Amersfoort tot Zeist)
Bestuurlijk Akkoord Gebiedssamenwerking A tot Z
(Amersfoort tot Zeist)
Ondergetekenden:
a. Het Ministerie van Defensie, in deze vertegenwoordigd door XXX, hierna te noemen ‘Defensie’,
b. Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht, handelend als bestuursorgaan, in deze vertegenwoordigd door de gedeputeerde Xxxx xxx Xxxxx, ter zake handelend ter uitvoering van het besluit van het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht d.d. PM en artikel 2 lid 3 sub f van het Organisatiebesluit Provincie Utrecht 2022, hierna te noemen ‘de Provincie’,
c. Het college van dijkgraaf en heemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, handelend als bestuursorgaan, in deze vertegenwoordigd door Xxx Xxxxxxxx, hierna te noemen ‘HDSR’,
d. Het college van dijkgraaf en heemraden van waterschap Vallei en Veluwe, handelend als bestuursorgaan, in deze vertegenwoordigd door Xxxx xxx Xxxxxx, hierna te noemen ‘Waterschap Vallei en Veluwe’,
e. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, handelend als bestuursorgaan, in deze vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx, hierna te noemen ‘gemeente Amersfoort’,
f. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leusden, handelend als bestuursorgaan, in deze vertegenwoordigd door Xxx Xxxxxx, hierna te noemen ‘gemeente Leusden’,
g. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest, handelend als bestuursorgaan, in deze vertegenwoordigd door XXX, hierna te noemen ‘gemeente Soest’,
h. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist, handelend als bestuursorgaan, in deze vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxxxx, hierna te noemen ‘gemeente Zeist’,
Hierna gezamenlijk te noemen: ‘Gebiedspartners’.
Overwegende dat:
1. De gemeenten Amersfoort, Leusden, Soest en Zeist, de provincie Utrecht, het waterschap Vallei en Veluwe, het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en het ministerie van Defensie op 31 maart 2023 een Alliantieverklaring hebben getekend. Een vervolg hierop is dit Bestuurlijk Akkoord waarin de gebiedspartners met elkaar vastleggen dat zij middels een Ontwerpend Onderzoek toewerken naar een gezamenlijk Gebiedsperspectief waarin de verschillende opgaven in samenhang worden uitgewerkt. Het doel van dit Bestuurlijk Akkoord (hierna: Akkoord) is om door middel van bestuurlijke afspraken de samenwerking tijdens dit proces te regelen.
2. De Gebiedspartners willen samenwerken aan de verschillende ruimtelijke en maatschappelijke opgaven op een wijze die met het oog op de toekomstbestendigheid, de bestaande kwaliteiten en waarden van het gebied beschermt en/of versterkt. Daarbij gaat het om opgaven op onder andere het gebied van:
• Bodem en water
• Drinkwater en afvalwater
• Natuur en ecologie
• Defensie
• Cultuurhistorie en erfgoed
• Wonen en recreatie
• Mobiliteit
• Economie, werk en opleiding
• Energie
In bijlage 1 is een toelichting opgenomen over de aanleiding, historie, overwegingen en de opgaven.
3. In de op 31 maart 2023 ondertekende Alliantieverklaring is vastgelegd dat een brede, integrale en gebiedsgerichte samenwerking essentieel is. Alleen zo kan er gekomen worden tot toekomstbestendige, duurzame en haalbare oplossingen van de opgaven. De gezamenlijke ambities zoals benoemd in de Alliantieverklaring blijven van toepassing.
4. De Gebiedspartners zich realiseren dat de ruimte schaars is in het gebied en verwachten dat niet alle opgaven opgeteld bij elkaar passen. Dit vraagt om het maken van keuzes.
5. De samenwerking vrijwillig maar niet vrijblijvend is.
6. Dit Akkoord de uitoefening van alle publiekrechtelijke bevoegdheden door Gebiedspartners onverlet laat.
7. Dit Akkoord een volgende stap is in de gebiedssamenwerking, om te markeren dat Gebiedspartners de intentie hebben om gezamenlijk stappen te blijven zetten.
Spreken het volgende af:
Artikel 1 Doel en uitgangspunten
1. Het is het gezamenlijke doel van de Gebiedspartners om te komen tot een toekomstbestendige en duurzame inrichting van de Utrechtse Heuvelrug tussen Amersfoort en Zeist, die ruimte biedt voor een goede fysieke leefomgeving voor de mens en de flora en fauna op basis van een goed functionerend en veerkrachtig bodem- en watersysteem. Een gebied waarbinnen ruimte wordt geboden aan de ontwikkeling en vernieuwing van woon- en werkgebieden (waaronder Defensie) en recreatie, en waarbij de huidige gebiedswaarden geborgd blijven of versterkt worden.
2. De Gebiedspartners werken toe naar een gezamenlijk Gebiedsperspectief. Het beoogde Gebiedsperspectief biedt een gedeeld toekomstbeeld wat inzicht geeft in de benodigde en beschikbare ruimte voor de opgaven en welke leidende principes de Gebiedspartners gebruiken voor toekomstige inrichting. Het Gebiedsperspectief geeft richting aan de ruimtelijke ontwikkeling voor tenminste de periode tot 2040 maar kijkt ook vooruit naar de middellange termijn (2050) en lange termijn (2100). Het Gebiedsperspectief komt tot stand door Xxxxxxxxxx Onderzoek dat in het kader van de gebiedssamenwerking van A tot Z wordt uitgevoerd.
3. Vooruitlopend op dit Gebiedsperspectief zijn er reeds concrete projecten waarvoor de Gebiedspartners het eens zijn dat deze niet kunnen wachten op de uitkomsten van het Ontwerpend Onderzoek (zie bijlage 2 ‘Concrete Projecten’). Voor deze projecten worden de benodigde procedures of de planvorming opgestart. De Gebiedspartners beschouwen dit passend met (de intentie van) de in dit Akkoord vastgelegde samenwerking. Wet- en regelgeving en de bevoegdheden van Gebiedspartners zijn onverminderd van toepassing op deze concrete projecten en er vindt een toets aan bestaand beleid plaats. Dit Akkoord is geen civielrechtelijke overeenkomst en beoogt in geen geval een aanpassing van reeds door Gebiedspartners (onderling) aangegane overeenkomsten. In het bijzonder brengt dit Akkoord geen verandering in bestaande afspraken en overeenkomsten ten aanzien van deze ‘concrete projecten’. Dit Akkoord brengt geen inspannings- dan wel resultaatsverplichting mee en/of houdt geen toestemming of toezegging van een Gebiedspartner in m.b.t. de concrete projecten.
4. In het gebied wordt uitvoering gegeven aan lopende initiatieven of kunnen er gedurende de looptijd van dit bestuursakkoord zich nieuwe initiatieven voordoen. De Gebiedspartners informeren elkaar actief over initiatieven waarvan het redelijkerwijs duidelijk is dat deze relevant zijn voor de gebiedssamenwerking of één van de Gebiedspartners. Gebiedspartners stemmen af of, en zo ja op welke wijze, initiatieven bij het Ontwerpend Onderzoek en het Gebiedsperspectief worden betrokken, en betrekken daarbij de consequenties voor de betrokken Gebiedspartner als de benodigde procedures voor de initiatieven niet gestart kunnen worden.
5. De beleidskaders van Gebiedspartners vormen het vertrekpunt voor het Ontwerpend Onderzoek. In het onderzoek kijken we ook vooruit naar 2100 om ook te redeneren vanuit toekomstige opgaven of omstandigheden. Daarvoor bevat het bestaande beleid niet altijd voldoende informatie. Ook voorziet het huidige beleid (nog) niet in de uitbreiding van defensieactiviteiten. Als in het onderzoek blijkt dat de bestaande beleidskaders onvoldoende zijn of onderling knellen, maken partijen de schuurpunten inzichtelijk, verkennen zij oplossingsrichtingen en brengen die tot keuzes met inachtneming van het gestelde in artikel 1 lid 6.
6. Het beoogde resultaat van dit akkoord is een door partijen vast te stellen Gebiedsperspectief dat de basis vormt voor het maken van wederkerige bestuurlijke afspraken over de doorwerking van het Gebiedsperspectief naar de relevante beleidskaders van partijen.
Deze bestuurlijke afspraken worden voorbereid met alle waarborgen op het punt van democratische legitimiteit en legaliteit en betrokkenheid van de algemene besturen van partijen. Als het Gebiedsperspectief voorstellen bevat voor aanpassing van beleidskaders, is het aan het bevoegde orgaan om te besluiten om al of niet in te stemmen met deze voorstellen.
7. Gebiedspartners zijn zich ervan bewust dat er diverse programma’s en processen met een eigen governance relevant zijn voor het Ontwerpend Onderzoek en informeren elkaar hierover. Hieronder vallen in ieder geval:
a. Het Gebiedsonderzoek Spoorzone Amersfoort en Heuvelrugzone, programmalijn regiopoorten en de Mobiliteitsagenda Regio Amersfoort (in het plan van aanpak voor het Gebiedsonderzoek en voor het Ontwerpend Onderzoek wordt een duidelijke afbakening benoemd);
b. Het programma Groen Groeit Mee gericht op een gebalanceerde ontwikkeling van stad en omliggend buitengebied (overgangsgebied);
c. De gebiedsprocessen in het kader van UPLG;
d. De Blauwe Agenda Utrechtse Heuvelrug;
e. Het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie. Als uit dit programma een nationale beleidskeuze voor nut en noodzaak van een nieuwe of geïntensiveerde activiteit wordt gemaakt, wordt de inpassing opgepakt binnen deze gebiedssamenwerking en waar mogelijk in het Ontwerpend Onderzoek en Gebiedsperspectief;
f. Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
g. Opwekking Energie op Rijksgronden (OER). De keuze over plaatsing van windmolens en uitvoering hiervan, vindt plaats in het kader van OER en loopt qua proces parallel aan het Ontwerpend Onderzoek, daar waar mogelijk worden deze processen op elkaar afgestemd.
De gebiedssamenwerking heeft ten aanzien van de bovenstaande programma’s en processen geen formele of besluitvormende rol. Partijen hebben wel de intentie om uitkomsten van het Ontwerpend Onderzoek en het Gebiedsperspectief te benutten als inhoudelijke inbreng vanuit de gebiedssamenwerking.
8. Om de samenwerking tussen partijen te borgen zal er een Onafhankelijk Procesmanager worden aangesteld voor de duur van dit akkoord.
Artikel 2 Considerans en bijlagen
1. De considerans (overwegingen) en de bijlagen maken onderdeel uit van dit Akkoord.
Artikel 3 Governance
1. Gebiedspartners organiseren een Ontwerpend Onderzoek gericht op het realiseren van een Gebiedsperspectief en het toewerken naar nadere bestuurlijke afspraken hierover als bedoelt in artikel 1 lid 6. De Gebiedspartners richten voor dit proces een passende governance en organisatiestructuur in.
De governance en organisatiestructuur bestaat tenminste uit een Stuurgroep, een Directeurenoverleg, een Gebiedsteam en een Kernteam.
2. In bijlage 3 is uitgewerkt welke taken en rollen de verschillende gremia hebben en met welk mandaat.
Artikel 4 Kostenverdeling
1. Er wordt een begroting vastgesteld door de Stuurgroep.
2. De kosten om te komen tot het Gebiedsperspectief met inbegrip van de te maken facilitaire kosten en voor ingehuurde derden te weten het Ontwerpbureau en de Onafhankelijk Procesmanager, komen ten laste van elk van Gebiedspartners op basis van de in artikel 4 lid 8 opgenomen verdeelsleutel. Deze kosten worden jaarlijks tussen Gebiedspartners verrekend op basis van de werkelijk gemaakte kosten, een en ander met inachtneming van het in dit Akkoord bepaalde.
3. In de begroting wordt door de Stuurgroep voor het Ontwerpend Onderzoek (inclusief het opstellen van het Gebiedsperspectief) en de aanstelling van een Onafhankelijk Procesmanager tezamen € 550.000 beschikbaar gesteld door de Gebiedspartners (€ 300.000,- Ontwerpend Onderzoek en € 250.000,- procesmanager). Uitgangspunt is dat dit een taakstellend budget is waarbij voortdurend kritisch wordt gekeken naar de uitgaven. Het verhogen van het budget behoeft instemming van de Stuurgroep.
4. Geen van de Gebiedspartners is bevoegd uitgaven te doen ten laste van de begroting of voor de uitvoering van taken, overeenkomsten met derden aan te gaan met uitzondering van het gestelde in artikel 4 lid 10.
5. Kosten welke niet op de begroting staan, worden behoudens het in het vorige lid bepaalde, gedragen door de partij aan wiens zijde de betreffende kosten verschijnen.
6. Gebiedspartners stellen om niet voldoende uren beschikbaar voor bemensing van het Gebiedsteam en Kernteam. Eigen uren van de Gebiedspartners zijn niet verrekenbaar/ komen niet ten laste van de begroting.
7. De provincie Utrecht treedt op als Kassier. De Kassier is verantwoordelijk voor de administratieve afhandeling, conform artikel 4, lid 3, van de kosten. Kosten gemaakt door andere partijen die vallen binnen de kaders van deze overeenkomst worden door de Provincie Utrecht meegenomen in de financieel – administratieve afhandeling. Dit kan alleen als dit binnen de begroting valt die door de Stuurgroep is vastgesteld.
8. Partijen spreken de volgende verdeelsleutel af:
- Ministerie van Defensie: | 50% |
- Provincie Utrecht: | 20% |
- Gemeente Soest: | 5% |
- Gemeente Zeist: | 5% |
- Gemeente Amersfoort | 5% |
- Gemeente Leusden | 5% |
- Waterschap Vallei en Veluwe | 6.7% |
- Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden | 3.3% |
Van deze verdeling kan alleen worden afgeweken indien de Stuurgroep besluit, na onderling overleg, hiervan af te wijken.
9. De Provincie treedt op als opdrachtgever, en dus als aanbestedende dienst, voor de inzet van externe partijen voor de uitvoering van het Ontwerpend Onderzoek. De gemeente Soest treedt op als opdrachtgever, en dus als aanbestedende dienst voor de inzet van de Onafhankelijk Procesmanager.
10. De Provincie als aanbestedende dienst voor het Ontwerpend Onderzoek, dan wel de gemeente Soest als aanbestedende dienst voor de Onafhankelijk Procesmanager, is verantwoordelijk voor de (budget)bewaking van de verleende opdracht en zal het contractmanagement verzorgen. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de aanbestedende dienst vormt de basis voor de aanbesteding en de relevante wet- en regelgeving wordt in acht genomen.
11. Indien gewenst kan voor een specifieke opdracht worden besloten dat een andere Gebiedspartner dan de Provincie voorziet in de inzet van een externe partij. Dit vraagt instemming van de Stuurgroep. Artikel 4 lid 5 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5 Onderlinge facturering
1. De Kassier int per jaar achteraf de bijdrage van de Gebiedspartners op basis van de verdeelsleutel (als bedoeld in artikel 4, lid 8) en vastgestelde begroting. Hierbij zal ook een verrekening plaatsvinden van partijen die kosten maken binnen de door de Stuurgroep vastgestelde begroting.
2. Gebiedspartners zorgen dat de Kassier uiterlijk 30 oktober van ieder jaar de juiste inkoopgegevens heeft ten behoeve van de onderlinge facturering.
3. De eindfactu(u)r(en) word(t)(en) door de Kassier jaarlijks uiterlijk 1 december van ieder jaar bij de andere Gebiedspartners ingediend, zodat de onderlinge financiële afhandeling binnen het betreffende kalenderjaar kan plaatsvinden. Als bijlage bij de eindfactu(u)r(en) worden de ontvangen facturen van externe partijen bijgevoegd.
4. Gebiedspartners voldoen de facturen binnen 2 maanden.
Artikel 6 Algemene afspraken van Gebiedspartners in het kader van de samenwerking
1. Gebiedspartners behouden hun autonomie. Xxxx Xxxxxxxxxxxxxx is en blijft verantwoordelijk voor het eigen beleid en de eigen werkzaamheden en om de noodzakelijke maatregelen voor het eigen verzorgingsgebied te nemen.
2. Gebiedspartners spannen zich over en weer maximaal in al datgene te doen, hetgeen hun samenwerking zoals voorzien in dit Akkoord zal kunnen bevorderen. Daarbij spannen Gebiedspartners zich over en weer maximaal in datgene na te laten hetgeen hun samenwerking zoals voorzien in dit akkoord zal kunnen belemmeren.
3. Gebiedspartners spannen zich ervoor in, indien hun inbreng in de samenwerking mocht worden vertraagd of verhinderd, tijdig met elkaar in overleg te treden om gezamenlijk te bezien of en zo ja, op welke wijze alsnog voldoende inbreng kan worden geleverd.
4. Gebiedspartners zullen bij het verwerken van persoonsgegevens de Algemene Verordening Gegevensbescherming naleven. Indien er (bijzondere)
persoonsgegevens verwerkt zullen worden dan zorgen partijen ervoor dat er een verwerkersovereenkomst wordt gesloten.
Artikel 7 Communicatie
1. Gebiedspartners stemmen alle externe communicatieve uitingen over de gebiedssamenwerking onderling af. Er wordt daartoe een communicatie- en participatieplan opgesteld.
Artikel 8 Looptijd en wijzigingen
1. Dit Akkoord treedt de dag van ondertekening door de laatste Gebiedspartner in werking.
2. Dit Akkoord eindigt uiterlijk twee (2) jaar na de inwerkingtreding of zoveel eerder als het beoogde resultaat als beschreven in artikel 1 lid 6 behaald is. Uiterlijk drie
(3) maanden voor deze einddatum wordt door de Gebiedspartners besloten tot al dan niet verlenging van het Akkoord en onder welke voorwaarden.
3. Wijzigingen van of aanvullingen op dit Akkoord moeten schriftelijk geschieden en vergen ondertekening door alle Gebiedspartners.
4. Een Gebiedspartner kan eenzijdig besluiten tot uittreding van de met dit Akkoord beoogde samenwerking. Het voornemen tot uittreding wordt door de betreffende Gebiedspartner minimaal twee maanden van tevoren schriftelijk kenbaar gemaakt aan de overige Gebiedspartners. In het geval van eenzijdige uittreding maakt de Stuurgroep afspraken over de financiële en overige gevolgen van uittreding. Xxxxxx die rechtstreeks voortvloeien uit de uittreding komen ten laste van de uittredende Partner(s). Deze kosten worden met deugdelijke onderbouwing vastgesteld door de Stuurgroep. De kosten die na uittreding in rekening worden gebracht kunnen niet hoger zijn dan de toegezegde financiële bijdrage als bedoeld in artikel 4 lid 8. Indirecte kosten komen niet ten laste van de uittredende partner.
Artikel 9 Geschillen
1. Partijen zullen zich inspannen om te voorkomen dat er geschillen ontstaan ter zake de totstandkoming, uitleg of uitvoering van dit Akkoord.
2. Indien een van de Partijen meent dat sprake is van een geschil over (de uitvoering van) dit Akkoord, meldt deze dat schriftelijk aan de Stuurgroep.
3. Partijen treden alsdan met elkaar in overleg en spannen zich in het geschil in onderling overleg op te lossen.
Bestuurlijk Akkoord Gebiedssamenwerking A tot Z
(Amersfoort tot Zeist)
ONDERTEKENING
Het ministerie van Defensie ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Staatssecretaris van Defensie, de heer xxx
Plaats:
Datum:
Handtekening:
Provincie Utrecht ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door gedeputeerde, de xxxx Xxxx xxx Xxxxx
Plaats:
Datum:
Handtekening:
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door hoogheemraad, xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx
Plaats:
Datum:
Handtekening:
Waterschap Vallei en Veluwe, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door heemraad, de heer Xxxx xxx Xxxxxx
Plaats:
Datum:
Handtekening:
Gemeente Amersfoort, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder, de xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx
Plaats:
Datum:
Handtekening:
Gemeente Leusden, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder, de xxxx Xxx Xxxxxx
Plaats: Datum: Handtekening:
Gemeente Soest, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder, xxx