Contract
Convenant: Regionale samenwerkings- afspraken woningbouw van de Kop van Noord-Holland 2020-2030 - Kwalitatief woningbouwprogramma van de Kop (KwK) - |
20 oktober 0000 Xxxx M Ingenieursbureau Gemaakt door: Xxxx xxx Xxxxxxx |
1
Regionale samenwerkingsafspraken Best M ingenieursbureau
1) Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Helder, vertegenwoordigd door mevrouw H. Xxxx, wethouder, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluit van 10 november 2020, verder te noemen "regiogemeente"
2) Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hollands Kroon, vertegenwoordigd door de heer T.J.M. Xxxxx, wethouder, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluit van 10 november 2020, verder te noemen "de regiogemeente"
3) Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schagen, vertegenwoordigd door, de heer J.C.J. Beemsterboer, wethouder, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluit van 10 november 2020, verder te noemen "de regiogemeente"
hierna gezamenlijk te noemen "de regiogemeenten"
4) Burgemeester en Wethouders van de gemeente Texel, vertegenwoordigd door xxxxxxx X. Xxxxxxx-Xxxxxx, wethouder, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluit van 10 november 2020, verder te noemen "Texel (Status Aparte)"
5) Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland, vertegenwoordigd door gedeputeerde Ruimtelijke ordening (inclusief wonen), de heer C. Loggen, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluit van 10 november 2020, verder te noemen "de provincie"
hierna gezamenlijk te noemen "partijen"
komen als volgt overeen:
▪ Met dit convenant beogen partijen een actieve regionale samenwerking woningbouw te continueren ten behoeve van een optimale ruimtelijke ontwikkeling van de woningvoorraad/-markt van de regio Kop van Noord-Holland. Hiervoor maken de partijen afspraken over de woningbouwplannen in programma(‘s) die aansluiten bij de vraag naar nieuwbouwwoningen en woningtypen in de regio Kop van Noord-Holland (verder te noemen de Kop).
▪ De partijen halen het totaal van de bijlagen bij dit convenant aan als Regionaal Kwalitatief woningbouwprogramma voor de Kop (verder te noemen: KwK/KwT).
- Bijlage 1: Kwalitatief afwegingskader;
- Bijlage 2: Vragentabel kwalitatief afwegingskader:
≠ Kaart I – Postcodegebieden;
≠ Kaart II – kernen;
- Bijlage 3: Kwantitatief afwegingskader (concept 1);
- Bijlage 4: Woningbouwprogramma regiogemeenten (uitvoerbaar in reële/actuele tijd en online/dynamisch);
- Bijlage 5: Woningbouwprogramma Xxxxx 0000 – 2030 (dynamisch), betreft een ‘losse’ bijlage.
1 Dit wordt nader uitgewerkt en geconcretiseerd in het nog op te stellen woonakkoord.
▪ Partijen erkennen dat Texel (Status Aparte) niet gebonden is aan de bijlagen één tot en met vier en in de praktijk hiervoor bijlage 5 in de plaats stelt, behoudens het gestelde in bijlage 3 ten aanzien van het Regioakkoord en het nog op te stellen Woonakkoord.
▪ Partijen halen bijlage 1 tot en met 4 aan als Kwalitatief woningbouwprogramma voor de regiogemeenten (verder te noemen: KwK).
▪ Partijen halen bijlage 5 van Texel (Status Aparte) aan als Kwalitatief woningbouwprogramma voor Texel (verder te noemen: KwT).
▪ Partijen erkennen dat het KwK/KwT fungeert als het schriftelijke afsprakenkader zoals bedoeld in de Provinciale Ruimtelijke Verordening en de opvolger hiervan, de Omgevingsverordening NH2020.
▪ Partijen hebben kennisgenomen van de uitgangspunten van rijksbeleid en provinciaal beleid rond onder andere de Ladder voor Duurzame verstedelijking, de Omgevingsvisie NH2050, de Woonagenda provincie Noord-Holland 2020-2025, de Provinciale Ruimtelijke Verordening en de (ontwerp) Omgevingsverordening NH2020. Dit beleid en deze regelgeving zijn onverkort van toepassing, ongeacht wat in het convenant hierover is afgesproken.
▪ Partijen hebben kennisgenomen van de provinciale Woonagenda 2020-2025 (vastgesteld door GS op 31 maart 2020). De Omgevingsvisie NH2050 vormt het kader, de Woonagenda 2020-2025 is een uitwerking daarvan en vormt de provinciale uitvoeringsagenda voor de komende vijf jaar. Tevens is het een bouwsteen voor de uitwerking van het werkprogramma duurzame verstedelijking en mobiliteit.
▪ Partijen hebben kennisgenomen van de volgende documenten:
− De Woondeal Noord-Holland Noord;
− Het Regioakkoord ‘De Kop groeit!;
− De Omgevingsvisie Hollands Kroon;
− Helders perspectief;
− Coalitieprogramma’s/Coalitieakkoorden van Schagen, van Den Helder en van Hollands Kroon;
− Actieplan wonen Texel.
Tevens betreffen dit bouwstenen voor de afwegingskaders.
▪ Partijen erkennen dat een goed functionerende regionale woningmarkt belangrijk is en dat regionale afstemming over de nieuwbouwprogrammering in aantallen, de kwaliteiten van toekomstig te ontwikkelen woningen voor wat betreft locatie en woningtypen maar ook dat samenhang met de bestaande voorraad aan woningen in de regio hierom van groot belang is. Het is daarom belangrijk alleen woningen in de gemeenten toe te voegen die voldoen aan de kwantitatieve en/of kwalitatieve behoefte en aanvullend zijn ten opzichte van de bestaande voorraad.
▪ Partijen erkennen regionale samenwerking als middel om te komen tot optimale afstemming over de vraag naar nieuwbouwwoningen en de ontwikkeling van nieuwe woningbouwlocaties (aantallen, locaties, woningtypen) en afstemming over de bestaande voorraad van woningen.
▪ Partijen erkennen dat het college van Burgemeesters en Wethouders het bevoegd gezag is voor het nemen van de definitieve beslissing over de woningbouwprogrammering voor het KwK/KwT. Gemeenten zullen na vaststelling van het regioconvenant voor iedere locatie de geëigende financiële, juridische en planologische trajecten doorlopen. De gemeenteraden worden met een raadsinformatiebrief geïnformeerd over het vastgestelde KwK/KWT. Dit laat onverlet de bevoegdheid van de gemeenteraden voor het vaststellen van lokale woonvisies en bestemmingsplannen.
▪ De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Hollands Kroon, Texel, Schagen en Den Helder hebben in deze een besluit genomen op 10 november 2020.
▪ Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland hebben in deze een besluit genomen op 10 november 2020.
AFSPRAKEN
1) Relatie Convenant en een regionaal woonakkoord
Conform de provinciale Woonagenda 2020-2025 worden maatwerkafspraken op het gebied van wonen in regionale woonakkoorden opgenomen. Deze regionale woonakkoorden worden tussen de gemeenten in de Kop en de provincie (in 2021) gesloten. De gemeenten in de Kop van Noord-Holland gaan een regionaal woonakkoord ontwikkelen. Dit convenant Regionale samenwerkingsafspraken woningbouw van de Kop van Noord-Holland 2020-2030 zal deel uitmaken van het regionaal woonakkoord. In dit woonakkoord worden aanvullende afspraken gemaakt, zoals: ambities, (mogelijke) buitenstedelijke locaties en projecten.
2) Nieuwbouwprogrammering tot 2030 | regionaal programma
Regiogemeenten hanteren een dynamische uitwerking van de te ontwikkelen woningplannen (regionaal programma). De grondslagen voor deze dynamische uitwerking betreffen:
≠ Kwalitatief afwegingskader (Bijlage 1);
De dynamische uitwerking gebeurt volgens onderstaand schema.
Schema: dynamische uitwerking
Hierbij geldt:
≠ Kwalitatief hoger scorende woningbouwplannen komen eerder in aanmerking om opgenomen te worden in het regionale programma dan lager scorende woningbouwplannen;
≠ Een regiogemeente (‘vrije regelruimte’) mag aan de hand van een lokale onderbouwing woningbouwplannen:
- toevoegen aan;
- verplaatsen (in of na);
- schrappen uit,
het regionale programma, en aanbieden voor de regionale afstemming (en -beoordeling);
≠ Als juist gemotiveerde woningbouwplannen succesvol besproken zijn in de regionale werkgroep en de bestuurlijke instemming (in portefeuillehoudersoverleg ruimte en economie) hebben gekregen, is er sprake van regionale afstemming;
- Regiogemeenten hanteren een kwantitatief afwegingskader en nemen daarbij richtwaarde 3 als vertrekpunt voor de eerste planperiode tot 2024;
Prognose + 30%+25% | |
Periode 2020 tot en met 0000 | |
Xxx Xxxxxx | 244/417* |
Hollands Kroon | 650 |
Schagen | 1008 |
1902/2075* |
Afbeelding: richtwaarde 3
* betreft aanpassing conform inzichtelijk gemaakt ‘in realisatie zijnde niet faseerbare plannen (gestapeld)’.
- Regiogemeenten werken voor het regionaal woonakkoord een werkwijze adaptief programmeren uit om een optimale balans te krijgen tussen vraag- en aanbod van woningen. Dit biedt ruime voor ambitie en de mogelijkheid om flexibel in te spelen op actuele ontwikkelingen. Door middel van monitoring kan het programma tijdig worden bijgesteld, zodat er continu gewerkt wordt aan de juiste hoeveelheid woningbouwplannen.
- De tabel: ‘Afbeelding A: per regiogemeente’ (Bijlage 3) geeft aan wanneer bij het bereiken van welke doelwaarde de bijbehorende richtwaarde van toepassing is en bij behalen van de desbetreffende doelwaarde automatisch van toepassing wordt.
Hierbij blijft onverminderd van toepassing dat tussentijds door het uitoefenen van adaptief management deze richtwaarden gemotiveerd aan gepast kunnen worden. Hierbij is het bijvoorbeeld ook mogelijk om voor een desbetreffende regiogemeente specifiek de richtwaarden aan te passen als blijkt dat de praktijk hier om vraagt.
Partijen hanteren voor Texel (Status Aparte) een eigen (dynamisch) woningbouwprogramma: Woningbouwprogramma Texel 2020 -2030, zoals aangegeven in bijlage 5:
≠ Eventuele (majeure) wijzigingen worden voor regionale afstemming besproken in het portefeuillehoudersoverleg ruimte en economie. Dit kan aanvullend worden geformaliseerd aan de hand van een addendum op bijlage 5;
≠ Het Woningbouwprogramma Texel 2020 - 2030 wordt bijgehouden in plancapaciteit (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx).
Aanvullend kiezen Regiogemeenten en Texel (Status Aparte) voor het hanteren van het volgende uitgangspunt:
≠ Woningbouwplannen tot 11 woningen hoeven niet regionaal afgestemd te worden, maar komen wel tot uitdrukking in de waarde van de monitoring van de doelwaarden.
Aanvullend kiezen Regiogemeenten voor het hanteren van de volgende uitgangspunten:
≠ De regiogemeenten zorgen, in eerste instantie binnen de eigen gemeente, samen met betrokken ontwikkelaars en woningbouwcorporaties voor het uitvoeren van de woningbouwplannen die passen in het regionale afwegingskader, onder voorbehoud van instemming door de gemeenteraad;
≠ Het totale afwegingskader wordt iedere vier jaar door partijen geactualiseerd en indien nodig aangepast, waarbij, in basis, verder gebruik wordt gemaakt van de oorspronkelijke bronnen;
≠ Het regionale programma wordt bijgehouden in plancapaciteit (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx);
≠ Om met bij het vaststellen van dit KWK voldoende garantie te hebben dat de woningbouw de behoefte kan bijhouden, maken de regiogemeenten alvast een aantal afspraken die in het woonakkoord worden opgenomen:
A. Het eerste moment van monitoring en zo nodig bijstelling is 1-1- 2022;
B. De monitoring bestaat uit drie bouwstenen die in gelijke mate van invloed zijn op het programma:
a) De verandering in de woningbehoefte (nieuwe prognose ten opzichte van prognose 2019);
b) Het bouwtempo en de afzetbaarheid van de nieuwbouw ten opzichte van planfase 2020 tot 2024;
c) Indicatoren woningmarkt (wachtlijsten sociale huur, prijsontwikkeling koop, verkoopsnelheid, ontwikkeling binnenlandse migratie).
Aanvullend gaan Partijen voor woningbouwlocaties buiten bestaand stedelijk gebied uit van volgende vertrekpunten:
- Voor deze plannen is het van belang dat in een zo vroeg mogelijk stadium kan worden beoordeeld/geadviseerd of deze plannen kunnen gaan voldoen aan alle van toepassing zijnde regels uit de Omgevingsverordening/Omgevingsregeling;
- Hierdoor kan er effectief met de te investeren werkzaamheden / tijd om gegaan worden. Er wordt ingezet op kansrijke plannen en voorkomen dat er te veel geïnvesteerd wordt in kansarme plannen;
- Deze plannen zullen voorzien worden van een nut en noodzaak onderbouwing, waarbij geldt dat als de plannen opgenomen zijn in het KwK/KwT er niet nader ingegaan hoeft te worden op de onderdelen 'kwantitatieve en kwalitatieve behoefte’ en ‘regionale afstemming’;
- Het KwK/KwT levert echter geen sluitende onderbouwing voor plannen en hun relatie tot de binnenstedelijke mogelijkheden;
- Dit onderdeel van de nut en noodzaak onderbouwing wordt wel bij plannen nader toegelicht nadat ze opgenomen worden2 in het KwK/KwT. Hierdoor wordt er gebruik gemaakt van de bestaande afstemmingsstructuur zodat op een eenduidige manier zo vroeg mogelijk hierover geadviseerd kan gaan worden. Waardoor er geen onduidelijkheid bestaat of de plannen na een positieve beoordeling in het KwK/KwT passen. Bij een negatieve beoordeling kunnen de plannen weer uit het KwK/KwT gehaald worden;
2 Of zijn, dit betreft alleen voor plannen die ‘nieuw’ toegevoegd zijn ten opzichte van het KwK 2014-2019.
- Waarbij bij de beoordeling van mogelijke alternatieven binnen bestaand stedelijk gebied in de van tevoren aangegeven invloedssfeer van het plan/woningmarkt enkel realistische alternatieven hoeven te worden beschouwd. Een alternatief is realistisch als het ruimtelijk, financieel en maatschappelijk haalbaar is.
Partijen maken nadere afspraken in het regionaal woonakkoord over woningbouwplannen in het landelijk gebied, inclusief Bijzonder Provinciaal Landschap;
Regiogemeenten spreken af dat bij het vaststellen van het woonakkoord alle plannen in programma voorzien zijn van de kwalitatieve score.
Ter illustratie:
Het totaalprogramma toont (de op dit moment bekende) woningbouwplannen buiten bestaand stedelijk gebied. Hier kan dus een beoordeling gemaakt worden van kansrijke, kansarme en niet uitvoerbare woningbouwplannen. De laatste categorie komt niet in aanmerking voor een actueel deelprogramma voor een bepaalde planfase. Dit sluit niet uit dat in een latere planfase er door gewijzigde omstandigheden of planinhoud mogelijk wel ruimte is in een dan van toepassing zijnde deelprogramma. Voor nieuwe plannen buiten bestaand stedelijk gebied, wordt eerst het kwalitatief afwegingskader toegepast. Bij positieve uitkomst wordt het kwantitatieve afwegingskader toegepast. Bij wederom een positieve uitkomst wordt het plan toegevoegd aan het totaalprogramma en kan de beoordeling plaatsvinden. Bij de uitkomst kansrijk en tot op zekere hoogte kansarm kan het plan vervolgens worden opgenomen in een deelprogramma voor een bepaald planfase. Hiermee wordt bewerkstelligd dat in een zo vroeg mogelijk stadium de plannen gezamenlijk (lokaal, regionaal en provinciaal) beoordeeld kunnen worden. In het nog op te stellen woonakkoord kan deze illustratie nog nader voorzien worden van concretere werkafspraken.
3) Monitoren van vraag en aanbod
Regiogemeenten en Texel (Status Aparte) zijn op de eerste plaats zelf aan zet om deze monitoring uit te voeren. De provincie helpt onder andere door het aanbieden van een dashboard met recente cijfers over woningbouw en woningbehoefte op gemeenteniveau. Ook stelt de provincie de provinciale prognose en monitor beschikbaar. De regiogemeenten en Texel (Status Aparte) gebruiken hun gezamenlijke kennis en opgedane ervaringen in projecten om tot een steeds betere monitoring te komen. De voortgang van het KwK/KwT en monitoring worden jaarlijks in het bestuurlijk overleg tussen regiogemeenten en de provincie besproken. Als deze gegevens daartoe aanleiding geven, vindt bijstelling van het KWK plaats.
Aanvullend worden o.a. de volgende bronnen gebruikt:
- Bevolkingsprognose Noord-Holland (opgesteld door provincie);
- CBS (xxxxx://xxxxxxxx.xxx.xx/xxxxxxxx);
- Gemeentelijke dashboards (zoals: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx);
- Funda en wachtlijsten sociale huur.
4) Regionale organisatie
De huidige procesarchitectuur in de regio bestaande uit een stuurgroep van wethouders en een ambtelijke werkgroep wordt gecontinueerd en heeft tot doel om de regionale samenwerkingsafspraken uit te voeren en te monitoren. De werkgroep vergadert ten minste tien keer per jaar en voert hierin de onderwerpen uit het convenant concreet uit. Op deze manier wordt het convenant verankerd in de organisatie.
De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van alle gemeenten in de Kop van Noord-Holland en de provincie. De regionale afstemming vindt plaats in het portefeuillehoudersoverleg Ruimte & Economie (POROEZ).
Jaarlijks is er een bestuurlijk overleg tussen de wethouders Wonen van de regiogemeenten en Texel (Status Aparte) en gedeputeerde Wonen van de provincie Noord-Holland over het KwK, het KwT en het nog op te stellen regionale woonakkoord.
5) Bijlagen bij het convenant
De volgende bijlagen maken deel uit van dit convenant:
- Bijlage 1: Kwalitatief afwegingskader;
- Bijlage 2: Vragentabel kwalitatief afwegingskader:
≠ Kaart I – Postcodegebieden;
≠ Kaart II – kernen;
- Bijlage 3: Kwantitatief afwegingskader (concept);
- Bijlage 4: Woningbouwprogramma regiogemeenten (dynamisch);
- Bijlage 5: Woningbouwprogramma Xxxxx 0000 – 2030 (dynamisch), betreft een ‘losse’ bijlage.
EVALUATIE EN WERKING
▪ Dit convenant wordt aangegaan tot 1 januari 2030. Om de twee jaar wordt geëvalueerd of de afspraken worden nageleefd en of de werking overeenkomt met het doel en de verwachtingen. Als de evaluatie of andere externe omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan het convenant tussentijds worden bijgesteld.
▪ De bij het convenant betrokken partijen bespreken jaarlijks de voortgang van het convenant.
▪ Wijzigingen of aanvullingen op het convenant zijn slechts mogelijk met instemming van alle betrokken partijen.
▪ Dit convenant kan worden aangehaald als ‘Regionale samenwerkingsafspraken woningbouw van de Kop van Noord-Holland 2020-2030'.
▪ Partijen kunnen op tekortkoming in de nakoming van dit convenant of van afspraken die daarmee samenhangen, bij de burgerlijke rechter geen beroep doen.
▪ Wanneer een partij wil uitstappen of toetreden tot het convenant, wordt in overleg met de partijen besloten wanneer een partij dat kan. De partijen besluiten in onderling overleg of bijstelling van het convenant hiervoor noodzakelijk is.
▪ Bij onvoorziene omstandigheden komen partijen bijeen om elkaar, maar ook andere belanghebbenden, nader te informeren.
▪ Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening.
Aldus overeengekomen en ondertekend op xx november 2020:
Naam organisatie Vertegenwoordiger Handtekening
College van Burgemeester en Wethouder
Wethouders Den Helder Mevrouw X. Keur
College van Burgemeester en Wethouder
Wethouders Hollands Kroon De heer T.J.M. Groot
College van Burgemeester en Wethouder
Wethouders Schagen De heer J.C.J. Beemsterboer
College van Burgemeester en Wethouder
Wethouders Texel Xxxxxxx X. Xxxxxxx-Xxxxxx
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland Gedeputeerde Ruimtelijke Ordening
(Inclusief wonen) De heer C. Loggen
Bijlage 1: Kwalitatief afwegingskader
DOEL AFWEGINGSKADER
In deze bijlage lichten we het afwegingskader toe dat gebruikt wordt voor het Kwalitatief Woningbouwprogramma van de Kop. Het doel van dit afwegingskader is dat de regio op een zo objectief mogelijke wijze kan beoordelen of er sprake is van een kansrijk of minder kansrijk woningbouwplan.
BEOORDELING WONINGBOUWPLANNEN
De beoordeling van een woningbouwplan resulteert in een totaalscore. Op basis van deze totaalscores kunnen plannen ten opzichte van elkaar gepositioneerd worden. De totaalscore volgt uit de beantwoording van een aantal vragen verdeeld over de volgende drie thema’s:
I. locatieaspecten;
II. programmatische aspecten;
III. gebouwaspecten.
AFWEGING WONINGBOUWPLANNEN – lokaal & regionaal
TOELICHTING VRAGEN
Is de locatie van het initiatief op kaart I gelegen in een geel, lichtgroen of donkergroen postcodegebied?
Kaart I is de verbeelding van de uitkomst van de totaalscores van objectieve indicatoren. Deze indicatoren zijn regionaal afgestemd. De uitkomst is relatief. Dat betekent dat de postcodegebieden ten opzichte van elkaar worden beoordeeld. Waarbij de volgende onderverdeling gehanteerd wordt:
Labels
Sterk bovengemiddeld |
Bovengemiddeld |
Gemiddeld |
Beneden gemiddeld |
Sterk beneden gemiddeld |
Door deze methode zullen er dus altijd postcodegebieden ‘beter’ of ‘slechter’ scoren dan andere. De volgende achttien indicatoren zijn toegepast.
WOZ-waarde | Woningen te koop | Planvoorraad | Historische waarden | Woonomgeving | Publieke ruimte |
Inkomen | Verwachte Inkomensontwikkeling | Werkzame beroepsbevolking | Sociale samenhang | Niveau voorzieningen | Afstand tot treinstation |
Verwachte werkzame beroepsbevolking | Landschappelijke kwaliteit | Toegankelijkheid recreatie | Afstand tot hoofdverkeersweg | Afstand tot voortgezet onderwijs | Afstand tot grote supermarkt |
De waarden van alle indicatoren worden beoordeeld met een score van -2 tot 2. Deze scores worden opgeteld per postcodegebied en daarna gemiddeld.
Is de locatie van het initiatief gelegen in een geel, lichtgroen of donkergroen kerngebied?
Kaart II is de verbeelding waarop de kernen van een postcodegebied één labelniveau hoger wordt gekleurd dan het postcodegebied zelf. Voor de begrenzing van de kernen is deze overgenomen van de regionale BSG-kaart. Waarbij de volgende onderverdeling gehanteerd wordt:
Labels
Sterk bovengemiddeld |
Bovengemiddeld |
Gemiddeld |
Beneden gemiddeld |
Benoemde afstanden worden bepaald aan de hand van een hemelsbrede radius. Voor de straal geldt een cirkel met een hemelsbrede radius.
Is de locatie van het initiatief gelegen op een afstand van 5 km van een treinstation?
Is de locatie van het initiatief gelegen op een afstand van 1,7 km van een hoofdverkeersweg?
Is de locatie van het initiatief gelegen op een afstand van 1 km van een grote supermarkt?
Onder hoofdverkeersweg wordt verstaan een rijksweg of provinciale weg. De gemiddelde afstand in de provincie Noord-Holland is 1,7 kilometer (gelijk aan het landelijk gemiddelde).
Onder grote supermarkt wordt een van de volgende supermarkten verstaan:
Xxxxxx Xxxxx | Xxxx | Xxxxxx Makkelijk | Pakgro |
Aldi | DekaMarkt | Lidl | Plus |
Xxxx | Xxxx | Xxxxx | Xxxxxx |
Boon's markt | EkoPlaza | Marqt | Pryma |
Budget Food | Hoogvliet | MCD | Sligro |
Coop | Jumbo | Nettorama | Spar |
Dagwinkel | Landmarkt | Odin | Vomar |
De oorspronkelijke afstand betrof een gemiddeld of hogere score als de afstand gelegen is tussen 0 en 1 kilometer.
Is de locatie van het initiatief gelegen op een afstand van 1 km van een supermarkt/levensmiddelenwinkel?
De voorgaande vraag ziet op o.a. andere supermarkten. De regio kenmerkt zich ook juist door veel kleine kernen en dorpen in een landelijke omgeving waar ook in het bijzonder lokale supermarkten/supermarktconcepten aanwezig zijn.
Is er sprake van een klimaatadaptief ontwerp?
Zijn er bij het woningbouwplan ontwerpprincipes voor klimaatadaptief bouwen toegepast, die leiden tot minder wateroverlast en hittestress, minder nadelige gevolgen van langdurige droogte en bodemdaling, en meer biodiversiteit.
De volgende vraag nodigt de initiatiefnemer uit om met een gemotiveerd plan te komen, hierom betreft dit ook geen limitatieve opsomming van de mogelijke situaties.
Is de locatie van het initiatief gelegen in een ‘aandachtsgebied’?
Hierbij kan gedacht worden aan de volgende situaties:
▪ Locatie waar sprake is van langdurige leegstand met de negatieve gevolgen voor de woonomgeving als gevolg;
▪ Langdurig braakliggend terrein;
▪ Locatie waar door economische ontwikkelingen werkgelegenheid ontstaat, die een autonome vraag naar woongelegenheid met zich meebrengt;
▪ Et cetera.
De volgende vraag is geen vraag die een score oplevert maar bij positieve beantwoording vraagt om een aanvullende onderbouwing/motivatie.
Is in een straal van 2,5 kilometer sprake van woningbouwplannen van gelijke grootte?
In de onderbouwing wordt o.a. aandacht geschonken aan:
▪ Welke woningbouwplannen betreffen dit;
▪ Wat is de planfase waarin deze woningbouwplannen zich bevinden;
▪ Als er sprake is van relatief ‘stilstaande’ (en/of geen sprake van realisatie) woningbouwplannen wat is de motivatie dat het woningbouwplan wel tot uitvoering komt;
▪ Et cetera.
Is de regionale krapte-indicator lager dan 7?
De krapte-indicator wordt berekend op basis van de verhouding tussen het aanbod in een bepaald segment en de gerealiseerde vraag in dat segment, dus het aantal verkochte woningen. Deze indicator is terug te vinden op:
xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxx
Is zorgvuldig gemotiveerd dat de woningtypologieën van het woningbouwplan aansluiten bij de behoefte van de locatie?
De verantwoordelijkheid ligt primair bij de initiatiefnemer en deze is dan ook vrij om het op eigenwijze te motiveren, bijvoorbeeld door middel van een marktonderzoek of onderbouwing via demografische gegevens.
Voorziet het woningbouwplan in minimaal 50% levensloopgeschikte woningen?
Onder levensloopgeschikte woningen wordt verstaan dat ze zo zijn gebouwd dat de bewoners erin kunnen blijven wonen als hun levensomstandigheden veranderen, bijvoorbeeld door ouderdom, ziekte of een handicap.
Voorziet het woningbouwplan in minimaal 20% sociale (huur-/koop) woningen?
Sociale koopwoning: koopprijs onder het wettelijk maximum van € 200.000 Sociale huurwoning: huurprijs per maand lager dan € 737,14
Betreft het een woningbouwplan waarbij sprake is van hergebruik van bestaand vastgoed?
Onder bestaand vastgoed wordt verstaan o.a. scholen, kantoren, maatschappelijke gebouwen, winkels en bedrijfspanden.
Betreft het een woningbouwplan waarbij sprake is van hergebruik van bestaand ‘karakteristiek’ vastgoed?
Onder bestaand vastgoed wordt verstaan o.a. monumentale panden en lokaal specifieke waardevolle gebouwen.
Betreft het een woningbouwplan waarbij sprake is van flexibele of tijdelijke bouw?
Onder flexibele of tijdelijke bouw wordt verstaan de gebouwen zonder veel kosten getransformeerd of verwijderd kunnen worden.
Betreft het een woningbouwplan waarbij sprake is van bijzondere aandacht voor duurzaamheid?
Hiervan is sprake als er meer dan gebruikelijk geïnvesteerd is in duurzaamheidsmaatregelen (zoals: hoger dan gesteld door het bouwbesluit/besluit bouwwerken leefomgeving)
Betreft het een woningbouwplan waarbij sprake is van een BREEAM-certificering?
Dit betreft een duurzaamheidskeurmerk voor gebouwen. Informatie is te vinden op: xxxxx://xxx.xxxxxx
Betreft het een woningbouwplan waarbij sprake is van bijzondere aandacht voor ‘samenleven’?
Het initiatief en creativiteit ligt primair bij de initiatiefnemer en deze is dan ook vrij om het op eigenwijze te motiveren. Een voorbeeld is: Gemeenschappelijke ruimtes voor bewoners maar ook niet bewoners.
De totaalscore van een woningbouwplan wordt bepaald door:
Totaal beoordeling 1: locatie aspecten | xx | + |
Totaal beoordeling 2: programmatische aspecten | xx | |
Totaal beoordeling 3: gebouwaspecten | xx | |
Totaalscore woningbouwplan | xx |
Bijlage 2: Vragentabel kwalitatief afwegingskader
Beantwoording van de vraag met ‘ja’ resulteert in een score van ‘2’ en beantwoording van de vraag met ‘nee’ resulteert in een score van ‘0’.
Beoordeling 1: locatie aspecten | |
Vraag: | score |
Is de locatie van het initiatief op kaart I gelegen in een geel, lichtgroen of donkergroen postcodegebied? | |
Is de locatie van het initiatief op kaart II gelegen in een geel, lichtgroen of donkergroen kerngebied? | |
Is de locatie van het initiatief gelegen op een afstand van 5 km van een treinstation? | |
Is de locatie van het initiatief gelegen op een afstand van 1,7 km van een hoofdverkeersweg? | |
Is de locatie van het initiatief gelegen op een afstand van 1 km van een grote supermarkt? | |
Is de locatie van het initiatief gelegen op een afstand van 1 km van een supermarkt/levensmiddelenwinkel? | |
Is er sprake van een klimaatadaptief ontwerp? | |
Is de locatie van het initiatief gelegen in een ‘aandachtsgebied’? | |
Totaal beoordeling 1 |
De volgende vraag is geen vraag die een score oplevert maar bij positieve beantwoording vraagt om een aanvullende onderbouwing/motivatie.
Is in een straal van 5 kilometer sprake van woningbouwplannen van gelijke grootte?
Beoordeling 2: programmatische aspecten | |
Vraag: | score |
Is de regionale krapte-indicator lager dan 7? | |
Is zorgvuldig gemotiveerd dat de woningtypologieën van het woningbouwplan aansluiten bij de behoefte van de locatie? | |
Voorziet het woningbouwplan in minimaal 50% levensloopgeschikte woningen? | |
Voorziet het woningbouwplan in minimaal 20% sociale (huur-/koop) woningen? | |
Totaal beoordeling 2 |
Beoordeling 3: gebouwaspecten | |
Vraag: | score |
Betreft het een woningbouwplan waarbij sprake is van hergebruik van bestaand vastgoed? | |
Betreft het een woningbouwplan waarbij sprake is van hergebruik van bestaand ‘karakteristiek’ vastgoed? | |
Betreft het een woningbouwplan waarbij sprake is van flexibele of tijdelijke bouw? | |
Betreft het een woningbouwplan waarbij sprake is van bijzondere aandacht voor duurzaamheid? | |
Betreft het een woningbouwplan waarbij sprake is van een BREEAM-certificering? | |
Betreft het een woningbouwplan waarbij sprake is van bijzondere aandacht voor ‘samenleven’? | |
Totaal beoordeling 3 |
Kaart I - Postcodegebieden
Kaart II – Kernen
Bijlage 3: Kwantitatief afwegingskader 3
De regiogemeenten kiezen voor een nieuwe manier van sturen op de toevoegen van woningen aan de bestaande voorraad, namelijk adaptieve/dynamisch programmeren.
Adaptief/dynamisch programmeren is een planningsinstrument dat programmamanagers helpt om flexibel in te spelen op actuele ontwikkelingen, maar zonder de lange termijn ambities van het programma uit het oog te verliezen. (Bron: website van Xxxxxxxx Xxxxx)
Deze van programmeren is niet alleen wenselijk maar ook noodzakelijk, want niet de regiogemeenten zelf maar juist de coöperaties en ontwikkelaars en ook particulieren zijn uiteindelijke degene die daadwerkelijk de woningen gaan realiseren. En naast deze aanbodzijde is natuurlijk ook de vraagkant die niet altijd juist te voorspellen is. Dus het programma moet zich kunnen voegen naar deze dynamische omgeving.
STAP 0 – ADAPTIEF PROGRAMMEREN
Regionale sturing van de dynamische kwantitatieve afspraak gebeurt altijd met oog voor een optimale balans.
3 Nadere uitwerking volgt bij het woonakkoord
Dit gebeurt realistisch, dus onderbouwd en adaptief. Hiervoor introduceren we het regionale mengpaneel.
Op basis van de combinatie van bepaalde richtwaarden (programmatische norm) en monitoring wordt in fases toegewerkt naar het doel. Stap 1 laat de nu al bepaalde richtwaarden zien, dit is niet limitatief want gedurende de looptijd kunnen er nieuwe richtwaarden worden toegevoegd.
DOEL: Een gezonde woningvoorraad voor de Kop.
STRATEGIE: Adaptief programmeren. Door monitoring het programma tijdig bijstellen zodat er continu gewerkt wordt aan de juiste hoeveelheid woningbouwplannen.
WERKWIJZE:
Er wordt in Bijlage 4 een “nul” weergave van het totaalprogramma getoond. Dit maakt het mogelijk om het totaal integraal te blijven beoordelen op zowel kwaliteit als kwantiteit. Door monitoring wordt bij het bereiken van 50% van een richtwaarde stapsgewijs delen uit het totaalprogramma op actief gezet. Dit wordt beschouwd per planfase. Als vertrekpunt worden de volgende planfasen gehanteerd voor de totale planperiode:
De monitoring vindt idealiter ‘real time’ plaatst maar in ieder geval wordt er jaarlijks een regionale monitoringsrapportage opgesteld. Deze rapportage geeft inzicht in enerzijds het programma, anderzijds de toegevoegde woningen en inzichten die zijn verkregen o.a. over parameters die de het bouwvolume of de snelheid beïnvloeden. Deze rapportage is het vertrekpunt voor het bepalen of/hoe de richtwaarden aangepast worden.
Deze manier van adaptief programmeren bewerkstelligd dat op basis van de nieuwste cijfers het woningbouwprogramma, naast kwalitatief ook kwantitatief kan worden bijgesteld. De regiogemeenten borgen met hun regionale afstemming continue/dynamische bijsturing van de kwantitatieve afspraken/vertrekpunten en bijhorende woningbouwprogramma om tot een optimale balans te komen.
Op in het totaalprogramma inzichtelijk te maken welke plannen onderdeel van welke richtwaarde maken wordt de staande praktijk gecontinueerd en in plancapciteit aangegeven welke woningen gerealiseerd zijn in welke periode. Hierbij is het vanzelfsprekend dat kwalitatief betere plannen voor gaan. De labels hard, medium en zacht zijn minder relevant in de volgordelijkheid van programmeren. Immers er kunnen harde plannen zijn die op redenen van de ontwikkelaar in een andere planfase pas gerealiseerd gaan worden. En er kunnen zacht plannen zijn die van een betere kwaliteit zijn en om die reden juist in een desbetreffende planfase worden opgenomen.
Het mengpaneel laat zien dat het programmatische startpunt voor de eerste planfase, richtwaarde 3 en als 50% van richtwaarde 1 is bereikt kan deze richtwaarde aangepast worden.
WERKWIJZEN IN COMPACTE STAPPEN:
Basis
0-totaalprogramma voor regiogemeenten als vertrekpunt (excel bestand); 1-richtwaarden, volgens stap 2, als vertrekpunt;
Praktijk - Cyclisch
2-in plancapciteit de plannen of gedeelte daarvan opnemen horende bij planfase 1. 3-monitoring (continu proces);
4-als blijkt dat de richtwaarden of de planfase aangepast moet worden, wordt dit aangepast; 5-in plancapciteit muteren. (continu proces).
DOELWAARDE: Vertegenwoordigd wat in de praktijk nodig is om een gezonde woningvoorraad te borgen. Waarbij de doelwaarde beïnvloed wordt door de praktijk, zoals effecten van trends en ontwikkelingen. En ontwikkelingen in het bijzonder gevisualiseerd kunnen worden door scenario’s. Monitoring is het middel om deze beïnvloeding inzichtelijk te maken.
RICHTWAARDE: Vertegenwoordigd de benodigde planvoorraad om de doelwaarde te realiseren. Waarbij richtwaarden op zichzelf staand niet de doelwaarde beïnvloeden maar slechts een middel zijn.
STAP 1 – BEPALEN VERTREKRICHTWAARDE
1) Het basisvertrekpunt bij het bepalen van de richtwaarden betreft de Bevolkingsprognose Noord-Holland 2019-2040 opgesteld door de provincie (verder te noemen bevolkingsprognose). [Richtwaarde 1]
Hierbij geldt als uitgangspunt dat voor dit basisvertrekpunt nieuwere bevolkingsprognose Noord-Holland, opgesteld door de provincie, in de plaats kunnen worden gesteld.
Woningbehoefte - Prognose PNH 2019-2040 (provincienoordholland) - Gemeenten (2018) van Provincie Noord-Holland | ||||||||||||
2020 | 2021 | 2022 | 0000 | 0000 | 0000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | totaal | |
Den Helder | 40 | 30 | 50 | 30 | -10 | -20 | -60 | -50 | -60 | -90 | -100 | -240 |
Hollands Kroon | 100 | 70 | 90 | 140 | 100 | 100 | 160 | 90 | 80 | 80 | 20 | 1.030 |
Schagen | 200 | 160 | 150 | 110 | 110 | 100 | 80 | 90 | 70 | 0 | 20 | 1.090 |
340 | 260 | 290 | 280 | 200 | 180 | 180 | 130 | 90 | -10 | -60 | 1.880 |
Afbeelding: Doelwaarde 1
2) Als volgende vertrekpunt wordt rekening gehouden met planuitval (30%). Dit betreft plannen in programma die door externe redenen toch geen doorgang vinden. [Richtwaarde 2]. Dit is een voortzetting van de bestendige beleidslijn uit het voorgaande convenant.
Woningbehoefte - Prognose PNH 2019-2040 (provincienoordholland) - Gemeenten (2018) van Provincie Noord-Holland incl. 30% | ||||||||||||
2020 | 2021 | 2022 | 0000 | 0000 | 0000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | totaal | |
Den Helder | 52 | 39 | 65 | 39 | -7 | -14 | -42 | -35 | -42 | -63 | -70 | -78 |
Hollands Kroon | 130 | 91 | 117 | 182 | 130 | 130 | 208 | 117 | 104 | 104 | 26 | 1.339 |
Schagen | 260 | 208 | 195 | 143 | 143 | 130 | 104 | 117 | 91 | 0 | 26 | 1.417 |
2.678 |
Afbeelding: Richtwaarde 2
Dit resulteert in het volgende beeld van de richtwaarden per regiogemeente:
Periode 2020 tot en met 2030 | |
Richtwaarde: 2 | |
Den Helder -78 Hollands Kroon 0000 Xxxxxxx 1417 2678 |
Afbeelding: Richtwaarden 2 per regiogemeente
3) Bij de derde richtwaarde wordt de anticipatie schil gehanteerd. Deze schil betreft +25%. [Richtwaarde 3] Op basis van een analyse van inzichten wordt een adaptieve-/anticipatie schil toegevoegd.
De regiogemeenten zijn ervan doordrongen dat in de tijd van een maakbare samenleving achter ons ligt. De
realisatie van woningbouw betreft de uitkomst van een richtinggevende overheid, marktbepalende – (vraag) en markt uitvoerende partijen (aanbod). Dit wordt samengevat onder de noemer adaptief vraag gestuurd bouwen. Richting geven is complexer in ongewone en onzekere tijden. Hiermee hebben we ervaring opgedaan bij de inwerkingtreding van het vorige convenant, de huizenmarktcrises, heipalen te kort en stikstofproblematiek.
Dit heeft ons wel inzichten gegeven, hier worden er enkele benoemd:
- Disbalans tussen doorlooptijd ruimtelijke procedures en aanbod;
- Vertraagde constateringsmogelijkheid dat plannen in programma niet uitvoerbaar blijken door disbalans met vraag;
- Onevenredige ‘boekhoudkundige’ blokkering door deze plannen van wel direct uitvoerbare plannen (geven gehoor aan de vraag);
- Ook de goede plannen liggen langer stil doordat men een afwachtende houding inneemt of doordat men bij herstel voor meer geldt gaat en dus andere locaties in portefeuille eerst gaat ontwikkelen.
Deze inzichten resulteren in een gewenste bijsturing, namelijk het toevoegen van een adaptieve-/anticipatieschil. Dit geeft net die aanvullende boekhoudkundige lucht om de juiste plannen vlot te trekken. Hierbij wordt geen negatief effect verwacht want zoals gebleken worden de minder goed scorende plannen niet alsnog gerealiseerd. De markt doet hier gewoon zijn werk. Er ontstaat dus niet een te grote toevoeging aan de bestaande woningvoorraad, maar hiermee wordt het mogelijk gemaakt dat in de beoogde periode de benodigde woningen daadwerkelijk worden toegevoegd en niet alleen op papier.
Dit resulteert in het volgende beeld van de richtwaarde:
Periode 2020 tot en met 2030 | |
Richtwaarde: 3 | |
Den Helder 39 Hollands Kroon 0000 Xxxxxxx 1771 3484 |
Afbeelding: Richtwaarde 3 per regiogemeente
STAP 2 – RICHTWAARDEN BIJ SCENARIO’S
De scenario-aanpak biedt houvast op de grote mate van onzekerheid over toekomstige ontwikkelingen. Scenario’s kunnen worden beschouwd als mogelijke en consistente toekomstbeelden. Door te denken in termen van verschillende consistente toekomstbeelden, kan beter worden ingespeeld op de verschillende situaties die zich kunnen voordoen. Het doel van scenario’s is dus niet om de toekomst te voorspellen (zoals in het geval van prognoses), maar om een beeld te krijgen van mogelijke toekomsten.
Zoals gesteld is de prognose, opgesteld door de Provincie Noord-Holland, vertrekpunt. Demografische ontwikkelingen worden beïnvloed door economische en sociaal-culturele ontwikkelingen. Op hun beurt worden laatstgenoemde ontwikkelingen beïnvloed door demografische ontwikkelingen. Mede door deze wisselwerking is het bijzonder moeilijk om voor de lange termijn een accurate prognose te maken van zowel demografische, economische als sociaal-culturele ontwikkelingen. Naast de toegepaste scenario’s door de provincie bij het opstellen van de prognose, worden hier regionale scenario’s naast gesteld. Door het monitoren van de praktijk kan zo bekeken worden in welke ‘mogelijke toekomst’ we ons op elk meetmoment bevinden.
Een scenario is niet gebaseerd op ambitie alleen maar ook door daadwerkelijk ontwikkelingen te bewerkstelligen. Voor partijen is hiervoor een belangrijk vertrekpunt de samenwerking De Kop werkt!. In de Position Paper blijkt dat: “Met het programma De Kop Werkt! wordt ingezet op ontwikkeling om de trend (dalende beroepsbevolking) te doorbreken.
Met De Kop Werkt! hebben de vier Kopgemeenten en de provincie Noord-Holland vier jaar geleden ingezet op het versterken van de regio. Het doel is om het wonen, werken en recreëren in de Kop aantrekkelijker te maken. Daarnaast is het streven om een gunstig vestigingsklimaat te realiseren voor bedrijven. Het accent van het programma ligt vooral op het gebied van economie, ruimtelijke ordening, bereikbaarheid en leefbaarheid. De vier gemeenten in de Kop van Noord-Holland en de provincie Noord-Holland hebben hiervoor samen 30 miljoen euro beschikbaar gesteld. Er is al heel veel geïnvesteerd en dat krijgt een vervolg met De Kop groeit!.
Hieruit blijkt het commitment van de partijen en het volste vertrouwen dat de ingeslagen weg vruchten afwerpt en dat zal blijven doen.
Het eerste basis scenario betreft het te verwachte effect van de het vergroten van werkgelegenheid voor de onderbouwing wordt verwezen naar documenten horende bij De Kop werkt/groeit! En de diverse scenario studies zoals het Helders perspectief bevat en North Amsterdam Data Center Campus.
Dit basis scenario wordt als basis als volgt vertaald in drie scenario’s, waarbij in het eerste scenario uitgegaan wordt dat slechts 10% van de mensen die komen werken in de Kop ook daadwerkelijk in de Kop (willen) gaan wonen. De volgende twee scenario’s gaan vervolgens uit van 15% en 20%.
1 | 2 | 3 | ||||
Scenario's WERKGELEGENHEID | 10% | 15% | 20% | |||
werkgelegenheid | marine | 2000 | ||||
energeietransitie | 1000 | |||||
data | 1000 | |||||
overig | 3000 | |||||
Saldo werkgelegenheid | 7000 | |||||
Aanvullende behoefte woningen | 700 | 1050 | 1400 |
Het tweede basis scenario focust op de totale ambitie en dus de hieruit volgende effecten van het stimuleringsprogramma de Kop werkt/groet! De provincie Noord-Holland heeft in de Investeringsstrategie bepaald dat de bereikbaarheid mededrager is voor het behoud en ontwikkeling van economische centra en dat een uitstekend netwerk centraal staat. Mede door een passende bereikbaarheid moet de aantrekkelijkheid van de Kop als vestigingsplaats voor bedrijven, leefomgeving en ook als toeristische trekpleister verbeteren. Deze vergroting van een aantrekkelijke leefomgeving sluit heel goed aan bij de trend van stad naar land. De kosten van levensonderhoud liggen een stuk lager dan in de grote stad, wat in deze tijd van besparen een belangrijk gegeven is. Ook de kosten van bedrijfsruimtes zijn een stuk lager op het platteland. Die zijn in de grote stad vaak nauwelijks nog op te brengen voor startende ondernemers, terwijl er op het platteland juist veel ruimte vrijkomt – denk aan boerenschuren die leeg komen te staan. De trek naar het platteland al een echte trend, die rurbanisatie wordt genoemd.
Basis scenario twee:
4 | 5 | ||
Scenario's TREND van STAD naar LAND Woonkwaliteit 420 259 Rust & Ruimte 284 284 Mobiliteit 280 309 Aanvullende behoefte woningen 984 852 |
Stap 1 en 2 resulteert in de volgende cijfermatige weergave van het mengpaneel:
Stap 1 en 2 in tabelvorm voor regiogemeenten voor de gehele planperiode:
prognoses | scenario 1 | scenario 2 | scenario 3 | sceanrio 4 | sceanrio 5 |
Doelwaarden | 1.880 | 2.580 | 2.930 | 3.280 | 4.264 | 5.117 | |
Behaald | A=20% B=40% | 376 | 516 | 586 | 656 | 853 | 1.023 |
752 | 1.032 | 1.172 | 1.312 | 1.706 | 2.047 | ||
C=60% | 1.128 | 1.548 | 1.758 | 1.968 | 2.558 | 3.070 | |
D=80% | 1.504 | 2.064 | 2.344 | 2.624 | 3.411 | 4.093 | |
E=100% | 1.880 | 2.580 | 2.930 | 3.280 | 4.264 | 5.117 |
Richtwaarden 1 2 3 4 5
6609
5084
4542
3999
3484
Adaptatie
B=40% C=60% D=80% E=100%
n.t.b.
Den Helder | Schagen | Hollands Kroon |
gerealiseerde richtwaarde
woningen plancapaciteit
3484 | 39 | 1771 | 1674 | 3484 | ||
n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | |
892 | 3999 | 384 | 1853 | 1762 | 3999 | |
n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | |
1653 | 4542 | 748 | 1946 | 1848 | 4542 | |
n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | |
2484 | 5084 | 1111 | 2038 | 1935 | 5084 | |
n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | |
3772 | 6609 | 2133 | 2297 | 2179 | 6609 | |
n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. | n.t.b. |
Afbeelding A: per regiogemeente
Woonakkoord: 5000 woningen in de Kop tot 2030 Dit bereiken we door als regio Kop van Noord-Holland een woonakkoord te sluiten met provincie, marktpartijen, corporaties en grote werkgevers zowel vanuit economie als vanuit de agri (i.v.m. arbeidsmigranten) waarin de urgentie en het versnellen door iedereen gevoeld wordt. Hiervoor is als eerste het opstellen van duidelijke randvoorwaarden nodig. Randvoorwaarden als mobiliteit, kwaliteit van de woningen, goede locaties, hoe te versnellen en goede monitoring. We weten niet wat er in de toekomst gebeurt dus bewegen we mee met de ontwikkelingen (adaptief programmeren). Ook leggen wij relaties met energietransitie en toerisme. Hierbij bieden we ook ruimte voor kleinschalige woningbouw in het landelijk gebied, aan de randen van de kern. Wij leveren lokaal maatwerk, voor de lokale behoefte. Ook de kwalitatieve opgave, inclusief bestaande bouw, blijft prioriteit (bijzondere woonmilieus, woning typologieën, voor welke doelgroepen, energieneutraal, klimaatbestendig). Wij willen het woonakkoord goed borgen in de bovenregionale schaal Holland boven Amsterdam. We willen graag optrekken met andere partners, zoals de MRA en het Rijk om te komen tot een woondeal. Ook in deze woondeal zijn de dwarsverbanden met de hierboven genoemde thema’s zeer belangrijk. Het woonakkoord maakt deel uit van het op te stellen Kwalitatief Woningbouwprogramma Kop van NH 2020- 2030. Dit betreft een voorzetting van een lopend programma en gaat gedetailleerd en dynamisch in op woningbouwprogrammering t.b.v. van ladderonderbouwingen en kwaliteitstoetsen. Wij gaan het KWK zo snel mogelijk en eenvoudig mogelijk opstellen tegelijkertijd met het starten van het uitwerken van het woonakkoord. | Het KWK en het Woonakkoord zien wij als integraal geheel en verwijzen naar elkaar. ‘Sterke kernen, goede voorzieningen’ is de basis die wij hanteren. Wat dit concreet betekent voor het voorzieningen niveau, bepalen we mede aan de hand van het KWK en het Woonakkoord. Er zijn behoorlijke trends en ontwikkelingen op het gebied van wonen in de Kop van NH, zoals de technische revolutie, zorghulp irt wonen, vergrijzing en langer thuiswonen. Dat vergt een innovatieve kwalitatieve aanpak op basis van bijvoorbeeld doorstroming, bijzondere woonvormen etc. Wij onderzoeken de mogelijkheid voor een gezamenlijk versnellingsprogramma, bijvoorbeeld vanuit een regionaal integraal team om alle projecten aan te jagen/ problemen op te lossen en monitoren wat de markt in zijn geheel doet. Binnenstedelijk gaan we ook door met ontwikkelen. Met name binnen de gemeente Den Helder zijn daar nog volop mogelijkheden.. |
Bijlage 4 – totaalprogramma (excel): vertrekpunt regiogemeenten
Voor Bijlage 4 is de volgende legenda van toepassing:
LEGENDA:
Hard
Medium
Zacht
Vertrouwelijke plannen
Binnen BSG Buiten BSG
Deels BSG, deels Buiten BSG Compensatie BSG
‘in realisatie zijnde niet faseerbare plannen (gestapeld)’
Ter illustratie:
De getoonde lijsten betreffen een ‘vertreklijst’, hiermee wordt voldaan aan de provinciale regels. Gedurende de looptijd van het convenant zal er adaptief geprogrammeerd worden. Dit zal gaan resulteren in mutaties van de getoonde vertreklijst. De actuele lijst/ overzicht is, gedurende de looptijd, te raadplegen in xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx.
Aanvullend is het ook van belang om te adresseren dat het totaalprogramma als doel heeft inzicht te geven in de aan de bestaande woningvoorraad ‘toe te voegen’ woningen. Dit betekent dat er sprake is van een saldering: nieuw te bouwen woningen – te slopen woningen betreft totaalprogramma.
Wieringerwaard
t Veld
Xxxx Xxxxxxxx |
Breezand |
Breezand |
Den Oever |
Hippolytushoef |
Kolhorn |
t Veld |
Wieringerwaard |
Wieringerwaard |
Winkel |
Elshof Zuid | ja | Nee | 161 | 0 | 82 | 231 | 1A Onherroepelijk | |
Groenhof Zuid | ja | Nee | 45 | 0 | 15 | 45 | 1A Onherroepelijk | |
Xxxxxxxxxxxx | ja | Nee | 24 | 0 | 12 | 24 | 1A Onherroepelijk | |
Breehornstraat/Kapellehof | ja | Nee | 19 | 0 | 19 | 19 | 1A Onherroepelijk | |
Noorderlicht | Ja | Nee | 64 | 66 | -2 | -2 | 1A Onherroepelijk | |
Ansjoviskade | Ja | Nee | 26 | 26 | 26 | 1A Onherroepelijk | ||
Plan 't veld Noord fase 1 | Ja | Nee | 60 | 60 | 60 | 1A Onherroepelijk | ||
De Hoop Fase 3 | ja | nee | 19 | 19 | 19 | 1A Onherroepelijk | ||
Sportlaan | Ja | nee | 16 | 16 | 0 | 0 | 1A Onherroepelijk | |
Winkelmadepark | ja | nee | 92 | 116 | -24 | -24 | 1A Onherroepelijk | |
Subtotaal Hard I | 207 | 398 | ||||||
plan 't Veld | ja | nee | 305 | 60 | 225 | 2A Vastgesteld plan/besluit | ||
De Hoop Fase 4 | ja | nee | 24 | 12 | 12 | 2A Vastgesteld plan/besluit | ||
Subtotaal Hard II Totaal Hard | 72 | 249 | ||||||
279 | 647 | |||||||
Camping de Gest | ja | Nee | 29 | 14 | 14 | 3 plan/besluit in voorbereiding | ||
Patrijsstraat | ja | Nee | 42 | 40 | 2 | 2 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Sternstraat | ja | Nee | 14 | 12 | 2 | 2 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Sportlaan | ja | Nee | 30 | 30 | 30 | 3 plan/besluit in voorbereiding | ||
G.C. van Balen Blankenstraat | ja | Nee | 24 | 24 | 24 | 3 plan/besluit in voorbereiding | ||
Xxxxxxxx 00 | ja | Nee | 12 | 12 | 12 | 3 plan/besluit in voorbereiding | ||
Elft | ja | Nee | 19 | 0 | 0 | 3 plan/besluit in voorbereiding | ||
Brugstraat/havenkade | ja | Nee | 24 | 12 | 6 | 6 | 4 plan/besluit in voorbereiding | |
Xxxxxxxxx | nee | nee | 15 | 7 | 7 | 5 plan/besluit in voorbereiding | ||
Xxxxxxxxxx 0-0 | ja | nee | 50 | 0 | 0 | 6 plan/besluit in voorbereiding | ||
Xxxxxxxxxx 00 en 14 | ja | nee | 24 | 24 | 24 | 7 plan/besluit in voorbereiding | ||
Seniorencomplex Molenvaart-Kruiszwin | ja | nee | 47 | 0 | 47 | 8 plan/besluit in voorbereiding | ||
OBS De Zwerm | ja | nee | 20 | 20 | 20 | 9 plan/besluit in voorbereiding | ||
Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx/postkantoor | ja | nee | 12 | 12 | 12 | 12 plan/besluit in voorbereiding | ||
Xxxxxxxxx 000 | ja | nee | 12 | 0 | 0 | 13 plan/besluit in voorbereiding | ||
Totaal Medium | 153 | 310 | ||||||
Verbindingsweg 2-4 | ja | nee | 30 | 0 | 30 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Vertrouwelijk 1 | ja | ja | 15 | 15 | 0 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Vertrouwelijk 1 | ja | ja | 200 | 0 | 100 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Vertrouwelijk 4 | nee | ja | 300 | 0 | 75 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Vertrouwelijk 1 | Nee | ja | 30 | 0 | 30 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Kerkring 1 | ja | nee | 18 | 0 | 18 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Vertrouwelijk 5 | nee | ja | 180 | 0 | 90 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Terpweg | nee | nee | 85 | 0 | 30 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Vertrouwelijk 2 | nee | ja | 400 | 0 | 0 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Vertrouwelijk 6 | ja | nee | 110 | 32 | 30 | 48 | 4A potentiele locatie in visie | |
Knarrenhof (sternstraat/prinses xxxxxxx xxxxxx) | ja | nee | 28 | 8 | 20 | 4A potentiele locatie in visie | ||
De Maaier | ja | nee | 15 | 15 | 0 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Totaal Xxxxx | 00 | 000 |
Xxx Xxxxx |
Wieringerwerf |
Wieringerwerf |
Xxxx Xxxxxxxx |
Xxxx Xxxxxxxx |
Xxxx Xxxxxxxx |
Hippolytushoef |
Middenmeer |
Nieuwe Niedorp |
Middenmeer |
Xxxx Xxxxxxxx |
Xxxx Xxxxxxxx |
Winkel |
Xxxx Xxxxxxxx |
Barsingerhorn |
Wieringerwerf |
Wieringerwerf |
Winkel |
Xxxx Xxxxxxxx |
Breezand |
Middenmeer |
Wieringerwerf |
Wieringerwerf |
Winkel |
Wieringerwerf |
Wieringerwerf |
Wieringerwerf |
HOLLANDS KROON
postcode gebied
Plan naam | bi St (BSG) | bu St | Vertrouwelijk | Aantal te realiseren woningen | Aantal te slopen woningen | Saldo 2020 tot 2024 | KwK | Saldo 2020 tot met 2030 | KwK | Planstatus |
177
Totaal niet regionaal af te stemmen plannen <11
SCHAGEN
postcode gebied
Plan naam | bi St (BSG) | bu St | Vertrouwelijk | Aantal te realiseren woningen | Aantal te slopen woningen | Saldo 2020 tot 2024 | KwK | Saldo 2020 tot met 2030 | KwK | Planstatus |
Callantsoog | Xxxxxxx (Xxxxxxxxxx) | xx | - | - | 00 | 0 | 7 | 14 | 1A Onherroepelijk | |
Xxxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx, Dirkshorn-Zuid | ja | - | - | 21 | 0 | 21 | 21 | 1A Onherroepelijk | |
Xxxxxx | Xxxxx 0000 - Xxxxxx Plaza | ja | - | - | 12 | 0 | 6 | 12 | 1A Onherroepelijk | |
Schagen | Nes Noord (fase 1t/m2) | ja | - | - | 73 | 0 | 73 | 73 | 1A Onherroepelijk | |
Xxxxxxx | Xxxx 00 | ja | - | - | 25 | 0 | 25 | 25 | 1A Onherroepelijk | |
Schagen | Sportlaan/Regioplein | ja | - | - | 46 | 0 | 46 | 46 | 1A Onherroepelijk | |
Schagen | Nieuwstraat, plan uitbreiding Makado | ja | - | - | 14 | 0 | 0 | 0 | 1A Onherroepelijk | |
Schagen | de Veldwachter (Zuiderweg) | ja | - | - | 124 | 0 | 55 | 124 | 1A Onherroepelijk | |
Sint Maarten | Rode Kool | ja | - | - | 32 | 0 | 16 | 32 | 1A Onherroepelijk | |
t Zand | t Zand - Noord | ja | - | - | 278 | 0 | 50 | 100 | 1A Onherroepelijk | |
Warmenhuizen | Centrumgebied | ja | - | - | 11 | 0 | 11 | 11 | 1A Onherroepelijk | |
Plan A | ja | - | ja | 60 | 0 | 2 | 2 | 1A Onherroepelijk | ||
Subtotaal Hard | 312 | 460 | ||||||||
Callantsoog | Denneweg/Duinroosweg | ja | - | - | 17 | 0 | 17 | 17 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Callantsoog | Abbestederweg 6 | ja | - | - | 20 | 0 | 20 | 20 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Xxxxxxxxxxx | Xxxxxxx 0 Brekers | ja | - | - | 20 | 0 | 0 | 20 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Oudesluis | Oude handbalvelden | ja | - | - | 12 | 0 | 12 | 12 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Schagen | Centrumontwikkeling Waldervaart | ja | - | - | 120 | 0 | 0 | 60 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Schagen | Nijverheidsstraat 3 | ja | - | - | 12 | 0 | 12 | 12 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Schagen | Westerpark - plan huurwoningen | ja | - | - | 35 | 0 | 35 | 35 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Schagen | Nes Noord (fase 3 ) | ja | - | - | 83 | 0 | 0 | 41 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Xxxxxxx | Xxxx Xxxxxxxxx | ja | - | - | 32 | 0 | 0 | 32 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Schagen | Westerweg vd Voort Gorter en partners | ja | - | - | 25 | 0 | 0 | 25 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Schagerbrug | Schagerbrug - Grote Sloot (USP Gronden) | - | ja | - | 40 | 0 | 40 | 40 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Schagerbrug | B velden | ja | - | - | 44 | 0 | 0 | 44 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Sint Maartensbrug | Zoekgebied oude schoollocatie | ja | - | - | 25 | 0 | 10 | 25 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Tuitjenhorn | Xxxxxxxx 00 (Hazera locatie) 'Nieuwe Glas' | ja | - | - | 60 | 0 | 60 | 60 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Tuitjenhorn | Sint Jozefstraat | ja | - | - | 12 | 0 | 12 | 12 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Tuitjenhorn | Bogtmanweg | - | ja | - | 80 | 0 | 20 | 40 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Waarland | Xxxxxxxxx 00 loonbedrijf Bruin | ja | ja | - | 35 | 0 | 25 | 35 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Waarland | Ruimte voor Ruimte Beemsterboerweg | ja | - | - | 15 | 0 | 0 | 15 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Xxxxxxxx | Xxxxxxxxxxxxx | ja | - | - | 12 | 0 | 12 | 12 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Warmenhuizen | Xxxxxxxxxxx 00 | ja | ja | - | 60 | 0 | 0 | 30 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Warmenhuizen | Remmerdel | - | ja | - | 150 | 0 | 150 | 150 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Warmenhuizen | Torenven | ja | - | - | 21 | 0 | 21 | 21 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |
Plan B | ja | ja | ja | 240 | 0 | 30 | 90 | 3 plan/besluit in voorbereiding | ||
Plan C | ja | ja | ja | 400 | 0 | 30 | 110 | 3 plan/besluit in voorbereiding | ||
Totaal Medium | 506 | 958 | ||||||||
Plan D | ja | - | ja | 40 | 0 | 0 | 0 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Plan E | ja | - | ja | 20 | 0 | 0 | 0 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Plan F | ja | - | ja | 50 | 0 | 0 | 25 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Plan G | ja | - | ja | 150 | 0 | 0 | 0 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Plan H | ja | - | ja | 250 | 0 | 0 | 0 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Plan I | ja | - | ja | 40 | 0 | 0 | 40 | 4B potentiele locatie optie | ||
Plan J | ja | - | ja | 100 | 0 | 0 | 20 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Plan K | - | ja | ja | 23 | 0 | 0 | 23 | 4A potentiele locatie in visie | ||
Totaal Zacht | 0 | 108 |
Totaal kleine plannen | ja | - | 177 | 187 | 4A potentiele locatie in visie |
Nieuw Den Helder West
Stad binnen de Linie Oost
Stad binnen de Linie Oost |
Stad binnen de Linie Oost |
Stad binnen de Linie Oost |
Stad binnen de Linie Oost |
Stad binnen de Linie Oost |
Stad binnen de Linie Oost |
Nieuw Den Helder west |
Nieuw Den Helder west |
Nieuw Den Helder west |
Julianadorp |
Julianadorp |
Spoorstraat-Koningstraat | ja | 120 | 50 | 30 | 120 | 1A Onherroepelijk | ||
Molenplein fase 2 | ja | 20 | 10 | 20 | 1A Onherroepelijk | |||
Halter Bellevue fase 2/3 | ja | 30 | 30 | 30 | 1A Onherroepelijk | |||
Postkantoor | ja | 10 | 10 | 10 | 1A Onherroepelijk | |||
Spuistraat | ja | 12 | 12 | 12 | 1A Onherroepelijk | |||
V&D | ja | 18 | 18 | 18 | 1A Onherroepelijk | |||
Vechtstraat | ja | 16 | 48 | 16 | 16 | 1A Onherroepelijk | ||
Kasteel in Kreekpark | ja | 39 | 39 | 39 | 1A Onherroepelijk | |||
Tiny Houses | ja | 25 | 25 | 25 | 1A Onherroepelijk | |||
Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx | ja | 350 | 180 | 350 | 1A Onherroepelijk | |||
Noorderhaven | ja | 100 | 100 | 100 | 1A Onherroepelijk | |||
Subtotaal Hard I Correctie sloop Subtotaal Hard Ia | 470 | 740 | ||||||
-98 | -98 | |||||||
372 | 642 | |||||||
Vinkenterrein | ja | 32 | 20 | 32 | 2A Vastgesteld plan/besluit | |||
IJsselmeerstraat fase 4 | ja | 24 | 10 | 24 | 2A Vastgesteld plan/besluit | |||
Subtotaal Hard II Totaal Hard | 30 | 56 | ||||||
402 | 698 | |||||||
De Pijler (H. Treubstraat) | ja | 13 | 13 | 13 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |||
De Windwijzer | ja | 20 | 0 | 20 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |||
Meidoornstraat/J Verfailleweg | ja | 32 | 53 | 10 | 32 | 3 plan/besluit in voorbereiding | ||
Ijsselmeerstraat fase 2 | ja | 20 | 0 | 20 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |||
Den Helder Zuid (station) | ja | 60 | 30 | 60 | 3 plan/besluit in voorbereiding | |||
Totaal Medium Correctie sloop Subtotaal Medium | 53 | 145 | ||||||
-53 | -53 | |||||||
0 | 92 | |||||||
Bijlweg | ja | 200 | 0 | 200 | 4A potentiele locatie in visie | |||
Dijkzone | ja | 200 | 0 | 200 | 4A potentiele locatie in visie | |||
Ruyghweg/Spoorwegkade | ja | 120 | 0 | 120 | 4A potentiele locatie in visie | |||
Julianadorp Langevliet | ja | 200 | 0 | 200 | 4A potentiele locatie in visie | |||
Totaal Zacht | 0 | 720 |
De Schooten |
Stad binnen de Linie West |
Nieuw Den Helder West |
Nieuw Den Helder West |
De Schooten |
Nieuw Den Helder Oost |
Stad binnen de Linie Oost |
Stad binnen de Linie Oost |
Julianadorp |
DEN HELDER
postcode gebied
Plan naam | bi St (BSG) | bu St | Vertrouwelijk | Aantal te realiseren woningen | Aantal te slopen woningen | Saldo 2020 tot 2024 | KwK | Saldo 2020 tot met 2030 | KwK | Planstatus |
Totaal kleine plannen | ja | - | 15 | 36 | 4A potentiele locatie in visie |