BRIE F VAN DEN MINISTER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN.
Bijlagen 270 1 Tweede Kamer 1
Fin. overeenkomst tusschen het Kon. der Nederlanden, Groot-Brittannië en N.-Ierland en de Fransche Republ. gesloten, enz.
270 . 1.
XXXX X VAN DEN MINISTER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN.
Aan
den Heere Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
's-Gravenhage, 4 September 194G.
Ter voldoening aan liet bepaalde in artikel 00, laatste lid. der Grondwet, heb ik de eer U Hoogedelgestrenge hierbij ter kennis- name te doen toekomen den tekst van de op 14 Juni 1040 te Londen tusschen, het Koninkrijk der Nederlanden, het Vereenigd Koninkrijk van (iroot-Brittannië en Noord-Ierland en de Fran- sche Republiek gesloten financieele overeenkomst, met daarbij behoorend Protocol, en van de op 25 Juli 1940 te Londen tusschen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vereenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland gesloten monetaire over- eenkomst, met een vertaling daarvan.
De tekst van de laatstgenoemde overeenkomst werd reeds bij liet schrijven, van mijn ambstvoorganger dd. '24 April 1940. af- deeling Kabinet en Xxxxxxxx, xx. 00000, ter kennisneming toege- zonden. Aangezien deze overeenkomst echter thans te zamen. mei de eerstgenoemde in het Staatsblad zal worden afgedrukt, zij de tekst daarvan hierbij andermaal overgelegd.
De Minister van Buitenlandsche Zaken,
W. XXX XXXXXXXXXX.
Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 194611.
i 27 0 1
Fin. overeenkomst tusschen het Xxx. xxx Xxxxxxxxxxx, Xxxxx-Xxxxxxxxxx xx X.•Xxxxxxx en de Fransche Republ. gesloten, enz.
VERTALING.
Anglo-Netherlands financial agreement.
The Royal Netherlands Government and the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland, considering that it is in their common interest to establish and maintain an official rate of exehange between the Netherlands Indies guilder and the ponnd sterling, have agreed as follows.
Article 1.
The official rate of exehange between the Netherlands Indies guilder (as defined in Article 12 and hereinafter referred to as the guilder) and the pound sterling shall be 7,60 guilders to the pound based on the last officially quoted rate in London for the guilder.
No ehange in such rate will be made without prior agree- ment between the two contracting Governments.
Article 2.
The contracting Governments will be solely responsible as regarde the quotation of their respective currencies in markets of third countries. But they will always consult together on the policy to be followed in regard to this question and on any intervention which may seem necessary.
Article 3.
The Bank of England and the Javasche Bank will sell to one another sterling for guilders and guilders for sterling at the official rate.
Article 4.
(1) No limit will be fixed to the amounts of sterling or guilders to be purchased in accordance with the preceding Article.
(2) If the Javasche Bank should at any time hold sterling in excess of £ 5 millions, the excess shall be applied to the purchase of United Kingdom Treasury Bills, to be denominated in guilders, caleulated at the official rate of the day of pur- chase, and to be issued in amounts of guilders equivalent to
£ 50.000 or multiples thereof.
(3) Similar arrangements shall apply as regards the invest- ment of amounts in guilders held by the Bank of England in excess of 38 million guilders. These amounts shall be applied to the purchase of Treasury Bills of the Netherlands Indies Government, to be denominated in pounds sterling caleulated at the official guilder-sterling rate of the day of purchase, and to be issued in amounts of pounds sterling equivalent to 350.000 guilders or multiples thereof.
(4) Both the guilder and the sterling Bills shall bear inte- rest at 3 % per annum and shall be repayable one year after tin' conclusion of the war: provided that the issuing Govern- ment may, at its option, ask for their renewal for two further pcriods of one year each.
(5) Should the total amount of the pounds sterling or guilders held by the Javasche Bank or the Bank of England n'spN-tively fa 11 below £ 5 million or 38 million guilders such balance shall be reoonstituted as far as possible by the sale of Treasury Bills held in the other currency. For this purpose the guilder Treasury Bills shall be rcpurchased for sterling by the Bank of England and the sterling Treasury Bills for guil- ders by the Javasche Bank, both Central Banks acting for account of their respective Governments. These operations shall be effected at the official rate of the day of repurchase.
(6) The pounds sterling and the guilders held by the Javasche Bank and the Bank of England respectively up to the limit of £ 5 million and 38 million guilders shall be invested by either Central Bank in agreement with and through the other Central Bank.
Engelsch-Nederlandsche financieele overeenkomst.
De Koninklijke Nederlandsche Begeering en de Regeering van het Vereenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland, overwegende, dat het in haar gemeenschappelijk belang is een officieelen wisselkoers tusschen den Nederlandsch-Indischen gulden en het pond sterling vast te stellen en te handhaven, zijn het volgende overeengekomen.
Artikel 1.
De officieele wisselkoers tusschen den Nederlandsch-Indischen gulden (als omschreven in artikel 12 en hierna aangeduid als de gulden) en het pond sterling zal zijn 7,60 gulden tegen het pond, gebaseerd op den laatsten officieel genoteerden koers in Londen voor den gulden.
Geen veranderingen zullen in dezen koers gemaakt worden, zonder voorafgaande overeenstemming tusschen de beide con- tracteerende Regeeringen.
Artikel 2.
1 >e eontracteerende Regeeringen zullen elk voor zich verant- woordelijk zijn voor de noteeringen van hun eigen muntsoorten op de markten van derde landen. Maar zij zullen steeds tezamen overleg plegen aangaande de politiek, welke te dien aanzien te volgen zij en betreffende elke interventie, welke noodzakelijk zal schijnen.
Artikel 3.
IV Mank of England en de Javasche Bank zullen aan elkander sterling tegen guldens en guldens tegen xxxxxxxx' verkoopen tegen den officieelen koers.
Artikel 4.
1. Geen grens zal worden gesteld voor de bedragen aan ster- ling of guldens, welke overeenkomstig het bepaalde in het vorige artikel gekocht kunnen worden.
2. Indien de Javasche Bank te eeniger tijd meer dan £ 5 millioen in haar bezit mocht hebben, zal het bedrag, dat hieraan te boven gaat, worden aangewend voor den aankoop van Schat- kistbiljetten van het Vereenigd Koninkrijk, uitgegeven in gul- dens, te berekenen tegen den officieelen koers op den dag van aankoop en uit te geven in guldenbedragen gelijk aan £ 50.000 of veelvouden daarvan.
3. Soortgelijke regelingen zullen van kracht zijn ten aan- zien van de belegging van guldensaldi in het bezit van de Bank of England, die een bedrag van 38 millioen gulden te boven gaan. Deze bedragen zullen worden aangewend tot den aankoop van Schatkistbiljetten van de Nederlandsch-Indische Regeering, uitgegeven in ponden sterling, te berekenen tegen den officieelen gulden-sterling koers op den dag van aankoop en uit te geven in stcrlingbedragen gelijk aan 350 000 gulden of veelvouden daarvan.
4. De gulden en sterling biljetten zullen beide een rente van
3 pet. per jaar dragen en zullen één jaar na de beëindiging van den oorlog vervallen, met dien verstande, dat de uitgevende Regeering, indien zij den wensch daartoe te kennen geeft, de vernieuwing daarvan voor twee verdere tijdvakken van telkens één jaar kan aanvragen.
5. Indien het totale bedrag aan ponden sterling of guldens respectievelijk in het bezit van de Javasche Bank of de Bank of England beneden £ 5 millioen of 38 millioen gulden komt te liggen, zal een dergelijk saldo zooveel mogelijk worden hersteld door den verkoop van Schatikistbiljetten in de andere muntsoort aangehouden. Te dien einde zullen de Schatkistbiljetten in gul- dens tegen sterling door de Bank of England en de Schai kist- biljetten in sterling tegen guldens door de Javasche Bank weder ingekocht worden, waarbij beide Centrale Banken zullen hande- len voor rekening van haar respectievelijke Regeeringen. Deze handelingen zullen plaats hebben tegen den officieelen koers van den dag van wederinkoop.
6. De ponden sterling en de guldens respectievelijk in het bezit van de Javasche Bank en de Bank of England zullen tot een grens van £ 5 millioen en 38 millioen gulden door de eene Centrale Bank in overeenstemming met en door bemiddeling van de andere Centrale Bank worden belegd.
270 1
Fin. overeenkomst tussehen het Kon. der Nederlanden, Groot- Brittannië en N.-Ierland en de Franscbe Republ. gesloten, enz.
(7) Should the Treasury Bills purchased by the Javasche Bank in aecordance with paragraph (2) of this Article exceed the equivalent of £ 5 millions in any one year, the Javasche Bank is authorised to sell the excess of snch Bills to the Netherlands Government in its eapacity as owner of the claims transferred to it under the Boyal Decree dated 24th May, 1940, in so far as these claims are denominated in guilders as defined by this Agreement, in order to enable that Government to cover its liabilities to the owner. Bills so sold to the Netherlands Government will not be repurchasable under paragraph (5) of this Article and the first amount of Bills so sold to the equi- valent of £ 5 millions in any one year will be oxempted from renewal under paragraph 4 of this Article.
Article 5.
(1) Neither Government will ask for a gold security nor for any specific security for the currency obtained by the Bank of England or the Javasche Bank as laid down above. Nor will any request be made for the conversion of these currencies into gold.
(2) If the two contracting parties should agree to change the official rate of exchange between the guilder and the pound sterling, the amount of guilders to be paid by the Bank of England in respect of the sterling held by the Javasche Bank would be calculated at the rate in force when the sterling was acquired. A similar arrangement would apply to guilders held by the Bank of England.
Article 6.
(1) The sterling held by the Javasche Bank may be used to pay for all expenditure in sterling in the sterling area, that is to say, in any part of His Majesty's dominions (except Canada, Newfoundland and Hong Kong), any territory in res- pect of which a mandate on behalf of the League of Nations lias been accepted by His Majesty and is being exevcised by His Majesty'sGovernment in the United Kingdom or in any Dominion, any British protectorate or protected state, Egypt, the Anglo-Egyptian Sudan and Iraq.
(2) The guilders held by the Bank of England may be used to pay for all expenditure in guilders in the Netherlands Indies (as defined in Article 12).
(3) If either country wishes to make payments to a third country in the currency of the other country, this shall be done only after prior consultation and agreement between the two Governments.
Article 7.
The Javasche Bank and the Bank of England will, if neces- sary, provide against pounds sterling or against guilders, the local currencies needed for all payments in the Netherlands Kingdom or in the sterling area respecüvely.
Article 8.
The United Kingdom and Netherlands Treasuries will eon- sider and constantïy watch over all questions relatins to the equitable distribution of expenditure in dollars or in gold borne by each country, which are made necessary by the conduct of the war.
Article 9.
The United Kingdom and Netherlands Xxxxxxxxxx will examine from time to time, and at least once every three months, the amount of and the reasons for movements in gold or foreign exchange, and will propose the measures of all kinds required to maintain the conditions of a lasting monetary equilibrium.
7. Indien het bedrag aan Schatkistbiljetten door de Javasche Bank in overeenstemming met lid 2 van dit artikel gekocht in eenig jaar het equivalent van & 5 millioen overschrijdt, is de Javasche Bank gemachtigd het overschot van zulke Biljetten te verkoopen aan de Nederlandsche Begeering in hare hoedanig- heid van eigenaresse van de vorderingen aan haar overgemaakt bij Koninklijk Besluit van 24 Mei 1940, voor zoover deze vorde- ringen in guldens, zooals in deze overeenkomst omschreven, luiden, ten einde de Regeering in staat te stellen hare verplich- tingen jegens den eigenaar te dekken. Biljetten op deze wijze aan de Nederlandsche Regeering verkocht, zullen niet weer in- gekocht kunnen worden, zooals bepaald in lid 5 van dit artikel en het eerste Biljettenbedrag gelijk aan & 5 millioen in eenig jaar op deze wijze verkocht zal van vernieuwing, krachtens lid 4 van dit artikel, worden vrijgesteld.
Artikel 5.
1. Geen van beide Regeeringen zal een zekerheid in goud of eenigerlei andere bepaalde zekerheid vragen voor de betaal- middelen, die door de Bank of England of door de Javasche Bank overeenkomstig het bovenbepaalde zullen zijn verkregen. Evenmin zal een verzoek voor de inwisseling van deze betaal- middelen in goud worden ingediend.
2. Indien de beide contracteerende partijen overeenkomen den officieelen koers tusschen den gulden en het pond sterling te wijzigen, zullen de bedragen aan guldens, te betalen door de Bank of England met betrekking tot het sterling saldo aan- gehouden door de Javasche Bank worden berekend tegen den koers, die op het moment van de verkrijging van het sterling van kracht was. Een soortgelijke regeling zal van toepassing zijn op guldens, welke door de Bank of England aangehouden worden.
Artikel 6.
1. Het sterling, aangehouden door de Javasche Bank, kan gebruikt worden voor alle uitgaven in sterling in het aterling- gebied te verrichten, dat wil zeggen in ieder deel van Zijner Majesteit's Dominions (uitgezonderd Canada, Newfoundland en Hong Kong), ieder gebied ten aanzien waarvan een mandaat vanwege den Volkenbond door Zijne Majesteit is aanvaard en dat wordt uitgeoefend door Zijner Majesteit's Regeering in het Vereenigd Koninkrijk of in een Dominion, een Britsch Protec- toraat of een beschermde staat, Egypte, de Anglo-Egyptische Soedan en Irak.
2. De guldens, die door de Bank of England aangehouden woideu, kunnen gebruikt worden om uitgaven in guldens te verrichten in Nederlandsch-Indië (zooals omschreven in arti- kel 12).
8. Indien een van beide landen betalingen wenscht te doen aan een derde land in de valuta van het andere land, zal dit slechts gedaan worden na voorafgaand overleg en overeenstem- ming tusschen de beide Regeeringen.
Artikel 7.
De Javasche Bank en de Bank of England zullen, zoo noodig, tegem ponden sterling of tegen guldens, de plaatselijke munt- soort verschaffen, noodig voor betalingen respectievelijk binnen bet Koninkrijk der Nederlanden of binnen het sterlinggebied.
Artikel 8.
De Schatkisten van het Vereenigd Koninkrijk en Nederland
/uilen alle vraagstukken overwegen en in het oog houden be- treffende de evenredige verdeeling van uitgaven in dollars of in goud, gedragen door de beide landen, die voor het voeren van den oorlog noodzakelijk zijn.
Artikel 9.
De Schatkisten van het Vereenigd Koninkrijk en Nederland zullen van tijd tot tijd en ten minste eens in de drie maanden het bedrag van en de aanleiding voor overmakingen van goud of vreemde valuta's onderzoeken en zullen die maatregelen voorstellen, welke voor het handhaven van een blijvend mone- tair evenwicht noodig mochten blijken.
270 1
Fin. overeenkomst tusschen hei Kon. der Nederlanden, Groot- Brittannië en N.-Ierland eii de Fransche llepubl. gesloten, t'iiz.
Article 10. Artikel 10.
(1) The two Governments will consult together before taking steps for the mobilisation on the market of a third country of all or part of their holdings of foreign securities.
(2) Neither Government will sell securities payable in the currency of tbe other country without having obtained the prior agreement of the other Government.
Article 11.
The two Governments will consult together with a view to obtaining as favourable arrangements as possible regarding payments for imports from and exports to tliird countries and as to the best use of their foreign assets.
Article 12.
(1) By Netherlands Indies is understood the Netherlands Indian Archipelago in Asia.
(2) By Netherlands Indies guilder is understood the cur- rency of the Netherlands Indies.
Article 13.
The present Agreement shall remain in force for the whole duration of the war and for a period of six months after the signature of the Treaty of Peace.
In witness whereof the Undersigned, duly authorised thereto by their respective Governments have signed the present Agreement.
Done in duplicate in London the 14th day of June, 1940 in English.
KIXGSLEY WOOD. D E GEER.
1. De beide Begeeringen zullen onderling overleg plegen alvorens stappen te ondernemen ten einde hun bezit aan buiten- landsche effecten geheel of ten deele op de markt van een derde land te mobiliseeren.
2. Geen van beide Regeeringen zal effecten betaalbaar in de valuta van het andere land verkoopen zonder voorafgaande in- stemming van de andere Regeering.
Artikel 11.
De beide Regeeringen zullen onderling overleg plegen ten einde de gunstigst mogelijke voorwaarden te verkrijgen wat be- treft betalingen voor invoer van en uitvoer naar derde landen. en wat betreft de gunstigste aanwending van haar buitenland- sche activa.
Artikel 12.
1. Onder Nederlandsch-lndië wordt verstaan de Xeder- landsch-Indische Archipel in Azië.
2. Onder Nederlandsch-Indisehen gulden wordt verstaan de muntsoort van Nederlandsch-Indië.
Artikel 13.
Deze overeenkomst zal van kracht blijven gedurende den geheelen loop van den oorlog en gedurende een periode van zes maanden na de onderteekening van het vredesverdrag.
Ten blijke waarvan de ondergeteekenden, naar behooren daar- toe door hun betreffende Regeeringen gemachtigd, deze Over- eenkomst hebben onderteekend.
Gedaan, in tweevoud, te Londen den Uden dag van Juni 1940, in de Engelsche taal.
XXXXXXXX XXXX. DE GEER.
VERTALING.
Accord financier Franco-Hollandais. Fransch-Nederlandsche financieele overeenkomst.
Xx Xxxxxxxxxxxx Xxxxx xx Xxxxxxxx xx Xx Xxxxxxxxxxxx xx xx Xxxxxxxxxx Frauqaise, considérant qu'il est de leur intérêt commun d'établir et de maintenir un taux de change officiel entre le florin des Indes Néerlandaises et le franc, sont eon- venus de ce qui suit:
Article Ier.
Le taux de change officiel entre le franc et le florin des Indes Néerlandaises (tel qu'il est défini a 1'artiele 12 et auquel il sera référé ci-après comme „Le florin") sera de 23 frs
25 pour un florin. Ce taux est basé sur la dernière quotation officielle du xxxxxx x Xxxxxxx xx xxx xx xxxxx xxxxxxxx xx xxxxx x, Xxxxxxx.
Aucune modification du taux n'interviendra sans un accord préalable entre les deux Gouvernements.
Article 2.
Les deux Gouvernements seront seuls responsables des cours de leurs monnaies respeetives sur les marchés des pays tiers. Toutefois ils se consulteront sur la politique a suivre a eet égard et sur toutes les interventions qui apparattraient néces- saires.
Article 3.
La Banque de France et la Banque de Java échangeront réeiproqueinent des francs contre des florins et des florins contre des francs au taux officiel.
De Koninklijke Nederlandsche Regeering en de Regeering van de Fransche Republiek, overwegende, dat het in haar ge- meenschappelijk belang is, een officieelen wisselkoers tusschen den Nederlandsch-Indischen gulden en den franc vast te stellen en te handhaven, zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1.
De officieele wisselkoers tusschen den franc en den Neder- landsch-lndischen gulden (zooals die is omschreven in artikel 12 en die verder zal worden aangeduid als ,,De Gulden") zal zijn 23,25 franc tegen één gulden. Deze koers is gebaseerd op den laatsten officieel genoteerden koers van den gulden te Londen en op den officieelen koers van den franc te Londen.
Geen veranderingen zullen in dezen koers gemaakt worden zonder voorafgaande overeenstemming tusschen de beide Regee- ringen.
Artikel 2.
De contracteerende Regeeringen zullen elk voor zich verant- woordelijk zijn voor de noteeringen van hun eigen muntsoorten op de markten van derde landen. .Maar zij zullen steeds tezamen overleg plegen aangaande de politiek, welke te dien aanzien te volgen zij, en betreffende elke interventie, welke noodzakelijk zal schijnen.
Artikel 3.
De Banque de France en de Javasche Bank zullen aan elkander francs tegen guldens en guldens tegen francs verkoopen tegen den officieelen koers.
Bijlagen 27 0 1 Tweede Kamer 5
Fin. overeenkomst tusschen het Kon. der Nederlanden, Groot-Brittannië en N.-Ierland en de Fransche Eepubl. gesloten, enz.
Article 4.
(1) Aucune limite ne sera apportée aux achats de francs ou de florins prévus a 1'article precedent.
2) Si la Banque de Java détient a un moment quelconque des montants en francs dépassant 1 millard de francs, l'excó- dent sera utilisé a 1'achat de Bons du Trésor francais übellés en florins, au taux officiel du jour de 1'acquisition. Ces bons seront émis pour des montants en florins équivalant a 10 mil- lions de francs ou a des multiples de cette somme.
(3) La même règle sera suivie pour Ie placement des mon- tants en florins que la Banque de France pourra acquérir au- dela de 43 millions de florins. Ces montants seront utilisés a 1'achat de Bons du Trésor du Gouvernement des Indes Néer- landaises, libellés en francs au taux officiel florin-franc du jour de leur acquisition. Ces bons seront émis pour des montants en francs équivalant a 400 000 florins, ou a des multiples de cette somme.
(4) Les Bons du Trésor libellés en florins et en francs porteront intérêt a 3 % 1'an et seront remboursables un an après la fin de la guerre. Ils seront valables a 1'option de 1'un ou 1'autre des deux Gouvernements, pour deux périodes sup- plémentaires successives d'un an chacune.
(5) Si Ie montant total des francs et des florins détenus respectivement xxx xx Xxxxxx xx Xxxx xx xx Xxxxxx xx Xxxxxx tonibent au-dessous du niveau de 1 milliard de francs ou a
43 millions de florins, ces montants seront reconstitués dans toute la mesure du possible au moyen de vente des Bons du Trésor libellés dans 1'autre monnaie. Dans ce cas les Bons du Trésor libellés en florins seront xxxxxxxx xxxxxx xxx xxxxxx xxx xx Xxxxxx xx Xxxxxx et les Bons du Trésor libellés en francs contre des florins par la Banque de Java, les deux ban- ques centrales agissant pour compte de leurs gouvernements respectifs. Ces opérations seront effectuées au cours officiel du jour du rachat.
(6) Les francs et les florins détenus respectivement xxx xx Xxxxxx xx Xxxx xx xx Xxxxxx xx Xxxxxx seront, jusqu'a, con- currence de 1 milliard de francs et de 43 millions de florins, places par chaque banque centrale avec 1'agrément et par 1'intermédiaire de 1'autre banque centrale.
(7) Si les Bons du Trésor achetés par la Banque de Java en vertu du paragraphe (2) du présent article dépassent, pour une année, 1'équivalent de 1 milliard de francs, la Banque de Java est autorisée a vendre les Bons en exeédent de cette somme au Gouvernement hollandais agissant en vertu des droits qu'il a acquis sur les créances qui lui ont été transférées par Ie Décret Royal du 24 mai 1940, pour autant que ces créances sont libellées en florins tels qu'ils sont définis par eet Accord. Le Gouvernement hollandais pourra ainsi utiliser ces bons pour faire face a ses obligatioiis vis-a-vis des titulaires des créances. Les Bons du Trésor ainsi vendus au Gouvernement hollandais ne seront pas remboursables en vertu du paragraphe (5) du présent article et la première tranche de bons qui aura été ainsi vendue, jusqu'a concurrence de 1'équivalent de 1 milliard de francs en une année, ne sera pas soumise a la clause de renouvellement stipulée au paragraphe (4) du présent article.
Artikel 4.
1. Geen grens zal worden gesteld voor de bedragen aan francs of guldens, welke overeenkomstig het bepaalde in het vorige artikel gekocht kunnen worden.
2. Indien de Javasche Bank te eeniger tijd meer dan 1 mil- liard francs in haar bezit mocht hebben, zal het bedrag, dat hieraan te boven gaat, worden aangewend voor den aankoop van Fransche Schatkistbiljetten, uitgegeven in guldens, te be- rekenen tegen den officieelen koers op den dag van aankoop en uit te geven in guldenbedragen gelijk aan 10 millioen francs of veelvouden daarvan.
3. Soortgelijke regelingen zullen van kracht zijn ten aan- zien van de belegging van guldensaldi in het bezit van de Banque de France, die een bedrag van 43 millioen gulden te boven gaan. Deze bedragen zullen worden aangewend tot den aankoop van Schatkistbiljetten van de Nederlandsch-Indische Begeering, uitgegeven in francs, te berekenen tegen den offi- cieelen gulden-franc koers op den dag van aankoop en uit te geven in bedragen in francs gelijk aan 400 000 gulden of veel- vouden daarvan.
4. De gulden en franc biljetten zullen een rente van 3 % per jaar dragen en zullen één jaar na de beëindiging van den oorlog vervallen. Zij zullen voor verlenging vatbaar zijn op ver- zoek van een van beide Regeeringen voor twee verdere tijd- vakken van telkens één jaar.
5. Indien het totale bedrag aan francs of guldens respec- tievelijk in het bezit van de Javasche Bank en de Banque de France beneden 1 milliard francs of 43 millioen gulden komt te liggen, zal een dergelijk saldo zooveel mogelijk worden hersteld door den verkoop van Schatkistbiljetten in de andere muntsoort aangehouden. In dit geval zullen de Schatkistbiljetten in gul- dens tegen francs door de Banque de France en de Schatkist- biljetten in francs tegen guldens door de Javasche Bank weder ingekocht worden, waarbij beide Centrale Banken zullen han- delen voor rekening van haar respectievelijke Regeeringen. Deze handelingen zullen plaats hebben tegen den officieelen koers van den dag van wederinkoop.
G. De francs en de guldens respectievelijk in het bezit van de Javasche Bank en de Banque de France zullen tot een grens van frs. 1 milliard en 43 millioen gulden door de eene Centrale Bank in overeenstemming met en door bemiddeling van de andere Centrale Bank worden belegd.
7. Indien het bedrag aan Schatkistbiljetten door de Java- sche Bank in overeenstemming met lid 2 van dit artikel gekocht in eenig jaar het equivalent van 1 milliard francs overschrijdt, is de Javasche Bank gemachtigd het overschot van zulke Bil- jetten te verkoopen aan de Nederlandsche Regeering in hare hoedanigheid van eigenaresse van de vorderingen aan haar overgemaakt bij Koninklijk Besluit van 24 Mei 1940, voorzoover deze vorderingen in guldens, zooals in deze overeenkomst om- schreven, luiden. De Nederlandsche Regeering zal zoo in staat gesteld worden hare verplichtingen jegens den eigenaar te dekken. Biljetten, op deze wijze aan de Nederlandsche Regee- ring verkocht, zullen niet weer ingekocht kunnen worden, zooals bepaald in lid 5 van dit artikel en het eerste Biljettenbedrag gelijk aan 1 milliard francs in eenig jaar op deze wijze verkocht zal van vernieuwing, onder lid 4 van dit artikel bedoeld, worden vrijgesteld.
Article 5. Artikel 5.
(1) Il ne sera demandé ni garantie or ni gage matériel quel- 1. Er zal geen zekerheid worden gevraagd in goud of eeni-
conque pour les devises obtenues respectivement par la Banqu e gerlei andere bepaalde zekerheid voor de betaalmiddelen, die de France et la Banque de Java dans les conditions indiquées door de Banque de France of door de Javasche Bank overeen- ci-dessus. La conversion en.or de ces devises ne sera pas non•n komstig het bovenbepaalde zullen zijn verkregen. Evenmin zal
plus demandée.
een verzoek voor de inwisseling van deze betaalmiddelen in goud worden ingediend,
(2) Si les deux parties contractantes convenaient de changer Indien de beide contracteerende partijen overeenkomen den la parité de change officielle entre le franc et le florin, le montant officieelen koers tusschen den gulden en den franc te wijzigen, des florins a rembourser par la Banque de France du fait des zullen de bedragen aan guldens, te betalen door de Banque de francs détenus par la Banque de Java serait calculé au taux en France met betrekking tot het franc-saldo aangehouden door vigueur a la date d'acquisition de ces francs. La même règle de Javasche Bank worden berekend tegen den koers, die op het serait suivie en ce qui concerne les florins détenus par la Banque moment van de verkrijging van die francs van kracht was.
de France.
Een soortgelijke regeling zal van toepassing zijn op guldens, welke door de Banque de France aangehouden worden.
Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1946 n .
e 270 1
Fin. overeenkomst tussehen het Kon. der Nederlanden, Groot- Brittannië en N.-Ierland en de Fransche Republ. gesloten, enz.
Article 6.
(1) Les francs détenus par la Banque de Java pourront être utilisés pour payer toute dépense en francs sur Ie territoire francais ou dans 1'Empire francais (Afrique du Nord, colonies, protectorats et territoires sous mandat).
(2) Les florins détenus par la Banque de France pourront être utilisés pour payer toute dépense en florins dans les Indes Néerlandaises (telles qu'elles sont définies a 1'article 12 ci- dessous).
(3) Si 1'un ou 1'autre des deux pays veut effectuer des paie- ments dans un tiers pays dans la monnaie de 1'autre, il ne pourra Ie faire qu'après consultation et accord préalable entre les deux Gouvernements.
Article 7.
Xx Xxxxxx xx Xxxx xx xx Xxxxxx xx Xxxxxx foumiront Ie cas échéant, contre francs ou contre florins, les monnaies locales nécessaires pour les paiements dans 1'Empire liollandais ou l'Empire francais respectivement.
Article 8.
Les Trésoreries francaise et hollandaise examineront et suivront constamment toutes les questions relatives a la répar- tition équitable des dépenses en dollar ou en or supportées par 1'autre pays et nécessitées par la conduite de la guerre.
Article 9.
Les deux Trésoreries examineront périodiquement et au moins une fois tous les trois mois Ie montant et les causes des mouve- ments d'or et de devises et proposcront les mesures de toute nature propres a maintenir les conditions d'un équilibre mone- taire durable.
Article 10.
(1) Les deux Gouvernements se consulteront avant de procéder a la mobilisation sur Ie marché d'un pays tiers de tout ou partie de leur portefeuille de valeurs étrangères.
(2) Aucun des deux Gouvernements ne vendra les valeurs libellécs en la monnaie de 1'autre pays sans 1'accord préalable de 1'autre Gouvernment.
Article 11.
Les deux Gouvernements se consulteront afin d'obtenir des arrangements aussi favorables que possible au sujet des paie- ments des importations en provenance de ou des exportations a destination de pays tiers, ainsi que pour obtenir Ie meilleur emploi de leurs actifs étrangers.
Article 12.
(1) Par „Indes Néerlandaises" on entend 1'Archipel Indien Hollandais en Asie.
(2) Par florin des Indes Néerlandaises on entend la monnaie des Indes Néerlandaises.
Article 13.
Le présent accord restera valable pendant toute la durée de la guerre et pour une période de six mois après la signature du traite de paix.
En foi de quoi les soussignés dtiment autorisés a eet effet par leurs Gouvernements respectifs, ont signé le présent Accord
Fait a Londres, en doublé exemplaire, le 14 juin, 1940.
Artikel 6.
1. De francs, aangehouden door de Javasche Bank kunnen gebruikt worden voor alle uitgaven in francs binnen het Fransche grondgebied of de Fransche overzeesche gebieden (Noord-Afrika, koloniën, protectoraten en gebieden onder mandaat) te ver- richten.
2. De guldens, die door de Banque de France aangehouden worden, kunnen gebruikt worden om uitgaven in guldens te verrichten in Ncderlandsch-Indië (zooals omschreven in ar- tikel 12).
3. Indien één van beide landen betalingen wenscht te doen aan een derde land in de valuta van het andere land, zal dit slechts gedaan worden na voorafgaand overleg en overeen- stemming tussehen de beide Regeeringen.
Artikel 7.
De Javasche Bank en de Banque de France zullen, zoo noodig, tegen francs of tegen guldens de plaatselijke muntsoort ver- schaffen, noodig voor betalingen respectievelijk binnen het Koninkrijk der Nederlanden of binnen het Fransche grondgebied.
Artikel 8.
De Schatkisten van Frankrijk en Nederland zullen alle vraag- stukken overwegen en in het oog houden betreffende de even- redige verdeeling van uitgaven in dollars of in goud, gedragen door de beide landen, die voor het voeren van den oorlog nood- zakelijk zijn.
Artikel 9.
De beide Schatkisten zullen van tijd tot tijd en ten minste eens in de drie maanden den omvang en de oorzaken van ver- schuivingen in de goud- en deviezenposities onderzoeken en alle middelen voorstellen, geëigend om den toestand van een duurzaam monetair evenwicht te handhaven.
Artikel 10.
1. De beide Regeeringen zullen onderling overleg plegen al- vorens stappen te ondernemen, ten einde hun bezit aan buiten- landsche effecten geheel of ten deele op de markt van een derde land te mobiliseeren.
2. Geen van beide Regeeringen zal effecten, betaalbaar in de muntsoort van het andere land, verkoopen zonder vooraf- gaande instemming van de andere Regeering.
Artikel 11.
De beide Regeeringen zullen onderling overleg plegen ten einde de gunstigst mogelijke voorwaarden te verkrijgen wat betreft betalingen voor invoer van en uitvoer naar derde landen en wat betreft de gunstigste aanwending van haar buitenlandsche activa.
Artikel 12.
1. Onder Nederlandsch-Indië wordt verstaan de Neder- landsch-Indische Archipel in Azië.
2. Onder Nederlandsch-Indischen gulden wordt verstaan de muntsoort van Nederlandsch-Indië.
Artikel 13.
Deze overeenkomst zal van kracht blijven gedurende den geheelen loop van den oorlog en gedurende een periode van zes maanden na de onderteekening van het vredesverdrag.
Ten blijke waarvan de ondergeteekenden, naar behooren daar- toe door hun betreffende Regeeringen gemachtigd, deze Over- eenkomst hebben onderteekend.
Xxxxxx, in tweevoud, te Xxxxxx xxx 00xxx Juni 1940.
X X XXXX XXXXXX.
D E GEER. CORBIN.
27 0 1 7
Fin. overeenkomst tusschen het Kon. der Nederlanden, Groot- Brittannië en N.-Ierland en de Frunsche Eepubl. gesloten, enz.
Protocol.
On signing this day the Agreements between the Eoyal Netherlands Government and the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland on the one hand and the Government of the French Eepublic on the other, regarding the establishment of an official rate of exchange between their respective currencies, the undersigned Pleni- potentiaries hereby declare that it is the intention of their Governments to regard the said agreements as forming the basis of their mutual relations in this matter and that in so far as may be consistent with their provisions the said agree- ments are to be regarded as complementary to each other and as together forming one integral whole.
Done in triplicate in London the 14th June, 1940.
D E GEEE . COEBIN.
XXXXXXXX XXXX.
Protocole.
E n signant aujourd'hui les Accords entre Ie Gouvernement Eoyal de Hollande et Ie Gouvernement du Eoyaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande du Nord, d'une part, Ie Gouver- nement de la Eépublique Francaise, d'autre part, accords ayant pour objet 1'établissement d'un taux de change officiel entre leurs monnaies respectives, les Plénipotentiaires soussignés déclarent par les présentes qu'il est dans 1'intention de leurs Gouvernements de considérer lesdits accords comme formant la base de leurs relations mutuelles en cette matière et que, pour autant qu'il s'agit de leurs stipulations, lesdits accords doivent être cousidérés comme complémentaires 1'un de 1'autre et comme formant ensemble un tout integral.
Fait a Londres, en triple exemplaire, Ie 14 juin 1940.
D E GEEE. ' COEBIN.
XXXXXXXX XXXX.
VEETALING.
Protocol.
Bij de onderteekening op heden van de Overeenkomsten tus- schen de Koninklijke Nederlandsche Eegeering en de Begeering van het Vereenigd Koninkrijk van Groot Brittannië en Noord- Ierland eenerzijds en de Eegeering van de Fransche Eepubliek anderzijds, houdende de instelling van een officieelen wissel- koers tusschen haar onderscheidene muntsoorten, verklaren de ondergeteekende Gevolmachtigden hierbij, dat het in de be- doeling van hun Kegeeringen ligt de genoemde Overeenkomsten te beschouwen als vormende de basis van haar onderlinge be- trekkingen in deze aangelegenheid en dat de genoemde Over- eenkomsten, voorzoover zulks met de bepalingen er van in overeenstemming is, moeten beschouwd worden als elkander aan te vullen en een integraal geheel te vormen.
Gedaan te Londen in drievoud den 14den Juni 1940.
D E GEEE . COEBIN.
XXXXXXXX XXXX.
8 27 0 1
Fin. overeenkomst tusschen het Kon. der Nederlanden, Groot-Brittannië en N.-Ierland en de Fransche Eepubl. gesloten, enz.
VERTALING.
Anglo-Netherlands Financial Agreement Engelsch-Nederlandsche financieele overeenkomst. (Curacao and Surinam). (Curacao en Suriname.)
The Royal Netherlands Government and the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland, considering that it is in their common interest to establish and maintain an official rate of exchange between the Curacao and Surinam guilders and the pound sterling, have agreed as follows:—
Article 1.
The official rate of exchange between the Curacao and Surinam guilders and the pound sterling shall be 7,60 guilders to the pound.
No change in sueh rate will be made without prior agreement between the two contracting Governments.
Article 2.
The contracting Governments will be solely responsible as regards the quotation of the respective currencies in markets of third countries. But they will always consult together on the poliey to be followed in regard to this question and on any intervention which may seem necessary.
Article 3.
The Bank of England and the Curacaosche Bank and the Surinamsche Bank will sell to one another sterling for guilders and guilders for sterling at the official rate.
No limit will be fixed tot the amounts of sterling or guilders to be so purchased..
Article 4.
The pounds sterling held by the Curacaosche Bank and the Surinamsche Bank, and the Curacjao and Surinam guilders held by the Bank of England, shall be invested by the Bank that holds them in agreement with and through the other Bank concerned.
Article 5.
(1) Neithcr Government will ask for a gold security nor for any specific security for the currency obtained by the Bank of England or the Curacaosche Bank or the Surinamsche Bank as laid down above; nor will any request be made for the con- version of these currencies into gold.
(2) If the two contracting Governments agree to change the official rate of exchange between the Curacao or Surinam guilder and the pound sterling, the amount of guilders to be paid by the Bank of England in respect of the sterling held by the Cura- caosche Bank or the Surinamsche Bank shall be calculated at the rate in force when the sterling was acquired. A similar arrangement shall apply to Curcao or Surinam guilders held by the Bank of England.
Article 6.
(1) The sterling held by the Curacaosche Bank and the Surinamsche Bank may be used to pay for all expenditure in sterling in the sterling area, that is to say, in any part of His Majesty's Dominions (except Canada, Newfoundlahd and Hong Kong), any territory in respect of which a mandate on behalf of the League of Nations lias been accepted by His Majesty and is being exercised by His Majesty's Government in the United Kingdom or in any Dominion, any British Protectorate or pro- tected State, Egy'pt, the Anglo-Ëgvptian Sudan and Iraq.
(2) The Curacao and Surinam guilders held by the Bank of England may be used to pay for all expenditure in guilders in Curacao and Surinam.
De Koninklijke Nederlandsche Regeering en de Regeering van het Vereenigd Koninkrijk van Groot Britanniö en Noord-Ierland, overwegende, dat het in haar gemeenschappelijk belang is een officieelen wisselkoers tusschen den Curacaoschen en Surinaam- schen gulden en het pond sterling vast te stellen en te hand- haven, zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1.
De officieele wisselkoers tusschen den Curacaoschen en Suri- naamschen gulden en het pond sterling zal zijn 7,60 gulden tegen het pond.
Geen verandering in dien koers zal worden gemaakt zonder voorafgaande overeenstemming tusschen de beide contractee- rende Regeeringen.
Artikel 2.
De contracteerende Regeeringen zullen elk voor zich verant- woordelijk zijn voor de noteeringen van hun eigen muntsoorten op de markten van derde landen. Maar zij zullen steeds te zamen overleg plegen aangaande de politiek, welke te dien aanzien te volgen zij, en betreffende elke interventie, welke noodzakelijk zal schijnen.
Artikel 3.
De Bank of England en de Curacaosche Bank en de Suri- naamsche Bank zullen aan elkander sterling tegen guldens en guldens tegen sterling verkoopen tegen den officieelen koers.
Geen grens zal worden gesteld voor de bedragen aan sterling of guldens, welke op deze wijze gekocht zullen kunnen worden.
Artikel 4.
De ponden sterling, welke door de Curacaosche Bank en de Surinaamsche Bank aangehouden worden en de Curacaosche en Surinaamsche guldens, welke door de Bank of England aan- gehouden worden, zullen door de Bank, die deze aanhoudt in overeenstemming met en door bemiddeling van de andere be- trokken Bank belegd worden.
Artikel 5.
1. Geen van beide Regeeringen zal een zekerheid in goud of eenigerlei andere bepaalde zekerheid vragen voor de betaal- middelen, die door de Bank of England of de Curacaosche Bank of de Surinaamsche Bank overeenkomstig het boven be- paalde zullen zijn verkregen; evenmin zal een verzoek voor de inwisseling van deze betaalmiddelen in goud worden ingediend.
2. Indien de twee contracteerende Regeeringen overeen- komen den officieelen koers tusschen den Curacaoschen of Surinaamschen gulden en het pond sterling te wijzigen, zullen de bedragen aan guldens, te betalen door de Bank of England met betrekking tot het sterlingsaldo, aangehouden door de Curacaosche Bank of de Surinaamsche Bank, worden berekend tegen den koers, die op het moment van verkrijging van de sterling van kracht was. Een soortgelijke regeling zal van toe- passing zijn op Curacaosche of Surinaamsche guldens, die door de Bank of England worden aangehouden.
Artikel 6.
1. De sterling, aangehouden door de Curacaosche Bank en de Surinaamsche Bank, kan gebruikt worden voor alle uitgaven in sterling in het sterlinggebied te verrichten, dat wil zeggen in ieder deel van Zijner Majesteit's Dominions ( uitgezonderd Canada, Xewfoundland en Hong Kong), ieder gebied, ten aan- zien waarvan een mandaat vanwege den Volkenbond door Zijne Majesteit is aanvaard en dat wordt uitgeoefend door Zijner Majesteit's Regeering in het Vereenigd Koninkrijk of in een Dominion, een Britsch Protectoraat of een beschermden staat, Egypte, de Anglo-Egyptische Soedan en Irak.
2. De Curacaosche en Surinaamsche guldens, die door de Bank of England aangehouden worden, kunnen gebruikt wor- den om uitgaven in guldens te verrichten in Curacao en Suri- name.
Bijlagen 27 0 1 Tweede Kamer 9
Fin. overeenkomst tussehen het Kon. der Nederlanden, Groot-Brittannië en N.-Ierland eh de Fransche Republ. gesloten, enz.
Article 7.
The Curacaosche Bank and the Surinamsche Bank and the Bank of England will, if neceBsary, provide against pounds sterling or against guilders, the local currencies needed for all payments in the Netherlands Kingdoin or in the sterling area respectively.
Article 8.
The present Agreenient shall remain in force for the whole duration of the war and for a period of six months after the signature of the Treaty of Peace.
In witness whereof the undersigned, duly anthorised thereto by their respective Governments, have signed the present Agreement.
Done in duplieate in London the 25th day of July, 1940, in English.
DE GEER K1NGSLEY WOOD.
Artikel 7.
De Curacaosche Bank en de Surinaamsche Bank en de Bank of England zullen, zoo noodig, tegen ponden sterling of tegen guldens, de plaatselijke muntsoort verschaffen, noodig voor be- talingen respectievelijk binnen het Koninkrijk der Nederlanden of binnen het sterlinggebied.
Artikel 8.
Deze overeenkomst zal van kracht blijven gedurende den ge- heelen loop van den oorlog en gedurende een periode van zes maanden na de onderteekening van het vredesverdrag.
Ten blijke waarvan de ondergeteekenden, naar behooren daar- toe door hun betreffende Regecringen gemachtigd, deze Over- eenkomst hebben onderteekend.
Gedaan in tweevoud te Londen den 25sten dag van Juli 1940, in de Engelsche taal.
D E GEER. XXXXXXXX XXXX.
Monetary agreement.
VERTALING.
Monetaire overeenkomst.
The Royal Netherlands Government of the one part and the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland of the other part have agreed as follows: —
Article 1.
(i) The rate of exchange between the Netherlands guilder and the Ê sterling shall be Netherlands guilders 10.691 = £ 1.
(ii) This rate (hereinafter referred to as "the official rate")
De Koninklijke Nederlandsche Regeering eenerzijds en de Regeering van het Vereenigd Koninkrijk van Groot Brittannië en Noord-Ierland anderzijds zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1.
1. De wisselkoers tussehen den Nederlandsehen gulden en het Ê sterling zal zijn Nederlandsche guldens 10,691 = t 1.
2. Deze koers (hierna aangeduid als „de officieele koers")
shall not be varied by either of the Contracting Governmentsi zal niet door een der contracteerende Regeeringen gewijzigd
excejjt after mutual consultation. worden dan na gemeen overleg.
(iii) In all territories where they have jurisdiction thei 3. In alle gebieden, waarover zij rechtsmacht hebben, zullen Contracting Governments shall enforce the use of the officialI de contracteerende Regeeringen de toepassing van den officiee- rate as the basis of all transactions involving a relationshipi len koers als basis voor alle transacties, die een verhouding
between the two currencies.
(iv) The Bank of England and De Nederlandsche Bank.
tussehen de beide muntsoorten met zich medebrengen, verplicht stellen.
4. De Bank of England en De Nederlandsche Bank zullen,
as agents of their respective Governments, shall fix by mutual1 als vertegenwoordigsters van haar onderscheidene Regeeringen agreement the maximum spread above or below the official rates bij onderlinge overeenstemming de maximum afwijking boven
which will be anthorised on the markets which they contrei.
Article 2.
of beneden den officieelen koers vaststellen, die 'zal worden toegestaan op de markten, welke zij beheerschen.
Artikel 2.
(i) The Bank of England (acting as agents of the United1 1. Do Bank of England (optredende als vertegenwoordigster
Kingdom Government) shall sell sterling to De Nederlandsche
van de Regeering van het Vereenigd Koninkrijk) zal sterling
Bank (acting as agents of the Royal Netherlands Government)I verkoopen aan De Nederlandsche Bank (optredende als ver-
as may be required for payments which residents of the Nether- tegenwoordigster van de Koninklijke Nederlandsche Regeering)
lands 'Monetary Area, under the exchange regulations in force5 voor zoover dit noodig is voor betalingen, welke ingezetenen in that area, are permitted to make to residents of the sterlingT van het Nederlandsche monetaire gebied krachtens de in dat
area —
(a) against Netherlands guilders to be credited at the offi-
gebied voor het buitenlandsche betalingsverkeer geldende rege- lingen mogen verrichten ten gunste van ingezetenen van het sterlinggebied.
«. tegen Nederlandsche guldens, te credheeren tegen den
cial rate to the Bank of England' s No. 1 Account with D e officieelen koers op rekening No. 1 van de Bank of England Nederlandsche Bank, provided that the balance standing to th e bij De Nederlandsche Bank, mits het saldo, dat in het credit credit of that Account is not thereby increased above 53,450,000D van die rekening staat, daardoor niet stijgt boven 53 450 000
Netherlands guilders; or Nederlandsche guldens; of
(b) if the balance standing to the credit of the Bank ofI b. indien het saldo, dat in het credit van rekening Xx. 0 Xxxxxxx'0 Xx. 0 Account with De Xederlandsche Bank amounts van de Bank of England bij De Nederlandsche Bank staat, to 53,450,000 Netherlands guilders, against gold to be set aside 53 450 000 Nederlandsche guldens bedraagt, tegen goud, dat in the name of the Bank of England at De Nederlandsche bij De Nederlandsche Bank te Amsterdam ten name van de
Bank, Amsterdam. Bank of England zal worden gereserveerd.
(ii) De Nederlandsche Bank (acting as agents of the Royail 2. Be Nederlandsche Bank (optredende als vertegenwoordig- Netherlands Government) shall sell Netherlands guilders to th e ster van de Koninklijke Nederlandsche Regeering) zal Neder- Bank of England (acting as agents of the United Kingdomn landsche guldens verkoopen aan de Bank of England (optre- Government) as may be required for payments which residents dende als vertegenwoordigster van de Regeering van het Ver- of the sterling area', under the exchange regulations in force eenigd Koninkrijk), voor zoover dit noodig is voor betalingen,
in that area, are permitted to make to residents of the Nether- lands Monetary Area —
die ingezetenen van het sterlinggebied krachtens de in dat
gebied voor het buitenlandsche betalingsverkeer geldende rege- lingen mogen verrichten ten gunste van ingezetenen van het Nederlandsche monetaire gebied.
Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1946H.
io 270 1
Kin. overeenkomst tusschen het Xxx. xxx Xxxxxxxxxxx, Xxxxx- Xxxxxxxxxx xx X.-Xxxxxxx en dt Klinische Republ. gesloten, enz.
(o) against xxxxxxxx to be credited at the offieial rate to De Nederlandsche Bank' s Xo. 1 Account with the Bank of Eng- land, provided tliat the balance standing to the credit of that Account is not thereby increased above £ 5 million plus such additional sum as the contraeting parties shall have agreed to recognize as equivalent to the net amount of sterling owned at the date of this Agreement by residents of the Netherlands Monetary Area; or
(6) if the balance standing to the credit of De Nederland- sche Bank's No. 1 Account with the Bank of England amounts to £ 5 million plus the additional sum referred to in sub-para- graph (a) above, against gold to be set aside in the name of De Nederlandsche Bank at the Bank of England, London.
(iii) De Nederlandsche Bank shall at all times maintain on their No. 1 Account with the Bank of England a minimum balance the amount of which will be determined in agreement with the Bank of England.
(iv) The Bank of England shall at all times maintain on their Xo. 1 Account with De Nederlandsche Bank a minimum balance the amount of which will be determined in agreement with De Nederlandsche Bank.
Article 8.
(i) The Bank of England shall have the right at any time to sell to De Nederlandsche Bank, against all or part of the sterling balances held by that Bank, either Netherlands guil- ders at the official rate or gold to be set aside at the Bank of England in London.
(ii) De Xederlandsche Bank shall have the right at any time to sell to the Bank of England, against all or part of the Netherlands guilder balances held by that Bank, either sterling at the official rate or gold to he set aside at De Xederlandsche Bank in Amsterdam.
Article 4.
(i) Gold set aside in Amsterdam in accordance with the provisions of Articles 2 and 8 of the present Agreement shall be at the Bank of England's free disposal and may be exported.
(ii) Gold set aside in London in accordance with the pro- visions of Articles 2 and 8 of the present Agreement shall be at De Xederlandsche Bank' s free disposal and may be exported.
Article 5.
(i) The Government of the United Kingdom shall not restrict the availabilty of sterling at the disposal of residents of the Netherlands Monetary Area for making —
(Ü) transfers to other residents of the Netherlands Mone- tary Area ;
(b) payments to residents of the sterling area; or
(e) transfers to residents of countries outside the Nether- lands Monetary Area and the sterling area to the extent to which these may be aulhorised by the United Kingdom Govern- ment under the arrangements contemplated in Article 8 (iii) hereof.
(ii) The Royal Netherlands Governmenl shall not restrict the availability of Netherlands guilders at the disposal of resi- dents of the sterling area for making —
(d) transfers to other residents of the sterling area;
(b) payments to residents of the Netherlands .Monetary Area; or
(e) transfers to residents of countries outside the sterling area and the Netherlands .Monetary Area to the extent to which these may be authorised by the Royal Netherlands Govern- menl under the arrangements contemplated in Article 8 (iii) hereof.
a. tegen sterling, te crediteeren tegen den officieelen koers op rekening Xo. 1 van De Xederlandsche Bank bij de Bank of England, mits het saldo, dat in het credit van die rekening staat daardoor niet stijgt boven £ 5 millioen plus een zoo groot bedrag daarboven als de contracteerende partijen overeenge- komen zullen zijn als gelijkwaardig te erkennen aan het netto- bedrag aan xxxxxxxx, dat op den dag van onderteekening van deze Overeenkomst aan ingezetenen van het Xederlandsche monetaire gebied zal toekomen; of
b. indien het saldo, dat in het credit van rekening Xo. 1 van De Xederlandsche Bank bij de Bank of England staat
£ 5 millioen plus het daarbij te tellen bedrag, als vermeld onder lid 2, sub « hierboven, bedraagt, tegen goud, dat bij De Bank of England te Londen ten name van De Xeder- landsche Bank zal worden gereserveerd.
3. De Xederlandsche Bank zal te allen tijde op haar reke- ning Xo. 1 bij de Bank of England een minimumsaldo aan- houden, waarvan de hoogte na verkregen overeenstemming met De Bank of England zal worden vastgesteld.
4. De Bank of England zal te allen tijde op haar rekening Xo. 1 bij De Xederlandsche Bank een minimum-saldo aan- houden, de hoogte waarvan na verkregen overeenstemming met De Nederlandsche Bank zal worden vastgesteld.
Artikel 8.
1. De Bank of England zal te allen tijde het recht hebben aan De Nederlandsche Bank tegen het geheele of een gedeelte van het saldo in sterling, dat deze Bank aanhoudt, hetzij Xeder- landsche guldens tegen den officieelen koers, hetzij goud, dat zal worden gereserveerd bij de Bank of England te Londen, te verkoopen.
2. De Xederlandsche Bank zal te allen tijde het recht hebben aan de Bank of England tegen het geheele of een gedeelte van het saldo in Xederlandsche guldens, dat deze Bank heeft, hetzij sterling, tegen den officieelen koers of goud, dat zal worden gereserveerd bij De Xederlandsche Bank te Amsterdam, te ver- koopen.<
Artikel 4.
1. Goud, dat overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 en 8 van deze Overeenkomst te Amsterdam is gereserveerd, zal ter vrije "('schikking van de Bank of England staan en kan worden uitgevoerd.
2. Goud, dat overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 en 3 van deze Overeenkomst te Londen is gereserveerd, zal ter vrije beschikking van De Nederlandsche Bank staan en kan worden inL'i". oerd.
Artikel 5.
1. De Regeering van het Vereenigd Koninkrijk zal het ge- bruik van sterlingsaldi ter beschikking van ingezetenen van het Ni derlandsche monetaire gebied niet beperken voor:
</. overdrachl aan andere ingezetenen van het Nederlandsche monetaire gebied:
b. betalingen aan ingezetenen van het sterlinggebied; of
c. overdracht aan ingezetenen van landen buiten het Neder- landsche monetaire gebied en het sterlinggebied tot een omvang als zal worden toegestaan door de Regeering van hel Vereenigd Koninkrijk ingevolge de regelingen, bedoeld in artikel S lid 3 van de/c Overeenkomst.
2. IV Koninklijke Nederlandsche Regeering zal het gebruik van guldens ter beschikking van ingezetenen van het sterling- gebied niet beperken voor:
o. overdracht aan andere ingezetenen van het sterling- gebied;
b. betalingen aan ingezetenen van het Nederlandsche mone- taire gebied; of
e. overdracht aan ingezetenen van landen buiten het sterling- gebied en het Nederlandsche monetaire gebied tot een omvang als zal worden toegestaan door de Koninklijke Nederlandsche Regeering ingevolge de regelingen, bedoeld in artikel 8 lid 3 van deze Overeenkomst,
270 1
Fin. overeenkomst tusschen het Kon. der Nederlanden, Groot- Brittannië en N.-Ierland en de Fransche Republ. gesloten, enz.
Article 6.
The two Contracting Governments shall co-operate with a view to assisting each other in keeping capita! transaetions within the scope of their respective polieies and, in partioular, with a view to preventing transfers between their areas which do not serve direct and useful economie or commercial purposes.
Article 7.
Any sterling held' by De Nederlandsche Bank shall be held and ïnvested only as may bc agreed by the Bank of England and any Netherlands guilders held by the Bank of England shall be held and invested only as may be agreed by De Neder- landsche Bank.
Article 8.
(i) If during the currency of this Agreements the Contrac- ting Governments adhere to a general international Monetary Agreement they will review the terms of the present Agree- ment with a view to making any amendments that may be required.
(ii) While the present Agreement remains in force the Con- tracting Government shall co-operate to apply it with the neci ssary flexibility according to circumstances. The Bank of England and De Xederlandsche Bank, as agents of their res- pective Governments, will maintain contact on all technical questions arising out of this Agreement and will collaborate closely on exchange eontrol matters affecting the two areas.
(iii) As opportunity offers the Contracting Governments shall seek with the consent of the other interested parties —
(<i) to make Netherlands guilders at the disposal of resi- dents of the sterling area and sterling at the disposal of resi- dents of the Netherlands Monetary Area available for making payments of a current nature to residents of countries outside the sterling area and the Netherlands Monetary Area; and
(b) to enable residents of countries outside the sterling area and the Netherlands Monetary Area to use sterling at their disposal to make payments of a current nature to residents of the Netherlands Monetary Area, and to use Netherlands guil- ders at their disposal to make payments of a current nature to residents of the sterling area.
(iv) Notwithstauding that each of the Contracting Govern- nients shall be alone responsible for its monetary relations with third parties, they shall maintain contact wherever the mone- tary relations of the one affect the interests of the other.
Article 9.
For ihe purposes of fche present Agreement:—
(i) The expression "the sterling area" shall have the meaning trom time to time assigbed to it by the exchange eontrol regulations in force in the United Kingdom.
(ii) The expression "the Netherlands Monetary Area" shall include the following territories:—
Netherlands Territory in Europe (the Netherlands), Islands of the Netherlands Archipelago in Asia (Netherlands Indiea), and Territories of Curacao and Surinam.
(iii) Transaetions between the Bank of England and De Ni derlandsche Bank are to be considered as transaetions between the sterling area and the Netherlands Monetary Area.
(iv) Transaetions entered into, by the Government of any territory included in one of the two areas defined above shall be regarded as transaetions entered into by a resident of the said area.
Artikel 6.
De beide contracteerende Regeeringen zullen samenwerken teneinde elkander te steunen om kapitaaltransacties binnen het kader van elkanders beleid te houden en in het bijzonder om overdrachten te voorkomen tusschen hun gebieden, die niet rechtstreeks en op nuttige wijze economische of commercieele doeleinden dienen. •
Artikel 7.
Sterlingsaldi, aangehouden door De Nederlandsche Bank, zul- len slechts aangehouden en belegd worden in overeenstemming niet de Bank of England en saldi in Nederlandsche guldens, aangehouden door de Bank of England, zullen slechts aangehou- den en belegd worden in overeenstemming met De Nederlandsche Dank,
Artikel 8.
1. indien gedurende den looptijd van de/.e Overeenkomst de contracteerende Begeeringen toetreden tot een algemeene internationale Monetaire Overeenkomst, zullen zij de bepalingen van de onderhavige Overeenkomst herzien teneinde de eventueel vereischte wijzigingen aan te brengen.
2. Gedurende het tijdvak, dat deze Overeenkomst van kracht blijft, zullen de contracteerende Begeeringen samenwerken om haar, naar gelang van de omstandigheden, met de noodige soepelheid toe te passen. De Bank of England en De Neder- landsche Bank, als vertegenwoordigsters vanhaar onderscheiden- lijke Begeeringen, zullen voeling houden aangaande alle tech- nische vraagstukken, die uit deze Overeenkomst voortvloeien, en zullen nauw samenwerken in vraagstukken van deviezen- controle, die betrekking hebben op beide gebieden.
3. Wanneer de gelegenheid daartoe zich voordoet, zullen de contracteerende Regeeringen met instemming van de andere betrokken partijen ernaar streven:
a. Nederlandsche guldens, in bet bezit van ingezetenen van liet sterlinggebied, en sterling, in het bezit van ingezetenen van het Nederlandsche monetaire gebied, beschikbaar te stellen voor betalingen van loopenden aard aan ingezetenen van landen buiten het sterlinggebied en het Nederlandsche monetaire gebied; en
h. ingezetenen van landen buiten het sterlinggebied en het Nederlandsche monetaire gebied in staat te stellen sterling in hun bezit te gebruiken voor betalingen van loopenden aard aan ingezetenen van het Nederlandsche monetaire gebied en Neder- landsche guldens in hun bezit te gebruiken voor betalingen van loopenden aard aan ingezetenen van het sterlinggebied.
4. Ongeacht het feit, dat elk der contracteerende Begeeringen alleen verantwoordelijk zal zijn voor haar monetaire betrek- kingen mei derden, zullen zij steeds voeling houden, wanneer de monetaire betrekkingen van de eene de belangen van de andere raken.
Artikel 9.
Ten behoeve van deze Overeenkomst zal:
1. De uitdrukking „het sterlinggebied" de beteekenis hebben die van tijd tot tijd daaraan in de regelingen van de deviezen- controle, die van kracht zijn in het véreenigd Koninkrijk, daaraan gegeven wordt.
2. De uitdrukking ,,het Nederlandsche monetaire gebied" omvatten de volgende grondgebieden:
het Nederlandsche grondgebied in Europa (Nederland), de eilanden van den Nederlandschen Archipel in Azië (Neder- landsch-Indië) en de grondgebieden van Curacao en Suriname.
:). Transacties tusschen de Bank of England en De Neder- landsche Bank zullen beschouwd worden als transacties tus- schen bet sterlinggebied en het Nederlandsche monetaire gebied.
4. Transacties, aangegaan door de Regeering van eenig grondgebied gelegen binnen een van du twee boven aangeduide gebieden, zullen beschouwd worden als transacties, aangegaan door een ingezetene van het genoemde gebied.
\2 270 1
Fin. overeenkomst tusschen het Kon. der Nederlanden, (iroot
Article 10.
While the Anglo-Netherlands Agreement of the 14th June, 1940, eontinues in force, the provisions of the present agreement shall not modify the arrangements set out in that Agreement for payments between the sterling area and the Netherlands Indies. On the expiry or abrogation of that Agreement the Contraeting Parties will review the terms of the, present Agreement with a view fco making any amendment that may be required., Mean- while, sterling balances which have already accrued or may hereafter aecrne under the terms of the 1940 Agreement men- tioned above and which are at the disposal of residents of the Netherlands Indies shall be available in accordance with the provisions of Article 5 (i) of the present Agreement.
Article 11.
Upon the signature of the present Agreement, the Anglo- Netherlands Agreement (Curacao and Surinam) of the 25th July. 1940, shall be abrogated and the balances which have accrued thereunder shall be available in accordance with the provisions of Article 5 (i) of the present Agreement.
Article 12.
The present Agreement, which shall be subject to review and adjustment after mutual eonsultatioh, especially in connection with the operation of Article 2 (ii) («) and Article 10 shall come into force on the day of its signature. At any time thereafter either Contraeting Government may give notice to the other of its intention to terminate the Agreement and the Agreement shall cease to have effect three months after the date of such notice. I t shall terminate three years after the date of its coming into force unless the two Contraeting Governments agree otherwise.
In faith whereof the undersigned plenipotentiaries, being duly authorised thereto, by their respeotive Governments, have signed the present Agreement and have affixed thereto their seals.
Done in London in duplicate this 7th day of September, 1945.
On behalf of the Roijul Netherlands Government:
X. XXXXXXXXX.
On behalf of the Government of the United Kingdom of Grcat lhitain ivid Northern Irelaud:
Brittannië en N.-Ierland en de Fransche Republ. gesloten, enz.
Artikel 10.
Zoolang als de Engelsch-Nederlandsche Overeenkomst van den 14den Juni 1940 van kracht blijft, zullen de bepalingen der onderhavige Overeenkomst geen wijziging brengen in de regeling in die Overeenkomst, gemaakt ten aanzien van betalingen tusschen het sterlinggebied en Nederlandsch-Indië. Bij het af- loopen of opzeggen van die Overeenkomst zullen de contractee- rend Partijen de bepalingen van de onderhavige Overeenkomst herzien, ten einde de eventueel vereischte wijzigingen aan te brengen. Intusschen zullen sterlingsaldi, die reeds zijn ontstaan of hierna zullen ontstaan ingevolge de bepalingen van de boven- aangehaalde Overeenkomst van 1940 en die in het bezit zijn van ingezetenen van Nederlandsch-Indië, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 5, lid 1, van de onderhavige Over- eenkomst te hunner beschikking zijn.
Artikel 11.
Met ingang van den dag van onderteekening van deze Over- eenkomst zal de Engelsch-Nederlandsche Overeenkomst (Cu- racao en Suriname) van 25 Juli 1940 vervallen zijn en zullen de saldi, die ingevolge die Overeenkomst zijn ontstaan ter be- schikking staan overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, lid 1, van deze Overeenkomst.
Artikel 12.
Deze Overeenkomst, die na onderling overleg herzien en aan- gepast zal worden in het bijzonder in verband met de werking van artikel 2, lid 2, sub a en artikel 10, zal in werking treden op den dag van onderteekening. Op elk tijdstip daarna kan elk der eontracteerende Regeeringen aan de andere bericht geven van haar voornemen de Overeenkomst te beëindigen en de Overeenkomst zal dan drie maanden na den dag van een derge- lijke mededeeling buiten werking treden. Zij zal eindigen drie jaren na den dag van haar inwerkingtreding, tenzij de beide eontracteerende Regeeringen anders overeenkomen.
Ten blijke waarvan de ondergeteekende gevolmachtigden, naar behooren daartoe gemachtigd door hun betreffende Regeeringen, deze Overeenkomst hebben geteekend en daaraan hun zegel hebben gehecht.
Gedaan te Londen in tweevoud op den Tden September 1945.
Voor de Koninklijke Nederlandsche Regecring,
X. XXXXXXXXX.
Voor de liegeering van het Vereenigd Koninkrijk van Groot Brittannië en Noord-Ierland,
XXX X XXXXXX. XXX X XXXXXX.