Uitvoeringsovereenkomst 2021
ABTN 2021 – versie juli 2021
Bijlage D – Uitvoeringsovereenkomst maart 2021 Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij
Uitvoeringsovereenkomst 2021
Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V., statutair gevestigd te Enschede, hierna te noemen: "de
Werkgever" en
Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij, statutair gevestigd te Enschede, hierna te noemen: "het Fonds"
overwegende:
▪ dat tussen de Werkgever en haar Werknemer(s) een Pensioenovereenkomst bestaat in de zin van de Pensioenwet;
▪ dat de Werkgever op grond van de Pensioenwet ter uitvoering van die Pensioenovereenkomst een Uitvoeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet dient te sluiten met een pensioenuitvoerder;
▪ dat het Fonds bereid is de Pensioenovereenkomst uit te voeren;
▪ dat partijen hun afspraken in de onderhavige Uitvoeringsovereenkomst willen vastleggen in overeenstemming met het bepaalde in de Pensioenwet.
komen als volgt overeen:
Artikel 1 Definities
• ABTN: de actuariële en bedrijfstechnische nota van het Fonds, zoals die op enig moment geldt;
• Benodigde premie: de hoogste van ofwel de Kostendekkende premie ofwel de premie die leidt tot een Premiedekkingsgraad van minimaal 70%. De benodigde premie is de premie die het Fonds intern nodig heeft om het vigerende opbouwpercentage te financieren;
• Deelnemer: degene die ingevolge artikel 2 van het Pensioenreglement wordt opgenomen in de Pensioenregeling;
• Pensioenregeling: de pensioenregeling uit hoofde van de Pensioenovereenkomst;
• Pensioenovereenkomst: hetgeen tussen de Werkgever en de Werknemer overeen is gekomen betreffende pensioen;
• Deelnemersbijdrage: het deel van de premie dat de Werkgever verhaalt op de deelnemer;
• Gesplitste kortingsregel: mogelijkheid voor verlaging van de pensioenopbouw, met uitzondering van de risicodekking van het nog niet opgebouwde partnerpensioen, dat betrekking heeft op de toekomstige dienstjaren gelegen tussen het jaar volgend op het jaar van opbouwkorting en de pensioenrichtdatum van de werknemer;
• Kostendekkende premie Pensioenregeling: de kostendekkende premie voor de Pensioenregeling berekend overeenkomstig artikel 128 van de Pensioenwet en de ABTN;
• Pensioenreglement: het Pensioenreglement van het Fonds, versie 31 maart 2021;
• Premiedekkingsgraad: geeft de verhouding weer tussen het voor het Fonds beschikbare bedrag voor de inkoop van de in de Pensioenovereenkomst opgenomen pensioensoorten en het actuarieel benodigde bedrag voor inkoop van deze pensioensoorten;
• Premie-egalisatiereserve: de reserve met als doel het egaliseren van de premie gedurende een bepaalde periode dan wel het (gedeeltelijk) aanvullen van de premie tot het vereiste niveau;
• Werkgever: De Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. of één van de andere aangesloten ondernemingen;
• Werknemer: De werknemer, die rechtstreeks door de Werkgever krachtens arbeidsovereenkomst is aangesteld. Personeel, werkzaam in hotels, cafés, restaurants, groothandelsbedrijven in dranken en slijterijen, welke door de Werkgever worden geëxploiteerd, wordt voor de bepalingen van deze overeenkomst niet als werknemer beschouwd;
Artikel 2 Het pensioenreglement
1 De Werkgever geeft middels deze overeenkomst opdracht aan het Fonds, tot uitvoering van de Pensioenregeling en van de pensioenovereenkomsten die op basis hiervan met haar Werknemers tot stand komen. Het Fonds heeft kennis genomen van de inhoud van de Pensioenregeling en de daaruit voortvloeiende pensioenovereenkomsten zoals deze voor de periode 2021-2025 geldt en aanvaardt de uitvoering daarvan.
2 De Werkgever meldt ter uitvoering van die pensioenovereenkomsten bij het Fonds al haar Werknemers aan op wie die Pensioenregeling van toepassing is.
3 Het Fonds stelt een of meer Pensioenreglementen vast in overeenstemming met de Pensioenovereenkomst en deze Uitvoeringsovereenkomst en voert deze met inachtneming van de toepasselijke wettelijke regels uit wat betreft de daarvoor aangemelde Werknemers.
4 De Werkgever stelt het Fonds in kennis van de inhoud van de Pensioenovereenkomst en meldt ter uitvoering van die Pensioenovereenkomst bij het Fonds al haar Werknemers aan op wie die Pensioenovereenkomst van toepassing is.
5 Het Fonds wijzigt een of meer pensioenreglementen:
i) indien de Werkgever aangeeft dat de Pensioenovereenkomst is gewijzigd en die wijziging aanpassing van een of meer pensioenreglementen vereist,
ii) indien deze Uitvoeringsovereenkomst is gewijzigd en die wijziging aanpassing van een of meer pensioenreglementen vereist of
iii) indien wet- of regelgeving aanleiding geeft tot aanpassing van een of meer pensioenreglementen.
6 Het Fonds is verplicht de Werkgever onverwijld te informeren indien de toezichthouder het Fonds een aanwijzing geeft wat betreft de inhoud van een of meer pensioenreglementen, om tegen een aanwijzing van de toezichthouder rechtsmiddelen
in te stellen indien de Werkgever daarom vraagt en om daarbij de standpunten van de Werkgever in aanmerking te nemen.
7 Het Fonds is verplicht de Werkgever onverwijld te informeren indien tegen het Fonds een klacht of gerechtelijke procedure is ingesteld wat betreft de inhoud van een of meer pensioenreglementen, daartegen verweer te voeren indien de Werkgever daarom vraagt en om bij het verweer de standpunten van de Werkgever in aanmerking te nemen.
8 Het Fonds is niet gehouden in een of meer pensioenreglementen bepalingen op te nemen of te handhaven waarvan onherroepelijk vaststaat dat deze in strijd zijn met enige wettelijke bepaling.
9 Het Fonds is te allen tijde bevoegd de Werkgever te adviseren over, naar de mening van het Fonds, wenselijke wijzigingen van de Pensioenovereenkomst.
Artikel 3 De financiële relatie; premiebetaling, informatieplicht en vermogensoverschot
1 De Werkgever is aan het Fonds een premie verschuldigd voor de verzekering van pensioen en de daaraan verbonden kosten.
Voor kalenderjaar 2021 is de Werkgever voor de Pensioenregeling aan het Fonds een premie verschuldigd gelijk aan 20% van de som van de voor het betreffende jaar vastgestelde jaarsalarissen van de deelnemers zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 van het Pensioenreglement. Voor de kalenderjaren 2022 tot en met 2025 is de Werkgever voor de Pensioenregeling aan het Fonds jaarlijks een premie verschuldigd van 22,7% van de som van de voor het betreffende jaar vastgestelde jaarsalarissen van de deelnemers zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 van het Pensioenreglement.
De verschuldigde premie staat vast en wordt tot het jaar 2026 niet aangepast.
Indien de Benodigde premie meer dan 20% (2021) respectievelijk 22,7% (2022 -2025) bedraagt, zal de Premie-egalisatiereserve zoals bedoeld in artikel 5 van de Uitvoeringsovereenkomst worden aangewend.
Indien dit niet leidt tot de Benodigde premie wordt de gesplitste kortingsregel ingezet. In geval de gesplitste kortingsregel wordt ingezet, wordt de opbouw van het pensioen in dat jaar zodanig verlaagd dat de Benodigde premie gelijk wordt aan de verschuldigde premie. Voor de risicodekking van het nog niet opgebouwde partnerpensioen, dat betrekking heeft op de toekomstige dienstjaren gelegen tussen het jaar volgend op het jaar van opbouwkorting en de pensioenrichtdatum van de werknemer, wordt in dat geval geen rekening gehouden met een verlaagd opbouwpercentage.
2 De bijbehorende premie-systematiek wordt vastgesteld voor een intervalperiode van vijf jaar en kan niet worden aangepast binnen deze termijn. De lopende vijfjaarsperiode is gestart in 2021. De Deelnemersbijdrage is begrepen in de door de Werkgever verschuldigde premie.
3 De Deelnemersbijdrage voor de Pensioenregeling wordt jaarlijks collectief vastgesteld als percentage van de pensioengrondslag.
4 Het Fonds stelt jaarlijks een voorschotnota op en zendt deze aan de Werkgever. Het Fonds stelt jaarlijks een definitieve nota op en zendt deze na afloop van het kalenderjaar aan de Werkgever. De premienota vermeldt de uit hoofde van artikel 3 lid 1 verschuldigde premie voor de Pensioenregeling en de som van de voor het betreffende jaar vastgestelde jaarsalarissen van de deelnemers.
5 De Werkgever voldoet na afloop van elke maand 1/12de van de door hem verschuldigde voorschotjaarpremie. Na afloop van het kalenderjaar ontvangt de Werkgever de definitieve jaarnota. Aan de hand van de definitieve jaarnota dient de Werkgever nog een afrekening te betalen of ontvangt de Werkgever een bedrag retour. De totaal verschuldigde jaarpremie wordt uiterlijk binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar voldaan.
6 De in het vorige lid vermelde termijn geldt niet indien sprake is van een beëindiging van de deelneming. In dat geval voldoet de Werkgever de ten tijde van de beëindiging verschuldigde premie binnen 13 weken na de beëindiging.
7 De Werkgever verbindt zich over de gelden, welke voor het Fonds opeisbaar zijn over de tijdvakken gelegen tussen de datum waarop zij opeisbaar worden en de datum waarop deze worden afgedragen, rente te vergoeden op basis van de geldende wettelijke rente met een minimumrente gelijk aan de rekenrentevoet waarop de voorziening pensioenverplichtingen is vastgesteld.
8 Zolang sprake is van een premieachterstand ter grootte van 5% van de totale door het Fonds te ontvangen jaarpremie en tevens niet voldaan wordt aan de wettelijke eis inzake het minimaal vereiste eigen vermogen zal het Fonds elk kwartaal voldoen aan zijn wettelijke verplichting om schriftelijk het verantwoordingsorgaan van het Fonds en de Ondernemingsraad bij de Werkgever te informeren.
9 De Werkgever heeft zich in de pensioenovereenkomst het recht voorbehouden de betaling van de premie voor zover zij die niet op haar werknemers kan verhalen te verminderen of te beëindigen ingeval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden.
10 De Werkgever heeft als gevolg van de betaling van de verschuldigde premie aan al zijn financiële verplichtingen jegens het Fonds voldaan.
11 De Werkgever heeft op geen enkele wijze recht op een eventueel vermogensoverschot, mede omvattende de Premie-egalisatiereserve zoals omschreven in artikel 5, in het Fonds.
Artikel 4 Het toeslagbeleid
1 Het toeslagbeleid luidt, rekening houdend met artikel 137 van de Pensioenwet, als volgt: Het Fonds verleent alleen een toeslag indien de beleidsdekkingsgraad hoger is dan 110% en indien de toeslagverlening toekomstbestendig is. Er wordt niet meer toeslag verleend dan naar verwachting in de toekomst te realiseren is. Voor deze
voorwaardelijke toeslagverlening is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. De voorwaardelijke toeslagverlening wordt uitsluitend gefinancierd uit de middelen van het Fonds. Aan een aanpassing van pensioenaanspraken en pensioenrechten kunnen pensioengerechtigden en (gewezen) deelnemers geen rechten of verwachtingen ontlenen met betrekking tot toekomstige aanpassingen.
2 De hoogte van de toeslag wordt voor de actieve en niet-actieve deelnemers van het Fonds gebaseerd op de stijging van het laatstelijk voor de 31 oktober gepubliceerde (niet afgeleide) consumentenprijsindex alle bestedingen van september van het vorige jaar ten opzichte van het overeenkomstige consumentenprijsindexcijfer van september van het jaar voorafgaand aan het voorgaande jaar. Het toeslagbeleid is nader uitgewerkt in de ABTN.
Artikel 5 Premie-egalisatiereserve
1 Het Fonds stelt jaarlijks een gedempte kostendekkende premie vast volgens de methode gedefinieerd in de ABTN. Daarnaast hanteert het Fonds het beleid dat de Premiedekkingsgraad elk jaar minimaal 70% bedraagt. De Premie-egalisatiereserve is in beginsel bestemd voor het aanvullen van de verschuldigde premie tot het niveau van de Benodigde premie.
2 Het positieve verschil tussen de in artikel 3 lid 1 genoemde verschuldigde premie en de Benodigde premie voor de Pensioenregeling in dat jaar, wordt toegevoegd aan de door het Fonds aangehouden Premie-egalisatiereserve.
3 Indien en voor zover de in artikel 3 lid 1 genoemde verschuldigde premie in enig jaar minder bedraagt dan de Benodigde premie voor de Pensioenregeling, worden eerst de middelen uit de Premie-egalisatiereserve aangewend. De onttrekking uit de Premie- egalisatiereserve is gelijk aan het negatieve verschil tussen de in artikel 3 lid 1 genoemde verschuldigde premie en Benodigde premie. De Premie-egalisatiereserve kan daarbij niet negatief worden.
Indien en voor zover dan nog sprake is van een premietekort wordt de gesplitste kortingsregel ingezet en wordt de opbouw zodanig verlaagd dat de Benodigde premie gelijk wordt aan de verschuldigde premie.
Ingeval na afloop van deze overeenkomst nog middelen in de Premie-egalisatiereserve aanwezig zijn, dan blijven deze middelen in de reserve.
4 Indien er geen sprake meer is van pensioenopbouw voor deelnemers zal het bestuur een bestemming aanwijzen voor het saldo van de Premie-egalisatiereserve. Indien het bestuur geen bestemming aanwijst, zal het saldo aan de algemene middelen van het Fonds worden toegevoegd.
5 De middelen in de Premie-egalisatiereserve worden in lijn met het reguliere fondsvermogen door het Fonds belegd conform het vigerende beleggingsplan. Het rendement in de Premie-egalisatiereserve volgt het behaalde fondsrendement en kan zowel positief als negatief zijn.
6 Indien het Fonds vanwege de financiële positie van het Fonds een korting moet gaan doorvoeren als bedoeld in artikel 134 van de Pensioenwet, dan moet eerst de Premie- egalisatiereserve worden aangesproken om de korting te voorkomen of te verlagen.
Artikel 6 Tekorten
In geval van onverwachte tekorten ten aanzien van opgebouwde aanspraken zal het Fonds het financieel crisisplan toepassen, inclusief de Premie-egalisatiereserve. Het Fonds zal de Werkgever onverwijld vooraf informeren over de potentiële consequenties voor de belanghebbenden, in aanmerking nemend dat de Werkgever geen verplichtingen heeft om bij te dragen aan enige tekorten.
Artikel 7 De informatieverstrekking door de Werkgever
De Werkgever verstrekt het Fonds alle informatie die het Fonds nodig heeft om aan zijn verplichtingen uit hoofde van deze Uitvoeringsovereenkomst en de daarmee samenhangende wettelijke verplichtingen te kunnen voldoen.
Artikel 8 De informatieverstrekking door het Fonds
Het Fonds verstrekt de deelnemer binnen drie maanden na de start van zijn verwerving van pensioenaanspraken jegens het Fonds de informatie in de zin van artikel 21 van de Pensioenwet.
Artikel 9 Overgangsbepalingen
Het Pensioenreglement dat het Fonds uitvoert op het moment waarop deze Uitvoeringsovereenkomst in werking treedt, is in overeenstemming met de dan geldende Pensioenovereenkomst en deze Uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 10 Toepasselijk recht; geschillen
1 Op deze Uitvoeringsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
2 Geschillen inzake deze Uitvoeringsovereenkomst zullen worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut.
Artikel 11 Inwerkingtreding en looptijd
1 Deze Uitvoeringsovereenkomst treedt op 1 januari 2021 in werking en vervangt elke voorgaande overeenkomst over dezelfde onderwerpen.
2 Deze Uitvoeringsovereenkomst wordt voor onbepaalde tijd aangegaan. Opzegging is jaarlijks per 31 december mogelijk met in achtneming van een opzegtermijn van zes
(6) maanden.
3 Partijen komen overeen om de komende jaren met elkaar in overleg te treden over een tijdige implementatie van de gevolgen van de Wet toekomst pensioenen (Pensioenakkoord) alsmede over de gevolgen die dit heeft voor de onderhavige pensioenovereenkomst en de uitvoering daarvan door het Fonds.
Aldus in tweevoud opgemaakt en getekend te Enschede op 31 maart 2021
Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V.
A. Haret P. Maricova
Managing Director Grolsch Finance Director Xxxxxxx
Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij
E.H. Xxxxxxx A.J. Meijerink
Voorzitter Penningmeester