AANVULLEND PENSIOENPLAN NR. 30 VASTE BIJDRAGEN
AANVULLEND PENSIOENPLAN NR. 30 VASTE BIJDRAGEN
TOTAL GROEP IN BELGIË
Reglement nr.000/XXXXX/030
Beheerd door Total Pension Fund Belgium OFP
Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening ingeschreven bij de FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) onder nummer 50.618
Inhoudstafel
AFDELING A INLEIDING EN DEFINITIES 3
AFDELING B AANSLUITINGSVOORWAARDEN 8
Artikel 3 - Aansluitingsvoorwaarden 8
Artikel 5 – Algemene bepalingen betreffende de bijdragen 9
Artikel 6 – Belegging van de bijdragen en reserves van dit Plan 11
6.1. Belegging van de bijdragen en reserves van dit Plan – Algemene Beleggingsportefeuille 11
6.2 - Bepalen van de beleggingsstrategie 11
AFDELING E PRESTATIES BIJ PENSIONERING 12
Artikel 7 - Pensioenkapitaal 12
AFDELING F PRESTATIES BIJ OVERLIJDEN 13
Artikel 9 - Overlijdenskapitaal 13
Artikel 11 - Rechthebbende van het Overlijdenskapitaal 13
Artikel 11 bis - Tijdstip van de betaling 14
AFDELING G ECONOMISCHE ONGESCHIKTHEID 15
Artikel 12 - Voortzetting van de waarborgen 15
AFDELING H PRESTATIES IN GEVAL VAN UITTREDING VOOR DE PENSIOENDATUM 16
Artikel 13 - Beëindiging van de arbeidsovereenkomst 16
AFDELING I ALGEMENE BEPALINGEN 18
Artikel 14 - Niet-betaling van de bijdragen 18
Artikel 15 - Wijziging van het Plan 18
Artikel 16 - Stopzetting van het Plan of Overdracht van het Plan voor het geheel of een deel van Actieve Aangeslotenen en/of Rechthebbenden 19
Artikel 17 - Ontbinding of vereffening van de IBP 19
Artikel 18 - Overdrachten van rechten 19
Artikel 19 - Voorwaarden voor betaling 20
Artikel 20 - Verantwoordelijkheid voor de betaling van de prestaties 20
Artikel 21 - Wijziging van de persoonlijke situatie van de aangeslotene 20
Artikel 22 - Eigendom van de activa van de IBP 20
Artikel 23 - Officiële communicatie 20
Artikel 25 - Vertrouwelijkheid 21
BIJLAGE 1 - Lijst van Ondernemingen van de Total Groep in België die deelnemen aan het Plan 22
BIJLAGE 2 - Uittredingsovereenkomst 23
BIJLAGE 3 - Verzekeringsovereenkomst voor de Onthaalstructuur 24
AFDELING A INLEIDING EN DEFINITIES
Artikel 1 - Algemeenheden
1.1. Dit pensioenplan “ Aanvullend Pensioenplan nr.30 – Vaste Bijdragen - Total Groep in België” (hierna: het “Plan”) wordt ingevoerd met ingang op 1 januari 2016.
In toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten en/of de andere contractuele documenten betreffende “de wijziging van pensioeninstelling, de overdracht van reserves en de wijziging van de reglementen van aanvullend pensioen” (hierna: “CAO”), wordt een nieuw aanvullend pensioenplan ingevoerd dat in werking treedt op 1 januari 2016. Het wordt beheerd door de Instelling voor Bedrijfspensioenvoorziening (hierna: “IBP”) van de Total Groep in België. De procedure die opgelegd is door de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid werd gerespecteerd.
De invoering van dit nieuwe plan werd beslist door de Ondernemingen bepaald in artikel 2 hierna, ten voordele van hun werknemers die beantwoorden aan de aansluitingsvoorwaarden beschreven in artikel 3.
1.2. Dit document is het enige bindende pensioenreglement (hierna: “het Reglement”) dat het Plan beheerst en is de enige bron van recht die de rechten en plichten die voortvloeien uit dit Plan voor alle partijen bepaalt. Een Actieve Aangeslotene, Passieve Aangeslotene of Rechthebbende, zoals bepaald in artikel 2 hierna, kan op geen enkele andere prestatie die voortvloeit uit het Plan aanspraak maken dan de prestaties omschreven in dit Reglement.
De IBP, het Plan en het Reglement zijn onderworpen aan Belgisch recht.
Dit Reglement is opgesteld in het Nederlands en het Frans. De Frans- en Nederlandstalige teksten zijn de enige teksten met juridische waarde en bindende kracht. In geval van twijfel betreffende de interpretatie wordt de ene versie geïnterpreteerd in het licht van de andere. Elk presentatiemateriaal of elk ander document dat ter informatie aan de Actieve Aangeslotenen, Passieve Aangeslotenen of Rechthebbenden is gegeven heeft geen enkele juridische waarde of bindende kracht.
1.3. De IBP is belast met het algemeen beheer van het Plan en neemt de verantwoordelijkheid op zich om de bepalingen van dit Plan uit te voeren. De verbintenissen van de IBP maken een middelenverbintenis uit.
1.4. De begrippen die beginnen met een hoofdletter zijn de begrippen bepaald in artikel 2. Deze hebben de betekenis die er daar aan wordt gegeven. In dit Reglement houdt het gebruik van de mannelijke vorm automatisch ook de vrouwelijke vorm in, tenzij het tegendeel is bepaald.
Artikel 2 - Definities
De interpretatie van dit Reglement zal gebeuren op basis van de volgende definities:
2.1 Actuaris: de erkende actuaris benoemd door de algemene vergadering van de IBP als adviseur voor wat de actuariële en financiële aspecten van het Plan betreft.
2.2 Actieve Aangeslotene: elke werknemer die de aansluitingsvoorwaarden beschreven in artikel 3 vervult en blijft vervullen en de leeftijd van 25 jaar bereikt heeft.
Passieve Aangeslotene: een gewezen Actieve Aangeslotene die na zijn Uittreding zijn Verworven Reserves in het Plan heeft gelaten bij de IBP overeenkomstig artikel 14.2(a).
2.3 Rechthebbende: elke persoon die, krachtens het Plan en omwille van de aansluiting van een andere persoon, recht heeft op één van de prestaties bepaald in de artikelen 9 en 10. De Rechthebbende kan een Partner, een Kind of elke andere natuurlijke persoon zijn zoals bepaald in artikel 12.
2.4 Overlijdenskapitaal: de prestatie voorzien door het Plan en bepaald in artikel 9.
2.5 Pensioenkapitaal: de prestatie waarin voorzien wordt door het Plan en bepaald in artikel 7.
2.6 Individuele Rekening: bij de IBP in naam van de Actieve Aangeslotene of de Passieve Aangeslotene opgebouwd spaargeld, d.w.z. de rekening waarop de netto Werkgeversbijdragen overeenkomstig Afdeling C en het Toegekend Beleggingsrendement overeenkomstig Afdeling D gestort worden en, voor zover vereist door de toepasselijke wetgeving, aangevuld met bijdragen noodzakelijk om in voorkomend geval het minimumrendement bedoeld in de Belgische wetgeving betreffende aanvullende pensioenen te waarborgen.
2.7 Partner: de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot of de wettelijk samenwonende partner. De wettelijk samenwonende partner is de persoon die niet verwant is met het personeelslid en met wie het personeelslid verbonden is door een verklaring van wettelijke samenwoning bij de administratie van zijn gemeente. Onder ‘niet verwante persoon’ wordt begrepen de persoon wiens verwantschap met het personeelslid gelijk is aan of hoger is dan in de vierde graad.
2.8 Raad: de raad van bestuur van de IBP waarvan de leden benoemd zijn overeenkomstig de statuten van de IBP.
2.9 Werkgeversbijdragen: de bijdragen betaald door de Onderneming zoals bepaald in artikel 4.
2.10 Uittredingsovereenkomst: de Uittredingsovereenkomst is de overeenkomst gesloten tussen de Ondernemingen die de situatie regelt van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een Actieve Aangeslotene bij één de Ondernemingen, onmiddellijk gevolgd door de indiensttreding van die Actieve Aangeslotene bij één van de andere Ondernemingen en als gevolg waarvan de Actieve Aangeslotene zonder onderbreking blijft voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden.
De Uittredingsovereenkomst regelt de overname van het geheel van rechten en verplichtingen van de eerste Onderneming (namelijk de gewezen werkgever van de desbetreffende Actieve Aangeslotene) door de tweede Onderneming (namelijk de nieuwe werkgever van de desbetreffende Actieve Aangeslotene), overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen (hierbij inbegrepen de overname van de toepasselijke wettelijke minimum rendementswaarborgen).
De Actieve Aangeslotenen aanvaarden dat de laatste werkgever aansprakelijk zal zijn voor het geheel van rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het Plan, zonder afbreuk te doen aan de hoofdelijke aansprakelijkheid waarin voorzien wordt in de toepasselijke wetgeving en de Uittredingsovereenkomst.
De Uittredingsovereenkomst wordt als bijlage bij dit Reglement gevoegd.
2.11 Normale Pensioendatum: de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de Actieve Aangeslotene of Passieve Aangeslotene de leeftijd van 65 jaar bereikt.
Normale Pensioenleeftijd: 65 jaar.
Vervroegde Pensioendatum: de eerste dag van de maand die samenvalt met de maand waarin de prestaties bij pensionering van de Actieve Aangeslotene of de Passieve Aangeslotene onder dit Plan worden uitgekeerd, maar ten vroegste 5 jaar vóór de Normale Pensioendatum, en ten vroegste de eerste dag van de maand die volgt op de minimale pensioenleeftijd voor de aanvullende pensioenplannen behoudens andere toepasselijke wettelijke bepalingen. Deze datum kan niet voorafgaan aan de Datum van Uittreding.
Vervroegde Pensioenleeftijd: elke leeftijd die voorafgaat aan de Normale Pensioenleeftijd maar ten vroegste de leeftijd van 60 jaar of de minimale pensioenleeftijd waarin voorzien wordt in de toepasselijke wetgeving.
Uitgestelde Pensioendatum: de eerste dag van de maand die samenvalt met de maand waarin de prestaties bij pensionering van de Actieve Aangeslotene onder dit Plan, die in dienst is gebleven bij de Onderneming na de Normale Pensioenleeftijd, worden uitgekeerd.
Uitgestelde Pensioenleeftijd: elke leeftijd na de Normale Pensioenleeftijd.
Pensioendatum: de eerste dag van de maand die samenvalt met de datum waarop de prestaties bij pensionering van de Actieve of Passieve Aangeslotene onder dit Plan worden uitgekeerd, d.w.z. op de Normale, Vervroegde of Uitgestelde Pensioendatum.
2.12 Datum van Uittreding: de datum die overeenstemt met het einde van de opzeggingstermijn of met het einde van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding, behalve indien de Actieve Aangeslotene uitdrukkelijk de valorisatie van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding in het Plan weigert. Indien er geen enkele opzeggingsvergoeding werd betaald of indien de Actieve Aangeslotene de valorisatie van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding in het Plan weigert, is het de datum waarop de arbeidsovereenkomst effectief een einde neemt, d.w.z. de laatste dag van tewerkstelling zoals ingeschreven in het personeelsregister van de Onderneming. Nochtans, indien de arbeidsovereenkomst van de Actieve Aangeslotene met de Onderneming een einde neemt en onmiddellijk (d.w.z. zonder onderbreking) een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt gesloten met een andere Onderneming, zal er geen Datum van Uittreding zijn in de zin van dit Reglement.
Voor de Actieve Aangeslotenen die overgedragen zijn in het kader van een overgang van een (deel van de) Onderneming naar een andere onderneming (of vestiging) ten gevolge van een conventionele overdracht of fusie, en waarbij dit Plan niet wordt overgedragen, is de Datum van Uittreding de dag waarop de werknemer is overgedragen naar die andere onderneming of een deel daarvan (of een vestiging).
2.13 Kind: elk wettig kind of gewettigd kind van de Actieve Aangeslotene of Passieve Aangeslotene of kind van de Actieve Aangeslotene of Passieve Aangeslotene dat geboren wordt binnen de negen maanden na zijn overlijden
2.14 Deeltijdse Factor: de verhouding tussen de arbeidsduur overeengekomen in de arbeidsovereenkomst van de Actieve Aangeslotene met de Onderneming of in een latere bijlage en de voltijdse arbeidsduur in de Onderneming voor een equivalente functie. In geval van wijziging van de Deeltijdse Factor wordt er rekening gehouden met de nieuwe Deeltijdse Factor vanaf de eerste dag van de maand waarin de wijziging is gebeurd.
Gewogen Deeltijdse Factor: de verhouding tussen enerzijds de diensttijd (gepresteerd binnen dit Plan vanaf de aansluitingsdatum) waarin de periodes van verminderde arbeidsprestaties vermenigvuldigd worden met de
Deeltijdse Factoren en anderzijds de voltijdse diensttijd. Behoudens tegenstrijdige bepaling in het Reglement, worden de toekomstige periodes geprojecteerd en vermenigvuldigd met de Deeltijdse Factor van toepassing op de uitwerkingsdatum van de berekening.
2.15 Economische Ongeschiktheid: de vermindering van arbeidsgeschiktheid die werkelijk bewezen is door de Actieve Aangeslotene.
De graad van vermindering van arbeidsgeschiktheid waarmee rekening gehouden wordt in het kader van het Plan is dezelfde als die waarmee rekening gehouden wordt door de verzekeraar of de herverzekeraar die het arbeidsongeschiktheidsrisico dekt. In geval van latere wijziging van de graad van vermindering van de arbeidsgeschiktheid door de verzekeraar of de herverzekeraar die het arbeidsongeschiktheidsrisico dekt, wordt deze latere wijziging eveneens onmiddellijk in het Plan verrekend.
2.16 IBP: de Instelling voor Bedrijfspensioenvoorziening, opgericht in de vorm van een Organisme voor de Financiering van Pensioenen (OFP), onder de naam Total Pension Fund Belgium, waaraan onder andere het beheer van het aanvullend pensioenplan vastgesteld in dit Reglement werd toevertrouwd.
2.17 Plan: huidig aanvullend pensioenplan ingevoerd door de Onderneming ten voordele van haar werknemers die de aansluitingsvoorwaarden bepaald in artikel 3 vervullen en blijven vervullen.
Dit plan is een multi-inrichterspensioenstelsel in de zin van artikel 3, 2° §1, 25° van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, waarvoor de Ondernemingen een Uittredingsovereenkomst hebben gesloten met als doel de gevolgen van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een Actieve Aangeslotene bij een Onderneming, anders dan door overlijden of toegang tot het Pensioen of het Vervroegd Pensioen, die aansluitend gevolgd wordt door de indiensttreding van die Actieve Aangeslotene bij een andere Onderneming, op te heffen en de modaliteiten van deze opheffing te regelen.
2.18 Beleggingsportefeuille: de beleggingsportefeuille waarin de Werkgeversbijdragen en/of de opgebouwde reserves en de beleggingsrendementen worden geïnvesteerd (“Algemene Beleggingsportefeuille”).
2.19 Reglement: het geheel van de bepalingen die het Plan beheersen, zoals vermeld in dit document, en waarvan de amendementen of wijzigingen die hierin zouden kunnen aangebracht worden deel uitmaken.
2.20 Op de Reserves van het Plan Toegekend Beleggingsrendement: netto maandelijks beleggingsrendement van de Algemene Beleggingsportefeuille. Het netto rendement is gelijk aan het bruto rendement verminderd met de financiële beheerskosten (zoals bijvoorbeeld beurskosten, de commissie voor de beheerder van de activa, ...) onder voorbehoud en binnen de grenzen van de toepasselijke wettelijke bepalingen en vermeerderd met de sterftewinst die voortvloeit uit de sterftetafel FKp Deze laatste bepaling is nochtans niet van toepassing op de Werkgeversbijdragen die voortvloeien uit Plan 4, Plan 24 en Plan 191.
2.21 Verworven Reserves: het bedrag dat op de Individuele Rekening van de Actieve Aangeslotene of de Passieve Aangeslotene staat op het moment van de berekening ervan.
2.22 Sociale Zekerheid: het Belgisch sociale zekerheidsregime voor werknemers.
2.23 SIP (Statement of Investment Principles): geschreven verklaring over de principes van het beleggingsbeleid opgesteld door de IBP. Deze wordt minstens elke drie jaar herzien en onmiddellijk na elke belangrijke wijziging van het beleggingsbeleid.
2.24 Onderneming of Ondernemingen: één of meerdere van de bijdragende ondernemingen die deelnemen aan het Plan, te weten het geheel van ondernemingen opgenomen in de lijst in de bijlage bij dit Reglement. Deze ondernemingen van de Total Groep die actief zijn in België kunnen deelnemen aan het Plan onder
voorbehoud van de goedkeuring door de algemene vergadering van de IBP en op basis van de voorwaarden die zij zal bepalen.
2.25 Uittreding: verbreking van de arbeidsovereenkomst (d.w.z. de datum waarop de Actieve Aangeslotene geschrapt wordt van het personeelsregister omwille van een andere reden dan overlijden of pensionering).
Er is echter geen Uittreding wanneer de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een Onderneming onmiddellijk wordt gevolgd door een arbeidsovereenkomst met een andere Onderneming, op voorwaarde dat die Onderneming de Uittredingsovereenkomst in de bijlage bij dit Reglement heeft ondertekend.
In het kader van een overdracht van onderneming, vestiging of een deel van een onderneming of vestiging naar een andere onderneming of vestiging die voortvloeit uit een conventionele overdracht of een fusie, zal er een Uittreding zijn indien het Plan niet wordt overgedragen. In voorkomend geval zullen de bepalingen van artikel 14 van dit Plan van toepassing zijn.
2.26 Onthaalstructuur: verzekeringsovereenkomst onderschreven door alle Ondernemingen om een Onthaalstructuur op te richten voor (I) het beheer van de verworven reserves van de Actieve Aangeslotenen en de Passieve Aangeslotenen die ervoor gekozen hebben om hun verworven reserves in het aanvullende pensioenplan van een vorige inrichter (“inkomende reserves”) over te dragen, en/of (II) het beheer van de verworven reserves van de Actieve Aangeslotenen en Passieve Aangeslotenen die, bij de Uittreding of daarna, besloten hebben om hun Verworven Reserves in de Onthaalstructuur onder te brengen (“uitgaande reserves”), en/of (III) voor het beheer van de bijdragen die worden betaald door de andere werkgevers in het kader van de individuele voortzetting op basis van en binnen de grenzen van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, en/of (IV) de omzetting van kapitaal in rente krachtens het Plan.
De inkomende en uitgaande reserves evenals de bedragen betaald in het kader van de individuele voortzetting zullen door de Onthaalstructuur worden beheerd volgens de voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst. De kapitalen kunnen eventueel worden omgezet in een rente overeenkomstig het tarief van de verzekeringsovereenkomst. Het reglement van de Onthaalstructuur zal worden bijgevoegd aan dit Reglement.
2.27 Referentieloon: het referentieloon zoals gebruikt in het aanvullend basispensioenplan van de Actieve Aangeslotene. De basispensioenplannen zijn de plannen 4, 4P, 5, 6, 25, 26, 27, 28 en 29.
AANSLUITINGSVOORWAARDEN
Artikel 3 - Aansluitingsvoorwaarden
Plan overlijden en Plan leven
Elk lid van het bediende- en arbeiderspersoneel met een overeenkomst van bepaalde of onbepaalde duur, in dienst op 31 december 2015, is aangesloten bij dit Plan
De Onderneming maakt aan de IBP de gegevens betreffende de Actieve Aangeslotenen over.
De Onderneming maakt aan elke aangeslotene een exemplaar van het Reglement over op eenvoudig verzoek.
BIJDRAGEN
Artikel 4 – Bijdragen leven
De Onderneming financiert het plan leven door middel van bijdragen, die uitgedrukt zijn als een vast percentage, zoals bepaald in de CAO, van het Referentieloon.
Deze percentages werden zo berekend dat zij individueel op 65 jaar (op basis van een aantal hypotheses) het nettoverlies van het pensioenkapitaal compenseren dat voortvloeit uit de verandering van financieringsvehikel op 1 januari 2016.
Deze bijdragen zijn periodiek en worden elk jaar berekend.
Voor een deeltijdse tewerkgestelde Actieve Aangeslotene gebeurt de berekening van de bijdragen leven met behulp van het Referentieloon van toepassing in de hypothese waarin de Actieve Aangeslotene voltijds werkt. In het resultaat wordt rekening gehouden met de Gewogen Deeltijdse Factor.
Het bedrag van de Werkgeversbijdragen is beperkt zodat de prestaties die hieruit voortvloeien de limieten toegestaan door de fiscale wetgeving betreffende aftrekbaarheid en/of belastingvermindering niet overschrijden.
Artikel 5 – Algemene bepalingen betreffende de bijdragen
5.1. De Werkgeversbijdragen worden jaarlijks berekend. 1/12 van deze bijdragen wordt maandelijks na het vervallen van de termijn betaald.
5.2. Werkingskosten van 5% worden aangerekend op de Werkgeversbijdragen. De netto Werkgeversbijdragen bedragen dus 95% van de bijdragen en worden volledig besteed aan de samenstelling van het Pensioenkapitaal zoals bedoeld in artikel 7.
5.3. De Werkgeversbijdragen zijn verschuldigd tot aan de Datum van Uittreding.
Op de Datum van Uittreding zal een eenmalige werkgeverspremie betaald worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende “de slapers, gesloten in het kader van de wijziging van de pensioeninstelling, de overdracht van reserves en de wijziging van de reglementen van aanvullend pensioen.” Deze premie is gelijk aan de actuele waarde, berekend aan een actualisatievoet van 4 % per jaar, van de constante toekomstige premies van dit Plan x de Gewogen Deeltijdse Factor (die herberekend wordt met toepassing van een Deeltijdse Factor van 0% vanaf de Datum van Uittreding).
In de hypothese waarin een opzeggingsvergoeding wordt toegekend en tenzij de Actieve Aangeslotene uitdrukkelijk de valorisatie van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding weigert, zullen de Werkgeversbijdragen die overeenstemmen met de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding onmiddellijk verschuldigd zijn en betaald worden aan de IBP voor rekening van de Actieve Aangeslotene op het moment van de Uittreding. In dat geval zullen de Werkgeversbijdragen berekend worden op basis van het toepasselijke Referentieloon.
5.4. De Onderneming betaalt bovendien aan de IBP “de jaarlijkse taks op verzekeringsovereenkomsten” op de bovengenoemde Werkgeversbijdragen.
Voor zover vereist door de toepasselijke wetgeving zal de Onderneming alle noodzakelijke stortingen doen, ten laatste op de momenten opgelegd door de toepasselijke wetgeving om in voorkomend geval de toepasselijke wettelijke minimum rendementsgarantie te garanderen. Deze stortingen zullen bepaald worden door de Actuaris van de IBP.
Voor zover de wetgeving het toestaat en in toepassing van het financieringsplan en de beheersovereenkomst, kunnen de Werkgeversbijdragen zoals bepaald in artikel 4 en de andere betalingen ten laste van de Onderneming gefinancierd worden met het surplus van de IBP zoals bepaald in het financieringsplan.
Artikel 6 – Belegging van de bijdragen en reserves van dit Plan
6.1. Belegging van de bijdragen en reserves van dit Plan – Algemene Beleggingsportefeuille
De zoals hierboven berekende toegekende netto Werkgeversbijdragen worden toegewezen aan de samenstelling van het Pensioenkapitaal. Zij worden op het einde van elke maand toegevoegd aan de Individuele Rekening van de Actieve Aangeslotene.
De overeenkomstig het Plan betaalde netto Werkgeversbijdragen van de Actieve Aangeslotenen, alsook de toekomstige reserves en de op de reserves van dit Plan Toegekende Beleggingsrendementen worden belegd in de Algemene Beleggingsportefeuille waarvan de beleggingsstrategie wordt beschreven in de SIP.
De Werkgeversbijdragen die betrekking hebben op een maand worden ten laatste betaald bij het einde van de desbetreffende maand. Zij worden gekapitaliseerd overeenkomstig het op de reserves van het Plan Toegekend Beleggingsrendement vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand van de storting van de Werkgeversbijdragen.
Het gecumuleerd rendement op de Werkgeversbijdragen zal, op de momenten bepaald door de Belgische wetgeving op de aanvullende pensioenen, nooit lager zijn dan het gewaarborgd minimumrendement berekend volgens de bepalingen van die wetgeving. Bijgevolg zal er een bijkomende storting worden gedaan op de Individuele Rekening in de mate waarin dat vereist zou zijn en ten laatste op de momenten voorgeschreven door die wetgeving, om in voorkomend geval het beoogde minimumrendement te garanderen. Deze stortingen zullen worden bepaald door de Actuaris. Eventuele aanvullende stortingen kunnen gefinancierd worden ofwel door het surplus van de IBP (zoals bepaald in het financieringsplan) ofwel door bijkomende stortingen door de Onderneming aan de IBP.
6.2. Bepalen van de beleggingsstrategie
De Raad bepaalt de beleggingsstrategie van de Algemene Beleggingsportefeuille.
De Raad blijft als enige verantwoordelijk voor de beslissingen met betrekking tot de beleggingen. De modaliteiten zijn beschreven in de SIP.
De Raad heeft het exclusief recht om de beleggingsstrategie te wijzigen, mits behoud van de aard van elke Beleggingsportefeuille en de naleving van alle bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende aanvullende pensioenen.
AFDELING E PRESTATIES BIJ PENSIONERING
Artikel 7 - Pensioenkapitaal
Op de Vervroegde, Normale of Uitgestelde Pensioendatum hebben de Actieve Aangeslotene en de Passieve Aangeslotene recht op een bruto Pensioenkapitaal gelijk aan het bedrag op de Individuele Rekening, gevormd door de netto Werkgeversbijdragen, zoals bepaald in de artikelen 4 en 5, die worden gekapitaliseerd aan het Op de Reserves van het Plan Toegekend Beleggingsrendement eventueel aangevuld om het toepasselijke wettelijke minimumrendement te waarborgen zoals bepaald in de laatste paragraaf van artikel 6.
Het Pensioenkapitaal kan in ieder geval niet uitgekeerd worden wanneer de Actieve Aangeslotene nog in dienst is van de Onderneming.
Artikel 8 - Betaling
8.1 De Actieve of Passieve Aangeslotene kan kiezen voor:
(a) de betaling van het Pensioenkapitaal vermeld in artikel 7 hierboven; of
(b) de omzetting van het Pensioenkapitaal in een rente.
De Actieve of Passieve Aangeslotene moet over dit recht ingelicht worden twee maanden voor de Normale Pensioendatum of Uitgestelde Pensioendatum, of binnen de twee weken nadat hij zijn Vervroegde Pensioendatum meegedeeld heeft.
De keuze moet gemaakt worden in de maand die de Vervroegde, Normale of Uitgestelde Pensioendatum voorafgaat.
De keuze is onherroepelijk en definitief. Indien gekozen werd voor een rente, kan daarna niet meer gekozen worden voor een uitkering in kapitaal. Evenzeer kan er, indien gekozen werd voor een kapitaal, daarna niet meer gekozen worden voor een rente.
Bij ontstentenis van een keuze, wordt de Actieve of Passieve Aangeslotene geacht te hebben gekozen voor de betaling in de vorm van een kapitaal, hetzij optie 8.1(a).
8.2 Indien optie 8.1(a) gekozen wordt, vult de Actieve of Passieve Aangeslotene een aanvraagformulier in dat vermeldt dat na de betaling van het Pensioenkapitaal, de IBP en alle Ondernemingen van de Total Groep in beginsel al hun verplichtingen met betrekking tot dit Plan hebben vervuld ten opzichte van de Actieve of Passieve Aangeslotene en de Rechthebbenden van de Actieve of Passieve Aangeslotene.
8.3 In geval van omzetting van het Pensioenkapitaal in een rente overeenkomstig artikel 8.1(b), zal de Actieve of Passieve Aangeslotene aan de IBP een bewijs moeten verstrekken van zijn akkoord met deze keuze. Hij zal daartoe een aanvraagformulier invullen. Het netto Pensioenkapitaal zal, in voorkomend geval na aftrek van de toepasselijke sociale en fiscale inhoudingen, overgedragen worden naar de Onthaalstructuur.
AFDELING F PRESTATIES BIJ OVERLIJDEN
Artikel 9 - Overlijdenskapitaal
9.1 In geval van overlijden van een Actieve of Passieve Aangeslotene voorziet het Plan geen Overlijdenskapitaal behalve voor de Werkgeversbijdragen die voortvloeien uit Plan 4, Plan 24 en Plan 191. Voor deze zal het Overlijdenskapitaal gelijk zijn aan het bedrag dat op de Individuele Rekening van de aangeslotene staat op het moment van het overlijden.
Artikel 10 - Betaling
10.1. De Rechthebbende van het Overlijdenskapitaal kan dezelfde opties en wijzen van betaling kiezen als deze bepaald in artikel 8. De betaling van het Overlijdenskapitaal ten voordele van de Kinderen jonger dan 18 jaar gebeurt evenwel steeds in de vorm van een rente. De omzetting van dit Overlijdenskapitaal gebeurt overeenkomstig artikel 8.3.
10.2. Op het ogenblik waarop het Overlijdenskapitaal opeisbaar wordt, heeft (hebben) de Rechthebbende(n) de mogelijkheid om te opteren voor de uitkering in een rente. Het schriftelijk akkoord van de Rechthebbende(n) is dan vereist; in dit geval verliest (verliezen) hij (zij) elk recht op een Overlijdenskapitaal.
Maximum twee weken nadat de IBP geïnformeerd werd over het overlijden en voor zover de noodzakelijke en officiële informatie werd verstrekt door de Rechthebbende(n) of zijn (hun) officiële vertegenwoordigers of de notaris, informeert de IBP de Rechthebbende(n) over zijn (hun) rechten en de betalingswijzen (met inbegrip van de mogelijkheid om het Overlijdenskapitaal om te zetten in een rente). De keuze moet gemaakt worden binnen de twee maanden na het ontvangen van deze informatie.
In geval van omzetting van het Overlijdenskapitaal in een rente zal het netto Overlijdenskapitaal, desgevallend na aftrek van de toepasselijke fiscale en sociale inhoudingen, overgedragen worden naar de Onthaalstructuur.
Artikel 11 - Rechthebbende van het Overlijdenskapitaal
11.1 Het Overlijdenskapitaal wordt betaald aan de Rechthebbende volgens deze voorrangsorde:
- de Partner;
- bij ontstentenis daarvan, de Kinderen van de Actieve Aangeslotene, in gelijke delen. Indien één van de Kinderen van de Actieve Aangeslotene vooroverleden is, komt het deel van dit Kind in gelijke delen toe aan diens kinderen; bij ontstentenis daarvan, in gelijke delen aan de andere Kinderen van de Actieve Aangeslotene;
- bij ontstentenis daarvan, de vader en de moeder van de Actieve Aangeslotene;
- bij ontstentenis daarvan, de broers en zussen van de Actieve Aangeslotene (met uitsluiting van halfbroers en halfzussen);
De Actieve Aangeslotene kan afwijken van bovenstaande voorrangsorde en kan een Rechthebbende op het Overlijdenskapitaal aanduiden. Het Overlijdenskapitaal is betaalbaar aan de Rechthebbende(n) van de Actieve Aangeslotene waarvan hij, per aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging, de naam (namen) heeft meegedeeld aan de IBP. Enkel natuurlijke personen kunnen aangeduid worden als Rechthebbende. Ingeval van aanduiding van meerdere Rechthebbenden, dient de Actieve Aangeslotene eveneens het deel mee te delen dat aan elk van deze Rechthebbenden moet worden toegekend. Indien de Actieve Aangeslotene geen mededeling heeft gedaan van het deel van elk van zijn Rechthebbenden, wordt het Overlijdenskapitaal hen toegekend in gelijke delen.
Bij ontstentenis van een Rechthebbende overeenkomstig de hogervermelde voorrangsorde of van de aanduiding van een begunstigde, wordt geen enkel Overlijdenskapitaal uitgekeerd door de IBP.
11.2 Elke aanduiding m.b.t. het Overlijdenskapitaal van dit Plan kan worden gewijzigd of geannuleerd door hem die ze heeft gedaan; de nieuwe aanduiding of wijziging ervan moet gebeuren overeenkomstig de hogervermelde procedure.
In geen enkel geval kan de Onderneming en/of de IBP verantwoordelijk worden gesteld voor de fiscale, burgerlijke, erfrechtelijke of andere gevolgen voortvloeiend uit de wijziging van de voorrangsorde van de Rechthebbenden, van de aanduiding van de Rechthebbenden en van de afwijking van de standaard verdeelsleutel, zoals aangegeven door de Actieve Aangeslotene in het begunstigingsformulier.
Na betaling van het Overlijdenskapitaal, zijn de IBP en het geheel van de Ondernemingen bevrijd in beginsel van al hun verplichtingen omschreven in artikel 9 ten aanzien van de Rechthebbenden.
Artikel 11 bis - Tijdstip van de betaling
In geval van overlijden gebeurt de betaling van de prestaties na ontvangst van de volgende stavingsstukken:
▪ een uittreksel uit de overlijdensakte;
▪ een levensbewijs van de Rechthebbende(n);
▪ het bewijs, desgevallend, dat de Rechthebbende voldoet aan de voorwaarden om beschouwd te worden als Partner, en in het geval waarin geen enkele Rechthebbende werd aangeduid, een notariële akte die de identiteit van de Rechthebbenden vaststelt;
▪ een akte of attest van erfopvolging, inclusief de bevestiging dat er geen fiscale noch sociale schulden zijn.
ECONOMISCHE ONGESCHIKTHEID
Artikel 12 - Voortzetting van de waarborgen
12.1 In geval van ziekte of ongeval met een Economische Ongeschiktheid tot gevolg ontstaan vóór de Datum van Uittreding van de Actieve Aangeslotene, behoudt deze tijdens de ganse periode van Economische Ongeschiktheid het statuut van aangeslotene dat hij had op het ogenblik van de ziekte of het ongeval.
12.2 Tijdens de periode van Economische Ongeschiktheid worden de bijdragen en prestaties bepaald in de Afdelingen C, E en F ten voordele van de Actieve Aangeslotene behouden in functie van het Referentieloon van de Actieve Aangeslotene op de dag vóór het ontstaan van de Economische Ongeschiktheid.
In geval van gedeeltelijke Economische Ongeschiktheid, worden de bijdragen en prestaties bepaald krachtens deze Afdeling van het Plan voor een volledige Economische Ongeschiktheid proportioneel verminderd a rato van de graad van ongeschiktheid bepaald door de verzekeraar of herverzekeraar die het arbeidsongeschiktheidsrisico waarborgt. Ze worden berekend in functie van het Referentieloon van de Actieve Aangeslotene op de dag vóór het ontstaan van de Economische Ongeschiktheid. De uit de effectieve arbeid resulterende bijdragen en prestaties bepaald krachtens de Afdelingen C,E en F zijn verschuldigd in verhouding tot de effectieve arbeidsgeschiktheid. Deze laatste worden berekend in functie van het huidige Referentieloon van de Actieve Aangeslotene.
Voor een Actieve Aangeslotene die deeltijds werkte op het moment van het ontstaan van de Economische Ongeschiktheid, worden de bijdragen bepaald op basis van de Gewogen Deeltijdse Factor van toepassing op dat ogenblik.
PRESTATIES IN GEVAL VAN UITTREDING VOOR DE PENSIOENDATUM
Artikel 13 - Beëindiging van de arbeidsovereenkomst
13.1. De Verworven Reserves zijn gelijk aan het bedrag op de Individuele Rekening van de Actieve Aangeslotene of de Passieve Aangeslotene op het ogenblik van de berekening hiervan.
13.2. In geval van Xxxxxxxxxx heeft de passief geworden Actieve Aangeslotene de keuze tussen de volgende mogelijkheden:
(a) de Verworven Reserves bij de IBP laten om te kunnen genieten van een uitgesteld pensioenkapitaal, betaalbaar in geval van pensionering op de Vervroegde, Normale of Uitgestelde Pensioendatum. Het Pensioenkapitaal zal, in voorkomend geval, verhoogd worden tot de bedragen gegarandeerd in toepassing van de bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende aanvullende pensioenen. Hij wordt dan een Passieve Aangeslotene. In dat geval heeft hij, op het ogenblik van de betaling, de keuze tussen de betalingsopties analoog aan deze bepaald in artikel 8;
(b) de Verworven Reserves, desgevallend verhoogd tot de bedragen gewaarborgd in toepassing van de bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende aanvullende pensioenen, overdragen naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt zoals vastgesteld in KB nr 50 van 24 oktober 1967;
(c) de Verworven Reserves, desgevallend verhoogd tot de bedragen gewaarborgd in toepassing van de bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende aanvullende pensioenen, overdragen naar het aanvullend pensioenplan van de nieuwe werkgever (hierbij inbegrepen een sectorpensioenplan, indien van toepassing) waarmee hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, op voorwaarde dat hij geniet van een aanvullend pensioenplan bij deze werkgever;
(d) de Verworven Reserves, desgevallend verhoogd tot de bedragen gewaarborgd in toepassing van de bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende de aanvullende pensioenen, overdragen naar de onthaalstructuur, volgens de bepalingen omschreven in het reglement van de Onthaalstructuur- groepsverzekering.
Het overeenkomstig artikelen 13.2. (b), (c) en (d) over te dragen bedrag wordt echter beperkt tot het deel van de Verworven Reserves waarop geen voorschot werd toegestaan of dat niet gebruikt werd als waarborg voor een hypothecair krediet.
13.3 De Actieve Aangeslotene moet zijn beslissing meedelen aan de IBP binnen de voorgeschreven wettelijke termijn van 30 dagen na de mededeling door de Onderneming van het bedrag van zijn Verworven Reserves, verworven prestaties en van de verschillende opties vermeld in artikel 13.2. Indien de (passief geworden) Actieve Aangeslotene deze termijn laat verstrijken, wordt hij geacht gekozen te hebben voor de optie vermeld onder artikel 13.2(a).
13.4 In geval van tekort ten opzichte van de bedragen gewaarborgd in toepassing van de bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende aanvullende pensioenen, zal de IBP nagaan of er voldoende overschot is, overeenkomstig de definitie in het financieringsplan, ten laatste bij de eerste van de volgende gebeurtenissen: overdracht van de Verworven Reserves, pensionering of opheffing van de pensioentoezegging. Bij ontstentenis zal de IBP de Onderneming uitnodigen om een aanvullende bijdrage te storten.
13.5 In geval van overdracht van de Verworven Reserves overeenkomstig artikel 13.2 (b), (c) of (d) en dit onder voorbehoud van de bepalingen van de wetgeving betreffende de aanvullende pensioenen, zullen de IBP en de Onderneming(en) waarbij de gewezen Actieve Aangeslotene in dienst was, evenals elke andere onderneming van de Total Groep, bevrijd zijn van iedere verplichting ten aanzien van de gewezen Actieve Aangeslotene en zijn Rechthebbenden voor wat betreft alle rechten en verplichtingen opgenomen in het Plan.
13.6 Een bediende die in dienst treedt bij een Onderneming zoals bepaald in artikel 2.24 en die eerder (zonder onderbreking) in dienst was bij één van de andere Ondernemingen en die Actieve Aangeslotene was bij het Plan en waarvan de arbeidsovereenkomst bij een van die Ondernemingen beëindigd wordt en waarvoor onmiddellijk (d.w.z. zonder onderbreking) een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt gesloten met een andere Onderneming, blijft automatisch aangesloten bij het Plan voor zover de nieuwe werkgever een Onderneming is in de zin van het Plan en dat zij een Uittredingsovereenkomst heeft gesloten.
AFDELING I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 14 - Niet-betaling van de bijdragen
Indien de Onderneming op de vervaldag de Werkgeversbijdragen niet betaalt, zal de IBP de Onderneming in gebreke stellen overeenkomstig de beheersovereenkomst.
Indien één of meer Onderneming(en) in gebreke blij(ft)(ven) om te betalen ondanks een ingebrekestelling door de IBP, zullen de relevante bepalingen van de beheersovereenkomst van toepassing zijn. Hoe dan ook zullen, indien de Onderneming in gebreke blijft de Werkgeversbijdragen te betalen, de Actieve Aangeslotenen hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht worden door de IBP ten laatste 3 maanden na de vervaldag van de bijdragen.
Artikel 15 - Wijziging van het Plan
15.1 De Onderneming behoudt zich het recht voor om, in de omstandigheden of situaties hieronder vermeld en op voorwaarde dat de informatie- en consultatieprocedures opgelegd door de toepasselijke wetgeving worden nageleefd, hetzij aan het Plan de wijzigingen aan te brengen die zij noodzakelijk of wenselijk vindt, rekening houdend met de gewijzigde feitelijke of juridische situatie, hetzij de betalingen die de Onderneming doet aan de IBP te verminderen, te onderbreken, te schorsen of stop te zetten, hetzij de verplichtingen over te dragen naar een andere pensioeninstelling, hetzij het Plan te schorsen, of zelfs stop te zetten:
▪ indien de economische of financiële omstandigheden, de economische of financiële situatie van de Onderneming of de onderneming of instelling die haar zal/zou opvolgen, zeer sterk het behoud of de voortzetting van het Plan zou belemmeren, of indien het behoud of de voortzetting van het Plan, hetzij in haar huidige vorm of in haar geheel, zou resulteren in een te zware last of een te hoge kost;
▪ of indien het sociale zekerheidssysteem en/of het fiscale systeem en/of het systeem van aanvullende pensioenen en/of de wetgeving betreffende levensverzekeringen (leven - overlijden) of betreffende de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening gewijzigd zou(den) worden (met gevolgen voor het Reglement, de Onderneming en/of de betrokken personen);
▪ of indien, rekening houdend met de situatie van de Onderneming of de onderneming of instelling die haar zal/zou opvolgen ten gevolge van een reorganisatie, herstructurering, fusie, splitsing, overdracht, opslorping, vereffening of elke andere belangrijke structuurwijziging, het behoud van het Plan, hetzij in haar huidige vorm of in haar geheel, of de voortzetting hiervan zeer moeilijk wordt en/of niet meer redelijk verantwoord lijkt;
▪ of in geval van faillissement, stopzetting van de activiteit of ontbinding van de Onderneming;
▪ of indien in het kader van toekomstige wetgeving, een sectorpensioenplan wordt ingesteld en de Onderneming verplicht of vrijwillig deelneemt aan dit sectorpensioenplan of een deel hiervan.
15.2 Een wijziging kan, overeenkomstig de van kracht zijnde reglementering op aanvullende pensioenen, geen vermindering van prestaties en verworven reserves tot gevolg hebben.
Artikel 16 - Stopzetting van het Plan of Overdracht van het Plan voor het geheel of een deel van Actieve Aangeslotenen en/of Rechthebbenden
16.1 Stopzetting van het Plan
Het Plan is opgemaakt voor een onbepaalde duur.
Een Onderneming die deelneemt aan het Plan kan hier op elk moment een einde aan stellen voor haar werknemers onder voorbehoud van eventuele beperkingen en mits naleving van de procedures bepaald in de wetgeving terzake en de voorwaarden vermeld in artikel 15.
Een kennisgeving van de stopzetting van het Plan zal binnen een termijn van drie maanden verstuurd worden aan alle Actieve Aangeslotenen van de betrokken Onderneming.
Dit artikel 16 doet geen afbreuk aan de toepassing van de wetgeving, die in geval van tegenstrijdigheid noodzakelijkerwijs de bovenhand zal hebben op de bepalingen van dit Reglement.
16.2 Overdracht van het Plan voor het geheel of een deel van Actieve Aangeslotenen en Rechthebbenden
In geval van conventionele overdracht naar of fusie van een of meer Ondernemingen met een onderneming of een vestiging (hierna “de overnemer” genoemd), die kwalificeert als overgang van onderneming, vestiging of als deel van onderneming of vestiging in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis, die een wijziging van werkgever impliceert, zijn de bepalingen van artikel 13 van toepassing op de overgedragen Actieve Aangeslotenen indien de overnemer huidig Plan van de onderneming niet overneemt ten voordele van de overgedragen aangeslotenen.
Indien de overnemer huidig Plan overneemt, zullen de activa zoals bepaald in de relevante bepalingen van de beheersovereenkomst ter beschikking worden gesteld voor een overdracht.
16.3 Definitieve opheffing van het Plan
In geval van definitieve opheffing van het Plan beheerd door de IBP voor of door een of meerdere Ondernemingen die hieraan deelnemen, in geval van faillissement, van ontbinding of het verdwijnen van een of meerdere Ondernemingen en dit zonder dat verplichtingen worden overgenomen door een derde, dienen de relevante bepalingen van de beheersovereenkomst toegepast te worden.
Artikel 17 - Ontbinding of vereffening van de IBP
In geval van ontbinding of vereffening van de IBP, worden de activa ter beschikking gesteld voor een overdracht naar een andere pensioeninstelling.
Artikel 18 - Overdrachten van rechten
Indien voorafgaand aan de aansluiting bij dit Plan, een Actieve Aangeslotene aangesloten was bij een aanvullend pensioenplan bij een vorige werkgever, kunnen de Actieve Aangeslotene de overdracht van rechten naar de Onthaalstructuur vragen, volgens de bepalingen van artikel 2.26 en in het reglement van de Onthaalstructuur.
Artikel 19 - Voorwaarden voor betaling
Elke betaling waarin het Plan voorziet is onderworpen aan inhoudingen van sociale zekerheid en alle andere inhoudingen bepaald in de wetgeving van kracht op het ogenblik van de betaling.
Artikel 20 - Verantwoordelijkheid voor de betaling van de prestaties
De IBP staat, voor rekening van de Onderneming, in voor de goede uitvoering van de toezeggingen bepaald in dit Plan. De verbintenis van de IBP betreffende de goede uitvoering van de toezeggingen bepaald in dit Plan is een middelenverbintenis.
Artikel 21 - Wijziging van de persoonlijke situatie van de aangeslotene
Elke Actieve Aangeslotene, Passieve Aangeslotene of Rechthebbende moet onverwijld de wijzigingen van zijn burgerlijke staat of zijn familiale situatie, elke adreswijziging evenals alle andere informatie noodzakelijk voor de toepassing van dit Plan meedelen aan de IBP. Indien deze verplichting niet zou worden nagekomen, kan de IBP niet verantwoordelijk worden gehouden voor de betaling van onjuiste bedragen. Onverschuldigde betalingen zullen op verzoek terugbetaald moeten worden aan de IBP door de Actieve Aangeslotene, Passieve Aangeslotene of Rechthebbende.
Artikel 22 - Eigendom van de activa van de IBP
Ongeacht de omstandigheden kunnen de activa van de IBP noch geheel, noch gedeeltelijk terug opgenomen worden in het vermogen van de Onderneming, behalve in de gevallen omschreven in dit Reglement.
Artikel 23 - Officiële communicatie
23.1 Elke kennisgeving omschreven in dit Reglement zal gedaan worden per eenvoudige brief, of in voorkomend geval per aangetekende brief, te richten aan:
▪ indien zij bestemd is voor de IBP, de maatschappelijke zetel van de IBP;
▪ indien zij bestemd is voor de Onderneming, de maatschappelijke zetel van de Onderneming;
▪ indien zij bestemd is voor een Actieve Aangeslotene, Passieve Aangeslotene of Rechthebbende, het laatste adres dat deze meegedeeld heeft aan de IBP krachtens artikel 21.
23.2 De Onderneming bezorgt een exemplaar van dit Reglement aan elke aangeslotene die hierom verzoekt.
23.3 De IBP of de Onderneming, indien deze laatste het vraagt, bezorgt jaarlijks aan elke Actieve Aangeslotene een individuele pensioenfiche die de gegevens bevat, bedoeld in artikel 26, §§ 2 en 3 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.
23.4 De IBP bezorgt jaarlijks een transparantieverslag aan de Onderneming overeenkomstig de wet van 28 april 2003 betreffende aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. Dit verslag zal, op eenvoudig verzoek, door de Onderneming overhandigd worden aan elke Actieve Aangeslotene of Passieve Aangeslotene.
Artikel 24 - Overdracht
De Actieve of Passieve Aangeslotene kan een voorschot op de prestaties vragen, zijn pensioenrechten in pand geven voor het waarborgen van een hypothecair krediet of de afkoopwaarde toewijzen aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet ten belope van een maximum bedrag vastgesteld door de Ondernemingen. Elke aanvraag moet gericht worden aan de betrokken Onderneming en zal onderzocht worden door het Directiecomité van de IBP.
De voorschotten op prestaties en de waarborgen voor hypothecaire kredieten kunnen enkel worden toegestaan voor het verwerven, bouwen, verbeteren, herstellen of verbouwen van onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen en die gesitueerd zijn op het grondgebied van de Europese Economische Ruimte. Zij moeten worden terugbetaald zodra de bedoelde goederen uit het vermogen van de Actieve of Passieve Aangeslotene verdwijnen.
Artikel 25 - Vertrouwelijkheid
De Actieve Aangeslotenen, de Passieve Aangeslotenen en de Rechthebbenden stemmen ermee in dat met het oog op het beheer en de uitvoering van dit Plan, een bepaald aantal persoonsgegevens verwerkt worden, hetzij door de Onderneming, hetzij door de IBP zelf, hetzij door een externe dienstverlener. Deze persoonsgegevens zullen uitsluitend verwerkt worden met het oog op bovenvermeld doel van beheer en uitvoering van dit Plan. Zij hebben het recht om, na hun identiteit te hebben bewezen, hun persoonsgegevens in te kijken en de onjuiste gegevens te doen verbeteren.
BIJLAGE 1 - Lijst van Ondernemingen van de Total Groep in België die deelnemen aan het Plan
− AS24 BELGIUM nv
− PROXIFUEL nv
− SERVAUTO BELGIUM nv; voor de bedienden ex-Total Belgium die tijdelijk overgedragen zijn naar SERVAUTO BELGIUM nv en waarvoor het plan wordt beheerd door de IBP
− TOTAL BELGIUM nv
− TOTAL FINANCE GLOBAL SERVICES nv
− TOTAL GAS & POWER BELGIUM nv; voor de bedienden overgedragen of aangeworven vóór 31 december 2013 en waarvoor het plan wordt beheerd door de IBP
− TOTAL GLOBAL SERVICES BELGIUM nv
− TOTAL OLEFINS ANTWERPEN nv
− TOTAL PETROCHEMICALS FELUY nv
− TOTAL PETROCHEMICALS & REFINING nv
− TOTAL RAFFINADERIJ ANTWERPEN nv
− TOTAL RESEARCH & TECHNOLOGY FELUY nv
BIJLAGE 2 - Uittredingsovereenkomst
Microsoft Office Word 97 - 2003 Docu
BIJLAGE 3 - Verzekeringsovereenkomst voor de Onthaalstructuur
Adobe Acrobat Document