VERPLICHTE VERZEKERING VAN DE OBJECTIEVE AANSPRAKELIJKHEID
VERPLICHTE VERZEKERING VAN DE OBJECTIEVE AANSPRAKELIJKHEID
IN GEVAL VAN BRAND OF ONTPLOFFING
(Wet van 30/07/1979 en K.B. van 05/08/1991) ALGEMENE VOORWAARDEN
Artikel 1 Definities
Verzekeringsnemer:
NAAR GELANG VAN HET GEVAL:
de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de overeenkomst sluit in zijn hoedanigheid van exploitant van de in de bijzondere voorwaarden omschreven inrichting;
of
de publiek- of privaatrechtelijke persoon die de overeenkomst sluit voor zover hij het onderwijs of de beroepsopleiding organiseert in de in de bijzondere voorwaarden omschreven inrichting;
of
de publiek- of privaatrechtelijke persoon die de overeenkomst sluit voor zover hij het in de bijzondere voorwaarden omschreven kantoorgebouw gebruikt;
of
de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de overeenkomst sluit voor zover hij de eredienst organiseert in de in de bijzondere voorwaarden omschreven inrichting.
Maatschappij:
Federale Verzekering, Coöperatieve Vennootschap voor verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV, Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx, RPR Brussel BTW BE 0403.257.506 — Verzekeringsmaatschappij toegelaten onder het nr.87 door de Nationale Bank van België.
Benadeelde derde:
Iedere persoon met uitzondering van de Verzekeringsnemer. Van de schadeloosstelling zijn evenwel uitgesloten:
— de persoon die aansprakelijk is voor het schadegeval krachtens de artikelen 1382 tot 1386bis van het Burgerlijk Wetboek;
— de persoon die van alle aansprakelijkheid is ontheven krachtens artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeids- overeenkomsten;
— de verzekeringsonderneming die ter uitvoering van een andere verzekeringsovereenkomst dan deze overeenkomst, de gele- den schade heeft vergoed.
Schadegeval:
De schade voorgevallen tijdens de duur van het contract. Vormt één en hetzelfde schadegeval ieder feit of iedere opeenvolging van feiten van dezelfde oorsprong waardoor schade is veroorzaakt die aanleiding geeft tot de toepassing van de dekking.
Reddingskosten:
De Maatschappij neemt ten laste, zelfs boven de verzekerde som, de reddingskosten die betrekking hebben op de gedekte schade.
De dekking wordt verleend rekening houdend met zowel de definitie als het bedrag van elke betrokken waarborg.
Zijn alleen gedekt:
1. de kosten die voortvloeien uit de maatregelen die de Maatschappij heeft gevraagd om de gevolgen van de gedekte schade- gevallen te voorkomen of te beperken;
2. de kosten die voortvloeien uit de redelijke maatregelen die de verzekerde uit eigen beweging met de zorg van een goed huis- vader heeft genomen overeenkomstig de regels van de zaakwaarneming, ofwel om een gedekt schadegeval te voorkomen, ofwel om de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken, voor zover dat:
— deze maatregelen dringend zijn, dat wil zeggen dat de verzekerde verplicht is ze onmiddellijk te nemen, zonder moge- lijkheid om de Maatschappij te verwittigen en voorafgaand haar akkoord te verkrijgen, op gevaar af de belangen van de Maatschappij te schaden;
— indien het gaat om maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen, er een nakend gevaar is, dat wil zeggen er op zeer korte termijn zeker een gedekt schadegeval zou volgen indien deze maatregelen niet werden genomen.
De verzekerde verbindt er zich toe de Maatschappij onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke reddingsmaatregel die geno- men is.
Voor zover nodig wordt gepreciseerd dat de volgende kosten ten laste van de verzekerde blijven:
— de kosten die voortvloeien uit maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen bij ontstentenis van nakend gevaar of wanneer het nakend gevaar afgewend is;
— de kosten die voortvloeien uit de laattijdigheid van de verzekerde, uit zijn nalatigheid om preventiemaatregelen te nemen die vroeger al hadden moeten zijn genomen.
Artikel 2 Voorwerp van de dekking
De verzekering heeft tot doel de objectieve aansprakelijkheid te dekken waartoe de in de bijzondere voorwaarden omschreven inrichting voor de Verzekeringsnemer aanleiding kan geven in geval van brand of ontploffing op basis van artikel 8 van de wet van 30 juli 1979.
Artikel 3 Uitsluitingen
Onverminderd de bepalingen van artikel 9 zijn van de verzekering uitgesloten:
— schade die opzettelijk is veroorzaakt door de Verzekeringsnemer;
— schade veroorzaakt door de grove schuld van de Verzekeringsnemer. Onverminderd de in de overeenkomst bepaalde geval- len van uitsluiting of niet-verzekering, wordt beschouwd als grove schuld elke tekortkoming aan wetten, regels of aan gebrui- ken eigen aan de activiteiten van de verzekerde onderneming waarbij voor ieder met de materie vertrouwde persoon duidelijk moet zijn dat hieruit haast onvermijdelijk schade ontstaat;
— schade voortvloeiend uit de zelfmoord of de poging tot zelfmoord van de Verzekeringsnemer;
— materiële schade die het gevolg is van welke aansprakelijkheid ook van de verzekerde, die verzekerbaar is door de waarborg
«Huurdersaansprakelijkheid», «Gebruikersaansprakelijkheid» of «Verhaal van Derden» van een brandverzekeringsovereen- komst.
Voor de toepassing van deze uitsluiting verstaat men onder:
— huurdersaansprakelijkheid:
schade, reddings-, opruimings-, en sloopkosten en onbruikbaarheid van onroerende goederen waarvoor de huurders aan- sprakelijk zijn krachtens de artikelen 1732, 1733 en 1735 van het Burgerlijk Wetboek;
— gebruikersaansprakelijkheid:
schade, reddings-, opruimings-, en sloopkosten en onbruikbaarheid van onroerende goederen waarvoor de gebruikers van een pand of van een gedeelte van een pand aansprakelijk zijn krachtens artikel 1302 van het Burgerlijk Wetboek;
— verhaal van xxxxxx:
schade, reddings-, opruimings-, en sloopkosten en onbruikbaarheid van onroerende goederen, veroorzaakt door brand of ontploffing die de in de bijzondere voorwaarden omschreven inrichting beschadigt en overslaat naar goederen die aan derden toebehoren, waarvoor de verzekerde aansprakelijk is krachtens de artikelen 1382 tot 1386 bis van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 4 Verzekerde bedragen
1. De verzekerde bedragen zijn per schadegeval:
— voor schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels: 15.000.000 EUR;
— voor materiële schade: 750.000 EUR.
2. De voornoemde bedragen zijn gekoppeld aan het verloop van het indexcijfer van de consumptieprijzen, waarbij de basisindex die is van juli 1991 namelijk 110,34 (basis 1988). De aanpassing gebeurt jaarlijks op 30 augustus en voor de eerste maal op 30 augustus 1992.
3. De bedragen die verzekerd zijn voor materiële schade zijn zowel van toepassing op beschadiging van zaken als op zoge- naamde immateriële schade (genotsderving, onderbrekingen van activiteiten, bedrijfsschade, productiestilstanden, winstder- vingen en andere gelijkaardige schade die niet uit lichamelijke letsels voortkomt).
4. De Maatschappij betaalt de reddingskosten, de intresten op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerlijke rechtsvorderingen, alsook de honoraria en de kosten van de advocaten en de deskundigen.
Boven het verzekerde totaalbedrag worden deze intresten en kosten beperkt tot:
1. 500.000 EUR wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk is aan 2.500.000 EUR;
2. 500.000 EUR plus 20 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag wanneer dit tussen de 2.500.000 EUR en de
12.500.000 EUR ligt;
3. 2.500.000 EUR plus 10 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven 12.500.000 EUR, met een maximumbedrag van 10.000.000 EUR aan reddingskosten, interesten en kosten.
Het bedrag van deze kosten is geïndexeerd overeenkomstig het indexcijfer van de consumptieprijzen, waarbij de basisindex die is van november 1991, namelijk 113,77 (basis 1988).
Artikel 5 Mededeling van het risico bij het sluiten van de overeenkomst
1. Mededelingsplicht.
De Verzekeringsnemer is verplicht om, bij het sluiten van de overeenkomst, alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de Maatschappij.
2. Opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens.
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de Maatschappij misleidt bij de beoordeling van dit risico, is de verzekeringsovereenkomst nietig.
De premies die vervallen zijn tot het ogenblik waarop de Maatschappij kennis heeft gekregen van de opzettelijke verzwijging of de opzettelijke onjuiste mededeling van gegevens, zijn aan de Maatschappij verschuldigd.
3. Onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens.
Wanneer het verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, is de overeenkomst niet nietig.
a) De Maatschappij stelt, binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waar- op zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.
— Indien de Maatschappij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeg- gen binnen dezelfde termijn.
— Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst wordt geweigerd door de Verzekeringsnemer of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de Maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen vijftien dagen.
— De Maatschappij die de overeenkomst niet heeft opgezegd noch een wijziging heeft voorgesteld binnen de hierboven bepaalde termijnen, kan zich nadien niet meer beroepen op feiten die haar bekend waren.
b) Indien een schadegeval zich voordoet voordat de wijziging of opzegging van kracht is geworden:
— indien het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet verweten kan worden aan de Verzekeringsnemer, is de Maatschappij tot de overeengekomen prestatie gehouden;
— indien het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens verweten kan worden aan de Verzekeringsnemer, is de Maatschappij slechts tot de prestatie gehouden op basis van de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de Verzekeringsnemer zou hebben moeten betalen indien hij het risico naar behoren had meegedeeld.
Indien de Maatschappij echter bij een schadegeval het bewijs levert dat zij het risico, waarvan de ware aard door dat schadegeval aan het licht komt, in geen geval zou hebben verzekerd, wordt haar prestatie beperkt tot het betalen van een bedrag dat gelijk is aan alle betaalde premies.
Artikel 6 Mededeling van het risico in de loop van de overeenkomst
1. Mededelingsplicht.
De Verzekeringsnemer heeft de verplichting om, onder dezelfde voorwaarden als bij het sluiten van de overeenkomst, alle hem bekende nieuwe omstandigheden of wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van aard zijn om een aanmer- kelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet te bewerkstelligen.
2. Verzwaring van het risico.
a) Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet zo verzwaard is dat de Maatschappij, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, op andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet zij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de over- eenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring.
Indien de Maatschappij het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de over- eenkomst opzeggen binnen dezelfde termijn.
Indien het voorstel tot wijziging van de verzekeringsovereenkomst wordt geweigerd door de Verzekeringsnemer of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aan- vaard, kan de Maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen vijftien dagen.
De Maatschappij die de overeenkomst niet heeft opgezegd noch binnen de hierboven bepaalde termijnen een wijziging heeft voorgesteld, kan zich later niet meer beroepen op de verzwaring van het risico.
b) Indien zich een schadegeval voordoet:
— en indien de Verzekeringsnemer de verplichting van punt 1 van dit artikel heeft vervuld voordat de wijziging van de overeenkomst of de opzegging van kracht is geworden, is de Maatschappij tot de overeengekomen prestatie gehou- den;
— en indien de Verzekeringsnemer de bij punt 1 van dit artikel bedoelde verplichting niet is nagekomen:
- is de Maatschappij ertoe gehouden de overeengekomen prestatie te leveren wanneer het ontbreken van de ken- nisgeving niet kan worden verweten aan de Verzekeringsnemer;
- is de Maatschappij er slechts toe gehouden de prestatie te leveren naar de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de Verzekeringsnemer had moeten betalen indien de verzwaring in aanmerking was genomen, wanneer het ontbreken van de kennisgeving aan de Verzekeringsnemer kan worden verweten.
Indien de Maatschappij echter het bewijs levert dat ze het verzwaarde risico in geen enkel geval verzekerd zou hebben, is haar prestatie bij schadegeval beperkt tot de terugbetaling van alle betaalde premies.
— en indien de Verzekeringsnemer de bij punt 1 van dit artikel bedoelde verplichting met bedrieglijk opzet niet is nageko- men, kan de Maatschappij haar dekking weigeren. De premies, vervallen tot op het ogenblik waarop de Maatschappij kennis heeft gekregen van het bedrieglijk verzuim, komen haar toe als schadevergoeding.
3. Vermindering van het risico.
Wanneer, tijdens de loop van de overeenkomst, het risico dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de Maatschappij, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, op andere voorwaarden zou hebben verzekerd, is zij verplicht een evenredige vermindering van de premie toe te staan vanaf de dag dat ze kennis heeft gekregen van de vermindering van het risico.
Indien de contracterende partijen het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermin- dering door de Verzekeringsnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen.
Artikel 7 Inwerkingtreding, duur en einde van de overeenkomst
1. De duur van de overeenkomst bedraagt drie jaar.
Behalve wanneer een van de partijen zich er tegen verzet minstens drie maand voor de vervaldag van de overeenkomst wordt ze stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van drie jaar.
2. De verzekering treedt pas in werking na betaling van de eerste premie of, indien er een onderscheid gemaakt wordt tussen voorlopige en definitieve premie, van de eerste voorlopige premie.
3. Indien de Verzekeringsnemer, om welke reden ook, de bij artikel 2 bedoelde aansprakelijkheid niet meer op zich neemt, dient hij de Maatschappij hiervan binnen acht dagen te verwittigen.
Indien hij deze verplichting niet nakomt en hieruit schade voortvloeit voor de Maatschappij, kan deze laatste aanspraak maken op een vermindering van haar dekking t.o.v. de Verzekeringsnemer ten belope van de door haar geleden schade. In geval van bedrieglijk opzet kan de Maatschappij iedere dekking t.o.v. de Verzekeringsnemer weigeren.
4. In geval van definitieve stopzetting van de exploitatie wordt de overeenkomst van rechtswege opgezegd.
5. In geval van overgang van het verzekerde belang ten gevolge van het overlijden van de Verzekeringsnemer, gaan de rech- ten en verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst over op de nieuwe houder van dat belang. De nieuwe houder van het verzekerde belang en de Maatschappij kunnen evenwel kennis geven van de beëindiging van de overeenkomst; de nieuwe houder van het verzekerde belang bij een ter post aangetekende brief, binnen 3 maanden en 40 dagen na het overlijden, en de Maatschappij binnen 3 maanden vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het overlijden.
6. In geval van faillissement van de Verzekeringsnemer blijft de verzekering bestaan ten voordele van de massa van de schul- deisers, die jegens de Maatschappij instaan voor de betaling van de premies die nog moeten vervallen na de faillietverklaring.
Niettemin hebben de Maatschappij en de curator van het faillissement het recht de overeenkomst op te zeggen. Evenwel kan de opzegging van de overeenkomst door de Maatschappij pas gebeuren ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring, terwijl de curator van het faillissement dit slechts kan gedurende de drie maanden na de faillietverklaring.
7. A. De Maatschappij behoudt zich het recht voor de overeenkomst op te zeggen:
— in geval van onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens in de aangifte van het risico bij het sluiten van de overeenkomst onder de voorwaarden van artikel 5;
— in geval van aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet onder de voorwaarden van artikel 6, 2.;
— na het zich voordoen van een schadegeval maar uiterlijk één maand na de betaling of de weigering van betaling van de schadevergoeding;
— in geval van niet-betaling van de contractuele franchise;
— in geval van niet-betaling van de premies overeenkomstig artikel 8;
— in alle gevallen waarin de Verzekeringsnemer een geheel of gedeeltelijk verval van de dekkingen oploopt;
— in geval van wijziging van het geheel of een deel van de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid of de verzekering ervan, die de omvang van de verplichtingen van de Maatschappij kan beïnvloeden;
— in geval van weigering van de Verzekeringsnemer om schadepreventiemaatregelen te nemen die door de Maatschap- pij noodzakelijk geacht worden.
B. De Verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen:
— na het zich voordoen van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na kennisgeving door de Maatschappij van de betaling of de weigering van betaling van de schadevergoeding, tenzij anders bepaald is in de bijzondere voorwaarden;
— in geval van vermindering van het risico, onder de voorwaarden van artikel 6, 3.;
— in geval van tariefverhoging, overeenkomstig artikel 8, 11.
8. Tenzij anders bepaald is, geschiedt de opzegging bij deurwaardersexploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Tenzij anders bepaald is in de overeenkomst, wordt de opzegging pas van kracht na het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in geval van een aange- tekende brief, te rekenen vanaf de dag die volgt op de afgifte ervan ter post.
De opzegging van de overeenkomst door de Maatschappij na het zich voordoen van een schadegeval wordt van kracht bij de kennisgeving ervan, wanneer de Verzekeringsnemer één van zijn verplichtingen, ontstaan door het zich voordoen van een schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de Maatschappij te misleiden.
9. In geval van opzegging van de overeenkomst worden de betaalde premies met betrekking tot de verzekerde periode na het van kracht worden van de opzegging terugbetaald binnen een termijn van 15 dagen vanaf de inwerkingtreding van de opzeg- ging.
Bij gedeeltelijke opzegging of bij enige andere vermindering van de verzekeringsprestaties is deze bepaling alleen van toe- passing op het gedeelte van de premie dat betrekking heeft op en in verhouding staat tot die vermindering.
21.20.050/10 06/20
10. De beëindiging, de nietigverklaring, de ontbinding, de opzegging, de schorsing van de overeenkomst of van de dekking kun- nen door de Maatschappij alleen aan de benadeelde derden tegengeworpen worden voor schadegevallen die voorvallen na het verstrijken van een termijn van 30 dagen na de kennisgeving van het feit door de Maatschappij, per aangetekende brief, aan de burgemeester van de gemeente waarin de in de bijzondere voorwaarden omschreven inrichting zich bevindt. De ter- mijn gaat in de dag na de indiening van de afgifte ter post van de aangetekende brief.
De schadegevallen die zich voordoen terwijl de beëindiging, de nietigverklaring, de ontbinding, de opzegging, de schorsing van de overeenkomst of van de dekking al van kracht is tussen partijen, maar voor het verstrijken van de voornoemde termijn van 30 dagen, geven aanleiding tot het instellen van verhaal door de Maatschappij op de Verzekeringsnemer overeenkomstig artikel 9, 2.
Artikel 8 Premie
1. De premies zijn haalbaar. Ze dienen betaald te worden bij de voorlegging van de kwitantie of de ontvangst van een verval- dagbericht. Wanneer de premie niet rechtstreeks aan de Maatschappij betaald wordt, is de premiebetaling aan een verzeke- ringsproducent bevrijdend indien deze de kwitantie voorlegt die van de Maatschappij uitgaat of indien hij bij het sluiten of het uitvoeren van de overeenkomst optreedt.
2. Volgens wat in de bijzondere voorwaarden is bepaald, is de premie vast overeengekomen of wordt zij na het vervallen van de termijn berekend.
3. In geval van niet-betaling van de premie op de vervaldag kan de Maatschappij de dekking van de overeenkomst schorsen of de overeenkomst opzeggen, mits de Verzekeringsnemer in gebreke is gesteld.
4. De ingebrekestelling gebeurt hetzij bij deurwaardersexploot, hetzij bij een ter post aangetekende brief. Daarbij wordt aange- maand om de premie te betalen binnen een termijn van 15 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
5. De schorsing van de dekking of de opzegging treedt pas in werking na het verstrijken van de voornoemde termijn van 15 dagen.
6. Het versturen van de aangetekende herinneringsbrief maakt moratoire renten, die van rechtswege en zonder ingebrekestel- ling lopen vanaf de 31ste dag die volgt op de datum van opstelling van de kwitantie.
De moratoire renten worden berekend tegen het tarief van de wettelijke intresten.
7. In geval van schorsing van de dekking wordt als gevolg van de betaling door de Verzekeringsnemer van de vervallen premies, in voorkomend geval vermeerderd met de renten, een einde gemaakt aan die schorsing.
Wanneer de Maatschappij haar verplichting tot het verlenen van de dekking geschorst heeft, kan zij de overeenkomst nog opzeggen indien zij zich dat recht in de aan de Verzekeringsnemer toegestuurde ingebrekestelling heeft voorbehouden.
In dat geval wordt de opzegging van kracht na het verstrijken van een termijn die niet korter mag zijn dan 15 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing.
Indien de Maatschappij zich dat recht niet heeft voorbehouden, geschiedt de opzegging pas nadat een nieuwe aanmaning is gedaan overeenkomstig punt 4 van dit artikel.
8. De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de Maatschappij om de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de Verzekeringsnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig punt 3 van dit artikel. Het recht van de Maatschappij wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
9. De Verzekeringsnemer betaalt alle belastingen, taksen en bijdragen die uit hoofde van de overeenkomst worden of dienen te worden geheven. Deze bijkomende kosten zijn aan dezelfde regels onderworpen als de premie zelf, meer bepaald wat het tijdstip van de opeisbaarheid ervan betreft en de gevolgen van de niet-uitvoering of laattijdige uitvoering van de betaling ervan.
10. De Maatschappij mag in voorkomend geval de verklaringen nagaan van de Verzekeringsnemer, die er zich toe verbindt de boekhouding of andere nuttige bewijsstukken ter beschikking van haar afgevaardigden te stellen.
11. Indien de Maatschappij haar tarief wijzigt, past ze deze overeenkomst aan op de volgende jaarlijkse vervaldag. Ze stelt de Verzekeringsnemer ten minste 90 dagen voor deze vervaldag van die aanpassing in kennis. De Verzekeringsnemer mag de overeenkomst evenwel opzeggen binnen 30 dagen na de kennisgeving van de aanpassing. Hierdoor wordt de overeenkomst op de volgende jaarlijkse vervaldag beëindigd.
21.20.050/10 06/20
Artikel 9 Bepalingen die bij schade van toepassing zijn
1. Recht van de benadeelde derden.
Onverminderd artikel 7, 9., kan geen uit de wet of de verzekeringsovereenkomst voortvloeiende nietigheid, uitsluiting, exceptie of verval door de Maatschappij aan de benadeelde derden worden tegengeworpen.
2. Verhaal van de Maatschappij.
De Maatschappij behoudt zich een recht van verhaal op de Verzekeringsnemer voor, voor alle gevallen van nietigheid, uitslui- ting, exceptie of verval.
De Maatschappij is verplicht de Verzekeringsnemer of, in voorkomend geval, de verzekerde die niet de Verzekeringsnemer is, kennis te geven van zijn voornemen om verhaal in te stellen zodra hij op de hoogte is van de feiten waarop dat besluit gegrond is.
Bij gedeeltelijk verval is het verhaal beperkt tot het verschil tussen de door de Maatschappij betaalde sommen en het bedrag van de dekking dat de Maatschappij de Verzekeringsnemer verschuldigd is krachtens de overeenkomst.
Het verhaal heeft betrekking op de schadevergoeding, intresten en gerechtskosten inbegrepen.
3. Verplichtingen van de Verzekeringsnemer.
A. de Verzekeringsnemer moet
a) zo snel mogelijk schriftelijk aan de Maatschappij ieder schadegeval meedelen waarvan hij kennis heeft. De aangifte moet de plaats, het uur, de datum, de oorzaak, de omstandigheden en de gevolgen van dit schadegeval bevatten, als- ook, in voorkomend geval, de namen en de woonplaats van de slachtoffers;
b) de Maatschappij onverwijld alle nuttige inlichtingen bezorgen en de hem gestelde vragen beantwoorden om de omstan- digheden en de omvang van het schadegeval te bepalen;
c) alle redelijke maatregelen nemen om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen en te beperken;
d) aan de Maatschappij alle gerechtelijke of buitengerechtelijke akten betreffende een schadegeval bezorgen na de bete- kening, kennisgeving of overhandiging ervan, op straffe van betaling, in geval van nalatigheid, van alle schade en intresten die aan de Maatschappij verschuldigd zijn ter vergoeding van de door haar geleden schade;
e) op de gerechtszittingen verschijnen en zich onderwerpen aan de door de rechtbank bevolen onderzoeksmaatregelen; wanneer de verzekerde bij verzuim niet verschijnt of zich niet onderwerpt aan een door de rechtbank bevolen maatre- gel, moet hij de schade die de Maatschappij zou hebben geleden, vergoeden;
f) zich onthouden van iedere erkenning van aansprakelijkheid, van iedere transactie, van iedere betaling of belofte tot betaling;
de erkenning van een materieel feit of de tenlasteneming door de Verzekeringsnemer van de eerste geldelijke hulp en de onmiddellijke medische hulp kunnen geen reden zijn om de dekking door de Maatschappij te weigeren;
de vergoeding of de belofte tot vergoeding van de benadeelde persoon door de Verzekeringsnemer zonder het akkoord van de Maatschappij kan niet aan deze laatste tegengeworpen worden.
B. Indien de Verzekeringsnemer niet voldoet aan een van de in a), b) en c) beschreven verplichtingen en hieruit nadeel voortvloeit voor de Maatschappij, heeft deze laatste het recht een vermindering van haar prestatie jegens de Verzeke- ringsnemer te eisen tot het beloop van het nadeel dat ze geleden heeft. De Maatschappij mag haar dekking jegens de Verzekeringsnemer evenwel afwijzen indien de Verzekeringsnemer met bedrieglijk opzet de voornoemde verplichtingen niet vervuld heeft.
4. Leiding van het geschil.
Vanaf het ogenblik dat de Maatschappij tot het geven van dekking is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is zij verplicht zich achter de Verzekeringsnemer te stellen binnen de grenzen van de dekking.
Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de Maatschappij en van de Verzekeringsnemer samenvallen, heeft de Maatschappij het recht om, in de plaats van de Verzekeringsnemer, de vordering van de benadeelde te bestrijden. Zij kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
21.20.050/10 06/20
De tussenkomsten van de Maatschappij houden geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de Verzekeringsne- mer en zij mogen hem ook geen nadeel berokkenen.
5. Franchise.
Bij elk schadegeval blijft een in de bijzondere voorwaarden bepaalde deelneming ten laste van de Verzekeringsnemer. Deze deelneming kan niet tegengeworpen worden aan de benadeelde derden.
6. Subrogatie van de Maatschappij.
De Maatschappij treedt in de rechten van de benadeelde derden die ze schadeloos gesteld heeft en ook in de rechten van de Verzekeringsnemer tegen de voor het schadegeval aansprakelijke derden tot het beloop van de door haar betaalde sommen.
Artikel 10 Geldigheid van de verzekeringsovereenkomst in de tijd
Onverminderd de bepalingen van artikel 7, 10., slaat de waarborg op de schade voorgevallen tijdens de duur van de overeen- komst, zelfs indien de vorderingen worden ingediend na het einde van de overeenkomst.
Artikel 11 Diversen
1. Mededeling.
Om geldig te zijn, moeten de voor de Maatschappij bestemde mededelingen of kennisgevingen aan haar in de overeenkomst vermelde adres gedaan worden; die welke voor de Verzekeringsnemer bestemd zijn, moeten, om geldig te zijn, aan het in de overeenkomst vermelde adres of aan het adres waarvan de Verzekeringsnemer later kennis gegeven zou hebben aan de Maatschappij, gedaan worden.
2. Verzekeringsattest.
Bij het sluiten van de overeenkomst geeft de Maatschappij aan de Verzekeringsnemer een verzekeringsattest af overeenkom- stig artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 5 augustus 1991. Een duplicaat van dit attest wordt bezorgd aan de burgemeester van de gemeente waar de in de bijzondere voorwaarden omschreven inrichting zich bevindt.
DIVERSE BEPALINGEN
A. Fraude
In het kader van de huidige bepalingen verstaat men onder “verzekeringsfraude” het misleiden van de Maatschappij of van een verzekeringsonderneming bij de sluiting of tijdens de looptijd van een verzekeringsovereenkomst of bij de aangifte dan wel afhandeling van een schadegeval met het oog op het verkrijgen van een verzekeringsdekking of een verzekeringsprestatie.
De aandacht van de Verzekeringsnemer wordt gevestigd op het feit dat iedere verzekeringsfraude of poging tot verzekerings- fraude gesanctioneerd wordt volgens de toepasselijke wetgeving en/of de bepalingen in de algemene of bijzondere voorwaar- den en in voorkomend geval kan leiden tot strafrechtelijke vervolging.
B. Sancties
De in deze overeenkomst bepaalde dekkingen zullen als zonder uitwerking worden beschouwd als door de toekenning van deze dekkingen de Maatschappij blootgesteld wordt aan sancties, verbodsbepalingen of beperkingen in het kader van de Organisatie van de Verenigde naties of commerciële of economische sancties in het kader van Wetten en Reglementen van de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten van Amerika.
C. Bescherming van uw persoonsgegevens
Conform de Algemene Verordening voor de gegevensbescherming verzoeken wij u kennis te nemen van de onderstaande informatie.
Doeleinden van de gegevensverwerking - Ontvangers van de gegevens - Rechtsgrond
De meegedeelde persoonsgegevens worden door Federale Verzekering, verwerkingsverantwoordelijke, verwerkt met het oog op: het evalueren van de risico’s, de uitgifte van het verzekeringscontract en de aanpassing ervan, de uitvoering van de prestaties waaronder het beheer van de schadegevallen volgende uit deze verzekering, het ontdekken en voorkomen van fraude, het voldoen aan wettelijke verplichtingen, het beheer van de commerciële relatie en het opvolgen van de portefeuille.
21.20.050/10 06/20
Voor deze doeleinden kunnen de gegevens gecommuniceerd worden aan ondernemingen die deel uitmaken van de groep Federale Verzekering, aan natuurlijke personen of ondernemingen die als dienstverlener of verwerker optreden voor rekening van Federale Verzekering, aan derden in het kader van de uitvoering van een wettelijke verplichting, aan herverzekeraars, en aan elke persoon of entiteit die een verhaal uitoefent of tegen wie een verhaal wordt uitgeoefend in verband met de verzeke- ring in kwestie.
De juridische basis van de gegevensverwerking wordt gevormd door het verzekeringscontract, net als de verplichting die uit dit contract en de eventuele bijakten volgt voor de verzekeraar - verwerkingsverantwoordelijke om desgevallend tot prestatie over te gaan. De verwerking baseert zich bovendien op het legitiem belang van de verzekeraar teneinde verzekeringsfraude te voorkomen, statistieken uit te werken en voor direct marketingdoeleinden.
In de hypothese dat deze documenten niet adequaat zouden worden ingevuld, zal Federale Verzekering zich in de onmogelijk- heid bevinden om haar verplichtingen voortvloeiend uit het verzekeringscontract na te komen en desgevallend een gevolg te verlenen aan de vraag tot tussenkomst.
Vertrouwelijkheid
Technische en organisatorische maatregelen werden genomen teneinde de vertrouwelijkheid en de veiligheid van uw gege- vens te garanderen. De toegang tot uw persoonlijke gegevens is beperkt tot de personen die deze in het kader van de uitoe- fening van hun beroepstaken nodig hebben.
Bewaring van de verwerkte gegevens
De verwerkte gegevens worden door Federale Verzekering bewaard gedurende minstens de waarborgperiode van de verze- kering of gedurende de looptijd van het schadegeval, die zal aangepast worden telkens dat de omstandigheden het vereisen. Deze duurtijd zal verlengd worden door de verjaringstermijn opdat de verzekeraar het hoofd kan bieden aan eventuele vorde- ringen na de sluiting van het schadedossier.
Recht op toegang, verbetering en verzet
De betrokken personen kunnen kennis nemen van de gegevens die aangaande hun persoon verwerkt worden, of desgewenst ze laten verbeteren door een verzoek hiertoe te sturen naar Federale Verzekering t.a.v. de Data Protection Officer – Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx of een email naar xxxxxxx@xxxxxxxx.xx, vergezeld door een recto verso kopie van de identiteitskaart. Deze personen kunnen eveneens, volgens dezelfde modaliteiten, en binnen de limieten voorzien door de Algemene Verordening voor de gegevensbescherming, zich verzetten tegen de verwerking van de gegevens of een beperking ervan en tegen verwer- kingen voor direct marketingdoeleinden. Zij kunnen tevens de verwijdering of de gegevensoverdraagbaarheid ervan vragen. Wanneer u aan Federale Verzekering persoonsgegevens meedeelt van personen waarmee we niet rechtstreeks in contact staan, vragen wij u hen te informeren over deze gegevensoverdracht en hun daarmee verband houdende rechten.
Contactgegevens
Meer informatie kan u terugvinden op xxx.xxxxxxxx.xx of u kan zich richten tot xxxxxxx@xxxxxxxx.xx of Federale Verzekering
t.a.v. de Data Protection Officer – Stoofstraat 12 te 0000 Xxxxxxx.
Eventuele klachten kunnen gericht worden naar de Gegevensbeschermingsautoriteit.
21.20.050/10 06/20