De verlenging van een franchise- overeenkomst
De verlenging van een franchise- overeenkomst
Fédération Belge de la Franchise
De verlenging
van een franchise- overeenkomst
Tekst goedgekeurd op 4 mei 2021
Vooraf
Een franchiseovereenkomst wordt meestal voor een bepaalde duur afgesloten, met name wanneer er een bepaling voor exclusieve bevoorrading bestaat. Wanneer de door de partijen bepaalde einddatum nadert, is dat een cruciale fase in de relatie tussen de franchisenemer en de franchisegever. Het is belangrijk om die verlenging van de relatie te bekijken, niet enkel wanneer de einddatum nadert maar meteen bij het afsluiten van de initiële overeenkomst.
Deze fiche stelt enerzijds de praktijken van de netwerken voor, en anderzijds de manier waarop het recht naar de verlenging en de niet-verlenging van de franchiseovereenkomst kijkt, en verder de kernpunten die de franchisegevers en de franchisenemers in gedachten moeten houden.
1. De praktijken binnen de netwerken
Franchiseovereenkomsten zijn onderworpen aan het algemene contractrecht en hebben niet noodzakelijk een bepaalde duur. De economie van de relatie en het concurrentierecht leggen echter een beperking op aan de duur van de contractuele relatie.
De economie van de relatie brengt een bepaalde duur met zich mee, die in functie van het positief recht kan worden beperkt. In het algemeen varieert de duur van een franchiseovereenkomst tussen 5 tot 10 jaar, maar er zijn vele uitzonderingen.
Bovenop deze beperkingen hebben de rechtspraak inzake de stilzwijgende verlenging en de letter van het positief recht, tot een welomkaderde verlenging geleid. Bijgevolg wordt over de verlenging van in de tijd beperkte franchiseovereenkomsten momenteel onderhandeld, of zijn er opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur.
De partijen moeten ook aandachtig zijn voor de geldende gewestelijke wetgeving.
1. 1. De onderhandelde verlenging
In dit geval voorziet de letter van de overeenkomst dat de overeenkomst uitdooft zonder meer. De partijen komen dus overeen dat de overeenkomst voor een bepaalde duur wordt afgesloten en dat de relatie enkel kan worden voortgezet door een nieuwe overeenkomst te ondertekenen.
Er kan een nieuwe overeenkomst worden ondertekend. Daarop zijn alleszins het hele gemeenrecht over de onderhandeling van overeenkomsten en het Wetboek Economisch Recht van toepassing, met inbegrip van de naleving van de verplichte precontractuele informatie die voorziet dat een vereenvoudigd PID wordt overhandigd.
Met deze formule, die het meest verspreid is, kan de overeenkomst binnen het netwerk voortdurend geactualiseerd worden. Daar kan de opname van het (volledige of gedeeltelijke) recht op behoud of op verlenging bijhoren dat in het netwerk geldt en/of een remodeling om het respect van het concept binnen zijn recentste evolutie te houden.
Het is echter mogelijk dat de her-onderhandeling van de overeenkomst enkel gaat over de duur van de verlenging. De voorwaarden van de contractuele relatie zullen dus volgen uit de initiële overeenkomst.
1. 2. De stilzwijgende verlenging
In deze hypothese zijn de partijen het volgens de letter van de initiële overeenkomst eens over een stilzwijgende verlenging van de overeenkomst.
Om de klippen van de rechtspraak en gevolgen ervan in het concurrentierecht echter te vermijden, komen de partijen overeen dat die verlenging slechts voor een welomschreven periode zal gelden.
De overeenkomst wordt dus in de initiële brief meteen zonder enige wijziging verlengd en de verplichte precontractuele informatie zal zich in dit geval dus beperken tot de overhandiging van een vereenvoudigd PID dat stelt dat de verlengde overeenkomst geen enkele wijziging bevat.
2. De visie van de rechtspraak op verlenging
Het gemeenrecht inzake overeenkomsten kent noch erkent, net zoals het distributierecht, een recht op verlenging van de franchiseovereenkomst.
De afwezigheid van het recht op verlenging is louter de uiting van een algemeen beginsel uit het verbintenissenrecht, namelijk dat van de vrijheid om overeenkomsten aan te gaan. Het Belgisch recht heeft het dus moeilijk om een beperking op die vrijheid te erkennen.
De bepaalde duur van een overeenkomst veronderstelt dat de beide partijen elkaar opnieuw vinden opdat de instemming blijft bestaan. Deze nieuwe ontmoeting moet dus in dezelfde voorwaarden worden geuit als de
eerste.
De Belgische rechtspraak heeft enerzijds erkend dat er geen verplichting is om de beslissing tot niet-verlenging te motiveren, en anderzijds dat deze beslissing niet geldt als verbreking van de overeenkomst.
Het gebruik van het recht op niet-verlenging sluit de erkenning van de aansprakelijkheid van een van de partijen echter niet uit. Het misbruik van het gebruik van een recht kan steeds gesanctioneerd worden en het recht op niet-verlenging is geen uitzondering op die regel.
3. De kernpunten van de verlenging van de franchiseovereenkomst
• De franchiseovereenkomst die voor bepaalde duur wordt afgesloten, veronderstelt dat elke partij wel het recht heeft om die overeenkomst niet te verlengen.
• De verlenging moet gebeuren in de brief van de overeenkomst, opgelet dus voor de opzegtermijn van de overeenkomst. De meest gerede partij kan in de loop van de contractueel bepaalde periode immers de verlenging vragen.
• Let ook op voor de effectieve duur van de verlenging. De praktijk, die de evolutie in wetgeving en rechtspraak heeft opgelegd, om voor een bepaalde duur te verlengen, kan leiden tot een looptijd die verschillend is van de initiële looptijd. Let dus op voor de duur van die verlenging, zeker met het oog op investeringen, op de herinrichting en de renovatie van gebouwen of van materieel.
• De franchisenemer moet aandachtig zijn voor de verlengingsvoorwaarden, en met name of de verlenging gebeurt door een nieuwe overeenkomst te ondertekenen of door een verlenging van de bepalingen van de initiële overeenkomst.
• De verlenging van de overeenkomst kan gebeuren door te onderhandelen over een nieuw type overeenkomst dat binnen het netwerk van kracht is. Bijgevolg moeten de partijen de algemene verplichting tot goede trouw en loyauteit naleven krachtens die relaties. Die nieuwe onderhandelingsperiode moet de weergave zijn van een evenwichtige dialoog. Geen van de partijen mag tijdens die periode haar rechten misbruiken. De heronderhandeling van een overeenkomst moet dezelfde vragen oproepen en moet leiden tot hetzelfde gebruik van bezonnen adviezen om een goed begrip en inzicht te hebben van de wijzigingen die zouden kunnen optreden na de inwerkingtreding van die nieuwe wet van de partijen.
• De verlenging van de overeenkomst kan ook de gelegenheid zijn om een recht op behoud of verlenging op te nemen, wat met name de terbeschikkingstelling van het merk inhoudt. De franchisenemer moet letten op deze informatie.
• De verlenging kan ook de gelegenheid zijn om het gesprek aan te gaan over het begrip ‘grondgebied’, zeker als de initiële overeenkomst een exclusiviteit voor de vestiging of voor de distributie voorzag. Het exclusieve grondgebied kan in gemeenschappelijk akkoord kleiner of groter worden in functie van het vermogen van de franchisenemer om dat grondgebied te bedienen.