Vragen en antwoorden Overeenkomst 2018, afkoop regresrecht Wmo 2015 tussen VNG en Verbond van Verzekeraars
Xxxxxx en antwoorden Overeenkomst regresrecht WMO 2018
VNG – Verbond van Verzekeraars
afkoop
Xxxxxx en antwoorden Overeenkomst 2018, afkoop regresrecht Wmo 2015 tussen VNG en Verbond van Verzekeraars
Inhoud
Vertrouwelijk
Overeenkomst Voorzieningen Eigen bijdragen Afkoopsom Geschillen Overig
1. Waar kan ik de tekst van de overeenkomst 2018 vinden?
U vindt de overeenkomst op VNG-net en op de site van het Verbond van Verzekeraars.
2. Wat houdt de overeenkomst 2018 in?
Deelnemende gemeenten zien af van hun regresrecht (art. 2.4.3. Wmo). Zij kunnen de kosten van voorzieningen uit de Wmo niet verhalen op de deelnemende verzekeraars die aansprakelijk zijn. Dat is afgekocht door betaling van een afkoopsom door verzekeraars aan de VNG. De VNG betaalt deze afkoopsom door aan alle gemeenten naar rato van het aantal inwoners. Voor niet-deelnemende gemeenten of verzekeraars is de overeenkomst niet van toepassing en geldt het regresrecht volledig.
3. Wat is de looptijd van de overeenkomst 2018?
De looptijd geldt voor kosten voortvloeiend uit alle schadeveroorzakende gebeurtenissen die in 2018 voorvallen. Wat dit precies betekent voor het vragen van een eigen bijdrage voor een Wmo-voorziening wordt uiteengezet onder het kopje “eigen bijdragen”.
4. Wordt de overeenkomst na 2018 voortgezet?
De VNG zal in 2018 een onderzoek uitvoeren naar de werkelijke regreskosten bij gemeenten. De resultaten van dit onderzoek zullen betrokken worden bij de afweging of en hoe de VNG na 2018 verder wil gaan. De Algemene ledenvergadering van de VNG zal hierover waarschijnlijk moeten besluiten.
5. Wat is de reikwijdte van de overeenkomst 2018?
Gemeenten die deelnemen aan de overeenkomst hebben geen regresrecht voor welke kosten dan ook, die de gemeente maakt voor voorzieningen op grond van de Wmo 2015. Dit geldt voor de aansprakelijkheid van personen jegens de Wmo-regrescliënt voor een gebeurtenis die in 2018 zal plaatsvinden. Voor gebeurtenissen die voor 2018 plaatsvonden geldt de afkoop voor zover de overeenkomst voor 2015 en 2016 of 2017 van toepassing is. Er bestaat evenmin regresrecht voor kosten die in de toekomst gemaakt worden en die terug te voeren zijn op schadeveroorzakende gebeurtenissen in de genoemde jaren.
Wat dit precies betekent voor het vragen van een eigen bijdrage voor een Wmo-voorziening
aan een regres cliënt wordt uiteengezet onder het kopje “ eigen bijdragen”.
6. Vallen de kosten van alle Wmo-voorzieningen onder de overeenkomst?
Ja, ongeacht de hoogte van de kosten of de aard daarvan. Het regresrecht geldt immers voor alle kosten die uit de Wmo voortvloeien. De daarop betrekking hebbende schadelast is volledig afgekocht.
7. Vallen alle vormen van aansprakelijkheid onder de overeenkomst?
Ja, ongeacht of het een verkeersongeval, een medische fout, een arbeidsongeval of welk ander ongeval dan ook betreft.
8. Hoe moeten gemeenten en verzekeraars omgaan met gedeeltelijke aansprakelijkheid? Geen onderscheid wordt gemaakt tussen gedeeltelijke en volledige aansprakelijkheid. Verzekeraars en VNG beogen met de overeenkomst een eenvoudige regeling te bewerkstelligen zonder dat de gemeente onderzoek hoeft te doen naar de mate van aansprakelijkheid. De aansprakelijkheid jegens de benadeelde kan anders zijn dan jegens de gemeente.
Het zou tot onnodige en overbodige discussies leiden om apart overleg te voeren tussen gemeente en verzekeraar over de schuldvraag of zelfs daarover te procederen. Er moet
natuurlijk wel een bepaalde mate van aansprakelijkheid zijn en de verzekeraar moet de gemeente medegedeeld hebben dat (gedeeltelijke) aansprakelijkheid aan haar zijde aanwezig is.
9. Welke gemeenten nemen geen deel aan de overeenkomst 2018?
• Noordwijkerhout
• Xxxxxxxxx
00. Welke verzekeraars nemen deel aan de overeenkomst 2018?
De deelnemende verzekeraars zijn opgenomen op de lijst die u vindt op de website van het Verbond van Verzekeraars.
11. Kunnen gemeenten ieder jaar opnieuw bepalen of zij deel willen nemen aan de overeenkomst
Ja, dat kan. De VNG stuurt de gemeenten in november/december van het jaar een ledenbrief waarin wordt aangegeven dat de gemeente voor het einde van het jaar moet aangeven als zij niet (meer) wil deelnemen aan de overeenkomst. Geeft de gemeente dat niet tijdig voor het eind van het kalenderjaar aan, dan neemt zij automatisch deel aan de overeenkomst voor het nieuwe jaar.
12. Xxxx een regrescliënt als hij Wmo voorzieningen nodig heeft altijd eerst naar de Wmo? De gemeentelijke Wmo voorzieningen staan open voor allen die daarop een beroep moeten doen en die voldoen aan de daaraan gestelde voorwaarden. Een beroep op Wmo voorzieningen dient te worden ingediend bij de gemeente. Het letselschadeslachtoffer is niet gehouden tot het uitputten van eventuele Wmo aanspraken op voorzieningen, alvorens deze zich tot de schadeveroorzakende partij kan wenden voor het verhaal van schade.
13. Mag de gemeente een regrescliënt naar de verzekeraar doorverwijzen zonder de Wmo- aanvraag te behandelen?
Nee, voor de toegang tot de Wmo moet de gemeente de regrescliënt behandelen als een gewone Wmo-cliënt. De gemeente dient te onderzoeken of de regrescliënt in aanmerking komt voor de gevraagde Wmo-voorziening. Als dat zo is moet de gemeente de voorziening verstrekken. De gemeente mag de regrescliënt niet zonder de aanvraag te behandelen doorverwijzen naar de verzekeraar. Ook niet wanneer de betreffende verzekeraar geen deelnemer aan de overeenkomst is.
14. Wat is het belang voor de regrescliënt om zich tot de gemeente te wenden?
De overheid heeft bij de Wmo 2015 voorgestaan dat de uitvoering decentraal zou plaatsvinden. Daardoor profiteert de belanghebbende zo veel mogelijk van de specifieke informatie die de betrokken gemeente van de plaatselijke omstandigheden heeft. De verzekeraar beschikt niet over de kennis ter plekke en heeft ook geen specifieke kennis van voorzieningen.
15. Verandert de rechtspositie van de regrescliënt als gevolg van de overeenkomst? Regrescliënten zijn geen partij bij de overeenkomst. De overeenkomst heeft voor hen geen gevolgen.
16. Maakt het voor de behandeling van de aanvraag door de gemeente uit of de verzekeraar aan een regrescliënt reeds een voorziening heeft verstrekt?
Alvorens een voorziening te verschaffen onderzoekt de gemeente of de cliënt daarvoor in aanmerking komt en of het gaat om een regrescliënt. Komt de regrescliënt in aanmerking voor een Wmo-voorziening, dan verstrekt de gemeente deze voorziening. Vervolgens vraagt de gemeente aan de regrescliënt om een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat zijn verzekeraar niet reeds een vergoeding voor dezelfde voorziening heeft verleend. Anderzijds geldt dat indien een regrescliënt voorzieningen uit de Wmo heeft ontvangen, de regrescliënt de met die voorzieningen gemoeide kosten (natuurlijk) niet nogmaals als schade kan claimen bij de verzekeraar.
17. Maakt het voor de verzekeraar nog uit of hij zelf aan een regrescliënt een voorziening verstrekt?
Het uitgangspunt is dat de gemeente het verschaffen van Wmo-voorzieningen op zich neemt. Als er omstandigheden zijn waardoor de verzekeraar het initiatief neemt, dan informeert hij de betreffende gemeente daarover. Voor de uitvoering van de overeenkomst is openheid tussen verzekeraar en gemeente vereist. Het bestaan van de overeenkomst en de daarin opgenomen voorwaarden maken het mogelijk elkaar op een zorgvuldige manier te informeren, ondanks dat het de levenssfeer van de regrescliënt betreft. De te verstrekken informatie moet wel beperkt blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is. De kaders van de AVG zijn daarbij van toepassing.
18. Gelden voor regrescliënten dezelfde toelatingscriteria tot de Wmo als voor “gewone”
Wmo-cliënten?
Op het punt van toegang tot de Wmo bestaat geen verschil tussen regres- en gewone cliënten. Zo kan het voorkomen dat de regrescliënt van de aansprakelijkheidsverzekeraar een vergoeding voor huishoudelijke hulp heeft gekregen terwijl de gemeente de aanvraag voor huishoudelijke hulp kan afwijzen wanneer bijvoorbeeld een volwassen huisgenoot is die het huishoudelijke werk kan overnemen (gebruikelijke zorg). De gemeente is dan niets verschuldigd.
19. Eigen bijdragen in een schema.
20. Wanneer mag een gemeente aan de regrescliënt een eigen bijdrage vragen en wanneer niet?
In de overeenkomsten voor 2015 en 2016 is in artikel 4 bepaald dat de gemeenten voor voorzieningen van regrescliënten die gerelateerd zijn aan een ongeval geen eigen bijdrage
meer mogen vragen. Bij het bepalen van de hoogte van de afkoopsom was rekening gehouden met het verlies van inkomsten van gemeenten vanwege het niet kunnen vragen van een eigen bijdrage.
Het Ministerie van VWS heeft de VNG erop gewezen dat deze bepaling in strijd zou zijn met het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning artikel 3.8 lid 2.
Dit artikel in het Uitvoeringsbesluit zal niet op korte termijn gewijzigd worden. Daarom hebben VNG en het Verbond besloten de overeenkomsten 2017 en 2018 op dit punt aan te passen.
Artikel 4 is daarom gewijzigd. Gemeenten mogen vanaf 15 februari 2017 weer een eigen bijdrage vragen voor een voorziening van een regrescliënt die voortvloeit uit een ongeval vanaf 15 februari 2017. Schadeveroorzakende gebeurtenissen die plaatsvonden voor 15 februari 2017 vallen hier nadrukkelijk buiten. De op die gebeurtenissen betrekking hebbende eigen bijdragen zijn definitief afgekocht met inbegrip van de volledige toekomst. Gemeenten mogen dus eigen bijdragen m.b.t. schadeveroorzakende gebeurtenissen van voor 15 februari 2017 ook niet na die datum in rekening (laten) brengen.
Dit houdt in dat regrescliënten, die voor 15 februari 2017 een ongeval hebben gehad, waarvoor een deelnemende verzekeraar geheel of gedeeltelijk aansprakelijk is, geen eigen bijdragen hoeven te betalen zolang zij gebruik maken van Wmo-voorzieningen die gerelateerd zijn aan dat ongeval.
Als deze cliënten na 15 februari 2017 een nieuwe indicatie nodig hebben of een nieuwe voorziening toegekend krijgen, die is gerelateerd aan het ongeval, hoeven zij daarvoor ook geen eigen bijdrage te betalen.
De VNG krijgt regelmatig vragen of cliënten die voor 2015, dat wil zeggen voordat het regresrecht in de Wmo werd opgenomen, een ongeval hebben gehad ook vrijgesteld zijn van de eigen bijdrage. Het antwoord hierop is dat hangt af van de situatie. De vrijstelling van de eigen bijdrage gaat niet verder terug dan tot 1 januari 2015 toen het convenant tussen de VNG en het Verbond van Verzekeraars werd afgesloten.
Hieronder volgen twee voorbeeld situaties
1. Een client heeft in 2005 een ongeval gekregen waarvoor een derde aansprakelijk is (regresclient) en heeft van de gemeente sinds 1-1-2007 een voorziening voor huishoudelijke hulp toegekend gekregen. Hij betaalt een eigen bijdrage tot 1-1-2015, de datum van de start van het convenant. Vanaf 1-1-2015 valt hij onder het convenant en betaalt hij geen eigen bijdrage meer, zolang hij deze voorziening nodig heeft. Ook wanneer hij in verband met het ongeval nieuwe Wmo voorzieningen nodig heeft hoeft hij daarvoor geen eigen bijdrage te betalen. De reden dat hij in de periode 2007 tot 2015 wel een eigen bijdrage moet betalen is, dat het regres in de Wmo pas vanaf 1-1-2015 in de Wmo is opgenomen en er per 1-1-2015 een convenant is afgesloten. Overigens komt het regelmatig voor dat de gemeente niet weet of een iemand regresclient is. Als de client dat uiteindelijk bij de gemeente meldt, kan het zijn dat hij met terugwerkende kracht tot de ingang van de indicatie (maximaal tot 1-1-2015) alsnog vrijgesteld moet worden van het betalen van de eigen bijdrage.
2. Een client heeft in 2014 een ongeval gekregen waarvoor een derde aansprakelijk is. Hij meldt zich in 2018 voor het eerst bij de gemeente en krijgt een Wmo voorziening voor begeleiding toegekend per 1-2-2018. Hij betaalt wel een eigen bijdrage omdat de vrijstelling van de eigen bijdrage niet meer geldt voor cliënten die na 1-2-2017 een Wmo voorziening hebben gekregen.
Regrescliënten die vanaf 15 februari 2017 een ongeval krijgen, waarvoor een derde geheel of gedeeltelijk aansprakelijk is, dienen voor Wmo-voorzieningen wel een eigen bijdrage te betalen.
Vragen en antwoorden Overeenkomst afkoop regresrecht WMO 2018 VNG – Verbond van Verzekeraars
21. Kunnen regrescliënten die vanaf 15 februari 2017 een eigen bijdrage moeten gaan betalen, deze bij de aansprakelijkheidsverzekeraar declareren?
Ja, dat kan voor zover de verzekeraar jegens de regrescliënt aansprakelijk is.
22. Hoe kan de gemeente bepalen of iemand een regrescliënt is die voor 15 februari 2017 een ongeval heeft gehad?
23. Hoe kan de gemeente bepalen of de door de regrescliënt gevraagde voorziening gerelateerd is aan het ongeval?
In beginsel is de beoordeling aan de gemeente zelf omdat een besluit over een eigen bijdrage een eigen zelfstandige bestuurlijke taak betreft. Bij twijfel kan de gemeente medisch advies inwinnen. Incasseert de gemeente een eigen bijdrage en meent de regrescliënt dat een relatie met het ongeval bestaat dan kan de cliënt een vordering bij de verzekeraar indienen. Erkent de verzekeraar een relatie met het ongeval dan kan hij de gemeente vragen van incasso af te zien. Hij zal de gemeente wel met goede argumenten moeten overtuigen.
Respectering van de levenssfeer van de regrescliënt impliceert dat zowel de verzekeraar als de gemeente prudent moeten zijn met het ingaan op een medische relatie. Een machtiging van de regrescliënt kan vereist zijn. Overleg tussen gemeente, verzekeraar en regrescliënt kan nodig zijn.
24. Wat is de hoogte van de afkoopsom in 2018?
De afkoopsom voor 2018 wordt in de loop van 2018 bepaald volgens dezelfde berekening als
2017. De afkoopsom voor 2017 bedroeg € 10.500.000.
25. Hoe is de afkoopsom bepaald?
Er zijn geen gedetailleerde gegevens beschikbaar over de werkelijke regreskosten bij zowel gemeenten als verzekeraars.
26. Is het geld dat de gemeente krijgt uitgekeerd vrij besteedbaar?
Ja, het geld is vrij binnen de Wmo te besteden..
Geschillen
27. Hoe wordt de afhandeling van vragen over en geschillen die verband houden met de overeenkomst behandeld?
In de overeenkomst is een formele geschillenregeling opgenomen. De VNG geeft er de voorkeur aan formele geschillen te voorkomen. Daartoe heeft de VNG met het Verbond afgesproken een adviesgroep in te stellen bestaande uit leden van VNG en het Verbond. Het is de bedoeling dat deze adviesgroep op structurele basis minimaal drie keer per jaar bijeenkomt teneinde de voortgang van de overeenkomst, vragen en geschillen te bespreken en daarover een advies uit te brengen aan respectievelijk de VNG en het Verbond.
Overig
28. Heeft het Verbond van Verzekeraars nog andere overeenkomsten met bestuursorganen
of ZBO’s voor de afkoop van het regresrecht?
Ja, het Zorginstituut Nederland heeft met het Verbond van Verzekeraars eveneens een overeenkomst waarbij het regresrecht van de zorgkantoren in het kader van de Wet Langdurige Zorg is afgekocht. Dat was ook al het geval bij de voorgaande wet, de AWBZ. Voorts heeft het Verbond overeenkomsten met het UWV en met de Sociale Verzekeringsbank.à
7