STATUTENWIJZIGING
STATUTENWIJZIGING
Heden, 19 augustus 2021,
verschenen voor mij, notaris te Raalte:
1. de voorzitter,
2. de penningmeester,
te dezen handelend in hun hoedanigheid van voorzitter respectievelijk penningmeester van het bestuur van de coöperatie: ENERGIE COÖPERATIE ENDONA U.A., statutair gevestigd te Heeten, gemeente Raalte, ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder dossiernummer 63057492,
hierna ook te noemen: de coöperatie,
en als zodanig de coöperatie ingevolge haar statuten - ook ingeval van tegenstrijdig belang - rechtens vertegenwoordigend. De verschenen personen, handelend als gemeld, verklaren als volgt:
BESTAANDE STATUTEN
Bij akte, op zeven april twee duizend vijftien voor de notaris te Raalte verleden, werd de coöperatie opgericht. De statuten van de coöperatie werden tot dusver niet gewijzigd.
BESLUIT TOT STATUTENWIJZIGING
In een op zeventien augustus twee duizend één en twintig gehouden buitengewone algemene ledenvergadering is op rechtsgeldige wijze besloten om de statuten van de coöperatie geheel opnieuw gewijzigd vast te stellen;
in gemelde vergadering werden de verschenen personen aangewezen om de onderhavige statutenwijziging bij notariële akte te doen blijken.
* Xxx xxxxxx besluit blijkt uit een afschrift van de notulen van voormelde vergadering, hetwelk aan deze akte wordt gehecht.
VASTSTELLING NIEUWE STATUTEN
Vervolgens verklaren de verschenen personen ter uitvoering van gemeld besluit van de buitengewone algemene ledenvergadering van de coöperatie de statuten van de coöperatie geheel opnieuw vast te stellen als volgt:
STATUTEN
ARTIKEL 1 NAAM, ZETEL EN DUUR
1. De coöperatie draagt de naam: ENERGIE COÖPERATIE ENDONA U.A.
2. De coöperatie heeft haar zetel in Raalte.
3. De coöperatie is aangegaan voor onbepaalde tijd.
ARTIKEL 2 DOEL
1. De coöperatie heeft ten doel het voorzien in de materiële belangen - in de ruimste zin van het woord - van haar leden, zulks door in het kader van haar onderneming overeenkomsten met hen te sluiten, in het bijzonder terzake het opwekken, produceren en leveren van energie, alsmede terzake toekomstige duurzame energievormen, alsmede bijdragen aan het energieneutraal maken van onze samenleving.
2. De coöperatie tracht haar doel onder meer te bereiken:
a) door het (doen) oprichten, financieren en exploiteren van parken en/of daken van zonnepanelen en/of windturbines, duurzame gas- of warmte installaties en/of andere toepassingen voor het gebruik van hernieuwbare energiebronnen;
b) door het uitvoeren van onderzoek-, demo- en pilotprojecten op het gebied van energiebesparing en hernieuwbare energie;
c) door het sluiten van (participatie)overeenkomsten met haar leden; en
d) overigens met alle wettige middelen.
3. De coöperatie kan ten behoeve van haar doelstelling diverse projecten, projectafdelingen en/of bedrijven instellen en/of oprichten en/of daarin deelnemen op een zodanige wijze dat de diverse onderscheiden projecten elkaar niet (negatief) beïnvloeden.
4. De coöperatie kan soortgelijke overeenkomsten als hiervoor in lid 1 genoemd met derden sluiten, doch dit mag niet in zodanige mate geschieden dat de overeenkomsten met de leden van ondergeschikte betekenis zijn.
ARTIKEL 3 LEDEN
1. Leden van de coöperatie kunnen zijn natuurlijke personen en rechtspersonen die de doelstelling van de coöperatie onderschrijven en voldoen aan een eventueel bij huishoudelijk reglement nader gestelde vereisten en voorts als zodanig door het bestuur van de coöperatie zijn toegelaten.
2. Een minderjarige persoon kan ook lid zijn van de coöperatie, zulks voor zover met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger(s). Alle uit het lidmaatschap voor het minderjarige lid voortvloeiende rechten, waaronder stemrecht, en verplichtingen kunnen slechts door de minderjarige worden uitgeoefend met inachtneming van alle wettelijke beperkingen. Voor zover nodig zal de minderjarige worden vertegenwoordigd door zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger(s).
3. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
4. Ieder lid is verplicht aan de coöperatie zijn adres en iedere wijziging daarin schriftelijk mede te delen; dit adres blijft tegenover de coöperatie gelden zolang het lid niet schriftelijk aan de coöperatie een ander adres heeft opgegeven. Alle gevolgen van het niet-mededelen van zijn adres en wijzigingen daarin zijn voor rekening en risico van het lid.
5. De leden kunnen worden verplicht tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
6. De algemene vergadering kan bepalen dat nieuw toegetreden leden een entreegeld moeten betalen.
7. De lidmaatschapsrechten zijn niet overdraagbaar.
ARTIKEL 4 TOELATING
1. Het lidmaatschap wordt schriftelijk aangevraagd bij het bestuur.
2. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden; binnen acht dagen na zijn beslissing bericht het bestuur de aanvrager schriftelijk dat hij als lid is toegelaten of geweigerd.
3. Bij niet-toelating tot lid door het bestuur kan op schriftelijk verzoek van de betrokkene de eerstvolgende algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten. Xxxxxxx verzoek dient te worden ingediend bij het bestuur binnen één maand na afwijzing van het verzoek tot toelating door het bestuur.
ARTIKEL 5 EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP
1. Het lidmaatschap eindigt:
a) door het overlijden van het lid;
b) door opzegging door het lid;
c) door opzegging door de coöperatie. Deze kan geschieden wanneer het lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de coöperatie niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de coöperatie niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
d) door ontzegging. Deze kan allen worden uitgesproken wanneer het lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der coöperatie handelt, of de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt.
2. Opzegging namens de coöperatie geschiedt door het bestuur.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de coöperatie kan slechts schriftelijk geschieden tegen het einde van een boekjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste drie maanden. Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd, indien van de coöperatie of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Een opzegging in strijd met het bepaalde in dit lid, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
4. Voorts kan een lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen één maand, nadat hem een besluit tot omzetting van de coöperatie in een andere rechtspersoon of tot fusie of splitsing is meegedeeld.
5. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit, waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzicht uit te sluiten.
6. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
7. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de coöperatie op grond dat redelijkerwijs van de coöperatie niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage als bedoeld in artikel 3 lid 4 voor het geheel verschuldigd.
ARTIKEL 6 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN TEGENOVER DE COÖPERATIE
1. Elk lid heeft het recht:
a) voorstellen te doen aan de algemene vergadering en deel te nemen aan die vergaderingen en de aldaar plaats hebbende besprekingen, stemmingen en verkiezingen;
b) inzage te nemen van de notulen van de algemene vergaderingen en het ledenregister, het jaarverslag en de jaarrekening;
c) tegen de geldende voorwaarden, onverminderd te dezen bestaande verplichtingen, gebruik te maken van de diensten die de coöperatie biedt.
2. Elk lid heeft onder meer de plicht:
a) zich te onderwerpen aan de bepalingen van deze statuten en van de voor hem geldende reglementen, de voor hem geldende besluiten na te komen en alle opgaven te doen, welke voor naleving van een en ander vereist worden;
b) de belangen van de coöperatie naar vermogen voor te staan;
c) de doelstellingen van de coöperatie passief of actief te ondersteunen.
3. Alle kosten, hoe ook genaamd, vallende op de gerechtelijke of buitengerechtelijke invordering van enig op grond van de bepalingen van deze statuten of van het huishoudelijk reglement verschuldigd bedrag, komen ten laste van het betrokken lid of oud-lid.
ARTIKEL 7 SCHORSING
1. Leden die handelen in strijd met de statuten of reglementen van de coöperatie of die zich niet gedragen naar besluiten van de algemene vergadering of naar besluiten, die het bestuur krachtens de statuten of reglementen heeft genomen, kunnen door het bestuur van de coöperatie worden geschorst.
2. Schorsing kan - behoudens in het geval als gemeld in artikel 5, lid 6 - eerst geschieden, nadat het lid in de gelegenheid is gesteld zich te verantwoorden.
3. Van een besluit tot schorsing staat de betrokkene binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft het lid geschorst.
4. Een schorsing, die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot opzegging of ontzetting, eindigt door het verloop van die termijn.
5. Gedurende de periode van schorsing kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend.
ARTIKEL 8 UITGESLOTEN AANSPRAKELIJKHEID
Iedere verplichting van leden en oud-leden om in een tekort bij te dragen is uitgesloten.
ARTIKEL 9 BESTUUR
1. Het bestuur bestaat bij voorkeur uit een oneven aantal van ten minste drie natuurlijke personen. De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast.
2. Bestuursleden worden benoemd door de algemene vergadering; de benoeming geschiedt uit de leden.
3. a) De benoeming van bestuursleden geschiedt uit één of meer bindende voordrachten, behoudens het hierna onder letter b bepaalde. Tot het opmaken van zulk een voordracht is het bestuur bevoegd. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping tot de vergadering medegedeeld.
b) Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee/derde (2/3-e) van de
uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering.
c) Is geen voordracht opgemaakt of besluit de algemene vergadering conform het letter b de opgemaakte voordracht(en) het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in haar keuze.
d) Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
4. Leden van het bestuur worden - met inachtneming van het hierna bepaalde - gekozen voor een periode van vier jaar. Het aftreden vindt plaats op de dag van de jaarvergadering. Het bestuur zal een rooster van aftreden opstellen. Een tussentijds gekozen bestuurslid neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene die hij vervangt. Een afgetreden bestuurslid is terstond herkiesbaar.
5. Indien het aantal bestuursleden beneden het vastgestelde aantal is gedaald, vormen de overgebleven bestuursleden of het enig overgebleven bestuurslid een bevoegd college. Het bestuur is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen om in de vacature(s) te voorzien of te besluiten dat een vacature niet worden vervuld, met inachtneming van het in lid 1 bepaalde.
6. De algemene vergadering is bevoegd aan één of meer bestuursleden een onkostenvergoeding en/of beloning toe te kennen.
ARTIKEL 10 EINDE LIDMAATSCHAP - SCHORSING
1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen.
2. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing, die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
3. Het bestuurslidmaatschap eindigt, behalve door ontslag, aftreden of vervanging, voorts door:
a) eindiging van het lidmaatschap van de coöperatie;
b) bedanken;
c) overlijden of ondercuratelestelling.
ARTIKEL 11 BESTUURSFUNCTIES - BESLUITVORMING VAN HET BESTUUR
1. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. Het kan voor elk van hen uit zijn midden een vervanger uitwijzen. Een bestuurslid kan meer dan één van deze functies bekleden.
2. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een ander bestuurslid laten vertegenwoordigen.
3. Besluiten van het bestuur worden genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin meer dan de helft van het aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is, onverminderd het in de tweede volzin van dit artikel bepaalde.
4. Het ter bestuursvergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, indien gestemd is over een niet-schriftelijk vastgelegd voorstel.
5. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.
6. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang bedoeld in artikel 12 lid 1 onder b. Wanneer hierdoor een bestuursbesluit niet kan worden genomen wordt het besluit genomen door het bestuur onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.
7. Xxxxxxx van ontstentenis of belet van een bestuurder blijven de overige bestuurders met het bestuur belast. Bij ontstentenis of belet van alle bestuurders berust het bestuur tijdelijk bij één door het bestuur daartoe aangewezen persoon of personen. Het bestuur is mitsdien verplicht om te voorzien in een aanwijzing van een of meer personen die in voorkomend geval tijdelijk met het bestuur is of zijn belast.
ARTIKEL 12 BESTUURSTAAK
1. a) Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de coöperatie.
b) Bij het vervullen van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de coöperatie en de met haar verbonden organisatie.
2. Slechts met voorafgaande toestemming van de algemene vergadering zijn de bestuurders bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en het aangaan van overeenkomsten waarbij de coöperatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt, zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Op het ontbreken van de toestemming kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies, waarvan de leden door het bestuur worden benoemd en ontslagen.
ARTIKEL 13 VERTEGENWOORDIGING
1. De coöperatie wordt vertegenwoordigd door:
a) hetzij het bestuur;
b) hetzij twee gezamenlijk handelende bestuursleden.
2. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging kan ook toekomen aan niet-bestuursleden indien hiervoor een schriftelijk volmacht is verleend om de coöperatie binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
ARTIKEL 14 ADMINISTRATIE - BOEKJAAR - JAARVERSLAG - REKENING EN VERANTWOORDING
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de coöperatie en van alles betreffende de werkzaamheden van de coöperatie, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de coöperatie kunnen worden gekend.
2. Het boekjaar van de coöperatie is gelijk aan het kalenderjaar..
3. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de coöperatie en over het gevoerde beleid. Het bestuur legt daarbij de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting, ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuursleden; ontbreekt de ondertekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij de verplichtingen neergelegd in dit artikel nakomen.
4. De coöperatie zorgt, dat de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag en de krachtens artikel 2:392, lid 1 Burgerlijk Wetboek toe te voegen gegevens vanaf de oproep tot de algemene vergadering, bestemd tot hun behandeling, te haren kantore aanwezig zijn. De vergadergerechtigden kunnen deze stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen.
5. Het hiervoor in de leden 3 en 4 bepaalde omtrent het jaarverslag en de krachtens artikel 2:392, lid 1 Burgerlijk Wetboek toe te voegen gegevens blijft buiten toepassing, indien artikel 2:403 Burgerlijk Wetboek voor de coöperatie geldt.
6. De algemene vergadering is bevoegd een deskundige als bedoeld in artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek te benoemen, teneinde de door het bestuur opgemaakte jaarrekening te onderzoeken, daarover verslag uit te brengen aan het bestuur en een verklaring af te leggen.
7. De benoeming kan te allen tijde worden ingetrokken door de algemene vergadering,
8. Het bestuur is verplicht de bescheiden, bedoeld in de leden 1 en 3, zeven jaren lang te bewaren.
9. Nadat het voorstel tot vaststelling van de jaarrekening aan de orde is geweest, zal aan de algemene vergadering het voorstel worden gedaan om kwijting te verlenen aan het bestuur voor het door haar in het desbetreffende boekjaar gevoerde beleid, voor zover van dat beleid uit de jaarrekening blijkt of dat beleid aan de algemene vergadering bekend is gemaakt.
ARTIKEL 15 FONDS, LEDENKAPITAAL EN WERKKAPITAAL
1. De coöperatie kan eigenaar en beheerder worden van één of meer door de coöperatie in te stellen fondsen, hierna zowel gezamenlijk als elk afzonderlijk ook te noemen: het fonds. De doelstellingen en werkwijze van het fonds worden vastgelegd in een reglement.
2. Indien de coöperatie eigenaar en beheerder is van één of meer fondsen als bedoeld in lid 1 kan er jaarlijks ten laste van de
exploitatierekening onder een apart hoofd, bijvoorbeeld aangeduid met ‘fonds’, een door het bestuur voor te stellen bedrag
- ten behoeve van het fonds - worden tegoed geschreven. Toebedeling vindt plaats op basis van instemming door twee/derde (2/3e) van de geldig uitgebrachte stemmen van de algemene ledenvergadering.
3. Er kan jaarlijks ten laste van de exploitatierekening onder het hoofd ‘Ledenkapitaal’ aan de leden een door het bestuur voor te stellen bedrag worden tegoed geschreven. Toebedeling vindt plaats op basis van instemming door twee/derde (2/3e) van de geldig uitgebrachte stemmen van de algemene ledenvergadering.
4. Er kan jaarlijks ten laste van de exploitatierekening onder het hoofd ‘Werkkapitaal’ aan de coöperatie een door het bestuur voor te stellen bedrag worden tegoed geschreven. Toebedeling vindt plaats op basis van instemming door twee/derde (2/3e) van de geldig uitgebrachte stemmen van de algemene ledenvergadering.
5. De verdeling van de bedragen voor het fonds, Werkkapitaal en Ledenkapitaal geschiedt in een door het bestuur aan de algemene ledenvergadering voor te stellen verhouding. De algemene ledenvergadering besluit hieromtrent met twee/derde (2/3-e) meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Verdeling van het Ledenkapitaal aan leden geschiedt op basis van evenredigheid.
6. In een daarvoor bestemd register wordt elk jaar aangetekend het bedrag dat ieder lid krachtens lid 3 tegoed wordt geschreven.
7. Aan een lid zal voor iedere hele euro die de coöperatie hem als ledenkapitaal schuldig is per jaar een rente worden uitgekeerd of bijgeschreven; deze rente wordt jaarlijks achteraf door de algemene vergadering vastgesteld of bedraagt, bij niet-vaststelling, één procent (1%) per jaar;
8. Slechts op schriftelijk verzoek van belanghebbende partijen en met toestemming van het bestuur kan de vordering van een lid wegens ledenkapitaal worden overgedragen aan een ander lid of aan het fonds.
9. Het in enig boekjaar voor uitbetaling in aanmerking komende bedrag van het ledenkapitaal wordt uitgekeerd nadat de rekening en verantwoording over dat boekjaar door de algemene ledenvergadering is goedgekeurd.
10. Uitbetaling of bijschrijving van rente over de desbetreffende bedragen heeft niet verder plaats dan over het laatste volle
boekjaar, dat aan de uitbetaling voorafgaat.
ARTIKEL 16 ALGEMENE VERGADERING
1. Aan de algemene vergadering komen in de coöperatie alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een algemene vergadering - de jaarvergadering -
bijeengeroepen overeenkomstig het hierna in artikel 20 bepaalde. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a) De jaarrekening over het afgelopen boekjaar met een deskundigenverklaring
b) Het verslag van het bestuur en de directie over de zaken van de coöperatie en het gevoerde bestuur in het afgelopen boekjaar;
c) Het vaststellen van de jaarrekening en het jaarverslag;
d) De eventuele tegoedschrijving op voorstellen voor het fonds ten laste van het exploitatieresultaat;
e) De eventuele tegoedschrijving van de leden op hun ledenkapitaal ten laste van het exploitatieresultaat;
f) Vaststellen begroting en werkkapitaal voor het lopende boekjaar.
3. Tevens worden algemene vergaderingen gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/ tiende (1/10-e) gedeelte van de stemmen, verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 20 of bij advertentie in ten minste één ter plaatse waar de coöperatie gevestigd is, veel gelezen dagblad.
5. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding en het secretariaat der vergadering en het opstellen van de notulen.
ARTIKEL 17 TOEGANG EN STEMRECHT
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de coöperatie, alsmede de bestuursleden. Geen toegang hebben geschorste leden, met dien verstande dat geschorste leden wel toegang hebben tot de algemene vergadering waarin het besluit tot hun schorsing wordt behandeld; geschorste leden zijn bevoegd in deze vergadering over hun schorsing het woord te voeren.
2. Over toelating van andere dan hiervoor in lid 1 bedoelde personen beslist de algemene vergadering.
3. Ieder lid van de coöperatie brengt in de algemene vergadering één stem uit.
4. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid doen uitbrengen, met dien verstande dat ieder stemgerechtigd lid niet meer dan twee stemmen bij volmacht mag uitbrengen.
5. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd. Het bestuur kan voorwaarden stellen aan het gebruik van elektronische communicatiemiddelen. Deze voorwaarden worden bij de oproeping bekend gemaakt.
6. Leden van het bestuur kunnen niet als vertegenwoordiger optreden.
ARTIKEL 18 VOORZITTERSCHAP - NOTULEN
1. De algemene vergaderingen worden - behoudens in het geval bedoeld in artikel 16, lid 5 - geleid door de voorzitter van het bestuur of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één van de andere bestuursleden, door het bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.
ARTIKEL 19 BESLUITVORMING VAN DE ALGEMENE VERGADERING
1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover gestemd werd over een niet-schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de algemene vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voorzover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen in vergadering waarin ten minste de helft van alle stemmen aanwezig of vertegenwoordigd is.
4. Xxxxxx stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Xxxxxxx bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
6. Indien de stemmen staken over een voorstel over zaken, dan komt geen besluit tot stand.
7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één van de stemgerechtigden dat vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
8. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen - dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding -, ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
ARTIKEL 20 BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING
1. De algemene vergaderingen worden behoudens in het geval bedoeld in artikel 16, lid 4 bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens het ledenregister bedoeld in artikel 3. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, de dag der oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, onverminderd het bepaalde in de artikelen 23 en 24.
2. Indien een lid daarmee instemt kan de oproeping geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel is bekend gemaakt.
3. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.
ARTIKEL 21 WINSTBESTEMMING
1. Van de over enig boekjaar gerealiseerde winst - na eventuele vennootschapsbelasting - kan op voorstel van het bestuur door de algemene vergadering een nader vast te stellen bedrag worden gereserveerd, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 15.
2. Vorenbedoelde reservefonds mag tijdens het bestaan van de coöperatie niet onder de leden worden verdeeld. Een in enig jaar geleden verlies zal hierop kunnen worden afgeschreven.
3. Het na afschrijving en eventuele reservering overblijvend gedeelte van de winst staat ter beschikking van de algemene vergadering, zulks met inachtneming van het hierna in artikel 22 lid 6 bepaalde. Bij uitkering van de resterende winst aan de leden heeft ieder lid recht op een gelijk aandeel.
4. Bij de verdeling van de winst delen leden mee wiens lidmaatschap in of met het einde van het voorafgaande boekjaar is beëindigd.
ARTIKEL 22 PROJECTEN
1. Het bestuur kan een of meer projectgroepen instellen met als doel één of meer installaties te (doen) oprichten waarin ten minste twee leden participeren. Elke projectgroep bestaat uit ten minste twee in de betreffende installatie participerende leden en ten minste één bestuurslid; elke projectgroep hierna ook te noemen: projectgroep en elke installatie hierna ook te noemen: project.
2. Een projectgroep geeft het bestuur advies omtrent het al dan niet oprichten van een project, zulks in de ruimste zin van het woord. De werkwijze, taken en/of bevoegdheden van een projectgroep zullen bij een reglement als bedoeld in artikel 26 nader worden vastgesteld.
3. Het aangaan dan wel het oprichten van een project kan slechts met voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering.
4. In aanvulling op het bepaalde in artikel 19 lid 3 moeten alle besluiten die enkel betrekking hebben op een bepaald project tevens worden genomen met volstrekte meerderheid van de door de in het betreffende project participerende leden geldig uitgebrachte stemmen in vergadering waarin ten minste de helft van die stemmen aanwezig of vertegenwoordigd is.
5. Het bestuur kan aan leden die in een project participeren de verplichting opleggen om een (aanvullend) bedrag te storten ter voorkoming of ter aanvulling van tekorten in een project. Dit bedrag zal alsdan worden tegoedgeschreven op hun ledenkapitaal. Voor de kosten verbonden aan een project zal het ledenkapitaal van de leden van de in het betreffende project participerende leden naar evenredigheid worden gedebiteerd. Indien sprake is van een financieel tekort in een project zal dit eerst ten laste worden gebracht van de specifiek voor het betreffende project aangewezen reserves van de coöperatie en vervolgens ten laste van het ledenkapitaal van de participanten in het betreffende project, zulks naar evenredigheid van het saldi van de betreffende ledenrekeningen. Daarna zal een eventueel resterend tekort ten laste van de overige reserves van de coöperatie komen.
6. De baten van een project zullen toekomen aan de leden die participeren in het betreffende project en worden tegoedgeschreven
op hun ledenkapitaal.
ARTIKEL 23 STATUTENWIJZIGING
1. In de statuten van de coöperatie kan, onverminderd het bepaalde in artikel 19, lid 9, geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijzigingen van de statuten zullen worden voorgesteld.
2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste veertien dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld, op eerste verzoek van een lid aan hem toegezonden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft onverminderd het bepaalde in artikel 19, lid 9, ten minste twee/derde (2/3-e) van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste drie/vierde (3/4-e) van alle stemmen tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet drie/vierde (3/4-e) van alle stemmen tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt na verloop van twee weken, doch binnen vier weken na de eerste vergadering een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde (2/3-e) van de uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.
ARTIKEL 24 ONTBINDING / FUSIE - SPLITSING
1. a) De coöperatie kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van artikel 23 is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
b) De vereffening geschiedt door het bestuur, tenzij de algemene vergadering anders beslist.
c) De vereffenaar(s) draagt/dragen hetgeen na de voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de coöperatie is
overgebleven over aan de leden.
Ieder van de leden ontvangt alsdan een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan het overschot worden gegeven.
2. Besluiten tot fusie, als bedoeld in artikel 2:309 van het Burgerlijk Wetboek en tot splitsing, als bedoeld in artikel 2:334a van het Burgerlijk Wetboek kunnen worden genomen door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in artikel 23 is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL 25 VERHOGING/VERZWARING AANSPRAKELIJKHEID
1. De aansprakelijkheid van de leden voor de verbintenissen van de coöperatie kan worden verhoogd of de verplichtingen van de leden tegenover de coöperatie kunnen door middel van statutenwijziging worden verzwaard.
2. Nochtans kan een lid binnen één maand nadat hem het besluit, waarbij de aansprakelijkheid als bedoeld wordt verhoogd, dan wel bedoelde verplichtingen van de leden zijn verzwaard, is bekend geworden of is medegedeeld, door opzegging van zijn lidmaatschap de toepasselijkheid van het besluit te zijnen opzichte uitsluiten.
ARTIKEL 26 HUISHOUDELIJK REGLEMENT EN ANDERE REGLEMENTEN
1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement en/of andere reglementen vaststellen hetwelk zij te allen tijde kan
wijzigen.
2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet noch met de statuten.
ARTIKEL 27 SLOTBEPALING
In alle gevallen, waarin de wet, de statuten en de reglementen niet voorzien, beslist het bestuur.
SLOT
De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend.
Waarvan akte is verleden te Raalte op de datum zoals in het hoofd van deze akte staat vermeld.
Na zakelijke opgave van- en het geven van een toelichting op de inhoud van deze akte aan de verschenen personen hebben deze eenparig verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en met beperkte voorlezing in te stemmen.
Vervolgens is deze akte onmiddellijk na beperkte voorlezing door de verschenen personen en mij, notaris, ondertekend om tien uur. Werd getekend door: de verschenen personen – notaris.