Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
Xxxxxxxxxxx 0 Xxx Xxxx Xxxxxxx 00000
0000 XX Xxx Xxxx
Ons kenmerk
ANVS-PP-2022/0094290-05
Datum 27 januari 2023
Betreft Kernenergiewet vergunning
Besluit:
KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN T.H. XXX XXX XXX MANAGEMENT, M.G. XXX XXX XXX MANAGEMENT B.V., N.C.J. XXX XXX XXX MANAGEMENT B.V., J.F.R. XXX XXX XXX MANAGEMENT B.V. EN E.R.J. XXX XXX XXX MANAGEMENT B.V., HANDELEND ONDER DE NAAM FA. GEBR. XXX XXX XXX VOOR HET VERRICHTEN VAN HANDELINGEN MET RADIOACTIEVE STOFFEN
Verleend door:
DE AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING
Pagina 1 van 12
Inhoudsopgave
1 | Het besluit | 3 |
1.1 | Vergunning | 3 |
1.2 | Voorschriften | 3 |
1.3 | Documenten | 5 |
1.4 | Openbaarmaking en publicatie | 5 |
1.5 | Het in werking treden van de vergunning | 6 |
2 | De aanvraag, het toetsingskader en de beoordeling | 7 |
2.1 | De aanvraag | 7 |
2.2 | De gevolgde procedure | 7 |
2.3 | Het toetsingskader | 8 |
2.4 | Bevindingen en overwegingen | 9 |
2.5 | Conclusie | 10 |
3 | Ondertekening | 11 |
Bijlage A | Verklarende begrippenlijst | 12 |
1 Het besluit
1.1 Vergunning
Aan X.X. xxx xxx Xxx Management B.V., X.X. xxx xxx Xxx Management B.V.,
X.X.X. xxx xxx Xxx Management B.V., X.X.X. xxx xxx Xxx Management B.V. en
X.X.X. xxx xxx Xxx Management B.V., handelend onder de naam Fa. Gebr. Xxx xxx Xxx, statutair gevestigd te Hagestein wordt, krachtens artikel 29 van de Kernenergiewet (Kew) en de artikelen 3.5 en 3.8, eerste lid van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs) voor onbepaalde tijd conform de aanvraag een vergunning verleend voor:
A. RADIOACTIEVE STOFFEN
Het verrichten van handelingen op steeds wisselende plaatsen in geheel Nederland en het Nederlands deel van het continentaal plat ten behoeve van dichtheidsmetingen met radioactieve stoffen aan boord van een zandzuiger binnen de volgende omvang:
Zandzuiger Xxxxxx Xxxxxxxxx
1. twee ingekapselde bronnen kobalt-60 met een activiteit van maximaal 27,3 gigabecquerel (GBq) per bron.
1.2 Voorschriften
Het Bbs en onderliggende ministeriële regelingen en de ANVS-verordening basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Vbs) bevatten rechtstreeks geldende bepalingen. De in deze vergunning opgenomen voorschriften betreffen aspecten die niet (volledig) zijn geregeld in de genoemde regelgeving. Naast de in deze vergunning opgenomen voorschriften dient de vergunninghouder te voldoen aan de van toepassing zijnde bepalingen uit het Bbs en onderliggende ministeriële regelingen en de Vbs.
Aan deze vergunning worden de volgende voorschriften verbonden:
I. Algemeen
1. Voor zover in de vergunning inclusief de voorschriften niet anders is bepaald worden de handelingen verricht overeenkomstig en op de locatie zoals beschreven in de in paragraaf 1.3 genoemde documenten.
II. Organisatie
1. In het geval dat de stralingsbeschermingsdeskundige niet in dienst is van de vergunninghouder, maar wordt ingehuurd, zijn de taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de omvang van de tijdsbesteding vastgelegd in een contract.
2. De ondernemer zorgt ervoor dat degenen die specifieke handelingen of taken uitvoeren met ingekapselde bronnen beschikken over de volgende deskundigheid:
a. voor handelingen waarbij de bron in een vrij stralende positie komt: een diploma stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van algemeen coördinerend deskundige of coördinerend deskundige, of een diploma toezichthoudend medewerker stralingsbescherming voor de desbetreffende toepassing als vereist krachtens artikel 5.22 van de Regeling basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Rbs);
b. voor het verwijderen uit, dan wel het plaatsen van de bronhouder met daarin de ingekapselde bron in het apparaat of de installatie: een diploma stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van algemeen coördinerend deskundige, of coördinerend deskundige, of een diploma toezichthoudend medewerker stralingsbescherming voor de desbetreffende toepassing als vereist krachtens artikel 5.22 van de Rbs;
c. voor het aanbrengen of verwijderen van de ingekapselde bron uit de bronhouder of vaste meetopstelling anders dan door een leverancier: een diploma stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van algemeen coördinerend deskundige of coördinerend deskundige, of een diploma toezichthoudend medewerker stralingsbescherming voor de desbetreffende toepassing als vereist krachtens artikel 5.22 van de Rbs;
d. voor het verrichten van een lektest, besmettingscontrole, of de periodieke controle zoals beschreven in artikel 4.11 van de Vbs: een diploma stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van algemeen coördinerend deskundige of coördinerend deskundige, of een diploma toezichthoudend medewerker stralingsbescherming voor verspreidbare radioactieve stoffen (niveau C) of toezichthoudend medewerker stralingsbescherming voor versnellers (niveau C);
e. verantwoordelijkheid voor de beoordeling van de lektest, besmettingscontrole, of de periodieke controle zoals beschreven in art.
4.11 van de Vbs: registratie als stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van algemeen coördinerend deskundige of coördinerend deskundige.
III. Handelingen met ingekapselde bronnen
1. De bronhouder met de ingekapselde bron hoeft niet verwijderd te worden wanneer het productieproces tijdelijk wordt stilgelegd, mits in die periode de bronhouder met de ingekapselde bron vergrendeld is, na toestemming en volgens instructies van de toezichthoudend deskundige.
IV. Milieubelasting
Vaste locatie (aan boord van de zandzuiger)
1. De door de vergunde handelingen veroorzaakte bijdrage aan de multifunctionele individuele dosis voor personen buiten elke locatie is zo laag als redelijkerwijs mogelijk is. De actuele individuele dosis (AID) overschrijdt in geen geval de waarde van 1 microsievert per jaar.
2. Wanneer het feitelijk gebruik van het gebied buiten de zandzuiger gedurende een aaneengesloten periode van ten minste vier weken structureel wijzigt, waardoor een andere correctiefactor uit de bijlage 10 behorende bij de Vbs moet worden gehanteerd, en door het nieuwe gebruik de AID de onder IV.1
genoemde grenswaarde voor de betreffende zandzuiger wordt overschreden, meldt de ondernemer dit terstond aan de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, afdeling Stralingstoepassingen. Tevens draagt de ondernemer zorg voor aanvullende maatregelen met als resultaat een AID lager dan de onder IV.1 genoemde grenswaarde voor de betreffende zandzuiger voor het nieuwe feitelijke gebruik.
3. In het in 2. genoemde geval wordt binnen twee maanden na het moment van melding aan de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming een plan tot reductie van de actuele individuele dosis overlegd. Het plan wordt gerealiseerd binnen een door deze inspectie vast te stellen periode, welke afhankelijk is van de realisatie van het nieuwe feitelijke gebruik.
V. Controle, registratie, meldingen en rapportages
A. Rapportage
1. De rapportage bedoeld in artikel 5.27 van de Rbs bevat, naast de in dit artikel bedoelde gegevens, tevens:
– een overzicht van alle ingekapselde bronnen die aan het einde van het verslagjaar aanwezig zijn, gespecificeerd naar nuclide, activiteit en toepassing;
– een overzicht van relevante wijzigingen van de situatie, binnen het kader van de vergunning;
– een overzicht van controlewerkzaamheden die door of namens de stralingsbeschermingsdeskundige zijn uitgevoerd en de resultaten daarvan;
– een actuele opgave van de totale stralingsbelasting voor het milieu ten gevolge van alle bronnen binnen de locatie tezamen. De stralingsniveaus buiten de locatie worden in kaart gebracht met behulp van een plattegrond van de locatie.
VI. Stralingsincident, ongeval of radiologische noodsituatie
1. Een stralingsincident dient onmiddellijk te worden gemeld aan de ANVS. Dit kan telefonisch via nummer 088-4890500. De melding dient in ieder geval te worden gedaan via het ANVS-loket volgens de aanwijzingen op de website van de ANVS.
1.3 Documenten
Bijlage 2 “9092b-plattegrond Xxxxxx Xxxxxxxxx” van de op 10 november 2022 ontvangen aanvraag maakt deel uit van de vergunning.
1.4 Openbaarmaking en publicatie
De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming maakt dit besluit openbaar op xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx/xxxx/. Van het verlenen van dit besluit wordt ook kennisgegeven in de Staatscourant.
1.5 Het in werking treden van de vergunning
Deze beschikking treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 20.3 van de Wet milieubeheer, met ingang van de dag na de dag waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift afloopt. Indien gedurende deze termijn bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt dit besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.
2 De aanvraag, het toetsingskader en de beoordeling
2.1 De aanvraag
De aanvraag heb ik op 10 november 2022 ontvangen en heeft betrekking op een nieuwe vergunning voor ingekapselde bronnen aan boord van zandzuiger Xxxxxx Xxxxxxxxx.
In het bijzonder betreft het de volgende toepassingen:
– voor handelingen met ingekapselde bronnen op zandzuiger Xxxxxx Xxxxxxxxx ten behoeve van dichtheidsmeting.
Bij de aanvraag zijn de volgende documenten gevoegd:
– 9092b-vergunningaanvraag TSHD Gebr.xxx xxx Xxx;
– bijlage 1-KvK uittreksels compleet;
– bijlage 2-9092b- plattegrond Xxxxxx Xxxxxxxxx;
– bijlage 3a- voorbeeld certificaat bron en bronhouder;
– bijlage 3b- beschrijving broncapsule;
– bijlage 4- 9092 overeenkomst SBD;
– xxxxxxx 0x- 0000 xxxxxxx TMS;
– bijlage 5b- diploma xxx. X. Xxxxxxxx;
– bijlage 6- 2022 Radioactive Meter Course IHC;
– bijlage 7- 9092b- 155359-001-01-2022-XXX-Xxx xxx Xxx-xxxxxx;
– bijlage 8- 9092b- 155359-001-02-2022-XXX-Xxx xxx Xxx-xxxxxx. Op 5 januari 2023 heb ik een verlenging beslistermijn verstuurd.
Op 6 januari 2023 is verzocht om aanvullende informatie. Op 16 januari 2023 heb ik de volgende aanvullende gegevens ontvangen:
- beantwoording verzoek aanvullende informatie ANVS-PP-2022-0094290-04;
- 9092b-155359-001-02-2022 r1-XXX-Xxx xxx Xxx-xxxxxx.
De aanvraag en aanvullende informatie heb ik getoetst aan artikel 3.6, derde lid van het Bbs en paragraaf 3.2 van de Vbs en in behandeling genomen.
De risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E), zoals bedoeld in artikel 7.6 van het Bbs bevat samen met de aanvraag en de elementen genoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, behorende bij artikel 2.1, eerste en tweede lid.
2.2 De gevolgde procedure
Dit besluit is ingevolge artikel 29a van de Kew en artikel 11.2 van het Bbs niet tot stand gekomen overeenkomstig de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling
3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
De op enig moment aanwezige hoeveelheid radionucliden in de bij de handelingen betrokken radioactieve stoffen is dermate beperkt dat op grond van artikel 11.2 van het Bbs afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is.
2.3 Het toetsingskader
Algemeen
Aan het wettelijk kader van de stralingsbescherming, zoals vastgelegd in de Kew en de onderliggende besluiten, liggen onder meer de drie principes van het stralingsbeschermingsbeleid ten grondslag, te weten: rechtvaardiging, optimalisatie en dosislimieten. Indien aan deze uitgangspunten niet wordt voldaan of indien sprake is van een weigeringsgrond zoals genoemd in artikel 3.7 van het Bbs wordt de vergunning niet verleend.
De volgende in artikel 3.7 van het Bbs genoemde voorwaarde maakt, voor onderhavige vergunning, ook deel uit van het toetsingskader: deskundigheid op het gebied van stralingsbescherming.
Rechtvaardiging
Rechtvaardiging wil zeggen dat een handeling die blootstelling aan ioniserende straling met zich mee brengt, slechts is toegestaan indien de economische, sociale en andere voordelen van de betrokken handeling opwegen tegen de gezondheidsschade die hierdoor kan worden toegebracht. Het rechtvaardigingprincipe is in de wetgeving vastgelegd in paragraaf 2.2 van het Bbs.
In dat artikel is bepaald dat een handeling slechts is toegestaan, indien deze door de ANVS is gerechtvaardigd, dan wel behoort tot een categorie van handelingen die door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister voor Medische Zorg is gerechtvaardigd. In de Rbs is in bijlage 2.1 een positieve en negatieve lijst opgenomen van respectievelijk gerechtvaardigde en niet-gerechtvaardigde categorieën handelingen. Naast deze categorale rechtvaardiging is in het kader van de vergunningverlening nog een specifieke rechtvaardiging aan de orde voor wat betreft de aangevraagde activiteit.
Optimalisatie
Onder optimalisatie wordt verstaan dat de bescherming van personen, die beroepsmatig of als lid van de bevolking in een geplande situatie aan straling worden blootgesteld, wordt geoptimaliseerd. Optimalisatie leidt ertoe dat de omvang van de individuele doses, de kans op het optreden van blootstelling en het aantal blootgestelde personen ten gevolge van een handeling zo beperkt als redelijkerwijs mogelijk worden gehouden. Daarbij wordt rekening gehouden met de huidige stand der techniek en met economische en sociale factoren en het omvat zowel milieuhygiënische als arbeidshygiënische aspecten.
Optimalisatie is vastgelegd in artikel 15c, derde lid, van de Kew en artikel 2.6 van het Bbs. In de praktijk van de stralingsbescherming wordt vaak de term ALARA (As Low As Reasonably Achievable) gebruikt in de plaats van optimalisatie.
Optimalisatie vindt plaats zowel in de voorbereidings- en planningsfase, voordat de activiteit is begonnen, als in de fase nadat de activiteit is toegestaan en tot uitvoering wordt gebracht. Optimalisatie heeft geen betrekking op de afweging tussen verschillende alternatieve activiteiten, maar ziet op de vraag in hoeverre de nadelige gevolgen van een bepaalde activiteit in redelijkheid moeten worden beperkt.
Dosislimieten
Dosislimieten zijn de absolute grenswaarden die in acht genomen moeten worden om een minimaal beschermingsniveau voor individuele werknemers en leden van de bevolking te garanderen. De blootstelling als gevolg van een combinatie van alle relevante handelingen mag niet hoger zijn dan de gestelde dosislimieten. Doel is dat geen enkel individu wordt blootgesteld aan onaanvaardbare stralingsrisico’s. Dit algemene beginsel van stralingsbescherming wordt gezien als vangnet na de toepassing van rechtvaardiging en optimalisatie.
Het principe van dosislimitering is vastgelegd in artikel 2.9 van het Bbs. De van toepassing zijnde dosislimieten zijn in de artikelen 7.3, 7.4, 7.34, 7.35, 7.36, 9.1 en
9.2 van het Bbs neergelegd.
Deskundigheid
In verband met de bescherming van mensen, dieren, planten en goederen op grond van artikel 31, van de Kew, is een verantwoorde uitvoering van handelingen met stralingsbronnen van belang. Deskundigheid is vereist op grond van de artikelen 5.4 en 5.7 van het Bbs.
2.4 Bevindingen en overwegingen
Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg.
De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorie I.A.1, Meet- en regeltechniek. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen.
Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van een nauwkeurige bepaling van de concentratie van de hoeveelheid vaste stof in het opgebaggerde product. Er zijn op dit moment geen andere systemen beschikbaar zonder vormen van ioniserende straling, waarmee op dezelfde snelheden en nauwkeurigheden gemeten kan worden
Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locatie kleiner is dan de in de voorschrift IV.1 opgenomen waarde.
Bij de bepaling van deze waarde is ervan uit gegaan dat de zandzuiger zich voornamelijk op zee bevindt. De zandzuiger verblijft uitsluitend voor bunkeren gedurende ongeveer tweemaal een dag per maand in een haven. De ingekapselde bronnen, die worden toegepast in een vaste meetopstelling aan boord van de zandzuiger, zullen in een bergplaats bij de leverancier van de bronnen, worden opgeborgen indien dit uit het oogpunt van stralingsbescherming noodzakelijk is (i.e. bij calamiteiten en groot onderhoud). Zodoende is het toegestaan de Actuele Blootstelling Correctiefactor voor watergebied bestemd voor (doorgaande) beroepsscheepvaart te gebruiken in de milieu-analyse.
De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden.
Ten slotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.
2.5 Conclusie
Op grond van het bovenstaande heb ik besloten om tot verlening van de vergunning over te gaan.
3 Ondertekening
DE AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING,
namens deze,
Dipl.-Ing. B.R. Keller, afdelingshoofd
Belanghebbenden kunnen binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, o.v.v. bezwaar, Xxxxxxx 00000, 0000 XX, Xxx Xxxx.
Dit besluit is verzonden op de in de aanhef van dit besluit genoemde datum.
Het bezwaarschrift moet van een handtekening, datum, naam en adres van de indiener zijn voorzien. De indiener dient duidelijk aan te geven waarom hij tegen dit besluit bezwaar aantekent.
Dit besluit treedt conform artikel 20.5, eerste lid, Wet milieubeheer terstond in werking.
Voorlopige voorziening
Indien een bezwaarschrift is ingediend, kunnen belanghebbenden aan de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500EA te ’s-Gravenhage verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen, indien - gelet op de betrokken belangen - onverwijlde spoed dit vereist. Bij het verzoek dient een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Als burger kunt u uw verzoek tot voorlopige voorziening ook via het digitale loket van de Raad van State indienen (xxxxx://xxxxx.xxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx-xxxxx/). Hiervoor dient u te beschikken over DigiD. Voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Inlichtingen over de procedure en de hoogte van het griffierecht kunnen worden verkregen bij de Raad van State, telefoon 070 426 4426.
Voor nadere informatie over dit besluit kunt u tijdens kantooruren terecht bij het Informatiepunt Kernenergiewetvergunningen, telefoon 088-4890500. Ook is het mogelijk om uw vraag te stellen via xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx onder vermelding van het kenmerk van dit besluit.
Bijlage A Verklarende begrippenlijst
In deze vergunning gelden de onderstaande definities. Voor de overige termen en definities wordt naar de Kew, het Bbs en de onderliggende ministeriële regelingen en de Vbs verwezen.
− terreingrens:
de begrenzing van de locatie, zoals aangeduid in bijlage 2 “ 9092b- plattegrond Xxxxxx Xxxxxxxxx” van de aanvraag d.d. 10 november 2022.