In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
Het gehuurde: de caravan, kampeerauto, vouwwagen of de andere zaak, inclusief de accessoires die worden gehuurd;
een aanhangwagen: als bedoeld in het wegenverkeerswetgeving voorzien van vaste boven-/ opbouw; een aanhangwagen als bedoeld in het wegenverkeerswetgeving voorzien van uitvouwbare/uitklapbare boven-/opbouw;
Verhuurder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die als huurder de huurovereenkomst sluit;
Consument: de huurder die een natuurlijk persoon is en de huurovereenkomst heeft gesloten voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen;
Schade verhuurder: de vermogensschade die verhuurder lijdt als gevolg van:
- beschadiging (inclusief abnormale slijtage) of vermissing van het gehuurde of van toebehoren (zoals een sleutel, de bediening van de alarminstallatie/ beveiliging en documenten zoals kentekenpapieren en grensdocumenten) of van onderdelen van het gehuurde. Tot deze schade behoren onder meer de kosten van vervangen van (toebehoren en onderdelen van) het gehuurde en het derven van huurinkomsten;
- met of door het gehuurde aan persoon of goed toegebracht nadeel, waarvoor de verhuurder, de kentekenhouder of de aansprakelijkheidsverzekeraar van het gehuurde jegens derden aansprakelijk is;
Bovenhoofdse schade: schade van de verhuurder veroorzaakt door aanrijding met het deel van het gehuurde dat zich op een hoogte van meer dan 1.90 meter boven de grond bevindt of door aanrijding met op het gehuurde bevestigde zaken die zich op meer dan 1.90 meter boven de grond bevinden; Bestuurder: de feitelijk bestuurder van het gehuurde;
Schriftelijk: in geschrift of elektronisch;
WAM: Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.
Artikel 1 – Toepasselijkheid
Deze algemene voorwaarden gelden voor huurovereenkomsten van het gehuurde tussen verhuurder en huurder.
Artikel 2 – Het aanbod
1. Huurder mag kiezen of verhuurder een aanbod schriftelijk of mondeling doet.
2. Een aanbod mag herroepen worden als het aanbod afhankelijk is van de beschikbaarheid van een te huren voertuig. Anders kan het aanbod 14 dagen lang niet herroepen worden.
3. Het aanbod bevat een volledige en nauwkeurige omschrijving van:
- het gehuurde
- de huurtermijn
- de huursom
- de wijze van betalen
- de mogelijk bijkomende kosten
- de hoogte van het eigen risico, of dit eigen risico kan worden afgekocht of niet
- de eventuele waarborgsom of andere manier van het stellen van zekerheid.
De waarborgsom kan via PIN of contant of op een andere wijze worden betaald.
4. In het aanbod staan de openingstijden van het bedrijf en het telefoonnummer waarop het bedrijf te bereiken is.
5. Bij het aanbod zitten deze algemene voorwaarden. Lukt het niet deze al mee te geven bij het aanbod, dan worden de algemene voorwaarden bij het sluiten van de overeenkomst meegegeven, maar bij een telefonisch gemaakte huurafspraak volgen ze later.
6. Op het zelfde moment dat het aanbod wordt gedaan, krijgt huurder ook te horen:
- tot welk gewicht het gehuurde mag worden beladen,
Artikel 3 – De overeenkomst
1. De overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van het aanbod. De verhuurder bevestigt de mondelinge overeenkomst schriftelijk, maar als dat niet gebeurt, blijft de afspraak wel staan.
2. De huurovereenkomst geldt voor de periode en het tarief zoals op de huurovereenkomst is vermeld of zoals op een andere manier is overeengekomen. De huurovereenkomst vermeldt dag en tijdstip waarop de huurperiode begint en eindigt.
3. Het kan zijn dat partijen afspreken dat er voor meer dan € 15.000,- aan waardevolle spullen met het gehuurde vervoerd mogen worden, zie art. 10 lid 7 van deze algemene voorwaarden. Dan staat er op de huurovereenkomst wat dit hogere maximum bedrag is. Ook wordt er op het huurcontract verwezen naar een beperking op de aansprakelijkheid uit art. 13 lid 2 van deze algemene voorwaarden.
Artikel 4 – Ontbinding (bedenktijd)
Huurders hebben gedurende 14 dagen na het tot stand komen van de huurovereenkomst een ontbindingsrecht. Dit geldt niet als de huurovereenkomst is gesloten in direct contact tussen verhuurder en huurder. Het geldt ook niet wanneer de huur met instemming van de consument tijdens de bedenktijd al is uitgevoerd en de consument heeft ingestemd met het feit dat er geen ontbindingsrecht geldt. Is de huur tijdens de bedenktermijn met instemming van de consument gedeeltelijk uitgevoerd, dan geldt dat de consument de dienst naar rato betaalt bij ontbinding tijdens de bedenktijd.
Artikel 5 – De prijs en de prijswijzigingen
1. De huursom en eventuele bijkomende kosten worden vooraf overeengekomen. Dit geldt ook voor de eventuele mogelijkheid om tussentijds de prijs te kunnen veranderen. De huursom en de eventueel bijkomende kosten komen duidelijk op de huurovereenkomst te staan.
2. Als binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst een prijswijziging optreedt, heeft deze geen invloed op de afgesproken prijs.
3. De consument mag de overeenkomst ontbinden als de prijs omhoog gaat ná drie maanden na het sluiten van de overeenkomst, maar voordat de huurperiode is begonnen.
4. Het tweede lid is niet van toepassing op prijswijzigingen die uit de wet voortvloeien, zoals een verhoging vanwege btw.
5. Tijdens de huurperiode betaalt de huurder de kosten vanwege het gebruik van het gehuurde, zoals tolgeld, Eurovignet en het reinigen en het parkeren.
6. Alleen kosten die afgesproken zijn, kunnen aan huurder in rekening worden gebracht. Wel moet de huurder als daar een reden voor is aan de verhuurder schadevergoeding betalen.
Artikel 6 – De huurperiode en de overschrijding van de huurperiode
1. Huurder moet het gehuurde uiterlijk op de dag en tijd waarop de huurperiode eindigt terugbrengen. Het adres staat op de huurovereenkomst. Is er een ander adres afgesproken, dan moet het voertuig daar op tijd worden gebracht. Verhuurder moet het gehuurde, tijdens openingstijden, in ontvangst nemen.
2. De huurder mag het gehuurde slechts met toestemming van de verhuurder buiten openingstijden of op een ander adres terugbrengen.
3. Afspraken over het eerder terugbrengen van het gehuurde binnen de overeengekomen huurperiode zijn vrijblijvend.
4. Komt het gehuurde niet volgens afspraak terug na het einde van de (eventueel verlengde) huurperiode, dan kan de verhuurder het gehuurde onmiddellijk terugnemen. De contractuele verplichtingen van de huurder blijven bestaan tot het moment dat het gehuurde aan de verhuurder terug is gegeven.
5. Als huurder het gehuurde niet op tijd inlevert, mag de verhuurder de volledige daghuurprijs in rekening brengen voor elke dag dat het gehuurde te laat terug komt. Daarnaast kan de verhuurder de daghuurprijs verhogen van de boottrailer met € 50,- (voor kanotrailer met € 100,-) per dag voor elke dag te laat. Ook mag verhuurder om een vergoeding voor schade vragen, zowel voor schade die bestaat, als voor schade die nog zal volgen. Als het onmogelijk is en blijft het gehuurde terug te geven, dan wordt geen hogere huurprijs in rekening gebracht. De verhoging van de huurprijs geldt niet als huurder aantoont dat de overschrijding van de huurtermijn het gevolg is van overmacht.
6. Zodra de verhuurder weet dat hij te laat zal komen met het terugbrengen van het gehuurde, moet hij dit meteen melden aan verhuurder.
Artikel 7 – Annulering
1. Als een overeenkomst wordt geannuleerd door de huurder, dan kan de verhuurder de volgende annuleringskosten in rekening brengen:
- bij annulering tot de 42ste kalenderdag (exclusief) vóór de aanvangsdatum van de huurperiode: 10% van de huursom;
- bij annulering vanaf de 42ste kalenderdag (inclusief) tot de 28ste kalenderdag (exclusief) vóór de aanvangsdatum van de huurperiode: 35% van de huursom;
- bij annulering vanaf de 28ste kalenderdag (inclusief) tot de 21ste dag (exclusief) vóór de aanvangsdatum van de huurperiode: 40% van de huursom;
- bij annulering vanaf de 21ste kalenderdag (inclusief) tot de 14de dag (exclusief) vóór de aanvangsdatum van de huurperiode: 50% van de huursom;
- bij annulering vanaf de 14de kalenderdag (inclusief) tot de 5de dag (exclusief) vóór de aanvangsdatum van de huurperiode: 75% van de huursom;
- bij annulering vanaf de 5de kalenderdag (inclusief) tot de aanvangsdatum van de huurperiode: 90% van de huursom;
- bij annulering op de aanvangsdatum van de huurperiode of later: de volle huursom.
2. Annuleringen buiten kantoortijden worden afgehandeld alsof ze zijn gedaan op de eerstvolgende kalenderdag.
3. Het annuleren moet schriftelijk.
Artikel 8 – Betaling
1. Bij het begin van de huur kan de verhuurder om betaling van een waarborgsom vragen. Betaling van deze waarborgsom dient om verzekeringstechnische redenen via de bank te worden gedaan.
2. De waarborgsom wordt in principe terug betaald binnen 1 werkdag nadat het gehuurde is ingeleverd. De verhuurder kan de dan nog openstaande kosten verrekenen.
3. In geval van schade van de verhuurder wordt dit ook met de waarborgsom verrekend. Dit terugbetalen zal plaatsvinden zodra duidelijk is welk bedrag er over is. Het terugbetalen gebeurt binnen twee maanden, maar in geval van schade aan derden binnen zes maanden.
4. Als een andere persoon schade van verhuurder heeft veroorzaakt en verhuurder heeft van
deze derde een volledige schadevergoeding hiervoor gekregen, dan wordt de waarborgsom binnen 14 dagen na het verhaal van de schade terugbetaald. Verhuurder zal zich inspannen om schade veroorzaakt door derden zo spoedig mogelijk te verhalen. Verhuurder houdt de huurder op de hoogte van zijn inspanningen.
5. Als de huurperiode binnen 3 maanden na het sluiten van de overeenkomst begint, dan kan de verhuurder vooruitbetaling tot 50% van de huur vragen. Tenzij anders is overeengekomen, moet de huursom onmiddellijk na afloop van de huurperiode betaald worden. Andere bedragen dienen betaald te worden binnen tien dagen na ontvangst van de factuur. De huurder dient het verschuldigde bedrag te betalen vóór het verstrijken van de betalingsdatum. Doet hij dat niet, dan zendt de verhuurder na het verstrijken van die datum een kosteloze betalingsherinnering en geeft de huurder de gelegenheid binnen veertien dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering het openstaande bedrag alsnog te betalen. Als na het verstrijken van de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, is de verhuurder gerechtigd rente in rekening te brengen vanaf het moment van verzuim. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente. Door een partij te maken gemaakte gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten om betaling van een schuld af te dwingen, kunnen aan de wederpartij in rekening worden gebracht. De hoogte van deze kosten is onderworpen aan (wettelijke) grenzen. Daarvan kan in het voordeel van de huurder worden afgeweken.
Artikel 9 – Verplichtingen huurder
1. De huurder moet netjes met het gehuurde omgaan en zorgen dat hij het gehuurde
gebruikt zoals dat bedoeld is. Het is bijvoorbeeld verboden om het gehuurde te gebruiken op een circuit, op een terrein waarvoor het gehuurde niet geschikt is, of op een terrein waarbij vermeld staat dat je er voor eigen risico op gaat.
2. Huurder moet het gehuurde inleveren in dezelfde staat als hij het heeft ontvangen. Dat betekent bijvoorbeeld dat de huurder eventuele veranderingen aan het gehuurde ongedaan moet maken. Huurder heeft geen recht op vergoeding als hij verbeteringen aan het gehuurde heeft gedaan die verwijderd moeten worden.
3. Huurder moet de bagage en/of lading aan en in het gehuurde zorgvuldig vastmaken.
4. Huurder moet er op letten dat niet iemand het gehuurde gebruikt die hiertoe niet in staat is vanwege een lichamelijke of geestelijke beperking. Dit geldt ook voor iemand die niet bevoegd is om het gehuurde te besturen. Huurder mag het gehuurde verder alleen aan iemand geven, als deze als bestuurder op het huurcontract staat. Ook moet zo’ n bestuurder om verzekeringstechnische redenen minimaal 23 jaar oud zijn en moet deze minimaal 3 jaar zijn rijbewijs hebben.
5. Huurder mag het gehuurde niet doorverhuren.
6. Huurder mag het gehuurde niet gebruiken voor rijles of voor vervoer van personen tegen
betaling . Met het gehuurde mag huurder geen wedstrijden rijden, of snelheids-, rijvaardigheids- of betrouwbaarheidstesten doen.
7. Huurder mag met het gehuurde naar andere landen wanneer ze op de groene kaart staan. Er kan schriftelijk iets anders zijn afgesproken.
8. Als het gehuurde kapot is, geldt artikel 10 lid 5 en mag de huurder er ook niet mee doorrijden als dit het erger maakt. Er mag ook niet worden doorgereden als dit slecht is voor de verkeersveiligheid.
9. Huurder is verplicht om de personen die het trekkende voertuig besturen of bedienen of gebruiken te wijzen op de regels van de verhuur en er op te letten dat zij zich hier ook aan houden.
10.Huurder moet netjes omgaan met de sleutels van het gehuurde, met de bedieninging van de lier en met de eventuele documenten van het gehuurde, zoals het kentekenbewijs.
11.Huurder moet een WA verzekering hebben voor het trekkende voertuig waarmee het gehuurde wordt getrokken.
12. Het gehuurde dient op slot gezet te worden met het bijgeleverde dieselslot.
Artikel 10 – Instructies voor de huurder
1. Huurder moet de bandenspanning van het gehuurde op niveau (laten) houden. Vraagt de verhuurder aan huurder om het gehuurde voor normaal onderhoud in te leveren, dan doet huurder dat, wanneer dit op een normale manier voor hem te regelen valt. De vraag om het gehuurde voor onderhoud af te geven, wordt niet gesteld als de huurperiode een maand of korter is.
2. Huurder moet het gehuurde schoon terug geven. Doet huurder dit niet, dan kunnen de reële schoonmaakkosten in rekening worden gebracht.
3. Huurder moet er voor zorgen dat er bij het gehuurde niet wordt gerookt ter voorkoming schade aan spanbanden en/of lier.
4. Is het gehuurde zichtbaar kapot, heeft het gehuurde iets beschadigd, of raakt het gehuurde vermist, dan moet huurder deze instructies opvolgen.
- huurder informeert de verhuurder hierover;
- huurder doet dat wat de verhuurder aan hem vraagt;
- huurder geeft uit eigen initiatief of in reactie op een verzoek alle inlichtingen en relevante documenten aan de verhuurder of aan diens verzekeraar;
- huurder laat het gehuurde zo achter, dat deze behoorlijk beschermd zal zijn tegen beschadiging of vermissing;
- het kan zijn dat verhuurder schadevergoeding van iemand anders wil vragen. Het kan ook voorkomen dat een derde persoon vindt dat verhuurder hem een
schadevergoeding moet betalen en dat verhuurder hier tegen in wenst te gaan. In dit soort gevallen moet huurder meewerken.
5. Bij ongevallen, beschadiging of vermissing van het gehuurde is huurder daarnaast verplicht:
- om melding te doen bij de politie ter plaatse;
- om zo spoedig mogelijk een volledig ingevuld en ondertekend schadeaangifteformulier aan verhuurder over te leggen;
- om op geen enkele manier schuld te erkennen.
6. Xxxxxxx moet verhuurder zo spoedig informeren over:
- dat er iets gebeurd is waardoor er schade aan, of schade met of door het gehuurde is gekomen, of dat dit soort schade best eens zou kunnen gaan ontstaan;
- het kapot gaan van het gehuurde;
- de vermissing van het gehuurde of van onderdelen/ toebehoren;
- dat huurder op een andere manier de macht over het gehuurde of over dat wat er bij hoort kwijt is geraakt;
- dat er beslag is gelegd op het gehuurde;
en over andere omstandigheden waarover verhuurder redelijkerwijs geïnformeerd moet worden.
7. Het kan zijn dat autoriteiten, zoals de politie, aan verhuurder vragen om te zeggen wie
er op een bepaald moment het gehuurde heeft bestuurd of gebruikt. Komt dit voor, dan moet huurder zo snel mogelijk vragen van verhuurder beantwoorden.
Artikel 11 – Verplichtingen verhuurder
1. Op het moment dat de verhuurder het gehuurde aan huurder meegeeft, heeft het gehuurde ook de juiste bandenspanning, heeft het gehuurde de overeengekomen accessoires en specificaties en ook de in Nederland verplicht gestelde uitrusting. Ook zal het gehuurde schoon zijn, goed onderhouden zijn en (voor zover bij verhuurder bekend of kenbaar) in technisch goede staat.
2. Huurder krijgt geen upgrade, als er geen te huren voertuig kan worden meegegeven uit de afgesproken categorie.
3. Verhuurder stelt samen met huurder voorafgaand aan de verhuur een rapport op waarbij eventuele schade die zich al aan het gehuurde bevindt, wordt aangegeven.
4. Verhuurder geeft huurder de vereiste documenten mee, voor aanvang van de huurperiode.
5. Verhuurder zorgt dat er in het gehuurde een Nederlandstalige instructie ligt en ook een overzicht van telefoonnummers waar huurder zich binnen en buiten openingstijden kan
melden.
6. Er is een instructie van de bandenspanning.
7. Er is geen pechhulp.
8. Onder pechhulp wordt in ieder geval verstaan dat het gehuurde vervangen gaat worden door een liefst gelijkwaardig object, wanneer er een defect aan het gehuurde zal moeten worden gerepareerd. Indien pech het gevolg is van eigen schuld, dan worden de kosten van de hulp niet door verhuurder vergoed.
9. Indien pech het gevolg is van eigen schuld van de huurder, dan worden de kosten van de hulp niet door verhuurder vergoed.
10. Verhuurder inspecteert het gehuurde direct bij inlevering door huurder op eventuele schade.
11. In geval van schade aan het gehuurde in het buitenland zijn de kosten van repatriëring van het gehuurde voor rekening van verhuurder, tenzij het tweede lid van artikel 12 van toepassing is.
Artikel 12 – Aansprakelijkheid van de huurder voor schade en/of diefstal
1. Huurder is voor schade van de verhuurder per schadegeval aansprakelijk tot het op het huurcontract vermelde eigen risico. Bij het gehuurde tot 3500 kilogram is het eigen risico in geval van bovenhoofdse schade of diefstal maximaal € 1500,- en voor andere schadegevallen maximaal € 1000,-.
2. Wanneer de schade volgt uit iets wat de huurder in strijd met artikel 9 wel of niet heeft gedaan, dan moet huurder de schade van verhuurder in principe volledig vergoeden. Een eerste mogelijke uitzondering hierop is dat huurder bewijst dat dit handelen of nalaten aan hem niet toegerekend kan worden. Een tweede uitzondering zou kunnen zijn dat het niet redelijk en billijk is als de huurder alles moet vergoeden. Een derde uitzondering staat in lid 3
3. Lid 2 geldt niet, als er volgens de voorwaarden van de WAM- verzekeringsovereenkomst dekking bestaat voor de vermogens- schade van de verhuurder die ontstaat omdat deze verhuurder/ de kentekenhouder/ de verzekeraar van het gehuurde kan worden aangesproken voor schade van iemand die met of door het gehuurde zelf persoonlijk gewond is geraakt, of wiens eigendom beschadigd is.
4. Als huurder een andere persoon het gehuurde laat gebruiken, bijvoorbeeld
als bestuurder van het trekkende voertuig of bedienaar van de lier, dan is huurder aansprakelijk voor wat deze personen doen of juist niet doen in overeenstemming met artikel 12 lid 1 en 2 van deze algemene voorwaarden. Ook al hadden deze personen niet de instemming van huurder voor hun gebruik.
Artikel 13 – Gebreken aan het gehuurde en aansprakelijkheid van de verhuurder
1. Wanneer huurder aan verhuurder vraagt om gebreken op te lossen, moet verhuurder dit in principe doen. Dit hoeft niet als een gebrek echt niet verholpen kan worden. Het hoeft ook niet, wanneer huurder dit redelijkerwijs eigenlijk niet van verhuurder kan vragen, gelet op het geld dat verhuurder hiervoor zou moeten uitgeven. Als huurder ten opzichte van verhuurder aansprakelijk is voor het gebrek of voor de gevolgen van het gebrek, hoeft de verhuurder de gebreken ook niet op te lossen, zelfs al heeft de huurder hier wel om gevraagd.
2. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade aan vervoerde zaken door een gebrek aan het gehuurde wanneer de totale waarde van die vervoerde zaken hoger is dan € 15.000,-, tenzij dit hogere maximum bedrag is afgesproken, zie artikel 10 lid 7.
Wanneer iemand die persoonschade heeft opgelopen deze schade heeft kunnen verhalen op zijn eigen schadeverzekeraar of wanneer zo iemand hier een andere uitkering voor heeft gekregen, dan is verhuurder niet aansprakelijk voor deze persoonschade.
3. Dat wat in artikel 13 lid 2 staat, gaat echter niet op als verhuurder bij het maken van de huurafspraak van de gebreken wist of had moeten weten, of als er gebreken zijn ontstaan door opzet of grove schuld van verhuurder.
Artikel 14 – Overheidsmaatregelen en informatie aan autoriteiten
1. De overheid kan een sanctie of een maatregel opleggen tijdens de huurperiode en huurder moet dan voor de financiële gevolgen betalen. Dit geldt niet, wanneer deze zijn opgelegd vanwege een defect dat het gehuurde al had toen de huurperiode begon, of wanneer ze te maken hebben met omstandigheden die binnen de risicosfeer van de verhuurder liggen.
2. Xxxxxx verhuurder zo’ n sanctie of maatregel opgelegd, dan moet huurder meteen wanneer verhuurder hierom vraagt de schade vergoeden. Ook moet huurder dan de kosten van administratie betalen, met een minimum van € 25,- (inclusief BTW). Verhuurder dient die kosten zoveel mogelijk te beperken. Soms constateert de politie of een andere autoriteit een verkeersovertreding. Men kan dan van verhuurder informatie gaan vragen over dat wat er is gedaan of dat wat er nu juist niet is gedaan, terwijl dat wel had moeten gebeuren. Huurder moet ook hier de kosten van betalen, vanaf € 10,- (inclusief BTW) .
3. Als huurder dat wil, kan hij een kopie krijgen van het officiële document van een sanctie.
Artikel 15 – Beslag op het voertuig, vanwege administratief- / civiel- / straf- recht
1. Alle regels van de huurafspraak blijven bestaan, ook al is er beslag gelegd op het gehuurde. Zo moet huurder bijvoorbeeld de huur blijven betalen. Dit totdat het gehuurde weer bij verhuurder is teruggekomen, zonder een beslag. Dit geldt niet, als beslag is gelegd om iets dat in de risicosfeer van verhuurder ligt.
2. Huurder betaalt de kosten vanwege zo’ n beslaglegging.