VOORTGEZET VRIJESCHOOLONDERWIJS
Scholengemeenschap voor
VOORTGEZET VRIJESCHOOLONDERWIJS
XXXXXXXXXXXXXXXX 00, XXXXXXXX
024 382 04 60 / XXX.XXXXXXXXXXX.XX XXXX@XXXXXXXXXXX.XX
IBAN: XX00 XXXX 0000 000 000
SCHOOLPLAN 2022–0000
XXXXXXXXXXxXxXxxXxXXxXxXXxXxXxxXxXXxxXxXxXxXXxxXXxXx
INLEIDING
Ons schoolplan beschrijft de bedoeling, de ambitie en de voorwaarden die de komende vier jaar vorm en richting geven aan de schoolontwikkeling. Het is feitelijk een concretisering van het strategisch beleidsplan van de stichting SGVVS en legt uit wat we gaan doen en hoe we dat gaan aanpakken. Om
een aantal recente en essentiële ontwikkelingen nog te kunnen meenemen, hebben we wat meer tijd genomen dan we ons aanvankelijk hadden voorgeno- men.
We zien dat onze school zich doorlopend ontwikkelt en een schoolplan is dus in zekere zin ook een momentopname. Toch beschrijven we graag de richting die we opgaan en alle initiatie- ven die daaraan bijdragen, zodat alle betrokkenen en geïnteres- seerden weten welke koers we hebben uitgezet in de opdracht om rijk, divers en eigentijds vrije- schoolonderwijs te realiseren.
Het samenstellen en publi- ceren van een schoolplan is tegelijkertijd ook een wettelijke verplichting. Iedere school moet doelstellingen en ambities for- muleren en over de ontwikkeling daarvan communiceren. Vanuit onze achtergrond en visie doen we dat graag vanuit de kern- waarden die we onlangs met elkaar hebben onderzocht en in drie krachtige woorden als de ‘essentie’ hebben vastgesteld: verbinding, verantwoorde- lijkheid, ontwikkeling. Deze waarden vormen de basis en het uitgangspunt voor het werk dat wij ons in dit schoolplan voor- nemen.
Juni 2023
2 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx Xxxxxxx 0000 - 0000 Xxxxxxxxxx Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 3
ONDERWIJS IS ALS HET WARE EEN REIS
Het Xxxxx xx Xxxxx College staat voor een evenwichtige, persoonsvormende ontwikkeling van elke leerling. Met het woord ‘evenwichtig’ willen we de nadruk leggen op de ontwikkeling van leerlingen in de volle breedte. Onderwijs is voor ons een middel en geen doel. We zoeken de balans tussen dat wat geleerd móet worden en de ontwikkeling van de persoon.
Persoonsvorming draait om de vraag: wie ben ik? We beschouwen het als onze opdracht om leerlingen zo te begeleiden dat zij zichzelf kunnen worden, zelf keuzes kun- nen maken en verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf en de wereld om hen heen. Leren nadenken over hoe je
in de wereld kan zijn, zonder jezelf in het middelpunt van de wereld te plaatsen. Het gaat erom dat je als volwassen (verantwoordelijk) persoon een bestaan leeft waarin je je eigen verlangens bekijkt, bevraagt en onderzoekt, en die verlangens kunt ombuigen naar verlangens die ook wen- selijk kunnen zijn voor de andere mensen met wie je in de wereld bent. We helpen leerlingen op weg in dit proces en spiegelen aan wat wij bij hen waarnemen, om hen te
helpen een beter zicht op zichzelf te krijgen en een gezond oordeelsvermogen te ontwikkelen. Wij willen de leerling begrijpen in de loop van hun ontwikkeling gedurende de verschillende leeftijdsfasen en hierop inspelen zodat we steeds de juiste vraag op het juiste moment stellen.
De overtuiging van waaruit wij onder- wijs verzorgen is gebaseerd op een mensbeeld, een wereldbeeld en een levensbeschouwing. Dat maakt dat onze visie soms afwijkt van die van de over- heid of maatschappelijke stromingen, waarbij ons inziens het onderwijs vaak te eenzijdig wordt afgerekend op het beha- len van resultaten volgens vastgestelde normen. Onze ambitie is dan ook breder. Wij bieden leerlingen graag sociale en persoonlijke oefen- en ontwikkelruimte, op hun weg naar volwassenheid. Daarom besteden we expliciet tijd en aandacht aan ‘de traditie’ en ‘de persoon’. De opbrengsten daarvan zijn niet altijd meet- baar, maar weldegelijk waarneembaar en navolgbaar.
Zo is onderwijs voor ons als het ware een reis, maar wel één met een essen- tiële bestemming. We reizen stap voor stap, in evenwicht, op weg naar beter. In het Japans is een woord voor deze werkwijze, daar heet het Kaizen: 'veran- dering' (kai) om 'goed te worden' (zen).
Zo kan het evenwicht worden bewaard gedurende een reis waarbij het draait om ontwikkeling, door talloze ontmoetingen, belevenissen, uitdagingen, successen
en waarbij iedere reiziger steeds verant- woordelijkheid neemt en doorlopend de verbinding zoekt met de andere reisge- noten.
Xxxxx Xxxxxxxxx (rector KGC)
4 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 5
VERBINDING
Missie, visie en kernwaarden scholengemeenschap SGVVS
Missie
De inspiratie van het vrijeschool- onderwijs vindt zijn oorsprong in inzichten van de grondlegger van de antroposofie, Xxxxxx Xxxxxxx, die we in de dagelijkse ontmoe- ting met onze leerlingen, met
de samenleving en met andere inspiratiebronnen voortdurend willen ontwikkelen. In de geest van Xxxxxxx stellen we dat onze pedagogie een onvervreemdbare kern kent: de gedachte dat ieder mens zijn eigen unieke levensweg gaat en dat hij zich daarbij laat leiden door, vaak onbewuste, idealen. Het vrijeschoolonderwijs wil de opgroeiende mens helpen om deze idealen te verhelderen en te ontwikkelen. Alleen wanneer het onderwijs volop aandacht besteedt aan de onderlinge samenhang tussen materiële, sociale en ideële motieven zal de jonge mens met enthousiasme leren. Dan kan de jonge mens vanuit zijn gewekte idealen de toekomstige samenleving mede vormgeven.
Kernwaarden
• Ontwikkeling van onderwijs en medewerkers
Hier werken we aan.
• Spirituele visie op de mense- lijke ontwikkeling
Dit is voor ons de bron van wijsheid.
• Kunstzinnig pedagogie: op- voedkunst
Hierin willen wij bekwaam zijn.
• Open en veilige leergemeen- schap
Dit is voor ons voorwaardelijk om tot ontwikkeling te komen, een inclusieve gemeenschap waarin geldt: iedereen wordt gezien, iedereen hoort erbij en iedereen doet ertoe.
Visie
• Wij vormen een uitdagende leergemeenschap van me- dewerkers, leerlingen en ouders.
• Wij vormen een school met wortels in de antroposofi- sche menskunde en met een visie op eigentijds vrijeschool- onderwijs.
• Wij staan actief in de wereld en komen op voor de peda- gogische ruimte.
• Wij zien de docent als ont- werper van de lesinhoud.
Pedagogische opdracht van het KGC
We streven in opvoeding en onderwijs naar een zo breed mogelijke ontwikkeling van men- selijke capaciteiten. Daarbij gaat het niet alleen om het verwerven van kennis, maar vooral ook om de ontwikkeling van sociale en kunstzinnige vermogens en het verkrijgen van ambachtelijke en technische vaardigheden. Hier- mee leggen we een stevige basis voor het latere leven van de leer- ling en voor het functioneren in de samenleving. We gaan ervan uit dat ieder mens in het leven een eigen bedoeling heeft en er innerlijk vrij naar streeft om die bedoeling te ontdekken en waar te maken. Opvoeding en onder- wijs ondersteunen daarbij. Dit vraagt van opvoeders kennis en inzicht in de verschillende levens-
fasen die de opgroeiende mens doormaakt en het vermogen om waar te nemen wat elke leerling aan mogelijkheden in zich draagt.
Een leerling komt op school om dingen te leren, zodat hij later goed "toegerust" een plaats in de samenleving kan innemen. Maar er valt niet precies te voorzien hoe die samenleving eruit zal zien en om welke kennis en vaardigheden zal worden gevraagd. Daarom leggen de vrijescholen veel na- druk op eigenschappen die voor leerlingen van belang zijn om zich later blijvend te willen en te kun- nen ontwikkelen. Het leerplan van de vrijeschool is zo opgebouwd dat alle vakken in hun onderlinge samenhang deze ontwikkeling ondersteunen. Op intellectueel, creatief, ambachtelijk en sociaal gebied worden de leerlingen uit- gedaagd om hun persoonlijkheid te ontplooien. Leerstof is daarbij steeds een middel en ontwikke- ling het doel.
Door alle jaren heen streven wij naar een evenwichtige ont- wikkeling van het cognitieve,
gevoelsmatige en het praktische domein. Al naar gelang de ontwik- kelingsfase, zal de nadruk meer kunnen liggen op het aanspreken van de motoriek (o.a. bewegings- zin), de ontwikkeling van het gevoelsleven als basis voor het sociale en het kunstzinnige en de ontwikkeling van een praktisch, theoretisch, genuanceerd en individueel denk- en oordeels- vermogen in de laatste jaren van de schoolloopbaan. Opvoeding en onderwijs moeten zo de basis
leggen voor innerlijke vrijheid, ver- antwoordelijkheid en moraliteit. Onze pedagogische grondhou- ding en werkwijze worden in
hoge mate bepaald door ons mensbeeld en de daaruit voort- komende visie op de ontwikkeling van kinderen en jong volwasse- nen. De antroposofie is voor ons
daarbij een belangrijke bron van inspiratie, maar geen leerstof. We willen immers in vrijheid tot vrij- heid opvoeden.
De onderwijskundige opdracht van het Xxxxx xx Xxxxx College
Onze onderwijskundige opdracht is af te lezen uit de vormgeving en inrichting van het onderwijs.
Lesstof
De lesstof is steeds een middel waarmee de jonge mens zich kan ontwikkelen. Niet alleen de exa- meneisen, maar vooral inzicht in de ontwikkeling van de mens be- palen het aanbod van vakken en vakinhouden. Dat heeft geleid tot de opneming van vakken in het rooster die elders in het Neder- landse onderwijs niet of in geringe mate worden gegeven. Voor-
beelden daarvan zijn: koorzang, euritmie: een bewegingskunst op gesproken woord en muziek (klas 7 t/m 10 en daarna als kunstspe- cialisatie), landmeten (klas 10),
kunstgeschiedenis (klas 9, 10, 12), filosofie (klas 11), architectuur (klas 12), projectieve meetkunde (klas 11), wiskundige geografie (klas 11) en wiskunst (klas 12).
Periode-onderwijs
Een van de opvallende kenmer- ken van het vrijeschoolonderwijs is dat een deel van de meer theoretisch gerichte vakken in zogenaamde periodevorm wordt gegeven. Dit betekent dat de leer- lingen drie weken lang gedurende het eerste lesuur (90 minuten) van iedere schooldag intensief met een onderwerp (vak) bezig zijn.
Eigen klas
Gedurende de zes, vijf of vier leerjaren blijven de leerlingen, zoveel als mogelijk is, bij hun leeftijdgenoten in hun eigen klas. Uiteenlopende talenten worden
ervaren, waardoor de leerlingen met verschillende mogelijkheden en eigenschappen leren omgaan. Vanaf de 9e klas (3e leerjaar) worden de leerlingen voor al het
onderwijs in niveaugroepen ge- plaatst op grond van een indicatie van het (verwachte) niveau: mavo (t/m klas 10), havo (t/m klas 11) en vwo (t/m klas 12).
Uitstroomvarianten
Het Xxxxx xx Xxxxx College biedt de volgende drie uitstroomvarian- ten (leertrajecten) aan:
• mavo (middelbaar alge- meen vormend onderwijs / voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, theoreti- sche leerweg)
• havo (hoger algemeen vor- mend onderwijs)
• vwo (voorbereidend weten- schappelijk onderwijs)
Op grond van de gekozen variant wordt gekeken en zo nodig bijge-
Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026
6 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 7
steld of aan de ontwikkeling van de leerling recht wordt gedaan om zo een passend leertraject blijvend te realiseren.
Naast het aanbod van vakken waarin de leerlingen examen doen (PTA-vakken), krijgen leer- lingen een omvangrijk aanbod van kunstzinnig en ambachtelijk onderwijs: vakken als schilderen, muziek, toneel, handenarbeid en euritmie (bewegingskunst). Deze vakken zijn niet alleen bedoeld om de creativiteit te stimuleren, ze dragen ook bij aan een brede en evenwichtige persoonsvor- mende ontwikkeling. Of, zoals het ook wel wordt genoemd, aan de ontwikkeling van hoofd (verstand), hart (gevoel) en handen (daad- en scheppingskracht).
ONTWIKKELINGS- GERICHT
Doelen strategisch plan SGVVS
De formele doelstelling van de scholengemeenschap SGVVS, waar het KGC onderdeel van uit- maakt, is om vrijeschoolonderwijs te verzorgen voor de leerlingen die ons zijn toevertrouwd. De verschillende scholen doen dat
in hoge mate zelfstandig, binnen de kaders en regels zoals die gelden voor het bekostigde Ne- derlandse onderwijs, aan de hand van een eigen schoolplan. Voor de scholengemeenschap zien
wij de volgende vier opdrachten die belegd zijn bij de bestuurder en worden uitgevoerd in samen- werking en samenspel met de verschillende scholen:
• Borgen van de continuïteit van het onderwijs op de scholen
• Vervullen van de werkgeversrol
• Verzorgen van een centrale dienst
• Samen leren en ontwikkelen op de volgende thema’s:
• Vrijeschool-onderwijskwaliteit
• Werkplezier, in de school en in de klas
• Kwaliteit in leidinggeven en samenwerken
De vier scholen dragen de eigen en de onderlinge verantwoordelijk- heid en aansprakelijkheid voor de continuïteit van het onderwijs. In het borgen van de continuïteit van het onderwijs op de scholen leg- gen wij de komende jaren de focus op cyclisch werken. Dit doen we om het kwaliteitsbewustzijn wakker te houden, door zorgvuldig te kijken naar hoe het is, dit te delen met betrokkenen en vervolgens vast te leggen en te volgen hoe het zo nodig beter kan. Zo willen we het lerend vermogen in de scholengemeenschap onderhouden en vergroten.
De ontwikkelagenda van het KGC
De ontwikkelagenda van het KGC is een doorvertaling van de doelen uit het strategisch plan van de stichting SGVVS. De ontwikkelagenda past in het strategisch meerjarenplan, dat steeds een vierjarige perio- de bestrijkt en waarbij de voortgang middels viermaandsrapportages wordt gevolgd, geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. De ontwikke- lagenda van het KGC kent de volgende resultaten met bijbehorende processen:
Resultaat | Proces |
Optimaal rooster- en inzetsysteem | Gespreid leiderschap |
Eigentijds vrijeschoolonderwijs | Resultaatverantwoordelijke eenheden |
Duurzaam schoolgebouw met ruimte voor ontmoeting en uitwisseling | Dynamische professionele leergemeenschap |
Hieruit komen zes ambities naar voren waar het KGC dagelijks aan werkt:
• De kwaliteit en de continuïteit van het onderwijs borgen
• Eigentijds vrijeschoolonderwijs ontwikkelen
• Een onderwijsgebouw realiseren dat leren, samenwerken en ontspannen faciliteert
• Het onderwijsproces adequaat ondersteunen met behulp van systemen
• Een professionele leergemeenschap vormen met gespreid leider- schap en resultaatverantwoordelijke eenheden
• Vrijeschoolonderwijs uitdragen als een krachtige samenwerkings- partner in de regio
De kwaliteit en de continuïteit van het onderwijs borgen
De kwaliteit en continuïteit van het onderwijs heeft doorlopend onze aandacht. In de borging ervan maken wij dankbaar gebruik van de mogelijkheden
en faciliteiten die het Nationaal Programma Onderwijs en de Subsidie Basisvaardigheden ons bieden.
Nationaal Programma Onderwijs
Het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) heeft ons de mogelijkheid gegeven extra in te zetten op onderwijskwaliteit, om zo de gevolgen van de coronacri- sis op te vangen en leerlingen toe te rusten op de periode na co- rona. Om de middelen doelmatig in te zetten hebben we ruim twee jaar geleden een schoolscan laten uitvoeren door BVS schooladvies
(2021). Dit was een onderzoek waarin de ervaringen, behoeften en wensen van leerlingen en do- centen centraal stonden. Op basis van dit onderzoek hebben wij vier
hoofdthema’s vastgesteld: ver- sterken van het mentoraat, de executieve functies, de cognitie en energie in het onderwijs. Vervol- gens hebben we op deze thema’s zorgvuldig diverse interventies gekozen en ingezet. In schooljaar 2021- 2022 zijn deze interventies geïmplementeerd, gemonitord en waar nodig bijgestuurd. In 2022 zijn de verschillende interventies geëvalueerd door BVS-school- advies middels, wederom, een onafhankelijk onderzoek. De resultaten met bijbehorend ad- vies uit dit onderzoek vormen
de basis voor het NPO-project van schooljaar 2022 - 2023. Een aantal interventies is inmiddels
afgerond. Een aantal bewezen “parels” behouden en versterken we. Daarin voelen we ons gesterkt door het advies van de onafhan- kelijke begeleidingscommissie NPO (Platform Perspectief Xxx- xxxxx): ‘Onderwijsresultaten zijn belangrijk, maar op dit moment heeft het herstellen van de peda- gogische relatie, de leermotivatie en het bieden van perspectief
Subsidies Nationaal programma onderwijs (NPO) | Versterken mentoraat Cognitief bijspijkeren Executieve functies leren toepassen Energie in het onderwijs ervaren |
Basisvaardigheden versterken | Behouden Evalueren Ontwikkelen |
aan leerlingen de hoogste prio- riteit.’ (VO-raad, 2022). Dit advies motiveert ons om, naast de interventies op cognitief gebied, ons blijvend in te zetten voor interventies op het gebied van het
versterken van het mentoraat, ex- tra ondersteuning voor leerlingen op het gebied van de executieve functies en het creëren van meer energie in het onderwijs, zowel voor leerlingen als voor mede- werkers.
Basisvaardigheden
Voor het versterken van de basis- vaardigheden (taal en rekenen) ontvingen wij een ruime subsidie. Wij gaan dit geld doelmatig en duurzaam inzetten door de ba- sisvaardigheden in het onderwijs nog beter tot hun recht te laten komen voor onze leerlingen.
We richten daarvoor een groot samenhangend project in, dat
8 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 9
afgestemd is op de onderwijsontwikkeling. De schoolleiding, pro- jectleider en BVS vormen het projectteam dat sturing geeft aan het proces. Zij zorgen voor de uitvraag en activering van diverse secties en bevragen het gehele college om een volledige analyse te kunnen doen. Zodoende wordt bij de analyse gebruik gemaakt van de collec- tieve kennis binnen het college en wordt er daadwerkelijk ingezet op de behoefte. De werkgroepen waar men zich aan kan committeren, bestaan idealiter uit afgevaardigden van diverse secties en zullen in proces ondersteund worden door de projectgroep. De projectgroep zorgt voor gerichte uitwisseling tussen de diverse werkgroepen en overige reeds bestaande projectgroepen en monitort de voortgang.
Door op deze manier het gehele college te betrekken en daarmee in te spelen op wat leeft en nodig is, wordt draagvlak geborgd. De cyclische analyse op de leerlingresultaten (en de mogelijke interven- ties die hieruit voortkomen) zullen de monitoring, ook na afloop van de subsidie, voor zowel taal als rekenen mogelijk maken. De manier
waarop deze monitoring plaatsvindt, wordt beschreven in het taal- en rekenbeleid.
Eigentijds vrijeschoolonderwijs ontwikkelen
Onderwijsontwikkeling
Vrijeschoolpedagogiek Toetsing en afsluiting Lesmethode Vakoverstijgend werken
Het waarom van de onderwijsontwikkeling in samenhang met de ontwikkelagenda.
• Het huidige onderwijs is te duur in verhouding tot het duurzaam kunnen onderhouden van het schoolgebouw:
• Te veel kleine lesgroepen
• Te volle lessentabellen
• Te groot en divers vakkenaanbod
• Het huidige onderwijs is niet optimaal te roosteren voor leerlin- gen en docenten:
• Het jaarrooster is erg intensief voor docenten
• ‘Hoofd, hart en handen’ zijn onvoldoende in balans voor de leerlingen gedurende de schooldag en -week
• Het aantal toetsen is zo omvangrijk, dat er geen gezonde spreiding valt te realiseren
De afgelopen tweeëneenhalf jaar hebben we een beweging van on- derwijsherziening naar onderwijsontwikkeling gemaakt. Van ideeën over, en concrete plannen voor een duidelijke, nieuwe structuur naar de ontwikkelbehoeften van ieder individu, op basis van de essentie. Deze essentie is opgehaald in een tiental sessies met collega’s onder begeleiding van een externe deskundige.
De opbrengsten van de individuele behoeften zijn vervolgens geclus-
terd i.s.m. de klankbordgroep tot een logische clustering naar vier ontwikkelthema’s:
• Vrijeschoolpedagogiek
• Toetsing en afsluiting
• Lesmethode
• Vakoverstijgend werken
Daarnaast zijn vele gesprekken gevoerd met collega’s, waar ook signalen over zorgen en angsten hebben mogen klinken. Deze zorgen en angsten kunnen aan de hand van de essentie vertaald worden naar een ontwikkelbe- hoefte: welke ontwikkeling wil je teweeg brengen? Waar neem je verantwoordelijkheid voor? Niet werken aan concepten, maar inzichten opbouwen uit levende ervaringen. Op deze manier ontstaat een palet aan ontwik- kelbehoeftes, vanuit het college, vanuit ieder individu. De project- groep bewaakt het inhoudelijke speelveld en houdt vanuit de es- sentie zicht op visie, samenhang en focus. Daarnaast draagt zij zorg voor terugkoppeling en ver- binding met het gehele college op organisatorische vergaderingen. Om onderwijs te ontwikkelen, is er naast tijd ook ruimte nodig.
Ruimte, zodat collega’s op een vast moment met elkaar aan de slag kunnen. En dit bij voorkeur in korte, intensieve werksessies in een hoge frequentie: ontwik- keling is immers een dynamisch en organisch proces. Verder is het van doorslaggevend belang dat deze werkzaamheden ‘er niet nog eens bovenop komen’, maar passen binnen ieders aanstelling.
Daarom is er iedere maandagoch- tend het eerste lesuur, anderhalf uur ruimte en tijd voor collega’s gereserveerd die aan de slag wil- len met onderwijsontwikkeling.
Op dit eerste lesuur worden collega’s die dit willen, vrijgesteld van hoofdonderwijs, om zo te kunnen werken aan de ontwikkelbehoefte. Leerlingen zijn in die gevallen het eerste uur vrij en kunnen thuis, of op school ontspannen of studeren. Of de individuele ontwikkelbehoefte passend is, bespreekt iedere docent van tevoren met de projectgroep onderwijsontwikkeling en wordt afgestemd met zijn/haar direct leiding- gevende.
Een onderwijsgebouw realiseren dat leren, samenwerken en ontspannen faciliteert
Huisvesting | Luchtkwaliteit in iedere lesruimte op orde. Gebouwaanpassingen die samenwerken, studeren en ontspanning faciliteren. Achterstallig groot onderhoud efficiënt integreren in verbouwingstraject. Onderwijs moet continue doorgang vinden tijdens verbouwing. |
In oktober 2019 startte de projectgroep ‘verbouwing en verduurza- ming KGC-schoolgebouw’. De projectgroep bracht de actuele situatie van het gebouw en de ambities in kaart, o.a. door interne advies- en meedenkrondes. Parallel daaraan werkte de projectgroep aan de uitvoeringskaders om tot een masterplan te komen met de volgende ambities:
Verbondenheid
Om de verbondenheid van alle onderwijssecties met de organisatie te kunnen waarborgen vormt ze het uitgangspunt bij alle aanpassingen die in organisatie en gebouw plaatsvinden.
Klimaatverbetering
Mede met inzet van de verkregen middelen uit de SUVIS-subsidie wordt het comfort in alle onderwijsruimten verbeterd. Door het inpas- sen van ventilatie (met warmteterugwinning) en het verbeteren en verduurzamen van een aantal bouwkundige gebouwdelen (isoleren zoldervloer) moet straks het binnenklimaat het hele jaar door aange- naam zijn om te kunnen werken en elkaar te ontmoeten.
Herschikking gebouw
Het masterplan laat op hoofdlijnen zien op welke wijze gebouw
en ruimtebehoefte op elkaar kunnen worden afgestemd. Enkele in het oog springende verbeteringen zijn het clusteren van disciplines, meer ruimte voor leerlingen om te pauzeren en te werken, het voor onderwijs bruikbaar maken van de bestaande fietsenkelder en het verbeteren van de doorstroming naar het aulagebouw.
Uitstraling
De verschillende aanpassingen en verbeteringen worden zo vorm- gegeven dat ze passen in de uitstraling en sfeer van het huidige schoolgebouw. Het plan voorziet niet in de integrale beoogde upgra- ding van het gebouw, eventuele meevallers in de verbouwing en/of aanvullende middelen, zullen hiervoor aangewend worden.
10 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 11
Het masterplan heeft inmiddels instemming van alle geledingen van de medezeggenschap. Door de enorme prijsstijgingen is in juli 2022 besloten het gehele project ‘op pauze’ te zetten, totdat deze weer genormaliseerd zijn of totdat het ministerie extra subsidies verstrekt
zodat de verbouwing gerealiseerd kan worden binnen financieel draag- bare kaders. Doordat de bouwprijzen in 2023 hoog, maar inmiddels gestabiliseerd zijn, de lonen zijn gestegen en de Suvis-subsidie veilig moet worden gesteld, wordt het masterplan gefaseerd uitgevoerd.
Zo wordt gestart met de bouwdelen A (Aula) en E (Wedren), die voor augustus 2024 worden opgeleverd, zodat de Suvis-subsidie is veilig- gesteld.
Het onderwijsproces adequaat ondersteunen met behulp
Rooster en inzetsysteem | Rooster komend schooljaar gereed voor de zomervakantie. Hoofd – handen – hart op één dag en door de week heen. Minimaal 1 schooldag tussen dezelfde vakles. Maximaal 1 tussenuur op een dag en maximaal twee in de week. Implementatie van Xxxxxxx met roostering op leerlingniveau Duidelijke inbedding met vacatures en aanstellingen in het rooster en inzetsysteem |
vWaenwseyrksetnemaaennbetere roosters, conform boven beschreven uitgangs- punten. In dat kader hebben we een doorstroomschema ontworpen voor het gehele roosterproces, aan de hand van gesprekken die een projectleider met alle betrokkenen heeft gevoerd en alle bijbehorende bestanden die zij heeft geïnventariseerd. Dit doorstroomschema re- presenteert het roosterings- en formatieproces in een to-be situatie. Dit betekent dat het laat zien hoe het proces zou moeten verlopen, gebaseerd op een realistische situatie. Het doorstroomschema en
de routekaarten zijn er om overzicht te creëren in het totale proces, houvast te bieden gedurende het proces, inzicht te geven in de invloed van medewerkers en punten van aandacht mee te geven. In de voorlig- gende planperiode ontwikkelen we de systemen verder door en vullen we ze aan waar dat nodig is.
Een professionele leergemeenschap vormen met gespreid
Resultaatverant- woordelijkheid | Iedere medewerker heeft één direct leidinggevende Iedere medewerker werkt samen in één of meerdere eenheden Onderwijsinhoud en leerproces staan steeds centraal Het schoolleidingsteam geeft richting aan gespreid leiderschap |
leiderschap en resultaatverantwoordelijke eenheden
Enerzijds werken we samen om de continuïteit en kwaliteit van
het onderwijs op het KGC te waarborgen en anderzijds om eigentijds vrijeschoolonderwijs binnen een professionele leergemeenschap
te realiseren. Daarvoor hebben we een organisatiestructuur ingericht
waarbij we werken vanuit resultaatverantwoordelijke eenheden met een klein schoolleidingsteam die richting geeft aan gespreid leiderschap. Zo werken we binnen het KGC in wisselende samenstellingen,
met de bedoeling het vrijeschoolonderwijs blijvend te ontwikkelen en tot bloei te laten komen. Zo zijn er verschillende teams, commissies, werk- groepen en jaarlagen die de bedoeling leidend laten zijn in de vorm van hun samenspel. Dit vraagt regelmatige reflectie op zowel het systeem als het gedrag. Hierbij is het belangrijk dat processen transparant verlopen voor leerlingen en medewerkers, zodat er bewegingsvrijheid ontstaat voor regelruimte en de betekenisvolle dialoog. Voor medewerkers is deze be- tekenisvolle dialoog. Voor medewerkers hebben we deze betekenisvolle dialoog naast het vele informele contact ook formeel georganiseerd. Op de maandagmiddagen vanaf 16:00 uur worden vooral ontwikkelgerichte bijeenkomsten gepland, zoals overleg opleidingsschool, de pedagogische werkgroep en het pedagogisch team. Tevens organiseren we cursussen, leerateliers en een studiegroep menskunde. Op de donderdagmiddagen vanaf 16:00 uur staan de overleggerichte bijeenkomsten gepland met een opmaat en een duidelijke vierdeling in vergaderingen, steeds vanuit een andere dimensie van de school: de pedagogische vergaderingen waar de leerling centraal staat, de sectievergaderingen waar het vak centraal staat, de jaarlagenvergadering waar de docent centraal staat en de organisatori- sche vergadering waar de organisatie centraal staat.
Vrijeschoolonderwijs uitdragen als een krachtige
Samenwerkingspartner | Stichting scholengemeenschap Vrijescholen en Waldorfscholen Samenwerkingsverbanden Opleiden en onderzoek |
samenwerkingspartner in de regio
Het KGC wil zich profileren als samenwerkings- en kennispartner op het gebied van voortgezet (vrijeschool)onderwijs. Door met verschillende onderwijsinstellingen en scholen samen te werken, kan het KGC enerzijds haar eigen onderwijs verstevigen en anderzijds kan zij zich als organisatie ontwikkelen richting een netwerkorganisatie die in verbinding staat met de wereld om haar heen. Zo komen nieuwe inzichten en initiatieven beter tot hun recht en blijft het KGC toekomstbestendig door in continue dialoog te treden met haar (directe) omgeving waar ze deel vanuit maakt.
De initiatieven en samenwerkingsverbanden zijn in te delen in de volgende categorieën met daarbij passende doelstellingen en structuren.
• Stichting scholengemeenschap
Het bestuurlijk overleg SGVVS, waar het KGC onderdeel vanuit maakt, vindt eens in de zes weken plaats met de bestuurder en de rectoren van de Stichtse vrijeschool, Novalis en het KGC. Steeds roulerend op één van de drie locaties.
• Vrijescholen en Waldorfscholen
Vier keer per jaar wordt vergaderd met het vo-platform vrijescho- len. Deze worden vier keer per jaar georganiseerd in Zeist met alle
achttien vo-vrijescholen in Nederland.
Met de vrijeschoolinitiatie- ven uit Uden en Arnhem trekken wij samen op en maken we constructieve afspraken hoe de kwaliteit en de continuïteit van het vrijeschoolonderwijs te borgen, om zoveel mogelijk leerlingen de kans te bieden dit rijke en mooie onderwijs in de directe omgeving te
kunnen volgen. Tevens zijn er contacten met internationale waldorfscholen. Enerzijds door vertegenwoordiging van onze bestuurder in interna- tionale gremia en anderzijds op het vlak van docent en leerlinguitwisseling met India en Australië. Hier liggen veel kansen en mogelijkheden waar we in de toekomst
nog meer gebruik van willen maken.
• Samenwerkingsverbanden
In Nijmegen werken de
vo-scholen op zeer construc- tieve wijze samen in een drietal verbanden, namelijk het samenwerkingsverband waar de inrichting van de zorg op scholen met bijbe- horende bekostiging wordt vormgegeven. Maar ook
in bestuurlijke overleggen (Bevo en Bovo) waar geza- menlijk opgetrokken wordt bij de werving en selectie van leerlingen, maatschappelijke thema’s en bij besteding van subsidies die een regionaal effect kunnen hebben, zoals het lerarentekort.
• Opleiden en onderzoek
Hierbinnen wordt sa-
12 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx Xxxxxxx 0000 - 0000 Xxxxxxxxxx Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 13
mengewerkt met andere vo-scholen, mbo, hbo en de universiteit. Een mooie samenwerking betreft pas- sie voor leren waar met een aantal vo-scholen in Nijmegen, de Hogeschool
Arnhem en Nijmegen (HAN) en de Radboud Universiteit, studenten op school worden opgeleid tot startbekwame docenten. Zo heeft het KGC een opleidingsschool die ieder schooljaar tenminste 23 studenten begeleidt binnen stages, inductie en onderzoek.
Het KGC maakt tevens onderdeel uit van het Novia- netwerk waar samen met ROC Nijmegen en de vo- scholen in Nijmegen samen opgetrokken wordt hoe de doorstroom van vmbo-t naar het MBO kan worden versterkt.
VERANTWOORDE- LIJKHEID
De kwaliteit en verbetercyclus
Het KGC zorgt voor een onon- derbroken ontwikkelproces door gebruik te maken van zowel interne als externe kwaliteits- verbetercycli. Intern wordt dit uitgevoerd door eigen collega’s of door een extern bureau in
te zetten, zoals BVS (begelei- dingsdienst vrijescholen). Extern worden visitaties ingericht met de twee collega vo-vrijescholen van de stichting en vanuit het
landelijk platform vo- vrijescholen. Tenslotte is er natuurlijk ook een verplicht visitatiekader dat vanuit de onderwijsinspectie ingericht wordt.
Bij visitaties vanuit het vrijeschool- kader is het belangrijk dat de leden van de visitatieteams in de praktijk van de lessen op zoek gaan naar voorbeelden van socialisatie en subjectwording. Ze gaan vanuit objectiviteit en interesse op zoek naar datgene wat uniek is voor de school en de docent. Ze doorlopen daarbij de volgende stappen om tot een goed gewogen oordeel te kunnen komen:
• Allereerst nemen ze waar zon- der te oordelen
• Vervolgens verdiepen ze de waarneming in een gesprek,
• Toetsen en verdiepen van de waarnemingen en context bij enkele leerlingen
• Samen met de leerkracht gaan ze op zoek naar de in- tenties en de context van wat ze in de les hebben gezien
• Tenslotte brengen ze in beeld wat de effecten zijn op de socialisatie en subjectwording van de leerlingen
Deze wijze van werken karakte- riseert het vrijeschoolonderwijs. Ook hier willen wij graag het wezenlijke tot uitdrukking bren- gen en niet vanuit sympathie en antipathie de wereld om ons heen proberen te duiden. Uiteraard is deze werkwijze altijd in ons aan- wezig, maar het is onze opgave in het leven deze om te vormen tot waarachtige compassie.
Verreweg de meeste verbetercycli worden door collega’s van het KGC gedaan, waarbij aan de voorkant een duidelijk kader, tijd en mid- delen ter beschikking worden gesteld. We gaan hierbij planmatig te werk om een bepaald aspect van het onderwijs te verbeteren. Hierbij presenteren we het voor- stel op een passend podium, halen
advies op bij het college en pre- senteren we vervolgens een plan aan het managementteam. Na goedkeuring zal het plan ter advi- sering of instemming voorgelegd worden aan het passende mede- zeggenschapsorgaan. Daarna kan het plan omgezet worden in beleid en worden alle gremia passend geïnformeerd. Dit gaat middels de volgende communicatiekanalen: personeelsberichten, ouder- en leerlingberichten en de website.
BVS is als extern bureau voor een aantal complexe en uitdagende opdrachten ingezet om ons te helpen ook op deze vlakken con- structieve stappen te zetten. Zo heeft zij een 0- en tussenmeting gedaan voor het totale NPO- programma en evalueert zij in meerdere sessies het examenre- glement met bijbehorende PTA trajecten. Deze opdrachten voert zij vooral uit middels gestructu- reerde interviews met leerlingen, docenten en daar waar passend ouders. Ook zet zij dialoogsessies in om te kijken hoe inzichten met elkaar gedeeld kunnen worden om van daaruit een eerstvolgende adequate stap in de kwaliteit te kunnen zetten. Ook in de subsidie ‘versterken basisvaardigheden’ heeft zij een elementaire (ad- viserende) rol om deze gelden onderbouwd doelmatig en duur- zaam in te kunnen zetten voor het KGC.
Veilig werk en leerklimaat
Op het KGC wordt gewerkt met een schoolveiligheidsplan. Dit plan helpt bij het realiseren van een werkklimaat in de school waarin leerlingen en medewerkers zich veilig en op hun plaats voelen en waarin zij optimaal tot hun recht kunnen komen. Het schoolveilig- heidsplan is met name gericht op
de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de leerlingen en medewerkers. De school voert daarom tevens een actief arbeids- omstandighedenbeleid waarin veiligheid, gezondheid en welzijn van de medewerkers (docenten, directie en ondersteunende dien- sten) verder worden uitgewerkt.
Het schoolveiligheidsplan is onder meer gebaseerd op de Arbowet, het Arbobesluit en andere re- levante wet- en regelgeving. De doelstellingen van het schoolveilig- heidsplan worden in samenhang met de schooldoelstellingen geformuleerd. Dit gebeurt in over- leg met een afvaardiging van het personeel.
Het schoolveiligheidsplan wordt jaarlijks geëvalueerd. Gedrags- codes, regels, bijlagen etc., waar in het schoolveiligheidsplan naar wordt verwezen, worden steeds separaat vastgesteld. Om de kwaliteit van onze schoolveilig- heid te handhaven, worden op basis van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), duidelijke en werkbare korte- en langetermijn- doelen opgesteld. De RI&E wordt door de preventiemedewerker uitgevoerd onder leiding van de adviseur P&O. Resultaten worden aan de medezeggenschapsraad voorgelegd. De adviseur P&O bepaalt jaarlijks of gewijzigde om- standigheden een (gedeeltelijke) herhaling van de RI&E vereisen. In ieder geval wordt aandacht be- steed aan:
• de veiligheids- en werkin- structies voor leerkrachten en leerlingen
• werkgebonden risico’s, zoals agressie, geweld en stress
• het verzuimbeleid en de bij- behorende protocollen
• de ontwikkeling van het ziek- teverzuim op school
• de introductie van nieuwe medewerkers, stagiair(e)s en leerlingen
• sociale veiligheid die regel- matig op alle niveaus wordt geagendeerd
• jaarlijkse leerlingenenquête over de ervaren veiligheid op school
Loopbaanperspectief docenten
Wij ondersteunen ons onderwijs met een personeelsbeleid, dat enerzijds aandacht besteedt aan persoonlijke ontwikkelingswen- sen, in relatie staat tot onze visie en onze opvoedkunst bevordert, en anderzijds aan een werkomge- ving, waarin individuele impulsen en gemeenschapsvorming tot ontplooiing kunnen komen.
Begin 2022 heeft de bestuurder, in directe samenwerking met
de managementteams van de scholen, gewerkt aan een nieuw voorstel voor het schooljaar 2021- 2022 (een eerste fase) inzake
de doorstroom van LB naar LC. Inmiddels heeft de MR ingestemd met de voorgenomen aanpak van deze eerste fase. Een eerste tranche in doorstroom heeft
plaatsgevonden in augustus 2022, met een evaluatie in november 2022, op basis waarvan er een vervolg komt. Bij deze evaluatie is tevens de inschaling van leiding- gevenden geagendeerd.
SGVVS streeft ernaar dat de scho- len gelijke tred houden voor wat betreft de inschalingen, waaruit volgt dat een school die nu een klein percentage LC-docenten heeft, relatief veel doorstroom- ruimte krijgt. Voor doorstroom komen in aanmerking bevoegde
LB-docenten met een vaste aanstelling bij SGVVS. Bij de voor- dracht voor doorstroom hanteren de managementteams in ieder geval de volgende criteria:
• De inschatting of de docent de taken behorende bij de LC-functie kan invullen.
• De ervaring van de docent binnen het vrijeschoolonder- wijs, zowel qua tijdsduur als qua geleverde bijdrage.
• De door het management- team ervaren kwaliteit van werken.
Met het oog op een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding wordt vooral gekeken naar een goede balans in kwaliteiten, in het totale spec- trum van de eigenschappen. Het KGC telt op dit moment in het managementteam (teamleiders, conrector en rector) drie mannen en twee vrouwen. Vanaf school-
jaar 2023 – 2024 zal de organisatie nog verder doorontwikkelen in resultaatverantwoordelijkheid en gespreid leiderschap. Zo zal het managementteam kleiner worden en bestaan uit vier leden, waaron- der twee mannen (schoolleiding) en twee vrouwen (mt-leden).
Aandacht voor de kwaliteit en professionaliteit van medewerkers
Alle docenten zijn eerste- of tweedegraads bevoegd op het vakgebied waarbinnen zij lessen verzorgen, of volgen in sommige gevallen hiervoor een opleiding in het afstudeerjaar. In dit laatste
geval worden duidelijke afspraken gemaakt, inclusief een deadline van afstuderen. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd en ondertekend door de werknemer
14 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 15
en de direct leidinggevende. Deze laatste monitort het proces en stelt eventueel afspraken bij, in goed overleg met werknemer mocht de situatie hierom vragen.
Alle startende docenten volgen een cursus inleiding in het vrije- schoolonderwijs, die verzorgd wordt door docenten van het KGC die deel uitmaken van de pedago- gische werkgroep. Alle studenten in opleiding volgen vanuit de opleidingsschool verschillende leerateliers die ook openstaan voor collega’s om zich verder te scholen op pedagogisch-didac- tisch vlak. Tevens wordt vanaf schooljaar 2022 -2023 gewerkt met eigen leerlingacteurs die zijn opgeleid door een extern bureau dat tevens ervaren KGC docenten opleidt tot trainers, zodat we dit in de toekomst volledig zelfstandig kunnen vormgeven. Leerlingac- teurs kunnen ingezet worden
in rollenspellen om situaties op pedagogisch-didactisch vlak te oefenen, die kunnen voorkomen in de lessen. Hierbij wordt zorg- vuldig gekeken of uitwisseling van leerlingacteurs tussen vo-scholen in Nijmegen passend is bij de opdracht en of behoefte van docenten. Daarnaast is er vier- wekelijks intervisie in jaarlagen en zijn er vierwekelijks kind- en klassenbesprekingen, waarbij collega’s zich kunnen bekwamen in het pedagogisch-didactisch handelen binnen het vrijeschool- onderwijs.
Iedere medewerker heeft een resultaat- en ontwikkelgesprek met zijn/haar direct leidingge- vende. Docenten bereiden zich hierop voor door in gesprek te gaan met collega’s en wanneer van toepassing met leerlingen. Ook worden er lesbezoeken inge-
pland, door docenten onderling of door de direct leidinggevende. Docenten met een vast contract mogen aangeven wat hun voor- keur heeft, bij docenten met een tijdelijk contract, plant de direct leidinggevende twee lesbezoe- ken in het lopende schooljaar. In de lesobservatie wordt gekeken naar vijf rollen: gastheer, presen- tator, didacticus, pedagoog en afsluiter. Tevens is er de moge- lijkheid om gelukte momenten in kaart te brengen volgens een kijkwijzer, die ontwikkeld is door de vrijescholen op de gebieden subjectwording en socialisatie. Andere opgedane inzichten op pedagogisch-didactisch vlak die aansluiten bij het vrijeschoolon- derwijs, mogen tevens hierbij ingezet worden. De bedoeling hierbij is om met elkaar tot een kwalitatief hoogstaand gesprek
te komen over onderwijskwaliteit en welke stappen hierin nog gezet kunnen worden. Op basis van alle feedback en input reflecteren de docenten op de resultaat- en ont- wikkelafspraken in afstemming en samenwerking met zijn/haar leidinggevende.
Onderwijsondersteunend per- soneel haalt feedback op bij collega’s en waar passend bij leerlingen en gebruikt dit als input voor de resultaat- en ont- wikkelgesprekken. Tevens is er voor medewerkers met een vast contract de mogelijkheid een ron- detafelgesprek te voeren waarbij 360-gradenfeedback wordt inge- zet als methode waarbij de direct leidinggevende het gesprek leidt.
Aandacht voor de ontwikkeling van leerlingen
De gehele opvoeding is er on- der andere op gericht om jonge
mensen hun mogelijkheden en hun idealen te leren ontdekken, zodat zij een goede keuze kun- nen maken voor hun levens- en beroepsinvulling. Dit geldt voor alle leerlingen van de school.
De school ziet deze algemene (basis)ondersteuning van de leer- lingen als een taak voor iedere docent binnen zijn of haar mo- gelijkheden. Deze taak ligt in het verlengde van de lesgevende taak en is daarmee nauw verbonden. Daarnaast neemt de mentor een belangrijke plaats in, met name in de sociaal-emotionele begeleiding van de leerlingen en zijn/haar klas, als ook in de begeleiding t.a.v. studie- en het examentraject. Ze worden hierbij ondersteund door hun direct leidinggevende, deca- nen, examencommissie en het zorgteam.
Tenslotte is er de groep leer- lingen die extra ondersteuning nodig heeft (al dan niet met een individueel opgesteld ont- wikkelingsperspectiefplan). Het gaat hierbij om leerlingen die uit- of opvallen in het reguliere
onderwijsproces. Hier bepaalt de individuele ondersteuningsvraag welke ondersteuning geboden wordt, de zogenaamde ‘onder- steuning op maat’.
De uitwerkingen hiervan zijn te vinden in het schoolondersteu- ningsprofiel (SOP) van het KGC. Hierin wordt voor ouders inzichte- lijk gemaakt welke ondersteuning de school biedt. Leden van het zorgteam zijn, in samenwerking met de mentor, verantwoordelijk voor de inzet en uitvoering van de extra ondersteuning.
Waarborging van de identiteit
Er is geen aparte identiteits- commissie ingericht, maar de identiteit wordt gewaarborgd door het pedagogisch team en de pedagogische werkgroep.
Het pedagogisch team heeft als opdracht om pedagogische vraag- stukken die in het KGC leven, vanuit de vrijeschoolidentiteit onder de aandacht te brengen en een podium te geven. Deze podia worden georganiseerd op de donderdagmiddagen (tijdens de vergaderingen), waar alle docen- ten aanwezig zijn die op die dag werkzaam zijn. Het pedagogisch team coördineert deze verga- deringen met een bijbehorende opmaat.
De Pedagogische werkgroep heeft als opdracht om met het college te blijven studeren op onze mens- kunde - als basis voor ons werk. Ook zijn zij de voorzitters van de kinder- en klassenbesprekingen. Daarnaast zijn er de jaarfeesten die, zowel in het pedagogische team als in de pedagogische werkgroep een belangrijke plek innemen. Zo zijn de (toneel) spelen een culturele waarde van de vrijeschool. Hierin is voor een eigentijdse koers gekozen, waarbij de toneelstukken, gespeeld door medewerkers en leerlingen, aan een jaargetijde worden gekoppeld en daarmee uniek zijn. De jaar- getijden worden gevierd onder wisselende regie van de secties. Zo is de herfst met Xxxxxxx xxxxx- peld aan Lichamelijke Opvoeding, kerst aan muziek, voorjaar aan de talen en zomer met Sint Jan aan de sectie drama.
Medezeggenschap
De medezeggenschap op het KGC kent verschillende gremia.
Zo is er de leerlingenraad en de ouderkring. Dit zijn adviesorganen
die geen formele zeggenschap hebben, maar waar met elkaar in gesprek gegaan kan worden over klasoverstijgende zaken die de kwaliteit van de school ten goede komen. Hier wordt zowel advies opgehaald als beleid toegelicht. Dit alles vindt plaats in de grote zaal van het KGC, waar iedere deelnemer zitting neemt in een grote kring. Elkaar eerst begrijpen en dan begrepen worden op zo- wel het denken, het voelen als het willen, is hierbij het hogere doel.
Daarnaast kent het KGC twee formele medezeggenschaps- organen. Allereerst de MR van school waar een leerlinggeleding, oudergeleding en een mede- werkersgeleding zitting hebben. Zij hebben afhankelijk van het onderwerp een adviserende of een instemmende functie op het schoolbeleid dat altijd tijdig, vol- ledig en definitief aan hen moet worden voorgelegd. Tevens kent de stichting SGVVS ook een MR XX. In deze medezeggenschap zit tevens een afvaardiging van een leerling, ouder en medewerker van het KGC. Hier wordt al het schooloverstijgend beleid be- sproken en waar nodig advies of instemming opgehaald.
Leerlingen hebben ook een rol bij het aannamebeleid van nieuwe medewerkers. Zo wordt altijd één leerling (meestal gekozen
uit voorzitters leerlingenraad of leerlinggeleding MR) in een panel geplaatst om vragen te kunnen stellen, zodat het leerlingper- spectief een plek krijgt in het
keuzeproces van de geselecteerde kandidaten.
Ondersteunende ouderbijdrage
De bekostiging van scholen in Nederland volstaat om leerlingen te leiden naar hun diploma. Het Xxxxx xx Xxxxx College wil vanuit haar visie méér dan een route naar een diploma bieden. De bekostiging biedt onvoldoende ruimte om het gewenste brede onderwijsaanbod te realiseren. De school heeft samen met de ouders van de ouderkring en met instemming van de medezeg- genschapsraad (MR) besloten aan welke activiteiten de ouderbij- drage wordt besteed.
Deze extra inspanning is ech- ter vrijwillig; de deelname van kind(eren) aan buitenschoolse
activiteiten is niet afhankelijk van het betalen van de ouderbijdrage. De ouderbijdrage is echter wel noodzakelijk om goed en rijk vrijeschoolonderwijs te kunnen verzorgen.
Met de ouderkring, de ouderge- leding van de MR en het bevoegd gezag, evalueert de school jaarlijks de opbrengsten van de ouderbij- dragen en de uitgaven aan het extra onderwijsaanbod. Wanneer de inkomsten achterblijven bij de uitgaven, zullen we in overleg met de ouderkring het extra onder- wijsaanbod moeten reduceren.
Er is geen sprake van aanvaarding van materiële en/of geldelijke bijdragen anders dan de vrijwillige ouderbijdrage. De bijdrage is voor ouders niet aftrekbaar van de belasting, school en stichting heb- ben geen ANBI-status.
16 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 17
BIJLAGE 1: CHECK- LIST SCHOOLPLAN
Stelsel van kwaliteitszorg | Hoofdstuk en paragraaf | Bladzijde |
Welke doelen wil de school bereiken? Wordt er gericht aan verbetering gewerkt? Welke maatregelen worden genomen? Hoe wordt het bereiken van doelen gemeten en geëvalueerd? Hoe bewaakt de school dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen en dat het onderwijs wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van leerlingen? Hoe maakt de school een doorlopende leerlijn mogelijk? | Hoofdstuk 2, paragraaf 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7 en 2.8 Hoofdstuk 2, paragraaf 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7 en 2.8 Hoofdstuk 2, paragraaf 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7 en 2.8 Hoofdstuk 3, paragraaf 3.1 Hoofdstuk 1, paragraaf 1.2 en 1.3 Hoofdstuk 3, paragraaf 3.5 Hoofdstuk 1, paragraaf 1.3 Hoofdstuk 2, paragraaf 2.4 | Blz. 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16 Blz. 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16 Blz. 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16 Blz. 18 Blz. 6, 7 en 8 Blz. 21 Blz. 7 en 8 Blz. 12 en 13 |
Sponsorbeleid | Hoofdstuk en paragraaf | Bladzijde |
Is er sprake van aanvaarding van ma- teriële en/of geldelijke bijdragen anders dan de vrijwillige ouderbijdrage en, zo ja, hoe wordt daar mee omgegaan? | Hoofdstuk 3, paragraaf 3.8 | Blz. 22 |
Identiteitscommissie | Hoofdstuk en paragraaf | Bladzijde |
Hoe wordt de rol van de identiteitscom- missie bij een samenwerkingsschool ingevuld? | Hoofdstuk 3, paragraaf 3.6 | Blz. 21 |
Onderwijskundig beleid | Hoofdstuk en paragraaf | Bladzijde |
Hoe werkt de school de uitgangspunten, de doelstelling en de inhoud van het onderwijs uit in de praktijk? Wat zijn de eigen opdrachten voor het onderwijs op de school? Hoe geeft de school vorm aan het pedagogisch-didactisch klimaat en het schoolklimaat? Hoe draagt de school zorg voor de veiligheid op school? Welke eigen ambities heeft de school op het gebied van veiligheid? Hoe wordt het burgerschapsonderwijs ingericht? Hoe gaat de school om met taalachter- standen? Welke extra ondersteuning biedt de school aan (naast de basisondersteuning en in relatie tot het ondersteuningsprofiel)? | Hoofdstuk 1, paragraaf 1.2 en 1.3 Hoofdstuk 2, paragraaf 2.3 en 2.4 Hoofdstuk 1, paragraaf 1.2 en 1.3 Hoofdstuk 2, paragraaf 2.3 en 2.4 Hoofdstuk 1, paragraaf 1.2 en 1.3 Hoofdstuk 3, paragraaf 3.2, 3.4 en 3.5 Hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 Hoofdstuk 3, paragraaf 3.2, 3.4 en 3.5 Hoofdstuk 2, paragraaf 2.3 Hoofdstuk 2, paragraaf 2.3 Hoofdstuk 3, paragraaf 3.5 | Blz. 6, 7 en 8 Blz. 11, 12 en 13 Blz. 6, 7 en 8 Blz. 11, 12 en 13 Blz. 6, 7 en 8 Blz. 18, 19, 20 en 21 Blz. 18 en 19 Blz. 18, 19, 20 en 21 Blz. 11 en 12 Blz. 11 en 12 Blz. 21 |
Personeelsbeleid | Hoofdstuk en paragraaf | Bladzijde |
Hoe wordt voldaan aan de bevoeg- dheidseisen van het personeel en op welke wijze onderhouden teamleden hun bekwaamheden? Welke personele maatregelen worden genomen die bijdragen aan de ontwikkel- ing en uitvoering van het onderwijskundig beleid? Hoe wordt het pedagogisch en didactisch handelen van het onderwijspersoneel vormgegeven? Hoe kunnen de leerlingen invloed hebben op het personeelsbeleid? Welke ambities heeft de school voor leerlingenparticipatie? Hoe staat het met het beleid inzake evenre- dige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding? | Hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 Hoofdstuk 3, paragraaf 3.1, 3.3 en 3.4 Hoofdstuk 2, paragraaf 2.4 en 2.7 Hoofdstuk 3, paragraaf 3.7 Hoofdstuk 3, paragraaf 3.3 | Blz. 18 en 19 Blz. 18, 19 en 20 Blz. 12, 13 en 15 Blz. 21 en 22 Blz. 19 en 20 |
BIJLAGE 2: SCHOOLPLANGERELATEERDE DOCUMENTEN
Examenreglement en PTA’s |
Ondersteuningsplan |
Schoolveiligheidsplan |
Jaarplan |
Kwaliteitszorg KGC |
Kwaliteitszorg SGVVS |
Strategisch plan SGVVS |
Kwaliteitskader vrijescholen |
18 Schoolplan Xxxxx xx Xxxxx Xxxxxxx 0000 - 0000 Xxxxxxxxxx Xxxxx xx Xxxxx College 2022 - 2026 19