Tweede Samenwerkingsagenda Versterken centra, kernen en wijken gemeente Weert
Tweede Samenwerkingsagenda Versterken centra, kernen en wijken gemeente Weert
Ondergetekenden,
Provincie Limburg, dan wel zover het haar publiekrechtelijke bevoegdheden betreft het college van Gedeputeerde Staten, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door gedeputeerde C.W.J.M. (Xxx) Xxxxx en handelend ter uitvoering van haar besluit van 17 januari 2023, hierna te noemen: “de Provincie”;
en
Gemeente Weert, dan wel zover het haar publiekrechtelijke bevoegdheden betreft het college van Burgemeester en Wethouders, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw W.P.J. (Xxxxx) xxx Xxxx, wethouder Volkshuisvesting en handelend ter uitvoering van haar besluit van 17 januari 2023, hierna te noemen: “de Gemeente”;
Hierna gezamenlijk te noemen: Partijen,
verklaren dat deze overeenkomst wordt aangegaan onder de volgende bepalingen en bedingen:
Overwegende dat:
- in het provinciale collegeprogramma 2019-2023 “vernieuwend verbinden” is aangegeven dat de Provincie de leefbaarheid in de Limburgse centra, kernen en wijken wil verbeteren ter versterking van het vestigings- en leefklimaat voor de bewoners;
- Provinciale Staten op 15 november 2019 het kader Kwaliteit Limburgse Centra (hierna: het kader KLC) hebben vastgesteld en daarvoor een budget van € 25 mln. beschikbaar hebben gesteld;
- Provinciale Staten daarbij hebben aangegeven de nadruk te willen leggen op de leefbaarheid in kleine kernen, wijken, buurten en dorpen en ook aandacht te willen hebben voor gemeenschapsvoorzieningen, natuur in de Limburgse centra en Flexwonen;
- het accent bij het kader KLC ligt bij het beleidsthema ‘wonen’;
- het kader KLC alleen van toepassing is op door gemeenten ingediende voorstellen om een integraal en samenhangend pakket aan maatregelen (hierna: voorstel) te realiseren. Dat betekent dat voorstellen van gemeenten in hun samenhang bijdragen aan opgaven in het fysieke, sociale en economische domein en tegemoetkomen aan het realiseren van zowel de provinciale als de gemeentelijke ambities. De samenwerkingsagenda’s zijn nadrukkelijk niet bedoeld om tekorten in (grond)exploitaties van de gemeente te dekken;
- Provinciale Staten ter uitwerking van het kader KLC, het nadere afwegingskader Kwaliteit Limburgse Centra (hierna: het afwegingskader) op 7 februari 2020 hebben vastgesteld;
- Gedeputeerde Staten, die belast zijn met de uitvoering van het kader KLC en bijbehorend afwegingskader, bij de uitvoering van de kaders te werk gaan zoals in bijlage 1 is beschreven;
- Op 1 december 2021 heeft de Provincie met de Gemeente de eerste samenwerkingsagenda gesloten. In de eerste agenda zijn inhoudelijke en procedurele afspraken ten behoeve van de realisatie van de projectvoorstellen, inclusief bijbehorende resultaten vastgelegd. Op 24 mei 2022 heeft de Gemeente een subsidieverzoek ingediend en op 13 september 2022 heeft het college van Gedeputeerde Staten van de
Provincie ingestemd met het verlenen van de subsidie ter hoogte van € 755.000,- zijnde de hoogte van de intentie zoals opgenomen in de gesloten samenwerkingsagenda. Hiermee is conform artikel 3, eerste lid van de samenwerkingsagenda van 1 december 2021 de eerste samenwerkingsagenda beëindigd;
- de Gemeente aan de Provincie kenbaar heeft gemaakt dat zij in (de) centra binnen haar gemeente aanvullende opgaven heeft die bijdragen aan het verbeteren van de leefbaarheid in onze Limburgse centra en dat heeft uitgewerkt in een businesscase en vastgelegd in een voorstel (zie bijlage 2). Bij dit voorstel is tevens aangegeven welke resultaten (zie bijlage 3) de Gemeente in de centra wil bereiken (inclusief beoogde effecten, aantoonbare raakvlakken met thema’s en aandachtsgebieden als beschreven in het kader KLC, relevantie voor het afwegingskader, betrokkenheid van derden, een kostenraming en een dekkingsvoorstel);
- Partijen middels ondertekening van deze tweede samenwerkingsagenda afspraken ten behoeve van de realisatie van het voorstel inclusief bijbehorende resultaten schriftelijk willen vastleggen.
Artikel 1 Doel van de samenwerkingsagenda
Partijen beogen met deze tweede samenwerkingsagenda inhoudelijke en procedurele afspraken ten behoeve van de realisatie van het voorstel inclusief bijbehorende resultaten (bijlage 2 en 3) schriftelijk vast te leggen.
Artikel 2 Samenwerkingsafspraken
1. De Gemeente zal de Provincie steeds gevraagd en ongevraagd adequaat, volledig en tijdig informeren over alle ontwikkelingen binnen het voorstel en bijbehorende resultaten (bijlage 2 en 3).
2. Ten behoeve van een adequate uitvoering, monitoring en evaluatie van het voorstel en bijbehorende resultaten plannen en onderhouden Partijen geregeld voortgangsoverleg. De verantwoordelijk, coördinerende bestuurders zijn de Gedeputeerde KLC van de Provincie en de portefeuillehouder Xxxxx / RO van de Gemeente.
3. Zo vaak als door Partijen nodig wordt geacht, zal er een voortgangsoverleg tussen de verantwoordelijk, coördinerende bestuurders van de Gemeente en de Provincie worden ingepland. De Gemeente draagt zorg voor een planning (inclusief een nulmeting) waaruit het proces, gericht op het realiseren van de in bijlage 3 omschreven resultaten, duidelijk blijkt. De afspraken in dit bestuurlijk overleg zullen schriftelijk worden vastgelegd.
4. Binnen 6 maanden na ondertekening van deze tweede samenwerkingsagenda dient de Gemeente het voorstel en bijbehorende resultaten verder te hebben uitgewerkt. Dit houdt onder andere in dat de Gemeente heeft zorggedragen voor: het uitvoeringsgereed hebben van alle maatregelen (o.a. een ontwerp omgevingsvergunning of ontwerp bestemmingsplan ter inzage is
gelegd conform de daartoe geëigende procedures), het voorhanden hebben van een uitvoeringsplanning en een onomkeerbare dekking schriftelijk is geborgd (besluiten zijn genomen, het voorstel is opgenomen in de begroting(en) en maximaal gebruik is gemaakt van alle beschikbare cofinancieringsmogelijkheden). Ook worden door Partijen afspraken gemaakt over flexibiliteit met betrekking tot de concreet te behalen resultaten. Daarnaast bespreken Partijen in goed partnerschap andere provinciale/gezamenlijke dossiers (o.a. gerelateerde besluiten) die mogelijk deze tweede samenwerkingsagenda raken en die ook in bijlage 2 en/of 3 kunnen worden of reeds zijn opgenomen.
5. Om in aanmerking te kunnen komen voor een financiële bijdrage voor het voorstel en bijbehorende resultaten, dient de Gemeente (na uitwerking van het voorstel en bijbehorende resultaten zoals gesteld in lid 4 van dit artikel) binnen de Nadere subsidieregels Kwaliteit Limburgse Centra een subsidieaanvraag in te dienen bij de Provincie.
6. De Provincie heeft de intentie voor de realisatie van het voorstel en bijbehorende resultaten een bedrag van maximaal € 230.000,- te verstrekken, voor zover het voorstel en bijbehorende resultaten voldoende zijn uitgewerkt en passen binnen het gestelde in de door Gedeputeerde Staten vastgestelde Nadere subsidieregels Kwaliteit Limburgse Centra. Daarbij gaat de Provincie ervan uit dat de Gemeente voor een gemeentelijke directe financiële inzet van minimaal
€ 1.870.364,- voor het voorstel en bijbehorende resultaten zorgt. Partijen beogen daarmee een inzet van externe (markt)partijen te genereren van ca. € 37,5 mln. die gericht is op het realiseren van het voorstel en bijbehorende resultaten.
7. De Gemeente spant zich maximaal in met het oog op het verkrijgen van aanvullende middelen om de financiële behoefte(n) c.q. tekorten van het voorstel en bijbehorende resultaten te dekken. Daarbij zal de Gemeente, mits de mogelijkheden daarvoor bestaan, het voorstel aandragen bij (subsidie- en/of financiële) regelingen van derden (o.a. Rijk en/of Europa). De Provincie zal de Gemeente ook proactief wijzen op regelingen op basis waarvan een beroep op extra middelen voor het voorstel kan worden gedaan.
De Gemeente heeft reeds een subsidie van € 2.235.000,- toegekend gekregen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken uit de 2e tranche mobiliteitsmaatregelen in relatie tot versnelling woningbouw. Met het verwerven van deze middelen beoogt de Gemeente een verkeersveilige inrichting en ontsluiting van de wijken Keent en Moesel te bereiken.
Een provinciale subsidie op grond van de Nadere subsidieregels Kwaliteit Limburgse Centra bedraagt ten hoogste het bedrag dat Gedeputeerde Staten noodzakelijk achten om het voorstel en bijbehorende resultaten te kunnen realiseren. Bovendien bedraagt het eventueel te verstrekken subsidiebedrag:
- maximaal 50% van de subsidiabele kosten;
- nooit meer dan de gemeentelijke bijdrage; en
- maximaal het bedrag ter hoogte van de intentie zoals opgenomen in deze tweede samenwerkingsagenda.
8. In aanvulling op een eventuele subsidie op grond van de Nadere subsidieregels Kwaliteit Limburgse Centra, kunnen Gedeputeerde Staten besluiten (een) aanvullende financiële bijdrage(n) te verstrekken, indien het voorstel voorziet in het realiseren van provinciale ambities en doelen zoals opgenomen in het collegeprogramma ‘Vernieuwend Verbinden’ en indien het past binnen vigerende provinciale beleidskaders.
9. Indien subsidie door de Provincie wordt verleend voor het voorstel en bijbehorende resultaten en indien de (markt)omstandigheden daar aanleiding toe geven of indien noodzakelijk in het belang van het tijdig realiseren van de beschreven resultaten, kan de Gemeente het bij het voorstel horende overzicht van voorgenomen projecten/initiatieven, na instemming van de Provincie, aanvullen c.q. aanpassen.
10. Indien subsidie door de Provincie wordt verleend voor het voorstel en bijbehorende resultaten, dienen de in bijlage 3 samengevatte resultaten vóór 1 januari 2024 in uitvoering te zijn. Dit houdt in dat de Gemeente onomkeerbare (financiële) verplichtingen is aangegaan, er een sluitende business case beschikbaar is, waaruit blijkt dat zowel realisatie als exploitatie van het voorstel duurzaam geborgd zijn en dat de feitelijke realisatie vóór deze datum dient te starten.
11. De Gemeente spant zich in woonruimte te realiseren voor alle in het kader KLC genoemde specifieke doelgroepen, met name starters, ouderen en nieuwe Limburgers ((tijdelijke) internationale werknemers (arbeidsmigranten en kenniswerkers) en statushouders), waarbij aandacht is voor alle aspecten/ambities in de beschreven beleidsvelden in het afwegingskader.
12. De Gemeente spant zich in om (zo mogelijk ook flexibele) aanvullende woonruimte beschikbaar te stellen dan wel te realiseren voor nieuwe Limburgers ((tijdelijke) internationale werknemers, statushouders) en spoedzoekers. Daarbij geldt dat (tijdelijke) huisvesting voor internationale werknemers minstens voldoet aan het keurmerk van de Stichting Normering Flexwonen (SNF). De woonruimte draagt bij aan een goede integratie van met name statushouders en internationale werknemers. De Gemeente zal de aan haar opgelegde taakstelling tot het huisvesten van statushouders binnen de daarvoor geldende wettelijke termijn realiseren.
13. In de gemeente Weert zijn op dit moment diverse initiatieven bekend die voorzien in de huisvesting van internationale werknemers. De Gemeente biedt tijdig, d.w.z. uiterlijk bij de subsidieaanvraag op grond van de Nadere subsidieregels Kwaliteit Limburgse Centra, inzicht in de wijze waarop zij deze huisvesting van internationale werknemers heeft georganiseerd c.q. gaat organiseren en op welke wijze de Gemeente werkt aan de integratie van de internationale werknemers op de korte en de lange termijn.
De Gemeente betrekt de Provincie bij de ontwikkeling van deze huisvestingsinitiatieven en houdt de Provincie actief op de hoogte over de voortgang hiervan.
14. In die gevallen waar derden (waaronder evt. woningbouwcorporaties) betrokken zijn of zullen worden bij het (mede-)realiseren/uitvoeren van projecten (of projectonderdelen), die onderdeel zijn van deze tweede samenwerkingsagenda, zal de Gemeente de realisatie van deze projecten borgen door hierover met deze derden sluitende afspraken te maken, hetzij in de vorm van c.q. als onderdeel van zogeheten prestatieafspraken, hetzij in de vorm van aanvullende (anterieure) afspraken. In het kader van de uitwerking van het voorstel en bijbehorende resultaten, zoals gesteld in lid 4 van dit artikel, zal c.q. zullen deze prestatieafspraak c.q. -afspraken respectievelijk aanvullende afspraken tijdig, d.w.z. uiterlijk bij de subsidieaanvraag op grond van de Nadere subsidieregels Kwaliteit Limburgse Centra, bij de Provincie beschikbaar moeten zijn.
15. Bij de realisatie van de woningen en openbare ruimte zoals opgenomen in het voorstel biedt de Gemeente tijdig, d.w.z. uiterlijk bij de subsidieaanvraag op grond van de Nadere subsidieregels Kwaliteit Limburgse Centra, inzicht in de wijze waarop natuurinclusief bouwen wordt toegepast. (xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxx-xxxxxx-xx- innovatie/natuurinclusief-bouwen).
16. De Gemeente spant zich samen met de woningbouwcorporaties in om naast de fysieke component ook de sociale component in haar plannen mee te nemen. Het gaat daarbij om de leefbaarheid van de buurt en het op orde brengen van de kwaliteit van de voorzieningen voor de verschillende (in lid 11, 12 en 13 van dit artikel genoemde) doelgroepen. Van belang is om deze groepen en de huidige bewoners te betrekken in de planvorming, vrijwilligersorganisaties en verenigingen zoveel mogelijk mee te nemen in de ontwikkeling en uitvoering van plannen om de leefbaarheid van de wijk te verbeteren en de participatie (inclusie) van de bewoners en nieuwkomers te bevorderen. Het gaat dan om zelfredzaamheid en samenredzaamheid. De Gemeente toont tijdig, d.w.z. uiterlijk bij de subsidieaanvraag op grond van de Nadere subsidieregels Kwaliteit Limburgse Centra, aan op welke wijze zij hier invulling aan geeft.
17. De Gemeente toont tijdig, d.w.z. uiterlijk bij de subsidieaanvraag op grond van de Nadere subsidieregels Kwaliteit Limburgse Centra, aan op welke wijze de instandhouding van de te realiseren investeringen duurzaam wordt geborgd.
18. De Gemeente verklaart middels ondertekening van deze tweede samenwerkingsagenda dat alle in deze agenda opgenomen voorstellen en plannen een eerste voortoets hebben doorlopen en bij de benodigde vergunningsaanvraag op basis van een uitgewerkt plan worden beoordeeld zodat is zeker gesteld dat ze voldoen aan de vigerende provinciale (ruimtelijke) beleidskaders en de Omgevingsvisie Limburg en de Omgevingsverordening 2014 en haar eventuele rechtsopvolger (Omgevingswet), alsmede aan de dan geldende richtlijnen op het gebied van externe veiligheid, geluid en stikstof.
Artikel 3 Looptijd, voortijdige beëindiging, wijziging of aanvulling van de tweede samenwerkingsagenda
1. Deze tweede samenwerkingsagenda treedt in werking zodra beide Partijen deze samenwerkingsagenda hebben ondertekend en eindigt zodra een beschikking op basis van de Nadere subsidieregels Kwaliteit Limburgse Centra aan de Gemeente is afgegeven.
2. Indien de Gemeente niet binnen 6 maanden na ondertekening van deze tweede samenwerkingsagenda, naar het oordeel van de Provincie, het voorstel en bijbehorende resultaten voldoende heeft uitgewerkt en aan de aan haar opgelegde voorwaarde heeft voldaan, conform het gestelde in artikel 2, lid 4, komt deze samenwerkingsagenda en de daarin vastgelegde afspraken, waaronder de provinciale financiële intentie zoals vastgelegd in artikel 2, lid 6, te vervallen.
3. Xxxxxxxxx, aanvulling of verlenging van deze tweede samenwerkingsagenda geschiedt schriftelijk bij besluit van beide Partijen.
Artikel 4 Bijlagen
1. Bij deze tweede samenwerkingsagenda behoren de volgende bijlagen:
1. Werkwijze Gedeputeerde Staten kader Kwaliteit in Limburgse Centra (KLC);
2. Voorstel van de Gemeente Weert;
3. Resultaten in samengevatte vorm (vertrouwelijk);
2. De in lid 1 genoemde bijlagen vormen een integraal onderdeel van deze tweede samenwerkingsagenda. In geval van vermeende tegenstrijdigheden tussen het bepaalde in deze
tweede samenwerkingsagenda en de bijlage(n) geldt het bepaalde in deze tweede samenwerkingsagenda.
Artikel 5 Slotbepalingen
1. Partijen zullen, indien sprake is van een geschil, trachten dit geschil bij te leggen door middel van (bestuurlijk) overleg vóórdat zij zich wenden tot de rechter, spoedeisende gevallen daargelaten. Geschillen zullen in eerste aanleg met uitsluiting worden voorgelegd aan de rechtbank Limburg.
2. Een ieder verplicht zich alles wat hem bij de uitvoering van de tweede samenwerkingsagenda ter kennis komt en waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden, op geen enkele manier bekend te maken aan derden, behalve voor zover enig wettelijk voorschrift of uitspraak van de rechter hem tot bekendmaking verplicht.
3. Op deze tweede samenwerkingsagenda is Nederlands recht van toepassing.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend op *datum* te *plaatsnaam*,
Gemeente Weert Provincie Limburg
namens deze, namens deze,
Mevrouw W.P.J. (Xxxxx) xxx Xxxx, Mevrouw C.W.J.M. (Lia) Roefs
Wethouder Gedeputeerde
Bijlage 1 bij Samenwerkingsagenda
Werkwijze Gedeputeerde Staten kader Kwaliteit in Limburgse Centra (KLC)
1. Van de gemeente wordt een voorstel verwacht waarin de identiteit van het centrum c.q. de kern/wijk/buurt/dorp en de visie/ambities voor de langere termijn zijn beschreven. Dit plan geeft tevens inzicht in de beoogde effecten en resultaten op het gebied van de van toepassing zijnde thema’s/aandachtsgebieden die de gemeente in het betreffende centrum c.q. de kern/wijk/buurt/dorp voor een bepaalde datum bereikt wil hebben op het gebied van de in het kader KLC benoemde criteria en bijbehorend afwegingskader.
2. Bij voornoemd voorstel hoort een overzicht van voorgenomen projecten/initiatieven en concrete maatregelen waarmee de gemeente de beschreven visie/ambities en de beoogde resultaten wil realiseren; dit overzicht kan nadien nog worden aangevuld.Van de daarin opgenomen projecten/initiatieven wordt aangegeven in welke mate deze bijdragen aan de onder 1 bedoelde effecten en resultaten en welke relatie er is met (onderdelen van) provinciaal beleid zoals omschreven in het kader KLC.
3. De informatie m.b.t. de opgenomen projecten/initiatieven moet eenduidig zijn t.a.v. inhoud, financiën, (onherroepelijke) deelname derden, planning en bijdrage aan de beoordelingscriteria als bedoeld onder 1.
4. Aan de hand van de beschikbare informatie vindt in overleg met de gemeente een prioritering van projecten/initiatieven plaats, op basis van hun bijdrage aan de beoogde resultaten en kansrijkheid/uitvoeringsgereedheid, die als bijlage 3 aan de samenwerkingsagenda zijn gehecht.
5. De beoordeling van voorstellen m.b.t. de bijdrage aan de ambities in het beleidsveld Wonen vindt plaats volgens onderstaande tabel. Elk aspect wordt gewaardeerd met 2 punten. Het totaal aantal punten telt voor 50% mee in de score zoals gesteld onder 8, eerste gedachtestreepje.
indicator | Toelichting |
Doorstroming | Het voorstel draagt bij aan het versnellen van de doorstroming op de lokale woningmarkt (passend binnen de kaders van het POL) |
Betaalbaarheid | Het voorstel draagt bij aan meer betaalbare woonruimte in de koop- en/of huursector in het sociale en middeldure segment |
Doelgroepen | Het voorstel draagt bij aan de behoefte aan huisvesting vanuit specifieke doelgroepen, met name starters, ouderen en nieuwkomers (internationale werknemers en nieuwe Limburgers) |
Impact woningmarkt | Het voorstel draagt op de (middel)lange termijn bij aan het in overeenstemming brengen van woningbehoefte en -voorraad |
Woningvoorraad | Het voorstel voorziet in het actualiseren van ruimtelijke plannen (planvoorraad wonen, retailfuncties, etc.) |
Kleine kern | Het voorstel behelst maatregelen in een kern buiten de stedelijke centra |
Innovatie | Het voorstel speelt in op nieuwe woonvarianten, zoals flexwonen, tiny houses, hofjeswoningen, tijdelijke woonruimte en kluswoningen |
Xxxxxxxxx | Het voorstel draagt bij aan het terugdringen van leegstaande objecten in een kern die vanuit sociaal-maatschappelijk optiek onwenselijk is |
6. Voorstellen dienen aanvullend (in lijn met de kaderstelling in het betreffende beleidsveld) te scoren op basis van hun bijdrage aan provinciale ambities in overige beleidsvelden. De beoordeling daarvan vindt plaats volgens onderstaande tabel. Elk aspect wordt gewaardeerd met 1 punt indien het de ambities in het betreffende beleidsveld ondersteunt en met 2 punten indien vanuit het betreffende beleidsveld financieel wordt bijgedragen. Het totaal aantal punten telt voor 30% mee in de score zoals gesteld onder 8, eerste gedachtestreepje.
Indicator | Toelichting |
Sociale Agenda | Het voorstel draagt bij aan: − het bevorderen van vernieuwende huisvesting en ondersteuning van senioren in de wijk om zelfredzaamheid zo lang mogelijk te stimuleren − de inrichting van een ruimtelijke woon- en leefomgeving die rekening houdt met de situatie van de doelgroep van de Sociale Agenda (burgers die zich in een kwetsbare positie bevinden) − de bereikbaarheid van faciliteiten en voorzieningen, gericht op passend wonen met een adequate maatschappelijke ondersteuning − het bevorderen van (sociale) veiligheid en gezondheid − versterken van de participatieve samenleving − integratie van nieuwkomers |
Klimaat en energie | Het voorstel draagt bij aan: − Gebouwgebonden en gericht op klimaatmitigatie: energieproductie (warmte en energieopwekking, energieopslag), circulariteit − Niet gebouwgebonden en gericht op Klimaatadaptatie: groen in centrum, voorkomen wateroverlast, stadsnatuur, 1 miljoen-bomen- plan, warmtestress, wateropgaven, natuur-inclusief bouwen |
Mobiliteit | Het voorstel draagt bij aan: − beïnvloeding gedrag m.b.t. mobiliteit en bevorderen Smart Mobility − een betere bereikbaarheid (OV, fiets, auto en digitaal) binnen en tussen centra |
Monumenten en archeologie | Het voorstel draagt bij aan: − Restaureren en herbestemmen van rijks- en gemeentelijke monumenten − zichtbaar, beleefbaar, toegankelijk maken en het verhaal vertellen over het archeologisch en historische verleden |
Toerisme en Onderwijs | Het voorstel draagt bij aan: − de toeristische en recreatieve beleving, eigenheid (aantrekkelijkheid), selectiviteit (nieuw), identiteit en herkenbaar profiel − inspelen op wijzigende inzichten m.b.t. huisvesting onderwijsinstellingen (terug naar het centrum, verbreden tot kindcentra |
Cultuur | Het voorstel draagt bij aan: − het versterken van de regionale culturele infrastructuur; − het bieden van ruimte aan creatieve of culturele makers |
7. Voorstellen kunnen aanvullend scoren indien ze een bijdrage leveren aan provinciale ambities op het gebied van samenwerking en voorzieningen. De beoordeling daarvan vindt plaats volgens onderstaande tabel. Elk aspect wordt gewaardeerd met 1 punt. Het totaal aantal punten telt voor 20% mee in de score zoals gesteld onder 8, eerste gedachtestreepje.
Indicator | Toelichting |
Regiodeals | Het voorstel behelst maatregelen die passen in een gesloten regiodeal met het rijk |
Overige samenwerking | Het voorstel is een gezamenlijke aanpak van meer dan één gemeente (niet zijnde in het kader van een regiodeal of IBA), dan wel draagt bij aan de Euregionale profilering van een centrum |
Voorzieningen | Het voorstel speelt in op winkels en voorzieningen op het gebied van cultuur, sport en op sociaal-maatschappelijk vlak, zoals gemeenschapsvoorzieningen, en de bereikbaarheid daarvan |
8. De omvang van de intentie voor het verstrekken van een provinciale financiële bijdrage aan een voorstel (zoals geformuleerd in artikel 2, lid 6 van de samenwerkingsagenda) wordt bepaald:
• op basis van de inhoud van het voorstel:
- de score als bedoeld onder 5 t/m 7;
- de te verwachten impact voor de (bewoners van de) kern/wijk waar het voorstel wordt gerealiseerd;
- de mate waarin een provinciale bijdrage leidt tot versneld realiseren;
- de mate waarin het voorstel inspeelt op nieuwe ontwikkelingen.
• op basis van de volgens de bijbehorende begroting blijkend(e):
- omvang van de bijdragen van derden;
- omvang van het dekkingstekort op de initiële investeringen;
- potentieel opbrengend vermogen van het voorstel.
• rekening houdend met:
- het binnen de provincie beschikbare budget; het budget voor het kader KLC zal primair beschikbaar worden gesteld voor de leefbaarheid in kleine kernen, wijken, buurten en dorpen;
- de bereidheid van de gemeente om haar publiekrechtelijk instrumentarium in te zetten om de beoogde resultaten te realiseren;
- alle geldende wettelijke kaders;
- de mate waarin het duurzaam in stand houden van de te realiseren investeringen is geborgd;
- de mate waarin de investering bijdraagt aan het in stand houden van de kwaliteit in een kern buiten de stedelijke centra;
- de mate waarin burgers bijdragen aan het realiseren van (onderdelen van) het voorstel;
- de financiële en organisatorische draagkracht van de gemeente; en
- de mate waarin de gemeente haar financieel beleid en instrumentarium op orde heeft.
9. Aan de intentie zoals geformuleerd in artikel 2, lid 6 van de samenwerkingsagenda worden voorwaarden verbonden, gericht op het realiseren van het voorstel. De intentie vervalt, indien de gemeente niet binnen een overeen te komen periode na ondertekening van de samenwerkingsagenda, het voorstel en bijbehorende resultaten verder heeft uitgewerkt.
10. Een eventuele provinciale bijdrage bedraagt niet meer dan 50% van de initiële subsidiabele kosten (het totaal van de investeringen die nodig zijn om het project/initiatief te realiseren,
conform de ingediende business case) en nooit meer dan de gemeentelijke bijdrage. Bovendien bedraagt de eventueel te verstrekken subsidie ten hoogste het bedrag dat Gedeputeerde Staten noodzakelijk achten om het voorstel en bijbehorende resultaten te kunnen realiseren en zal het bedrag nooit hoger zijn dan de intentie zoals opgenomen in artikel 2, lid 6 van de samenwerkingsagenda met de betreffende gemeente. Gedeputeerde Staten verlenen géén bijdrage indien het ingediende voorstel en/of bijbehorende acties en resultaten indruisen tegen vigerend provinciaal beleid.
11. Het daadwerkelijk beschikbaar stellen van middelen vindt plaats nadat de samenwerkingsagenda door de Gemeente en de Provincie is ondertekend, aan de voorwaarden zoals omschreven in de samenwerkingsagenda is voldaan, de gemeente (na uitwerking van het voorstel en bijbehorende resultaten) een subsidieaanvraag bij de Provincie heeft ingediend en het voorstel past binnen het gestelde in de Nadere subsidieregels Kwaliteit Limburgse Centra. Voor het daadwerkelijk beschikbaar stellen is in ieder geval noodzakelijk dat er door de gemeente een onomkeerbare betalingsverplichting is aangegaan en dat er een sluitende business case beschikbaar is, waaruit blijkt dat zowel realisatie als exploitatie van het voorstel duurzaam geborgd zijn en dat de feitelijke realisatie vóór 1 januari 2024 start.