UITTREKSEL VOOR HET CENTRAAL REGISTER VOOR COLLECTIEVE ACTIES IN DE ZIN VAN ART. 1018C LID 2 RV
UITTREKSEL VOOR HET CENTRAAL REGISTER VOOR COLLECTIEVE ACTIES IN DE ZIN VAN ART. 1018C LID 2 RV
van de dagvaarding ex art. 3:305a BW, zoals uitgebracht op 1 maart 2024 door: de stichting
DATA PRIVACY STICHTING,
gevestigd in Amsterdam,
eiseres, hierna aangeduid als de “Stichting”,
advocaten: mr. J.H. Xxxxxxx, mr. W.P. Wijers en prof. mr. G.J. Zwenne, tegen:
1. de vennootschap naar het recht van de Verenigde Staten
META PLATFORMS INC.,
gevestigd in Menlo Park, Californië, Verenigde Staten
2. de vennootschap naar het recht van Ierland META PLATFORMS IRELAND LTD., gevestigd in Dublin, Ierland
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FACEBOOK NETHERLANDS B.V.,
gevestigd in Amsterdam,
gedaagden, hierna tezamen aangeduid als “Meta”,
bij de rechtbank Amsterdam, tegen een eerste roldatum van 3 juli 2024.
1. INTRODUCTIE
5356/1126749.9
1.2. Met dit uittreksel van de dagvaarding verstrekt de Stichting de vereiste informatie die volgt uit art. 1018c lid 2 Rv (zoals gewijzigd per 25 juni 2023)1 en die ertoe strekt anderen een goede afweging te laten maken of zij ook een actie voor dezelfde gebeurtenis tegen Meta willen instellen. Dit uittreksel beperkt zich tot een beschrijving waartoe de collectieve ac- tie strekt, op welke feiten de Stichting zich daarbij beroept, de namen van de gedaagden en een nauwkeurige omschrijving van de personen tot be- scherming van wier belangen deze procedure strekt.
1 Kamerstukken II 2021/22, 36034, nr. 3 (MvT), p. 34-35.
1.3. De opbouw van dit uittreksel is als volgt:
- in paragraaf 2 beschrijft de Stichting welke partijen betrokken zijn bij de procedure en ten behoeve van welke groep personen zij de procedure aanhangig heeft gemaakt;
- in paragraaf 3 wordt de kern van de zaak uiteengezet en wordt duidelijk gemaakt op welke feitelijke stellingen de collectieve ac- tie is gebaseerd;
- in paragraaf 4 licht de Stichting het onrechtmatig handelen van Meta toe en zet zij uiteen welke schendingen van het recht zij heeft vastgesteld;
- in paragraaf 5 licht de Stichting de schade die de Achterban heeft geleden toe; en
- paragraaf 6 bevat het integrale petitum uit de dagvaarding, waar- uit blijkt waartoe de collectieve actie strekt.
2. PARTIJEN BIJ DE PROCEDURE
2.1. De Stichting is een onafhankelijke stichting zonder winstoogmerk. De Stichting heeft als doel het behartigen van de belangen van gedupeerden van privacyschendingen. De Stichting heeft een onafhankelijk bestuur en raad van toezicht, bestaande uit voorvechters en experts op het gebied van privacybescherming en collectieve acties van maatschappelijk belang.
2.2. In deze procedure komt de Stichting op voor:
(i) De voormalige en huidige gebruikers van het platform van Face- book (de “Facebookdienst”) die in de periode van 1 april 2010 tot het in deze procedure te wijzen eindvonnis (“Relevante Periode I”) gebruik hebben gemaakt van de Facebookdienst terwijl zij in Ne- derland woonden en niet handelden in de uitoefening van hun be- roep of bedrijf, en die geen Uitgesloten Partij zijn (zoals gedefini- eerd in de Statuten), dit alles in de ruimste zin van het woord, en die hun Facebookaccount niet voor 15 november 2016 hebben ver- wijderd (“Achterban I”); en
5356/1126749.9
(ii) De voormalige en huidige gebruikers van de Facebookdienst en/of het platform van Instagram die op enig moment deze platforms hebben gebruikt in de periode van 25 mei 2018 tot 10 juli 2023 (“Relevante Periode II”), terwijl zij in Nederland woonden op enig moment dat zij (een van) deze platforms gebruikten, niet hande- lend in de uitoefening van hun beroep of bedrijf, en die geen Uit- gesloten Partij zijn (zoals gedefinieerd in de Statuten), dit alles in de ruimste zin van het woord (“Achterban II”).
2.3. Waar de Stichting het over de “Achterban” heeft, doet het hierboven be- schreven onderscheid er niet toe. De Stichting maakt deze zaak ten be- hoeve van de Achterban aanhangig.
2.4. De Stichting wordt bijgestaan door onder meer ervaren advocaten(kanto- ren) die gespecialiseerd zijn op het terrein van het collectief actierecht en het privacyrecht. De Stichting en haar advocaten opereren onafhankelijk van de financier en andere derden.2 De Stichting wordt ten behoeve van deze collectieve actie gefinancierd door Xxxxx Xxxxxxxx Heimann & Bern- stein LLP.
2.6. De Stichting heeft de dagvaarding uitgebracht tegen Meta Platforms Inc. (“Meta Inc.”), Meta Platforms Ireland Ltd. (“Meta Ierland”) en de in Ne- derland gevestigde vennootschap Facebook Netherlands B.V. (“Facebook NL”). Waar de Stichting het over Meta heeft, doet het onderscheid tussen de drie gedaagden er niet toe.
3. KERN VAN DE ZAAK
3.1. Deze procedure bestaat uit twee onderdelen.
5356/1126749.9
3.2. Het eerste onderdeel van deze procedure bouwt voort op een verklaring voor recht die de rechtbank Amsterdam (de “Rechtbank”) heeft uitge-
2 Meer informatie over de Stichting, haar bestuurders, toezichthouders en partners, is te vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx.
sproken in het (eind)vonnis van 15 maart 2023 (het “Vonnis”)3 in de pro- cedure tegen Meta die de Stichting op 30 december 2019 is begonnen op basis van art. 3:305a BW (oud). De Rechtbank heeft in het Vonnis geoor- deeld dat Meta Ierland in de periode 1 april 2010 tot 1 januari 2020 on- rechtmatig heeft gehandeld jegens Nederlandse gebruikers van Facebook door het zonder geldige grondslag verwerken van persoonsgegevens voor advertentiedoeleinden. 4 Volgens de Rechtbank heeft Meta Ierland in strijd gehandeld met art. 8, 16, 33 en 34 Wbp, art. 6, 9, 12-14 Avg, art. 11.7a Tw en art. 6:193d BW. De Rechtbank oordeelde dat de verwerking van persoonsgegevens voor advertentiedoeleinden niet noodzakelijk was voor de uitvoering van de overeenkomst die de gebruikers van Facebook aangaan met Meta Ierland,5 niet noodzakelijk was voor de door Meta ge- stelde gerechtvaardigde belangen,6 en dat Meta geen toestemming had van Facebookgebruikers in Nederland voor Meta’s wijze van het verwer- ken van persoonsgegevens.7 Dit handelen vormde volgens de Rechtbank bovendien een oneerlijke handelspraktijk.8
3.3. Tot op heden biedt Meta adverteerders nog steeds de mogelijkheid om advertenties aan Facebookgebruikers te sturen, zowel op het platform zelf als buiten het platform om, bijvoorbeeld in apps of websites van derden. In de periode vanaf 1 januari 2020 is dit advertentiemodel van Xxxx niet of nauwelijks veranderd, zoals is vastgesteld door de Ierse toezichthouder Data Protection Commissioner in haar rapport van 31 december 2022.9
3.5. De European Data Protection Board (“EDPB”) heeft op 27 oktober 2023 geoordeeld 10 dat Meta zich schuldig maakt aan een “ongoing infringe-
3 Rb. Amsterdam 15 maart 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:1407.
4 Xxxxxx, r.o. 12.73.
5 Xxxxxx, x.x. 12.17.
6 Xxxxxx, x.x. 12.72.
7 Xxxxxx, x.x. 12.40, 12.45 en 12.55.
8 Xxxxxx, x.x. 17.19.
5356/1126749.9
9 Decision concerning a complaint directed against Meta Platforms Ireland Limited in respect of the Facebook service made pursuant to Section 113 of the Data Protection Act 2018 (Inquiry 18- 5-5) van 31 december 2022, par. 2.1-2.2.
10 EDPB Urgent Binding Decision 01/2023 van 27 oktober 2023.
ment” van art. 6 lid 1 Avg, omdat Xxxx voor de verwerking van persoons- gegevens ten onrechte een beroep doet op contractuele noodzakelijkheid en voor de verwerking van persoonsgegevens voor gepersonaliseerde ad- vertenties ten onrechte een beroep doet op ‘legitiem belang’. Om die re- den heeft de EDPB aan de Ierse toezichthouder een bindende aanwijzing opgelegd om Meta te verbieden persoonsgegevens te verwerken op grond van art. 6 lid 1 sub b en art. 6 lid 1 sub f Avg.
5356/1126749.9
3.9. Het tweede onderdeel van deze procedure betreft het feit dat Meta Ier- land persoonsgegevens van de Nederlandse gebruikers van Facebook en Instagram verzamelt en doorgeeft aan Meta Inc. in de VS. In de VS staan de servers waarop Meta Inc. de persoonsgegevens van de gebruikers van haar platforms verwerkt. Zodra de persoonsgegevens door Meta Ierland naar Meta Inc. worden gestuurd, kunnen zij worden onderworpen aan grootschalige monitoring en analyse door de Amerikaanse inlichtingen- diensten. Verwerkers van persoonsgegevens van Nederlandse gebruikers van Facebook en Instagram in de VS, zoals Meta Inc., zijn op grond van Amerikaanse wetgeving verplicht medewerking te verlenen aan deze sur- veillance en de bevoegdheden van de Amerikaanse inlichtingendiensten kunnen zeer ingrijpend zijn. Dit leidt ertoe dat een grote hoeveelheid per- soonsgegevens, inclusief gevoelige gegevens en bijzondere categorieën persoonsgegevens, wordt verzameld van mensen die daarvoor geen toe- stemming hebben gegeven. Door de in Nederland (en in andere EU-lidsta- ten) verzamelde persoonsgegevens op haar servers in de VS te verwerken,
3.10. Deze doorgifte was in strijd met Europese privacyregels en fundamentele waarborgen tegen ongerichte overheidssurveillance. Het Hof van Justitie van de Europese Unie (“HvJ EU”) heeft vastgesteld dat de Amerikaanse wetgeving geen beschermingsniveau bood dat in grote lijnen overeen- komt met het niveau dat in de EU wordt gewaarborgd.11 De inmenging door Amerikaanse surveillanceprogramma’s was ten onrechte niet be- perkt tot wat strikt noodzakelijk is en voor niet-Amerikanen die potentieel in het oog worden gehouden, bestonden geen effectieve rechterlijke toet- singsmogelijkheden.
3.11. Meta heeft er steeds op gerekend dat haar jarenlange overtreding van de wet wel door de Europese politiek opgelost zou worden. Dat is inmiddels gebeurd. De Europese Commissie heeft op 10 juli 2023 besloten dat de Amerikaanse wetgeving inmiddels wel het vereiste beschermingsniveau zou bieden, en heeft daarom op 10 juli 2023 het Data Privacy Framework (het “DPF”) vastgesteld.12
5356/1126749.9
3.13. De Stichting vordert vergoeding van de schade die de Achterban II daar- door lijdt. Naast schadevergoeding verzoekt de Stichting de Rechtbank om, indien en zodra het HvJ EU het DPF gedurende deze procedure ongel- dig verklaart, Meta Inc. te gebieden de persoonsgegevens die tijdens de Relevante Periode II naar de VS zijn doorgegeven, te vernietigen of terug te sturen naar Meta Ierland, althans maatregelen te nemen waarmee wordt bereikt dat deze gegevens niet meer toegankelijk en/of beschikbaar zijn voor inlichtingen- en veiligheidsdiensten in de VS.
11 HvJ EU 16 juli 2020, C-311/18, ECLI:EU:C:2020:559 (Xxxxxxx II).
12 Adequacy decision for the EU-US Data Privacy Framework, C(2023) 4745, 10 juli 2023, commis- xxxx.xxxxxx.xx.
4. HET ONRECHTMATIG HANDELEN VAN META
4.1. In de Relevante Periode I heeft Meta:
4.2. In de Relevante Periode II heeft Meta:
Ad (i): Meta heeft de Achterban onvoldoende geïnformeerd
5356/1126749.9
4.4. De Rechtbank heeft dit in het Vonnis13 voor Meta Ierland vastgesteld voor de periode tot 19 april 2018, maar dit geldt voor de gehele Relevante Pe- riode I. Omdat de Stichting betoogt dat, anders dan de Rechtbank in het Vonnis14 heeft geoordeeld, Meta Inc. en Facebook NL met Meta Ierland gezamenlijk verwerkingsverantwoordelijk zijn, geldt een en ander ook voor Meta Inc. en Facebook NL. Dat is bij alle hierna te bespreken vorde- ringen zo, zodat de Stichting dat standpunt niet steeds zal herhalen.
13 Xxxxxx, r.o. 12.53 en 12.55.
14 Xxxxxx, x.x. 17.19.
4.5. In haar besluit van 31 december 2022 heeft ook de Ierse toezichthouder geconcludeerd dat Meta Facebookgebruikers in de EU onvoldoende dui- delijk en volledig informeert over de verwerking van persoonsgegevens voor advertentiedoeleinden.
4.6. Meta heeft verder haar gebruikers niet geïnformeerd dat externe ontwik- kelaars onder bepaalde omstandigheden toegang kregen of hadden tot hun persoonsgegevens. De Rechtbank heeft dit in het Vonnis15 vastgesteld voor de periode tot juni 2018.
4.7. Tot slot heeft Meta haar gebruikers niet, onvoldoende en niet tijdig geïn- formeerd over het verlenen van toegang aan integratiepartners. De Recht- bank heeft dit ten aanzien van Meta Ierland in het Vonnis16 al vastgesteld voor de periode tot 1 januari 2020. De enige integratiepartner na die tijd is doorgegaan met het gebruikmaken van toegang tot de gegevens tot ja- nuari 2022, zodat het onrechtmatig handelen van Meta op dit punt ook tot die datum is gecontinueerd.
Ad (ii): Meta verwerkt persoonsgegevens zonder geldige verwerkings- grondslag
4.9. In het Vonnis 17 heeft de Rechtbank al geoordeeld dat Meta Ierland op geen enkel moment in de periode tot 1 januari 2020 een geldige verwer- kingsgrondslag had. Meta’s bedrijfsmodel is op dit punt sindsdien niet ge- wijzigd. De EDPB is tot een vergelijkbare conclusie gekomen.18 Dit bete- kent dat ook voor de periode vanaf 1 januari 2020 Meta geen geldige ver- werkingsgrondslag heeft.
5356/1126749.9
4.10. De wijziging van de verwerkingsgrondslag naar ‘toestemming’ (vanaf 3 no- vember 2023) maakt dat oordeel van de Rechtbank niet anders. Meta dwingt Facebookgebruikers een keuze te maken: een betaald abonne- ment of accepteren dat Xxxx persoonsgegevens verwerkt voor adverten- tiedoeleinden. Xxxx blijft echter ook persoonsgegevens verwerken van Facebookgebruikers die kiezen voor het abonnementsmodel. Bovendien betreft het een gedwongen toestemming en is deze dus niet vrij, is de in- formatievoorziening onvoldoende en is deze niet specifiek.
15 Xxxxxx, x.x. 11.55.
16 Xxxxxx, r.o. 11.74-11.76.
17 Xxxxxx, x.x. 12.73.
18 EDPB Urgent Binding Decision 01/2023 van 27 oktober 2023.
Ad (iii): Meta verwerkt bijzondere persoonsgegevens in strijd met het verwerkingsverbod
4.11. De Rechtbank heeft in het Vonnis19 vastgesteld dat Meta Ierland in de pe- riode tot 1 januari 2020 bijzondere persoonsgegevens verwerkte voor ad- vertentiedoeleinden, zonder uitdrukkelijke toestemming van de Achter- ban I.
4.12. Deze conclusie geldt ook voor de periode vanaf 1 januari 2020. Meta gaat ervan uit dat de interessekenmerken die een bijzonder persoonsgegeven blootgeven, geen bijzondere persoonsgegevens zijn. Het HvJ EU heeft vastgesteld dat die aanname onterecht is. 20 In 2023 hebben meerdere toezichthouders vastgesteld dat Xxxx nog altijd targeting aanbiedt op ba- sis van interessekenmerken die een bijzonder persoonsgegeven bevat- ten.21
Ad (iv): Meta misleidt consumenten
4.13. De Rechtbank heeft in het Vonnis22 geoordeeld dat Meta Ierland de Face- bookgebruikers onvoldoende heeft geïnformeerd over het doel waarvoor en de wijze waarop persoonsgegevens werden verwerkt en over haar be- drijfsmodel. Ook Meta Inc. en Facebook NL moeten echter als handelaar in de zin van art. 6:193a BW worden aangemerkt en ook zij hebben daarom een oneerlijke handelspraktijk verricht.
Ad (v): Meta is ongerechtvaardigd verrijkt
4.14. Meta heeft met haar onrechtmatige handelwijze jarenlang miljarden euro’s winst gemaakt. Het gevolg daarvan is dat Meta ongerechtvaardigd is verrijkt. In het Vonnis heeft de Rechtbank terecht overwogen dat de Facebookdienst op persoonsgegevens is gebaseerd en persoonsgegevens van onmiskenbare waarde zijn voor Meta. In dit oordeel van de Rechtbank ligt de verrijking besloten. Daarnaast is in het Vonnis genoegzaam komen vast te staan dat Meta zonder verwerkingsgrondslag (en aldus zonder re- delijke oorzaak of rechtvaardigingsgrond) persoonsgegevens verwerkte en gebruikte voor commerciële doeleinden. Meta’s verrijking vindt dus geen steun in een geldige rechtshandeling tussen Xxxx en de Achterban
I. Het ongerechtvaardigde karakter van de verrijking is daarmee gegeven.
4.15. Omdat deze gegevens economische waarde hebben voor zowel Meta als de Achterban, en Meta boetes en straffen van toezichthouders conse- quent heeft geaccepteerd als "the cost of doing business", rechtvaardigt dat al een vergoeding op de voet van art. 6:212 BW.
19 Xxxxxx, x.x. 13.14-13.17.
20 HvJ EU 4 juli 2023, C-252/21, ECLI:EU:C:2023:537 (Meta/Bundeskartellamt).
5356/1126749.9
21 De Autoriteit Persoonsgegevens op 4 mei 2023, zie EDPB Urgent Binding Decision 01/2023 van 27 oktober 2023, en de Noorse toezichthouder Datatilsynet op 14 juli 2023, zie haar brief aan Meta Ierland van die datum.
22 Xxxxxx, x.x. 17.17.
Ad (vi): Meta Ierland heeft persoonsgegevens doorgegeven aan Meta Inc. in de VS in strijd met het doorgifteverbod
4.17. Er was in de Relevante Periode (of daarvoor) geen geldig adequaatheids- besluit als bedoeld in art. 00 Xxx. Twee achtereenvolgende adequaat- heidsbesluiten, waarin de Commissie stelde dat de VS een passend be- schermingsniveau waarborgde (“Safe Harbor” en “Privacy Shield”) zijn beide ongeldig verklaard door de hoogste Europese rechter, nadat die vaststelde dat het beschermingsniveau van de Amerikaanse wetgeving onvoldoende is. Dit betreft de arresten Xxxxxxx I23 en Xxxxxxx II.24
5. DOOR DE ACHTERBAN GELEDEN SCHADE DIENT DOOR META TE WORDEN VERGOED
5356/1126749.9
23 HvJ EU 6 oktober 2015, C-362/14, ECLI:EU:C:2015:650 (Schrems I).
24 HvJ EU 16 juli 2020, C-311/18, ECLI:EU:C:2020:559 (Xxxxxxx II).
5.4. Het verlies van controle over persoonlijke informatie kan bovendien lei- den tot gevoelens van irritatie, angst en stress bij de gebruikers. Uit on- derzoek blijkt verder dat alleen al de verwachting of het gevoel dat men online in de gaten kan worden gehouden, kan leiden tot zelfcensuur bij de gebruikers. Daaraan kan worden toegevoegd dat volgens het HvJ EU zelfs de vrees die een betrokkene na een inbreuk op de Avg koestert voor mo- gelijk misbruik van zijn persoonsgegevens door derden, op zich immateri- ele schade in de zin van art. 82 Avg kan vormen.25
5.5. Voor het bepalen van de omvang van de immateriële schade wordt in de Ne- derlandse rechtspraak meestal aansluiting gezocht bij het nationale schade- vergoedingsrecht, met name art. 6:106 lid 1 sub b BW en het toetsingskader op basis van het EBI-arrest.26 De normschending van Meta is van een zoda- nige aard en ernst dat de relevante gevolgen voor de Achterban als voor de hand liggend kunnen worden beschouwd.
5356/1126749.9
5.6. De Stichting meent dat, gelet op de relevante omstandigheden en de ver- schillende aspecten van de normschendingen, een vergoeding van EUR 750 per lid van de Achterban I, en een vergoeding van EUR 500 per lid van de Xxxxxxxxx XX, redelijk en aangewezen is.
25 HvJ EU 14 december 2023, C‑340/21, ECLI:EU:C:2023:986 (VB/NAP), r.o. 86.
26 Zie o.a. S.D. Lindenbergh en M.C. Samsom, ‘Smartengeld wegens AVG-inbreuken na ‘Österreichi- sche Post’’, 26 juni 2023, NJB 2023/1621, par. 4-5.
5.7. Als de Rechtbank van oordeel is dat eenzelfde bedrag aan immateriële schadevergoeding voor de gehele Achterban, om enige reden, niet op zijn plaats is, vordert de Stichting subsidiair een bedrag voor ieder jaar dat een lid van Achterban gebruik heeft gemaakt van Facebook en/of Instagram in de Relevante Periode.
5356/1126749.9
5.11. Meta Inc., Meta Ierland en Facebook NL zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schade van de Achterban I, omdat zij gezamenlijk verwerkingsverant- woordelijk zijn in de zin van art. 1 sub b Wbp en art. 4 sub 7 Avg. Volgens Xxxx Ierland zelf (en volgens de Rechtbank in het Vonnis27) is zij verwer- kingsverantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens voor commerciële doeleinden. Aangezien Meta Inc. en Facebook NL gezamen- lijk met Meta Ierland het doel van en de middelen voor de verwerking vaststellen, zijn zij mede(verwerkings)verantwoordelijk. Het bedrijfsmo- del van het Meta-concern omvat een wereldwijde uniforme verwerkings- strategie die erop gericht is om zoveel mogelijk persoonsgegevens te ver- zamelen, en deze gegevens vervolgens in te zetten voor de verkoop van advertenties. Meta Inc. heeft bij het bepalen van deze uniforme verwer- kingsstrategie een beslissende rol. Facebook NL speelt een bepalende rol bij het exploiteren van de Facebookdienst in Nederland door haar rol bij het plaatsen van advertenties. Meta Inc. en Meta Ierland zijn hoofdelijk
27 Xxxxxx, r.o. 10.9.
6. PETITUM
6.1. Hieronder is het integrale petitum ingevoegd zoals dat is opgenomen in de dagvaarding.
6.2. De Stichting verzoekt de Rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uit- voerbaar bij voorraad:
Q.1 Exclusieve belangenbehartiger
De Stichting aan te wijzen als exclusieve belangenbehartiger zoals bedoeld in art. 1018e Rv.
Q.2 Nauw Omschreven Groep voor wie de Stichting de belangen behartigt
De Nauw Omschreven Groep als bedoeld in art. 1018e lid 2 Rv als volgt te omschrijven:
Q.2.1 Voor de DPS I-vorderingen
Q.2.2 Voor de Xxxxxxx II-vorderingen
5356/1126749.9
(Voormalige) gebruikers van de Facebook- en/of Instagramdienst op enig moment in de periode van 25 mei 2018 tot 10 juli 2023 (zijnde de Rele- vante Periode II) en/of hun wettelijke verzorgers, voor zover zij ten tijde van hun Facebook- en/of Instagramgebruik woonden in Nederland, niet handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf en voor wie de Stichting krachtens haar doelomschrijving opkomt (Nauw Omschreven Groep II).
Q.3 Opt in/opt out
Q.3.1 Te bepalen dat, in overeenstemming met art. 1018f lid 1 Rv, ieder lid van de Nauw Omschreven Groep I en/of II dat in Nederland woont of domicilie heeft, binnen een maand na de aankondiging ex art. 1018f lid 3 Rv van de uitspraak tot aanwijzing van de exclusieve belangenbehartiger, door een schriftelijke mededeling aan de griffie van de Rechtbank kan laten weten zich van de behartiging van zijn belangen in deze collectieve actie te willen bevrijden.
Q.3.2 Te bepalen dat, in overeenstemming met art. 1018f lid 5 en 6 Rv, ieder lid van de Nauw Omschreven Groep I en/of II dat niet in Nederland woont of domicilie heeft, binnen een maand na de aankondiging ex art. 1018f lid 3 Rv van de uitspraak tot aanwijzing van de exclusieve belangenbehartiger, door een schriftelijke mededeling aan de griffie van de Rechtbank kan laten weten in te stemmen met de behartiging van zijn belangen in deze collec- tieve actie en dat hun belang niet wordt behartigd in een collectieve of individuele vordering, gebaseerd op soortgelijke feitelijke en rechtsvragen voor dezelfde gebeurtenis of gebeurtenissen tegen Meta Platforms Inc., Meta Platforms Ireland LTD. en Facebook Netherlands B.V. in een andere lidstaat van de EU of de Europese Economische Ruimte.
Q.4 Verklaringen voor recht
Q.4.1 Te verklaren voor recht dat Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Netherlands B.V. gezamenlijk en/of elk voor zich, onrecht- matig hebben gehandeld en aansprakelijk zijn voor de door de Nauw Om- schreven Groep I geleden en te lijden schade, omdat zij
Q.4.1.1 gedurende de Relevante Periode I, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen periode, jegens de Nauw Omschreven Groep I toereken- baar onrechtmatig hebben gehandeld en aansprakelijk zijn voor de door de Nauw Omschreven Groep I geleden en te lijden schade, aangezien zij de gegevensbeschermings- en privacyrechten van de Nauw Omschreven Groep I hebben geschonden door
a. toe te staan, althans in staat te stellen en te faciliteren, dat externe ontwikkelaars konden beschikken over en/of toegang hadden tot persoonsgegeven van de Achterban I en deze persoonsgegevens vervolgens konden verwerken, zonder dat zij de Achterban I daar- over voldoende duidelijk en tijdig hebben geïnformeerd.
5356/1126749.9
b. de Achterban I niet in te lichten, althans onvoldoende duidelijk en/of tijdig te informeren over het ‘integration partnership’-pro- gramma en de daarmee verband houdende verwerkingen van per- soonsgegevens betreffende de Achterban I.
c. schending van het grondslagvereiste uit art. 6 en 8 Wbp en art. 11.7a Tw, althans overeenkomstige bepalingen in nationale priva- cywetgeving in andere lidstaten, en/of overtreding van art. 5 lid 1 sub a en art. 6 lid 1 Avg door persoonsgegevens van de Achterban I te verwerken zonder dat een dergelijke verwerking kon worden gebaseerd op een toereikende en rechtsgeldige verwerkingsgrond- slag;
Q.4.1.2 gedurende de Relevante Periode I, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen periode, jegens de Nauw Omschreven Groep I toereken- baar onrechtmatig heeft en/of hebben gehandeld en aansprakelijk zijn voor de door de Nauw Omschreven Groep I geleden en te lijden schade, omdat Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Ne- therlands B.V. een handelspraktijk hebben verricht die oneerlijk is in de zin van art. 6:193b lid 3 onder a BW in samenhang gelezen met 6:193d BW.
Q.4.1.3 gedurende de Relevante Periode I, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen periode, jegens de Nauw Omschreven Groep I onge- rechtvaardigd is/zijn verrijkt.
Q.4.2 Te verklaren voor recht dat Meta Platforms Ireland Ltd. en Meta Platforms Inc. gezamenlijk en/of elk voor zich, gedurende de Relevante Periode II, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen periode, jegens de Nauw Omschreven Groep II toerekenbaar onrechtmatig hebben gehan- deld, omdat Meta Ierland in strijd met de Avg gegevens van de Nauw Om- schreven Groep II heeft doorgestuurd naar de Verenigde Staten, en Meta Inc. dat heeft gefaciliteerd en zij aansprakelijk zijn voor de door de Nauw Omschreven Groep II geleden en te lijden schade.
Q.5 Vergoeding van schade
Q.5.1 Vergoeding van materiële schade
Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Netherlands
5356/1126749.9
B.V. hoofdelijk te veroordelen om binnen twee weken na betekening van
het eindvonnis de materiële schade van de Nauw Omschreven Groep I te vergoeden, te weten:
Q.5.1.1 Primair
De materiële schade per lid van de Nauw Omschreven Groep I ex art. 6:104 BW te begroten op basis van de door Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Plat- forms Inc. en Facebook Netherlands B.V. genoten winst betreffende elk jaar in de Relevante Periode I dat hij of zij een Facebookaccount heeft gehad.
Q.5.1.2 Subsidiair
Te bepalen dat de materiële schade zal worden opgemaakt bij staat en te vereffenen volgens de wet.
Q.5.1.3 Zowel primair als subsidiair
Voornoemde door Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Netherlands B.V. te betalen bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de Dagvaarding, althans vanaf de datum van het in deze procedure te wijzen eindvonnis, althans een door de Recht- bank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag van de gehele vol- doening.
Q.5.2 Vergoeding van immateriële schade
Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Nether- lands B.V. hoofdelijk te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het eindvonnis de immateriële schade van de Nauw Omschreven Groep I en II te vergoeden, te weten:
Q.5.2.1 Primair
Ten aanzien van Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Netherlands B.V.: een bedrag van 750 euro per lid van de Nauw Omschreven Groep I;
Ten aanzien van Meta Platforms Ireland Ltd. en Meta Platforms Inc.: een bedrag van 500 euro per lid van de Nauw Omschreven Groep II, met be- paling dat, indien hij of zij in enig jaar in de Relevante Periode II zowel Facebook als Instagram heeft gebruikt, daarvoor geen dubbele verplich- ting tot schadevergoeding ontstaat.
Q.5.2.2 Subsidiair
5356/1126749.9
Ten aanzien van Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Netherlands B.V. : een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag per jaar (of deel daarvan) in de Relevante Periode I dat
een lid van de Nauw Omschreven Groep I een Facebookaccount heeft ge- had;
Ten aanzien van Meta Platforms Ireland Ltd. en Meta Platforms Inc.: een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag per jaar (of deel daarvan) in de Relevante Periode II dat een lid van de Nauw Omschreven Groep II een Facebook- en/of Instagramaccount heeft gehad met bepaling dat, indien hij of zij in enig jaar in de Relevante Periode II zowel Facebook als Instagram heeft gebruikt, daarvoor geen dubbele verplichting tot scha- devergoeding ontstaat.
Q.5.2.3 Meer subsidiair
De door Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Netherlands B.V. te betalen immateriële schade per lid van de Nauw Om- schreven Groep I en II ex art. 6:104 BW te begroten op basis van de door Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Nether- lands B.V. genoten winst betreffende elk jaar in de Relevante Periode I respectievelijk Relevante Periode II dat hij of zij een Facebook- en/of In- stagramaccount heeft gehad met bepaling dat, indien hij of zij in enig jaar in de Relevante Periode II zowel Facebook als Instagram heeft gebruikt, daarvoor geen dubbele verplichting tot schadevergoeding ontstaat.
Q.5.2.4 Uiterst subsidiair
Te bepalen dat de door Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Netherlands B.V. te betalen immateriële schade zal worden opgemaakt bij staat en te vereffenen volgens de wet.
Q.5.2.5 Zowel primair, subsidiair, meer subsidiair als uiterst subsidiair
Q.6 Schadeafwikkeling
5356/1126749.9
Te bepalen dat de collectieve schadeafwikkeling (primair) zal worden vormgegeven op een door de Stichting te bepalen wijze, althans (subsidi- air) zoals de Rechtbank op basis van door de Stichting en Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Netherlands B.V. op grond van art. 1018i Rv over te leggen voorstellen voor de collectieve schadeaf- wikkeling in goede justitie geraden acht.
Q.7 Geboden tot staken onrechtmatig handelen
Q.7.1 Gebod tot staken verwerken van (bijzondere) persoonsgegevens zonder verwerkingsgrondslag
Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Nether- lands B.V. gezamenlijk en/of elk voor zich, te verplichten aan hun in de Dagvaarding omschreven wettelijke verplichtingen te voldoen, in het bij- zonder door het onrechtmatig handelen zoals beschreven in Petitumon- derdeel 4.1.1 (c. t/m d) en 4.1.2 te staken, op straffe van een dwangsom van EUR 5.000.000 voor iedere dag vanaf vier maanden na de datum van betekening van het eindvonnis dat Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Plat- forms Inc. en Facebook Netherlands B.V. niet aan het gebod voldoen, tot een maximum van 4% van de wereldwijde jaaromzet van Meta Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Netherlands B.V. in het aan het eindvonnis voorafgaande boekjaar, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom en daaraan te verbinden maximum.
Q.7.2 Voorwaardelijk gebod tot vernietiging, althans terugzending van per- soonsgegevens
Indien en voor zover het Hof van Justitie van de Europese Unie het Data Privacy Framework (C(2023) 4745) van 10 juli 2023 ongeldig verklaart, Meta Platforms Inc. te gebieden om uiterlijk vier maanden na de datum van betekening van het eindvonnis de persoonsgegevens van de Nauw Omschreven Groep II die Meta Platforms Ireland Ltd. in de periode van 25 mei 2018 tot 10 juli 2023 aan Meta Platforms Inc. heeft doorgegeven, te vernietigen of terug te zenden naar Meta Platforms Ireland Ltd. en er- voor zorg te dragen dat deze gegevens niet meer beschikbaar en toegan- kelijk zijn in de VS, op straffe van een dwangsom van EUR 5.000.000 voor iedere dag vanaf vier maanden na de datum van betekening van het eind- vonnis dat Meta Platforms Inc. niet aan het gebod voldoet, tot een maxi- mum van 4% van de wereldwijde jaaromzet van Meta Platforms Inc. in het aan het eindvonnis voorafgaande boekjaar, althans een door de Recht- bank in goede justitie te bepalen dwangsom en daaraan te verbinden maximum.
Q.8 Kostenveroordeling
Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Nether- lands B.V. hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van redelijke en even- redige proceskosten en overige kosten van deze procedure aan de Stich- ting, bestaande uit:
5356/1126749.9
(a) de volledige proceskosten van de Stichting op grond van art. 1018l lid 2 Rv, althans de daadwerkelijk gemaakte proceskosten op grond van art.
237 Rv, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van eindvonnis wijzen, tot aan de dag van algehele voldoening;
(b) de volledig door de Stichting gemaakte en te maken (buitengerechte- lijke) kosten op grond van art. 6:96 BW, te vermeerderen met de wette- lijke rente vanaf de datum van eindvonnis wijzen, tot aan de dag van ge- hele voldoening;
(c) de volledig door de Stichting aan de procesfinancier te betalen over- eengekomen vergoeding, op grond van art. 6:96 BW en art. 1018l lid 2 Rv; en
(d) de volledige kosten voor de schadeafwikkeling, een en ander zoals na- der te begroten.
Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Nether- lands B.V. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de door de Stichting gemaakte kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten ten belope van EUR 173 zonder betekening, dan wel EUR 263 in het geval van betekening, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagteke- ning van het eindvonnis, en – voor het geval voldoening van de (na-)kos- ten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot aan de dag van de gehele voldoening.
Deze zaak wordt behandeld door: mr. J.H. Lemstra en mr. W.P. Wijers
Xxxxxxx Xxx xxx Xxxxx N.V., Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxx T 020 2050533, X x.xxxxxxx@xxxx.xxx
en:
xxxx.xx. G.J. Zwenne
5356/1126749.9
Pels Rijcken N.V., Postbus 11756, 2502 AT Den Haag T 071 527 8838, E x.x.xxxxxx@xxxxxxxxxxx.xx