INHOUDSOPGAVE
AANSLUITVOORWAARDEN
voor grondgebonden woningen met een ZLT- aansluiting
INHOUDSOPGAVE
Artikel 1. Begripsomschrijvingen 2
Artikel 2. Algemene bepalingen 2
Artikel 3. Plaatsen, onderhouden, controleren, vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen en wegnemen van een Aansluiting 2
Artikel 4. Uitbreiding of wijziging van een Aansluiting 3
Artikel 5. Werkzaamheden Gemeente 3
Artikel 6. Werkzaamheden Aanvrager 3
Artikel 7. Verdere verplichtingen van en verboden voor Aanvrager 4
Artikel 8. Gevolgen van niet-nakoming door Aanvrager 5
Artikel 9. Aansprakelijkheid 5
Artikel 10. Toepasselijk recht, klachten en geschillen 6
Artikel 11. Overige bepalingen 6
ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In deze Aansluitvoorwaarden hebben de hieronder opgeno- men dikgedrukte woorden met een hoofdletter de betekenis die daarachter staat:
(a) (de) Aansluiting: de Aansluitset en de huis-aansluit- leidingen die de Binneninstallatie met het SWZ verbin- den, een en ander zoals weergegeven in Bijlage 2.
(b) (de) Aansluitovereenkomst: een overeenkomst tus- sen de Gemeente en Aanvrager met betrekking tot de aansluiting van de Woning op het SWZ waarvan deze Aansluitvoorwaarden integraal onderdeel uitmaken.
(c) (de) Aansluitset: een aansluitset, bestaande uit in ie- der geval (een) handafsluiter(s), een filter, een druk- gecompenseerde inregelvoorziening en eventueel een meetinrichting.
(d) (de) Aansluitvoorwaarden: deze ‘Aansluitvoorwaar- den voor grondgebonden woningen met een ZLT-aan- sluiting’.
(e) (de) Aanvrager: de persoon/personen die in de Aan- sluitovereenkomst als ‘Aanvrager’ is/zijn aangeduid.
(f) (de) Binneninstallatie: de in een Woning aanwezige installatie, onder meer bestaande uit de Warmte- pomp, de klimaatinstallatie met verwarming- en koel- lichamen, vloerverwarming, de warm tapwater instal- latie, regelinstallatie, verbindend leidingwerk, appen- dages, groepenverdelers, aansluitleidingen en andere voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de goede werking van het vorenstaande, alles te rekenen vanaf het punt gelegen direct achter de Demarcatiegrens.
(g) (de) Bijlage: een bijlage bij deze Aansluitvoorwaar- den.
(h) (de) Demarcatiegrens: de grens tussen het SWZ en de Binneninstallatie, zoals aangeduid in Bijlage 1.
(i) (de) Gemeente: de gemeente Deventer.
(j) (de) Leverancier: de door de Gemeente te selecteren partij die de levering van ZLT-warmte aan onder meer Aanvrager zal gaan verzorgen.
(k) (de) Partij(en): Aanvrager en/of de Gemeente.
(l) (het) SWZ: het geheel van tot elkaar behorende, met elkaar verbonden leidingen, bijbehorende installaties en overige hulpmiddelen dienstbaar aan het transport van ZLT-warmte inclusief de Aansluiting, te rekenen tot en met de Demarcatiegrens.
(m) (het) Terrein: het perceel grond wat in eigendom is of
zal worden van Xxxxxxxxx en waarop diens Woning is of zal worden gerealiseerd.
(n) (het) Warmtenetwerkbedrijf: een door de Gemeente te selecteren of (mede) op te richten rechtspersoon aan wie de eigendom van het SWZ wordt overgedra- gen.
(o) (de) Warmtepomp: de door Aanvrager te (laten) in- stalleren warmtepomp inclusief boilervat, eventuele warmtewisselaar voor koeling, elektrisch element en bijbehorende appendages die voldoet aan de eisen zoals opgenomen in Bijlage 3.
(p) (de) Woning: de woning zoals aangeduid in de Aan- sluitovereenkomst.
(q) (de) ZLT-warmte: warmte van zeer lage temperatuur die via het SWZ wordt geleverd.
ARTIKEL 2. ALGEMENE BEPALINGEN
1. Elke Partij draagt zelf de kosten voor de werkzaamhe- den die op grond van deze Aansluitvoorwaarden door of vanwege die Partij uitgevoerd moeten worden.
2. Werkzaamheden die op grond van deze Aansluitvoor- waarden uitgevoerd moeten worden, moeten worden uitgevoerd door daartoe bevoegde personen die over de nodige vakbekwaamheid en outillage beschikken en conform de eisen van fabrikanten van de te reali- seren componenten en materialen.
ARTIKEL 3. PLAATSEN, ONDERHOUDEN, CON-
TROLEREN, VERVANGEN, VER- PLAATSEN, UITBREIDEN, WIJZIGEN EN WEGNEMEN VAN EEN AANSLUI- TING
2. De kosten voor de werkzaamheden die in het vorige lid worden genoemd zijn voor rekening van de Ge- meente. In afwijking daarvan zijn deze kosten voor re- kening van Aanvrager indien:
a) de werkzaamheden geschieden op zijn ver- zoek; en/of
b) de werkzaamheden het gevolg zijn van zijn handelen of nalaten ten gevolge van omstan- digheden die hem redelijkerwijs zijn toe te re- kenen.
ARTIKEL 4. UITBREIDING OF WIJZIGING VAN EEN AANSLUITING
1. Een aanvraag tot uitbreiding of wijziging van een Aan- sluiting geschiedt op door de Gemeente te bepalen wijze.
2. Een uitbreiding of wijziging van een Aansluiting wordt uitsluitend door of vanwege de Gemeente tot stand gebracht tegen door de Gemeente te bepalen tarieven en (overige) voorwaarden.
3. De Gemeente is bevoegd:
(i) niet over te gaan tot – honorering van een aanvraag tot – uitbreiding of wijziging van een Aansluiting, dan wel
(ii) (bijzondere) voorwaarden te stellen aan
– honorering van een aanvraag tot – uitbrei- ding of wijziging van een Aansluiting,
indien – honorering van een aanvraag tot – uitbreiding of wijziging van een Aansluiting (zonder daar bijzon- dere voorwaarden aan te stellen) kan leiden tot het schaden van belangen van de Gemeente of die van één of meerdere (rechts-)personen die op het SWZ zijn aangesloten. Van een dergelijke situatie is in ieder geval sprake als:
a) er niet voldoende capaciteit beschikbaar is om de gewenste levering van ZLT-warmte te verzorgen; of
b) Aanvrager in verzuim is een opeisbare vor- dering die de Gemeente op hem heeft te vol- doen, mits voldoende samenhang bestaat tussen de vordering en de aanvraag om het niet-uitbreiden of wijzigen, dan wel het stel- len van bijzondere voorwaarden te recht- vaardigen.
4. De Gemeente is bevoegd niet over te gaan tot – ho- norering van een aanvraag tot – uitbreiding of wijzi- ging van een Aansluiting indien één of meer van de in of krachtens de Aansluitovereenkomst gestelde bepa- lingen of voorschriften niet zijn of worden nagekomen en de uitoefening van die bevoegdheid door de Ge- meente gerechtvaardigd is.
ARTIKEL 5. WERKZAAMHEDEN GEMEENTE
1. De Gemeente zal het SWZ en de Aansluiting realise- ren waarbij zij ervoor zorgdraagt dat:
(i) het SWZ en de Aansluiting op het Terrein en in de Woning worden gerealiseerd in het/de nader door de Gemeente te duiden tracé en ruimte;
(ii) één aanvoer- en één retourleiding wordt ge- realiseerd;
(iii) in de in het Terrein aan te leggen – aanvoer- en retour – leidingen worden voorzien van T- stukken, voorzien van een afgedopte terrein- afsluiter, welke afsluiters zich nabij de kavel- grens zullen bevinden;
(iv) het SWZ wordt voorzien van dampdichte iso- latie op plaatsen in het Terrein waar de Ge- meente dat nodig acht, hetgeen in beginsel niet zal gelden voor de leidingen buiten de Woning en de leidingen in de kruipruimte.
(v) de aansluitleidingen door de mantelbuizen als bedoeld in Artikel 6 lid 1 onder (vi) in de Woning worden gebracht en afgesloten met een afsluiter.
3. De Gemeente zal en hoeft de in lid 2 opgenomen werkzaamheden pas uit (te) voeren nadat zij heeft vastgesteld dat de Binneninstallatie conform deze Aansluitvoorwaarden is gerealiseerd.
ARTIKEL 6. WERKZAAMHEDEN AANVRAGER
(i) van de Binneninstallatie een Warmtepomp onderdeel uitmaakt en blijft uitmaken die vol- doet aan de vereisten die zijn opgenomen in Bijlage 3;
(ii) er voorzieningen in de Binneninstallatie zijn opgenomen waarmee het mogelijk wordt ge- maakt om relatief kleine volumestromen in te
regelen (waaronder regelkleppen, hydrauli- sche schakelingen, etc.), zodat de uitkoeling van het water zo groot mogelijk is (en daar- mee de retourtemperatuur zo laag mogelijk) en bij koeling de opwarming van het water zo groot mogelijk is;
(iii) het voor – het tot stand brengen van – de Aansluiting vereiste hak-, breek-, metsel-, timmer-, en ander bijkomstig werk wordt ver- richt, één en ander ter beoordeling van de Gemeente;
(iv) er sparingen en invoer- en doorvoerpunten (te boren in huidige constructies, of op te ne- men in nieuwe constructies) in de Woning worden verzorgd tot aan de locatie waar de Aansluitset geplaatst wordt. Indien Aanvra- ger deze waterdicht en/of brandwerend wenst af te werken, is dit de eigen verant- woordelijkheid van Aanvrager;
(a) recht in lijn liggen met de terreinaf- sluiters in het Terrein;
(b) rechtstreeks in de daarvoor aange- wezen (technische) ruimte uit ko- men;
(c) een diameter van minimaal 75 mil- limeter met een radius van mini- maal 750 millimeter hebben; en
(d) - indien noodzakelijk geacht door Aanvrager - worden voorzien van waterdichte afwerking.
2. Aanvrager stelt de ruimte als bedoeld in lid 1 onder (v) om niet (gratis) beschikbaar aan de Gemeente.
3. De Aanvrager sluit de Binneninstallatie aan op de Aansluiting. De Aanvrager meldt deze werkzaamhe- den minstens drie dagen vooraf aan de Gemeente.
4. Aanvrager stelt de Binneninstallatie in bedrijf (vullen,
ontluchten, spoelen, et cetera) nadat de Gemeente de werkzaamheden als genoemd in Artikel 5 lid 2 heeft uitgevoerd.
5. Nadat de Gemeente de Aansluiting heeft gerealiseerd (Artikel 4 en Artikel 5), draagt Aanvrager zorg voor de nodige werkzaamheden tot herstel en afwerking in het Terrein en in de Woning, waarbij bijvoorbeeld gedacht kan worden aan het afwerken van leidingen, bouw- kundig, (aanbreng van een) koof en overige afwer- king.
ARTIKEL 7. VERDERE VERPLICHTINGEN VAN EN
VERBODEN VOOR AANVRAGER
1. Aanvrager voorziet de Gemeente tijdig en volledig van alle beschikbare informatie, voorvallen, en wijzigingen in omstandigheden die redelijkerwijs noodzakelijk of nuttig zijn voor de Gemeente om aan de verplichtin- gen uit hoofde van de Aansluitovereenkomst, deze Aansluitvoorwaarden en de daaruit voortvloeiende transacties te kunnen voldoen, waaronder bijvoor- beeld wordt verstaan:
a) door hem waargenomen of vermoede schade, gebreken of onregelmatigheden aan de Aansluiting en/of het SWZ, verbreking van de verzegeling daaronder begrepen, bij de Gemeente te melden;
b) alle door de Gemeente verzochte gegevens betreffende de Binneninstallatie;
c) adres- c.q. (handels)naamswijzigingen, e- mailadreswijzigingen daaronder begrepen;
d) substantiële afwijkingen van de afname;
e) voorgenomen verhuizing, contractovername; of
f) wijzigingen van betaalgegevens.
2. Aanvrager is gehouden al het redelijkerwijs mogelijke te doen om schade aan de Aansluiting en het SWZ te voorkomen.
a) hinder of schade te veroorzaken voor de Ge- meente en/of anderen die zijn aangesloten op het SWZ, dan wel hun belangen te scha- den al dan niet door middel van de Binnenin- stallatie;
b) door of vanwege de Gemeente aange- brachte verzegelingen te verbreken of te
doen verbreken;
c) enige zaak die wordt gebruikt in verband met de levering van ZLT-warmte en -koude te ge- bruiken voor aarding van elektrische installa- ties, toestellen, bliksemafleiders en derge- lijke;
d) water dat wordt gebruikt in verband met de levering van ZLT-warmte en –koude te ont- trekken of toe te voegen, tenzij schriftelijk an- ders overeen is gekomen; en/of
e) de Aansluiting zodanig te gebruiken/niet te gebruiken dat daardoor schade kan ont- staan.
4. Aanvrager verleent zijn medewerking aan het door de Gemeente uitvoeren van alle werkzaamheden op grond van de Aansluitovereenkomst.
5. Wijzigingen, uitbreidingen, geplande of noodzake- lijke (spoed-)werkzaamheden en uitschakeling aan en van de Binneninstallatie die invloed kun- nen hebben op – het verzorgen van – de levering van ZLT-warmte via het SWZ mogen alleen ver- richt worden na schriftelijke kennisgeving door Aanvrager aan en schriftelijke instemming van de Gemeente. Bij de kennisgeving zal Xxxxxxxxx aanduiden welke werkzaamheden en/of uitscha- keling(en) hij wenst te verrichten, waarna de Ge- meente kan aangeven welke stukken zij nodig heeft alvorens over de (eventuele) toestemming te beslissen. Indien de Gemeente om dergelijke stukken vraagt, is Aanvrager verplicht deze op zo kort mogelijke termijn aan te leveren.
6. Aanvrager is verplicht op daartoe strekkend, on- derbouwd verzoek van de Gemeente alle ver- langde gegevens met betrekking tot de Binnenin- stallatie te verstrekken, daaronder mede begre- pen gegevens met betrekking tot het functioneren van de Warmtepomp en het elektraverbruik van de Warmtepomp.
7. Indien naar het oordeel de Gemeente twijfel be- staat over de vraag of een Binneninstallatie vol- doet aan het bepaalde in deze Aansluitvoorwaar- den, toont Aanvrager op verzoek van de Ge- meente aan dat zijn Binneninstallatie aan deze voorwaarden voldoet. Wanneer Aanvrager in ge-
breke blijft, is de Gemeente bevoegd om de Bin- neninstallatie op kosten van Xxxxxxxxx zelf te (la- ten) onderzoeken.
8. Aanvrager draagt ervoor zorg dat de Binneninstal- latie zo is ingesteld, en zodanig wordt gebruikt, dat deze voldoet en blijft voldoen aan het bepaalde in of krachtens de Aansluitovereenkomst.
9. Aanvrager draagt ervoor zorg dat de Binneninstal- latie voldoet en blijft voldoen aan alle van toepas- sing zijnde wettelijke voorschriften, ISSO-publica- ties (of daarvoor in de plaats komende publicaties of erkende vervangende richtlijnen), veiligheids- voorschriften en/ of -eisen.
ARTIKEL 8. GEVOLGEN VAN NIET-NAKOMING DOOR AANVRAGER
Indien Aanvrager het bepaalde in Artikel 3 lid 1 of Artikel 7 lid 3 niet nakomt c.q. daarmee in strijd handelt, verbeurt hij, zonder dat een ingebrekestelling of andere voorafgaande verklaring nodig is, een direct opeisbare boete aan de Ge- meente van EUR 150,00 per overtreding, te vermeerderen met een bedrag van EUR 50,00 voor elke dag dat de over- treding voortduurt, met een maximum van EUR 1.500,00 per overtreding. Het vorenstaande laat het recht van de Ge- meente op nakoming en schadevergoeding op grond van de wet geheel onverlet. Deze boetes worden eerst opeis- baar op het moment dat de Gemeente kennisneemt van de overtreding.
ARTIKEL 9. AANSPRAKELIJKHEID
(i) toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verplichting uit de Aansluitovereen- komst door de Gemeente, dan wel
(ii) aan de Gemeente toerekenbaar handelen of nalaten dat verband houdt met de Aansluit- overeenkomst.
Aansprakelijkheid voor indirecte schade, zoals in ie- der geval schade als gevolg van bedrijfsstilstand, het niet kunnen uitoefenen van een beroep of bedrijf of winstderving is in alle gevallen uitgesloten.
(i) EUR € 250.000,00 (zegge: tweehonderdvijf- tigduizend euro) per gebeurtenis voor alle natuurlijke personen met een aansluiting op het SWZ tezamen voor zover het personen- schade betreft; en
(ii) EUR € 250.000,00 (zegge: tweehonderdvijf- tigduizend euro) per gebeurtenis voor alle rechts- en natuurlijke personen met een aan- sluiting op het SWZ tezamen voor zover het zaakschade en de noodzakelijke kosten ter voorkoming van zaakschade betreft, met dien verstande dat, ongeacht de omvang van het totaal der schade, de vergoeding van de noodzakelijke kosten ter voorkoming van zaakschade is beperkt tot ten hoogste € 75,00 (zegge: vijfenzeventig euro) per (rechts- of natuurlijke) persoon en de totale vergoeding van zaakschade en noodzake- lijke kosten ter voorkoming van zaakschade is beperkt tot ten hoogste € 3.500,00 (zegge: drieduizendvijfhonderd euro) per (rechts- of natuurlijke) persoon.
Indien het totaal der schaden meer bedraagt dan de vermelde EUR 250.000,00 (zegge: tweehonderdvijf- tigduizend euro) aan personenschade en/of EUR 250.000,00 (zegge: tweehonderdvijftigduizend euro) aan zaakschade of noodzakelijke kosten ter voorko- ming van zaakschade, is de Gemeente niet gehouden meer schadevergoeding te betalen dan bedoeld be- drag, waarbij met inachtneming van de eerder in dit lid genoemde maxima per (rechts- of natuurlijke) per- soon, de aanspraken van (rechts- of natuurlijke) per- sonen naar evenredigheid zullen worden voldaan.
4. De Gemeente is niet aansprakelijk voor schade ver- oorzaakt door gebreken in de Binneninstallatie, res- pectievelijk schade die is ontstaan door het toedoen
of nalaten van Aanvrager of personen waarvoor de aansprakelijkheid krachtens de wet op Aanvrager rust. Aanvrager vrijwaart de Gemeente tegen vorde- ringen van derden ter zake.
5. Het in de vorige leden bepaalde wordt mede bedon- gen ten behoeve van derden waarmee de Gemeente ten behoeve van het transport van ZLT-warmte sa- menwerkt, alsmede ten behoeve van de werknemers of ondergeschikten voor wie de Gemeente of be- doelde derde op grond van het bij of krachtens de wet gestelde aansprakelijk is.
6. De aansprakelijkheidsbeperking in lid 1, 2 en 3 geldt niet indien en voor zover de schade het gevolg is van opzet of grove schuld van de Gemeente of diens werk- nemers.
ARTIKEL 10. TOEPASSELIJK RECHT, KLACHTEN
EN GESCHILLEN
1. Op de Aansluitovereenkomst en de daaruit voortvloei- ende verbintenissen is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
2. Ten aanzien van alle geschillen die samenhangen met of voortvloeien uit de Aansluitovereenkomst zul- len Partijen zich inspannen en beijveren het geschil in onderling overleg op te lossen. Mochten Partijen er onderling niet uitkomen, dan zal het geschil in eerste instantie worden voorgelegd aan – de bevoegde rech- ter van – de rechtbank Overijssel.
ARTIKEL 11. OVERIGE BEPALINGEN
1. Aanvrager verleent bij voorbaat zijn toestemming voor een overdracht van de Aansluitovereenkomst door de Gemeente aan het Warmtenetwerkbedrijf.
2. Als een Aansluitovereenkomst wordt aangegaan met twee of meer personen (lees: als meer dan één per- soon in de Aansluitovereenkomst als ‘Aanvrager’ zijn aangeduid), zijn die personen ieder afzonderlijk hoof- delijk aansprakelijk jegens de Gemeente voor de na- koming van alle verplichtingen die voor Aanvrager uit de Aansluitovereenkomst voortvloeien.
3. Aanvrager zal op schriftelijk, gemotiveerd verzoek van de Gemeente aantonen dat aan het gestelde in de Aansluitovereenkomst is voldaan.
4. Bij de nakoming van haar verplichtingen en de uitoe-
fening van haar rechten uit hoofde van de Aansluit- overeenkomst, mag de Gemeente derden inschake- len. De in de Aansluitovereenkomst en de op grond daarvan van toepassing zijnde voorschriften en rege- lingen zijn aldus mede derdenbedingen als bedoeld in art. 6:253 BW en kunnen door Xxxxxxxxx niet worden herroepen.
ARTIKEL 12. BIJLAGEN
1. De volgende Bijlagen vormen één onverbrekelijk ge- heel met deze Aansluitvoorwaarden:
1. Tekening ter duiding van de Demarcatie- grens
2. Principetekening Aansluiting Woning
3. Eisen aan de Warmtepomp
4. Ruimtereservering Aansluitset
2. Bij tegenstrijdigheid geldt de volgende volgorde (van boven naar beneden):
(i) (de tekst van) de Artikelen;
(ii) (de tekst van) de Bijlagen.
BIJLAGE 1 DEMARCATIEGRENS
BIJLAGE 2
PRINCIPETEKENING AANSLUITING WONING
BIJLAGE 3
EISEN WARMTEPOMP
De Warmtepomp die Aanvrager realiseert / laat realiseren moet aan de volgende vereisten voldoen:
• de Warmtepomp moet in staat zijn de geleverde ZLT- warmte zodanig op te waarderen dat aan de warmte- vraag van Aanvrager kan worden voldaan en de gele- verde ZLT-warmte (dus) zodanig wordt opgewaar- deerd dat deze geschikt is voor ruimteverwarming en de bereiding van warm tapwater;
• de druk vanuit het SWZ kan oplopen tot een werkdruk van 4,5 bar. De (bronzijde van de) Warmtepomp en alle appendages dienen hiervoor geschikt te zijn;
• de Warmtepomp moet afgestemd zijn op / overeenko- men met:
1) het warmteverlies zoals berekend op grond van ISSO 51; en
2) de warm tapwater behoefte van Xxxxxxxxx.
• de Warmtepomp moet beschikken over een elektrisch element om in noodsituaties (zoals het uitvallen van le- vering van ZLT-warmte via het SWZ) alsnog aan de warmtevraag van Aanvrager te kunnen voldoen.
• Het aansluitdebiet wordt bepaald aan de hand van de warmtebehoefte van de Warmtepomp;
• de uitkoeling van de ZLT-warmte moet minimaal 6k be- dragen ten opzichte van de aanvoertemperatuur van het SWZ;
• de Aansluiting mag gebruikt worden voor passief en/of actief koelen; Aanvrager dient – indien gewenst – hier- voor zelf een installatie te realiseren. Er dient dan een warmtewisselaar toegepast te worden, zodat de Bin- neninstallatie en het SWZ hydraulisch gescheiden blij- ven;
• naast de aansluitset dient ook de warmtepomp op de begane grond (of in de kelder, maar in ieder geval niet op de 1e of 2e verdieping) geplaatst te worden;
• de Binnenistallatie dient ervoor te zorgen dat het ZLT- water in koelbedrijf maximaal wordt opgewarmd om zo- veel mogelijk koelvermogen te realiseren;
• er dient voldoende ruimte te zijn om een energiemeter te kunnen plaatsen;
• het maximaal benodigde drukverschil over het ver- damperzijdige circuit van de warmtepomp mag niet meer zijn dan 35 kPa;
• de Warmtepomp dient voorzien te zijn van een aparte kWh-meter die het specifieke elektraverbruik van de Warmtepomp meet en inzicht in het functioneren van de Warmtepomp geeft.