Contractafspraken integrale bekostiging geboortezorg 2017
Contractafspraken integrale bekostiging geboortezorg 2017
oktober 2017
Regio’s met afspraken over integrale bekostiging geboortezorg | Toekomst integrale bekostiging geboortezorg |
De organisatie van integrale geboortezorg |
In 2017 zijn acht regio’s overgestapt op een vorm van integrale bekostiging van geboortezorg. In zes regio’s gebeurde dit aan de hand van de beleidsregel integrale geboortezorg en in twee regio’s op basis van de beleidsregel innovatie.
Integrale bekostiging heeft als doel om een betere samenwerking tussen de verschillende zorgaanbieders te faciliteren, waardoor de kwaliteit van zorg voor moeder en kind kan verbeteren. Integrale bekostiging bestaat naast monodisciplinaire bekostiging van eerstelijns verloskundige zorg, tweedelijns verloskunde en kraamzorg. Regio’s die dat willen en er klaar voor zijn kunnen overstappen naar integrale bekostiging. Wij vinden het positief dat acht regio’s deze overstap maakten. We moedigen andere regio’s aan om dit voorbeeld te volgen.
Tegelijkertijd monitoren we de ontwikkelingen nauwlettend. Integrale bekostiging van geboortezorg is een experiment dat geëvalueerd dient te worden. In dit document geven wij inzicht in de afspraken die integrale geboortezorg organisaties (IGO’s) en zorgverzekeraars maken over de kwaliteit van de geboortezorg, de toegankelijkheid en de kosten. Dit doen we op basis van (concept-)contracten tussen IGO’s en zorgverzekeraars en interne documenten
van IGO’s. Het gaat hier om de afspraken die zij maken. We geven hiermee nog geen beeld van het daadwerkelijke effect van integrale bekostiging. Het kan zo zijn dat vergelijkbare (kwaliteits)afspraken worden gemaakt in regio’s waar niet op basis van de beleidsregel integrale geboortezorg gewerkt wordt. In het vervolg van de evaluatie zal de NZa, samen met andere partijen zoals het RIVM, de daadwerkelijke effecten van integrale bekostiging in kaart gaan brengen. Daarbij zullen verschillende thema’s aan bod komen, zoals kwaliteit van zorg en keuzevrijheid van zwangere vrouwen.
Kwaliteit
Uit de documenten komt naar voren dat de IGO’s kwaliteitsafspraken maken, bijvoorbeeld over het verbeteren van uitkomsten van zorg voor moeder en kind. Deze afspraken worden gemaakt tussen professionals onderling en met zorgverzekeraars. De afspraken worden gemaakt op basis van een landelijk vastgestelde set aan indicatoren waardoor uitkomsten kunnen worden vergeleken en administratieve lasten worden beperkt. In de contracten is bijvoorbeeld afgesproken dat het aantal complicaties moet verminderen en dat de tevredenheid van de zwangeren over de zorg moet verbeteren.
Wij vinden het positief dat er in de contracten tussen IGO en zorgverzekeraar afspraken worden gemaakt over het verbeteren van uitkomsten van zorg. Wij zien dat de IGO
hierin een faciliterende rol speelt doordat er met één organisatie afspraken gemaakt kunnen worden over het geheel aan geboortezorg.
Toegankelijkheid
De wijze waarop integrale bekostiging in de contracten is vormgegeven, brengt geen verandering aan op het recht van zwangere vrouwen om zelf een zorgaanbieder te kiezen. Een zwangere vrouw kan altijd kiezen voor een zorgaanbieder, ook als deze zorgaanbieder niet bij de IGO is aangesloten.
Declaratie vindt dan plaats op basis van de bestaande prestaties zoals beschreven in de ‘reguliere’ monodisciplinaire beleidsregels voor geboortezorg.
Ondanks deze contractuele afspraken kan de mate waarin zwangere vrouwen keuzevrijheid ervaren wel beïnvloed worden door integrale bekostiging, bijvoorbeeld door de wijze waarop zij geadviseerd worden door een zorgverzekeraar of een IGO. Wij gaan daarom in 2018 en verder nader onderzoek uitzetten naar hoe zwangere vrouwen die binnen en buiten een IGO zorg hebben ontvangen hun keuzevrijheid ervaren. Ook andere aspecten van toegankelijkheid zullen in het vervolg van de evaluatie aan bod komen, zoals de mate van concentratie van aanbieders.
Betaalbaarheid
Voor de transitie naar integrale bekostiging worden meerkosten gemaakt, zoals kosten voor juridisch advies en extra personeelsinzet. Uit de contracten komt naar voren dat deze meerkosten binnen enkele jaren worden afgebouwd.
De totale kosten aan geboortezorg moeten daarna zijn teruggekeerd naar het niveau van voor de transitie. Deze meerkosten worden betaald via de module integrale geboortezorg en via de contracten tussen IGO’s en zorgverzekeraars. Daarnaast heeft het ministerie van VWS een subsidie verstrekt om regio’s te ondersteunen in het financieren van transitiekosten op het gebied van bijvoorbeeld fiscale en juridische vraagstukken.
Wij vinden het begrijpelijk dat, gegeven de complexiteit van deze transitie, tijdelijke transitiekosten gemaakt worden.
Voor de betaalbaarheid is het positief dat wordt gestreefd naar eenzelfde niveau van zorgkosten als voor de transitie. Omdat wij het belangrijk vinden dat de kosten voor geboortezorg niet structureel stijgen door integrale bekostiging zullen we dit blijven monitoren.
1. Integrale bekostiging geboortezorg
Sinds 1 januari 2017 kunnen zorgaanbieders en zorgverzekeraars, die dat willen en er klaar voor zijn, afspraken maken over integrale bekostiging van geboortezorg. Dit betekent dat er een tarief wordt afgesproken voor de gezamenlijke zorgverlening, door alle betrokken disciplines, gedurende het gehele traject van zorg rondom de zwangere en de geboorte van haar kind.
Het integrale tarief wordt vastgelegd in het contract tussen een integrale geboortezorg organisatie (IGO) en een zorgverzekeraar. In het tarief wordt onderscheid gemaakt tussen de fasen van de zwangerschap (prenatale, natale en postnatale fase) en tussen reguliere en complexe zwangerschappen.
Binnen de IGO worden afspraken gemaakt tussen individuele aanbieders over de inrichting en organisatie van de geboortezorg, implementatie van de Zorgstandaard integrale geboortezorg en kosten. De Zorgstandaard omschrijft de noodzakelijk geachte zorg voor de gehele geboortezorg.
Het uiteindelijke doel van integrale bekostiging van geboortezorg is het faciliteren en bevorderen van de integrale samenwerking waardoor de kwaliteit van zorg voor moeder en kind kan verbeteren.
2. Regio’s met afspraken over integrale bekostiging geboortezorg 2017
Bron: Perined
De grootte van het bolletje correspondeert met de omvang van de regio in aantal zwangerschappen in het jaar 2015
• In acht regio’s maakten zorgaanbieders en zorgverzekeraars afspraken over de integrale bekostiging van geboortezorg. Deze acht regio’s leveren ongeveer 7% van alle geboortezorg in Nederland.
• In zes regio’s maakten zij afspraken aan de hand van de Beleidsregel integrale geboortezorg. In twee regio’s gebeurde dit met de beleidsregel innovatie. Deze laatste twee regio’s hebben gekozen voor een bekostiging die afwijkt van het landelijk model (zij starten hiermee per 2018). Deze afwijking houdt in dat kraamzorg niet is opgenomen (beide regio’s) en dat de bekostiging zich alleen richt op de natale fase (één regio). In dit overzicht kijken we alleen naar de afspraken die gemaakt zijn met behulp van de beleidsregel integrale geboortezorg.
• Het eerste contract met deze beleidsregel kwam tot stand in februari 2017. De contracten gesloten in 2017 gaan per 1 januari van dit jaar in. In één regio waren de afspraken nog niet helemaal rond in augustus 2017.
• De IGO’s sloten deze contracten met de preferente zorgverzekeraar. De andere zorgverzekeraars zijn van plan om voor deze regio’s vervolgens ook afspraken te maken op basis van de beleidsregel integrale geboortezorg. In veel regio’s zijn ook deze afspraken inmiddels rond.
• Zorgverzekeraars hebben in 2017 naast deze afspraken met de IGO’s ook apart afspraken gemaakt met de individuele zorgaanbieders van geboortezorg. Dit doen zij aan de hand van de monodisciplinaire beleidsregels voor de geboortezorg. Dit is noodzakelijk voor als de zwangere (een deel van de) zorg afneemt bij een zorgaanbieder die niet bij de IGO is aangesloten. De IGO trekt in dat geval de integrale geboortezorgdeclaratie in en vervangt deze door monodisciplinaire prestaties (de zogenoemde bundle breaker).
3. De organisatie van integrale geboortezorg
• In alle regio’s waar afspraken zijn gemaakt over de integrale bekostiging van geboortezorg, zijn IGO’s opgericht. De IGO maakt namens zorgaanbieders die lid zijn van de IGO contractafspraken met de zorgverzekeraar, andere financiers, zorgprofessionals, zorginstellingen en andere contractpartijen.
• In vier van de zes regio’s met contractafspraken via de beleidsregel integrale geboortezorg, is de IGO een zelfstandige coöperatie. In een andere regio is deze organisatie een zelfstandige business unit die juridisch
onderdeel uitmaakt van het ziekenhuis. Eén IGO is gevormd als vennootschap onder firma (vof).
• In hun beleidsdocumenten stellen alle IGO’s dat de zwangere vrouw centraal staat bij de zorgverlening. De IGO’s benoemen dat alle zorgaanbieders samenwerken voor kwalitatief goede en doelmatige geboortezorg, die past bij de zorgvraag en keuzevrijheid van de zwangere.
• De IGO’s beschrijven dat ze werken aan het invoeren van landelijke protocollen en richtlijnen en het op orde brengen en/of houden van patiëntregistraties en integrale patiëntdossiers. Daarnaast wordt tot doel gesteld dat de kwaliteit en kennis van alle zorgverleners op peil blijft door de zorgaanbieders samen opleidingen en/of nascholing te laten volgen.
• In de regio’s die gebruik maken van de beleidsregel integrale geboortezorg, zitten vertegenwoordigers van iedere discipline in het bestuur of de directie van de IGO. Dit wordt ook voorgeschreven door de zorgverzekeraar.
• In een regio kiest één verloskundige praktijk ervoor niet deel te nemen aan de IGO. In een andere regio neemt een aantal verloskundige praktijken deel aan twee verloskundig samenwerkingsverbanden (VSV’s). In één
van deze VSV’s is een IGO gevormd waar deze verloskundige praktijken niet in participeren.
• De NZa heeft het signaal ontvangen dat de zorginhoudelijke samenwerking tussen de niet- deelnemende praktijken en de IGO een punt van aandacht is.
• Ook zijn er regio’s waar niet alle kraamzorgaanbieders ervoor hebben gekozen om deel te nemen aan de IGO.
• In alle contracten is opgenomen dat de IGO moet omschrijven hoe aanbieders van geboortezorg kunnen toetreden tot de organisatie.
• In de contracten die de IGO’s hebben gesloten met hun preferente zorgverzekeraar zijn afspraken gemaakt over het verbeteren van de uitkomsten van zorg voor moeder en kind. Vier van de zes regio’s hebben verschillende concrete verbeterdoelstellingen over uitkomsten van zorg afgesproken.
• Twee regio’s hebben afspraken gemaakt om de uitkomsten van zorg actief te monitoren en periodiek te evalueren.
• In de nu afgesloten contracten zijn geen financiële consequenties opgenomen voor als de IGO meer of minder kwaliteit van zorg levert. Met andere woorden, er zit geen bonus-malusregeling in de contracten.
• De regio’s maken gebruik van de landelijke indicatorenset integrale geboortezorg.
Voorbeelden van gestelde kwaliteitsdoelen:
– Verbetering in cliënttevredenheid.
– Vermindering van het aantal complicaties voor de zwangere vrouw.
– Verbeteren van gezondheidsuitkomsten van het pasgeboren kind.
• In verschillende contracten worden afspraken gemaakt over gepaste zorgverlening. Een voorbeeld hiervan is een verschuiving van de zorg in het ziekenhuis naar de eerstelijns verloskundige praktijken.
• In de contracten zijn afspraken gemaakt over het werken volgens de Zorgstandaard Integrale geboortezorg, het op orde houden van integrale patiëntregistraties en deelname aan landelijke verplichte kwaliteitsregistraties.
Zorgkosten
• In alle contracten is de totale financiële omvang gemaximeerd, of door het afspreken van een totale aanneemsom of door middel van een evaluatie aan de hand van een vergelijking met kosten uit voorgaande jaren. Deze vergelijking wordt bijvoorbeeld uitgevoerd aan de hand van een schaduwboekhouding op basis van de monodisciplinaire prestaties.
• Wanneer de IGO meer of minder zorg levert óf meer of minder kosten maakt dan vooraf afgesproken, dan wordt dit aan het einde van het jaar verrekend. Hierbij geldt in sommige gevallen een overeengekomen bandbreedte.
• Bij over- of onderschrijding van de verwachtte totaalsom (of de bandbreedte) overleggen de zorgverzekeraar en de IGO met elkaar over de oorzaken daarvan.
• De IGO en de zorgverzekeraar monitoren de verhouding tussen het aantal reguliere en het aantal complexe integrale behandelingen dat wordt geleverd. Dit vergelijken zij met de zorg in vorige jaren in het kader van kosten (en kwaliteit).
Overzicht kosten implementatie integrale bekostiging
Subsidie
1,1 miljoen
Module integrale geboortezorg
Uiteenlopende afspraken (max 10% van verloskundig tarief)
Meerkosten agv de transitie
Uiteenlopende afspraken
Bron Geldstroom/ omvang € Omschrijving
Subsidie aan het CPZ ten behoeve van het ontwikkelen
van producten ter ondersteuning van de implementatie van integrale bekostiging (fiscaal/juridisch/financiële producten)
Tussen verzekeraar en zorgaanbieder overeengekomen
vergoeding ten behoeve van integrale geboortezorg en de aanloop naar integrale bekostiging
Tussen verzekeraars en zorgaanbieders overeengekomen
vergoeding voor de meerkosten die gepaard gaan met (de oprichting van) de IGO. Deze zijn in de meeste gevallen
Zorgverzekeraars
tijdelijk van aard
Transitiekosten
• In alle contracten staat dat de zorgverzekeraar meerkosten die gepaard gaan met de IGO, ten opzichte van de ‘oude’ bekostigingsvorm, (deels) vergoedt. Hierbij valt te denken aan kosten voor gezamenlijke dossiervorming en kosten voor juridische vraagstukken, extra personeelsinzet en communicatie. Deze vergoeding van de meerkosten is tijdelijk van aard.
• In een aantal contracten staat dat de vergoeding voor deze kosten lager wordt als de IGO ook al een vergoeding ontvangt van de taskforce geboortezorg, het College Perinatale Zorg of het ministerie van VWS.
• De vergoeding voor de meerkosten is een apart bedrag per verzekerde, een opslag op de tarieven per verzekerde of een vast totaal jaarbedrag. Wij kunnen op dit moment nog geen goede inschatting geven van de exacte omvang van de te verwachten totale transitiekosten.
Toekomst integrale bekostiging geboortezorg
• De contracten tussen IGO’s en zorgverzekeraars zijn voor één of twee jaar afgesproken. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders hebben bij alle contracten het voornemen om deze afspraken daarna door te laten lopen. In de contracten staan bijvoorbeeld ook meerjarenafspraken, onder andere over de kwaliteit van de geboortezorg.
• Alle zorgverzekeraars hebben in hun inkoopbeleid aangegeven de mogelijkheid te bieden aan nieuwe regio’s om vanaf 2018 over te stappen op de beleidsregel integrale geboortezorg.
• De CPZ taskforce peilde onlangs dat op dit moment in twee nieuwe regio’s wordt gewerkt aan de overgang naar integrale geboortezorg per 2018. Deze regio’s hebben met ten minste één zorgverzekeraar afspraken gemaakt over de module integrale geboortezorg om de transitiekosten te financieren. Hiernaast zijn verschillende andere zorgaanbieders en zorgverzekeraars in gesprek over de invoering van integrale bekostiging voor de geboortezorg per 2019.
CONTRACTAFSPRAKEN INTEGRALE BEKOSTIGING GEBOORTEZORG 2017 | 13
Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) Postadres
Xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxxx
Bezoekadres Xxxxxxxxxx 0-00
0000 XX Xxxxxxx
Telefoon: 030 - 296 81 11
Website: xxx.xxx.xx Twitter: @zorgautoriteit
Informatielijn
Telefoon: 088 - 770 87 70
(bereikbaar tussen 09.00-17.00 uur - lokaal tarief)
CONTRACTAFSPRAKEN INTEGRALE BEKOSTIGING GEBOORTEZORG 2017 | 14