt een naar aanleiding van een intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdracht onmiddellijk afgewikkeld.
8. Onverminderd het bepaalde in lid 7, weigert TARGET-NL de naar aanleiding van het intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdracht indien het bedrag dat gemoeid is met de naar aanleiding van het intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdracht hoger is dan een eventueel toepasselijke CMB.
Artikel 7 - Intrekkingsverzoek
1. Een TIPS DCA-houder kan een intrekkingsverzoek indienen.
2. Het intrekkingsverzoek wordt doorgestuurd naar de begunstigde van de afgewikkelde betalingsopdracht, welke positief of negatief kan antwoorden.
Artikel 8 - TIPS-directory
1. De TIPS-directory is een lijst van de voor routing van informatie gebruikte BIC’s en omvat de BIC’s van:
a) TIPS DCA-houders;
b) adresseerbare partijen.
2. De TIPS-directory wordt dagelijks bijgewerkt.
3. TIPS DCA-houders mogen de TIPS-directory alleen verspreiden onder hun filialen, hun aangewezen adresseerbare partijen en hun instruerende partijen. Adresseerbare partijen mogen de TIPS-directory alleen naar hun filialen distribueren.
4. Een specifieke BIC verschijnt slechts één keer in de TIPS-directory.
5. Deelnemers erkennen dat DNB en andere CB’s hun namen en BIC’s mogen publiceren. Bovendien mag DNB de namen en BIC’s van door TIPS DCA-houders aangewezen adresseerbare partijen publiceren en TIPS DCA-houders verzekeren dat die adresseerbare partijen met een dergelijke publicatie hebben ingestemd.
Artikel 9 - MPL-register
1. Het centrale Mobile Proxy Lookup (MPL)-register bevat de proxy - IBAN mapping table ten behoeve van de MPL-dienst.
2. Elke proxy mag aan slechts één IBAN worden gekoppeld. Een IBAN kan aan één of meer proxy’s worden gekoppeld.
3. Deel I, artikel 28 is van toepassing op de gegevens in het MPL-register.
Artikel 10 - Verwerking van geldoverboekingsopdrachten ingeval van opschorting of uitzonderlijke beëindiging
1. Bij beëindiging van de deelname van een TIPS DCA-houder aan TARGET-NL aanvaardt DNB geen nieuwe geldoverboekingsopdrachten van die TIPS DCA houder.
2. Indien de deelname van een TIPS DCA-houder aan TARGET-NL wordt opgeschort op andere gronden dan die welke zijn gespecificeerd in deel I, artikel 25, lid 1, punt a), zal DNB zowel haar inkomende als uitgaande geldoverboekingsopdrachten afwijzen.
3. Indien de deelname van een TIPS DCA-houder aan TARGET-NL wordt opgeschort om de in deel I, artikel 25, lid 1, punt a), genoemde gronden, wijst DNB al haar inkomende en uitgaande geldoverboekingen af.
4. DNB verwerkt directebetalingsopdrachten van een TIPS DCA-houder wiens deelname aan TARGET-NL werd opgeschort of beëindigd krachtens deel I, artikel 25, lid 1 of 2, en voor welke TIPS DCA-houder DNB voorafgaande aan de opschorting of beëindiging op een TIPS DCA krachtens artikel 6, lid 3, punt b, middelen heeft gereserveerd.
DEEL VI
BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR AANGESLOTEN SYSTEMEN (AS) DIE GEBRUIKMAKEN VAN DE REALTIME BRUTOVEREVENING VOOR DE
AFWIKKELINGSPROCEDURES VAN AANGESLOTEN SYSTEMEN (RTGS AS-AFWIKKELINGSPROCEDURES)
Artikel 1 - Opening en beheer van AS-technische rekeningen en gebruik van RTGS AS- afwikkelingsprocedures
1. DNB kan op verzoek van een AS een of meer technische RTGS AS-rekeningen openen en beheren ter ondersteuning van RTGS AS-afwikkelingsprocedures.
2. Er is geen debetsaldo op een RTGS AS-technische rekening.
3. RTGS AS-technische rekeningen worden niet gepubliceerd in de RTGS-directory.
4. Het AS selecteert ten minste een van de volgende afwikkelingsprocedures met het oog op de verwerking van AS-overboekingsopdrachten:
a) RTGS AS-afwikkelingsprocedure A;
b) RTGS AS-afwikkelingsprocedure B;
c) RTGS AS-afwikkelingsprocedure C;
d) RTGS AS-afwikkelingsprocedure D;
e) RTGS AS-afwikkelingsprocedure E.
5. De in de artikelen 3, 4, 5, 6 en 7 neergelegde regels zijn van toepassing op de respectieve AS- afwikkelingsprocedures A, B, C, D en E.
6. De RTGS AS-afwikkelingsprocedures zijn operationeel gedurende de in appendix V vermelde tijden.
7. Het AS verzoekt DNB een groep afwikkelingsbankrekeningen op te richten.
8. Het AS zendt alleen AS-overboekingsopdrachten naar rekeningen die zijn opgenomen in de in lid 7 bedoelde groep afwikkelingsbankrekeningen.
Artikel 2 - Prioriteit van AS overboekingsopdrachten
Aan alle AS-overboekingsopdrachten wordt automatisch de prioriteit “urgent” toegekend.
Artikel 3 - RTGS AS-afwikkelingsprocedure A
1. Het AS verzoekt om een speciale RTGS AS-technische rekening ter ondersteuning van de verwerking van AS-overboekingsopdrachten aan de hand van afwikkelingsprocedure A. Het tegoed op die rekening bedraagt aan het einde van de dag nul.
2. Het AS kan verzoeken om opening van een AS-garantiefondsrekening ter ondersteuning van de afwikkeling in verband met de dienst “afwikkelingsperiode”. De tegoeden op de rekening van het AS-garantiefonds worden gebruikt om AS-overboekingsopdrachten af te wikkelen indien er onvoldoende liquiditeit beschikbaar is op de RTGS DCA van een afwikkelingsbank. De AS- garantiefondsrekening kan worden aangehouden door DNB, het AS of een in aanmerking komende deelnemer. De AS-garantiefondsrekening wordt niet gepubliceerd in de RTGS-directory.
3. Het AS levert AS-overboekingsopdrachten als een batch in één enkel bestand aan waarin de som van de debiteringen de som van de crediteringen in evenwicht moet brengen.
4. DNB tracht eerst AS-overboekingsopdrachten af te wikkelen die de RTGS DCA’s van afwikkelingsbanken debiteren en de AS RTGS-technische rekening crediteren. Pas bij afwikkeling van al deze AS-overboekingsopdrachten (met inbegrip van mogelijke financiering van de RTGS AS- technische rekening van de AS-garantiefondsrekening) tracht DNB AS-overboekingsopdrachten af te wikkelen die de RTGS AS-technische rekening debiteren en de RTGS DCA’s van de afwikkelingsbanken crediteren.
5. Indien een AS-overboekingsopdracht ter debitering van de RTGS DCA van een afwikkelingsbank in de wachtrij staat, stelt DNB de afwikkelingsbank daarvan in kennis door middel van een uitzendbericht.
6. Indien een AS-garantiefondsrekening is geopend en een afwikkelingsbank onvoldoende middelen op haar RTGS DCA heeft, kan het AS DNB opdracht geven het garantiefondsmechanisme te activeren door middel van een verzoek om de rekening van het AS-garantiefonds te debiteren en de RTGS AS- technische rekening te crediteren. Indien de AS-garantiefondsrekening niet over voldoende middelen beschikt om de afwikkeling te voltooien, faalt het afwikkelingsproces.
7. Indien het afwikkelingsproces om welke reden dan ook faalt, met inbegrip van de in lid 6 bedoelde redenen, wijst DNB alle niet-afgewikkelde AS-overboekingsopdrachten in het in lid 3 bedoelde enkele bestand af en draait zij alle reeds afgewikkelde AS-overboekingsopdrachten terug.
8. AS’en worden op de hoogte gebracht na het voltooien of falen van de afwikkeling.
9. Het AS kan uit de volgende diensten kiezen:
a) de “informatieperiode”-dienst als bedoeld in lid 8, punt 1;
b) de “afwikkelingsperiode”-dienst als bedoeld in lid 8, punt 3.
Artikel 4 - RTGS AS-afwikkelingsprocedure B
1. Het AS verzoekt om een speciale RTGS AS-technische rekening ter ondersteuning van de verwerking van AS-overboekingsopdrachten aan de hand van afwikkelingsprocedure B. Het tegoed op die rekening bedraagt aan het einde van de dag nul.
2. Het AS kan verzoeken om opening van een AS-garantiefondsrekening ter ondersteuning van de afwikkeling in verband met de “afwikkelingsperiode”-dienst. De tegoeden op de rekening van het AS-garantiefonds worden gebruikt om AS-overboekingsopdrachten af te wikkelen indien er onvoldoende liquiditeit beschikbaar is op de RTGS DCA van een afwikkelingsbank. De AS- garantiefondsrekening kan worden aangehouden door DNB, het AS of een in aanmerking komende deelnemer. De AS-garantiefondsrekening wordt niet gepubliceerd in de RTGS-directory.
3. Het AS levert AS-overboekingsopdrachten als een batch in één enkel bestand aan waarin de som van de debiteringen de som van de crediteringen in evenwicht moet brengen.
4. Afwikkelingsprocedure B werkt op een “alles-of niets”-basis. DNB tracht gelijktijdig alle AS- overboekingsopdrachten af te wikkelen die de RTGS DCA’s van afwikkelingsbanken debiteren en de RTGS AS-technische rekening van het AS crediteren, en alle AS-overboekingsopdrachten die de RTGS AS-technische rekening debiteren en de RTGS DCA’s van afwikkelingsbanken crediteren. Indien een of meer AS-overboekingsopdrachten niet kunnen worden afgewikkeld, worden alle AS- overboekingsopdrachten in de wachtrij geplaatst en wordt een optimalisatiealgoritme toegepast en worden de afwikkelingsbanken daarover geïnformeerd.
5. Indien een AS-garantiefondsrekening is geopend en een afwikkelingsbank onvoldoende middelen op haar RTGS DCA heeft, kan het AS DNB opdracht geven het garantiefondsmechanisme te activeren door middel van een verzoek om de rekening van het AS-garantiefonds te debiteren en de RTGS AS- technische rekening te crediteren. Indien de AS-garantiefondsrekening niet over voldoende middelen beschikt om de afwikkeling te voltooien, faalt het afwikkelingsproces.
6. Indien het afwikkelingsproces om welke reden dan ook faalt, met inbegrip van de in lid 5 bedoelde redenen, wijst DNB alle niet-afgewikkelde AS-overboekingsopdrachten in het in lid 3 bedoelde enkele bestand af en draait zij alle reeds afgewikkelde AS-overboekingsopdrachten terug.
7. AS-en worden op de hoogte gebracht na het voltooien of falen van de afwikkeling.
8. Het AS kan uit de volgende diensten kiezen:
a) de “informatieperiode”-dienst als bedoeld in lid 8, punt 1;
b) de “afwikkelingsperiode”-dienst als bedoeld in lid 8, punt 3.
Artikel 5 - RTGS AS-afwikkelingsprocedure C
1. Afwikkelingsprocedure C ondersteunt de afwikkeling met gebruikmaking van specifieke liquiditeit op subrekeningen. Het AS verzoekt om een speciale RTGS AS-technische rekening ter ondersteuning van de verwerking van AS-overboekingsopdrachten aan de hand van afwikkelingsprocedure C. Het tegoed op die rekening bedraagt aan het einde van de dag nul. Deze technische RTGS AS-rekening kan ook worden gebruikt ter ondersteuning van de verwerking van AS-overboekingsopdrachten aan de hand van afwikkelingsprocedure E.
2. Het AS zorgt ervoor dat elke afwikkelingsbank ten minste één subrekening opent die door het AS enkel voor deze afwikkelingsprocedure mag worden gebruikt.
3. DNB start op elke TARGET-werkdag automatisch een verplichte afwikkelingsprocedure C volgens het schema van appendix V, welke procedure de afwikkeling van die doorlopende liquiditeitsoverboekingsopdrachten die zijn opgezet voor verplichte afwikkelingsprocedure C in gang zet door de RTGS DCA’s van de afwikkelingsbanken te debiteren en de in lid 2 bedoelde subrekening te crediteren.
4. Afwikkelingsprocedure C wordt afgesloten door middel van een bericht aan het einde van de procedure, dat door het AS kan worden verzonden op elk moment vóór de sluitingstijd van interbancaire betalingen zoals beschreven in appendix V. Indien het AS het einde-procedure-bericht niet binnen die sluitingstijd verzendt, sluit DNB de procedure op die sluitingstijd af.
5. De sluiting van de verplichte afwikkelingsprocedure C leidt tot een automatische overdracht van liquiditeit van de in lid 2 bedoelde subrekening naar de RTGS DCA.
6. Indien de verplichte afwikkelingsprocedure C wordt gesloten, kan het AS te allen tijde vóór de sluitingstijd van interbancaire betalingen een facultatieve procedure als opgenomen in appendix V starten die de afwikkeling van die doorlopende liquiditeitsoverboekingsopdrachten die zijn opgezet voor facultatieve afwikkelingsprocedure C, in gang zet door de RTGS DCA van de afwikkelingsbank te debiteren en haar RTGS-subrekening te crediteren. Het AS kan een of meer opeenvolgende facultatieve procedures starten en sluiten vóór de sluitingstijd voor interbancaire betalingen. De sluiting van de verplichte afwikkelingsprocedure C leidt tot een automatische overdracht van liquiditeit van de in lid 2 bedoelde subrekening naar de RTGS DCA.
7. De verplichte afwikkelingsprocedure C en eventuele latere facultatieve afwikkelingsprocedure C kunnen uit een of meerdere cycli bestaan.
8. Het AS kan te allen tijde na de start van een verplichte of facultatieve afwikkelingsprocedure C een cyclus starten door middel van een “start-cyclus”-bericht. Na het begin van de cyclus mogen liquiditeitsoverboekingen van de in lid 2 bedoelde subrekening niet plaatsvinden voordat het AS een “einde-cyclus”-bericht heeft verzonden. Het tegoed kan gedurende de verwerkingscyclus gewijzigd worden tengevolge van systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen of indien een afwikkelingsbank liquiditeiten overmaakt naar haar subrekening. DNB brengt het AS op het hoogte van de afname of toename van liquiditeiten op de subrekening ten gevolge van systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen. Op verzoek van het AS stelt DNB het AS eveneens in kennis van een toename van de liquiditeiten op de subrekening ten gevolge van liquiditeitsoverboekingen door de afwikkelingsbank.
9. Het AS kan AS-overboekingsopdrachten aanleveren als een batch in een of meerdere bestanden zolang de cyclus geopend is. De geldoverboekingsopdrachten kunnen betrekking hebben op een van de volgende transacties:
a) het debiteren van de subrekeningen van afwikkelingsbanken en het crediteren van de AS- technische rekening;
b) het debiteren van de RTGS AS-technische rekening en het crediteren van de subrekeningen van afwikkelingsbanken;
c) het debiteren van de RTGS AS-technische rekening en het crediteren van de RTGS DCA’s van afwikkelingsbanken.
10. DNB wikkelt onmiddellijk de voor afwikkeling in aanmerking komende AS- overboekingsopdrachten af. AS-overboekingsopdrachten die niet onmiddellijk kunnen worden afgewikkeld, worden in de wachtrij geplaatst en een optimalisatiealgoritme wordt toegepast. Alle AS-overboekingsopdrachten die niet zijn afgewikkeld op het moment dat de cyclus wordt afgesloten, worden afgewezen.
11. Het AS wordt uiterlijk aan het einde van de cyclus in kennis gesteld van de status van de individuele AS-overboekingsopdrachten.
Artikel 6 - RTGS AS-afwikkelingsprocedure D
1. RTGS AS-afwikkelingsprocedure D ondersteunt de afwikkeling met het gebruik van voorfinanciering. Het AS verzoekt om een speciale RTGS AS-technische rekening ter ondersteuning van de verwerking van AS-overboekingsopdrachten aan de hand van afwikkelingsprocedure D.
2. De technische RTGS AS-rekeningen hebben slechts een tegoed van nul of een positief tegoed. Liquiditeit kan op de RTGS AS-technische rekening van de volgende dag blijven staan, waarna een vergoeding als bedoeld in deel I, artikel 12, lid 2 zal worden toegepast.
3. DNB stelt het AS in kennis van liquiditeitsoverboekingen waarbij de RTGS DCA’s van de afwikkelingsbanken worden gedebiteerd en de technische rekening van RTGS AS wordt gecrediteerd. Deze liquiditeitsoverboekingen kunnen plaatsvinden op elke TARGET-werkdag volgens het schema in appendix V. Het AS kan directe liquiditeitsoverboekingsopdrachten invoeren waarmee de RTGS AS-technische rekening wordt gedebiteerd en de RTGS DCA’s van de afwikkelingsbanken worden gecrediteerd.
Artikel 7 - RTGS AS-afwikkelingsprocedure E
1. RTGS AS-afwikkelingsprocedure E ondersteunt bilaterale afwikkeling en de individuele verwerking van AS-overboekingsopdrachten. Het AS kan afwikkelingsprocedure E gebruiken zonder een RTGS AS-technische rekening voor bilaterale afwikkeling. Het AS verzoekt een RTGS AS-technische
rekening ter ondersteuning van de verwerking van AS-overboekingsopdrachten via afwikkelingsprocedure E indien het kiest voor de individuele verwerking van AS- overboekingsopdrachten. Aan het einde van de dag bedraagt het tegoed op deze RTGS AS- technische rekening nul. Deze technische RTGS AS-rekening kan ook worden gebruikt voor afwikkelingsprocedure C.
2. Het AS kan AS-overboekingsopdrachten aanleveren als een batch in een of meerdere bestanden tussen:
a) de RTGS DCA’s van de afwikkelingsbanken en de RTGS AS-technische rekening indien daarvan gebruikt wordt gemaakt, en
b) de RTGS DCA’s van de afwikkelingsbanken.
Het AS is verantwoordelijk voor de correcte volgorde van AS-overboekingsopdrachten in het bestand om een vlotte verwerking te waarborgen.
3. DNB wikkelt onmiddellijk de AS-overboekingsopdrachten af die kunnen worden afgewikkeld. AS- overboekingsopdrachten die niet onmiddellijk kunnen worden afgewikkeld worden in de wachtrij geplaatst. Indien een AS-overboekingsopdracht voor het debiteren van de RTGS DCA van een afwikkelingsbank in de wachtrij wordt geplaatst, wordt de afwikkelingsbank hiervan via een uitzendbericht geïnformeerd.
4. Het AS kan uit de volgende diensten kiezen:
a) de “informatieperiode”-dienst, als bedoeld in lid 8, punt 1;
b) de “afwikkelingsperiode”-dienst als bedoeld in lid 8, punt 3.
5. Het AS wordt in kennis gesteld van de status van de individuele ingediende AS- overboekingsopdrachten.
Artikel 8 - Informatieperiode en afwikkelingsperiode
1. De “informatieperiode”-dienst stelt het AS in staat zijn afwikkelingsbanken te informeren over de liquiditeit die nodig is om een succesvolle afwikkeling te waarborgen. Deze facultatieve dienst stelt het AS in staat een periode vast te stellen vóór het begin van de afwikkeling van de RTGS AS- overboekingsopdrachten. Gedurende die periode en op verzoek van de afwikkelingsbank kan het AS afzonderlijke AS-overboekingsopdrachten (voor RTGS AS-afwikkelingsprocedure E) of bestanden (voor RTGS AS-afwikkelingsprocedures A en B) intrekken. Het AS kan tevens DNB ook verzoeken deze intrekking namens haar uit te voeren.
2. Indien een AS of DNB namens haar afzonderlijke RTGS AS-overboekingsopdrachten (voor RTGS AS-afwikkelingsprocedure E) of bestanden (voor RTGS AS-afwikkelingsprocedures A en B) tijdens de “informatieperiode” intrekt, wordt de verwerking van de RTGS AS-overboekingsopdrachten geannuleerd.
3. Dankzij de “afwikkelingsperiode”-dienst kan het AS een periode bepalen waarbinnen de afwikkeling van de AS-overboekingsopdrachten kan plaatsvinden. Deze dienst is een voorwaarde voor het gebruik van een garantiefondsrekening en is facultatief voor het gebruik van andere AS-technische rekeningen.
4. Gedurende de “afwikkelingsperiode” kan het AS, of DNB namens haar, afzonderlijke RTGS AS- overboekingsopdrachten (voor RTGS AS-afwikkelingsprocedure E) of bestanden (voor RTGS AS- afwikkelingsprocedures A en B) die geen definitieve status hebben, intrekken en is het volgende van toepassing:
a) indien RTGS AS-afwikkelingsprocedure E wordt gebruikt voor bilaterale afwikkeling, worden de betrokken AS-overboekingsopdrachten teruggedraaid;
b) indien RTGS AS-afwikkelingsprocedure E niet wordt gebruikt voor bilaterale afwikkeling, of indien in RTGS AS-afwikkelingsprocedure A de gehele afwikkeling mislukt, worden alle afgewikkelde AS-overboekingsopdrachten in het bestand teruggedraaid en worden alle afwikkelingsbanken en het AS op de hoogte gebracht via een uitzendbericht;
c) indien RTGS AS-afwikkelingsprocedure B wordt gebruikt, mislukt de gehele afwikkeling en worden alle afwikkelingsbanken en het AS via een uitzendbericht op de hoogte gebracht.
Artikel 9 - Systeemoverschrijdende afwikkeling
1. Systeemoverschrijdende afwikkeling stelt een AS in staat de technische RTGS AS-rekening van een ander AS of subrekening van een afwikkelingsbank van een ander AS te crediteren en is beschikbaar voor AS via RTGS AS-afwikkelingsprocedure C of D.
2. DNB staat op verzoek van het AS systeemoverschrijdende afwikkeling toe tussen dat AS en een ander AS in TARGET-NL of een ander TARGET-deelsysteem. Het verzoekende AS verstrekt DNB toestemming van het andere AS.
3. Een systeemoverschrijdende afwikkeling mag alleen worden geïnitieerd indien de twee AS’en een afwikkelingsprocedure hebben ingeleid. Indien daarenboven de systeemoverschrijdende afwikkeling wordt geïnitieerd door een AS dat gebruikmaakt van RTGS AS-afwikkelingsprocedure C, moet voor dat AS ook een afwikkelingscyclus openstaan.
4. Een AS dat gebruikmaakt van RTGS AS-afwikkelingsprocedure C in het kader van systeemoverschrijdende afwikkeling levert alleen AS-overboekingsopdrachten afzonderlijk aan die de subrekening van een van zijn AS-afwikkelingsbanken debiteren. Deze AS- overboekingsopdrachten zouden de subrekening van de ontvangende AS-afwikkelingsbank crediteren indien de ontvangende AS gebruikmaakt van RTGS AS-afwikkelingsprocedure C, of de RTGS AS-technische rekening van het ontvangende AS zou crediteren indien dat AS gebruikmaakt van RTGS AS-afwikkelingsprocedure D.
5. Een AS dat gebruikmaakt van RTGS AS-afwikkelingsprocedure D in het kader van systeemoverschrijdende afwikkeling, levert alleen AS-overboekingsopdrachten afzonderlijk aan die debiteren van de subrekening van een van zijn RTGS AS-technische rekening. Deze AS- overboekingsopdrachten zouden de subrekening van de ontvangende AS-afwikkelingsbank crediteren indien het ontvangende AS gebruikmaakt van RTGS AS-afwikkelingsprocedure C, of de RTGS AS-technische rekening van het ontvangende AS crediteren indien dat AS gebruikmaakt van RTGS AS-afwikkelingsprocedure D.
Beide AS’en die systeemoverschrijdende afwikkeling gebruiken, worden via een uitzendbericht in kennis gesteld van de afwikkeling of afwijzing van de AS-overboekingsopdrachten.
Artikel 10 - Effect van opschorting of beëindiging
Indien de opschorting of beëindiging van het gebruik van de AS-afwikkelingsprocedures door een AS plaatsvindt tijdens de afwikkelingscyclus van AS-overboekingsopdrachten, kan DNB de afwikkelingscyclus voltooien.
DEEL VII
BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR AANGESLOTEN SYSTEMEN DIE GEBRUIKMAKEN VAN DE AFWIKKELINGSPROCEDURES VOOR AANGESLOTEN SYSTEMEN OP
TARGET INSTANT PAYMENT SETTLEMENT (TIPS) (TIPS AS-AFWIKKELINGSPROCEDURE)
Artikel 1 - Opening en beheer van een TIPS AS-technische rekening
1. DNB mag op verzoek van een AS dat directe betalingen krachtens de SEPA-directebetalingsregeling of vrijwel directe betalingen in de eigen boeken afwikkelt, een of meer TIPS AS-technische rekeningen openen en beheren.
2. Er is geen debetsaldo op een TIPS AS-technische rekening.
3. Het aangesloten systeem gebruikt een TIPS AS-technische rekening om de noodzakelijke liquiditeit te innen die door hun clearingleden is gereserveerd om hun posities te financieren.
4. Het aangesloten systeem kan ervoor kiezen kennisgevingen te ontvangen van de creditering en debitering van zijn technische TIPS AS-rekening. Indien het aangesloten systeem voor deze dienst kiest wordt een kennisgeving onmiddellijk na het debiteren of crediteren van de technische TIPS AS- rekening gedaan.
5. Een aangesloten systeem kan directebetalingsopdrachten en naar aanleiding van een intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdrachten aan elke TIPS DCA-houder of TIPS AS- technische rekeninghouder verzenden. Een aangesloten systeem ontvangt en verwerkt directebetalingsopdrachten, intrekkingsverzoeken en naar aanleiding van een intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdrachten van TIPS DCA-houders of TIPS AS-technische rekeninghouders.
Artikel 2 - Verzenden en ontvangen van berichten
1. Een TIPS AS-technische rekeninghouder kan berichten verzenden:
a) rechtstreeks;
b) via één of meer instruerende partijen.
2. Een TIPS AS-technische rekeninghouder ontvangt berichten:
a) rechtstreeks; of
b) via een instruerende partij.
3. Deel I, artikel 7 is van toepassing op een TIPS AS-technische rekeninghouder die berichten verzendt of ontvangt via een instruerende partij alsof die TIPS AS-technische houder berichten rechtstreeks verzendt of ontvangt.
Artikel 3 - Directe liquiditeitsoverboekingsopdrachten
Een TIPS AS-technische rekeninghouder kan directe liquiditeitsoverboekingsopdrachten aanleveren.
Artikel 4 - Verwerking van geldoverboekingsopdrachten in TIPS AS-technische rekeningen
1. Een tijdstempel voor de verwerking van liquiditeitsoverboekingsopdrachten wordt toegewezen in de volgorde van ontvangst.
2. Alle liquiditeitsoverboekingsopdrachten die in TARGET-NL worden aangeleverd, worden verwerkt volgens het “first in, first out” (FIFO) -beginsel zonder prioritering of herschikking.
3. Nadat een directebetalingsopdracht is aanvaard overeenkomstig deel I, artikel 17, lid 1, gaat DNB na of er voldoende middelen beschikbaar zijn op de TIPS AS-technische rekening van de betaler om de afwikkeling uit te voeren en is het volgende van toepassing:
a) indien er niet voldoende middelen beschikbaar zijn wordt de directebetalingsopdracht afgewezen;
b) indien er voldoende middelen beschikbaar zijn wordt het overeenkomstige bedrag gereserveerd in afwachting van de respons van de begunstigde. In het geval van aanvaarding door de begunstigde wordt de directebetalingsopdracht afgewikkeld en wordt de reservering tegelijkertijd opgeheven. In het geval van afwijzing door de begunstigde of het uitblijven van een tijdig antwoord in de zin van de SEPA-directebetalingsregeling wordt de directebetalingsopdracht afgewezen en wordt de reservering tegelijkertijd opgeheven.
4. Overeenkomstig lid 3, punt b), gereserveerde middelen zijn niet beschikbaar voor de afwikkeling van latere geldoverboekingsopdrachten.
5. Niettegenstaande lid 3, punt b), wijst DNB een directebetalingsopdracht af indien het bedrag van de directebetalingsopdracht hoger is dan een toepasselijk kredietmemorandumbalans (credit memorandum balance - CMB).
6. Nadat een liquiditeitsoverboekingsopdracht van een TIPS AS-technische rekening naar een TIPS DCA is aanvaard overeenkomstig deel I, artikel 17, lid 1, controleert DNB of er voldoende middelen beschikbaar zijn op de TIPS AS-technische rekening van de betaler. Indien er niet voldoende middelen beschikbaar zijn, wordt de liquiditeitsoverboekingsopdracht afgewezen. Indien voldoende middelen beschikbaar zijn, wordt de liquiditeitsoverboekingsopdracht onmiddellijk afgewikkeld.
7. Nadat een naar aanleiding van het intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdracht is aanvaard als bepaald in deel I, artikel 17, gaat DNB na of op de TIPS AS-technische rekening voldoende middelen voor de debitering ter beschikking staan. Indien er niet voldoende middelen beschikbaar zijn, wordt de naar aanleiding van het intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdracht afgewezen. Indien
voldoende middelen beschikbaar zijn wordt het naar aanleiding van het intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdracht onmiddellijk afgewikkeld.
8. Onverminderd het bepaalde in 7 weigert DNB de naar aanleiding van het intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdracht, indien het bedrag dat gemoeid is met de naar aanleiding van het intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdracht hoger is dan een eventueel toepasselijk CMB.
Artikel 5 - Intrekkingsverzoek
1. Een TIPS DCA-houder kan een intrekkingsverzoek indienen.
2. Het intrekkingsverzoek wordt doorgestuurd naar de begunstigde van de afgewikkelde directebetalingsopdracht, welke positief of negatief kan antwoorden.
Artikel 6 - TIPS AS-afwikkelingsprocedure
De TIPS AS-afwikkelingsprocedures zijn operationeel gedurende de in appendix V vermelde tijden.
Artikel 7 - Adresseerbare partijen via een TIPS AS-technische rekening
1. Een TIPS AS-technische rekeninghouder kan een of meer adresseerbare partijen aanwijzen. Adresseerbare partijen hebben zich bij de SEPA-directebetalingsregeling aangesloten door ondertekening van de Nalevingsovereenkomst SEPA-directebetalingsregeling en, indien zij in TARGET kunnen worden geadresseerd als RTGS DCA-houders, adresseerbare BIC-houders of als entiteiten als bedoeld in deel III, artikel 3, lid 1, punt a), die gemachtigd zijn om een RTGS DCA te gebruiken door middel van multi-addresseetoegang, houden zij een TIPS DCA aan of zijn zij adresseerbaar via een TIPS DCA.
2. TIPS AS-technische rekeninghouders tonen ten overstaan van DNB voor iedere aangewezen adresseerbare partij aan dat hij zich houdt aan de SEPA-directebetalingsregeling.
3. Een TIPS AS-technische rekeninghouder informeert DNB indien een aangewezen adresseerbare partij zich niet langer houdt aan de SEPA-directebetalingsregeling en neemt onverwijld stappen om te voorkomen dat de adresseerbare partij zich toegang verschaft tot de TIPS AS-technische rekening.
4. Een houder van een TIPS AS-technische rekening kan zijn aangewezen adresseerbare partij toegang verlenen via een of meer instruerende partijen.
5. Deel I, artikel 7 is van toepassing op een AS dat adresseerbare partijen heeft aangewezen.
6. Een TIPS AS- technische rekeninghouder die een adresseerbare partij heeft aangewezen zorgt ervoor dat de adresseerbare partij te allen tijde beschikbaar is voor het ontvangen van berichten.
Artikel 8 - Op TIPS AS-technische rekeningen verwerkte transacties
1. De volgende transacties worden verwerkt via een TIPS AS-technische rekening in TARGET-NL:
a) directebetalingsopdrachten;
b) naar aanleiding van een intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdrachten;
c) liquiditeitsoverboekingsopdrachten naar TIPS DCA’s.
Artikel 9 - TIPS-directory
1. De TIPS-directory is een lijst van BIC’s gebruikt voor routing van informatie en omvat de BIC’s van:
a) TIPS DCA-houders;
b) adresseerbare partijen.
2. De TIPS-directory wordt dagelijks bijgewerkt.
3. TIPS AS-technische rekeninghouders mogen de TIPS-directory alleen verspreiden onder hun aangewezen adresseerbare partijen en hun instruerende partijen. Adresseerbare partijen mogen de TIPS-directory alleen naar hun filialen distribueren.
4. Een specifieke BIC verschijnt slechts één keer in de TIPS-directory.
5. TIPS AS-technische rekeninghouders erkennen dat DNB en andere CB’s namen en BIC’s van adresseerbare partijen mogen publiceren die door de TIPS AS-technische rekeninghouders zijn aangewezen en de TIPS AS technische rekeninghouders verzekeren dat adresseerbare partijen met een dergelijke publicatie hebben ingestemd.
Artikel 10 - MPL-register
1. Het centrale Mobile Proxy Lookup (MPL) register bevat de proxy - IBAN mapping table ten behoeve van de MPL-dienst.
2. Elke proxy mag aan slechts één IBAN worden gekoppeld. Een IBAN kan aan één of meer proxy’s worden gekoppeld.
3. Deel I, artikel 28 is van toepassing op de gegevens in het MPL-register.
Artikel 11 - Verwerking van geldoverboekingsopdrachten ingeval van opschorting of uitzonderlijke beëindiging
1. Bij beëindiging van de deelname van de TIPS AS-technische rekeninghouder aan TARGET-NL aanvaardt DNB geen nieuwe geldoverboekingsopdrachten gericht aan of afkomstig van die TIPS AS-technische rekeninghouder.
2. Indien de deelname van een TIPS AS-technische rekeninghouder aan TARGET-NL wordt opgeschort op andere dan de in deel I, artikel 25, lid 1, punt a), genoemde gronden zal DNB zowel haar inkomende als uitgaande geldoverboekingsopdrachten afwijzen.
3. Indien de deelname van een TIPS AS-technische rekeninghouder aan TARGET-NL wordt opgeschort op de in deel I, artikel 25, lid 1, punt a), genoemde gronden, wijst DNB al haar inkomende en uitgaande geldoverboekingsopdrachten af.
4. DNB verwerkt directebetalingsopdrachten van een TIPS DCA-houder wiens deelname aan TARGET-NL werd opgeschort of beëindigd krachten deel I, artikel 25, lid 1 of 2, en voor welke TIPS DCA-houder DNB voorafgaande aan de opschorting of beëindiging op een TIPS AS- technische rekening middelen heeft gereserveerd krachtens artikel 4, lid 3, punt b).
Appendix I
TECHNISCHE SPECIFICATIES VOOR HET VERWERKEN VAN GELDOVERBOEKINGSOPDRACHTEN
Naast de geharmoniseerde voorwaarden zijn de volgende regels van toepassing op het verwerken van geldoverboekingsopdrachten:
1. Testvereisten voor deelname aan TARGET-NL
Elke deelnemer moet slagen voor een reeks tests om zijn technische en operationele bekwaamheid aan te tonen voordat hij aan TARGET-NL kan deelnemen.
2. Rekeningnummers
De rekening van elke deelnemer wordt geïdentificeerd aan de hand van een uniek rekeningnummer van maximaal 34 tekens, bestaande uit de volgende vijf rubrieken:
Naam | Aantal tekens | Inhoud |
Type rekening | 1 | M = MCA R = RTGS DCA C = T2S DCA I = TIPS DCA T = RTGS AS- technische rekening U = Subrekening A = TIPS AS-technische rekening G = AS-garantiefondsenrekening D = Girale depositorekening X = Noodrekening |
Landcode van de Centrale Bank | 2 | ISO-landencode: 3166 - 1 |
Valutacode | 3 | EUR |
BIC | 11 | Rekeninghouder BIC |
Naam van de rekening | Max. 17 |
1 Voor subrekeningen moet deze rubriek beginnen met de AS-code van drie tekens zoals gedefinieerd door de centrale bank.
3. Berichtenregels in TARGET
a) Xxxx deelnemer houdt zich aan de berichtenstructuur en veldspecificaties zoals gedefinieerd in deel 3 van de desbetreffende User Detailed Functional Specifications (UDFS).
b) Business application headers worden gekoppeld aan alle berichttypes die op MCA’s, RTGS DCA’s (met inbegrip van subrekeningen), RTGS AS-technische rekeningen, AS-garantiefondsrekeningen en T2S DCA’s als volgt:
Berichttype | Beschrijving |
head.001 | Business application header |
head.002 | Business file header |
4. Berichttypes die in TARGET worden verwerkt
a) De volgende berichttypes worden op MCA’s verwerkt:
Berichttype | Beschrijving |
Administration (admi) | |
admi.004 | SystemEventNotification |
admi.005 | ReportQueryRequest |
admi.007 | ReceiptAcknowledgement |
Cash management (camt) | |
camt.003 | GetAccount |
camt.004 | ReturnAccount |
camt.005 | GetTransaction |
camt.006 | ReturnTransaction |
camt.018 | GetBusinessDayInformation |
camt.019 | ReturnBusinessDayInformation |
camt.025 | Receipt |
camt.046 | GetReservation |
camt.047 | ReturnReservation |
camt.048 | ModifyReservation |
camt.049 | DeleteReservation |
camt.050 | LiquidityCreditTransfer |
camt.053 | BankToCustomerStatement |
camt.054 | BankToCustomerDebitCreditNotification |
Payments clearing and Settlement (pacs) | |
pacs.009 | FinancialInstitutionCreditTransfer |
pacs.010 | FinancialInstitutionDirectDebit |
b) De volgende berichttypes worden verwerkt op RTGS DCA’s, en waar relevant op de RTGS AS- technische rekeningen en AS garantiefondsrekeningen:
Administration (admi) | |
admi.004 | SystemEventNotification |
admi.005 | ReportQueryRequest |
admi.007 | ReceiptAcknowledgement |
Cash management (camt) | |
camt.003 | GetAccount |
camt.004 | ReturnAccount |
camt.005 | GetTransaction |
camt.006 | ReturnTransaction |
camt.007 | ModifyTransaction |
camt.009 | GetLimit |
camt.010 | ReturnLimit |
camt.011 | ModifyLimit |
camt.012 | DeleteLimit |
camt.018 | GetBusinessDayInformation |
camt.019 | ReturnBusinessDayInformation |
camt.021 | ReturnGeneralBusinessInformatie |
camt.025 | Receipt |
camt.029 | ResolutionOfInvestigation |
camt.046 | GetReservation |
camt.047 | ReturnReservation |
camt.048 | ModifyReservation |
camt.049 | DeleteReservation |
camt.050 | LiquidityCreditTransfer |
camt.053 | BankToCustomerStatement |
camt.054 | BankToCustomerDebitCreditNotification |
camt.056 | FIToFIPaymentCancellationRequest |
Payments Clearing and Settlement (pacs) | |
pacs.002 | PaymentStatusReport |
pacs.004 | PaymentReturn |
pacs.008 | CustomerCreditTransfer |
pacs.009 | FinancialInstitutionCreditTransfer |
pacs.010 | FinancialInstitutionDirectDebit |
Payments Initiation (pain) | |
pain.998 | ASInitiationStatus |
pain.998 | ASTransferNotice |
pain.998 | ASTransferInitiation |
c) De volgende berichttypes worden verwerkt op T2S DCA’s:
Berichttype | Beschrijving |
Administration (admi) | |
admi.005 | ReportQueryRequest |
admi.006 | ResendRequestSystemEventNotification |
admi.007 | ReceiptAcknowledgement |
Cash management (camt) | |
camt.003 | GetAccount |
camt.004 | ReturnAccount |
camt.005 | GetTransaction |
camt.006 | ReturnTransaction |
camt.009 | GetLimit |
camt.010 | ReturnLimit |
camt.011 | ModifyLimit |
camt.012 | DeleteLimit |
camt.018 | GetBusinessDayInformation |
camt.019 | ReturnBusinessDayInformation |
camt.024 | ModifyStandingOrder |
camt.025 | Receipt |
camt.050 | LiquidityCreditTransfer |
camt.051 | LiquidityDebitTransfer |
camt.052 | BankToCustomerAccountReport |
camt.053 | BankToCustomerStatement |
camt.054 | BankToCustomerDebitCreditNotification |
camt.064 | LimitUtilisationJournalQuery |
camt.065 | LimitUtilisationJournalReport |
camt.066 | IntraBalanceMovementInstruction |
camt.067 | IntraBalanceMovementStatusAdvice |
camt.068 | IntraBalanceMovementConfirmation |
camt.069 | GetStandingOrder |
camt.070 | ReturnStandingOrder |
camt.071 | DeleteStandingOrder |
camt.072 | IntraBalanceMovementModificationRequest |
camt.073 | IntraBalanceMovementModificationRequestStatusAdvice |
camt.074 | IntraBalanceMovementCancellationRequest |
camt.075 | IntraBalanceMovementCancellationRequestStatusAdvice |
camt.078 | IntraBalanceMovementQuery |
camt.079 | IntraBalanceMovementQueryResponse |
camt.080 | IntraBalanceModificationQuery |
camt.081 | IntraBalanceModificationReport |
camt.082 | IntraBalanceCancellationQuery |
camt.083 | IntraBalanceCancellationReport |
camt.084 | IntraBalanceMovementPostingReport |
camt.085 | IntraBalanceMovementPendingReport |
d) De volgende berichttypes worden verwerkt op TIPS DCA’s en TIPS AS-technische rekeningen:
Berichttype | Beschrijving |
Administration (admi) | |
pacs.002 | FIToFIPaymentStatusReport |
pacs.004 | PaymentReturn |
pacs.008 | FIToFICustomerCreditTransfer |
pacs.028 | FIToFIPaymentStatusRequest |
Cash management (camt) | |
camt.003 | GetAccount |
camt.004 | ReturnAccount |
camt.011 | ModifyLimit |
camt.019 | ReturnBusinessDayInformation |
camt.025 | Receipt |
camt.029 | ResolutionOfInvestigation |
camt.050 | LiquidityCreditTransfer |
camt.052 | BankToCustomerAccountReport |
camt.053 | BankToCustomerStatement |
camt.054 | BankToCustomerDebitCreditNotification |
camt.056 | FIToFIPaymentCancellationRequest |
acmt.010 | AccountRequestAcknowledgement |
acmt.011 | AccountRequestRejection |
acmt.015 | AccountExcludedMandateMaintenanceRequest |
Reference data (reda) | |
reda.016 | PartyStatusAdviceV01 |
reda.022 | PartyModificationRequestV01 |
5. Controle op dubbele invoer
Alle geldoverboekingsopdrachten ondergaan een controle op dubbele invoer met het oog op het afwijzen van opdrachten die per abuis meer dan eens zijn aangeleverd (gedupliceerde geldoverboekingsopdrachten). Details zijn te vinden in deel I, afdeling 3, van de betrokken UDFS.
6. Validatieregels en foutcodes
De validatie van berichten wordt uitgevoerd volgens High Value Payments Plus (HVPS+)-richtsnoeren voor berichtenvalidaties die zijn gespecificeerd in de ISO 20022-norm en TARGET-specifieke validaties. De gedetailleerde validatieregels en foutcodes worden als volgt beschreven in de respectieve delen van de UDFS:
a) voor MCA’s in hoofdstuk 14 van de CLM UDFS;
b) voor RTGS DCA’s in hoofdstuk 13 van de RTGS UDFS;
c) voor T2S DCA’s in hoofdstuk 4.1 van de T2S UDFS;
Indien een directebetalingsopdracht of een naar aanleiding van een intrekkingsverzoek geïnitieerde betalingsopdracht om welke reden dan ook werd afgewezen, ontvangt de TIPS DCA-houder een rapport over de betaalstatus (pacs.002), zoals beschreven in hoofdstuk 4.2 van de TIPS UDFS. Indien een
liquiditeitsoverboekingsopdracht om welke reden dan ook werd afgewezen, ontvangt de TIPS DCA-houder een afwijzing (camt.025), zoals beschreven in hoofdstuk 1.6 van de TIPS UDFS.
7. Vooraf bepaalde afwikkelingstijden en gebeurtenissen RTGS DCA’s
a) Voor betalingsopdrachten die de Earliest Debit Time Indicator gebruiken, wordt het berichtelement “/FromTime/” gebruikt.
b) Voor betalingsopdrachten die de Latest Debit Time Indicator gebruiken, zijn twee opties beschikbaar.
i) Berichtelement “RejectTime”: indien de betalingsopdracht niet kan worden afgewikkeld binnen de aangegeven debiteringstijd, wordt de betalingsopdracht geweigerd.
ii) Berichtelement “TilTime”: indien de betalingsopdracht niet kan worden afgewikkeld binnen de aangegeven debiteringstijd, wordt de betalingsopdracht niet geweigerd, maar wordt zij in de desbetreffende wachtrij aangehouden.
Bij beide opties wordt, indien een betalingsopdracht met een “Latest Debit Time Indicator” niet 15 minuten vóór de daarin aangegeven tijd wordt afgewikkeld een automatische kennisgeving via de GUI verstuurd.
T2S DCA’s
a) Voor directe liquiditeitsoverboekingsopdrachten is geen speciale XML-tag vereist;
b) Vooraf bepaalde liquiditeitsoverboekingsopdrachten en doorlopende liquiditeits- overboekingsopdrachten kunnen worden geïnitieerd door een bepaald moment of een bepaalde gebeurtenis op de afwikkelingsdag:
i) voor afwikkeling op een bepaald moment wordt de XML-tag “Time(/ExctnTp/Tm/)” gebruikt,
ii) indien een bepaalde gebeurtenis plaatsvindt, wordt voor de afwikkeling de XML-tag “(EventType/ExctnTp/Evt/)” gebruikt.
c) de geldigheidsduur voor doorlopende liquiditeitsoverboekingsopdrachten wordt vastgesteld door de volgende XML-tags: “FromDate/VldtyPrd/FrDt/” en “ToDate/VldtyPrd/ToDt/”.
8. Verrekening geldbetalingsopdrachten op RTGS DCA’s
Verrekeningscontroles en, in voorkomend geval, uitgebreide verrekeningscontroles (beide termen zoals gedefinieerd in de punten a en b) worden uitgevoerd op geldoverboekingsopdrachten om de vlotte afwikkeling te vergemakkelijken.
a) Bij een verrekeningscontrole wordt bepaald of de geldoverboekingsopdrachten van de begunstigde die aan de voorzijde van de wachtrij voor geldoverboekingsopdrachten met de prioriteit “urgent” of,
indien niet van toepassing, “hoog” staan, beschikbaar zijn om te worden verrekend met de geldoverboekingsopdracht van de betaler (hierna “verrekenbare geldoverboekingsopdrachten” genoemd). Indien een verrekenbare geldoverboekingsopdracht niet voldoende dekking biedt voor de respectieve geldoverboekingsopdracht van de betaler in de invoerverwerking, wordt nagegaan of voldoende liquiditeit beschikbaar is op de RTGS DCA van de betaler.
b) Indien de verrekeningscontrole faalt, kan DNB een uitgebreide verrekeningscontrole toepassen. Een uitgebreide verrekeningscontrole bepaalt of verrekenbare geldoverboekingsopdrachten beschikbaar zijn in een van de wachtrijen van de begunstigde, ongeacht van het tijdstip van opname in de wachtrij. Echter, indien in de wachtrij van de begunstigde aan andere deelnemers gerichte betalingsopdrachten met een hogere prioriteit staan, mag alleen inbreuk worden gemaakt op het FIFO-beginsel indien de afwikkeling van een dergelijke verrekenbare geldoverboekingsopdracht zou leiden tot een liquiditeitstoename voor de begunstigde.
9. Optimalisatie algoritmen op RTGS DCA’s en sub-accounts
Er worden vier algoritmen toegepast om de vlotte afwikkeling van betalingsstromen te vergemakkelijken. Meer informatie is beschikbaar in de RTGS UDFS Deel 2.
a) In het kader van het “gedeeltelijke optimalisatie”-algoritme zal DNB:
i) de liquiditeitsposities, limieten en reserveringen van elke betrokken RTGS DCA berekenen en controleren, en
ii) indien de totale liquiditeitspositie van één of meer relevante RTGS DCA’s negatief is, afzonderlijke betalingsopdrachten extraheren totdat de totale liquiditeitspositie van elke relevante RTGS DCA positief is.
Daarna wikkelen DNB en de andere betrokken CB’s, op voorwaarde dat er voldoende middelen zijn, de relevante resterende geldoverboekingsopdrachten (met uitzondering van de in punt ii) beschreven geëxtraheerde betalingsopdrachten gelijktijdig af op de RTGS DCA’s van de betrokken deelnemers. Bij het extraheren van betalingsopdrachten begint DNB met de RTGS DCA van de deelnemer met de hoogste negatieve totale liquiditeitspositie en bij de betalingsopdracht aan het eind van de wachtrij met de laagste prioriteit. Het selectieproces loopt slechts gedurende korte, naar eigen inzicht door DNB te bepalen tijd.
b) In het kader van het “meervoudige optimalisatie” -algoritme zal DNB:
i) paren van RTGD DCA’s vergelijken om te bepalen of betalingsopdrachten in de wachtrij met de beschikbare liquiditeit van de RTGS DCA’s van de twee betrokken TARGET-deelnemers kunnen worden afgewikkeld en binnen de door hen gestelde limieten (door te beginnen met het paar RTGS DCA’s met het kleinste verschil tussen de door beide partijen aan elkaar
gerichte betalingsopdrachten), en de betrokken CB’s boeken die betalingen tegelijkertijd op de RTGS DCA’s van de twee TARGET-deelnemers, en
ii) indien er, met betrekking tot een paar RTGS DCA’s als beschreven in punt i), onvoldoende liquiditeit is om de bilaterale positie te financieren, afzonderlijke betalingsopdrachten extraheren totdat er voldoende liquiditeiten zijn. In dit geval wikkelen de betrokken CB’s de resterende betalingen, behalve de verwijderde, gelijktijdig af op de RTGS DCA’s van de twee deelnemers.
Na uitvoering van de in de punten i) tot en met ii) aangegeven controles, controleert DNB de multilaterale afwikkelingsposities (tussen de RTGS DCA van een deelnemer en de RTGS DCA’s van andere deelnemers waarvoor een multilaterale limiet is vastgesteld). De in de punten i) en ii) beschreven procedure is mutatis mutandis van toepassing.
c) Onder het “gedeeltelijke optimalisatie met AS”-algoritme dat afwikkelingsprocedure B ondersteunt, volgt DNB dezelfde procedure als voor het gedeeltelijke optimalisatiealgoritme, maar zonder extrahering van de AS-overboekingsopdrachten (voor een AS dat gelijktijdig multilateraal wordt afgewikkeld, d.w.z. RTGS AS-afwikkelingsprocedure B).
d) Het algoritme “optimalisatie op subrekeningen” wordt gebruikt om de afwikkeling van urgente AS-overboekingsopdrachten op subrekeningen van deelnemers te optimaliseren. Bij het gebruik van dit algoritme berekent DNB de totale liquiditeitspositie van de subrekening van elke deelnemer door vast te stellen of het totaal van alle uitgaande en inkomende zich in de wachtrij bevindende AS- overboekingsopdrachten, negatief of positief is. Indien de uitkomst van deze berekeningen en controles voor elke relevante subrekening positief is, wikkelen DNB en de overige betrokken CB's alle betalingen tegelijkertijd af op de subrekeningen van de betrokken deelnemers. Indien de uitkomst van deze berekeningen en controles negatief is, vindt geen verrekening plaats. Voorts houdt dit algoritme geen rekening met limieten of reserveringen. Voor elke afwikkelingsbank wordt de totale positie berekend en, indien de posities voor alle afwikkelingsbanken gedekt zijn, worden alle transacties afgewikkeld. Transacties zonder dekking worden opnieuw in de wachtrij geplaatst.
e) Geldoverboekingsopdrachten die worden ingevoerd na het meervoudige optimalisatiealgoritme, het gedeeltelijke optimalisatiealgoritme of de gedeeltelijke optimalisatie met AS-algoritme kunnen niettemin onmiddellijk worden afgewikkeld indien de posities en limieten van de betrokken RTGS DCA’s van de deelnemers verenigbaar zijn met zowel de afwikkeling van deze orders als de afwikkeling van geldoverboekingsopdrachten in de huidige optimalisatieprocedure.
f) Het algoritme voor gedeeltelijke optimalisatie en het algoritme voor meervoudige optimalisatie worden in die volgorde achtereenvolgens uitgevoerd. Zij worden niet uitgevoerd als RTGS AS- afwikkelingsprocedure B loopt.
g) De algoritmes worden flexibel uitgevoerd door een vooraf bepaald tijdsinterval in te stellen tussen de toepassing van verschillende algoritmes om te zorgen voor een minimum interval tussen de uitvoering van twee algoritmes. De tijdvolgorde wordt automatisch gereguleerd. Handmatige tussenkomst is mogelijk.
h) Terwijl een algoritme wordt uitgevoerd, kan een daarin opgenomen betalingsopdracht niet worden herschikt (wijziging van de positie in de wachtrij) of ingetrokken. Verzoeken om herschikking of herroeping van een betalingsopdracht worden in de wachtrij geplaatst totdat het algoritme is voltooid. Indien de betrokken betalingsopdracht wordt afgewikkeld terwijl het algoritme wordt uitgevoerd, worden verzoeken om herschikking of herroeping afgewezen. Indien de betalingsopdracht niet wordt afgewikkeld, worden de verzoeken van de deelnemer onmiddellijk in aanmerking genomen.
10. Connectiviteit
Deelnemers maken verbinding met TARGET aan de hand van een van de volgende modi.
a) De user- to-application (U2A)-modus: in de U2A-modus maken deelnemers verbinding via een GUI die gebruikers in staat stelt om de bedrijfsfuncties uit te oefenen gebaseerd op hun respectieve toegangsrechten. Deze modus stelt gebruikers in staat om bedrijfsgegevens in te voeren en te onderhouden en om bedrijfsinformatie op te halen. Het desbetreffende gebruikershandboek (User Handbook) biedt uitgebreide informatie over elk van de bedrijfsfuncties die de respectieve GUI aanbiedt.
b) De application-to-application (A2A)-modus: in A2A-modus communiceren softwaretoepassingen met TARGET door uitwisseling van individuele berichten en bestanden gebaseerd op hun respectieve toegangsrechten en berichtenabonnement en routeringsconfiguratie. De A2A- communicatie is gebaseerd op XML-berichten, waarbij in voorkomend geval gebruik wordt gemaakt van de ISO 20022-norm, voor zowel inkomende als uitgaande communicatie.
De aansluitingsmodi worden nader beschreven in de ESMIG UDFS.
11. De UDFS en het gebruikershandboek
.
Appendix II
TARGET-VERGOEDINGSREGELING
1. Algemene beginselen
a) Indien zich een technische storing van TARGET voordoet, kunnen directe deelnemers aanvragen voor vergoeding indienen overeenkomstig de in dit appendix neergelegde TARGET- vergoedingsregeling.
b) Tenzij de Raad van bestuur van de ECB anders besluit, is de TARGET-vergoedingsregeling niet van toepassing indien de technische storing van TARGET het gevolg is van externe gebeurtenissen die redelijkerwijs niet aan de betrokken CB’s kunnen worden toegerekend, of het gevolg zijn van het handelen of nalaten van derden.
c) Compensatie onder de TARGET-vergoedingsregeling is de enig beschikbare procedure die wordt aangeboden in het geval van een technische storing van TARGET. Deelnemers kunnen echter via andere rechtsmiddelen vergoeding van geleden schade vorderen. Indien een deelnemer een aanbod tot vergoeding onder de TARGET-vergoedingsregeling aanvaardt, aanvaardt de deelnemer daarmee onherroepelijk af te zien van alle vorderingen in verband met de geldoverboekingsopdrachten waarvoor hij vergoeding aanvaardt (met inbegrip van eventuele vorderingen inzake gevolgschade), die hij tegen een CB mocht hebben, en aanvaardt hij dat de ontvangst van de bijbehorende vergoeding alle vorderingen van dien aard volledig en finaal regelt. De deelnemer vrijwaart de betrokken CB's, tot maximaal het op grond van de TARGET-vergoedingsregeling ontvangen bedrag, tegen eventuele verdere door een andere TARGET-deelnemer of een derde ingestelde vorderingen in verband met de betrokken geldoverboekingsopdracht of geldoverboeking.
d) Het doen van een aanbod tot vergoeding vormt geen erkenning van aansprakelijkheid door DNB of een andere CB met betrekking tot een technische storing van TARGET.
2. Voorwaarden voor een aanbod tot vergoeding
a) Een betaler kan een vordering indienen voor een administratie- en rentevergoeding, indien als gevolg van een technische storing van TARGET:
i) een geldoverboekingsopdracht (inclusief naar de depositofaciliteit, of naar één of meer MCA’s of DCA’s die toebehoren aan die deelnemer en gemarkeerd zijn om aan zijn minimumreserveverplichtingen te voldoen) niet werd afgewikkeld op de werkdag waarop deze werd aanvaard of niet kon worden ingediend, en
ii) de deelnemer heeft geprobeerd, naargelang van het geval, gebruik te maken van de in appendix IV beschreven noodverwerkingsmaatregelen, met inbegrip van het verzoeken om steun van DNB.
b) Een begunstigde kan een vordering voor een administratieve vergoeding indienen indien hij ten gevolge van een technische storing in TARGET een geldoverboeking niet heeft ontvangen die hij op een bepaalde werkdag verwacht had te ontvangen. De begunstigde kan ook een vordering tot rentevergoeding indienen indien aan één of meer van de volgende voorwaarden is voldaan:
i) in het geval van deelnemers die toegang hebben tot de marginale beleningsfaciliteit: als gevolg van een technische storing van TARGET heeft een begunstigde een beroep gedaan op de marginale beleningsfaciliteit; en/of
ii) in het geval van alle deelnemers: het was technisch onmogelijk een beroep te doen op de geldmarkt of een dergelijke herfinanciering was onmogelijk op andere, objectief redelijke gronden.
3. Berekening van de vergoeding
a) Met betrekking tot een aanbod tot vergoeding aan een betaler:
i) is de administratieve vergoeding 50 EUR voor de eerste niet-afgewikkelde geldoverboekingsopdracht, 25 EUR voor de volgende vier geldoverboekingsopdrachten en EUR 12,50 voor elke volgende geldoverboekingsopdracht. De administratiekosten worden ten aanzien van elke begunstigde apart berekend;
ii) de rentevergoeding wordt bepaald door de toepassing van een dagelijks nieuw vast te stellen referentierentevoet. Deze referentierentevoet is de laagste van de kortetermijnrente voor de euro (EURSTR) minus 20 basispunten en de marginale beleningsrente, tenzij de vordering betrekking heeft op een geldoverboekingsopdracht naar de depositofaciliteit en de referentierentevoet de depositorente is. De referentierentevoet wordt toegepast op:
1) het bedrag van de geldoverboekingsopdracht, met uitzondering van de in punt 2) bedoelde geldoverboekingsopdrachten, die niet werd afgewikkeld als gevolg van de technische storing van TARGET voor elke dag van de storing in de periode vanaf de datum van de feitelijke indiening van de geldoverboekingsopdracht of vanaf de datum van de voorgenomen indiening van de geldoverboekingsopdracht tot de datum waarop de overboekingsopdracht met succes is of had kunnen worden afgewikkeld;
2) met betrekking tot geldoverboekingsopdrachten naar één of meer MCA’s of DCA’s die zijn gemarkeerd om te voldoen aan de minimumreserveverplichtingen als bedoeld in punt 2, a), het verschil tussen het bedrag van de geldoverboekingsopdracht die niet werd afgewikkeld op de dag van de technische storing van TARGET en het bedrag waarmee
de deelnemer zijn minimumreserveverplichtingen daardoor niet heeft kunnen dekken, vanaf de datum van de storing tot het einde van de reserveaanhoudingsperiode.
Eventuele rente of kosten die voortvloeien uit het bij het Eurosysteem in deposito plaatsen van geldmiddelen uit niet-afgewikkelde geldoverboekingsopdrachten, worden van het bedrag van een eventuele vergoeding afgetrokken of ten laste van dat bedrag genomen, naargelang van het geval.
b) Met betrekking tot een aanbod tot vergoeding aan een begunstigde:
i) is de administratieve vergoeding 50 EUR voor de eerste niet-afgewikkelde geldoverboekingsopdracht, 25 EUR voor de volgende vier geldoverboekingsopdrachten en 12,50 EUR voor alle volgende geldoverboekingsopdrachten. De administratiekosten worden ten aanzien van elke betaler apart berekend;
ii) is de in punt a), ii), 1), opgenomen methode voor het berekenen van rentevergoeding van toepassing op de berekening van de rentevergoeding, met dien verstande dat de rentevergoeding verschuldigd is tegen een rentevoet die gelijk is aan het verschil tussen de marginale beleningsrente en de referentierente, en wordt berekend over het bedrag waarvoor gebruik is gemaakt van de marginale beleningsfaciliteit als gevolg van de technische storing van TARGET.
4. Procedurele regels
a) Een aanvraag voor vergoeding wordt ingediend via het schadeclaimformulier dat in het Engels beschikbaar is op de website van DNB (zie xxx.xxx.xx). Betalers dienen voor elke begunstigde een apart schadeclaimformulier in en begunstigden dienen voor elke betaler een apart schadeclaimformulier in. Ter ondersteuning van de informatie op het claimformulier wordt voldoende aanvullende informatie en documenten verstrekt. Er mag slechts één vordering worden ingediend met betrekking tot een specifieke betaling of betalingsopdracht.
b) Binnen vier weken na een technische storing van TARGET dienen deelnemers hun claimformulier(en) in bij DNB. Eventuele aanvullende door DNB gevraagde informatie en bewijsmateriaal worden binnen twee weken na een dienovereenkomstig verzoek verstrekt.
c) DNB beoordeelt de claims en stuurt ze door naar de ECB. Tenzij de Raad van bestuur van de ECB anders besluit en dit aan de deelnemers meedeelt, worden alle ontvangen claims uiterlijk binnen 14 weken na de technische storing van TARGET beoordeeld, behalve wanneer de claim betrekking heeft op geldoverboekingsopdrachten naar één of meer MCA’s of DCA’s die aan die deelnemer toebehoren en gemarkeerd zijn om te voldoen aan de minimumreserveverplichtingen als bedoeld in punt 2, a), in welk geval de ontvangen claims uiterlijk binnen 14 weken na het einde van de
reserveaanhoudingsperiode waarin de technische storing van TARGET zich heeft voorgedaan worden beoordeeld.
d) DNB deelt het resultaat van de in punt c) genoemde beoordeling mee aan de betrokken deelnemers. Indien de beoordeling een aanbod tot vergoeding inhoudt, moeten de betrokken deelnemers het aanbod binnen vier weken na de indiening ervan accepteren of afwijzen met betrekking tot elke geldoverboekingsopdracht in elke claim, door het ondertekenen van een standaard aanvaardingsbrief (in de vorm zoals beschikbaar op de website van DNB (zie xxx.xxx.xx)). Indien DNB een dergelijke brief niet binnen vier weken heeft ontvangen, worden de betrokken deelnemers geacht het aanbod tot vergoeding te hebben afgewezen.
e) DNB betaalt de vergoeding na ontvangst van de aanvaardingsbrief van de deelnemer. Over enige vergoeding is geen rente verschuldigd.
Appendix III
REFERENTIEKADER VOOR BEVOEGDHEIDS- EN LANDENADVIEZEN
Referentiekader voor bevoegdheidsadviezen voor deelnemers aan TARGET
[naam van de CB] [adres]
Deelname aan het [naam van het systeem]
[plaats] [datum]
Geachte heer/mevrouw,
Wij zijn gevraagd dit advies uit te brengen als [intern of externe] juridisch adviseur van [naam van deelnemer of bijkantoor van deelnemer invoegen] met betrekking tot aangelegenheden die zich voordoen naar het recht van [rechtsgebied van oprichting van de deelnemer – hierna: het “rechtsgebied”] in verband met de deelname van [vermeld de naam van deelnemer] (hierna: de “deelnemer”) aan [naam van de TARGET-deelsysteem] (hierna: het “systeem”).
Dit advies beperkt zich tot het op de datum van dit advies geldende recht van [rechtsgebied]. Wij hebben geen onderzoek gedaan naar het recht van een ander rechtsgebied als basis voor dit advies en geven of impliceren geen mening terzake. Elk van de hierna uiteengezette verklaringen en adviezen geldt met gelijke nauwkeurigheid en geldigheid onder het recht van [rechtsgebied], ongeacht of de deelnemer bij het aanleveren van geldoverboekingsopdrachten en het ontvangen van geldoverboekingen handelt via zijn hoofdkantoor of via één of meer binnen of buiten [rechtsgebied] gevestigde bijkantoren.
I. ONDERZOCHTE DOCUMENTEN
Ten behoeve van dit advies hebben wij de volgende documenten onderzocht:
1) een gewaarmerkte kopie van de [vermeld relevante oprichtingsdocumenten] van de deelnemer zoals die gelden op de datum van dit advies;
2) [indien van toepassing] een uittreksel uit het [betrokken bedrijvenregister invoegen] en [indien van toepassing] [register van kredietinstellingen of analoog register];
3) [voor zover van toepassing] een kopie van de vergunning van de deelnemer of een ander bewijs van bevoegdheid voor het verlenen van bank-, beleggings-, geldoverboekings- of andere financiële diensten overeenkomstig de toegangscriteria voor deelname aan TARGET in [rechtsgebied];
4) [indien van toepassing] een kopie van een door de Raad van bestuur of het relevant bestuursorgaan van de deelnemer genomen besluit op [datum][jaar], waaruit blijkt dat de deelnemer instemt met de naleving van de systeemdocumenten, zoals hierna gedefinieerd, en
5) [vermeld alle volmachten en overige documenten die de noodzakelijke bevoegdheid toekennen of aantonen van de persoon of personen die de betrokken systeemdocumenten (zoals beneden gedefinieerd) namens de deelnemer ondertekenen];
en alle overige documenten met betrekking tot de oprichting, bevoegdheden, machtigingen van de deelnemer die noodzakelijk of aangewezen zijn voor het afgeven van dit advies (hierna: de “deelnemerdocumenten”).
Ten behoeve van dit advies hebben wij ook onderzocht:
1) de [verwijzing naar uitvoeringsregelingen van de geharmoniseerde voorwaarden voor deelname aan TARGET] voor het systeem gedateerd [datum invoegen] (hierna: de “regels”), en
2) [...]
De regels en de […] worden hierna aangeduid als de “systeemdocumenten” (en samen met de deelnemerdocumenten aangeduid als de “documenten”).
II. AANNAMES
Ten behoeve van dit advies hebben wij met betrekking tot de documenten aangenomen dat:
1) de systeemdocumenten die ons ter hand zijn gesteld, originelen of eensluidende afschriften daarvan zijn;
2) de systeemdocumenten en de daardoor gecreëerde rechten en verplichtingen rechtsgeldig en juridisch bindend zijn onder het recht van [verwijzing naar de lidstaat van het systeem], waardoor zij worden beheerst, en dat de rechtskeuze waarbij het recht van [verwijzing naar de lidstaat van het systeem invoegen] van toepassing is verklaard op de systeemdocumenten, wordt erkend door het recht van [verwijzing naar de lidstaat van het systeem invoegen];
3) de deelnemerdocumenten binnen de bevoegdheid en macht van de betrokken partijen vallen en door hen rechtsgeldig zijn goedgekeurd, aangenomen of ondertekend en, waar nodig, afgeleverd, en
4) de deelnemerdocumenten bindend zijn voor de betrokken partijen en dat geen van de voorwaarden ervan is geschonden.
III. ADVIEZEN BETREFFENDE DE DEELNEMER
A. De deelnemer is een onderneming met rechtspersoonlijkheid die rechtsgeldig gevestigd en geregistreerd is in, of anderszins rechtsgeldig is opgericht of georganiseerd is naar het recht van [rechtsgebied].
B. De deelnemer bezit alle vereiste bedrijfsbevoegdheden om de rechten en verplichtingen uit te oefenen, respectievelijk na te komen onder de systeemdocumenten waarbij hij partij is.
C. De aanvaarding of uitoefening en de nakoming van de rechten en verplichtingen door de deelnemer onder de systeemdocumenten waarbij de deelnemer partij is, schendt in geen enkel opzicht enigerlei bepaling van de wet- en regelgeving van [rechtsgebied] die op de deelnemer of de documenten van de deelnemer van toepassing is.
D. De deelnemer behoeft geen aanvullende machtigingen, goedkeuringen, instemmingen, deponeringen, registraties, notariële bekrachtigingen of andere waarmerkingen van of bij een rechtbank, bestuursautoriteit, gerechtelijke of overheidsinstantie bevoegd in [rechtsgebied] in verband met de goedkeuring, rechtsgeldigheid of afdwingbaarheid van enigerlei van de systeemdocumenten of de uitoefening of uitvoering van de rechten en verplichtingen uit hoofde van de systeemdocumenten.
E. De deelnemer heeft alle noodzakelijke bedrijfsacties uitgevoerd en andere stappen ondernomen die noodzakelijk zijn onder het recht van [rechtsgebied] om te verzekeren dat zijn verplichtingen onder de systeemdocumenten wettige, rechtsgeldige en bindende verplichtingen vormen.
Dit advies geldt met ingang van de datum van afgifte en is uitsluitend gericht aan [naam van de CB invoegen] en de [deelnemer]. Andere personen kunnen geen beroep op dit advies doen en de inhoud van dit advies mag zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming niet worden bekendgemaakt aan andere personen dan de ontvangers tot wie het gericht is, en aan hun juridische adviseurs, met uitzondering van de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van het Europees Stelsel van centrale banken [en [de nationale centrale bank/betrokken regelgevende instanties] van [rechtsgebied]].
Hoogachtend, [handtekening]
Referentiekader voor landenadviezen voor niet-EER deelnemers aan TARGET
[naam van de CB] [adres]
Deelname aan het [naam van het systeem]
[plaats] [datum]
Geachte heer/mevrouw,
Wij zijn gevraagd als [externe] juridische adviseurs om [vermeld naam van de deelnemer of bijkantoor van de deelnemer] (de “deelnemer”) met betrekking tot aangelegenheden die zich voordoen naar het recht van [het rechtsgebied waarin de deelnemer is gevestigd; hierna: het “rechtsgebied”], dit advies uit te brengen naar het recht van [rechtsgebied] in verband met de deelname van de deelnemer aan een systeem dat deel uitmaakt van TARGET (hierna: het “systeem”). Verwijzingen in dit advies naar de wetten van [rechtsgebied] omvatten alle toepasselijke verordeningen van [rechtsgebied]. Wij brengen hierbij een advies uit naar het recht van [rechtsgebied], met name ten aanzien van de buiten het [verwijzing naar lidstaat van het systeem invoegen] gevestigde deelnemer met betrekking tot rechten en verplichtingen die voortvloeien uit deelname aan het systeem, zoals uiteengezet in de hierna beschreven systeemdocumenten.
Dit advies beperkt zich tot het op de datum van dit advies geldende recht van [rechtsgebied]. Wij hebben geen onderzoek gedaan naar het recht van een ander rechtsgebied als basis voor dit advies en geven of impliceren geen mening terzake. Wij veronderstellen dat het recht van een ander rechtsgebied geen invloed heeft op dit advies.
1. ONDERZOCHTE DOCUMENTEN
Ten behoeve van dit advies hebben wij de hierna opgesomde documenten onderzocht en zodanige andere documenten die wij noodzakelijk of aangewezen achtten:
1) De [verwijzing naar uitvoeringsregelingen van de geharmoniseerde voorwaarden voor deelname aan TARGET] voor het systeem gedateerd [datum invoegen] (hierna: de “regels”), en
2) elk ander document dat betrekking heeft op het systeem en/of de relatie tussen de deelnemer en andere deelnemers aan het systeem, en op de relatie tussen de deelnemers aan het systeem en de [naam CB invoegen].
De regels en de [.] worden hierna aangeduid als de “systeemdocumenten”.
2. AANNAMES
Ten behoeve van dit advies hebben wij met betrekking tot de documenten aangenomen dat:
1) de deelnemerdocumenten binnen de bevoegdheid en macht van de betrokken partijen vallen en door hen rechtsgeldig zijn goedgekeurd, aangenomen of ondertekend en, waar nodig, afgeleverd;
2) de systeemdocumenten en de daarbij gecreëerde rechten en verplichtingen rechtsgeldig en juridisch bindend zijn onder het recht van [lidstaat van het systeem invoegen] waardoor zij worden beheerst, en dat de rechtskeuze waarbij het recht van [lidstaat van het systeem invoegen] van toepassing verklaard is op de systeemdocumenten, wordt erkend door het recht van [verwijzing naar lidstaat van het systeem];
3) deelnemers aan het systeem, via welke geldoverboekingsopdrachten worden verstuurd of geldoverboekingsopdrachten worden ontvangen, of via welke rechten of verplichtingen op grond van de systeemdocumenten worden uitgeoefend of nagekomen, een vergunning hebben voor het verlenen van geldovermakingsdiensten in alle betrokken rechtsgebieden, en
4) dat de aan ons in kopie of als voorbeeld verstrekte documenten overeenkomen met de originelen.
3. ADVIES
Gebaseerd op en met inachtneming van het voorgaande en in elk geval afhankelijk van de hierna opgenomen punten, zijn wij van mening dat:
3.1. Specifiek op het land betrekking hebbende juridische aspecten [voor zover van toepassing] De volgende kenmerken van de wetgeving van [rechtsgebied] zijn consistent met en doen op geen enkele manier afbreuk aan de uit de systeemdocumenten voortvloeiende verplichtingen van de deelnemer: [lijst van landspecifieke juridische aspecten].
3.2. Algemene insolventiekwesties
3.2.a. Soorten insolventieprocedures
De enige soorten insolventieprocedures (met inbegrip van gerechtelijke schikkingen of rehabilitaties),– waartoe ten behoeve van dit advies alle procedures worden gerekend met betrekking tot de activa van de deelnemer of een bijkantoor dat hij mocht hebben in [rechtsgebied] – waaraan de deelnemer kan worden onderworpen in [rechtsgebied], zijn de volgende: [vermeld de procedure in de oorspronkelijke taal en de Engelse vertaling] (samen aangeduid als “insolventieprocedures”).
Naast insolventieprocedures kunnen de deelnemer, zijn activa of een bijkantoor dat hij mocht hebben in [rechtsgebied], in [rechtsgebied] worden onderworpen aan [eventuele van toepassing zijnde procedures voor opschorting van betaling, curatele of andere procedures opsommen in de oorspronkelijke taal en de
Engelse vertaling, waarbij betalingen aan en/of door de deelnemer kunnen worden opgeschort, of beperkingen kunnen worden opgelegd met betrekking tot dergelijke betalingen of gelijksoortige procedures] (hierna gezamenlijk aangeduid als de procedures”).
3.2.b. Insolventieverdragen
[Rechtsgebied] of bepaalde politieke onderverdelingen binnen [rechtsgebied], voor zover nader aangeduid, is/zijn partij bij de volgende insolventieverdragen: [vermeld, indien van toepassing, welke gevolgen hebben of kunnen hebben voor dit advies].
3.3. Afdwingbaarheid van systeemdocumenten
Met inachtneming van de hiernavolgende punten, zullen alle bepalingen van de systeemdocumenten bindend en afdwingbaar zijn overeenkomstig de voorwaarden onder het recht van [rechtsgebied], met name in het geval van insolventieprocedures of tegen de deelnemer aanhangig gemaakte procedures.
Met name zijn wij van mening dat:
3.3.a. Verwerking van geldoverboekingsopdrachten
De bepalingen inzake de verwerking van geldoverboekingsopdrachten van de regels [de relevante uitvoeringsbepalingen van bijlage I, deel I, artikelen 17 en 18, bijlage I, deel II, artikelen 4 tot en met 7 en 9, bijlage I, deel III, artikelen 5 tot en met 10 en 14 tot en met 17, bijlage I, deel IV, artikelen 4 en 6 tot en met 7, bijlage I, deel V, artikelen 6 en 10 invoegen] zijn geldig en afdwingbaar, Met name zullen alle liquiditeitsoverboekingsopdrachten die op grond van dergelijke artikelen worden verwerkt, rechtsgeldig, bindend en afdwingbaar zijn onder het recht van [rechtsgebied]. De bepaling van de regels die het precieze tijdstip aangeeft waarop door de deelnemer in het systeem aangeleverde betalingsopdrachten afdwingbaar en onherroepelijk worden ([betrokken uitvoeringsbepalingen voor bijlage I, deel I, artikel 18 invoegen] is geldig, bindend en afdwingbaar krachtens het recht van [rechtsgebied].
3.3.b. Bevoegdheid van [naam van de CB invoegen] om zijn taken uit te voeren
Het openen van een insolventieprocedures of het aanhangig maken van een procedure tegen de deelnemer heeft geen effect op de uit de systeemdocumenten voortvloeiende autoriteit en bevoegdheden van de [naam van de CB invoegen]. [Aangeven [voor zover van toepassing] dat hetzelfde oordeel ook geldt ten aanzien van een andere entiteit die diensten verleent aan de deelnemers die direct en noodzakelijkerwijs vereist zijn voor deelname aan het systeem (bijv. TARGET NSP].
3.3.c. Herstel ingeval van verzuim
[Indien van toepassing op de deelnemer, de bepalingen in [lijst van artikelen] van de Regels betreffende vervroegde voldoening van vorderingen die nog niet opeisbaar zijn geworden, het verrekenen van vorderingen met gebruikmaking van de tegoeden van de deelnemer, het uitwinnen van een onderpand, opschorting en beëindiging van de deelname, vorderingen voor vertragingsrente, en opzegging van overeenkomsten en beëindiging van transacties ([voeg andere relevante bedingen uit de Regels of de Systeemdocumenten in]) zijn rechtsgeldig en afdwingbaar onder het recht van [rechtsgebied].]
3.3.d. Opschorting en beëindiging
Indien van toepassing op de deelnemer, zijn de bepalingen in [lijst van afdelingen] van de regels (betreffende opschorting en beëindiging van de deelname van de deelnemer in het systeem betreffende de opening van insolventieprocedures of procedures of andere gevallen van verzuim, zoals vastgelegd in de systeemdocumenten, of indien de deelnemer enig systeemrisico vormt of ernstige operationele problemen heeft) rechtsgeldig en afdwingbaar onder het recht van [rechtsgebied].
3.3.e. Boetebepalingen
Indien van toepassing op de deelnemer, zijn de bepalingen in [lijst van afdelingen] van de regels met betrekking tot boetes die een deelnemer worden opgelegd wanneer deze in de onmogelijkheid verkeert intraday-krediet of overnight-krediet tijdig terug te betalen, in voorkomend geval rechtsgeldig en afdwingbaar onder het recht van [rechtsgebied].
3.3.f. Toewijzing van rechten en verplichtingen
De rechten en verplichtingen van de deelnemer kunnen niet worden gecedeerd, gewijzigd of anderszins door de deelnemer worden overgedragen aan derden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de [naam van de CB invoegen].
3.3.g. Toepasselijk recht en rechtsgebied
De bepalingen in [lijst van artikelen] van de regels, en met name wat betreft het toepasselijk recht, de beslechting van een geschil, rechtsmacht en betekening zijn rechtsgeldig en afdwingbaar onder het recht van [rechtsgebied].
3.4 Actio Paulana
Wij zijn van mening dat geen van de uit de systeemdocumenten voortvloeiende verplichtingen, noch de nakoming ervan, voorafgaande aan de opening van een insolventieprocedure of procedures met betrekking
tot de deelnemer, in een dergelijk rechtsgeding ongedaan kan worden gemaakt als zijnde een bevoordeling, vernietigbare transactie of anderszins onder het recht van [rechtsgebied].
Met name, en zonder beperking van het voorgaande, spreken wij dit oordeel uit met betrekking tot geldoverboekingsopdrachten die door een deelnemer aan het systeem worden aangeleverd. Wij zijn met name van mening dat de bepalingen in [lijst van artikelen] van de regels die de afdwingbaarheid en de onherroepelijkheid van geldoverboekingsopdrachten vaststellen, rechtsgeldig en afdwingbaar zijn en dat een betalingsopdracht die door een deelnemer is aangeleverd en verwerkt overeenkomstig [lijst van afdelingen] van de regels, in een insolventieprocedure of procedures niet als zijnde een bevoordeling, vernietigbare transactie of anderszins ongedaan kan worden gemaakt onder het recht van [rechtsgebied].
3.5 Beslag
Indien een crediteur van de deelnemer bij een rechtbank, bestuursautoriteit, gerechtelijke instantie of overheidsinstantie die bevoegd is in [rechtsgebied], een verzoek indient tot het leggen van een beslag onder het recht van [rechtsgebied] (met inbegrip van een bevel tot bevriezing, bevel tot inbeslagneming, of een andere publiek- of privaatrechtelijke procedure die strekt tot het beschermen van het openbaar belang of de rechten van de crediteuren van de deelnemer) - hierna aangeduid als “beslag” -, zijn wij van oordeel dat [analyse en bespreking invoegen].
3.6 Zekerheden [indien van toepassing]
3.6.a. Overdracht van rechten of deponering van activa tot zekerheidsstelling, pand en/of repo Overdrachten tot zekerheid zullen rechtsgeldig en afdwingbaar zijn onder het recht van [rechtsgebied]. Met name het vestigen en uitwinnen van een pandrecht of het aangaan en afdwingen van een repo onder [voeg verwijzing naar de betrokken regeling met de CB toe] zal rechtsgeldig en afdwingbaar zijn onder het recht van [rechtsgebied].
3.6.b. Voorrang van het belang van de begunstigden van een overdracht tot zekerheid, verpanding of retrocessie boven dat van andere schuldeisers
In het geval van insolventieprocedures of procedures met betrekking tot de deelnemer, zullen de rechten of activa die dienen als zekerheid zijn overgedragen of door de deelnemer in onderpand zijn gegeven ten gunste van [verwijzing naar CB invoegen], of andere deelnemers aan het systeem, voor wat betreft hun voldoening voorrang hebben boven de vorderingen van alle overige schuldeisers van de deelnemer en laten rangorder of preferente schuldeisers deze rechten of activa onverlet.
3.6.c. Uitwinning van zekerheden
Zelfs in het geval van een insolventieprocedure of een tegen de deelnemer aanhangig gemaakte procedureprocedure zullen de andere deelnemers aan het systeem en de [naam van de CB invoegen] als [cessionarissen, pandhouders of repo-kopers, naargelang het geval] nog de vrijheid hebben om krachtens de regels de rechten of activa van de deelnemer uit te winnen via de actie van de [naam van de CB invoegen].
3.6.d. Vorm- en registratievereisten
Er gelden geen vormvereisten voor de overdracht tot zekerheid van de rechten of activa van de deelnemer, of het vestigen en uitwinnen van een pandrecht op die rechten of activa, of van een repo ten aanzien van die rechten of activa en er is voor de [overdracht tot zekerheid, verpanding of repo, naargelang het geval], of enigerlei aspecten daarvan, geen registratie of neerlegging nodig bij een rechtbank, bestuursautoriteit, gerechtelijke instantie of overheidsinstantie die bevoegd is in [rechtsgebied].
3.7 Bijkantoren [voor zover van toepassing]
3.7.a. Advies geldt voor handelen via bijkantoren
Alle bovenstaande uitspraken en meningen met betrekking tot de deelnemer geldt met gelijke nauwkeurigheid en geldigheid onder het recht van [rechtsgebied] indien de deelnemer handelt via een of meerdere buiten het [rechtsgebied] gevestigde bijkantoren.
3.7.b. Overeenstemming met het recht
Noch de uitoefening en nakoming van de rechten en verplichtingen onder de systeemdocumenten, noch de indiening, verzending of ontvangst van geldoverboekingsopdrachten door een bijkantoor van de deelnemer vormt in enigerlei opzicht een schending van het recht van [rechtsgebied].
3.7.c. Vereiste machtigingen
Noch voor de uitoefening en nakoming van de rechten en de verplichtingen onder de systeemdocumenten, noch voor de indiening, verzending of ontvangst van geldoverboekingsopdrachten door een bijkantoor van een deelnemer, zullen aanvullende vergunningen, goedkeuringen, instemmingen, deponeringen, registraties, notariële bekrachtigingen of andere waarmerkingen nodig zijn van of bij een rechtbank, regeringsautoriteit, gerechtelijke instantie of overheidsinstantie die bevoegd is in [rechtsgebied].
Dit advies geldt met ingang van de datum van afgifte en is uitsluitend gericht aan [naam van de CB invoegen en de [deelnemer]. Andere personen kunnen geen beroep doen op dit advies en de inhoud van dit advies mag zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming niet worden bekendgemaakt aan andere personen
dan de ontvangers aan wie het gericht is, en aan hun juridische adviseurs, met uitzondering van de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van het Europees Stelsel van centrale banken [en [de nationale centrale bank/desbetreffende verordenende instanties] van [rechtsgebied]].
Hoogachtend, [handtekening]
Appendix IV BEDRIJFSCONTINUÏTEIT EN NOODPROCEDURES
1. ALGEMENE BEPALINGEN
Deze appendix bevat de regelingen tussen DNB en de deelnemers voor het geval dat TARGET of een of meer NSP’s falen of worden getroffen door een abnormale externe gebeurtenis of wanneer de storing een deelnemer treft.
Alle verwijzingen naar specifieke tijden in deze appendix verwijzen naar de lokale tijd van de zetel van de ECB.
De bepalingen van deze afdeling 1 zijn van toepassing op MCA’s, RTGS DCA’s en hun subrekeningen, RTGS AS-technische rekeningen, T2S DCA’s, TIPS DCA’s en TIPS AS-technische rekeningen.
1.1 Maatregelen voor bedrijfscontinuïteit en noodverwerking
a) In het geval dat zich een abnormale externe gebeurtenis voordoet en/of er sprake is van een storing van TARGET en/of van een of meer NSP’s die gevolgen hebben voor de normale werking van TARGET, is DNB gerechtigd maatregelen inzake bedrijfscontinuïteit en noodverwerking vast te stellen.
b) De volgende belangrijkste maatregelen voor bedrijfscontinuïteit en noodverwerking die in TARGET beschikbaar zijn:
i) verplaatsing van de TARGET-exploitatie naar een alternatieve locatie;
ii) wijziging van het TARGET-exploitatieschema.
c) Met betrekking tot maatregelen voor bedrijfscontinuïteit en noodverwerking, heeft DNB de volledige discretionaire bevoegdheid betreffende de vraag of en welke maatregelen worden aangenomen.
1.2 Mededeling van incidenten
Indien zich een in punt 1.1, punt a), beschreven gebeurtenis voordoet, wordt dit aan de deelnemers meegedeeld via de ECB-website, voor zover beschikbaar, via de GUI(‘s) en, indien van toepassing, via binnenlandse communicatiekanalen. De mededelingen aan de deelnemers bevatten met name de volgende informatie:
i) een beschrijving van de gebeurtenis en de impact ervan van op TARGET;
ii) het tijdstip waarop de afwikkeling van de gebeurtenis wordt verwacht (indien bekend);
iii) informatie over de reeds genomen maatregelen (indien van toepassing);
iv) het advies aan de deelnemers (indien van toepassing);
v) het tijdstempel van de mededeling en de vermelding wanneer een update zal worden verstrekt.
1.3 Wijziging van de bedrijfsuren
a) Bij het wijzigen van het TARGET-exploitatieschema overeenkomstig deel I, artikel 19, lid 2, kan DNB de sluitingstijden van TARGET voor een bepaalde werkdag uitstellen of de aanvang van de volgende werkdag vertragen, of het tijdstip van een andere in appendix V vermelde gebeurtenis wijzigen.
b) De sluitingstijden van TARGET voor een bepaalde werkdag kunnen worden uitgesteld indien een TARGET-storing zich gedurende die dag heeft voorgedaan, maar vóór 18.00 uur is opgelost. Een dergelijk uitstel van de sluitingstijd mag normaliter niet meer dan twee uur bedragen en wordt zo vroeg mogelijk aan de deelnemers aangekondigd.
c) Zodra een vertraging van de sluitingstijden van TARGET is aangekondigd, kan deze verder worden uitgesteld, maar niet worden ingetrokken.
1.4 Overige voorzieningen
a) In het geval van een storing van DNB, kunnen alle of een deel van haar technische functies in verband met TARGET-NL door andere Eurosysteem-CB’s of niveau 3-NCB’s namens de ECB worden uitgevoerd.
b) DNB kan verlangen dat de deelnemers deelnemen aan door DNB nodig geachte reguliere of ad-hoc testen van de maatregelen, trainingen of andere preventieve regelingen inzake bedrijfscontinuïteit en noodverwerking, zoals noodzakelijk geacht door DNB. Eventuele door de deelnemers gemaakte kosten als gevolg van dergelijke testen of andere regelingen komen uitsluitend ten laste van de deelnemers.
2 BUSINESS CONTINUITEITS- EN NOODPROCEDURES (RTGS DCA EN RTGS AS- AFWIKKELINGSPROCEDURES)
Naast de bepalingen van afdeling 1 zijn de bepalingen van deze afdeling 2 specifiek van toepassing op RTGS DCA-houders en AS die gebruikmaken van de RTGS AS-afwikkelingsprocedures.
2.1 Verplaatsing van de TARGET-exploitatie naar een alternatieve locatie
a) De verplaatsing van de TARGET-exploitatie naar een alternatieve locatie, als bedoeld in punt 1.1, punt b), i), kan plaatsvinden naar een plaats binnen dezelfde regio of in een andere regio.
b) Indien de TARGET-exploitatie naar een andere regio wordt verplaatst, zullen de deelnemers: i) zich onthouden van het verzenden van nieuwe geldoverboekingsopdrachten aan TARGET; ii) op verzoek
van DNB een afstemming uit te voeren, iii) als ontbrekende instructies aangemerkte instructies opnieuw indienen, en iv) DNB alle relevante informatie verstrekken.
c) DNB kan verdere maatregelen nemen, met inbegrip van debitering en creditering van de rekeningen van deelnemers, teneinde de rekeningen van die deelnemers terug te brengen in een toestand van vóór de verplaatsing.
2.2 Wijziging van de bedrijfsuren
a) Indien DNB de sluiting van TARGET als bedoeld in punt 1.3 vóór 16:50 vertraagt, moet de minimumperiode van één uur tussen de sluitingstijd voor cliënten en interbancaire betalingsopdrachten normaal gesproken van kracht blijven.
b) AS hebben maatregelen genomen om het hoofd te bieden aan gevallen waarin de heropeningstijd vertraging heeft opgelopen als gevolg van een TARGET-storing op de voorgaande dag.
2.3 Noodverwerking
a) Indien zij dit nodig acht, leidt DNB de noodverwerking van geldoverboekingsopdrachten in met gebruikmaking van de TARGET-noodoplossing of andere middelen. In dergelijke gevallen wordt de noodverwerking naar het beste vermogen uitgevoerd. DNB informeert haar deelnemers over de start van de noodoplossing via de beschikbare communicatiemiddelen.
b) Bij de noodverwerking met gebruikmaking van de TARGET-noodoplossing worden geldoverboekingsopdrachten door de RTGS DCA-houders ingediend en door DNB goedgekeurd. DNB kan namens de deelnemers bij wijze van uitzondering ook handmatig geldoverboekingsopdrachten invoeren. Daarnaast kan het AS bestanden met betalingsinstructies indienen in het kader van RTGS AS-afwikkelingsprocedure A, die het AS DNB machtigt om in de noodoplossing te uploaden.
c) De volgende geldoverboekingsopdrachten worden als “zeer kritiek” beschouwd en DNB doet haar uiterste best om ze onverwijld in noodsituaties te verwerken:
i) betalingen in verband met de afwikkeling van CLS Bank International-operaties die op CLS Settlement zijn verwerkt;
ii) margestortingen van een centrale tegenpartij.
d) Andere dan de in punt c) genoemde geldoverboekingsopdrachten die noodzakelijk zijn voor het vermijden van systeemrisico worden als “kritiek” beschouwd en DNB kan besluiten voor die overboekingsopdrachten noodprocedures inleiden. Kritieke geldoverboekingsopdrachten omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
ii) liquiditeitsoverboekingsopdrachten naar T2S DCA’s of TIPS DCA’s;
iii) liquiditeitsoverboekingsopdrachten die onmisbaar zijn voor de uitvoering van zeer kritieke geldoverboekingsopdrachten als bedoeld in punt c) of voor andere kritieke geldoverboekingsopdrachten.
e) Geldoverboekingsopdrachten die in TARGET-NL zijn aangeleverd vóór de activering van de noodverwerking, maar in de wachtrij staan, kunnen ook de noodverwerking ondergaan. In dergelijke gevallen streeft DNB ernaar de dubbele verwerking van geldoverboekingsopdrachten te vermijden, maar de deelnemers dragen het risico van een eventuele dubbele verwerking.
f) Voor noodverwerking met gebruikmaking van de TARGET-noodoplossing verstrekken deelnemers beleenbare activa als zekerheid. Tijdens de noodverwerking kunnen inkomende geldoverboekingsopdrachten worden gebruikt voor de financiering van uitgaande geldoverboekingsopdrachten.
2.4 Met deelnemers verband houdende storingen
a) Indien een deelnemer een probleem heeft waardoor hij geen geldoverboekingsopdrachten naar TARGET kan verzenden, lost hij het probleem met eigen middelen op. In het bijzonder kan een deelnemer gebruik maken van alle interne oplossingen waarover hij beschikt, de GUI-functionaliteit om liquiditeitsoverboekingen en betalingsopdrachten te verwerken of gebruik te maken van de back- upfunctionaliteit via de GUI.
b) Indien de in punt a) genoemde afwikkelingsmiddelen en/of oplossingen of functionaliteiten die door de deelnemer worden gebruikt, uitgeput of ontoereikend zijn, kan de deelnemer DNB om ondersteuning verzoeken en verleent DNB deze ondersteuning naar beste vermogen. DNB beslist welke ondersteuning zij de deelnemer biedt.
c) Indien van toepassing worden verdere gedetailleerde noodmaatregelen met betrekking tot AS’en beschreven in aanvullende regelingen tussen DNB en het betrokken AS.
3 BEDRIJFSCONTINUÏTEIT EN NOODPROCEDURES (MCA)
Naast de bepalingen van afdeling 1 zijn de bepalingen van deze afdeling 3 specifiek van toepassing op MCA-houders.
2 Verordening (EU) nr. 795/2014 van de Europese Centrale Bank van 3 juli 2014 met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2014/28) (PB L 217 van 23.7.2014, blz. 16).
3.1 Verplaatsing van de TARGET-exploitatie naar een alternatieve locatie
a) De verplaatsing van de exploitatie van TARGET naar een alternatieve locatie, als bedoeld in punt 1.1, punt b), i), kan plaatsvinden naar een plaats binnen dezelfde regio of in een andere regio.
b) Indien de TARGET-exploitatie naar een andere regio wordt verplaatst, zullen de deelnemers: i) zich onthouden van het verzenden van nieuwe geldoverboekingsopdrachten aan TARGET; ii) op verzoek van DNB een afstemming uitvoeren, iii) als ontbrekende instructies aangemerkte instructies opnieuw indienen, en iv) DNB alle relevant informatie verstrekken.
c) DNB kan verdere maatregelen nemen, met inbegrip van het debiteren en crediteren van de rekeningen van deelnemers, teneinde de rekeningen van die deelnemers terug te brengen in de toestand van vóór de verplaatsing.
3.2 Noodverwerking
a) Indien zij dit nodig acht, leidt DNB de noodverwerking van geldoverboekingsopdrachten in met gebruikmaking van de TARGET-noodoplossing of andere middelen. In dergelijke gevallen wordt de noodverwerking naar het beste vermogen uitgevoerd. DNB informeert haar deelnemers over de start van de noodoplossing via de beschikbare communicatiemiddelen.
b) Bij de noodverwerking met gebruikmaking van de TARGET-noodoplossing worden geldoverboekingsopdrachten door de MCA-houders ingediend en door DNB goedgekeurd. DNB kan namens de deelnemers bij wijze van uitzondering ook handmatig geldoverboekingsopdrachten invoeren.
c) Geldoverboekingsopdrachten die noodzakelijk worden geacht om systeemrisico te vermijden worden als “kritiek” beschouwd en DNB kan besluiten voor die overboekingsopdrachten de noodverwerking in te leiden.
d) Geldoverboekingsopdrachten die in TARGET-NL zijn aangeleverd vóór de activering van de noodverwerking, maar in de wachtrij staan, kunnen ook de noodverwerking ondergaan. In dergelijke gevallen streeft DNB ernaar de dubbele verwerking van geldoverboekingsopdrachten te vermijden, maar de deelnemers dragen het risico van een eventuele dubbele verwerking.
e) Voor noodverwerking met gebruikmaking van de TARGET-noodoplossing verstrekken deelnemers beleenbare activa als zekerheid. Tijdens de noodverwerking kunnen inkomende geldoverboekingsopdrachten worden gebruikt voor de financiering van uitgaande geldoverboekingsopdrachten.
3.3 Met deelnemers verband houdende storingen
a) Indien een deelnemer een probleem heeft waardoor hij geen geldoverboekingsopdrachten naar TARGET kan verzenden, lost hij het probleem met eigen middelen op. In het bijzonder kan een deelnemer gebruik maken van alle interne oplossingen waarover hij beschikt, de GUI-functionaliteit om liquiditeitsoverboekingen en betalingsopdrachten te verwerken of gebruik te maken van de back- upfunctionaliteit via de GUI.
b) Indien de in punt a) genoemde afwikkelingsmiddelen en/of oplossingen of functionaliteiten die door de deelnemer worden gebruikt, uitgeput of ontoereikend zijn, kan de deelnemer DNB om ondersteuning verzoeken en verleent DNB deze ondersteuning naar beste vermogen. DNB beslist welke ondersteuning zij de deelnemer biedt.
4 BEDRIJFSCONTINUÏTEIT EN NOODPROCEDURES (T2S DCA)
Naast de bepalingen in afdeling 1 zijn de bepalingen van dit deel 4 specifiek van toepassing op T2S DCA- houders.
4.1 Verplaatsing van de TARGET-exploitatie naar een alternatieve locatie
a) De verplaatsing van de TARGET-exploitatie naar een alternatieve locatie, als bedoeld in punt 1.1, punt b), i), kan plaatsvinden naar een plaats binnen dezelfde regio of in een andere regio.
b) Indien de TARGET-exploitatie naar een andere regio wordt verplaatst, zullen de deelnemers: i) zich onthouden van het verzenden van nieuwe geldoverboekingsopdrachten aan TARGET; ii) op verzoek van DNB een afstemming uit te voeren, iii) als ontbrekende instructies aangemerkte instructies opnieuw indienen, en iv) DNB alle relevante informatie verstrekken.
c) DNB kan verdere maatregelen nemen, met inbegrip van debitering en creditering van de rekeningen van deelnemers, teneinde de rekeningen van die deelnemers terug te brengen in een toestand van vóór de verplaatsing.
4.2. Storingen in verband met deelnemers
a) Indien een deelnemer een probleem heeft waardoor hij geen geldoverboekingsopdrachten naar TARGET kan verzenden, lost hij het probleem met eigen middelen op. In het bijzonder kan een deelnemer gebruik maken van alle interne oplossingen waarover hij beschikt, de GUI-functionaliteit om liquiditeitsoverboekingen en betalingsopdrachten te verwerken of gebruik te maken van de back- upfunctionaliteit via de GUI.
b) Indien de in punt a) genoemde afwikkelingsmiddelen en/of oplossingen of functionaliteiten die door de deelnemer worden gebruikt, uitgeput of ontoereikend zijn, kan de deelnemer DNB om
ondersteuning verzoeken en verleent DNB deze ondersteuning naar beste vermogen. DNB beslist welke ondersteuning zij de deelnemer biedt.