Augustus 2017
Augustus 2017
Voorwaarden Woning Hypotheek
Bestaande uit:
Voorwaarden ABN AMRO Hypotheekvormen - Woning Hypotheek 1 augustus 2017
Algemene Bepalingen voor Hypotheken 1 februari 2015 Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V. 1 maart 2017
Inhoudsopgave
Voorwaarden Woning Hypotheek
Voorwaarden ABN AMRO Hypotheekvormen - Woning Hypotheek
1. Algemene informatie
1.1 Waar bestaat een hypotheek uit?
1.2 Wat houdt het recht van hypotheek in?
1.3 Uw hypotheek moet passen bij uw financiële situatie en uw wensen
1.4 Leningdelen
1.5 Waarom staan er voorbeelden in deze voorwaarden?
1.6 Hoe moet ik deze voorwaarden lezen?
1.7 Uw hypotheek en de Belastingdienst
1.8 Een Woning Hypotheek
1.9 Een Private Banking Woning Hypotheek
1.10 Een Extra Woning Hypotheek
1.11 Een Private Banking Extra Woning Hypotheek
2. Welke regels past de bank toe bij het geven van leningen?
3. De voorwaarden
3.1 Waarvoor gelden deze voorwaarden?
3.2 In welke documenten staan regels voor mijn hypotheek?
3.3 Welke regels gaan voor bij tegenstrijdige regels?
3.4 Kan de bank mijn voorwaarden veranderen?
4. Looptijd en einde looptijd leningdeel
4.1 Wanneer gaat de looptijd van mijn leningdeel in?
4.2 Wanneer gaat de looptijd van mijn lening in?
4.3 Wanneer eindigt mijn leningdeel?
4.4 Wanneer eindigt mijn lening?
4.5 Ik kan of wil de lening aan het einde van de looptijd niet terugbetalen. Kan dat?
5. Rente - Algemeen
5.1 Wat staat er in de offerte over de rente?
5.2 Over welke periode moet ik rente betalen? En wanneer betaal ik rente?
5.3 Wat bepaalt de hoogte van mijn rente?
5.4 Hoe wordt het bedrag aan rente dat ik moet betalen berekend?
5.5 Welke rentevorm heb ik?
5.6 Wat is variabele rente?
5.7 Wat is vaste rente?
5.8 Wat is een rentevaste periode?
5.9 Wanneer gaat de rentevaste periode in?
6. Veranderen van de rente
6.1 Kan mijn rentepercentage veranderen voordat ik de hypotheekakte heb ondertekend?
6.2 Wanneer stelt de bank het rentepercentage voor mijn leningdeel opnieuw vast?
6.3 Welke veranderingen hebben een effect op de vaste rente van mijn lening?
6.4 Wat moet ik doen als ik het rentepercentage wil veranderen?
6.5 Wat zijn de eisen voor het taxatierapport?
6.6 Kan ik mijn rente veranderen als ik een leningdeel met rentebedenktijd heb?
6.7 Ik heb een hypotheek met NHG. Kan ik de rente veranderen?
7. Einde rentevaste periode
7.1 Hoe lang staat mijn rente vast?
7.2 Wat gebeurt er als mijn rentevaste periode eindigt?
7.3 Kan ik afwijken van de einddatum van de rentevaste periode (tijdens rentebedenktijd)?
8. Veranderen van een leningdeel aan het einde van een rentevaste periode
8.1 Kan ik de kenmerken van mijn leningdeel veranderen aan het einde van een rentevaste periode?
8.2 Wat moet ik doen als ik de rentevaste periode of de rentevorm wil veranderen?
8.3 Wat moet ik doen als ik de hypotheekvorm wil veranderen?
8.4 Zijn er eisen waar ik aan moet voldoen als ik mijn lening wil veranderen?
8.5 Welke voorwaarden gelden als ik mijn leningdeel verander op de dag dat mijn rentevaste periode eindigt?
8.6 Kan ik mijn hypotheek met NHG ook veranderen?
8.7 Betaal ik een vergoeding of kosten voor het veranderen van een leningdeel?
8.8 Xxxxx rente moet ik betalen als ik mijn leningdeel verander op renteherzieningsdatum?
9. Veranderen van een leningdeel met vaste rente tijdens de rentevaste periode
9.1 Kan ik mijn leningdeel ook tijdens de rentevaste periode veranderen?
9.2 Moet ik een vergoeding betalen?
9.3 Welke voorwaarden zijn van toepassing als ik een kenmerk van een leningdeel verander tijdens de rentevaste periode?
10. Veranderen van een leningdeel met variabele rente
10.1 Kan ik het leningdeel met variabele rente veranderen?
10.2 Wat zijn de gevolgen als ik het deel van mijn hypotheek met variabele rente verander?
11. Veranderen van de overbruggingslening
11.1 Wat is de looptijd van een overbruggingslening?
11.2 Welk rentepercentage betaal ik voor mijn overbruggingslening?
11.3 Kan ik mijn overbruggingslening veranderen?
12 Bouwdepot
12.1 Wat is een bouwdepot?
12.2 Wat moet ik doen als ik een bouwdepot wil?
12.3 Wanneer maak ik gebruik van een bouwdepot?
12.4 Wat wordt uit het bouwdepot betaald?
12.5 Kan ik een bouwdepot hebben als ik een lening met NHG heb?
12.6 Wat gebeurt er met het bedrag voor de bouw of verbouwing?
12.7 Wanneer wordt een bedrag op het bouwdepot gestort?
12.8 Wat is de ingangsdatum van de looptijd van het bouwdepot?
12.9 Wat is de looptijd van het bouwdepot?
12.10 Betaal ik rente over het bedrag op het bouwdepot?
12.11 Ontvang ik rente over het bedrag op het bouwdepot?
12.12 Wanneer en hoe wordt het bedrag uit het bouwdepot betaald?
12.13 Betaalt de bank ook rekeningen voor meerwerk?
12.14 Wat moet ik doen met de rekening voor de laatste bouwtermijn?
12.15 Wat gebeurt er met mijn bouwdepot als er tijdens de looptijd minder dan € 7.500 op het bouwdepot staat?
12.16 Wat gebeurt er als na afloop van de looptijd nog een bedrag op het bouwdepot staat (een overschot)?
12.17 Kan ik het bouwdepot tussentijds beëindigen?
12.18 Betaal ik extra kosten voor mijn bouwdepot?
12.19 Hoe weet ik welk bedrag er op mijn bouwdepot staat?
12.20 Kan ik rood staan op mijn bouwdepot?
13. Maandelijkse betaling
13.1 Waaruit bestaat mijn maandbedrag?
13.2 Moet ik nog meer betalen dan mijn maandbedrag?
13.3 Hoe betaal ik aan de bank?
13.4 Wat gebeurt er als ik mijn maandbedrag niet (op tijd) betaal?
13.5 Wat gebeurt er als ik de premie voor mijn verzekering of het bedrag voor mijn (bank-) spaarrekening of beleggingsrekening niet betaal?
13.6 Waar kan ik een wijziging van mijn bankrekening- nummer doorgeven?
14. Terugbetalen (aflossen)
14.1 Wanneer moet ik mijn lening helemaal hebben terugbetaald?
14.2 Kan ik ook eerder (een deel van) mijn lening terugbetalen?
14.3 Welk bedrag van mijn lening kan ik terugbetalen zonder dat ik een vergoeding betaal?
14.4 Moet ik een vergoeding betalen als ik (een deel van) mijn lening eerder terugbetaal?
14.5 Wanneer kan ik (een deel van) mijn lening terugbetalen zonder vergoeding?
14.6 Hoe wordt de vergoeding berekend als ik mijn lening terugbetaal?
14.7 Wat gebeurt er met mijn maandbedrag nadat ik een deel van mijn lening heb terugbetaald?
14.8 Wat moet ik doen als ik de lening helemaal wil terugbetalen?
14.9 Komt mijn hypotheek in een andere tariefklasse na een extra aflossing?
15. Verhuizen
15.1 Wat is de verhuisregeling?
15.2 Wanneer kan ik gebruikmaken van de verhuisregeling?
15.3 Voor welk bedrag geldt de verhuisregeling?
15.4 Blijf ik dezelfde rente betalen voor het deel van de hypotheek dat ik meeneem?
15.5 Kan mijn lening dezelfde hypotheekvorm houden?
15.6 Welke voorwaarden krijg ik?
16. Verhogen van uw lening
16.1 Xxxxx eisen zijn er als ik mijn lening wil verhogen?
16.2 Wat moet ik doen als ik mijn lening wil verhogen?
16.3 Wat gebeurt er met mijn lening en de voorwaarden als ik mijn lening wil verhogen?
16.4 Moet ik voor het verhogen van mijn lening naar de notaris?
17. Informatieverplichting
17.1 Welke informatie kan de bank aan mij opvragen?
18. Verzekering of rekening die aan de lening is gekoppeld
18.1 Waarvoor is mijn kapitaalverzekering, (bank-) spaarrekening, beleggingsrekening of een andere rekening of verzekering?
18.2 Wat gebeurt er als ik mijn lening heb terugbetaald of heb veranderd?
18.3 Wanneer wordt het opgebouwde bedrag uitgekeerd?
19. Opstalverzekering
20. Adreswijziging
20.1 Wanneer ontvang ik mijn post op mijn nieuwe adres als ik een nieuwbouwwoning heb gekocht?
20.2 Wanneer ontvang ik mijn post op mijn nieuwe adres als ik naar een bestaande woning verhuis?
21. Klachtenprocedure
21.1 Hoe en waar kan ik klachten doorgeven?
21.2 Wat als ik het niet met het antwoord eens ben?
21.3 Wat kan ik doen als ik daarna nog steeds niet tevreden ben?
22. Annuïteiten Hypotheek
22.1 Wat is een Annuïteiten Hypotheek (in het kort)?
22.2 Wat betaal ik iedere maand?
22.3 Kan het maandbedrag nooit veranderen?
23. Lineaire Hypotheek
23.1 Wat is een Lineaire Hypotheek (in het kort)?
23.2 Wat betaal ik iedere maand?
24. Aflossingsvrije Hypotheek
24.1 Wat is een Aflossingsvrije Hypotheek (in het kort)?
24.2 Wat betaal ik iedere maand?
24.3 Wanneer kan mijn woning verplicht worden getaxeerd?
24.4 Wat is het gevolg van de nieuwe waarde van de woning?
24.5 Heeft een verandering van de waarde van mijn woning invloed op de hoogte van mijn rente?
24.6 Wanneer moet ik dit leningdeel terugbetalen?
25. Xxxxx Xxxxxxxxx
25.1 Hoe werkt de Leven Hypotheek (in het kort)?
25.2 Wat betaal ik iedere maand?
25.3 Wat als ik niet (op tijd) mijn maandbedrag betaal?
25.4 Waarvoor is de levensverzekering?
25.5 Met wie sluit ik de levensverzekering af?
25.6 Welke informatie moet de bank hebben over mijn levensverzekering?
25.7 Wat als ik een levensverzekering heb met een onzeker doelkapitaal?
25.8 Mag ik de levensverzekering stoppen (afkopen)?
25.9 Krijgt de bank een pandrecht?
25.10 Mag ik mijn rechten uit de levensverzekering aan een ander in pand geven?
25.11 Wat gebeurt er met de verzekeringspolis?
25.12 Wanneer moet ik het bij de verzekeraar opgebouwde bedrag aan de bank terugbetalen?
25.13 Wat als de uitkering van de verzekeraar lager is dan het bedrag van de lening van mijn Leven Hypotheek?
25.14 Zijn er speciale eisen als mijn Leven Hypotheek NHG heeft?
25.15 Kan ik het verzekerd bedrag verlagen als ik een deel van mijn Leven Hypotheek heb terugbetaald?
25.16 Wat moet ik doen, als ik wil dat de overlijdens- uitkering van mijn levensverzekering niet aan de bank wordt uitgekeerd als ik overlijd?
26 Bankspaar Hypotheek
26.1 Hoe werkt de Bankspaar Xxxxxxxxx (in het kort)?
26.2 Hoe wordt de bankspaarrekening geopend?
26.3 Wat is onder voorwaarden het belastingvoordeel van de Bankspaar Xxxxxxxxx?
26.4 Waar betaal ik iedere maand voor?
26.5 Wat als ik niet (op tijd) mijn maandbedrag betaal?
26.6 Wat is de bankspaarrekening?
26.7 Krijgt de bank een pandrecht?
26.8 Welke eisen worden er aan de bankspaarrekening gesteld?
26.9 Wat is de hoogte van de rente die ik ontvang op de bankspaarrekening?
26.10 Wanneer ontvang ik de rente?
26.11 Op welke rekening ontvang ik de rente?
26.12 Is het mogelijk om geld van de bankspaarrekening af te halen?
26.13 Wat gebeurt er als ik geld van de bankspaar- rekening wil afhalen voor het einde van de looptijd?
26.14 Kan ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. geld inhouden op het tegoed op de bankspaarrekening?
26.15 De bankspaarrekening en de belasting
26.16 Wat gebeurt er als mijn bankspaarrekening niet meer voldoet aan de wettelijke eisen?
26.17 Waar moet de maandelijkse inleg op de bankspaarrekening aan voldoen?
26.18 Hoe wordt de hoogte van het bedrag van mijn maandelijkse inleg bepaald?
26.19 Wat is het gevolg van een verandering van de rente voor mijn maandelijkse inleg?
26.20 Wanneer verandert mijn maandelijkse inleg?
26.21 Wat moet ik doen als ik meer geld wil storten op mijn bankspaarrekening?
26.22 Wat gebeurt er met de hoogte van de maandelijkse inleg als ik (extra) geld heb gestort?
26.23 Hoeveel mag ik eerder aan de bank terugbetalen zonder een vergoeding te betalen?
26.24 Wat is een fiscaal geruisloze voortzetting?
26.25 Wat is de ingangsdatum van de looptijd van de bankspaarrekening na de inbreng van een spaarverzekering of bankspaarrekening?
26.26 Wanneer berekent de bank de hoogte van mijn maandelijkse inleg?
26.27 Aan welke eisen moet de ingebrachte verzekering of bankspaarrekening voldoen?
26.28 Wanneer betaal ik dit leningdeel terug aan de bank?
26.29 Wat gebeurt er met mijn bankspaarrekening als ik de lening terugbetaal aan het einde van de looptijd van dit leningdeel?
26.30 Kan ik mijn bankspaarrekening aanhouden als ik geen hypotheek meer heb bij de bank?
26.31 Wat geeft de bank of ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. door aan de Belastingdienst?
Algemene bepalingen voor hypotheken Algemene voorwaarden ABN AMRO Bank N.V.
Begrippenlijst bij de Voorwaarden Woning Hypotheek
Begrip Betekenis
Aflossen U vraagt aan de bank een lening om een woning te kopen. U moet deze lening altijd terugbetalen aan de bank.
Dit terugbetalen noemen we ook wel aflossen.
Belastingen
Een hypotheek kan gevolgen hebben voor de belasting die u betaalt. Belangrijk is dat u bij het afsluiten van de
hypotheek met deze gevolgen rekening houdt. Uw (belasting)adviseur kan u hier meer over vertellen.
Xxxxxxxxx Een bouwdepot is een rekening waar de bank (een deel van) uw lening op stort. Met het geld op deze rekening kunt u de rekeningen voor de bouw of verbouwing van uw woning betalen.
Bouwtermijnen
Als u een nieuwe woning bouwt of laat bouwen, dan spreekt u met degene die uw woning bouwt af welke bedragen
voor welke werkzaamheden moeten worden betaald. Dit worden de bouwtermijnen genoemd.
Contante waarde De contante waarde is de huidige waarde van een bedrag dat iemand pas na een bepaalde periode zou krijgen.
Als u voor het einde van de looptijd uw lening terugbetaalt, dan krijgt de bank een deel van de rente die u zou hebben betaald niet. Deze toekomstige rente wordt contant gemaakt.
Dagrente
De dagrente is de rente die die dag geldt voor een soortgelijk nieuw leningdeel. Een soortgelijk nieuw leningdeel is
een leningdeel waarvan de kenmerken het meest lijken op de kenmerken van uw leningdeel.
Declaratieformulier Met een declaratieformulier kunt u geld opvragen uit uw bouwdepot.
Effectieve
rentepercentage
Zie Jaarlijks kostenpercentage (JKP).
Eigenwoningschuld De eigenwoningschuld is het deel van de lening dat voor renteaftrek in box 1 in aanmerking kan komen. Dat kan alleen als de lening is afgesloten 1. voor de aankoop, het onderhoud of de verbetering van de eigen woning en 2. voor de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming. Ook moet u aan een aantal andere voorwaarden voldoen.
Raadpleeg een fiscaal adviseur of de Belastingdienst voor de voorwaarden. Heeft u bijvoorbeeld een leningdeel gebruikt om uw woning in te richten? Dan kunt u dat leningdeel niet optellen bij uw eigenwoningschuld.
Executieverkoop
Als u uw lening niet meer kunt betalen, proberen we eerst samen met u een oplossing te vinden. Als dat niet lukt,
kan uw woning uiteindelijk gedwongen verkocht worden. Dit is onderdeel van het hypotheekrecht en wordt ook wel executieverkoop genoemd.
Gedeeltelijk royement Gedeeltelijke doorhaling van de hypothecaire inschrijving bij het Kadaster.
Gedragscode
Hypothecaire Financieringen
Hypotheekverstrekkers in Nederland hebben afspraken gemaakt over onder meer de inhoud van het informatie-
materiaal dat u van ons ontvangt. Deze afspraken staan in de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF).
Gedwongen verkoop Als u de lening niet meer kunt betalen, proberen we eerst samen met u een oplossing te vinden. Als dat niet lukt, kan uw woning uiteindelijk gedwongen verkocht worden. Deze gedwongen verkoop noemen wij een executieverkoop.
Hypotheek Een hypotheek bestaat uit de lening, de rente, het terugbetalen en het recht van hypotheek op een onderpand.
Hypotheekakte Bij de notaris ondertekent u de hypotheekakte. Dit is een overeenkomst die wij met u aangaan. Hierin staan onder andere de afspraken tussen u en de bank over uw lening, het hypotheekrecht en het onderpand.
Hypotheekrecht
Voor de lening vraagt de bank een onderpand. Dit is bijna altijd de woning die u koopt. U geeft de bank dan het
hypotheekrecht ofwel het recht van hypotheek.
Hypotheekvorm De manier waarop u de lening terugbetaalt noemen wij de hypotheekvorm.
Ingangsdatum De ingangsdatum van uw hypotheek is de datum waarop de bank geld van uw lening overmaakt.
Jaarlijks kostenpercentage (JKP)
Het jaarlijks kostenpercentage is het rentepercentage dat u betaalt inclusief eventuele kosten en rekening houdend met het vooraf of achteraf betalen van de rente.
Kadaster Het recht van hypotheek op de woning schrijven wij altijd in bij het kadaster, ook wel ‘het hypothekenregister’ genoemd.
Kenmerken hypotheek Uw hypotheek kan uit meerdere leningdelen bestaan. Ieder leningdeel heeft eigen kenmerken. De kenmerken van een leningdeel zijn de hypotheekvorm, rentevorm, looptijd en rentevaste periode die u met de bank heeft afgesproken.
Kredietbeleid In het kredietbeleid staan de eigen regels van de bank over het aanbieden van leningen.
Leningdelen Uw lening kan bestaan uit verschillende delen. Die noemen we leningdelen.
Looptijd
De looptijd van de lening geeft aan hoe lang uw lening loopt. De looptijd kan per leningdeel verschillen.
Aan het einde van de looptijd van een leningdeel moet u dat leningdeel helemaal hebben terugbetaald.
Maandbedrag U betaalt iedere maand een bedrag voor uw hypotheek. Dat bedrag bestaat altijd uit rente. Het kan ook bestaan uit een bedrag aan aflossing (terugbetalen aan de bank), inleg, een spaarbedrag en/of premie voor een verzekering. Het totaal noemen we uw maandbedrag. Naast het maandbedrag kan het zijn dat u nog andere bedragen moet betalen voor uw hypotheek.
Marktwaarde Zie Waarde van de woning.
Nationale Hypotheek Garantie
De Nationale Hypotheek Garantie (NHG) geeft de bank meer zekerheid. In ruil hiervoor betaalt u vaak een lagere rente. Kijk voor de voorwaarden op xxx.xx
Nominale rente
De nominale rente is het rentepercentage dat u betaalt. In tegenstelling tot de effectieve rente is in de nominale rente
geen rekening gehouden met eventuele kosten en met het voor- of achteraf betalen van rente.
Onderpand Voor de lening vraag de bank een onderpand. Dit onderpand is bijna altijd de woning (en alles wat daarbij hoort) die u koopt. U geeft de bank het recht van hypotheek op het onderpand. In de hypotheekakte staat het onderpand precies beschreven.
Opstalverzekering
Met een uitgebreide opstalverzekering is uw woning verzekerd tegen schade als gevolg van bijvoorbeeld brand, storm
en inbraak. Deze verzekering is verplicht. Een opstalverzekering noemen we ook wel een woonhuisverzekering.
Overbruggingslening De overbruggingslening kunt u gebruiken om de overwaarde van uw huidige woning te gebruiken voor de aankoop van een nieuwe woning. Nadat uw huidige woning is verkocht, betaalt u de overbruggingslening terug aan de bank. De overbruggingslening heeft een beperkte looptijd. Die staat in de offerte.
Overgangslening
Dit is een aflossingsvrije lening met variabele rente. Maakt u gebruik van de verhuisregeling?
Dan wordt uw oude lening omgezet naar een overgangslening.
Pandrecht De bank wil graag de zekerheid hebben dat u uw lening terugbetaalt. Daarom wil zij naast een hypotheekrecht ook een pandrecht. Een pandrecht geeft u bijvoorbeeld op verzekeringen, (bank)spaarrekeningen of andere rekeningen. Dat betekent dat als u de rente niet betaalt of uw lening niet terugbetaalt de bank het geld dat op deze verzekering of (bank) spaarrekening staat mag gebruiken om uw lening terug te betalen.
Recht van hypotheek
Als zekerheid dat u de lening aan de bank terugbetaalt geeft u de bank het recht van hypotheek op een onderpand (uw
woning). Het recht van hypotheek houdt in dat de bank uw woning mag verkopen als u uw verplichtingen niet nakomt.
Rente (variabel) Zie Variabele rente.
Rente (vast) Zie Vaste rente.
Rentebedenktijd Dit betekent dat u de laatste 2 jaar van uw rentevaste periode kunt overstappen naar een andere rentevaste periode.
Bepaalde rentevaste perioden hebben een rentebedenktijd.
Renteherziening
Als uw rentevaste periode afloopt, kunt u een nieuwe rentevaste periode kiezen. De rente wordt dan herzien.
Dat betekent dat de rente die u betaalt, kan veranderen. We noemen dit ook wel renteherziening.
Rentekorting Het kan zijn dat u een korting op uw rente krijgt. Als dat zo is, dan staat in de offerte per leningdeel aangegeven welke korting u krijgt en hoe lang u deze korting krijgt.
Rentevaste periode Dit is de periode dat uw rente gelijk blijft.
Rentevorm U kunt kiezen uit een vaste rente of variabele rente. Dit zijn rentevormen.
Royeren Het laten doorhalen van een hypothecaire inschrijving bij het Kadaster nadat deze is afgelost.
Tariefklasse De bank gebruikt verschillende tariefklassen voor het bepalen van de rente. Bij elke tariefklasse horen bepaalde verhoudingen tussen de hoogte van een lening en de waarde van de van een woning (het onderpand). Deze verhouding van uw lening tot de waarde van uw woning bepaalt in welke tariefklasse uw lening valt. Hoe hoger die verhouding is, hoe meer geld u heeft geleend ten opzichte van de waarde van uw woning.
Stichting Waarborgfonds De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen staat garant voor de lening, als u deze onder Nationale Hypotheek Eigen Woningen Garantie (NHG) afsluit. De voorwaarden hiervoor staan op xxx.xx
Taxatierapport Een taxatierapport is een rapport waarin staat wat de waarde en de staat van het onderhoud van het onderpand is.
Alleen een erkend taxateur mag zo’n rapport opstellen.
Variabele rente
Een variabele rente betekent dat het rentepercentage per maand anders kan zijn. Het bedrag dat u aan rente betaalt,
kan dus iedere maand anders zijn. De hoogte van de variabele rente is onder andere afhankelijk van de renteontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt. De variabele rente is ook afhankelijk van de manier waarop de bank uw lening financiert. Leest u ook artikel 5.6 ‘Wat is variabele rente?’.
Vaste rente Een vaste rente betekent dat het rentepercentage tijdens een afgesproken periode van minimaal 1 jaar in het algemeen niet verandert. Deze afgesproken periode noemen we de rentevaste periode. Leest u ook artikel 5.7 ‘Wat is vaste rente?’. Uw vaste rente kan wel veranderen als:
⯈ de verhouding tussen de waarde van uw woning en uw lening verandert en
⯈ uw lening in een andere tariefklasse valt.
Leest u ook artikel 6.3d ‘Vervallen van rentekorting’.
Verbouwingsplan
Als u uw lening gebruikt voor een verbouwing van uw woning, vragen wij u een verbouwingsplan op te stellen.
Hierin staat wat u gaat verbouwen en welk bedrag u daarvoor nodig heeft.
Verhuisregeling De verhuisregeling betekent dat u het rentepercentage onder bepaalde voorwaarden mee kunt nemen naar uw nieuwe lening. Dit geldt voor het vaste rentepercentage van uw oude leningdeel of leningdelen. In de voorwaarden leest u meer hierover of vraag uw adviseur om uitleg.
Vermogensopbouw
Bij bepaalde hypotheekvormen betaalt u maandelijks niets terug voor uw lening. In plaats daarvan spaart of belegt u
geld om een bepaald vermogen op te bouwen. Dat kan ook met een verzekering. Aan het einde van de looptijd lost u de lening af met dit opgebouwde vermogen.
Waarde van de woning De waarde van de woning (marktwaarde) staat in een taxatierapport. Soms accepteert de bank ook een ander document waaruit de waarde van de woning blijkt. Bij een nieuwbouw woning is de waarde van de woning gelijk aan de koop-/ aanneemsom inclusief het renteverlies tijdens de bouw (bouwrente) en meerwerk. De Bank kan voorwaarden stellen aan de hoogte van het renteverlies tijdens de bouw en het meerwerk.
WOZ-rapport
De gemeente stelt periodiek de waarde van uw woning vast voor de belasting. U ontvangt deze waarde in een WOZ-
rapport. WOZ staat voor Waardering Onroerende Zaken.
Voorwaarden Woning Hypotheek
1. Algemene informatie
1.1 Waar bestaat een hypotheek uit?
1. Een hypotheek bestaat altijd uit 4 onderdelen:
1. u leent een bedrag van de bank (de lening);
2. over dit bedrag betaalt u rente;
3. u moet uw lening terugbetalen;
4. als zekerheid dat u het geleende bedrag terug- betaalt geeft u de bank het recht van hypotheek op de woning die als onderpand dient. Bijna altijd is de woning die u koopt het onderpand.
2. Het geheel, dus alle vier de onderdelen bij elkaar, noemen wij de hypotheek.
3. Als wij in deze voorwaarden het 4e onderdeel (de zekerheid) bedoelen, dan gebruiken wij de woorden ‘het recht van hypotheek’. Leest u ook artikel 1.2 ‘Wat houdt het recht van hypotheek in?’.
Let op
U betaalt rente, omdat wij u een bedrag lenen. Ook moet u de lening helemaal terugbetalen. Dat betekent dat u meer aan de bank betaalt dan het bedrag dat u leent.
Belangrijk begrip
Als wij in deze voorwaarden spreken van woning, dan bedoelen wij uw woning en alles wat daarbij hoort. Dat betekent dat wij daaronder bijvoorbeeld ook verstaan uw tuin, tuinhuis, schuur of bijgebouw. Ook latere veranderingen of toevoegingen vallen onder ‘uw woning’. Uw woning is het onderpand. In de hypotheekakte staat het onderpand precies omschreven.
1.2. Wat houdt het recht van hypotheek in?
1. Het recht van hypotheek betekent onder andere dat als u:
▶ de rente niet betaalt, of
▶ uw lening niet terugbetaalt, of
▶ uw andere afspraken met de bank niet nakomt, de bank uw woning (het onderpand) kan en mag verkopen.
2. Met de opbrengst van de verkoop van uw woning wordt uw lening terugbetaald. Is de opbrengst minder dan de hoogte van uw lening? Dan moet u het bedrag dat overblijft op een andere manier terugbetalen aan de bank.
3. Het recht van hypotheek wordt in het hypotheekregister ingeschreven. Dit register bevat een overzicht van alle hypotheken op woningen in Nederland en de hoogte daarvan.
1.3 Uw hypotheek moet passen bij uw financiële situatie en uw wensen
U moet uw hypotheek altijd op een afgesproken moment terugbetalen aan de bank. Er zijn verschillende manieren om dat te doen. De manier van terugbetalen aan de bank noemen wij een hypotheekvorm. Voor verschillende manieren van terugbetalen heeft de bank verschillende hypotheek- vormen. U kunt kiezen voor een hypotheekvorm die past bij uw (financiële) situatie en uw wensen. Bij een advies moet uw adviseur daarom weten wat uw (financiële) situatie is en wat uw wensen zijn. U moet dat dan ook met uw adviseur bespreken. Let op dat niet iedere hypotheekvorm voor u geschikt is.
1.4 Leningdelen
1. Uw lening kan zijn verdeeld in verschillende delen.
Dit worden leningdelen genoemd. Het bedrag van alle leningdelen samen is de hele lening. In uw offerte staan de kenmerken van al uw leningdelen.
2. Als wij het in deze voorwaarden hebben over uw leningdeel en u heeft meerdere leningdelen, dan bedoelen wij met uw leningdeel elk afzonderlijk lening- deel. Het artikel is dan van toepassing op elk lening- deel, en uiteindelijk op uw hele lening. Dit is niet zo als duidelijk uit de tekst van de voorwaarden blijkt dat het artikel op een bepaald leningdeel van toepassing is.
3. De kenmerken van een leningdeel zijn de hypotheek- vorm, de rentevorm, de looptijd en de rentevaste periode die u met de bank heeft afgesproken. Uw hypotheek kan uit verschillende rentevormen, hypotheekvormen, looptijden of rentevaste perioden bestaan. Ook kunnen de looptijden van uw leningdelen verschillen.
4. Per leningdeel kunnen andere voorwaarden gelden.
In de offerte staat welke voorwaarden voor dat lening- deel gelden.
Leest u ook artikel
1.3 voor een uitleg van het begrip hypotheekvorm
1.4 voor een uitleg van het begrip leningdeel
4 voor een uitleg van het begrip looptijd
5.5 voor een uitleg van het begrip rentevorm
5.8 voor een uitleg van het begrip rentevaste periode
3. U moet zelf zorgen voor een juiste belastingaangifte. De bank is niet aansprakelijk voor enig mogelijk nadeel dat voortvloeit uit wat u heeft ingevuld in uw belasting- aangifte.
1.5 Waarom staan er voorbeelden in deze voorwaarden?
1. Door voorbeelden op te nemen in deze voorwaarden heeft de bank geprobeerd de artikelen nog duidelijker te maken. Deze voorbeelden gelden alleen om een artikel te verduidelijken. Een voorbeeld is niet uitput- tend, er kunnen zich bij elk artikel meerdere situaties voordoen. Die situaties zijn niet altijd in het voorbeeld opgenomen.
2. U kunt geen rechten aan de voorbeelden ontlenen. Als er bijvoorbeeld rentepercentages zijn genoemd, dan zijn dat voorbeeldpercentages. Deze kunnen afwijken van de werkelijke situatie. De afbeeldingen per hypotheekvorm geven een versimpeld beeld van de werkelijke situatie.
1.6 Hoe moet ik deze voorwaarden lezen?
1. De bank heeft geprobeerd deze voorwaarden zo begrijpelijk mogelijk te maken. De bank heeft deze voorwaarden geschreven aan de hand van vragen die u als lezer van de voorwaarden kunt hebben. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan contact op met uw adviseur.
2. Belangrijke begrippen worden zo veel mogelijk uit- gelegd. In de blokken ‘leest u dit eerst’ staat voor u belangrijke informatie. Leest u deze informatie voordat u het artikel leest.
3. In de blokken met ‘let op’ staat informatie die voor u ook van belang kan zijn.
1.7 Uw hypotheek en de Belastingdienst
1. Het afsluiten van een hypotheek kan gevolgen hebben voor de belasting die u betaalt. Belangrijk is dat u bij het afsluiten van de hypotheek met deze gevolgen rekening houdt. Ook het aanpassen van de leningvorm kan fiscale gevolgen hebben, laat u hierover altijd goed informeren. De bank geeft geen belastingadvies. Als
u belastingadvies wilt, dan moet u daar een afspraak voor maken met een belastingadviseur of navraag doen bij de Belastingdienst.
2. De bank is niet aansprakelijk voor de gevolgen van een verandering van de (belasting)wet- en regelgeving. Ook is de bank niet aansprakelijk als blijkt dat u geen gebruik kunt maken van bepaalde belastingvoordelen.
1.8 Een Woning Hypotheek
U heeft gekozen voor een Woning Hypotheek. U kunt onder voorwaarden de kenmerken van uw Woning Hypotheek veranderen. Dat betekent dat u tijdens de looptijd van uw hypotheek de rentevorm, rentevaste periode, hypotheek- vorm of de looptijd van uw lening kunt veranderen. U kunt uw hypotheek niet veranderen in een Budget Hypotheek.
1.9 Een Private Banking Woning Hypotheek
Heeft u een Private Banking Woning Hypotheek? Op de Private Banking Woning Hypotheek zijn dezelfde voor- waarden van toepassing als op de Woning Hypotheek. Daar waar Woning Hypotheek wordt vermeld, moet u ook Private Banking Woning Hypotheek lezen. In uw offerte staat of u een Private Banking Woning Hypotheek heeft.
1.10 Een Extra Woning Hypotheek
Heeft u gekozen voor een Extra Woning Hypotheek? Op de Extra Woning Hypotheek zijn dezelfde voorwaarden van toepassing als op de Woning Hypotheek. Daar waar Woning Hypotheek wordt vermeld, moet u ook Extra Woning Hypotheek lezen.
1.11 Een Private Banking Extra Woning Hypotheek Heeft u gekozen voor een Private Banking Extra Woning Hypotheek? Op de Private Banking Extra Woning Hypotheek zijn dezelfde voorwaarden van toepassing als op de Woning Hypotheek. Daar waar Woning Hypotheek wordt vermeld, moet u ook Private Banking Extra Woning Hypotheek lezen. In uw offerte staat of u een Private Banking Extra Woning Hypotheek heeft.
2. Welke regels past de bank toe bij het geven van leningen?
1. De bank past verschillende regels toe. De bank houdt zich aan de wettelijke regels voor hypotheken. Daarnaast kan een gedragscode gelden voor uw hypotheek. Leest u ook artikel 3.2 ‘In welke documen- ten staan regels voor mijn hypotheek?’.
2. Daarnaast stelt de bank eigen eisen aan het verstrekken van leningen. Deze regels worden het kredietbeleid van de bank genoemd.
3. De voorwaarden
3.1 Waarvoor gelden deze voorwaarden?
1 De hoofdstukken 1 tot en met 21 gelden voor alle hypotheekvormen.
2. De hoofdstukken 22 tot en met 26 zijn speciale hoofd- stukken. Deze hoofdstukken gelden alleen voor de hypotheekvorm die in de kop van het hoofdstuk staat. Welke hypotheekvormen u heeft, staat in uw offerte.
3.2 In welke documenten staan regels voor mijn hypotheek?
De volgende documenten bevatten de regels die voor uw hypotheek gelden:
1. De voorwaarden ABN AMRO Hypotheekvormen Hierin staan de regels die voor uw hypotheek gelden. U ontvangt deze voorwaarden samen met uw offerte.
2. Algemene Bepalingen voor Hypotheken
In deze bepalingen staan welke rechten de bank heeft omdat zij u een bedrag heeft geleend. U ontvangt deze bepalingen samen met uw offerte.
3. Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V. Deze voorwaarden gelden voor alle producten en diensten die u van de bank koopt. Dus niet alleen voor uw hypotheek. U ontvangt deze voorwaarden samen met uw offerte. De voorwaarden gelden voor de hele relatie tussen u en de bank.
4. Offerte
In uw offerte staan de specifieke afspraken die u met de bank maakt over de kenmerken van uw hypotheek. In uw offerte staat precies welke versie van de onder 1 tot en met 3 van dit artikel genoemde documenten op uw hypotheek van toepassing zijn. Als u de offerte ondertekent, bevestigt u dat u akkoord bent met alle afspraken, voorwaarden en de inhoud van de offerte. U tekent de offerte nogmaals bij de notaris. De offerte is dan een bijlage bij de hypotheekakte.
3.3 Welke regels gaan voor bij tegenstrijdige regels? Staat er over hetzelfde onderwerp iets anders in de regels? Dan kan het zijn dat deze regels elkaar tegen- spreken. Dit noemen we tegenstrijdige regels. Voor uw hypotheek geldt dan de volgende volgorde:
▶ Uw offerte gaat voor alle andere regels;
▶ De specifieke voorwaarden voor uw hypotheek gaan voor de Algemene Bepalingen voor Hypotheken en voor
de Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V.; en
▶ De Algemene Bepalingen voor Hypotheken gaan voor de Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V.
3.4 Kan de bank mijn voorwaarden veranderen?
De voorwaarden die u heeft gelden per leningdeel. Wijzigt u een kenmerk van een leningdeel? Dan kan het zijn dat uw voorwaarden veranderen en ontvangt u een aanbod met daarbij de voorwaarden die op uw nieuwe situatie van toepassing zijn. Een voorbeeld van wanneer uw voor- waarden veranderen is het tussentijds wijzigen van uw rentecontract of het aanpassen van uw hypotheekvorm.
4. Looptijd en einde looptijd leningdeel
Leest u dit eerst
Met de looptijd van een leningdeel geven wij aan hoe lang een leningdeel loopt.
4.1 Wanneer gaat de looptijd van mijn leningdeel in?
1. De looptijd van uw leningdeel gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de bank de eerste betaling voor uw leningdeel doet.
2. Ondertekent u uw hypotheekakte bij de notaris voordat de bank de eerste betaling doet? Dan gaat de looptijd van uw leningdeel in op de eerste dag van de maand die volgt op de dag dat u de hypotheekakte heeft ondertekend.
4.2 Wanneer gaat de looptijd van mijn lening in?
Voorbeelden
1. U sluit een hypotheek van € 200.000. U heeft twee leningdelen van elk € 100.000. De bank stort op 28 maart een bedrag van
€ 200.000 op de rekening van de notaris. U ondertekent de hypotheekakte op 2 april bij uw notaris. De ingangsdatum van de looptijd van uw leningdelen is dan 1 april. Ook de looptijd van uw lening gaat dan in op 1 april.
2. U sluit een hypotheek van € 200.000. U heeft twee leningdelen van elk € 100.000. U ondertekent de hypotheekakte op 26 maart bij uw notaris. De bank stort op 3 april een bedrag van € 200.000 op de rekening van de notaris. De ingangsdatum van de looptijd van uw leningdelen is dan 1 april. Ook de looptijd van uw lening gaat dan in op 1 april.
Heeft u meerdere leningdelen? Dan is de ingangsdatum van de looptijd van uw lening gelijk aan de ingangsdatum van de looptijd van uw eerst afgesloten leningdeel/lening- delen. Leest u artikel 4.1 over de ingangsdatum van de looptijd van uw leningdeel.
Leest u ook artikel
5.5 voor een uitleg van het begrip rentevorm
5.8 voor een uitleg van het begrip rentevaste periode
4.3 Wanneer eindigt mijn leningdeel?
Uw leningdeel eindigt als de looptijd van dat leningdeel voorbij is en u dat leningdeel helemaal heeft terugbetaald. Wat de looptijd van elk leningdeel is, staat in uw offerte. Als uw hypotheek uit meerdere leningdelen bestaat kunnen de looptijden per leningdeel verschillen.
4.4 Wanneer eindigt mijn lening?
Let op
U moet altijd aan het einde van de looptijd van uw langstlopende leningdeel het bedrag van uw lening helemaal hebben terugbetaald.
Uw hele lening eindigt als de looptijd van het langstlopende leningdeel voorbij is en u de lening helemaal heeft terug- betaald.
5.2 Over welke periode moet ik rente betalen? En wanneer betaal ik rente?
1. U moet tijdens de hele looptijd van ieder leningdeel rente betalen. U betaalt rente vanaf de datum dat de bank een eerste betaling voor uw lening doet. U stopt met het betalen van rente als de lening helemaal is terugbetaald aan de bank.
2. U moet iedere maand achteraf rente betalen. Leest u ook artikel 5.4 ‘Hoe wordt het bedrag aan rente dat ik moet betalen berekend?’.
Let op
Naast de rente die u moet betalen, kan het zijn dat u iedere maand nog andere bedragen moet betalen. Bijvoorbeeld voor uw bank- spaarrekening of een verzekering. Ook kan het zijn dat u iedere maand een deel van uw lening terugbetaalt. Wat u iedere maand betaalt, is (onder andere) afhankelijk van de hypotheekvorm.
4.5 Ik kan of wil de lening aan het eind van de looptijd niet terugbetalen. Kan dat?
Nee, dat kan niet. Aan het einde van de looptijd van een leningdeel ontvangt u van ons een bericht over het einde van de looptijd. Moet u (een deel van) uw lening nog terugbetalen? Uw adviseur bespreekt dan met u welke mogelijkheden u heeft om uw lening terug te betalen of om uw leningdeel eventueel te verlengen.
5. Rente - Algemeen
5.1 Wat staat er in de offerte over de rente?
In de offerte staat per leningdeel onder andere:
▶ het bedrag dat u iedere maand aan rente betaalt;
▶ het rentepercentage;
▶ de hoogte en de duur van de (eventuele) rentekorting;
▶ de rentevorm (vaste of variabele rente);
▶ het jaarlijks kostenpercentage (JKP) en nominale rentepercentage;
▶ de rentevaste periode.
5.3 Wat bepaalt de hoogte van mijn rente?
1. Een van de factoren die van invloed is op de hoogte van uw rente is de verhouding tussen de hoogte van uw lening en de waarde van uw woning (het onder- pand). De waarde van uw woning kan worden bepaald door een taxateur.
2. De bank gebruikt verschillende tariefklassen voor het bepalen van de hoogte van de rente. Bij elke tariefklasse horen bepaalde verhoudingen tussen de hoogte van de lening en de waarde van de woning (het onderpand).
Belangrijke begrippen
⯈ Het nominale rentepercentage is het rentepercentage dat u betaalt.
⯈ Het jaarlijks kostenpercentage is het rentepercentage dat u betaalt inclusief de kosten en rekening houdend met het vooraf
of achteraf betalen van de rente.
3. De tariefklasse geldt altijd voor uw hele lening, dus voor het (resterende) bedrag van uw totale lening.
4. De bank kan de tariefklassen altijd aanpassen. Deze wijziging geldt voor u pas bij de eerstvolgende rente- herziening van een leningdeel. Heeft u een vaste rente en loopt deze af? Dan kan een wijziging van de tarief- klassen voor u betekenen dat u na renteherziening een andere rente moet betalen. Heeft u een variabele rente? Deze rente kan maandelijks wijzigen. Een wijziging van de tariefklassen kan dan voor u betekenen dat u een andere rente moet gaan betalen vanaf de maand dat die wijziging ingaat.
5. Een andere factor die van invloed is op de hoogte van de rente die u betaalt, is de hypotheekvorm. De hypotheek-
Let op
Uw lening kan uit meerdere leningdelen bestaan. De verschillende leningdelen kunnen een andere hypotheekvorm, rentevorm, looptijd en/of een rentevaste periode hebben. Ieder leningdeel kan dus een andere rentevorm hebben.
vorm kan per leningdeel verschillen. De hoogte van de rente kan verschillen per hypotheekvorm.
6. De bank kan het verschil in rente tussen de hypotheek- vormen altijd aanpassen. Heeft u een vaste rente?
Dan geldt de wijziging voor u pas bij de eerstvolgende renteherziening van een leningdeel.
7. Op xxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx vindt u de actuele tarief- klassen en de rentepercentages die daarbij horen.
5.4 Hoe wordt het bedrag aan rente dat ik moet betalen berekend?
1. Het bedrag dat u aan rente moet betalen wordt berekend over het bedrag van uw lening. Omdat uw lening uit meerdere leningdelen kan bestaan, wordt het bedrag dat u aan rente moet betalen per lening- deel berekend.
2. Het rentepercentage dat u moet betalen kan per leningdeel verschillen. Het bedrag aan rente dat u moet betalen wordt iedere hele maand berekend over het bedrag van uw leningdeel op dat moment.
Dit is het bedrag van uw leningdeel zoals dat was aan het eind van de vorige maand. Voor de berekening van de rente wordt een maand op 30 dagen en een jaar op 360 dagen gesteld.
3. De bedragen aan rente voor de leningdelen worden bij elkaar opgeteld.
4. De eerste keer dat u rente moet betalen wordt de rente berekend over het werkelijke aantal dagen vanaf de eerste betaling door de bank tot het einde van de eerste maand.
Een voorbeeld
Op 15 mei stort de bank een bedrag op de rekening van de notaris (= eerste betaling door de bank). Op 18 mei ondertekent u de hypotheekakte bij de notaris. De rente wordt berekend vanaf het moment dat de bank een bedrag stort op de rekening van de notaris, dus vanaf 15 mei. De rente wordt dan dus berekend over 17 dagen (vanaf 15 mei tot en met 31 mei). Daarna betaalt u steeds een volle maand (dus 30 dagen) rente.
5.5 Welke rentevorm heb ik?
Uw rente kan vast of variabel zijn. Dit noemen wij de rentevorm. Welke rentevorm voor ieder leningdeel geldt, staat in uw offerte. De bank kan de voorwaarden van
de rentevormen altijd aanpassen. Deze wijziging geldt voor u pas bij de eerstvolgende renteherziening van een leningdeel.
5.6 Wat is variabele rente?
Een variabele rente betekent dat het rentepercentage per maand anders kan zijn. Het bedrag dat u aan rente betaalt, kan dus ook iedere maand anders zijn. De hoogte van de variabele rente is onder andere afhankelijk van de
ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt en de manier waarop de bank uw lening financiert.
5.7 Wat is vaste rente?
1. Een vaste rente betekent dat het rentepercentage tijdens een afgesproken periode in het algemeen niet verandert. Deze afgesproken periode noemen we de rentevaste periode. Leest u ook artikel 5.8. ‘Wat is een rentevaste periode?’.
2. De vaste rente kan wel veranderen tijdens de rente- vaste periode. Dat is het geval als:
▶ de verhouding tussen de waarde van uw woning
en de lening verandert; en
▶ uw lening daardoor in een andere tariefklasse valt.
Leest u ook artikel 6.3 ‘Welke veranderingen hebben een effect op de vaste rente van mijn lening?’ en artikel 6.4 ‘Wat moet ik doen als ik het rentepercentage wil veranderen?’.
3. Op xxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx vindt u de rentevaste perioden die wij aanbieden.
5.8 Wat is een rentevaste periode?
1. Een rentevaste periode is een periode waarin uw rentepercentage in het algemeen (zie hierna onder 2) niet verandert. Hoe lang deze periode is, spreekt u met de bank af. De met de bank afgesproken rentevaste periode staat in uw offerte.
Let op
Uw lening kan uit meerdere leningdelen bestaan. De verschillende leningdelen kunnen een andere hypotheekvorm, rentevorm, looptijd en/of een rentevaste periode hebben. Ieder leningdeel kan dus een andere rentevaste periode hebben.
2. Leest u artikel 5.7 onder 2 voor de situatie waarin de vaste rente tijdens de rentevaste periode bijvoorbeeld wel verandert.
Leest u ook artikel
1.3 voor een uitleg van het begrip hypotheekvorm
1.4 voor een uitleg van het begrip leningdeel
5.3 voor een uitleg van het begrip tariefklasse
5.5 voor een uitleg van het begrip rentevorm
5.8 voor een uitleg van het begrip rentevaste periode
8.5 voor een uitleg over het wijzigen van uw voorwaarden
9.3 voor een uitleg over het wijzigen van uw voorwaarden
5.9 Wanneer gaat de rentevaste periode in?
Een rentevaste periode gaat in op de eerste dag van de maand. Voor een nieuw leningdeel is dat de eerste dag van de maand waarover u voor het eerst rente moet betalen. Voor een lopend leningdeel gaat een nieuwe rentevaste periode in op de dag nadat de eerdere rente- vaste periode is afgelopen.
Voorbeeld
Uw hypotheek met rentevaste periode van 10 jaar loopt vanaf
12 februari 2014. Uw rentevaste periode gaat in op 1 februari 2014
en eindigt op 31 januari 2024. Op 1 februari 2024 kan een nieuwe rentevaste periode ingaan.
Voor het ondertekenen van de hypotheekakte
6.1 Kan mijn rentepercentage veranderen voordat ik de hypotheekakte heb ondertekend?
6. Veranderen van de rente
1. Bij variabele rente
Leest u dit eerst
Artikelen 6.3 tot en met 6.6 gelden alleen voor leningdelen zonder NHG. Als u een hypotheek met NHG heeft, leest u dan artikelen 6.1, 6.2 en 6.7.
De hoogte van de variabele rente (het rentepercentage) wordt per de eerste dag van iedere maand bepaald. De hoogte van de rente die u moet betalen (het renteper- centage) kan lager maar ook hoger zijn dan de hoogte die in uw offerte staat. U krijgt nadat u de hypotheek- akte bij de notaris heeft ondertekend een bevestiging thuisgestuurd van:
▶ de hoogte van de rente, en
Belangrijke begrippen
Voor het bepalen van de hoogte van uw rente is de waarde van uw woning van belang. Het rentepercentage dat u betaalt, wordt in bepaalde situaties vergeleken met het rentepercentage voor nieuwe volledig gelijke leningdelen. Met een volledig gelijk leningdeel wordt een leningdeel bedoeld met dezelfde:
⯈ rentevorm,
⯈ rentevaste periode,
⯈ tariefklasse, en
⯈ hypotheekvorm
als het leningdeel dat u heeft.
De vergelijking wordt dan gemaakt tussen de rente die u nu betaalt en de rente die u zou moeten betalen als u op het moment van de verandering uw huidige leningdeel zou afsluiten. Biedt de bank uw hypotheekvorm, rentevaste periode of rentevorm niet meer aan? Dan wordt gekeken naar de rente van een leningdeel dat het meeste lijkt op uw huidige leningdeel.
▶ het bedrag aan rente dat u moet betalen.
2. Bij vaste rente
De hoogte van de vaste rente (het rentepercentage) staat in uw offerte. Dit rentepercentage geldt voor de eerste rentevaste periode. Het is mogelijk dat het rentepercentage dat u moet betalen voor een lening-
deel lager is dan het rentepercentage dat in uw offerte staat. Dit is alleen zo, als op de dag dat u de hypotheek- akte bij de notaris ondertekent het rentepercentage voor een nieuw volledig gelijk leningdeel lager is
dan het rentepercentage in uw offerte. U betaalt dan tijdens de eerste rentevaste periode dit xxxxxx
rentepercentage voor dit leningdeel. De rente voor de eerste rentevaste periode kan niet hoger worden dan de rente die in uw offerte staat. U krijgt nadat u de hypotheekakte bij de notaris heeft ondertekend een bevestiging thuisgestuurd van:
▶ de hoogte van het rentepercentage; en
▶ het bedrag aan rente dat u moet betalen.
Een voorbeeld
U heeft een offerte voor een hypotheek met daarin een leningdeel met een vaste rente. In uw offerte staat voor dit leningdeel een rentepercentage van 5,7%. U heeft deze offerte getekend op 1 mei. U ondertekent de hypotheekakte op 15 juli. Zou u op dat moment een offerte aanvragen voor dat leningdeel? Dan zou u een rente- percentage moeten betalen van 5,6%. U betaalt daarom vanaf
de ingangsdatum van de looptijd van uw leningdeel 5,6% rente.
Dit rentepercentage geldt voor de eerste rentevaste periode
Xxxxx u ook hoofdstuk 7 ‘Einde rentevaste periode’.
6.3 Welke veranderingen hebben een effect op de vaste rente van mijn lening?
Verandert er iets in de verhouding tussen de hoogte van uw lening en de waarde van uw woning (het onderpand)? Dan kan dat gevolgen hebben voor de tariefklasse waarin uw lening valt en daarmee op de rente die u betaalt.
De bank kan zowel de indeling van de tariefklassen als de rentes die daarbij horen altijd wijzigen. De tariefklasse geldt altijd voor uw hele lening, dus voor alle leningdelen.
Na het ondertekenen van de hypotheekakte
6.2 Wanneer stelt de bank het rentepercentage voor mijn leningdeel opnieuw vast?
1. Bij variabele rente:
De bank stelt per de eerste dag van iedere maand de hoogte van de variabele rente vast. Als het renteper- centage verandert, dan laat de bank u dit voor de 15e dag van de maand weten. Het nieuwe rentepercentage geldt vanaf het begin van de maand waarin de bank u hierover heeft geïnformeerd. Deze rente betaalt u aan het einde van iedere maand.
Een voorbeeld
Tarief- klassen die gelden op het moment van opstellen van de voor- waarden | NHG | Minder dan of gelijk aan 65% van de waarde van de woning | Meer dan 65% en minder dan of gelijk aan 85% de waarde van de woning | Meer dan 85% van de waarde van de woning |
Rente- | 2,50% | 2,50% | 2,75% | 3,35% |
percentage | ||||
(voorbeeld) |
Een voorbeeld
U krijgt op 14 april een brief waarin het nieuwe rentepercentage staat. Dit betekent dat u voor de maand april de rente moet betalen die hoort bij dit rentepercentage.
U koopt een woning. De waarde van deze woning is € 200.000.
U leent € 200.000. Dat is 100% van de waarde van de woning. U betaalt het rentepercentage dat geldt voor leningen van meer dan 85% van de waarde van de woning. Dat is in dit voorbeeld 3,35%. Stel dat u niet € 200.000 leent, maar € 160.000. Dat is 80% van de waarde van de woning. In dit voorbeeld zou u 2,75% rente betalen.
2. Bij vaste rente:
Na afloop van de rentevaste periode moet u kiezen voor een nieuwe rentevaste periode. De bank stuurt u voor afloop van de rentevaste periode een bericht met daarin een aanbod voor een nieuw rentepercentage. Hierbij houdt de bank zich minimaal aan de wettelijke termijn voor zo’n bericht. Dat nieuwe rentepercentage geldt vanaf de eerste dag nadat de rentevaste periode is afgelopen. Het is mogelijk dat het rentepercentage dat u moet betalen voor een leningdeel lager is dan het rentepercentage dat in dit aanbod staat. Dit is al- leen zo, als op de dag dat uw oude rentevaste periode afloopt, het rentepercentage voor een nieuw volledig gelijk leningdeel lager is dan het rentepercentage in uw aanbod. Is de rente gedaald? Xxx krijgt u hiervan een bevestiging. De rente voor de rentevaste periode kan niet hoger worden dan de rente die in uw aanbod staat.
a. Gedeeltelijke aflossing (een deel terugbetalen)
De verhouding tussen de hoogte van uw lening en de waarde van uw woning verandert als u een deel van uw lening voor het einde van de looptijd van uw lening terugbetaalt aan de bank. Leest u artikel 6.4 ‘Wat moet ik doen als ik het rentepercentage wil veranderen?’.
Let op
Het verlagen van het rentepercentage dat u voor uw leningdeel betaalt, kan ook gevolgen hebben voor bijvoorbeeld het rente- percentage dat u ontvangt over het bedrag op uw bankspaarrekening. Bespreekt u dit met uw adviseur.
U leent dan meer dan 85% van de waarde van de woning. Dan betaalt u voor het bedrag van uw oude lening (€ 160.000) het rentepercentage dat u zou moeten betalen als u in 2016 € 190.000 had geleend. U had dan de hogere rente moeten betalen die hoort bij leningen boven de 85%. Dat is in dit voorbeeld 3,35%. Vanaf april 2017 moet u dus 3,35% betalen voor uw lening van € 160.000. Voor het nieuwe leningdeel (€ 30.000) betaalt u het rentepercentage dat op dat moment voor nieuwe volledig gelijke leningdelen geldt voor leningen boven de 85% van de waarde van de woning.
b. Een verhoging van uw lening
Let op
Door een verhoging van uw lening kan het zijn dat u een ander, hoger rentepercentage moet betalen. Dit komt omdat uw lening in een andere tariefklasse valt. Dit geldt dan voor uw hele lening, dus voor alle leningdelen en de rentepercentages die daarbij horen.
Wilt u meer lenen en staat de bank dat toe? Xxx krijgt u voor het bedrag van deze verhoging een nieuw leningdeel. Door de verhoging kan de verhouding tussen de lening en de waarde van uw woning veranderen. Als door de verhoging uw lening in een hogere tariefklasse valt, dan geldt een hoger rente- percentage voor de hele lening.
Uw lening komt in een hogere tariefklasse:
U moet voor de oorspronkelijke lening (de lening zonder de verhoging) het rentepercentage betalen dat op het moment dat u de lening afsloot gold als u dan uw verhoogde lening zou afsluiten. Voor het bedrag van de verhoging wordt een nieuw leningdeel afgesloten. Voor dat nieuwe leningdeel geldt het rentepercentage dat op dat moment voor volledig gelijke leningdelen geldt. De bank past uw rentepercentage van uw bestaande en nieuwe leningdelen automatisch aan. U hoeft zelf niets te doen.
c. De waarde van uw woning is gestegen
Is de waarde van uw woning gestegen? Dan kunt u de bank vragen het rentepercentage dat u moet betalen te herzien. U moet dan wel aantonen:
▶ met bijvoorbeeld een taxatierapport dat de waarde
van uw woning is gestegen; en
▶ dat daardoor de verhouding tussen uw lening en de waarde van uw woning is veranderd.
Is de waarde van uw woning hoger geworden, maar valt uw lening niet in een andere tariefklasse? Dan verandert uw rente niet. Leest u ook artikel 6.4 ‘Wat moet ik doen als ik het rentepercentage wil veranderen?’.
Een voorbeeld
U leent in 2016 € 200.000 en de waarde van uw woning is op dat
moment € 200.000. U leent dan 100% van waarde van de woning. U betaalt de rente die in dit voorbeeld hoort bij de tariefklasse meer dan 85% van de waarde van de woning. In 2019 blijkt uit een recent taxatierapport dat de waarde van uw woning is gestegen naar € 270.000. Uw lening (€ 200.000) is nu minder dan 85% van de waarde van uw woning. U valt dan in een lagere tariefklasse, namelijk tussen 65% en 85% van de waarde van de woning.
U kunt de bank om een verlaging van het rentepercentage vragen.
Het nieuwe rentepercentage gaat pas in op het moment dat u daar om vraagt. Het lagere rentetarief heeft geen terugwerkende kracht.
Een voorbeeld
Tarief- klassen die gelden op het moment van opstellen van de voor- waarden
NHG
Minder dan of gelijk aan 65% van de waarde van de woning
Meer dan 65% en minder dan of gelijk aan 85% de waarde van de woning
Meer dan 85% van de waarde van de woning
Rente- percentage (voorbeeld)
2,50%
2,50%
2,75%
3,35%
U koopt in 2016 een woning. De waarde van de woning is € 200.000. U leent € 160.000. Dat is 80% van de waarde van de woning. U betaalt dan in dit voorbeeld het rentepercentage dat geldt voor leningen tussen de 65% en 85% van de waarde van uw woning. Dat is in dit voorbeeld 2,75%. U wilt in april 2017 verbouwen en wilt daarvoor € 30.000 lenen. Uw totale lening wordt daardoor € 190.000. Voor het bedrag van € 30.000 moet een nieuw leningdeel worden afgesloten. De waarde van uw woning is gestegen naar € 210.000.
d. Vervallen van rentekorting
Het kan zijn dat u een rentekorting heeft gekregen. Als dat zo is, dan staat dat in uw offerte. Vervalt uw rente- korting tijdens uw rentevaste periode? Dan verandert uw rentepercentage. Bijvoorbeeld als u niet meer aan de vereisten voor de rentekorting voldoet. U betaalt dan de rente zonder de rentekorting. U ontvangt een bevestiging van uw nieuwe rentepercentage.
e. Vervallen van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) Als NHG om welke reden dan ook niet meer voor uw hypotheek geldt, dan kan de bank ook tussentijds uw rente veranderen. De bank verandert uw hypotheek dan in een hypotheek zonder NHG. De rente verandert dan ook. U betaalt dan de rente die geldt voor een hypotheek zonder NHG op het moment dat NHG komt te vervallen.
6.4 Wat moet ik doen als ik het rentepercentage wil veranderen?
1. U moet de bank schriftelijk vragen om het rente- percentage te veranderen. U kunt dit doen vanaf één maand na het passeren van uw hypotheek bij de notaris.
2. U moet de bank daarvoor een recent taxatierapport sturen waaruit de verandering van de waarde van uw woning blijkt. De bank kan bepalen dat een recent WOZ–rapport ook voldoende is voor een verandering van het rentepercentage. Neemt u daarvoor contact op met uw adviseur.
3. U moet uw verzoek om de hoogte van de rente te veranderen en het recente taxatierapport of het meest recente WOZ-rapport naar de bank sturen of aan uw adviseur geven.
4. Nadat de bank uw taxatierapport of recent WOZ-rapport:
▶ heeft ontvangen en
▶ heeft goedgekeurd
stuurt de bank u een brief met daarin het nieuwe rentepercentage. In de brief staat vanaf wanneer dit rentepercentage geldt. Het nieuwe rentepercentage geldt alleen voor toekomstige maandbedragen. Ook als het rentepercentage niet wordt veranderd, dan laten wij u dat weten.
5. Leest u artikel 6.5 voor de eisen die de bank aan het taxatierapport stelt.
6.5 Wat zijn de eisen voor het taxatierapport?
Het taxatierapport moet voldoen aan de eisen die de bank op dat moment daaraan stelt. Op xxxxxxx.xx staan deze eisen. U kunt de eisen voor het taxatierapport ook opvragen bij uw adviseur. De kosten voor de taxatie en het opstellen van het taxatierapport betaalt u zelf.
6.6 Kan ik mijn rente veranderen als ik een leningdeel met rentebedenktijd heb?
Ja. Als u een leningdeel met rentebedenktijd heeft, dan betekent dit dat u de rente voordat de rentevaste periode eindigt kunt veranderen. Hoe dat moet leest u in artikel
7.3 ‘Kan ik afwijken van de einddatum van de rentevaste periode (tijdens rentebedenktijd)?’.
6.7 Ik heb een hypotheek met NHG. Kan ik de rente veranderen?
Ja, maar voor leningdelen met NHG is het niet mogelijk om in een andere tariefklasse te vallen. Artikel 6.3 tot en met 6.6 gelden voor wat betreft andere tariefklasse niet voor leningdelen met NHG. In artikel 6.3 onder punt e. leest u meer over het rentepercentage dat geldt als de NHG vervalt.
7. Einde rentevaste periode
Leest u dit eerst
De rentevaste periode is de periode waarin uw rentepercentage in het algemeen niet verandert. Tijdens deze periode staat de rente dus vast. Uw rente kan bijvoorbeeld wel tijdens de rentevaste periode veranderen als de waarde van uw woning verandert en uw lening daardoor in een andere tariefklasse valt.
7.1 Hoelang staat mijn rente vast?
De rente staat tijdens de rentevaste periode in het algemeen vast. Hoe lang deze periode is, spreekt u met de bank af. De met de bank afgesproken rentevaste periode staat in uw offerte. De rentevaste periode gaat in op hetzelfde moment als de looptijd van uw leningdeel. Leest u ook artikel 4.1 ‘Wanneer gaat de looptijd van mijn leningdeel in?’.
7.2 Wat gebeurt er als mijn rentevaste periode eindigt?
1. Als uw rentevaste periode afloopt dan stuurt de bank u voor het einde van de rentevaste periode een
bericht met daarin nieuwe rentevaste perioden met de rentepercentages die daarbij horen. Hierbij houdt de bank zich aan de wettelijke termijn die geldt voor het versturen van zo’n bericht.
2. Het bericht geeft u informatie over de keuze die u moet maken. Als u niet (op tijd) reageert, dan krijgt u weer dezelfde rentevaste periode die u al had met het rentepercentage dat daarbij hoort. Biedt de bank deze rentevaste periode niet meer aan? De bank kijkt dan naar naastgelegen kortere rentevaste periode die de bank wel aanbiedt.
3. Leest u ook artikel 8 ‘Veranderen van een leningdeel aan het einde van een rentevaste periode’.
Let op
Uw hypotheek kan uit één of meerdere leningdelen bestaan. Ieder leningdeel heeft eigen kenmerken en dus een eigen hypotheekvorm, een eigen rentevorm, looptijd en/of een eigen rentevaste periode. Ieder leningdeel kan dus een andere datum hebben waarop de rentevaste periode eindigt.
8. Veranderen van een leningdeel aan het einde van een rentevaste periode
Dit hoofdstuk heeft alleen betrekking op leningdelen met een vaste rente. Als u een leningdeel met een variabele rente heeft, leest u dan hoofdstuk 10 ‘Veranderen van een leningdeel met variabele rente’.
Leest u ook artikel
1.3 voor een uitleg van het begrip hypotheekvorm
1.4 voor een uitleg van het begrip leningdeel
5.3 voor een uitleg van het begrip tariefklasse
5.5 voor een uitleg van het begrip rentevorm
5.8 voor een uitleg van het begrip rentevaste periode
7.3 Kan ik afwijken van de einddatum van de rentevaste periode (tijdens rentebedenktijd)?
Bij een rentevaste periode van 2 jaar
1. U kunt na ingang van uw rentebedenktijd overstappen naar een andere rentevaste periode. Deze nieuwe rentevaste periode gaat dan in per de eerste van de volgende maand.
2. Stapt u over naar een rentevaste periode van meer dan twee jaar? Dan gelden voor dat leningdeel de voor- waarden die gelden op het moment dat u overstapt.
U hoeft geen kosten of vergoeding te betalen voor het overstappen.
3. Stapt u over naar een rentevaste periode van 2 jaar, of minder dan 2 jaar, of naar variabele rente? Dan moet u kosten betalen. Ook kan het zijn dat u een vergoeding moet betalen. Leest u hoofdstuk 14 ‘Terugbetalen (aflossen)’.
4. U kunt alleen kiezen voor rentevaste perioden die de bank aanbiedt op het moment dat u wilt overstappen.
Bij een rentevaste periode van langer dan 2 jaar
5. U kunt tijdens de laatste twee (2) jaar van deze rentevaste perioden overstappen naar een andere rentevaste periode. Dit betekent dat de einddatum van uw lopende rentevaste periode verandert. Deze nieuwe rentevaste periode gaat dan in per de eerste van de volgende maand. U kunt kiezen voor dezelfde rentevaste periode, een andere rentevaste periode of een variabele rente. U hoeft voor deze overstap geen kosten of vergoeding te betalen.
6. Uw voorwaarden kunnen veranderen. U krijgt de voorwaarden die gelden op het moment van omzetting.
Let op
Het overstappen naar een andere rentevaste periode kan financiële gevolgen hebben. Laat u zich goed informeren en adviseren voordat u overstapt.
7. U kunt alleen kiezen voor rentevaste perioden die de bank aanbiedt op het moment dat u wilt overstappen.
8.1 Kan ik de kenmerken van mijn leningdeel veranderen aan het einde een rentevaste periode?
1. Ja. U kunt de volgende kenmerken van een leningdeel veranderen:
▶ rentevorm;
▶ hypotheekvorm;
▶ looptijd; en
▶ rentevaste periode.
Uw hypotheekvorm moet de rentevorm of rentevaste periode wel mogelijk maken. Vraag uw adviseur naar de mogelijkheden.
2. Xxxxx u hoofdstuk 9 voor veranderingen tijdens de rentevaste periode.
Let op
De bank kan bepaalde rentevormen, rentevaste perioden of bepaalde hypotheekvormen uit het assortiment halen.
8.2 Wat moet ik doen als ik de rentevaste periode of de rentevorm wil veranderen?
1. Voordat uw rentevaste periode eindigt, ontvangt u van de bank een bericht met daarin een aanbod voor nieuwe rentevaste perioden en bijbehorende rente- percentages.
2. Het bericht geeft u informatie over de keuze die u moet maken. U moet tijdig reageren op het aanbod van de bank. In het bericht van de bank leest u daar meer over.
3. Heeft u niet op tijd gereageerd op het aanbod van de bank? Dan geldt het rentepercentage dat de bank aanbiedt voor uw huidige rentevaste periode.
Een voorbeeld
Uw rentevaste periode van 5 jaar loopt af op 1 mei. Op 1 februari krijgt u een aanbod met verschillende rentevaste perioden, waar- onder een rentevaste periode van 5 jaar met een rentepercentage van 3,5%. In de brief staat dat u voor 16 april moet reageren. U wilt graag een langere rentevaste periode. U geeft dat aan op het retourformulier. Op 19 april stuurt u het formulier ondertekend terug. Dat is te laat. Het ondertekende formulier moest namelijk op 16 april bij de bank binnen zijn. U krijgt daardoor een nieuwe rentevaste periode van 5 jaar. Dat was de rentevaste periode die u al had.
Let op
Het veranderen van uw lening kan verschillende (financiële) gevolgen hebben. Laat u voorlichten door uw adviseur voordat u de bank vraagt uw lening te veranderen.
8.3 Wat moet ik doen als ik de hypotheekvorm wil veranderen?
1. Wilt u uw hypotheekvorm veranderen? Xxx moet u dat aan de bank vragen. Dit verzoek moet uiterlijk 2 weken voor het einde van de rentevaste periode door de bank ontvangen zijn.
2. Nadat uw verzoek tot het veranderen van de hypotheek- vorm is ontvangen, kijkt de bank of zij uw verzoek
kan accepteren. Er zijn voorwaarden waar u aan moet voldoen om uw leningdeel te veranderen. Leest u daarvoor artikel 8.4 ‘Zijn er eisen waar ik aan moet voldoen als ik mijn lening wil veranderen?’.
De bank mag uw verzoek om een verandering van uw hypotheekvorm altijd weigeren. Als de bank de omzet- ting toestaat, dan krijgt u een offerte met de nieuwe hypotheekvorm. De bank kan weigeren u een offerte te geven.
3. Xxxx u akkoord met de offerte? Dan moet u deze ondertekenen en tijdig terugsturen. Pas nadat de bank de ondertekende offerte heeft ontvangen, kan de lening worden veranderd. In de offerte staat de datum waarop de lening zal worden veranderd.
4. Heeft u niet op tijd gereageerd op het aanbod van de bank? Dan wijzigt de hypotheekvorm niet. Als u de hypotheekvorm alsnog wil veranderen, geldt wat staat in artikel 9.1 ‘Kan ik mijn leningdeel ook tijdens de rentevaste periode veranderen?’.
8.4 Zijn er eisen waar ik aan moet voldoen als ik mijn lening wil veranderen?
1. Voor het veranderen van de rentevorm, hypotheek- vorm of de rentevaste periode geldt dat u moet voldoen aan de eisen die de bank hieraan stelt. Uw adviseur kan u hier meer over vertellen.
2. U kunt uw vaste rente aan het einde van de rente- vaste periode veranderen in een variabele rente. Het is mogelijk dat bij uw hypotheekvorm variabele rente niet mogelijk is. Laat u voorlichten door uw adviseur voordat u uw rentevorm verandert.
3. U kunt aan het einde van uw rentevaste periode alleen kiezen voor een rentevaste periode die de bank op
dat moment heeft voor uw hypotheekvorm. Wilt u uw rentevaste periode veranderen? Dan moet u voldoen aan de eisen die gelden voor die rentevaste periode. Uw adviseur kan u hier meer over vertellen.
4. U kunt uw hypotheekvorm alleen veranderen als de bank dat toestaat.
5. Xxxxx u hoofdstuk 16 ‘Verhogen van uw lening’ voor het verhogen van uw lening.
8.5 Welke voorwaarden gelden als ik mijn leningdeel verander op de dag dat mijn rentevaste periode eindigt?
1. Verandert u alleen de rentevaste periode of rentevorm van een leningdeel? Dan veranderen de voorwaarden die voor dat leningdeel gelden niet. Uw huidige voor- waarden blijven gelden.
2. Als u de hypotheekvorm verandert, dan veranderen de voorwaarden voor het leningdeel dat u verandert wel. U krijgt de voorwaarden die gelden als u uw leningdeel op dat moment nieuw zou afsluiten. Deze voorwaarden gelden alleen voor het leningdeel dat u veranderd heeft. Uw adviseur kan u hier meer over vertellen.
8.6 Kan ik mijn hypotheek met NHG ook veranderen? Voor het veranderen van leningdelen met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) is toestemming van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen nodig. Heeft u een leningdeel met NHG? Dan moet dus ook de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen akkoord geven voor de verandering van de kenmerken van uw leningdeel.
8.7 Betaal ik een vergoeding of kosten voor het veranderen van een leningdeel?
1. Nee. U betaalt geen vergoeding of kosten als u op de datum dat uw rentevaste periode eindigt (de rente- herzieningsdatum) uw leningdeel verandert naar een andere rentevorm of een andere rentevaste periode.
2. Het kan zijn dat u voor het veranderen van uw hypo- theekvorm wél kosten moet betalen. Bijvoorbeeld als u uw aflossingsvrije hypotheek omzet naar een
annuïteiten hypotheek. Als dit zo is, dan informeert de bank u hier over.
8.8 Xxxxx rente moet ik betalen als ik mijn leningdeel verander op de renteherzieningsdatum?
1. De rente die u moet betalen nadat u uw leningdeel heeft veranderd, staat in de offerte voor uw veranderde leningdeel. Heeft u alleen gekozen voor een andere rentevaste periode op de renteherzieningsdatum? Xxx ontvangt u een bevestiging van uw keuze.
2. Is op de datum dat uw leningdeel wordt veranderd de rente voor nieuwe volledig gelijke leningdelen lager dan de rente in uw offerte? Xxx krijgt u deze lagere rente.
3. Is de rente op het moment dat u uw leningdeel verandert hoger dan de rente die in uw offerte of in het aanbod van de bank bij renteherziening staat? Dan betaalt u de rente die in uw offerte of het aanbod staat.
9. Veranderen van een leningdeel met vaste rente tijdens de rentevaste periode
Dit hoofdstuk heeft alleen betrekking op leningdelen met een vaste rente. Heeft u een leningdeel met een variabele rente en wilt u dat leningdeel veranderen? Leest u dan hoofdstuk 10 ‘Veranderen van een leningdeel met variabele rente’.
9.2 Moet ik een vergoeding betalen?
Als een van de kenmerken van een leningdeel verandert, kan het zijn dat de bank daar schade door lijdt. Deze schade moet u aan de bank vergoeden. De bank berekent deze schade op dezelfde manier als de vergoeding voor het (gedeeltelijk) terugbetalen. Leest u hoofdstuk 14 ‘Terug- betalen (aflossen)’. In dit hoofdstuk staat hoe de bank de vergoeding berekent.
9.3 Welke voorwaarden zijn van toepassing als ik een kenmerk van een leningdeel verander tijdens de rentevaste periode?
Verandert u één of meer kenmerken van een leningdeel tijdens de rentevaste periode? Dan krijgt u voor dat leningdeel nieuwe voorwaarden. U krijgt de voorwaarden die gelden als u uw leningdeel op dat moment nieuw zou afsluiten. Deze voorwaarden gelden alleen voor het
Let op
Met de kenmerken van een leningdeel wordt de rentevorm (variabele of vaste rente), de rentevaste periode, de looptijd en de hypotheekvorm (de manier waarop u uw lening terugbetaalt) bedoeld.
leningdeel dat u veranderd heeft. Dit geldt niet als u alleen de looptijd van uw leningdeel verandert.
Leest u dit eerst
1.3 voor een uitleg van het begrip hypotheekvorm
1.4 voor een uitleg van het begrip leningdeel
5.3 voor een uitleg van het begrip tariefklasse
5.5 voor een uitleg van het begrip rentevorm
5.8 voor een uitleg van het begrip rentevaste periode
10. Veranderen van een leningdeel met variabele rente
9.1 Kan ik mijn leningdeel ook tijdens de rentevaste periode veranderen?
1. Ja. Als u dit doet, dan kan het zijn dat u de bank een vergoeding moet betalen. Leest u artikel 9.2 ‘Moet ik een vergoeding betalen?’.
2. Het kan zijn dat u voor het veranderen van uw hypotheek ook kosten moet betalen. Als dit zo is, dan informeert de bank u hier over.
3. U kunt vanaf 1 maand na het passeren van uw hypotheek bij de notaris een wijziging aanvragen.
10.1 Kan ik het leningdeel met variabele rente veranderen?
Uw leningdeel met variabele rente kunt u veranderen in een leningdeel met een vaste rente. U kunt dit doen vanaf 1 maand na het passeren van uw hypotheek bij de notaris.
10.2 Wat zijn de gevolgen als ik het deel van mijn hypotheek met variabele rente verander?
Let op
Het veranderen van de kenmerken van een leningdeel kan gevolgen hebben voor de rente die u moet betalen en voor de voorwaarden die van toepassing zijn.
U krijgt dan een offerte. In de offerte staan de kenmerken en de voorwaarden die voor uw leningdeel gelden.
1. Als een artikel alleen van toepassing is voor de bouw van een nieuwe woning dan staat er ‘nieuwbouw’.
2. Als een artikel alleen van toepassing is voor verbouwing van een bestaande woning dan staat er ‘verbouw’.
3. Als er niets voor de bepaling staat dan geldt de bepaling voor de bouw van een nieuwe woning en voor de verbouwing van een bestaande woning.
4. Sommige artikelen in de voorwaarden maken een verschil in leningdelen met NHG en leningdelen zonder NHG. Als dat het geval is dan staat er ‘U heeft een lening met NHG’ of ‘U heeft een lening zonder NHG’. In uw offerte staat of u een lening met NHG heeft.
5. Als er niets voor de bepaling staat dan geldt de bepaling voor
leningendelen met NHG en voor leningdelen zonder NHG.
11. Overbruggingslening
Wat is een overbruggingslening?
U heeft een nieuwe woning gekocht, maar u heeft uw huidige woning nog niet verkocht. U kunt dan de overwaarde van uw huidige woning nog niet gebruiken om uw nieuwe woning mee te betalen. Het geld dat u extra nodig heeft voor uw nieuwe woning, kunt u lenen met een overbruggingslening. Als u uw huidige woning verkoopt, dan moet u de lening terugbetalen.
11.1 Wat is de looptijd van een overbruggingslening? De overbruggingslening heeft een beperkte looptijd. Die staat in de offerte. Als de looptijd voorbij is, moet u de overbruggingslening terugbetalen. Ook als u uw huidige woning nog niet heeft verkocht.
11.2 Welk rentepercentage betaal ik voor een overbruggingslening?
1. Voor een overbruggingslening betaalt u het variabele rentepercentage van de hoogste tariefklasse. Het rentepercentage staat in de offerte.
2. Voor het bepalen van de tariefklasse van uw lening telt de overbruggingslening niet mee.
11.3 Kan ik mijn overbruggingslening veranderen?
Nee. Als u een overbruggingslening heeft, dan kunt u deze niet veranderen.
12.1 Wat is een bouwdepot?
1. Het bedrag dat u beschikbaar stelt voor uw verbouwing kan worden gestort op een bouwdepot. Een bouwdepot is een rekening waar de bank (een deel van) uw lening op stort. Met het geld op deze rekening kunt u de rekeningen voor de bouw of verbouwing van uw woning betalen. U hoeft de kosten van uw verbouwing dus niet voor te schieten.
Let op
De bank geeft geen belastingadvies. Er zijn regels voor uw bouwdepot en de belastingen. Neemt u contact op met uw belastingadviseur voor een advies over de fiscale gevolgen van een bouwdepot of informeer bij de Belastingdienst.
2. De bank bepaalt of zij u een bouwdepot geeft. De lening moet passen binnen het kredietbeleid van de bank.
Let op
een overbruggingslening kan andere fiscale voorwaarden hebben dan andere leningen. Laat u hierover goed informeren door een belastingadviseur of vraag meer informatie bij de Belastingdienst.
12.2 Wat moet ik doen als ik een bouwdepot wil?
12. Bouwdepot
1. Nieuwbouw
Leest u dit eerst
U kunt een bouwdepot krijgen bij de verbouwing van een bestaande woning of bij de bouw van een nieuwe woning. Voor de bouw van een nieuwe woning kunnen andere voorwaarden gelden dan voor de verbouwing van een bestaande woning. Als dat het geval is, dan geeft de bank dat aan.
In de offerte staat welke documenten de bank van u nodig heeft. Deze stukken moet u op tijd aan de bank geven. Uw adviseur kan u meer vertellen over de regels voor een bouwdepot bij de bouw van een woning.
2. Verbouw
In de offerte staat welke stukken de bank van u nodig heeft. Deze stukken moet u op tijd aan de bank geven. Uw adviseur kan u meer vertellen over de regels voor een bouwdepot bij de verbouwing van een woning.
12.3 Wanneer maak ik gebruik van een bouwdepot?
Wilt u uw woning verbouwen of wilt u een nieuwe woning bouwen? Dan kan de bank (een deel van) het bedrag van uw lening dat bestemd is voor de verbouwing of bouw op een bouwdepot storten. De hoogte van het bedrag dat op het bouwdepot wordt gestort, staat in de offerte.
12.4 Wat wordt uit het bouwdepot betaald?
1. Nieuwbouw
Bij nieuwbouw worden de rekeningen voor de bouw en de grond uit het bouwdepot betaald.
2. Verbouw
Moet u voor de verbouwing rekeningen betalen aan een leverancier of aannemer? Dan worden deze rekeningen namens u door de bank uit het bouwdepot betaald.
12.5 Kan ik een bouwdepot hebben als ik een lening met NHG heb?
Ook als u een leningdeel met NHG heeft, kunt u een bouwdepot hebben. Kijkt u op xxx.xx voor de regels die de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen aan een bouwdepot stelt. Deze regels kunnen afwijken van de regels die de bank stelt.
12.6 Wat gebeurt er met het bedrag voor de bouw of verbouwing?
1. Het gedeelte van de lening dat bestemd is voor de bouw of verbouwing van uw woning stort de bank op een bouwdepot.
2. Het bedrag dat op het bouwdepot is gestort, is aan de bank verpand. U geeft hier toestemming voor als u de offerte ondertekent. Dit betekent dat de bank het bedrag dat op het bouwdepot is gestort, mag gebruiken om daarmee de lening (gedeeltelijk) terug te betalen. De bank mag dat alleen als u uw verplichtingen die u naar de bank heeft niet nakomt.
Belangrijk begrip
Een pandrecht geeft u bijvoorbeeld op verzekeringen of spaar- rekeningen. Het pandrecht geeft de bank zekerheid dat zij het geld dat u geleend heeft terug krijgt. Als u bijvoorbeeld de rente niet betaalt of uw lening niet terugbetaalt, dan mag de bank het geld dat op de verzekering of spaarrekening (de rechten die u in pand heeft gegeven) staat, gebruiken om de lening terug te betalen.
3. U mag de rechten die u aan de bank in pand heeft gegeven (het pandrecht) niet aan een derde in pand geven.
12.7 Wanneer wordt een bedrag op het bouwdepot gestort?
Heeft u de hypotheekakte bij de notaris ondertekend? Dan stort de bank het afgesproken bedrag op het bouw- depot. Als u niet naar de notaris hoeft, dan stort de bank het bedrag op het bouwdepot nadat u de offerte heeft getekend. Dit kan enige tijd duren, omdat de bank dit administratief moet verwerken.
12.8 Wat is de ingangsdatum van de looptijd van het bouwdepot?
De ingangsdatum van de looptijd van het bouwdepot is de datum waarop de bank (een deel van) het geleende bedrag op het bouwdepot stort.
12.9 Wat is de looptijd van het bouwdepot?
1. De looptijd van het bouwdepot is 18 maanden.
2. De looptijd van het bouwdepot kan één (1) keer worden verlengd met 6 maanden. Als u van deze verlenging gebruik wilt maken, moet u de bank daar schriftelijk om vragen. De bank kan uw verzoek om het bouwdepot langer dan 18 maanden te laten lopen, weigeren.
3. U moet uw verzoek naar de bank sturen of aan uw adviseur geven. Alle aanvragers moeten het verzoek ondertekenen.
12.10 Betaal ik rente over het bedrag op het bouwdepot?
1. U betaalt rente over uw hele lening. Het bouwdepot is een onderdeel van uw lening. Als een deel van het bedrag van uw lening op een bouwdepot wordt gestort, dan betaalt u dus ook rente over dat bedrag.
2. De bank berekent de rente die u moet betalen vanaf de ingangsdatum van de renteberekening. Leest u daarvoor artikel 5.2.’Over welke periode moet ik rente betalen? En wanneer betaal ik rente?’ De hoogte van de rente die u moet betalen staat in uw offerte.
12.11 Ontvang ik rente over het bedrag op het bouwdepot?
1. U ontvangt rente over het bedrag dat op het bouw- depot staat. De rente die u ontvangt, is gelijk aan het rentepercentage dat u voor uw lening betaalt. Heeft u meerdere leningdelen met verschillende rente-
percentages? Dan berekent de bank de rente op basis van het gewogen gemiddelde van de rentepercentages van de verschillende leningdelen. De bank bepaalt op welke wijze u deze rente ontvangt.
Een voorbeeld
U leent € 200.000. Uw lening bestaat uit twee leningdelen. Over
€ 150.000 betaalt u 5% rente en over € 50.000 betaalt u 4% rente.
Het gewogen gemiddelde over het totaalbedrag van € 200.000 is dan 4,75% rente. U krijgt dan ook 4,75% rente over het bedrag dat in het bouwdepot staat.
2. U krijgt alleen rente vergoed over het bedrag dat op het bouwdepot staat.
3. Na 18 maanden krijgt u geen rente meer over het bedrag dat op het bouwdepot staat.
4. Als u geen gebruik heeft gemaakt van het bouwdepot, dan ontvangt u ook geen rente over het saldo op uw bouwdepot. Het bedrag dat na 18 maanden nog op uw bouwdepot staat brengt de bank automatisch in mindering op uw lening. Dit bedrag telt niet mee
voor het bedrag dat u ieder jaar vergoedingsvrij mag terugbetalen (aflossen). Leest u ook hoofdstuk 14 ‘Terugbetalen (Aflossen)’.
5. De bank zal het bedrag dat op het bouwdepot staat, aflossen op de verschillende leningdelen. De bank houdt daarbij een bepaalde volgorde aan. Deze volgorde is afhankelijk van uw hypotheekvorm(en). De bank kan deze volgorde altijd veranderen. Vraagt u uw adviseur om de volgorde die de bank op dat moment aanhoudt.
6. Aan het einde van de looptijd van het bouwdepot controleert de bank of er bedragen uit uw bouwdepot zijn betaald.
12.12 Wanneer en hoe wordt het bedrag uit het bouwdepot betaald?
1. Nieuwbouw
a. Bouwt u of laat u een nieuwe woning bouwen?
Dan spreekt u met degene die uw woning bouwt af welke bedragen voor welke werkzaamheden moeten worden betaald. Dit worden de bouwtermijnen genoemd. De bouwtermijnen staan in de koop-/ aanneem overeenkomst. Afhankelijk van de voortgang van de bouwwerkzaamheden worden de bouwtermijnen die u moet betalen door de bank uit dit depot betaald. U moet hiervoor een declaratie- formulier gebruiken. Dit formulier kunt u opvragen bij de bank. U moet het formulier invullen en onderte- kenen en samen met de rekeningen naar de bank sturen. Leest u ook artikel 12.14 ‘Wat moet ik doen met de rekening voor de laatste bouwtermijn?’.
b. Voordat de bank de rekeningen namens u betaalt,
controleert de bank de rekeningen en het declara- tieformulier. Als uit deze controle blijkt dat:
▶ de rekening niet juist is, of
▶ niet volgens het bouwplan of de aanneemover- eenkomst is,
dan betaalt de bank de rekening niet. De bank laat het u weten als zij de rekening niet betaalt.
c. Maakt u kopieën van de rekeningen. U mag de originelen houden.
2. Verbouw
a. Als u uw bestaande woning verbouwt, stuurt u de rekeningen van bijvoorbeeld uw aannemer naar de bank. U moet hiervoor een declaratieformulier gebruiken. Dit formulier moet u invullen en onder- tekenen en samen met de rekeningen naar de bank sturen.
b. Voordat de bank de rekeningen namens u betaalt, controleert de bank de rekeningen en het declaratie- formulier. Als uit deze controle blijkt dat:
▶ de rekening niet juist is, of
▶ niet volgens het bouwplan of de aanneemover- eenkomst is,
dan betaalt de bank de rekening niet.
c. Geeft u op het declaratieformulier duidelijk aan of u de rekening zelf heeft betaald of dat de bank dit voor u moet doen.
d. Maakt u kopieën van de rekeningen. U mag de originelen houden.
12.13 Betaalt de bank ook rekeningen voor meerwerk?
1. Nieuwbouw
De bank betaalt namens u alleen die kosten die in de offerte van uw hypotheek zijn opgenomen. Blijkt achteraf dat sprake is van meerwerk dat niet in de offerte is opge- nomen? Dan betaalt de bank deze rekeningen niet. Als de werkzaamheden uit de koop-/aanneemovereenkomst zijn gedaan en er staat nog een bedrag op het bouw- depot, dan worden de rekeningen voor het meerwerk namens u wel uit het bouwdepot betaald. Deze rekeningen moeten voor werkzaamheden zijn die een waardever- meerdering van de woning tot gevolg zullen hebben.
2. Verbouw
U heeft de bank een verbouwingsplan gegeven. Heeft de bank dit plan beoordeeld en geaccepteerd? Dan betaalt de bank namens u de rekeningen voor de werkzaamheden die in het verbouwingsplan staan.
Rekeningen voor meerwerk (werk dat niet op het ver- bouwingsplan staat) worden niet betaald. Als de werk- zaamheden uit het verbouwingsplan zijn gedaan en er staat nog een bedrag op het bouwdepot, dan worden de rekeningen voor het meerwerk namens u wel uit het bouwdepot betaald. Deze rekeningen moeten voor werkzaamheden zijn die een waardevermeerdering van de woning tot gevolg zullen hebben.
Let op
Als de bank een bedrag van uw bouwdepot op uw bankrekening overmaakt, dan kan dit fiscale gevolgen hebben. Vraag uw adviseur hiernaar.
12.14 Wat moet ik doen met de rekening voor de laatste bouwtermijn?
1. Nieuwbouw
a. U moet de rekening van de laatste bouwtermijn zo snel mogelijk aan de bank sturen. U moet dan ook de opleveringsdatum aan de bank doorgeven.
b. Het kan zijn dat het saldo van uw bouwdepot niet voldoende is om deze laatste rekening te betalen. Als dat zo is, dan laat de bank u dat zo snel mogelijk weten. U moet er dan voor zorgen dat (het resterende deel van) de rekening op een andere manier wordt betaald.
2. Verbouw
a. U moet de laatste rekening zo snel mogelijk aan de bank sturen.
b. Het kan zijn dat het saldo van uw bouwdepot niet voldoende is om deze laatste rekening te betalen. Als dat zo is, dan laat de bank u dat zo snel mogelijk weten. U moet er dan voor zorgen dat (het resterende deel van) de rekening op een andere manier wordt betaald.
12.15 Wat gebeurt er met mijn bouwdepot als er tijdens de looptijd minder dan € 7.500 op het bouwdepot staat?
1. Nieuwbouw
a. U heeft een lening zonder NHG:
Is uw woning opgeleverd en is het saldo op het bouwdepot € 7.500 of minder? De bank stort dit bedrag dan op de bankrekening waar uw maand- bedrag van wordt of zal worden geïncasseerd.
Ook beëindigt de bank uw bouwdepot.
b. U heeft een lening met NHG:
Leest u artikel 12.16 ‘Wat gebeurt er als na afloop van de looptijd nog een bedrag op het bouwdepot staat (een overschot)?’.
2. Verbouw
a. U heeft een lening zonder NHG:
Is het saldo op het bouwdepot € 7.500 of minder? De bank stort dit bedrag dan op de bankrekening waar uw maandbedrag van wordt geïncasseerd. Ook beëindigt de bank uw bouwdepot.
b. U heeft een lening met NHG:
Leest u artikel 12.16 ‘Wat gebeurt er als na afloop van de looptijd nog een bedrag op het bouwdepot staat (een overschot)?’.
12.16 Wat gebeurt er als na afloop van de looptijd nog een bedrag op het bouwdepot staat (een overschot)?
1. U heeft een lening zonder NHG:
a. Staat er na afloop van de looptijd van het bouwdepot nog een bedrag op het bouwdepot? Xxx brengt de bank dit in mindering op uw lening. Dit bedrag telt niet mee voor het bedrag dat u ieder jaar vergoedings- vrij mag terugbetalen (aflossen). Leest u ook hoofd- stuk 14 ‘Terugbetalen (aflossen)’.
b. De bank zal het bedrag dat op het bouwdepot staat aflossen op de verschillende leningdelen. De bank houdt daarbij een bepaalde volgorde aan. Deze volgorde is afhankelijk van uw hypotheekvorm(en), de hoogte van het rentepercentage en het vergoedings- vrije bedrag per leningdeel. De bank kan deze volg- orde altijd veranderen. Vraagt u uw adviseur om de volgorde die de bank op dat moment aanhoudt.
2. U heeft een lening met NHG:
a. Staat er na afloop van het bouwdepot nog een bedrag op het bouwdepot? Xxx brengt de bank dit in mindering op uw lening. Het maakt niet uit hoe hoog het bedrag is. Dit bedrag telt niet mee voor het bedrag dat u ieder jaar vergoedingsvrij mag terugbetalen (aflossen). Leest u ook hoofdstuk 14 ‘Terugbetalen (aflossen)’.
b. De bank zal het bedrag dat op het bouwdepot staat aflossen op de verschillende leningdelen. De bank houdt daarbij een bepaalde volgorde aan. Deze volgorde is afhankelijk van uw hypotheekvorm(en), de hoogte van het rentepercentage en het vergoedings- vrije bedrag per leningdeel. De bank kan deze volg- orde altijd veranderen. Vraagt u uw adviseur om de volgorde die de bank op dat moment aanhoudt.
12.17 Kan ik het bouwdepot tussentijds beëindigen?
1. U moet de bank vragen het bouwdepot te beëindigen. U moet uw brief met uw verzoek naar de bank sturen of aan uw adviseur geven.
2. Voordat uw bouwdepot wordt beëindigd, betaalt de bank namens u eerst alle door u ingediende rekeningen. Leest u ook artikel 12.16 ‘Wat gebeurt er als na afloop van de looptijd nog een bedrag op het bouwdepot staat (een overschot)?’.
12.18 Betaal ik extra kosten voor mijn bouwdepot?
1. U betaalt geen extra kosten voor uw bouwdepot.
2. U betaalt rente over het bedrag van uw lening. Uw bouwdepot is daar een onderdeel van. Leest u ook artikel 12.10 ‘Betaal ik rente over het bedrag op het bouwdepot?’.
3. De rente die u moet betalen voor uw lening en dus ook voor het bedrag dat op uw bouwdepot is gestort, staat in uw offerte.
12.19 Hoe weet ik welk bedrag er op mijn bouwdepot staat?
Tijdens de bouwperiode krijgt u iedere maand een ‘Overzicht Xxxxxxxxx’. U ziet hierop wat het saldo is van uw bouwdepot, de rente die u heeft gekregen en welke bedragen uit het bouwdepot zijn betaald.
12.20 Kan ik rood staan op mijn bouwdepot?
Nee, u kunt niet rood staan.
13. Maandelijkse betaling
Leest u dit eerst
In de Algemene Bepalingen voor Hypotheken vindt u in hoofdstuk 2 ‘Lening en betalingen’ meer voorwaarden over de (maandelijkse) betaling van uw rente en aflossing(en). Leest u dit artikel ook.
13.1 Waaruit bestaat mijn maandbedrag?
1. U moet voor uw lening iedere maand een maandbedrag betalen aan de bank. Uw maandbedrag bestaat altijd uit een bedrag aan rente. Voor de berekening van de rente wordt een maand gesteld op 30 dagen en een jaar op 360 dagen.
2. Van uw maandbedrag kan ook een deel bestemd zijn voor het terugbetalen van de lening (aflossen) of voor het sparen of beleggen van een bepaald bedrag (doelkapitaal). Dit wordt ook wel vermogensopbouw genoemd. In uw offerte staat waar uw maandbedrag uit bestaat.
Let op
Uw hypotheek kan uit meerdere leningdelen bestaan. De maand- bedragen die u voor de leningdelen betaalt, kunnen verschillen.
13.2 Moet ik nog meer betalen dan mijn maandbedrag? Naast dit maandbedrag moet u soms ook betalen voor een verzekering, een bankspaarrekening, een beleg- gingsrekening of een andere rekening die aan uw lening is gekoppeld. Als de bank of ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. niet de aanbieder is van de verzekering of rekening, dan betaalt u deze bedragen niet aan de bank. Deze bedragen moet u betalen aan een andere bank of aan uw verzekeraar. Als de bank wel de aanbieder is van de verzekering of rekening, dan moet u deze bedragen wel aan de bank betalen. Deze bedragen staan dan in uw offerte vermeld bij het totale maandbedrag. Of de bank of ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. de aanbieder is, staat in uw offerte.
13.3 Hoe betaal ik aan de bank?
Door het ondertekenen van een volmacht bij de offerte geeft u de bank toestemming om het maandbedrag automatisch van uw bankrekening af te schrijven.
Zolang de lening niet is terugbetaald, bent u verplicht het maandbedrag aan de bank te betalen.
13.4 Wat gebeurt er als ik mijn maandbedrag niet (op tijd) betaal?
1. Als u uw maandbedrag niet (op tijd) betaalt, dan kan de bank u daarvoor per maand een boete in rekening brengen. Hierbij houdt de bank zich aan de wettelijke regels. Deze boete berekent de bank over het niet betaalde bedrag totdat u het niet betaalde bedrag alsnog aan de bank heeft betaald. De bank kan deze boete meteen bij u in rekening brengen. Een aanmaning is daarvoor niet nodig. Bij de berekening van deze boete geldt de al begonnen maand als een hele maand.
2. Als u niet (op tijd) uw maandbedrag betaalt, dan kan de bank daarnaast de lening opeisen. Het gevolg daarvan kan zijn dat de bank uw woning moet verkopen. Leest u de Algemene Bepalingen voor Hypotheken. Voordat de bank uw woning verkoopt bekijkt zij of er andere manieren voor u zijn om uw verplichtingen na te komen. De bank kan dan bijvoorbeeld de hypotheekvorm van (een deel van) uw hypotheek veranderen naar een andere hypotheekvorm. De bank kijkt dan wel eerst
of zij u de hypotheekvorm wel kan en mag aanbieden. Hiervoor maakt de bank (onder meer) gebruik van haar kredietbeleid.
3. Als de bank de hypotheekvorm of een ander kenmerk van uw leningdeel moet veranderen (zie onder 2), dan is het mogelijk dat u een vergoeding en kosten moet betalen. Leest u daarom ook de hoofdstukken 8, 9, 10 en 14. Ook moet u kosten voor het veranderen van uw hypotheek betalen. Het kan zijn dat u door de verandering
per maand meer moet betalen. De bank is hier niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor.
4. Moet de bank uw woning verkopen? Dan wordt met het bedrag van de opbrengst van de verkoop van uw woning de lening terugbetaald. Is het bedrag van de verkoop onvoldoende om de lening helemaal terug te betalen, dan blijft er een schuld over. U moet die schuld dan op een andere manier aan de bank terugbetalen.
5. De bank is nooit aansprakelijk voor het verkopen van uw woning en het mogelijke verlies dat u daarop maakt als u uw verplichtingen niet nakomt.
13.5 Wat gebeurt er als ik de premie voor mijn verzekering of het bedrag voor mijn (bank-) spaarrekening of beleggingsrekening niet betaal?
1. U bouwt vermogen op in uw verzekering of op een rekening. Dit vermogen gebruikt u om aan het eind van de looptijd uw lening terug te betalen. Als u de premie voor deze verzekering of rekening niet betaalt, kan het zijn dat de verzekering of rekening vervalt. Het kan ook zo zijn dat het eindbedrag dan niet hoog genoeg is om uw lening terug te betalen. In dat geval kan de bank uw hypotheek opeisen. Dat betekent dat de bank uw woning kan verkopen. Leest u de Algemene Bepalingen voor Hypotheken.
2. Voordat de bank uw woning verkoopt, bekijkt zij of er andere manieren voor u zijn om uw verplichtingen na te komen. De bank kan dan bijvoorbeeld de hypotheek- vorm van (een deel van) uw hypotheek veranderen naar een andere hypotheekvorm. De bank kijkt dan
wel eerst of zij u de hypotheekvorm wel kan en mag geven. Hiervoor maakt de bank (onder meer) gebruik van haar kredietbeleid.
3. Als de bank de hypotheekvorm of een ander kenmerk van uw leningdeel moet veranderen (zie onder 1), dan is het mogelijk dat u een vergoeding moet betalen. Leest u daarom ook de hoofdstukken 8, 9, 10 en 14. Ook moet u kosten voor het veranderen van uw hypo- theek betalen. Het kan zijn dat u door de verandering per maand meer moet betalen. De bank is hier niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor.
4. Moet de bank uw woning verkopen? Dan wordt met het bedrag van de opbrengst van de verkoop van uw woning de lening (gedeeltelijk) terugbetaald. Is het bedrag van de verkoop onvoldoende om de lening helemaal terug te betalen, dan blijft er een schuld over. U moet die schuld dan op een andere manier aan de bank terugbetalen.
5. De bank is nooit aansprakelijk voor het verkopen van uw woning en het mogelijke verlies dat u daarop maakt als u uw verplichtingen niet nakomt.
13.6 Waar kan ik een wijziging van mijn bankrekening- nummer doorgeven?
Een wijziging van uw bankrekeningnummer moet u zo snel mogelijk schriftelijk doorgeven. U moet uw nieuwe gegevens naar de bank sturen of aan uw adviseur geven.
14. Terugbetalen (aflossen)
Let op
Het terugbetalen van de lening is hetzelfde als het aflossen van de lening. Een gedeeltelijke aflossing is het gedeeltelijk terugbetalen van de lening. Gedeeltelijk of geheel aflossen kan fiscale gevolgen hebben. Raadpleeg hiervoor een fiscaal adviseur of informeer bij de Belastingdienst.
14.1 Wanneer moet ik mijn lening helemaal hebben terugbetaald?
U moet uw lening uiterlijk op de einddatum van de looptijd van uw lening helemaal aan de bank hebben terugbetaald. Het kan zijn dat uw lening uit verschillende leningdelen bestaat. Voor ieder leningdeel kan een andere looptijd gelden. Aan het einde van de looptijd van ieder leningdeel moet u dat leningdeel hebben terugbetaald. Uw hele lening is terugbetaald als u alle leningdelen helemaal heeft terugbetaald. Xxxxx u ook artikel 14.8 als u de lening helemaal wilt terugbetalen.
14.2 Kan ik ook eerder (een deel van) mijn lening terugbetalen?
U kunt altijd voor het einde van de looptijd (een deel van) uw lening terugbetalen. Het kan zijn dat u dan een vergoeding moet betalen. Leest u verder de artikelen
14.3 tot en met 14.6 voor de regels.
Let op
Een extra storting op uw bankspaarrekening geldt ook als het terugbetalen van (een deel van) uw lening.
Let op
U geeft zelf aan voor welk leningdeel u een extra bedrag terug- betaalt. Geeft u dit niet aan? Dan kan de bank bepalen op welk leningdeel het extra bedrag terug wordt betaald.
Volledig gelijk leningdeel
Met een nieuw volledig gelijk leningdeel wordt in dit hoofdstuk een leningdeel bedoeld dat dezelfde:
⯈ rentevorm (vaste rente),
⯈ resterende rentevaste periode,
⯈ tariefklasse, en
⯈ hypotheekvorm
heeft als het leningdeel dat u heeft.
Resterende rentevaste periode
Met de resterende rentevaste periode bedoelen wij de termijn die ligt tussen het moment dat u wilt gaan aflossen (terugbetalen) en de einddatum van de rentevaste periode. Tenzij de resterende looptijd korter is dan de resterende rentevaste periode. In dat geval wordt gerekend met de termijn die ligt tussen het moment dat u wilt gaan aflossen (terugbetalen) en de datum einde looptijd van uw hypotheek.
Biedt de bank deze resterende rentevaste periode niet aan?
De bank kijkt dan naar de rentes van langere en kortere rentevaste periodes die de bank wel aanbiedt en die het dichtst bij uw resterende rentevaste periode liggen. Voor het bepalen van de vergelijkingsrente gebruikt de bank de hoogste rente die bij deze twee rentevaste periodes hoort. Variabele rente is geen rentevaste periode.
14.3 Welk bedrag van mijn lening kan ik terugbetalen zonder dat ik een vergoeding betaal?
Ieder kalenderjaar kunt u 10% van het oorspronkelijke bedrag van uw leningdeel eerder terugbetalen. Over dat bedrag hoeft u geen vergoeding aan de bank te betalen. Het oorspronkelijke bedrag van uw leningdeel staat in uw offerte. Heeft u in een kalenderjaar geen (extra) beta- lingen aan de bank gedaan? Dan kunt u dat bedrag niet opsparen en in een volgend jaar 20% zonder vergoeding terugbetalen.
Let op
De 10% die u ieder kalenderjaar vergoedingsvrij kunt terugbetalen wordt berekend over het (oorspronkelijke) bedrag van een lening- deel en niet van de totale lening. Het oorspronkelijke bedrag van uw leningdeel staat in uw offerte.
14.4 Moet ik een vergoeding betalen als ik (een deel van) mijn lening eerder terugbetaal?
Voorbeeld
U betaalt een lening(deel) met een rentevaste periode van 10 jaar (3,75%) na 3 jaar en 4 maanden terug. De resterende looptijd is dus nog 6 jaar en 8 maanden. Een rentevaste periode van 6 jaar en
8 maanden biedt de bank niet aan. Daarom kijkt de bank naar de naast langere en de naast kortere rentevaste periodes. De naast langere rentevaste periode is in dit geval 7 jaar vast. De rente die bij deze rentevaste periode hoort is 3,50%. De naast kortere rentevaste periode is in dit geval 6 jaar. De rente die bij deze rentevaste periode hoort is 3,40%. De rente die de bank gebruikt als vergelijkingsrente is in dit geval 3,50%.
Is er een rentebedenktijd afgesproken bij een rentevaste periode van langer dan twee jaar? Dan geldt bij het berekenen van een vergoeding voor vervroegde aflossing de rentebedenktijd niet als resterende rentevaste periode. Dit geldt ook voor het bepalen van de vergelijkingsrente.
Heeft u een rentevaste periode van bijvoorbeeld 12 jaar afgesloten, waarbij de laatste twee jaar rentebedenktijd is. En gaat u na 8 jaar vervroegd aflossen? Dan is de resterende rentevaste periode voor de bepaling van de vergoeding bij vervroegd aflossen twee jaar.
De vergelijkingsrente baseren wij op 2 jaar.
Leest u dit eerst
In deze en de volgende artikelen gebruiken we een aantal begrippen die de volgende betekenis hebben.
Vergelijkingsrente
Met de vergelijkingsrente wordt in dit hoofdstuk bedoeld de rente die in de berekening voor de vergoeding wordt gebruikt om de rente die u nu betaalt te vergelijken. De bank bepaalt de vergelijkingsrente. Deze baseert de bank op een volledig gelijk leningdeel zoals u dat nu heeft. Wat we met een volledig gelijk leningdeel bedoelen leest u hierna.
Lost u uw lening helemaal af, dan is deze gelijk aan de rente zoals deze is 14 kalenderdagen voordat u uw lening terugbetaalt. Voor een extra gedeeltelijke aflossing geldt deze 14 dagen niet.
Zijn er kortingen of opslagen verwerkt in de rente die u betaalt? Dan gaat de bank voor het berekenen van de vergoeding uit van uw rentepercentage met deze kortingen en opslagen.
De vergelijkingsrente is ook de rente met deze kortingen en opslagen. In de vergelijkingsrente geldt altijd de actuele hoogte van deze kortingen en opslagen. De kortingen die worden meegenomen in de vergelijkingsrente zijn alleen collectieve kortingen, geen individuele kortingen. Een collectieve korting is een korting die klanten met een hypotheek bij de bank kunnen krijgen als zij aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Op het moment dat u een vergoeding moet betalen is de vergelijkings- rente altijd lager dan de rente die u nu betaalt. Hoe kleiner het verschil met uw huidige rente, hoe lager de vergoeding die u moet betalen.
Tariefklasse
De bank hanteert in de vergelijkingsrente de tariefklasse die in uw huidige rente is opgenomen. Het kan zijn dat de hoogte van de opslag die hoort bij die tariefklasse inmiddels is gewijzigd. In de
vergelijkingsrente geldt altijd de actuele hoogte van de opslag die hoort bij de tariefklasse. Dit kan afwijken van de hoogte die van toepassing is op uw huidige rente. Ook kan het zijn dat die tariefklasse inmiddels is vervallen of dat de indeling van tariefklassen is veranderd. De bank kijkt dan in welke tariefklasse uw lening zou vallen als deze tariefklasse zou bestaan of de indeling van tariefklassen zou gelden op het moment dat de bank uw huidige rente heeft vastgesteld.
Die tariefklasse geldt voor de vergelijkingsrente.
Hypotheekvorm
De bank hanteert voor de vergelijkingsrente de hypotheekvorm die het leningdeel heeft. Biedt de bank uw hypotheekvorm niet meer aan? Dan kijkt de bank naar de hypotheekvorm die het meeste lijkt op uw hypotheekvorm. De bank bepaalt welke dat is.
Ter informatie
U moet een vergoeding betalen, omdat bij het afsluiten van de lening u met de bank heeft afgesproken dat u een bepaald rentepercentage voor een bepaalde tijd zult betalen. Als u een deel van uw lening eerder terugbetaalt, dan ontvangt de bank deze rente niet meer. De bank heeft in haar berekeningen wel rekening gehouden met het ontvangen van deze rente. De bank moet namelijk geld inkopen (lenen) en daar betaalt de bank rente voor. Als u (extra) terugbetaalt, dan krijgt de bank deze rente niet meer van u, terwijl de bank deze rente wel moet betalen. De bank heeft dan een renteverlies. Om deze reden moet u de bank een vergoeding betalen voor de rente die de bank misloopt.
4. Inbreng opgebouwde waarde
Gebruikt u de opgebouwde waarde van uw aan de lening gekoppelde opbouwproduct bijvoorbeeld (bank) sparen, leven, of beleggen) om de lening (deels) af te lossen? En ontvangt de bank de opgebouwde waarde rechtstreeks van de verzekeraar, vermogensbeheerder of vanaf uw bankspaarrekening? Dan betaalt u over dit deel geen vergoeding.
Let op
Het inbrengen van een opgebouwde waarde kan fiscale gevolgen hebben, laat u hierover altijd goed adviseren door een fiscaal adviseur of informeer bij de Belastingdienst.
14.5 Wanneer kan ik (een deel van) mijn lening terug- betalen zonder dat ik een vergoeding moet betalen?
1. Variabele rente
Leningdelen met een variabele rente kunt u altijd onbeperkt en zonder vergoeding of kosten (gedeeltelijk) terugbetalen.
2. Datum renteherziening
De renteherzieningsdatum is de datum dat uw rente- vaste periode van een leningdeel eindigt. Betaalt u uw leningdeel op de renteherzieningsdatum (gedeel- telijk) terug? Dan hoeft u geen vergoeding te betalen.
3. Bereiken doelkapitaal leningdeel
Is de opgebouwde waarde van uw aan de lening gekoppelde opbouwproduct (bijvoorbeeld (bank)sparen, leven, of beleggen) gelijk aan het bedrag van uw lening- deel? Dan mag u dat leningdeel zonder vergoeding volledig terugbetalen.
5. De vaste rente is lager dan de rente voor een nieuw volledig gelijk leningdeel
Is de vaste rente die u betaalt voor een leningdeel lager dan de vaste rente voor een nieuw volledig gelijk leningdeel? Dan hoeft u geen vergoeding te betalen voor het terugbetalen van (een deel) van de lening.
6. Overlijden
Uw erfgenamen betalen geen vergoeding als de lening binnen twaalf maanden na uw overlijden gedeeltelijk of helemaal wordt terugbetaald of wanneer de erfgenamen binnen deze periode de rentevaste periode wijzigen.
7. Gedeeltelijk royement
U hoeft geen vergoeding te betalen als u de volledige opbrengst van de verkoop van een deel van uw onder- pand (bijvoorbeeld de garage) of grond gebruikt voor de terugbetaling van uw hypotheek. Het deel van uw hypotheek dat u heeft afgelost, moet u dan wel laten uitschrijven uit het Kadaster. Dit noemen we gedeeltelijk royement.
8. Verkoop van uw woning (het onderpand)
U hoeft geen vergoeding te betalen als u uw lening helemaal terugbetaalt, omdat u uw woning (het onder- pand) heeft verkocht. U moet dan wel aan de volgende voorwaarden voldoen:
▶ u bent bij de notaris geweest om uw woning en
alles wat daarbij hoort te leveren aan een ander en de notaris heeft daar een notariële akte van gemaakt;
▶ u verkoopt uw woning niet aan uw echtgenoot,
echtgenote of elke andere persoon met wie u samen de lening heeft afgesloten;
▶ u verhuurt de woning niet;
▶ u woont niet meer in uw woning;
▶ u heeft uw woning niet verkocht aan een bedrijf of samenwerkingsverband waar u zelf (ook) in deelneemt.
9. Executieverkoop
U hoeft geen vergoeding te betalen als u uw lening terugbetaalt na gedwongen (executie) verkoop van uw woning. Dit geldt niet als deze verkoop het gevolg is van een doen of laten dat u kwalijk kan worden genomen.
10. Het einde van de looptijd van uw hypotheek
U betaalt geen vergoeding als u uw lening(deel) op het einde van de looptijd terugbetaalt.
11. Als uw woning niet meer bewoonbaar is
U betaalt geen vergoeding als u uw lening helemaal terugbetaalt binnen twaalf maanden nadat uw woning onherstelbaar is beschadigd. Dit betekent dat uw woning niet meer bewoonbaar is (bijvoorbeeld door brand). De bank bepaalt of dit zo is.
12. Het deel van uw hypotheek dat hoger is dan de waarde van uw woning
U betaalt geen vergoeding over het deel van uw hypo- theek dat hoger is dan de meest recente WOZ-waarde van uw woning. De terugbetaling moet uit eigen mid- delen worden voldaan. Eigen middelen is niet geleend geld. De bank bepaalt of er sprake is van eigen middelen.
14.6 Hoe wordt de vergoeding berekend als ik mijn lening terugbetaal?
Hierna volgt een uitleg over de manier waarop de vergoeding wordt berekend als u uw lening volledig of gedeeltelijk terugbetaalt.
Op het moment dat u een vergoeding moet betalen, ontvangt u per leningdeel een specificatie van de vergoeding.
In de berekening van de vergoeding zetten we de volgende stappen:
▶ Over welk deel van het terug te betalen bedrag betaalt
u een vergoeding?
▶ Hoe bepaalt de bank het renteverschil?
▶ De contante waarde berekening.
Over welk deel van het terug te betalen bedrag betaalt u een vergoeding?
Bij alle hypotheekvormen houden wij bij de berekening van de vergoeding die u moet betalen rekening met het vergoedingsvrije bedrag per leningdeel.
Voorbeeld | ||
U wenst per 1 november 2017 terug te betalen | € 50.000,00 | |
U bent vrijgesteld om per jaar terug te betalen (10% van de oorspronkelijke hoofdsom van € 250.000,00) | € 25.000,00 | |
Van uw vrijstelling gebruikt in 2017 | € 10.000,00 | |
Uw resterende vrijstelling in 2017 | € 15.000,00 -/- | |
De vergoeding wordt berekend over | € 35.000,00 |
Heeft u een annuïteiten of lineaire hypotheek? Xxx zal het bedrag van €35.000,- in bovenstaand voorbeeld lager zijn. De bank berekent namelijk het toekomstige verloop van uw hypotheekschuld tot het einde van uw rentevaste periode. Heeft u een (bank)spaarhypotheek? Xxx neemt
de bank het opgebouwde spaarkapitaal en de afgesproken toekomstige spaarbedragen ook mee in het bedrag waar- over een vergoeding wordt berekend.
Hoe bepaalt de bank het renteverschil?
Om het renteverschil te bepalen maakt de bank een berekening over de rente die u nog aan de bank had moeten betalen tot het einde van uw huidige rentevaste periode op basis van uw huidige rentepercentage. Daar- naast berekent de bank wat zij aan rente-inkomsten zou kunnen krijgen op basis van de vergelijkingsrente. Het verschil tussen deze twee bedragen is het bedrag dat de bank niet ontvangt.
De contante waarde berekening
Bij een volledige of extra terugbetaling betaalt u het bedrag in één keer aan ons terug in plaats van over de resterende maanden van uw rentevaste periode. Daarom corrigeren we het renteverlies volgens een standaard manier naar beneden. Deze standaard manier is de contante waarde berekening. De uitkomst uit deze berekening is het uit- eindelijke bedrag aan vergoeding dat wij bij u in rekening brengen. De contante waarde berekenen wij met de resterende rentevaste periode en de vergelijkingsrente.
14.7 Wat gebeurt er met mijn maandbedrag nadat ik een deel van mijn lening heb terugbetaald?
1. Uw maandbedrag wordt automatisch opnieuw vast- gesteld als u een deel van de lening terugbetaalt.
2. Het rentepercentage dat u ontvangt over het bedrag dat u heeft gestort voor het terugbetalen van uw lening is gelijk aan het rentepercentage dat u betaalt. U ontvangt rente vanaf het moment dat uw betaling bij de bank binnen is gekomen.
3. Het bedrag dat u aan rente ontvangt, trekt de bank van uw schuld bij de bank af.
4. Leest u ook hoofdstuk 2 ‘Lening en betalingen’ van de Algemene Bepalingen voor Hypotheken.
14.8 Wat moet ik doen als ik de lening helemaal wil terugbetalen?
1. U moet de bank minimaal 30 dagen voor de datum dat u de lening helemaal wilt terugbetalen om een aflosnota vragen. Dat kunt u telefonisch of schriftelijk doen.
2. De bank stelt de aflosnota 14 dagen voor de datum dat u de lening wilt terugbetalen op.
3. Betaalt u de lening niet op de door u aangegeven datum terug, maar later? Xxx moet u rente betalen over de
periode die ligt tussen de dag dat u zou terugbetalen en de datum dat u de lening heeft terugbetaald. Als u uw lening later terugbetaalt dan u had aangegeven,
dan kan het zijn dat een nieuwe aflosnota moet worden opgemaakt. De bank bepaalt of dat zo is.
14.9 Komt mijn hypotheek in een andere tariefklasse na een extra aflossing?
Leest u 6.3 Welke veranderingen hebben een effect op de vaste rente van mijn lening?
15. Verhuizen
Leest u dit eerst
1. Oude lening (hypotheek): als we het hebben over uw oude lening bedoelen we de lening die u heeft gesloten voor uw oude woning (het oude onderpand).
2. Nieuwe lening (hypotheek): uw nieuwe lening is de lening die u sluit om uw nieuwe woning (het nieuwe onderpand) te kopen. De onderpanden bij de oude en nieuwe lening zijn dus anders. Bepaalde leningdelen kunnen meeverhuizen, het onderpand kan
niet meeverhuizen.
15.1 Wat is de verhuisregeling?
De verhuisregeling betekent dat u uw vaste rente die hoort bij een bepaald deel van uw oude lening mee kunt nemen (verhuizen) naar uw nieuwe lening voor de reste- rende looptijd van de rentevaste periode. In dit hoofdstuk leest u de voorwaarden waaronder u dat kunt doen.
Voor de verhuisregeling zijn drie zaken van belang waar- over u in dit hoofdstuk meer leest:
1. De hoogte van de mee te nemen lening(delen).
2. De rente: bestaande uit de resterende rentevaste periode en opbouw van de rente.
3. De hypotheek(vorm).
15.2 Wanneer kan ik gebruikmaken van de verhuisregeling?
Er zijn twee manieren om gebruik te maken van de verhuisregeling:
1. U koopt eerst een nieuwe woning en verkoopt daarna uw oude woning.
2. U verkoopt eerst uw oude woning en koopt daarna een nieuwe woning.
Koopt u eerst een nieuwe woning? Dan kunt u bij de aan- vraag voor uw nieuwe lening aangeven dat u gebruik wilt maken van de verhuisregeling.
Verkoopt u eerst uw oude woning? Dan moet u binnen
6 maanden nadat u uw woning heeft verkocht, een nieuwe lening bij de bank sluiten voor uw nieuwe woning. Dat betekent dat er een renteaanbod voor uw nieuwe woning uitgebracht moet zijn. Het type hypotheek moet hetzelfde zijn. U kunt bijvoorbeeld geen gebruik maken van de verhuisregeling als uw oude lening een Woning Hypotheek was en uw nieuwe lening een Budget Hypotheek is. Als
de bank uw type hypotheek niet meer aanbiedt, dan kijkt de bank naar het type hypotheek dat het meeste lijkt op uw type hypotheek. De bank bepaalt welke dat is. Als u
akkoord gaat met dit type hypotheek, dan kunt u uw rente meeverhuizen.
Het kan zijn dat door op een bepaald moment geldende wet- of regelgeving, de geldende Gedragscode Hypothecaire Financieringen of door bepaald beleid van de bank u niet het totale bedrag van uw oude lening kunt meenemen naar uw nieuwe hypotheek. Ook kan het zijn dat u een bepaalde hypotheekvorm niet kunt meenemen naar uw nieuwe lening.
15.3 Voor welk bedrag geldt de verhuisregeling?
1. U kunt maximaal de uitstaande schuld meenemen naar uw nieuwe lening. Heeft u eerder terugbetaald op uw oude lening? Dan kunt u deze bedragen niet meeverhuizen.
2. Het is mogelijk dat u voor uw nieuwe woning meer geld leent dan voor uw oude woning. Dit betekent dat het bedrag van uw oude lening lager is dan het bedrag van uw nieuwe lening. De rente die gold voor uw oude lening(deel) geldt nooit voor het bedrag dat u meer leent met uw nieuwe lening. U moet voor het deel dat u meer leent een nieuw leningdeel of nieuwe leningdelen afsluiten. Daar betaalt u dan het rentepercentage over dat op dat moment door de bank wordt aangeboden.
3. Wijzigt voor een deel van het bedrag dat u mee wilt verhuizen uw hypotheekvorm? Dan kunt u voor dat deel de basis van de rente meenemen naar uw nieuwe woning. Leest u artikel 15.4 meer over de basis van de rente.
15.4 Blijf ik dezelfde rente betalen voor het deel van de hypotheek dat ik meeneem?
De basis voor de rente die u kunt meenemen, is de rente die van toepassing is op uw oude lening zonder de oude van toepassing zijnde kortingen en opslagen. Voor de bepaling van de hoogte van de rente voor uw nieuwe lening kijkt de bank welke kortingen en opslagen op dat moment van toepassing zijn voor uw de nieuwe lening. De hoogte die op dat moment geldt voor de kortingen en opslagen telt de bank op of trekt de bank af van de basis voor de rente die u meeneemt.
Het kan dus zijn dat u niet exact hetzelfde rentepercen- tage betaalt voor het deel van de lening dat u meeneemt naar uw nieuwe lening. Welke rente u gaat betalen is afhankelijk van:
1. De tariefklassen
Het kan zijn dat de tariefklassen tussen het moment van het begin van uw rentevaste periode en het moment van meenemen van uw rente zijn aangepast. Een aanpas- sing van de tariefklassen kan zowel het aantal tarief- klassen als de hoogte van de tariefopslag inhouden. Dit kan betekenen dat de rente voor het mee te nemen leningdeel hoger of lager wordt in uw nieuwe lening.
2. De verhouding tussen uw hypotheekschuld en de waarde van de woning
Een voorbeeld
Uw bestaande lening
De oorspronkelijke hoofdsom van uw oude lening was € 250.000 en bestond uit één leningdeel met de hypotheekvorm Annuïteiten Hypotheek. Door maandelijkse aflossingen bedraagt de oude lening nog € 215.500. De rente die u betaalt is 3,70%. Dit is het tarief dat hoort bij de tariefklasse boven de 85% marktwaarde. U heeft een rentevaste periode van 10 jaar. De basis van uw rente is 2,90%.
De oude tariefklasseopslag bedraagt in dit voorbeeld 0,8%.
Een nieuwe woning
U gaat na 6 jaar verhuizen naar een duurdere woning. De waarde van uw nieuwe woning is € 400.000. Voor de aankoop van de woning heeft u een nieuwe lening van € 335.000 nodig.
Dat betekent dat uw nieuwe lening in de tariefklasse tot 85% markt- waarde valt. De rentes zijn hoger dan op het moment dat u uw oude woning kocht. Voor een rentevaste periode van 10 jaar zou u nu 4,90% moeten betalen als u de lening nieuw bij de bank zou afsluiten.
Verhuisregeling
U kiest er voor om van de verhuisregeling gebruik te maken. U neemt de rente die gold voor uw oude lening en dus de oude rente voor de nog resterende rentevaste periode mee naar uw nieuwe lening. De resterende looptijd van uw rentevaste periode is op het moment dat u verhuist nog 4 jaar.
De verhouding tussen de nieuwe lening en de waarde van de nieuwe woning kan anders zijn dan de verhou- ding tussen de oude lening en de waarde van de oude woning. Valt uw nieuwe lening hierdoor in een andere tariefklasse dan uw oude lening? Dan kan het zijn dat de rente van uw nieuwe lening hoger of lager wordt. Dat betekent dat u een andere opslag krijgt dan de opslag voor uw oude lening(deel). Leest u artikel 5.3 voor een uitleg van het begrip ‘tariefklasse’.
3. De hypotheekvorm
Wijzigt u bij het verhuizen uw hypotheekvorm? Dan passen wij de op- of afslag aan naar uw nieuwe hypotheekvorm.
15.5 Kan mijn lening dezelfde hypotheekvorm houden?
U kunt uw bestaande hypotheekvorm meestal onveranderd meenemen naar uw nieuwe lening. Het kan zijn dat de bank u verplicht om een aflossende hypotheekvorm zoals een annuïteiten hypotheek of een lineaire hypotheek te nemen als u uw vaste rente wilt meenemen. Dit zal
met name zijn als u nog geen of slechts voor een deel van uw lening een aflossende hypotheekvorm heeft. Uiteraard kunt u wel de basis van uw rente meenemen zoals beschreven in bovenstaande artikelen.
15.6 Welke voorwaarden krijg ik?
Vanaf het moment dat u bij de notaris bent geweest om de hypotheekakte te tekenen voor uw nieuwe woning gelden voor uw volledige lening de op dat moment geldende voorwaarden. Deze voorwaarden gelden dus voor al uw leningdelen. Ook voor de overgangslening.
Let op
De overgangslening loopt maximaal 24 maanden.
Let op
Heeft u uw oude woning nog niet verkocht? Dan veranderen wij de lening of leningdelen die u meeverhuist voor uw oude woning tot het moment dat:
⯈ uw oude woning is verkocht en overgedragen is aan de koper, én
⯈ de oude lening volledig is terugbetaald aan de bank, in een aflossingsvrije lening met variabele rente. Wij noemen dat de overgangslening. Voor deze verandering hoeft u geen kosten te betalen.
Als u uw oude woning nog niet heeft verkocht en u heeft al wel een nieuwe woning gekocht, dan heeft u dus twee woningen (en twee hypotheken) waar u voor moet betalen. (Een deel van) de rente die gold voor uw oude lening verhuist naar uw nieuwe lening. Voor uw oude lening moet u nog wel rente betalen. U betaalt voor uw oude lening dan de variabele rente die de bank op dat moment aanbiedt voor volledig gelijke nieuwe hypotheken. Als uw oude woning is verkocht en is overgedragen (geleverd) aan de koper én u heeft uw oude lening volledig terugbetaald, dan hoeft u deze variabele rente niet meer te betalen.
Uw nieuwe lening ziet er als volgt uit:
⯈ 1 leningdeel van € 215.500 met hypotheekvorm Annuïteiten Hypotheek met een rente van 3,30% (de nieuwe tariefklasse- opslag is 0,4% Dit percentage komt boven op de 2,90%. De (resterende) rentevaste periode loopt nog 4 jaar, en
⯈ 1 leningdeel van € 119.500 met hypotheekvorm Annuïteiten Hypotheek, een rente van 4,90% met een rentevaste periode van 10 jaar.
Uw oude lening ziet er als volgt uit:
Doordat u gebruikt maakt van de verhuisregeling zetten wij uw bestaande leningdeel Annuïteit van € 215.500 om naar een Aflossingsvrije hypotheek van € 215.500. Daarnaast passen wij
de resterende looptijd van de oude hypotheek aan naar 24 maanden
en zetten wij de rente om naar een variabele rente.
2. Voor uw bestaande leningdelen blijven de voorwaarden gelden die u heeft. Voor uw nieuwe leningdeel (de verhoging) gelden de voorwaarden die op het moment van de verhoging gelden. In de offerte van uw verhoging staat welke voorwaarden van toepassing zijn op het nieuwe leningdeel.
16. Verhogen van uw lening
Belangrijk begrip
Als we het hier hebben over uw xxxxxx dan bedoelen we de lening die u wilt verhogen. Dit is dus uw bestaande lening vóór de verhoging.
16.1 Xxxxx eisen zijn er als ik mijn lening wil verhogen?
1. U kunt uw lening verhogen als:
▶ de bank vindt dat uw woning voldoende waard is, en
▶ u aan het kredietbeleid van de bank voldoet, en
▶ het bedrag dat u meer leent € 5.000 of hoger is.
2. De bank verhoogt uw lening alleen met minder dan
€ 5.000 als de verhoging het gevolg is van kosten die u moet betalen voor het veranderen van uw lening.
3. Als u aan de eisen van dit hoofdstuk (16) voldoet, dan stuurt de bank u een nieuwe offerte. In deze offerte staat een overzicht van alle gegevens van uw hypotheek na de verhoging. Het bedrag waarmee uw lening wordt verhoogd, wordt aan uw lening toegevoegd in een nieuw leningdeel.
16.2 Wat moet ik doen als ik mijn lening wil verhogen? Als u uw lening wilt verhogen, dan moet u de bank hier om vragen. U kunt hiervoor contact opnemen met uw adviseur.
16.3 Wat gebeurt er met mijn lening en de voorwaarden als ik mijn lening wil verhogen?
1. Een verhoging van uw lening is een verandering van uw bestaande lening. U voegt een leningdeel toe aan uw bestaande lening.
16.4 Moet ik voor het verhogen van mijn lening naar de notaris?
1. Het is mogelijk om uw lening tussentijds te verhogen. Dit kan als u een hogere inschrijving heeft. Zo’n hogere inschrijving moet u dan wel gelijk bij het afsluiten van uw hypotheek geregeld hebben. Als u dit doet dan wordt uw hypotheek bij het afsluiten door de notaris voor een hoger bedrag dan u op dat moment werkelijk nodig heeft en leent in het kadaster ingeschreven.
Zo kunt u in de toekomst uw lening verhogen tot het bedrag waarvoor uw hypotheek is ingeschreven. U hoeft dan niet opnieuw naar de notaris. Natuurlijk moet de bank op dat moment wel instemmen met de verhoging van uw hypotheek. De bank bekijkt (onder meer) of uw inkomen en de waarde van uw woning (het onderpand) wel voldoende zijn voor de verhoging.
2. U wilt uw hypotheek verhogen, maar u heeft geen hogere inschrijving? Dan zult u een tweede hypotheek moeten nemen. De tweede hypotheek is eigenlijk een extra lening met hetzelfde onderpand. U moet dan opnieuw naar de notaris om een nieuwe hypotheekakte te ondertekenen. Natuurlijk moet de bank op dat moment wel instemmen met deze tweede hypotheek. De bank bekijkt (onder meer) of uw inkomen en de waarde van uw woning (het onderpand) wel voldoende zijn voor de verhoging.
17. Informatieverplichting
17.1 Welke informatie kan de bank aan mij vragen?
De bank kan aan u van tijd tot tijd vragen om informatie aan de bank te geven die de bank naar redelijkheid nodig heeft voor de dienstverlening waaronder het vaststellen van uw risicoprofiel. Voorbeelden daarvan zijn een taxatierapport van uw woning (het onderpand) en/of uw inkomensgegevens. U moet die gegevens op het eerste verzoek verstrekken aan de bank. Eventuele kosten moet u betalen.
18. Verzekering of rekening die aan de lening is gekoppeld
18.1 Waarvoor is mijn kapitaalverzekering, (bank-) spaarrekening, beleggingsrekening of een andere rekening of verzekering?
Bij sommige hypotheekvormen heeft u naast uw lening een kapitaalverzekering, een (bank)spaarrekening, een
Let op
De bank geeft geen belastingadvies. Laat u zich over (het uitkeren van) uw verzekering of rekening die aan de hypotheek is gekoppeld adviseren door een belastingadviseur.
beleggingsrekening of een andere rekening of verzekering afgesloten. Deze rekening of verzekering is aan uw lening gekoppeld. Dat betekent dat de verzekering of rekening een belangrijk onderdeel is van uw hypotheek. De bank houdt bij het beoordelen of u de lening krijgt rekening met het feit dat u deze rekening of verzekering heeft. Het doel van deze verzekering of rekening is dat u hiermee een bepaald bedrag opbouwt. Met dit opgebouwde bedrag kunt u (een deel van) uw lening aan het einde van de looptijd van de lening terugbetalen aan de bank. De verzekering of de rekening heeft u bij het afsluiten van uw hypotheek aan de bank verpand.
Wat is verpanden?
De bank wil graag de zekerheid hebben dat u uw lening terugbetaalt. Hiervoor spreekt u met de bank af dat het bedrag dat u opbouwt in uw verzekering of spaart op uw rekening aan de bank wordt uitgekeerd. Dat wordt verpanden genoemd. Als het bedrag aan de bank wordt uitgekeerd, gebruikt de bank het bedrag om uw lening
of leningdelen terug te betalen.
18.2 Wat gebeurt er als ik mijn lening heb terugbetaald of heb veranderd?
1. Heeft u uw lening voor het einde van de looptijd helemaal aan de bank terugbetaald? Dan hoeft u het opgebouwde bedrag niet te gebruiken voor het terug- betalen van uw lening. Dit kan ook gebeuren als u uw lening heeft veranderd. Uw rekening of verzekering is dan niet meer aan de bank verpand.
2. De bank kan aan het laten vervallen van de verpanding eisen stellen.
18.3 Wanneer wordt het opgebouwde bedrag uitgekeerd?
1. Heeft u het in de verzekering of op de rekening opgebouwde bedrag niet nodig voor het terugbetalen van uw lening? Dan kan dit bedrag op uw bankrekening waarvan het maandbedrag wordt geïncasseerd worden gestort. Uw verzekeraar kan u hier meer informatie over geven. Het duurt enige tijd voordat het bedrag op uw bankrekening staat.
2. De bank is niet aansprakelijk voor welk nadeel dan ook, dat hier het gevolg van is of kan zijn. Dat betekent dat de bank ook niet aansprakelijk is voor een koersnadeel of een fiscaal nadeel.
19. Opstalverzekering
1. U moet een uitgebreide opstalverzekering afsluiten voor uw woning. Met een uitgebreide opstalverzekering
is uw woning verzekerd tegen schade als gevolg van bijvoorbeeld brand, storm en inbraak. Een uitgebreide opstalverzekering wordt ook wel een (uitgebreide) woonhuisverzekering genoemd.
2. De uitgebreide opstalverzekering moet uiterlijk ingaan op de dag dat u bij de notaris de hypotheekakte ondertekent. De uitgebreide verzekering moet een dekking naar herbouwwaarde hebben.
3. U moet de bank een kopie van de polis sturen.
20. Adreswijziging
20.1 Wanneer ontvang ik mijn post op mijn nieuwe adres als ik een nieuwbouwwoning heb gekocht?
De bank wijzigt uw oude adres in uw nieuwe adres één (1) maand nadat uw bouwdepot (zie hoofdstuk 12) is afgelopen. Vanaf die datum ontvangt u uw post van de bank op uw nieuwe adres. Wilt u vanaf een andere datum op uw nieuwe adres post van de bank ontvangen, dan moet u dit aan de bank laten weten. U stuurt een brief naar:
Postadres Verhuisservice ABN AMRO Bank N.V.
F&S Verhuisservice, PAC SK0000 Antwoordnummer 5149
3000 VB Rotterdam
20.2 Wanneer ontvang ik mijn post op mijn nieuwe adres als ik naar een bestaande woning verhuis?
De bank wijzigt uw oude adres in uw nieuwe adres één (1) maand nadat u de hypotheekakte bij uw notaris heeft ondertekend. Wilt u vanaf een andere datum op uw nieuwe adres post van de bank ontvangen, dan moet u dit aan de bank laten weten. U stuurt dan een brief naar:
Postadres Verhuisservice ABN AMRO Bank N.V.
F&S Verhuisservice, PAC SK0000 Antwoordnummer 5149
3000 VB Rotterdam
21. Klachtenprocedure
21.1 Hoe en waar kan ik klachten doorgeven?
U kunt uw klacht op verschillende manieren aan ons doorgeven:
1. Telefonisch: u kunt ons 24 uur per dag bereiken op telefoonnummer: 0800 - 024 07 12 (gratis). Vanuit het buitenland belt u: x00 (0)00 000 00 00 (u betaalt dan de lokale kosten plus de kosten voor het bellen vanuit het buitenland).
2. Via Internet: u kunt uw klacht online aan ons door- geven door een email te sturen of via xxxxxxx.xx
3. Bij een advieskantoor: bespreek uw klacht met een medewerker van één van onze kantoren of met uw eigen contactpersoon.
4. Schriftelijk: stuur uw klacht naar uw ABN AMRO kantoor. Het adres van uw vestiging vindt u op xxxxxxx.xx U ontvangt altijd binnen vijf werkdagen een brief van de bank met een antwoord of een ontvangstbevestiging. Als de bank niet direct een antwoord kan geven, dan staat in deze brief de datum waarop u een antwoord van de bank kunt verwachten.
21.2 Wat als ik het niet met het antwoord eens ben? Als u het niet met het antwoord eens bent, stuurt u dan een brief naar:
ABN AMRO Bank N.V.
Afd. Klachtenmanagement (HQ 11 14)
Postbus 283
1000 EA Amsterdam
In uw brief noemt u:
▶ uw klacht;
▶ uw adres, uw telefoonnummer en eventueel uw e-mailadres;
▶ uw ABN AMRO kantoor;
▶ uw bankrekeningnummer.
Stuur ook kopieën mee van informatie die volgens u voor uw klacht belangrijk is.
Nadat onze afdeling Klachtenmanagement uw brief heeft ontvangen, stuurt zij u een brief. In deze brief staat de datum waarop u een antwoord op uw klacht ontvangt.
21.3 Wat kan ik doen als ik daarna nog steeds niet tevreden ben?
U kunt binnen drie maanden nadat u het antwoord van de bank heeft ontvangen uw klacht voorleggen aan het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD).
U kunt een klachtenformulier downloaden via xxxxx.xx of het klachtenformulier telefonisch bij het KiFiD opvragen (telefoonnummer: 070 - 333 8 999). Uw klachtenformulier stuurt u naar:
Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD) Postbus 93257
2509 AG ’s-Gravenhage
Op de website van het KiFiD vindt u meer informatie over het KiFiD.
U kunt uw klacht ook voorleggen aan de rechter.
Hypotheekvormen
22. Annuïteiten Hypotheek
Maandlasten
4. Na elke rentevaste periode kan het maandbedrag veranderen. Bij een variabele rente kan het maand- bedrag iedere maand veranderen.
Rente
Terugbetaling
22.3 Kan het maandbedrag veranderen?
Uw maandbedrag verandert als de rente die u voor
dit leningdeel aan de bank moet betalen verandert. Het maandbedrag wordt dan aangepast. Het maandbedrag verandert ook op het moment dat de looptijd wordt aangepast. De maximale looptijd is 30 jaar.
Let op
Met een Annuïteiten Hypotheek neemt het bedrag van het leningdeel af. U betaalt immers elke maand een stukje van dit leningdeel terug. Hierdoor wordt het bedrag dat u aan rente betaalt steeds lager.
Dat kan gevolgen hebben voor de hypotheekrenteaftrek. Vraag uw
belastingadviseur om advies.
Looptijd in jaren
Belangrijk begrip
Als hierna ‘dit leningdeel’ staat dan bedoelen we daarmee dat leningdeel waarvoor u een Annuïteiten Hypotheek heeft afgesloten.
23. Lineaire Hypotheek
22.1 Wat is een Annuïteiten Hypotheek (in het kort)?
Een Annuïteiten Hypotheek is een hypotheekvorm waarbij u iedere maand een deel van uw lening terugbetaalt.
Daarnaast betaalt u iedere maand rente.
22.2 Wat betaal ik iedere maand?
1. U betaalt iedere maand een maandbedrag aan de bank. Dit bedrag bestaat uit:
▶ rente voor uw lening, en
▶ een bedrag waarmee u een deel van uw Annuïteiten Hypotheek terugbetaalt (aflossing).
Belangrijk begrip
Als hierna ‘dit leningdeel’ staat dan bedoelen we daarmee dat leningdeel waarvoor u een Lineaire Hypotheek heeft afgesloten.
2. Omdat het maandbedrag bij een vaste rente gelijk blijft, verandert de verhouding tussen het bedrag dat u terugbetaalt (aflossing) en de rente die u betaalt. Aan het begin van de looptijd van uw Annuïteiten Hypotheek betaalt u meer aan rente dan aan aflossing. Aan het eind van de looptijd van uw Annuïteiten Hypotheek betaalt u meer aan aflossing dan aan rente.
3. Doordat u iedere maand een deel van uw lening terug- betaalt, daalt de hoogte van uw Annuïteiten Hypotheek iedere maand. Het doel van de aflossingen is, dat u aan het eind van de looptijd uw Annuïteiten Hypotheek helemaal heeft terugbetaald.
Maandlasten
Rente
Terugbetaling
Looptijd in jaren
23.1 Wat is een Lineaire Hypotheek (in het kort)?
Een Lineaire Hypotheek is een hypotheekvorm waarbij u iedere maand een deel van uw lening aan de bank terugbetaalt. Daarnaast betaalt u iedere maand rente.
23.2 Wat betaal ik iedere maand?
1. U betaalt iedere maand een bedrag aan de bank. Dit bedrag bestaat uit:
▶ rente voor uw lening, en
▶ een vast bedrag, waarmee u een deel van dit leningdeel terugbetaalt (aflossing).
2. Doordat u iedere maand een deel van dit leningdeel terugbetaalt, daalt de hoogte van dit leningdeel iedere maand. Het doel van deze aflossingen is, dat u aan het eind van de looptijd dit leningdeel helemaal heeft terugbetaald.
3. Als het bedrag dat u aan de bank moet terugbetalen daalt, dan daalt ook het bedrag dat u aan rente moet betalen. Tijdens de looptijd van dit leningdeel daalt uw maandbedrag dus.
Let op
Met een Lineaire Hypotheek neemt het bedrag van het leningdeel af. U betaalt immers elke maand een stukje van dit leningdeel terug. Hierdoor wordt het bedrag dat u aan rente betaalt steeds lager. Dat kan gevolgen hebben voor de hypotheekrenteaftrek. Vraag uw belastingadviseur om advies.
24. Aflossingsvrije Hypotheek
Maandlasten
Rente
Looptijd in jaren
24.1 Wat is een Aflossingsvrije Hypotheek (in het kort)?
1. Een Aflossingsvrije Hypotheek bestaat uit alleen een lening. Een Aflossingsvrije Hypotheek heeft geen aan deze lening gekoppelde (bank)spaarrekening of verzekering.
2. Tijdens de looptijd van dit leningdeel betaalt u niets terug aan de bank. Ook bouwt u tijdens de looptijd geen bedrag op waarmee u dit leningdeel aan de bank kunt terugbetalen.
3. U kunt nooit meer aflossingsvrij lenen dan 50% van de waarde van uw woning. De bank bepaalt welk deel van de lening aflossingsvrij mag zijn.
24.2 Wat betaal ik iedere maand?
1. U betaalt iedere maand een bedrag aan rente omdat de bank u geld heeft geleend om uw woning te kopen.
2. De rente die u moet betalen voor uw lening wordt van uw betaalrekening afgeschreven (automatische incasso). U geeft de bank hiervoor toestemming door het onder- tekenen van een volmacht bij de offerte.
24.3 Wanneer kan mijn woning verplicht worden getaxeerd? De bank mag steeds na minstens vijf jaar de waarde van uw woning opnieuw (laten) vaststellen. Deze waarde wordt bepaald door een erkend taxateur. De bank wijst
de taxateur aan. U ontvangt over deze taxatie op tijd een brief. U moet de kosten voor deze taxatie zelf betalen.
24.4 Wat is het gevolg van de nieuwe waarde van de woning?
1. Blijkt dat de verhouding tussen uw lening en de meest recente waarde van uw woning is veranderd? Dan kan de bank extra voorwaarden stellen aan alle leningdelen die aflossingsvrij zijn. Deze voorwaarden houden meestal in dat u een deel van dit leningdeel al tijdens de looptijd van deze leningdelen moet terugbetalen.
2. De bank kan ook bepalen dat een deel van uw Aflos- singsvrije Hypotheek wordt veranderd in een andere hypotheekvorm.
24.5 Heeft een verandering van de waarde van mijn woning invloed op de hoogte van mijn rente?
Belangrijk begrip
Als hierna ‘dit leningdeel’ staat dan bedoelen we daarmee het leningdeel waarvoor u een Aflossingsvrije Hypotheek heeft afgesloten.
1. Een verandering van de verhouding tussen uw lening en de waarde van uw woning kan invloed hebben op de hoogte van de rente die u moet betalen. De bank baseert de hoogte van de rente onder meer op de verhouding tussen uw lening en de waarde van de woning. Als uit de verklaring van de WOZ waarde of een taxatierapport blijkt dat de waarde van uw woning is veranderd, kan uw lening in een andere tariefklasse vallen. Hierdoor kan de hoogte van uw rente veranderen. Leest u ook hoofdstuk 6 ‘Veranderen van de rente’.
2. Is uw lening in een andere tariefklasse gekomen? Dan betaalt u voor uw lening het rentepercentage dat gold voor deze tariefklasse op het moment van het afsluiten van de lening. Het nieuwe rentepercentage geldt alleen voor toekomstige maandbedragen.
24.6 Wanneer moet ik dit leningdeel terugbetalen?
Let op
U bouwt in dit leningdeel geen vermogen op voor het terugbetalen van dit leningdeel. U moet op een andere manier vermogen opbouwen, of de opbrengst van de verkoop van uw woning moeten gebruiken om dit leningdeel aan de bank terug te betalen.
U moet dit leningdeel aan het einde van de looptijd terug- betalen.
Let op
Door een daling van de waarde van uw woning kan het zijn dat u een ander, hoger rentepercentage moet betalen. Dit komt omdat uw lening in een andere tariefklasse valt. Dit geldt dan voor uw hele lening, dus voor alle leningdelen en de rentepercentages die daarbij horen.
25. Xxxxx Xxxxxxxxx
Uw (hele) lening komt in een hogere tariefklasse
Tarief- | NHG | Minder | Meer dan | Meer dan |
klassen | dan of | 65% en | 85% van | |
die gelden | gelijk aan | minder dan | de markt- | |
op het | 65% van | of gelijk | waarde | |
moment | de markt- | aan 85% | van de | |
van | waarde | van de | woning | |
opstellen | van de | markt- | ||
van de | woning | waarde | ||
voor- | van de | |||
waarden | woning | |||
Rente- percentage (voorbeeld) | 2,50% | 2,50% | 2,75% | 3,35% |
Door een daling van de waarde van uw woning kan het zijn dat u een ander, hoger rentepercentage moet betalen. Dit komt omdat uw lening in een andere tariefklasse valt. Dit geldt dan voor uw hele lening, dus voor alle leningdelen en de rentepercentages die daarbij horen.
Rente
Inleg
Maandlasten
Looptijd in jaren
Belangrijk begrip
Als hierna ‘dit leningdeel’ staat bedoelen wij daarmee dat leningdeel waarvoor u een Leven Hypotheek heeft afgesloten.
Een voorbeeld
U koopt in 2016 een woning. De waarde van de woning is € 200.000. U leent € 160.000. Dat is 80% van de waarde van de woning. U betaalt dan het rentepercentage dat geldt voor leningen tussen de 65% en 85% van de waarde van uw woning. Dat is in dit voorbeeld 2,75%.
In 2018 blijkt uit een taxatierapport dat uw woning minder waard is geworden. De waarde van de woning is nu € 185.000. U heeft
€ 160.000 geleend. Dat is meer dan 85% van de waarde van de woning. Uw lening valt nu in de tariefklasse van meer dan 85%. U moet 3,35% rente betalen voor uw hele lening. Het maakt daarbij niet uit wat de rente voor nieuwe volledig gelijke leningen op dat moment is. De bank
kijkt immers naar de rente zoals die was toen u de lening in 2016 afsloot.
25.1 Hoe werkt de Leven Hypotheek (in het kort)?
1. Een Leven Hypotheek bestaat uit twee delen:
a. een lening, en
b. een levensverzekering.
De lening en de levensverzekering zijn aan elkaar gekoppeld.
2. Tijdens de looptijd van dit leningdeel betaalt u niets terug aan de bank. In plaats daarvan betaalt u iedere maand een bepaald bedrag aan de verzekeraar. Het doel is dat u aan het eind van de looptijd van dit lening- deel met het bij de verzekeraar opgebouwde kapitaal dit leningdeel terug kunt betalen.
Let op
Leest u ook hoofdstuk 6 van de Algemene Bepalingen voor Hypotheken (‘Levensverzekering: verpanding en begunstiging’). Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie over de levensverzekering en de eisen die de bank hieraan stelt. Het kan zijn dat u de premie niet iedere maand, maar bijvoorbeeld iedere zes maanden betaalt.
2. Het kan zijn dat uw levensverzekering uitkeert als u of uw echtgeno(o)t(e) (partner) overlijdt. Met dat geld kunt u dit leningdeel dan (voor een deel) terugbetalen.
3. In de verzekeringspolis en in de voorwaarden van uw levensverzekering staat onder welke voorwaarden en hoeveel geld de verzekeraar uitkeert als u of uw echtgeno(o)t(e) (partner) overlijdt. Leest u uw ver- zekeringspolis en de verzekeringsvoorwaarden goed.
25.2 Wat betaal ik iedere maand?
1. U betaalt iedere maand een bedrag aan rente aan de bank. Ook betaalt u iedere maand een bedrag aan de verzekeraar voor de levensverzekering. Dit is de premie voor uw verzekering.
2. De verzekeraar vertelt u hoeveel premie u iedere maand moet betalen. Staat in de offerte een premiebedrag? Dan kan dit bedrag afwijken van de verzekeringspremie die u na het ondertekenen van de hypotheekakte moet betalen.
3. De rente die u moet betalen voor uw lening wordt van uw betaalrekening afgeschreven. U heeft de bank een machtiging gegeven om dit bedrag iedere maand van uw betaalrekening af te schrijven. De verzekeraar bepaalt zelf op welke manier u de premie aan hem moet betalen.
25.3 Wat als ik niet (op tijd) mijn maandbedrag betaal?
1. Als u niet (op tijd) uw maandbedrag betaalt, dan kan de bank eisen dat u uw lening direct terugbetaalt. Dat wordt ook wel het opeisen van de lening genoemd. De bank mag dan uw verzekering stoppen en het bedrag dat op uw verzekering staat gebruiken om de lening terug te betalen. Dit heet het afkopen van de verzekering. Ook mag de bank uw woning (laten) verkopen.
2. Het is mogelijk dat het bedrag dat u bij de verzekeraar heeft opgebouwd en de opbrengst van de verkoop van uw woning, niet voldoende is om de lening terug te betalen. In dat geval moet u het overgebleven bedrag van de lening op een andere manier terugbetalen.
3. De bank is niet aansprakelijk voor eventuele fiscale en/ of financiële schade die het gevolg is of kan zijn van het afkopen van de verzekering of de verkoop van uw woning.
25.4 Waarvoor is de levensverzekering?
1. Het doel van de levensverzekering is, dat u met het opgebouwde bedrag dit leningdeel kunt terugbetalen. Bij het beoordelen van uw aanvraag van dit leningdeel heeft de bank rekening gehouden met het vermogen dat u opbouwt met de levensverzekering. De levens- verzekering vormt dan ook een belangrijk onderdeel van uw Leven Hypotheek.
25.5 Met wie sluit ik de levensverzekering af?
De levensverzekering sluit u met de verzekeraar af. De bank is geen partij bij deze verzekering. U kunt de bank niet aansprakelijk stellen voor schade uit de verzekering.
25.6 Welke informatie moet de bank hebben over mijn levensverzekering?
De bank moet weten of de verzekeraar uw verzekerings- aanvraag heeft geaccepteerd. Houdt u er rekening mee dat de verzekeraar misschien wil dat u wordt gekeurd. Het kan daardoor enige weken duren voordat uw verzekerings- aanvraag is geaccepteerd. De bank moet weten of uw aanvraag is geaccepteerd vóórdat de bank beslist of zij u de lening kan verstrekken. Dus ruim voordat u de hypo- theekakte bij de notaris ondertekent. De verzekeraar stuurt hierover een brief naar de bank. Als de bank het bericht niet ontvangt, dan kunt u de hypotheekakte niet onder- tekenen bij de notaris. U krijgt de hypotheek dan ook niet.
25.7 Wat als ik een levensverzekering heb met een onzeker doelkapitaal?
1. De bank accepteert alleen een levensverzekering waar- bij vaststaat:
▶ hoe het eindkapitaal wordt opgebouwd, en
▶ hoe hoog het eindkapitaal zal zijn op de einddatum of bij eerder overlijden.
De bank kan onder voorwaarden hierop een uitzondering maken.
2. Geeft de levensverzekering onvoldoende zekerheid? Dan moet u een andere levensverzekering sluiten waarbij u zekerheid heeft dat u voldoende vermogen opbouwt om dit leningdeel terug te betalen.
3. U kunt de levensverzekering wel inbrengen als extra (mee te verbinden) verzekering. Dat kan alleen als de bank zeker weet dat er voldoende geld is aan het einde van de looptijd van dit leningdeel.
25.8 Mag ik de levensverzekering stoppen (afkopen)?
1. U mag de levensverzekering niet afkopen. Dat mag wel als u daar de uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de bank voor heeft gekregen.
2. Tijdens de looptijd van uw Leven Hypotheek mag u, zonder de schriftelijke toestemming van de bank, niet (tijdelijk) stoppen met het betalen van de premie.
Ook mag u niet (tijdelijk) minder premie betalen zonder dat de bank hier schriftelijk toestemming voor heeft gegeven.
25.9 Krijgt de bank een pandrecht?
1. Ja. Als u de offerte voor dit leningdeel ondertekent dan geeft u aan dat u:
▶ bij voorbaat akkoord gaat met het pandrecht van de
bank, en
▶ de bank een volmacht geeft om dit pandrecht te vestigen, en
▶ de bank een volmacht geeft om de begunstigde aan te wijzen.
2. Dit pandrecht op de verzekering geldt vanaf de ingangsdatum van de verpanding. De volmachten die hierboven staan kunt u niet meer veranderen of intrekken. Dit betekent dat deze onherroepelijk zijn.
3. In de hypotheekakte moet staan dat u de bank een eerste pandrecht geeft op uw levensverzekering. Dit moet ook op uw verzekeringspolis staan. Ook moet op de polis staan dat de bank door u is aangewezen als begunstigde. De verzekeraar kan geld vragen voor de aantekening op de polis. Deze kosten moet u zelf betalen.
Belangrijke begrippen
Een volmacht is een verklaring waarin u een ander (de bank) de bevoegdheid geeft om bepaalde handeling(en) namens u te doen.
Wat is verpanden?
De bank wil graag de zekerheid hebben dat u uw lening terugbetaalt. Hiervoor spreekt u met de bank af, dat het bedrag dat u op uw levens- verzekering opbouwt aan de bank wordt uitgekeerd. Dat wordt verpanden genoemd. Als het bedrag aan de bank wordt uitgekeerd, gebruikt de bank het bedrag van uw levensverzekering om uw Leven Hypotheek terug te betalen.
25.10 Mag ik mijn rechten uit de levensverzekering aan een ander in pand geven?
Nee. U mag de rechten uit de levensverzekering niet aan een ander in pand geven.
25.11 Wat gebeurt er met de verzekeringspolis?
De originele polis van de levensverzekering blijft tijdens de looptijd van dit leningdeel in bezit van de bank. U krijgt een kopie van de polis.
25.12 Wanneer moet ik het bij de verzekeraar opgebouwde bedrag aan de bank terugbetalen?
Aan het einde van de looptijd van dit leningdeel moet u het vermogen dat u bij de verzekeraar heeft opgebouwd gebruiken om dit leningdeel volledig terug te betalen aan de bank. U moet er daarom voor zorgen dat u voldoende vermogen opbouwt bij de verzekeraar.
25.13 Wat als de uitkering van de verzekeraar lager is dan het bedrag van de lening van mijn Leven Hypotheek?
Het is mogelijk dat het bedrag dat de verzekeraar uiteindelijk uitkeert lager is dan het bedrag dat u heeft geleend. Als dat het geval is, dan kunt u dit leningdeel niet volledig terugbetalen met het in uw levensverzekering opgebouwde vermogen. U moet het bedrag dat u niet kunt terugbetalen met uw levensverzekering dan op een andere manier aan de bank terugbetalen.
25.14 Zijn er speciale eisen als mijn Leven Hypotheek NHG heeft?
1. Als:
▶ de lening NHG heeft, en
▶ dit leningdeel niet met de uitkering uit de levens- verzekering kan worden terugbetaald aan de bank,
dan kan de bank u verplichten om naast u maand- bedrag iedere maand een extra bedrag aan de bank te betalen.
2. Door het extra maandbedrag betaalt u tijdens de loop- tijd een deel van dit leningdeel terug aan de bank.
25.15 Kan ik het verzekerd bedrag verlagen als ik een deel van mijn Leven Hypotheek heb terugbetaald?
Ja, dat kan. Het is wel noodzakelijk dat de bank u voor een verlaging van het bedrag schriftelijk toestemming geeft.
25.16 Wat moet ik doen, als ik wil dat de overlijdens- uitkering van mijn levensverzekering niet aan de bank wordt uitgekeerd als ik overlijd?
Het is mogelijk om bij uw overlijden de overlijdensuitkering niet aan de bank als begunstigde, maar aan iemand anders uit te laten keren. Als u dit wilt dan moet degene aan wie u wilt dat de overlijdensuitkering toekomt een verklaring ondertekenen. In deze verklaring staat dat deze persoon wenst dat de verzekeraar de overlijdensuitkering die aan deze persoon toekomt aan de bank moet betalen. De bank zal dit bedrag dan gebruiken om (een deel van) dit lening- deel terug te betalen. De ondertekende verklaring moet u aan de verzekeraar sturen. Deze verklaring wordt ook wel de ‘weduwe- of partnerverklaring’ genoemd en wordt met de offerte naar u gezonden.
26. Bankspaar Hypotheek
Een Spaarrekening Eigen Woning, onderdeel van uw Bankspaar hypotheek, kan vanaf 2013 alleen nog in beperkte situaties worden aangegaan. Informeer daarom bij uw adviseur in hoeverre u nog gebruik kunt maken van dit product en de bijbehorende voorwaarden.
en kan veranderen. Heeft u meerdere leningdelen met een Bankspaar Hypotheek? Dan geldt het maximale bedrag voor al uw bankspaarrekeningen samen.
Let op
Vraag uw adviseur om advies voordat u deze verklaring ondertekent en opstuurt.
4. Het doel van uw bankspaarrekening is dat aan het einde van de looptijd van dit leningdeel het bedrag op uw bankspaarrekening gelijk is aan het bedrag van dit leningdeel. U moet dan met dit gespaarde bedrag dit leningdeel terugbetalen.
Let op
De bankspaarrekening wordt in de Wet Inkomstenbelasting 2001 een Spaarrekening Eigen Woning (een ‘SEW’) genoemd.
Maandlasten
Rente
Inleg
Leest u dit eerst
ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. is de aanbieder van de bankspaarrekening. ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. is een dochteronderneming van de bank. De administratie en het beheer van uw hypotheek, waaronder ook uw bankspaarrekening worden door ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. uitgevoerd. De bank is de aanbieder van uw lening.
Looptijd in jaren
Belangrijke begrippen
Als hierna ‘dit leningdeel’ staat dan bedoelen we daarmee dat leningdeel waarvoor u een Bankspaar Hypotheek heeft afgesloten. Als wij in deze voorwaarden spreken van het of een rekeningjaar dan bedoelen we elk jaar dat volgt op de ingangsdatum van de bankspaarrekening.
26.1 Hoe werkt de Bankspaar Xxxxxxxxx (in het kort)?
1. Een Bankspaar Hypotheek bestaat uit twee delen:
a. een lening, en
b. een bankspaarrekening.
De lening en de bankspaarrekening zijn aan elkaar gekoppeld.
2. Tijdens de looptijd van uw Bankspaar Hypotheek betaalt u niets terug aan de bank. In plaats daarvan stort u iedere maand een bepaald bedrag op uw bank- spaarrekening. Dit bedrag wordt de inleg genoemd.
3. Een bankspaarrekening is een bijzondere (fiscale) spaarrekening. U kunt tot een bepaald bedrag sparen zonder dat u hierover belasting moet betalen. Dit maxi- male bedrag wordt door de Belastingdienst bepaald
26.2 Hoe wordt de bankspaarrekening geopend?
1. ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. opent de bank- spaarrekening voor u. Dit gebeurt nadat ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. het aanvraagformulier van u heeft ontvangen.
2. ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. gebruikt voor het openen van de bankspaarrekening de gegevens van uw aanvraagformulier. De bankspaarrekening moet op naam staan van de persoon of de personen die dit leningdeel hebben afgesloten.
3. De bankspaarrekening kan alleen op naam van een natuurlijk persoon worden geopend. De bankspaar- rekening kan niet op naam van een bedrijf worden geopend.
26.3 Wat is onder voorwaarden het belastingvoordeel van de Bankspaar Xxxxxxxxx?
1. Als u aan alle wettelijke vereisten voldoet, kunt u een bepaald bedrag belastingvrij sparen. Dit is het vrijstel- lingsbedrag. De hoogte van het vrijstellingsbedrag wordt door de Belastingdienst bepaald en kan veran- deren. Spaart u meer dan het vrijstellingsbedrag dan moet u daarover belasting betalen.
2. De bank is niet verantwoordelijk en/of aansprakelijk voor eventuele fiscale of financiële gevolgen van uw gebruik van de bankspaarrekening.
Let op
De bank geeft geen belastingadvies. Wij adviseren u daarvoor contact op te nemen met uw belastingadviseur.
Let op
De bank kan het vermogen op uw bankspaarrekening gebruiken om uw lening terug te betalen, omdat u uw bankspaarrekening aan de bank heeft verpand. De bank kan uw woning (laten) verkopen omdat u de bank het recht van hypotheek op uw woning heeft gegeven.
26.4 Waar betaal ik iedere maand voor?
1. U betaalt iedere maand een bedrag aan rente voor dit leningdeel. Ook stort u iedere maand een bedrag op uw bankspaarrekening. Dit is de maandelijkse inleg. Beide bedragen staan in uw offerte.
2. De rente die u moet betalen voor dit leningdeel en uw maandelijkse inleg worden in één bedrag van uw betaalrekening afgeschreven. U heeft de bank volmacht gegeven dat bedrag automatisch van uw betaalrekening af te schrijven.
3. U kunt de hoogte van uw maandelijkse inleg niet zonder toestemming van de bank veranderen.
26.5 Wat als ik niet (op tijd) mijn maandbedrag betaal?
1. Als u niet (op tijd) uw maandbedrag betaalt, dan kan de bank eisen dat u uw lening onmiddellijk terugbetaalt. Dat wordt ook wel het opeisen van de lening genoemd. De bank mag dan het bedrag dat op uw bankspaar- rekening staat gebruiken om uw lening (gedeeltelijk) terug te betalen. Ook mag de bank uw woning (laten) verkopen. Leest u ook artikelen 13.4 en 13.5.
Wat is verpanden?
De bank wil graag de zekerheid hebben dat u uw lening terugbetaalt. Hiervoor spreekt u met de bank af, dat het bedrag dat u op uw bankspaarrekening opbouwt aan de bank wordt uitgekeerd. Dat wordt verpanden genoemd. Als het bedrag aan de bank wordt uitgekeerd, gebruikt de bank het bedrag van uw bankspaarrekening om uw Bankspaar hypotheek terug te betalen.
2. Het is mogelijk dat het bedrag dat u op uw bank- spaarrekening heeft opgebouwd en het bedrag van de verkoop van uw woning niet voldoende zijn om uw lening terug te betalen. Als dat zo is dan moet u het overgebleven bedrag van de lening op een andere manier terugbetalen.
3. De bank is niet aansprakelijk voor eventuele fiscale of financiële schade (nadeel) die het gevolg is van het leegmaken van uw bankspaarrekening of de verkoop van uw woning.
26.6 Wat is de bankspaarrekening?
Belasting en de bankspaarrekening
Het belastingvoordeel van de Bankspaar Hypotheek is dat u tot een bepaald bedrag geen belasting hoeft te betalen over het bedrag dat u spaart op uw bankspaarrekening. Dit geldt alleen als u zich aan alle voorwaarden houdt. Om van dit belastingvoordeel gebruik te kunnen maken, moet u dus voldoen aan de regels zoals die in de wet staan.
De bankspaarrekening is een bijzondere spaarrekening waarop u verplicht iedere maand een afgesproken bedrag moet storten. Dit is uw inleg op uw bankspaarrekening.
U kunt geen geld van de bankspaarrekening afhalen omdat deze rekening geblokkeerd is. De bankspaarrekening maakt altijd onderdeel uit van uw Bankspaar Hypotheek.
26.7 Krijgt de bank een pandrecht?
1. Ja. Als u de offerte voor dit leningdeel ondertekent dan geeft u aan dat u:
▶ bij voorbaat akkoord gaat met het pandrecht van de
bank;
▶ de bank een volmacht geeft om het pandrecht te vestigen op de bankspaarrekening en alle rechten en aanspraken die u hierop heeft.
2. Alleen met de schriftelijke toestemming van de bank mag u deze rechten aan een ander in pand geven.
3. Het pandrecht geldt vanaf de ingangsdatum van de bankspaarrekening.
4. De volmacht die u aan de bank geeft kunt u niet meer veranderen of intrekken. Dit betekent dat deze onherroepelijk is.
Belangrijk
Een volmacht is een verklaring waarin u een ander (de bank) de bevoegdheid geeft om bepaalde handeling(en) namens u te doen.
26.8 Welke eisen worden er aan de bankspaarrekening gesteld?
1. De eisen voor een bankspaarrekening staan in de Wet Inkomstenbelasting 2001.
2. U kunt alleen een bankspaarrekening hebben, als u of uw partner een eigen woning heeft met een eigenwoning- schuld in de zin van de Wet Inkomstenbelasting 2001.
Belangrijk
Welke eisen stelt de wet (onder meer) aan een bankspaarrekening?
⯈ U mag geen geld van uw bankspaarrekening afhalen. De bank- spaarrekening is geblokkeerd. U kunt alleen geld van uw bankspaar- rekening afhalen als u uw Bankspaar Hypotheek wilt terugbetalen aan de bank.
⯈ U moet vanaf de originele ingangsdatum minimaal 15 jaar lang iedere maand een inleg (een bedrag) op uw bankspaarrekening storten. Een uitzondering op deze regel is als u, uw echtgeno(o)t(e) of degene met wie u langdurig samen een huishouding heeft, tijdens deze 15 jaar overlijdt.
⯈ De bankspaarrekening kan niet worden geopend op naam van
bedrijven of mensen die niet in Nederland wonen.
26.9 Wat is de hoogte van de rente die ik ontvang op de bankspaarrekening?
1. De hoogte van de rente die u op de bankspaarrekening ontvangt, is gelijk aan de hoogte van de rente die u voor dit leningdeel moet betalen.
2. U ontvangt rente over het bedrag dat op uw bankspaar- rekening staat.
3. De rente die u moet betalen voor dit leningdeel staat in uw offerte.
26.10 Wanneer ontvang ik de rente?
1. U ontvangt elke maand een bedrag aan rente op uw bankspaarrekening.
2. U ontvangt dit bedrag op de eerste van de maand
die volgt op de maand dat het bedrag op de bankspaar- rekening heeft gestaan.
26.11 Op welke rekening ontvang ik de rente?
De rente wordt op uw bankspaarrekening gestort.
26.12 Is het mogelijk om geld van de bankspaarrekening af te halen?
Nee. Het is niet mogelijk om voor het einde van de looptijd van dit leningdeel geld van uw bankspaarrekening af te halen. De bankspaarrekening is geblokkeerd. Xxxxx u artikel 26.13 als u toch geld van de bankspaarrekening wilt afhalen en wat daar de gevolgen van zijn.
26.13 Wat gebeurt er als ik geld van de bankspaar- rekening wil afhalen voor het einde van de looptijd?
1. Als u toch geld van uw bankspaarrekening afhaalt, dan voldoet de bankspaarrekening niet meer aan de fiscale voorwaarden die in Wet Inkomstenbelasting 2001 staan. Dit geldt ook als u het geld wilt gebruiken om (een deel van) dit leningdeel terug te betalen met het geld dat op uw bankspaarrekening staat. U kunt dan geen gebruik maken van de fiscale regelingen die de Bankspaar Hypotheek biedt.
2. Als u toch geld van de bankspaarrekening wilt halen, dan moet u dit schriftelijk aan de bank doorgeven.
De bank zal de bankspaarrekening dan beëindigen en het geld dat op de rekening staat overmaken naar het rekeningnummer dat u opgeeft. Dit heeft direct gevolgen voor dit leningdeel. Uw Bankspaar Hypotheek moet dan worden veranderd in een andere hypotheekvorm. Het kan zijn dat u hiervoor kosten moet betalen.
Let op
⯈ Omdat de bank een pandrecht heeft op uw bankspaarrekening moet de bank u toestemming geven als u geld van uw rekening wilt halen.
⯈ Als u geld van uw bankspaarrekening afhaalt, dan heeft dit directe gevolgen voor uw Bankspaar Hypotheek. Ook heeft dit gevolgen voor de belasting die u moet betalen. Bespreekt u dit eerst met uw
belastingadviseur.
Een voorbeeld
U stort op 25 juni de inleg voor uw bankspaarrekening. De rente over dat bedrag wordt vanaf 25 juni berekend. De rente wordt op 1 juli op uw bankspaarrekening gestort.
26.14 Kan ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. geld inhouden op het tegoed op de bankspaarrekening?
1. ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. kan geld op het bedrag op uw bankspaarrekening achterhouden, als u niet voldoet aan de wettelijke voorwaarden van de bankspaarrekening.
2. Op grond van de wet moet ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. aan de Belastingdienst bepaalde informatie doorgeven. Hieronder valt bijvoorbeeld het beëindigen van uw bankspaarrekening.
3. ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. kan in bepaalde gevallen door de Belastingdienst aansprakelijk worden gesteld om inkomstenbelasting die u (nog) moet betalen aan de Belastingdienst, rechtstreeks aan de Belasting- dienst te betalen. Dit is de reden dat ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. bij het vrijkomen van het bedrag dat op uw bankspaarrekening staat, een deel van het bedrag niet aan u zal uitkeren. Het gaat dan om het bedrag dat u aan de Belastingdienst moet betalen aan inkomstenbelasting.
4. Kunt u aantonen dat u de inkomstenbelasting zelf aan de Belastingdienst heeft betaald? Dan stort ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. het ingehouden bedrag inclusief de tot dat moment opgebouwde rente op uw bankrekening.
26.15 De bankspaarrekening en de belasting
U bent zelf verantwoordelijk voor het bij de Belastingdienst aangeven van de juiste informatie omtrent (het saldo op) uw bankspaarrekening in uw aangifte. De bank of ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. is nooit aansprakelijk voor eventuele fiscale en/of financiële gevolgen (schade) van het gebruik van de bankspaarrekening en dit leningdeel.
Let op
De fiscale behandeling van uw bankspaarrekening is afhankelijk van uw persoonlijke (financiële) situatie. Raadpleeg een (belasting)adviseur.
26.16 Wat gebeurt er als mijn bankspaarrekening niet meer voldoet aan de wettelijke eisen?
1. Voldoet uw bankspaarrekening niet meer aan de wette- lijke eisen? Xxx heeft dat gevolgen voor dit leningdeel. Ook kan dit gevolgen hebben voor de belasting die u moet betalen. Als u denkt dat hier sprake van is, moet u contact opnemen met uw belastingadviseur. Vervolgens moet u of uw belastingadviseur contact opnemen met de bank.
2. Weet de bank dat uw bankspaarrekening niet meer vol- doet aan de fiscale eisen? Xxx zal de bank contact met u opnemen om de mogelijkheden met u te bespreken.
3. Voldoet uw bankspaarrekening niet meer aan de wettelijke eisen? Dan zal uw Bankspaar Hypotheek moeten wor- den veranderd in een andere hypotheekvorm.
26.17 Waar moet de maandelijkse inleg op de bankspaarrekening aan voldoen?
Aan de maandelijkse inleg worden in de Wet Inkomsten- belasting 2001 onder andere de volgende eisen gesteld:
Belangrijk
Wanneer voldoet de bankspaarrekening niet meer aan de eisen van de belastingwetgeving?
Uw bankspaarrekening voldoet (onder meer) niet meer aan de wettelijke eisen als:
a. aan de voorwaarden voor een bankspaarrekening zoals bedoeld in de Wet Inkomstenbelasting 2001 niet meer wordt voldaan. In deze wet heet de bankspaarrekening een Spaarrekening Eigen Woning(SEW);
b. debankspaarrekeningvaneigenaarverandertofwordtverdeeldom een andereredendanomdatugaattrouwenofscheidenofomdatderelatie metdepersoonmetwieulangdurigsameneenhuishoudingheeft, stopt;
c. de bankspaarrekening op de balans van een bedrijf komt te staan;
d. u geld van de bankspaarrekening afhaalt;
e. dertig (30) jaar zijn verstreken na de eerste storting op de bankspaar- rekening;
f. u komt te overlijden, tenzij een van uw nabestaanden de bankspaar- rekening aanhoudt en aan alle voorwaarden van de bankspaar- rekening blijft voldoen. Raadpleeg uw belastingadviseur als u iets
xxxx veranderen aan uw bankspaarrekening.
1. Op de bankspaarrekening moet vanaf de ingangsdatum van uw Bankspaar Hypotheek minimaal vijftien (15) jaar lang iedere maand een bedrag worden gestort. In som- mige gevallen moet er minimaal twintig (20) jaar iedere maand een bedrag worden gestort. U kunt dit bedrag niet zonder toestemming van de bank veranderen. Een uitzondering op deze regel is als u, uw echtgeno(o)t(e) of degene met wie u langdurig samen een huishouding heeft, tijdens deze 15 jaar of 20 jaar overlijdt.
2. Het hoogste bedrag dat u in een rekeningjaar in totaal stort mag niet meer zijn dan tien (10) keer het laagste bedrag dat u in een rekeningjaar in totaal heeft gestort. Met andere woorden de verhouding tussen het totaal van de hoogste stortingen in een rekeningjaar en het bedrag aan de laagste stortingen in een rekeningjaar is (maximaal) 1:10. Dit wordt ook wel de bandbreedte eis genoemd.
3. U kunt vanaf de originele ingangsdatum van uw Bank- spaar Hypotheek maximaal dertig (30) jaar een bedrag (inleg) op uw bankspaarrekening storten.
Een voorbeeld
Uw maandelijkse inleg is € 150. U stort in een rekeningjaar daardoor
€ 1.800 (12 x € 150). In een ander rekeningjaar stort u in totaal € 7.200. Dat mag. De verhouding is dan 1.800: 7.200. Dat is gelijk aan 1: 4. U mag in een ander rekeningjaar in totaal maximaal € 18.000 storten. De verhouding 1800:18.000 is gelijk aan 1:10 en voldoet aan de bandbreedte eis. U moet tijdens de gehele looptijd van de Bankspaar Hypotheek voldoen aan de bandbreedte eis. De bank beoordeelt of het totaal van de inleg voor ieder afzonderlijk rekeningjaar voldoet.
26.18 Hoe wordt de hoogte van het bedrag van mijn maandelijkse inleg bepaald?
1. De hoogte van uw maandelijkse inleg is afhankelijk van de hoogte van de rente die u voor dit leningdeel moet betalen, de looptijd van de bankspaarrekening, de hoogte van het fiscaal geruisloos in te brengen bedrag en het uiteindelijke bedrag dat u wilt sparen om dit leningdeel terug te betalen (het doelkapitaal).
2. Het uiteindelijke totale bedrag op uw bankspaar- rekening bestaat dus uit:
▶ uw inleg en
▶ de rente die u over het saldo op uw bankspaar- rekening krijgt.
Let op
Het doelkapitaal is het bedrag dat u wilt opbouwen op uw bankspaar- rekening. De hoogte van uw maandelijkse inleg wordt mede bepaald door de hoogte van het doelkapitaal.
3. Het doelkapitaal van uw bankspaarrekening is altijd gelijk aan de hoogte van dit leningdeel.
26.21 Wat moet ik doen als ik meer geld wil storten op mijn bankspaarrekening?
Let op
Het hoogste bedrag dat u in een rekeningjaar in totaal stort, mag niet meer zijn dan tien (10) keer het laagste bedrag dat u in een rekeningjaar in totaal heeft gestort. Met andere woorden de verhouding tussen het totaal van de hoogste stortingen in een rekeningjaar en het bedrag aan de laagste stortingen in een rekeningjaar is (maximaal) 1:10. Dit wordt ook wel is de bandbreedte eis genoemd. Leest u ook artikel
26.17 ‘Waar moet de maandelijkse inleg op de bankspaarrekening aan voldoen’. Een wijziging van de rente kan betekenen dat u buiten de bandbreedte van 1:10 komt. Bij het doen van een extra storting moet u
hier rekening mee houden.
U kunt naast uw maandelijkse inleg een extra bedrag op uw bankspaarrekening storten. Uw adviseur kan u informeren over de mogelijkheden.
26.19 Wat is het gevolg van een verandering van de rente voor mijn maandelijkse inleg?
1. Daalt of stijgt de rente die u betaalt voor dit leningdeel? Xxx heeft dat gevolgen voor de rente die u ontvangt over het bedrag dat op uw bankspaarrekening staat. Als alle andere kenmerken van dit leningdeel gelijk blijven, dan zal de hoogte van uw maandelijkse inleg stijgen of dalen. Een wijziging van de rente kan betekenen dat u buiten de bandbreedte van 1:10 komt.
Let op
Een extra storting op uw bankspaarrekening geldt als het (deels) terugbetalen van dit leningdeel. Als u in1 jaar een deel van dit leningdeel terugbetaalt en u doet een extra storting op uw bankspaarrekening dan moet u deze bedragen optellen. Als deze bedragen meer dan 10% van het oorspronkelijke bedrag van dit leningdeel zijn dan kan het zijn dat u een vergoeding voor
vervroegd terugbetalen moet betalen. Xxxxx u ook hoofdstuk 14. In dit hoofdstuk staat wanneer u een vergoeding moet betalen
en hoe de hoogte van de vergoeding wordt berekend.
2. Is de hoogte van de rente, die u over het saldo op uw bankspaarrekening ontvangt, gedaald? Dan stijgt de hoogte van uw maandelijkse inleg. ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. informeert u over de definitieve hoogte van uw maandelijkse inleg voor de rentevaste periode. U ontvangt hierover een bericht nadat u de hypotheekakte bij de notaris heeft getekend. Past u
de rente tijdens de looptijd aan, bijvoorbeeld op het moment dat uw rentevaste periode afloopt? Ook dan informeert de bank u over de gevolgen van uw maandelijkse inleg.
26.20 Wanneer verandert mijn maandelijkse inleg?
De hoogte van uw maandelijkse inleg verandert als:
▶ u een extra storting op uw bankspaarrekening doet;
▶ de rente die u betaalt voor u dit leningdeel verandert; en/of
▶ de looptijd van de bankspaarrekening verandert.
26.22 Wat gebeurt er met de hoogte van de maandelijkse inleg als ik (extra) geld heb gestort?
Als u een extra bedrag stort op uw bankspaarrekening kan de hoogte van uw maandelijkse inleg veranderen.
Per de eerste dag van maand die volgt op uw extra storting wordt uw maandelijkse inleg veranderd. De hoogte van uw nieuwe maandelijkse inleg staat in het bericht die u na uw extra storting van de bank of ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. ontvangt.
26.23 Hoeveel mag ik eerder aan de bank terugbetalen zonder een vergoeding te betalen?
U mag ieder jaar maximaal:
▶ 10% van het oorspronkelijke bedrag van dit leningdeel aan de bank terugbetalen, of
▶ 10% van het oorspronkelijke bedrag van dit leningdeel extra op uw bankspaarrekening storten.
Let op
De bank moet de waarde (het bedrag) van uw oude verzekering of bankspaarrekening en het overdrachtsformulier binnen 6 maanden nadat u uw Bankspaar Hypotheek heeft afgesloten ontvangen.
Als dit niet zo is dan zal de Bank uw Bankspaar Hypotheek omzetten in een Annuïteiten Hypotheek. Daarnaast geldt dat de waarde van uw oude verzekering of bankspaarrekening minimaal € 500 moet zijn. De bank kan dit bedrag altijd aanpassen. Naast deze eisen gelden
nog een aantal voorwaarden. Vraagt u uw adviseur hiernaar.
Een voorbeeld
U heeft een Bankspaar Hypotheek van € 100.000.
U kunt dan bijvoorbeeld in 1 jaar € 5.000 (5% van € 100.000) uw
Bankspaar Hypotheek terugbetalen en € 4.000 (4% van € 100.000) van uw Bankspaar Hypotheek als extra bedrag storten op uw bankspaarrekening. Belangrijk is dat het bedrag dat u terugbetaalt en het bedrag van de extra storting samen niet meer zijn dan 10% van het oorspronkelijke bedrag van uw Bankspaar Xxxxxxxxx.
Als u meer dan 10% aan de bank terugbetaalt of extra op uw bankspaarrekening stort, kan het zijn dat u een vergoeding moet betalen. In hoofdstuk 14 staat wanneer u een vergoeding moet
betalen en hoe de hoogte van deze vergoeding wordt berekend.
Let op
De tekst van de volgende artikelen is gebaseerd op de regelgeving zoals die geldt op het moment van opstellen van deze voorwaarden. De regelgeving kan veranderen. Vraag uw belastingadviseur naar de actuele regelingen.
26.25 Wat is de ingangsdatum van de looptijd van de bankspaarrekening na de inbreng van een spaarverzekering of bankspaarrekening?
De looptijd van uw bankspaarrekening gaat in op de dag dat u uw eerste maandelijkse inleg moet betalen. Op het moment dat de bank de opgebouwde waarde van de
vorige bank of verzekeringsmaatschappij heeft ontvangen, gaat de looptijd van de bankspaarrekening bij ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. in.
26.24 Wat is een fiscaal geruisloze voortzetting?
1. Als u eerder:
▶ een Bankspaar Hypotheek, of
▶ een andere hypotheek heeft afgesloten waarbij u een bepaald bedrag heeft opgebouwd in een
spaarverzekering of een Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW) met een ingangsdatum die ligt op of na 1 januari 1992, of
▶ heeft gespaard op een bankspaarrekening (Spaar-
rekening Eigen Woning (SEW)) dan kunt u dit bedrag onder voorwaarden op uw nieuw te openen bank- spaarrekening laten storten. De Belastingdienst ziet dan de nieuwe bankspaarrekening als een voort- zetting van de oude Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW) of Spaarrekening Eigen Woning (SEW). Dit wordt fiscaal geruisloze voorzetting genoemd.
2. U moet de verzekeraar of de bank bij wie u de spaar- verzekering of bankspaarrekening heeft lopen zelf vragen of zij het bedrag wil overmaken naar uw (nieuwe) bankspaarrekening. De verzekeraar of bank moet een overdrachtsformulier opstellen en/of invullen waar alle gegevens van uw spaarverzekering of bank- spaarrekening in staan. Dit ingevulde overdrachts- formulier moet de verzekeraar of bank aan ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. sturen.
26.26 Wanneer berekent de bank de hoogte van mijn maandelijkse inleg?
1. De bank berekent de hoogte van uw maandelijkse inleg definitief nadat:
▶ de bank het bedrag van uw (oude) spaarverzekering
of bankspaarrekening en
▶ het door de verzekeraar of bank ingevulde over- drachtsformulier heeft ontvangen.
Uw bankspaarrekening wordt op dat moment geopend.
2. De hoogte van uw maandelijkse inleg en de ingangsdatum van uw bankspaarrekening staan in de brief die u krijgt nadat uw bankspaarrekening is geopend.
26.27 Aan welke eisen moet de ingebrachte verzekering of bankspaarrekening voldoen?
1. De bank stelt eisen aan de waarde van uw oude ver- zekering of bankspaarrekening. Op dit moment moet de waarde minimaal € 500 zijn. De bank kan dit bedrag altijd aanpassen. De bank kan altijd extra voorwaarden stellen aan de eisen voor de ingebrachte verzekering of bankspaarrekening. Uw adviseur kan u daar meer over vertellen.
2. Bij het toetsen of uw nieuwe bankspaarrekening voldoet aan de fiscale eisen (de voorwaarden zoals die in de wet staan) wordt ook rekening gehouden met de gegevens van uw oude spaarverzekering of bankspaar- rekening.
26.28 Wanneer betaal ik dit leningdeel terug aan de bank?
1. Aan het einde van de looptijd van uw Bankspaar Xxxxxxxxx moet u dit leningdeel terugbetalen aan de bank.
2. Als u een Bankspaar Hypotheek afsluit, spreekt u met de bank af dat u een bepaald bedrag opbouwt op uw bankspaarrekening (het doelkapitaal). Als het saldo dat op uw bankspaarrekening staat gelijk is aan dit doel- kapitaal, dan wordt dit leningdeel automatisch terug- betaald.
26.29 Wat gebeurt er met mijn bankspaarrekening als ik de lening terugbetaal aan het einde van de looptijd van dit leningdeel?
Aan het einde van de looptijd van dit leningdeel moet u het bedrag dat op uw bankspaarrekening staat gebruiken om dit leningdeel terug te betalen. Als er na het terug- betalen van dit leningdeel nog geld op uw bankspaar- rekening staat, dan kunt u dit opnemen. Nadat al het geld van de bankspaarrekening is opgenomen zal de bankspaar- rekening worden beëindigd.
Let op
Als u het geld op uw bankspaarrekening niet gebruikt voor het terugbetalen van uw Bankspaar Xxxxxxxxx dan voldoet u niet aan de fiscale (wettelijke) voorwaarden. U moet dan belasting betalen over de rente die u op uw bankspaarrekening heeft ontvangen. Bespreekt u dit met uw (belasting)adviseur.
26.30 Kan ik mijn bankspaarrekening aanhouden als ik geen hypotheek meer heb bij de bank?
1. Ja, dat kan. De termijn waarbinnen dit kan, is beperkt. Uiterlijk in het kalenderjaar volgend op het jaar dat u uw hypotheek heeft terugbetaald, moet er opnieuw een hypotheek zijn afgesloten.
Deze termijn gaat in nadat:
▶ u dit leningdeel aan de bank heeft terugbetaald en
▶ u geen nieuwe hypotheek bij de bank heeft afgesloten en
▶ uw bankspaarrekening heeft laten doorlopen.
U moet in die periode dan wel uw maandelijkse inleg blijven storten.
2. Tijdens deze periode geeft de bank u over het saldo dat op uw bankspaarrekening staat een basisrente. De hoogte van deze basisrente wordt één keer door de bank bepaald en verandert in deze periode niet. U ontvangt de basisrente maximaal 2 jaar. U ontvangt de basisrente na afloop van iedere maand.
3. Het kan zijn dat de hoogte van uw maandelijkse inleg verandert omdat u na het terugbetalen van dit lening- deel een andere rente over het saldo op uw bankspaar- rekening ontvangt.
4. Sluit u na deze periode geen Bankspaar Hypotheek bij de bank? Dan wordt uw bankspaarrekening beëindigd. Het geld dat op uw bankspaarrekening staat wordt dan overgemaakt naar uw bankrekening. U moet uw IBAN doorgeven aan de bank. Het beëindigen van de Bankspaar Hypotheek kan gevolgen hebben voor de belastingen die u moet betalen.
5. Op uw bankspaarrekening is het depositogarantiestelsel van toepassing. Het depositogarantiestelsel houdt in dat als een bank niet meer aan haar financiële verplichtingen kan voldoen, (rechts)personen hun vorderingen op deze financiële onderneming vergoed kunnen krijgen tot EUR 100.000 per rekeninghouder. De bankspaar- rekening en de lening die beide onderdeel uitmaken van uw Bankspaar Hypotheek worden met elkaar verrekend op het moment dat een aanspraak ontstaat op het depositogarantiestelsel. Zou u geen lening meer hebben, bijvoorbeeld omdat u de lening heeft afgelost met de verkoopopbrengst van uw woning of omdat
u gebruik maakt van de verhuisregeling, dan is uw spaarsaldo gegarandeerd tot een maximaal bedrag van EUR 100.000 per rekeninghouder. Voor meer infor- matie verwijzen wij u graag naar de website van De Nederlandsche Bank (xxx.xx). Op deze site vindt u ook de meest actuele informatie over de hoogte van het gegarandeerde bedrag dat zou kunnen wijzigen als de regelgeving wordt aangepast.
Bij uitvoering van het depositogarantiestelsel worden uw tegoeden die u heeft bij ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. bij elkaar opgeteld en op het totaal wordt de limiet van EUR 100.000 toegepast.
26.31 Wat geeft de bank of ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. door aan de Belastingdienst?
Op grond van de wet moet de bank aan de Belastingdienst bepaalde informatie doorgeven. Hieronder valt bijvoorbeeld het beëindigen van uw (oude) bankspaarrekening.
ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam. Handelsregister K.v.K. Amsterdam, nr 34334259.
Algemene Bepalingen voor Hypotheken
Artikel 1: Definities en uitleg
In deze Algemene Bepalingen voor Hypotheken worden de volgende betekenissen gebruikt:
Begrip Betekenis
Akte De notariële akte waarin de Bepalingen van toepassing worden verklaard met in begrip van de aan die notariële akte gehechte offerte, alsmede notariële akten die strekken tot aanvulling of wijziging van die notariële akte.
Bank
Degene die optreedt als verstrekker van de Lening en/of volgens de Akte optreedt als verkrijger van een
hypotheek- of pandrecht.
Hypotheekgever Degene die volgens de Akte optreedt als verstrekker van een hypotheek- of pandrecht.
Bepalingen Deze Algemene Bepalingen voor Hypotheken.
Lening Lening waarop deze Bepalingen van toepassing zijn verklaard.
Onderpand
Alle onroerende zaken en rechten waarop de Bank volgens de Akte en/of de Bepalingen een hypotheekrecht krijgt of
behoort te krijgen.
Schuldenaar Degene(n) aan wie de Lening wordt verstrekt, die later tot de Lening is toegetreden of die in de Akte als Schuldenaar wordt aangeduid, zowel ieder afzonderlijk als allen gezamenlijk.
Schuld
Het totale bedrag dat de Schuldenaar de Bank van tijd tot tijd uit hoofde van de Lening aan hoofdsom, rente of kosten
verschuldigd is, xxxxxxxxxxx met volgens de Akte of de Bepalingen door de Schuldenaar in verband met de Lening of het Onderpand aan de Bank te vergoeden bedragen (zoals verschuldigde vertragingsrente).
Waar in de Bepalingen het enkelvoud voorkomt moet ook het meervoud worden gelezen en omgekeerd. Dit geldt niet als uit de strekking duidelijk anders blijkt.
Voor zover er onderlinge strijdigheid is, hebben de specifiek voor de Lening overeengekomen voorwaarden voorrang,
gevolgd door achtereenvolgens de bepalingen van de Akte en de Bepalingen.
Artikel 2: Lening en betalingen
Maandelijkse bedrag
De Schuldenaar moet iedere maand een maandbedrag aan de Bank betalen. Hiervoor geldt het volgende:
a. Het maandbedrag bestaat uit de overeengekomen bedragen aan rente en aflossing. Voor de berekening van de rente wordt een maand gesteld op 30 dagen en een jaar op 360 dagen. Het maandbedrag kan worden verhoogd met verdere bedragen die de Schuldenaar in verband met de Lening aan de Bank schuldig is.
b. Het maandbedrag moet steeds op tijd zijn voldaan, dit betekent uiterlijk op de eerste dag volgend op de kalendermaand waarover het maandbedrag verschuldigd is. Als uitzondering hierop moet het maandbedrag over december uiterlijk op de laatste werkdag van die maand zijn voldaan.
c. Het maandbedrag moet voor het eerst worden voldaan over de maand waarin de Lening tot stand komt. De hoogte van het eerste maandbedrag is aangepast naar gelang de dag van de maand waarop de Lening tot stand komt.
d. Het maandbedrag wordt herzien:
(i) bij wijziging van het rentepercentage;
(ii) na een extra aflossing op de Lening;
(iii) als periodieke aflossing is overeengekomen en blijkt dat de Schuld daarmee niet binnen de daar- voor overeengekomen looptijd zal kunnen worden afgelost.
Extra aflossing en creditrente
Het kan zijn dat de Schuldenaar boven de overeenge- komen aflossing een extra bedrag aflost op de Lening. In dit geval blijft de Schuldenaar gedurende het restant van de lopende maand over dit bedrag debetrente
schuldig, maar vergoedt de Bank hem daartegenover een even groot bedrag aan creditrente. Per het einde van de lopende maand wordt het uitstaande bedrag van de Lening verminderd met deze creditrente en het extra afgeloste bedrag. Buiten dit geval vergoedt de Bank geen creditrente over ter zake van de Lening ontvangen bedragen, tenzij anders is overeengekomen.
Kosten in verband met de Lening
De volgende kosten komen voor rekening van de Schuldenaar en de Schuldenaar moet deze tijdig voldoen:
a. de kosten van verstrekking van de Lening, van de Akte, van de inschrijving, wijziging, vernieuwing, verbetering en aanvulling van het recht van hypotheek, van de grosse, alsmede de kosten van royement van de hypotheek;
b. de kosten van bewijsstukken van de inschrijving van de hypotheek en van andere stukken, waarvan de overlegging door de Bank mocht worden verlangd.
Jaarlijkse opgave
De Bank verstrekt de Schuldenaar jaarlijks een opgave van de Schuld per het einde van het kalenderjaar.
Artikel 3: Regels voor betalingen; vertragingsrente
Wijze van betaling
De Schuldenaar moet alle bedragen die hij aan de Bank schuldig is, voldoen:
a. op de door de Bank aangegeven wijze;
b. in de valuta waarin zijn verplichting luidt;
c. binnen de overeengekomen of door de Bank gestelde termijn;
d. zonder verrekening, korting of inhouding en zonder kosten voor de Bank.
Een betaling aan de Bank is niet verricht zolang deze de betaling niet daadwerkelijk heeft ontvangen. Dit geldt ook voor betalingen krachtens een periodieke afschrijving of een incasso.
Verzuim en vertragingsrente
De Schuldenaar moet op tijd aan zijn betalingsver- plichtingen voldoen. Dit betekent dat de Schuldenaar steeds moet betalen binnen de betalingstermijn die voor de betaling is overeengekomen of door de Bank is gesteld. Als de Schuldenaar niet binnen de betalingstermijn heeft betaald, is hij − zonder nadere ingebrekestelling − in verzuim. Als de Schuldenaar krachtens de Akte of deze Bepalingen kosten of andere bedragen aan de Bank moet vergoeden, is de Schuldenaar bij het ontstaan van zijn vergoedingsplicht meteen in verzuim. De Schuldenaar is zodra hij in verzuim is met de betaling van een bedrag over dit bedrag een onmiddellijk opeisbare (aanvullende) vertragingsrente aan de Bank schuldig van 1% per maand (dertig dagen), totdat dit bedrag alsnog is betaald. Bij de berekening van de vertragingsrente wordt een gedeelte van een maand naar boven afgerond op een volle maand.
Andere verschuldigde bedragen
Bedragen die de Schuldenaar volgens de Akte of de Bepalingen schuldig is maar niet in de Xxxxxx zijn begrepen (bijvoorbeeld verschuldigde vertragingsrente of te vergoeden kosten), kan de Bank, naar haar keuze, aan het saldo van de Xxxxxx toevoegen of afzonderlijk in rekening brengen.
Toerekening betalingen
De Bank zal de ontvangen bedragen in de volgende volgorde op de Schuld in mindering brengen:
1. Bedragen die de Bank heeft betaald of kosten die de Bank heeft gemaakt voor de Schuldenaar;
2. Vergoedingen of andere op grond van de Akte verschuldigde bedragen;
3. Rente;
4. Aflossing.
Artikel 4: Regels over het Onderpand
De Schuldenaar is verplicht ervoor in te staan dat alle regels in dit artikel volledig, tijdig en correct worden nageleefd.
Xxxxxxx, onderhoud en instandhouding
Het Onderpand moet behoorlijk worden gebruikt. Het gebruik moet voldoen aan de toepasselijke wet- en regelgeving. Het Onderpand moet ten genoegen van de Bank in goede staat worden gehouden. Alle noodzakelijke reparaties en vernieuwingen moeten meteen worden uitgevoerd. Verplichtingen uit wet- en regelgeving, overeenkomst of reglement met betrekking tot het Onderpand moeten steeds tijdig en correct worden nagekomen. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Bank mogen de navolgende gebeurtenissen met betrekking tot het Onderpand niet plaatsvinden:
a. Oneigenlijk gebruik, misbruik of verwaarlozing van het Onderpand;
b. Afbraak, afgraving of verwijdering;
c. Verbouwing waardoor de waarde vermindert;
d. Splitsing in gedeelten of vereniging met andere goederen;
e. Verandering van inrichting, gedaante of bestemming;
f. Verandering van de aard van het gebruik of van de exploitatie;
g. Verkoop, vervreemding of overdracht;
h. Inbreng in een rechtspersoon of samenwerkings- verband of toedeling bij scheiding en deling;
i. Xxxxxxxxx met hypotheek of andere beperkte rechten of met kwalitatieve verplichtingen, anders dan ten gunste van de Bank;
j. Verlies van heersende erfdienstbaarheden, kwalitatieve rechten of andere rechten;
k. Verwijdering of verlies van bestanddelen of roerende voorwerpen die bestemd zijn om het Onderpand tot blijvend gebruik te dienen.
Geen wegneemrecht
De na hypotheekvestiging aangebrachte veranderingen of toevoegingen aan het Onderpand strekken de Bank mede tot zekerheid en mogen niet worden weggenomen.
Verhuur
De Schuldenaar is zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Bank niet bevoegd:
a. Het Onderpand geheel of gedeeltelijk te verhuren, verpachten of door een derde te laten gebruiken;
b. Bestaande huur-, pachtovereenkomsten of gebruiksovereenkomsten te verlengen of wijzigen;
c. Huur- of pachtpenningen of vergelijkbare vergoedingen aan een ander dan de Bank te verpanden of vervreemden of deze over een periode van meer dan een maand te laten vooruitbetalen. Handelingen in strijd hiermee kan de Bank bij uitoefening van zijn zekerheid overeenkomstig de wet (laten) vernietigen.
Verzekering, schade, vergoedingen
Het Onderpand moet steeds met een uitgebreide dekking bij een solide verzekeringsmaatschappij verzekerd zijn tegen:
a. Brand;
b. Blikseminslag;
c. Stormschade;
d. Vliegtuigschade;
e. Ontploffing; en
f. Andere gebruikelijke of nader door de Bank te bepalen risico’s.
In verband met de verzekering en eventuele schade of waardevermindering geldt verder:
a. Als het Onderpand een opstal is moet de dekking zijn naar herbouwwaarde. De Bank mag nadere voorschriften aan de verzekering stellen en deze moeten worden opgevolgd.
b. Als de Bank dit vraagt moet de Schuldenaar het hypotheekrecht van de Bank door de verzekeraar op de verzekeringspolis laten aantekenen. De Bank mag deze aantekening ook zelf op de polis laten plaatsen.
c. Als het Onderpand niet overeenkomstig de Bepalingen is verzekerd, zal de Schuldenaar de Bank hiervan onmiddellijk in kennis stellen.
d. De Schuldenaar moet tegenover de verzekeringsmaat- schappij bedingen dat deze geruime tijd voor het einde
van de verzekering de Bank daarvan in kennis stelt.
e. Als de Bank dit vraagt moet de Schuldenaar de verzekering en de aantekening van het hypotheekrecht op de polis aantonen aan de Bank. De Schuldenaar zal hiertoe in ieder geval de verzekeringspolis en eventuele andere bewijzen aan de Bank verstrekken. Als de Schuldenaar hieraan niet binnen een redelijke termijn voldoet, is de Bank gerechtigd de verzekering zelf af te sluiten en moet de Schuldenaar de daaraan verbonden kosten onmiddellijk aan de Bank vergoeden. De Bank mag hierbij naar keuze handelen als gemach- tigde namens de Schuldenaar of op eigen naam.
f. De Schuldenaar moet de Bank onmiddellijk in kennis stellen bij schade of een ander waardeverminderend gebrek aan het Onderpand.
g. De Schuldenaar moet de Bank onmiddellijk in kennis stellen van al zijn vorderingen tot vergoeding van schade aan of waardevermindering van het Onderpand en vorderingen die in de plaats treden van het Onderpand. Zonder voorafgaande toestemming van de Bank mag de Schuldenaar geen schaderegelingen of schikkingen over dergelijke vorderingen treffen. De Bank is gerechtigd te bepalen of en hoe bedragen die op deze vorderingen worden betaald, worden gebruikt tot herbouw of herstel van het Onderpand.
h. De Schuldenaar is aansprakelijk voor schade die de Bank lijdt doordat het Onderpand niet of niet voldoende is verzekerd.
i. In geval het Onderpand een appartementsrecht is kan de Schuldenaar ook aan zijn verplichting tot het verzekeren en verzekerd houden van het Onderpand voldoen als hij er − met inachtneming van eventuele nadere voorschriften van de Bank − voor zorgt dat die verplichting wordt nagekomen door de vereniging van eigenaren. De bepalingen hierboven sub a tot en met h zijn voor zover mogelijk van (overeenkomstige) toepassing op de Schuldenaar.
Inspectie, (her-)taxatie en controle
De Bank is steeds gerechtigd om het Onderpand:
a. te laten inspecteren;
b. te laten hertaxeren;
c. te controleren of de Schuldenaar al zijn verplichtingen betreffende het Onderpand tijdig, volledig en behoorlijk nakomt. De Schuldenaar zal aan deze inspectie, taxatie en/of controle zijn volle medewerking verlenen. Hierbij geldt het volgende:
a. De Schuldenaar zorgt ervoor dat de door de Bank hiervoor ingeschakelde personen toegang krijgen tot het Onderpand.
b. Taxatie zal plaatsvinden door een beëdigd taxateur. De Bank is gerechtigd deze aan te wijzen en/of te
benoemen. De Schuldenaar zorgt ervoor dat de taxateur in de gelegenheid wordt gesteld om alle volgens de taxateur noodzakelijke werkzaamheden te verrichten. De aan de taxatie verbonden kosten zijn voor rekening van de Schuldenaar. Het kan zijn dat is overeengekomen dat op bepaalde tijden hertaxatie van de waarde van het Onderpand plaatsvindt of kan plaatsvinden. Als de getaxeerde waarde daartoe in vergelijking met de Schuld volgens de Bank aanleiding geeft kan de Bank − met inachtneming van hetgeen daarover verder mocht zijn overeengekomen − het rentepercentage voor de Lening aanpassen en/of vervroegde aflossing van (een deel van) de Schuld verlangen.
Bevoegdheid Bank bij overtreding; vergoedingsplicht Schuldenaar
Als de Schuldenaar de regels van dit artikel niet stipt naleeft is hij hierdoor zonder nadere ingebrekestelling in verzuim. De Bank is gerechtigd op kosten van de
Schuldenaar te (laten) verrichten of ongedaan maken wat in strijd met de regels van dit artikel achterwege blijft of plaatsvindt. De Schuldenaar is verplicht alle hieraan verbonden kosten onmiddellijk aan de Bank te vergoeden.
Nakoming verplichtingen aan derden; vergoedingsplicht Schuldenaar
De Schuldenaar moet tegenover de Bank instaan voor de tijdige en correcte nakoming van alle betalings- Verplichtingen betreffende het Onderpand, waaronder de verplichtingen tot voldoening van:
a. Verschuldigde verzekeringspremies;
b. Verschuldigde belastingen en heffingen;
c. Kosten van behoud, onderhoud of herstel van het Onderpand en verdere kosten in verband met het Onderpand;
d. Verschuldigde erfpachtcanons, grondrenten, opstal- retributies en andere lasten. Als deze betalingen niet tijdig of correct zijn verricht, of de Schuldenaar dit op verzoek van de Bank niet aantoont, dan is de Bank bevoegd deze betalingen op kosten van de Schuldenaar zelf te verrichten. De Schuldenaar is verplicht de hieraan verbonden kosten onmiddellijk aan de Bank te vergoeden.
Artikel 5: Verpanding
Te verpanden vorderingen en andere goederen
De Schuldenaar moet alle navolgende, bestaande en toekomstige, vorderingen en andere goederen (met inbegrip van alle bijbehorende nevenrechten), zodra dit rechtens mogelijk is, aan de Bank verpanden:
a. Alle vorderingen tot vergoeding van schade of waardevermindering aan het Onderpand en andere vergoedingen die in de plaats van het Onderpand treden;
b. In geval van verhuur, verpachting of ander betaald gebruik van het Onderpand: alle vorderingen tot betaling van huur- of pachtpenningen of gebruiks- vergoedingen, en ook verdere rechten uit hoofde van de verhuur, verpachting of het gebruik;
c. In geval van een op het Onderpand rustend erfpachtrecht, opstalrecht of ander beperkt recht: de vorderingen jegens de beperkt gerechtigde;
d. Als het Onderpand bestaat uit een appartementsrecht: alle vorderingen jegens de Vereniging van Eigenaren, de gezamenlijke eigenaren of de administrateur;
e. Alle vorderingen jegens derden met betrekking tot het Onderpand uit hoofde van het gebruik van het Onder- pand dan wel uit hoofde van onteigening of vordering van het Onderpand of uit welken andere hoofde ook;
f. Alle tegenwoordige en toekomstige van het Onderpand geoogste vruchten en/of beplantingen;
g. Alle goederen die in de plaats van genoemde goederen (zullen) treden.
Nadere regels verpanding
Met betrekking tot de vorderingen of andere goederen die de Schuldenaar aan de Bank moet verpanden, gelden nog de volgende regels:
a. De verpanding is tot zekerheid voor dezelfde vorderingen als waarvoor het Onderpand volgens de Akte tot zekerheid strekt.
b. De verpanding vindt plaats op door de Bank te bepalen wijze, waaronder begrepen verpanding bij onderhandse of bij authentieke akte.
c. De Schuldenaar staat ervoor in dat hij tot de verpanding van deze goederen bevoegd is en dat deze vrij (zullen) zijn van pandrechten en van andere rechten en aan- spraken van anderen dan de Bank.
d. De Schuldenaar geeft hierbij volmacht aan de Bank om deze goederen namens de Bank, eventueel steeds herhaald, aan zichzelf te verpanden, en daarbij ook met zich zelf te handelen, en alles te doen wat nuttig of nodig is voor de verpanding.
e. De volmacht aan de Bank om de goederen aan zichzelf te verpanden is onherroepelijk.
f. De Schuldenaar moet zodra hij met het bestaan of ontstaan van de goederen bekend is de Bank daarvan in kennis stellen.
g. De Schuldenaar zal de Bank meteen alle gegevens en documenten en andere medewerking verlenen die nodig of nuttig zijn, voor handhaving of uitoefening van het pandrecht, daaronder begrepen − ingeval van een pandrecht op vorderingen − inning van de vorderingen.
h. In geval van een pandrecht op vorderingen: de Bank is op ieder moment gerechtigd het pandrecht op deze vorderingen mede te delen aan degene die de vorde- ringen moet voldoen.
i. De Schuldenaar geeft hierbij de Bank volmacht om (schade-)regelingen te treffen en/of schikkingen te treffen en daarvoor kwijting te verlenen, geschillen aan de rechter, arbiters of bindend adviseurs voor te leggen, deskundigen te benoemen. De Schuldenaar mag zonder toestemming van de Bank deze hande- lingen zelf niet verrichten. Deze volmacht is onherroepelijk.
Artikel 6: Levensverzekering; verpanding en begunstiging
Het kan zijn dat de Schuldenaar zich in de Akte of daarbuiten verbindt om vorderingen uit een levensverzekering aan de Bank te verpanden. Met betrekking tot de verpanding van deze vorderingen geldt dan het volgende:
a. De hiervoor in artikel 5 opgenomen paragraaf ‘Nadere regels verpanding’ is hierop van toepassing.
b. De Schuldenaar moet de Bank onherroepelijk aanwijzen als begunstigde van de levensverzekering.
Aanwijzing van een andere begunstigde is toegestaan onder de voorwaarde dat die andere begunstigde de verzekeringsmaatschappij last geeft om alle rechten uit of wegens de levensverzekering uitsluitend te voldoen aan de Bank.
c. De Bank is gerechtigd tot uitoefening van het recht van afkoop, belening, premievrijmaking en begunstigings- aanwijzing. Als de Schuldenaar in verzuim is met de nakoming van een vordering waarvoor het Onderpand volgens de akte tot zekerheid strekt, heeft de Bank ook het recht de verzekering door opzegging (of op andere wijze) te beëindigen en de afkoopwaarde te innen.
d. De Schuldenaar zal de verzekering niet zonder toestemming van de Bank beëindigen.
e. De Schuldenaar moet de verzekeringspolis, met eventuele andere bewijzen, binnen één maand na het opmaken van de Akte aan de Bank verstrekken.
f. De Schuldenaar moet ervoor instaan dat de premie voor de levensverzekering steeds stipt op tijd wordt voldaan en moet dit op verzoek van de Bank aantonen. Als de Schuldenaar hieraan niet voldoet, is de Bank gerechtigd de premie op kosten van de Schuldenaar te voldoen en is de Schuldenaar verplicht deze kosten onmiddellijk aan de Bank te vergoeden. Ook is de Bank dan gerechtigd tot onmiddellijke opeising van de volledige Schuld.
g. Als de Bank een uitkering uit de levensverzekering ontvangt, keert de Bank het overschot na voldoening
van de Schuld uit aan de rechthebbende. Het kan echter zijn dat de Bank uit een bestaande rechts- verhouding nog een vordering kan verkrijgen waarvoor het Onderpand volgens de Akte tot zekerheid strekt. In dit geval is de Bank bevoegd het overschot als zekerheid daarvoor onder zich te houden totdat die rechtsverhouding volledig is afgewikkeld en alle vorderingen daaruit volledig aan de Bank zijn voldaan.
h. Als alle vorderingen waarvoor het Onderpand volgens de Akte tot zekerheid strekt zijn voldaan, zal de Bank op verzoek van de Schuldenaar met betrekking tot de levensverzekering afstand doen van haar rechten van pand en begunstiging. De Bank zal die afstand dan ook mededelen aan de verzekeringsmaatschappij.
Artikel 7: Algemene regels voor zekerheden
Verschillende zekerheden
Als de Bank verschillende zekerheden (zoals hypotheek, pand of borgtocht) heeft voor de nakoming van de Schuld of andere verplichtingen van de Schuldenaar, is de Bank geheel vrij in haar keuze van welk recht zij gebruik maakt en in de volgorde waarin zij dit doet.
Instaan voor zekerheden
De Schuldenaar moet er tegenover de Bank voor instaan dat alle hypotheek- of pandrechten of andere zekerheden die de Bank volgens de Lening, de Akte of de Bepalingen verkrijgt of behoort te verkrijgen geldig zijn en blijven, en voldoen aan alle daarvoor overeengekomen voorwaarden. Als er redelijke twijfel mogelijk is over de (voortdurende) geldigheid van die zekerheidsrechten zal de Schuldenaar deze op zijn kosten (opnieuw) tot stand brengen. De Schuldenaar is verplicht de hieraan voor de Bank verbonden kosten onmiddellijk aan deze te vergoeden.
Afstand en opzegging
De Bank is niet verplicht afstand te doen van haar hypo- theekrecht op het Onderpand of van andere zekerheden, zolang niet alle vorderingen waarvoor deze tot zekerheid (kunnen) strekken integraal aan haar zijn voldaan en iedere rechtsverhouding waaruit zulke vorderingen kunnen ontstaan volledig is afgewikkeld. Als het hypotheekrecht eindigt, zal dit op verzoek van de Schuldenaar op zijn kosten in de openbare registers worden doorgehaald. De Schuldenaar machtigt de Bank alles te doen wat hiertoe nuttig of nodig is of kan zijn. De Bank is gerechtigd haar hypotheek- of pandrechten, geheel of gedeeltelijk, door opzegging te beëindigen.
Artikel 8: Meer dan een Schuldenaar; Hoofdelijkheid
Als de Lening is verstrekt aan meer dan een Schuldenaar, is ieder van hen hoofdelijk verbonden tot voldoening van de gehele Schuld en alle overige verplichtingen uit hoofde van de Lening, De Akte of de Voorwaarden. Dit betekent dat de Bank van ieder van hen het volledige bedrag van de Schuld kan vorderen maar dat bij betaling door de een de ander niet meer hoeft te betalen. In verband hiermee geldt verder het volgende:
a. Als de Schuld vervroegd opeisbaar is tegenover de ene Schuldenaar, is de Schuld steeds ook vervroegd opeisbaar tegenover iedere andere Schuldenaar.
b. Iedere Schuldenaar doet afstand van alle verweer- middelen toekomend aan hoofdelijk verbonden schuldenaren. Als de Bank kwijtschelding of uitstel van betaling verleent, werkt dit alleen tegenover de Schuldenaar aan wie de kwijtschelding of het uitstel uitdrukkelijk is gericht. Andere Schuldenaren kunnen zich op de kwijtschelding of het uitstel niet beroepen.
c. Vorderingen die de ene Schuldenaar op de andere Schuldenaar verkrijgt uit hoofde van regres of subrogatie, zijn achtergesteld bij al hetgeen de Bank van die andere Schuldenaar te vorderen heeft of verkrijgt. De Schuldenaren moeten al deze vorderingen aan de Bank verpanden. De hiervoor in artikel 5 opgenomen paragraaf ‘Nadere regels verpanding’ zijn op deze verpanding van toepassing.
Artikel 9: Derden-hypotheek
Alleen als de Hypotheekgever een ander is dan de Schuldenaar, geldt verder het volgende:
a. De Hypotheekgever is in geen geval gerechtigd vergoeding van de Bank te vorderen van kosten die hij ten behoeve van het Onderpand maakt.
b. Het kan zijn dat de Bank behalve de door de Hypotheek- houder verschafte zekerheid, ook andere zekerheids- rechten heeft of krijgt (zoals pand, hypotheek, borg- tocht of garantie). De Hypotheekgever aanvaardt dat de Bank tegenover hem volledig vrij is te handelen alsof de Bank nooit enige andere zekerheid heeft gehad of daartoe gerechtigd is geweest. De Bank mag andere zekerheden ook prijsgeven en mag bij uitwinning zelf volledig de volgorde van uitwinning bepalen, zonder dat de Schuldenaar daar bezwaar tegen kan maken, invloed op kan uitoefenen of rechten aan kan ontlenen.
c. De Hypotheekgever aanvaardt hierbij dat de Bank tegenover hem volledig vrij is om de Schuldenaar naast de Xxxxxx andere schulden toe te staan, de voorwaarden van de Lening of die andere schulden te
wijzigen (bijvoorbeeld door verlenging van de looptijd, verhoging van de kredietsom of uitstel van aflossingen) of de zekerheid op het Onderpand geheel of gedeeltelijk te beëindigen of te beperken, zonder dat de Schulde- naar daar bezwaar tegen kan maken, invloed op kan uitoefenen of rechten aan kan ontlenen.
d. Zolang de boedel van de Schuldenaar niet volledig is uitgewonnen, mag de Bank betaling door de Hypotheekgever weigeren. Als de Bank dit doet komt zij hierdoor niet in schuldeisersverzuim.
e. Vorderingen die de Hypotheekgever op de Schuldenaar verkrijgt uit hoofde van regres of subrogatie, zijn achtergesteld bij al hetgeen de Bank van de Schuldenaar te vorderen heeft of verkrijgt. De Hypotheekgever moet deze vorderingen aan de Bank verpanden. De hiervoor in artikel 5 opgenomen paragraaf ‘Nadere regels verpanding’ zijn op deze verpanding van toepassing.
f. Als de Schuldenaar en de Hypotheekgever tegenover de Bank dezelfde prestatie schuldig zijn (bijvoorbeeld betaling van een geldbedrag), is ieder van hen hoofdelijk verbonden voor het geheel van die prestatie. De Bank mag dan van ieder van hen de volledige prestatie vorderen. Samen zijn de Schuldenaar en de Hypotheek- gever die prestatie maar eenmaal verschuldigd, zodat als de een de prestatie voldoet de ander dit niet ook behoeft te doen.
g. De Schuldenaar en de Hypotheekgever doen afstand van de verweermiddelen die toekomen aan hoofdelijk verbonden schuldenaren. Als de Bank kwijtschelding of uitstel van betaling verleent, werkt dit alleen tegenover degene aan wie de kwijtschelding of het uitstel uitdrukkelijk is gericht. De ander kan zich op die kwijtschelding of dat uitstel niet beroepen.
h. De Hypotheekgever is gebonden aan de rechtsver- houding tussen de Schuldenaar en de Bank en de daarop toepasselijke bepalingen, waaronder die van de Lening, de Akte en de Bepalingen. Alle bedoelde bepalingen zijn op de rechtsverhouding tussen Hypotheekhouder en de Bank van overeenkomstige toepassing, behoudens voor zover de strekking daarvan zich daartegen verzet.
i. Alle verplichtingen die volgens artikelen 4, 5 van de Bepalingen op de Schuldenaar rusten, rusten steeds ook in volle omvang op de Hypotheekgever. De Schuldenaar en de Hypotheekgever zijn steeds als hoofdelijk schuldenaar verbonden tot volledige nakoming daarvan en staan tegenover de Bank in voor elkaars nakoming.
j. Alle verplichtingen die volgens artikel 7, tweede paragraaf (‘Instaan voor zekerheden’) op de Schuldenaar rusten, rusten ook in volle omvang op de Hypotheekgever,
voor zover deze verplichtingen verband houden met zekerheden die de Hypotheekgever heeft verschaft of moet verschaffen. De Schuldenaar en de Hypotheekgever zijn steeds als hoofdelijk schuldenaar verbonden tot volledige nakoming daarvan en staan tegenover de Bank in voor elkaars nakoming.
Artikel 10: Informatie en documentatie
Het kan zijn dat de Schuldenaar bekend is met informatie die voor de Bank van belang is in verband met:
a. de Lening (zoals omstandigheden die grond vormen voor vervroegde opeising daarvan);
b. het Onderpand;
c. de (overige) zekerheidsrechten van de Bank.
De Schuldenaar zal in dat geval de Bank zo spoedig mogelijk daarvan in kennis stellen. De Schuldenaar zal de Bank daarbij ook alle stukken en andere gegevensdragers verstrekken die in verband daarmee van belang (kunnen) zijn.
Artikel 11: Opeisbaarheid
De Schuld is in de volgende gevallen − zonder dat een nadere ingebrekestelling vereist is − onmiddellijk volledig opeisbaar:
a. Als de Schuldenaar bij aanvraag van de lening, dan wel op enig moment na het aangaan van de lening, onvoldoende of onjuiste gegevens heeft verstrekt, zodanig dat de Bank bij kennis van de juiste gegevens de Xxxxxx niet of niet op de overeengekomen voorwaarden zou hebben verstrekt;
b. Bij toerekenbaar tekortschieten van de Schuldenaar in de nakoming van een verplichting uit hoofde van de Lening, de Akte en/of de Bepalingen; (zoals de ‘Regels over het Onderpand’ in artikel 4 van de Bepalingen);
c. Bij het einde van de looptijd van de Lening;
d. Bij vervroegde opeising van ander krediet dat de Bank de Schuldenaar heeft verstrekt;
e. Bij faillissement, surseance van betaling, wettelijke schuldsanering, onderbewindstelling, ondercurate- lestelling of overlijden van de Schuldenaar;
f. Bij (conservatoir, revindicatoir of executoriaal) beslag op (een deel van) het Onderpand of aankondiging van de openbare verkoop daarvan;
g. Als een door de Bank bedongen zekerheid niet of niet op de overeengekomen voorwaarden wordt gesteld of niet rechtsgeldig (meer) blijkt of de Bank in strijd met hetgeen is overeengekomen een beperkt recht, kwalitatief recht of ander recht tegen zich moet laten gelden;
h. Als de gebruiksmogelijkheden van het Onderpand of een gedeelte daarvan afnemen en hierdoor de waarde daalt;
i. Bij iedere wijziging in de rechtstoestand van het
Onderpand die een negatieve invloed kan hebben op de waarde van het Onderpand als zekerheid voor de Bank;
j. Als het Onderpand of een gedeelte daarvan in eigendom wordt overgedragen of door verjaring overgaat;
k. Als het Onderpand of een gedeelte daarvan economisch wordt overgedragen of wordt bezwaard met een kwalitatieve verplichting;
l. Als het Onderpand of een gedeelte daarvan niet mag worden bebouwd, verbouwd of hersteld terwijl dit wel noodzakelijk is;
m. Als het Onderpand in een ruilverkaveling wordt begrepen, op een monumentenlijst wordt geplaatst of voor onteigening wordt aangewezen, of op aanschrijving van de overheid moet worden vernieuwd of hersteld;
n. Als de huurprijs of pachtprijs voor het Onderpand wordt verlaagd;
o. Als het Onderpand bestaat uit een recht van erfpacht en/of opstalrecht:
p. bij niet tijdige voldoening van de verschuldigde canon of retributie of bij enige andere handeling van de erfpachter of opstaller in strijd met de erfpachtsvoor- waarden of opstalvoorwaarden;
q. bij het einde van het erfpachtsrecht of opstalrecht of wijziging van de erfpachtvoorwaarden of opstalvoor- waarden (canonwijziging of retributiewijziging daar- onder begrepen);
r. Als het Onderpand bestaat uit een appartementsrecht:
s. bij opheffing van de splitsing of elke wijziging of aanvulling van de splitsingsakte of het reglement;
t. bij gehele of gedeeltelijke sloop van het gesplitste gebouw;
u. Indien een verbonden zakelijk recht of gebruiksrecht vervalt, wordt gewijzigd of wordt beëindigd, dan wel wanneer de Schuldenaar uit een lidmaatschap van een coöperatie wordt ontzet;
v. Bij overlijden van de Schuldenaar;
w. Als de Schuldenaar in gemeenschap gehuwd is en gaat scheiden;
x. Als de Schuldenaar tijdens het huwelijk huwelijkse voorwaarden maakt of wijzigt;
y. Als de Schuldenaar een rechtspersoon, vennootschap onder firma of maatschap naar burgerlijk recht, perso- nenvennootschap of ander samenwerkingsverband is: bij ontbinding, bij statutenwijziging, wijziging in samen- stelling van de vennoten, de aandeelhouders, het bestuur of de directie of wijziging van de aansprake- lijkheid tegenover schuldeisers;
z. Bij een andere omstandigheid waardoor redelijkerwijs van de Bank niet kan worden verlangd, dat de Lening op de overeengekomen voorwaarden wordt geconti- nueerd.
Artikel 12: Xxxxxx, ontruiming en executie
Beheer
Als de Schuldenaar in zijn verplichtingen tegenover de Bank in ernstige mate tekort schiet is de Bank bevoegd om:
a. Met machtiging van de president van de rechtbank het Onderpand geheel of gedeeltelijk in beheer te nemen.
b. Als dit met het oog op de executie vereist is het Onderpand onder zich nemen.
Executieverkoop
De Schuldenaar moet op tijd, volledig en behoorlijk aan al zijn verplichtingen voldoen. Het kan zijn dat hij toch in verzuim is met de voldoening van een vordering waarvoor het Onderpand tot zekerheid strekt. In dit geval is de Bank bevoegd het Onderpand te verkopen en die vorderingen op de opbrengst te verhalen. Hierbij geldt het volgende:
a. De verkoop vindt plaats in het openbaar voor een notaris. De Bank kan echter aan de rechter vragen een onderhandse verkoop toe te staan.
b. De Bank is bevoegd ten behoeve van de verkoop de veilingvoorwaarden (waaronder de tijd, plaats en wijze van de veiling) vast te stellen, het Onderpand te laten bezichtigen, in appartementsrechten te spitsen of in gedeelten onder te verdelen en tussen die apparte- mentsrechten of gedeelten onderling erfdienst- baarheden te vestigen.
c. De Bank heeft het recht om de verkoop in gedeelten te laten plaats vinden, het Onderpand geheel of gedeeltelijk zelf te kopen, de verkoop op te houden en deze later te hervatten.
d. Het Onderpand moet in ieder geval op de dag van de feitelijke levering van het Onderpand leeg worden opgeleverd, behoudens rechten van derden die de Bank volgens dwingend recht moet respecteren.
De Bank kan echter een eerder tijdstip vaststellen waarop ontruiming moet hebben plaatsgevonden en het Onderpand laten ontruimen, ook zonder rechterlijke tussenkomst, krachtens de grosse van de Akte.
e. Als het Onderpand in strijd met de Akte of de Bepalingen, is verhuurd, verpacht of in gebruik is (gegeven), zal overeenkomstig de wettelijke regels ontruiming kunnen plaatsvinden.
f. De Schuldenaar doet afstand van zijn recht om een afwijkende wijze van verkoop van het Onderpand aan de rechter te verzoeken dan de volgens de wet geregelde openbare verkoop.
g. Het Onderpand kan behalve uit een onroerende zaak mede bestaan uit verpande roerende zaken. De Bank bedingt hierbij, voor zover dit rechtens mogelijk is, de
bevoegdheid om deze roerende zaken samen met het onroerende goed te verkopen volgens de voor de hypotheek geldende regels.
h. Als het onderpand onbeheerd is zal de Bank zich de toegang daartoe mogen verschaffen.
i. Als de Bank ten onrechte overgaat tot verkoop of daarmee verband houdende maatregelen, zal de Schuldenaar uiterlijk drie dagen vóór de verkoop van het Onderpand daarentegen in rechte opkomen. Daarna zal hij geacht worden daarmee te hebben ingestemd. Dit betekent ook dat de Schuldenaar zich tegen de verkoop of de overdracht van het Onderpand niet meer kan verzetten en geen aanspraken op schadevergoeding kan maken.
j. De executiekosten met in begrip van alle kosten verband houdend met de uitoefening van de in dit artikel bedoelde rechten en bevoegdheden van de Bank komen voor rekening van de Schuldenaar.
Artikel 13: Vergoeding kosten Bank
De Schuldenaar moet (mede) aan de Bank vergoeden alle kosten, rechtsbijstandskosten daaronder begrepen, die de Bank, in of buiten rechte, maakt:
a. Ter incasso van de Schuld;
b. Ter handhaving of uitoefening van de hypotheek- of pandrechten of andere zekerheden die de Bank krachtens de Lening, de Akte of de Bepalingen heeft of behoort te hebben, of van haar overige rechten en bevoegdheden; of
c. Doordat hij betrokken raakt bij een beslag, geschil of procedure tussen de Schuldenaar en een derde.
Artikel 14: Bewijskracht en bewaartermijn administratie
Tegenover de Schuldenaar strekt een uittreksel uit de administratie van de Bank tot volledig bewijs, behoudens te leveren tegenbewijs. De Bank hoeft haar administratie niet langer te bewaren dan de wettelijke bewaartermijnen.
ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam. Handelsregister K.v.K. Amsterdam, nr 34334259.
Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V.
Bestaande uit:
Algemene Bankvoorwaarden 2017 Voorwaarden Cliëntrelatie
1 maart 2017
Algemene Bankvoorwaarden 2017
Wij zijn ons als bank bewust van onze maatschappelijke functie. Wij willen een betrouwbare, dienstbare en transparante bank zijn. Daarom houden wij zo goed mogelijk rekening met de belangen van al onze klanten, medewerkers, aandeelhouders, andere kapitaalverschaffers en de samenleving als geheel.
Deze Algemene Bankvoorwaarden (ABV) zijn in overleg tussen de Nederlandse Vereniging van Banken en de Consumenten- bond opgesteld. Dit is gebeurd in het kader van de Coör- dinatiegroep Zelfreguleringsoverleg van de Sociaal-Econo- mische Raad. Ook is er overleg geweest met VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO Nederland en ONL voor Ondernemers. De ABV zijn in gebruik vanaf 1 maart 2017. De tekst is op 29 augustus 2016 door de Nederlandse Vereniging van Banken neergelegd onder nummer 60/2016 bij de griffie van de rechtbank in Amsterdam.
Artikel 1 - Toepasselijkheid
De ABV gelden voor alle producten en diensten en de hele relatie tussen u en ons. Regels die speciaal voor een product of dienst gelden, vindt u in de daarvoor geldende overeen- komst of de daarbij behorende bijzondere voorwaarden.
1. In deze Algemene Bankvoorwaarden (ABV) staan basis- regels waaraan wij ons moeten houden en u ook. Deze gelden voor alle producten en diensten die u van ons afneemt of zal afnemen en de hele relatie die u met ons heeft of zal hebben. Het gaat hier om rechten en verplichtingen van u en van ons.
2. Voor onze dienstverlening sluit u een of meer overeen- komsten met ons voor producten of diensten die u bij ons afneemt. Als er in de overeenkomst een bepaling staat die strijdig is met de ABV, gaat die voor op de ABV.
3. Als u voor een product of dienst een overeenkomst sluit, kunnen er bij de overeenkomst bijzondere voorwaarden horen. In die bijzondere voorwaarden staan regels die speciaal gelden voor dat product of die dienst.
Een voorbeeld van bijzondere voorwaarden:
Het kan zijn dat u een overeenkomst sluit om een betaalrekening te openen. Bij die overeenkomst kunnen dan bijzondere voorwaarden voor betalen horen.
Als er in de bijzondere voorwaarden een bepaling staat die strijdig is met de ABV, gaat die voor op de ABV. Maar als u een consument bent, kan die bepaling geen rechten of bescherming verminderen die de ABV aan u toekennen.
4. Verder geldt:
a. Het kan zijn dat u zelf ook algemene voorwaarden gebruikt (bijvoorbeeld als u een onderneming heeft). Dan gelden de ABV en niet uw eigen algemene voorwaarden. Uw eigen algemene voorwaarden gelden alleen als wij dat schriftelijk met u afspreken.
b. Het kan zijn dat u (ook) een relatie heeft met een buitenlandse vestiging van ons. Deze kan lokale voorwaarden hebben, bijvoorbeeld omdat die beter aansluiten bij de wetgeving die in dat land geldt. Als er in die lokale voorwaarden een bepaling staat die strijdig is met een bepaling in de ABV of een bepaling in de Nederlandse bijzondere voorwaarden, dan gaan op dat punt de lokale voorwaarden voor.
Artikel 2 - Zorgplicht
Wij hebben een zorgplicht. U bent ook zorgvuldig tegenover ons en u mag van onze dienstverlening geen misbruik maken.
1. Wij zijn bij onze dienstverlening zorgvuldig en houden hierbij zo goed mogelijk rekening met uw belangen. Dit doen wij op een manier die aansluit bij de aard van de dienstverlening. Deze belangrijke regel geldt altijd. Andere regels in de ABV of in de voor producten of diensten geldende overeenkomsten en de daarbij behorende bijzondere voorwaarden kunnen dit niet veranderen. Wij streven naar begrijpelijke producten en diensten. Ook streven wij naar begrijpelijke informatie over die producten en diensten en de risico’s ervan.
2. U bent zorgvuldig tegenover ons en houdt zo goed mogelijk rekening met onze belangen. U werkt xxxxx mee dat wij onze dienstverlening correct kunnen uitvoeren en aan onze verplichtingen kunnen voldoen. Hiermee bedoelen wij niet alleen onze verplichtingen tegenover u, maar bijvoorbeeld ook verplichtingen
die wij in verband met onze dienstverlening aan u hebben tegenover toezichthouders of fiscale of andere (nationale, internationale of supranationale) autoriteiten. U geeft ons, als wij daarom vragen, de informatie en documentatie die wij daarvoor nodig hebben. Als het u duidelijk moet zijn dat wij die informatie of documentatie nodig hebben, geeft u die uit uzelf.
U mag onze diensten of producten alleen gebruiken waarvoor ze zijn bedoeld en hiervan geen misbruik (laten) maken. Denkt u bij misbruik bijvoorbeeld aan strafbare feiten of activiteiten die schadelijk zijn voor ons of onze reputatie of die de werking en betrouw- baarheid van het financiële stelsel kunnen schaden.
Artikel 3 - Activiteiten en doeleinden
Wij vragen u om informatie om misbruik te voorkomen en risico’s te beoordelen.
1. Banken hebben een sleutelrol in het nationale en internationale financiële stelsel. Helaas wordt onze dienstverlening soms misbruikt, bijvoorbeeld voor het witwassen van geld. Wij willen misbruik voorkomen en moeten dit volgens de wet ook doen. Wij hebben hiervoor informatie van u nodig. De informatie kan bijvoorbeeld ook nodig zijn voor de beoordeling van onze risico’s of het goede verloop van onze dienstverlening. Daarom informeert u ons, als wij dat vragen, in ieder geval over:
a. uw activiteiten en doelen
b. waarom u een product of dienst van ons afneemt of wilt afnemen
c. hoe u bent gekomen aan geld, waardepapieren of andere zaken die u bij of via ons onderbrengt.
Ook verstrekt u ons alle informatie die wij nodig hebben om te bepalen in welk(e) land(en) u fiscaal inwoner bent.
2. U werkt xxxxx mee dat wij de informatie kunnen contro- leren. Bij het gebruik van de informatie houden wij ons aan de geldende privacyregelgeving.
Artikel 4 - Niet-openbare informatie
Niet-openbare informatie hoeven wij niet te gebruiken.
1. Bij onze dienstverlening aan u kunnen wij gebruikmaken van informatie die wij van u krijgen. Ook mogen wij bijvoorbeeld informatie gebruiken die openbaar is. Openbare informatie is informatie waarmee iedereen bekend kan zijn, bijvoorbeeld omdat die informatie in de krant staat of op het internet.
2. Het kan zijn dat wij buiten onze relatie met u informatie hebben die niet openbaar is. U mag niet van ons verlangen dat wij deze informatie gebruiken voor onze dienstverlening aan u. Deze informatie kan vertrouwelijk of koersgevoelig zijn.
Een voorbeeld:
Het kan zijn dat bij ons vertrouwelijk bekend is dat het met een beursgenoteerde onderneming financieel slecht of juist heel goed gaat. Wij mogen die informatie dan niet gebruiken bij een beleggingsadvies aan u.
Artikel 5 - Inschakeling derden
Wij mogen anderen inschakelen. Als wij dit doen, moeten wij zorgvuldig te werk gaan.
1. Wij mogen bij onze dienstverlening anderen inschakelen en werkzaamheden uitbesteden. Als wij dit doen bij de uit- voering van een overeenkomst met u, dan verandert hier- door niet dat wij uw aanspreekpunt en contractspartij zijn.
Een paar voorbeelden:
a. Zaken, waardepapieren, effecten of financiële instrumenten kunnen wij door een ander laten bewaren. Wij mogen dit namens u of op eigen naam doen.
b. Bij de uitvoering van het betalingsverkeer zijn ook anderen betrokken.
Wij kunnen anderen ook inschakelen bij onze bedrijfs- voering, bijvoorbeeld om onze systemen te laten functioneren.
2. Het kan zijn dat u ons een volmacht geeft voor één of meer bepaalde rechtshandelingen. Met die volmacht kunnen wij deze rechtshandelingen namens u verrichten. U bent dan daaraan gebonden. Voor volmachten die wij van u hebben geldt in ieder geval:
a. Als bij de uitvoering een wederpartij betrokken is, mogen wij ook zelf als wederpartij optreden.
Een voorbeeld:
Wij hebben uw volmacht om onder andere tegoeden die u bij ons heeft, aan onszelf te verpanden (zie artikel 24 lid 1 ABV). Als wij die volmacht gebruiken, verpanden wij uw tegoeden namens u aan ons.
b. Wij mogen de volmacht ook doorgeven aan een ander. Die ander kan dan de volmacht gebruiken. Wij zijn zorgvuldig bij de keuze van de ander aan wie wij de volmacht doorgeven.
c. Als onze onderneming (gedeeltelijk) wordt voort- gezet door een ander, bijvoorbeeld als gevolg van fusie of splitsing, dan kan die ander ook van de volmacht gebruikmaken.
3. Wij kiezen anderen die wij inschakelen met de nodige zorgvuldigheid. Heeft u zelf een ander ingeschakeld of aangewezen, dan zijn de gevolgen van die keuze voor u.
Artikel 6 - Risico van verzendingen
Voor wie is het risico van verzendingen?
1. Het kan zijn dat wij in uw opdracht geld verzenden of financiële instrumenten (zoals aandelen of obligaties). Het risico van verloren gaan of beschadiging van de verzending is dan voor ons. Als de verzending bijvoor- beeld verloren gaat, vergoeden wij u de waarde.
2. Het kan ook zijn dat wij in uw opdracht andere zaken of waardepapieren verzenden, zoals een eigendomsbewijs van bepaalde goederen (bijvoorbeeld een cognossement). Het risico van verloren gaan of beschadiging van de verzending is dan voor u. Veroorzaken wij echter schade doordat wij onzorgvuldig te werk gaan bij de verzending, dan komt die schade voor onze rekening.
Artikel 7 - Informatie over u en uw vertegenwoordiger Wij hebben gegevens nodig over u en uw vertegenwoordiger. Wijzigingen geeft u aan ons door.
1. Informatie.
Wij zijn wettelijk verplicht uw identiteit te controleren. Als wij daarom vragen geeft u ons onder meer de volgende informatie:
a. Informatie over natuurlijke personen.
I. voor- en achternamen, geboortedatum, woon- plaats en burgerservicenummer. U werkt mee aan de controle van uw identiteit door ons een geldig identiteitsbewijs te laten zien dat wij hiervoor geschikt vinden, zoals een paspoort.
II. burgerlijke staat en huwelijks- of partnerschaps- goederenregime. Van die informatie kan afhangen of u voor bepaalde handelingen elkaars toestemming nodig heeft of dat u eventueel gemeenschappelijk vermogen heeft waarop vorderingen verhaalbaar zijn.
b. Informatie over zakelijke klanten.
Rechtsvorm, inschrijvingsnummer in het Handels register en/of andere registers, statutaire vestigings- plaats, btw-nummer, inzicht in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur.
U werkt xxxxx mee dat wij deze informatie kunnen controleren. Wij gebruiken deze informatie bijvoorbeeld voor de nakoming van wettelijke verplichtingen of voor onze dienstverlening aan u.
Ook over uw vertegenwoordiger kunnen wij deze informatie nodig hebben. Uw vertegenwoordiger moet die informatie aan ons geven en eraan mee- werken dat wij deze informatie kunnen controleren. Die vertegenwoordiger kan bijvoorbeeld zijn:
a. een wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige (meestal moeder/vader)
b. een gevolmachtigde
c. een bestuurder van een rechtspersoon.
2. Wijzigingen doorgeven.
Veranderingen in gegevens over u en uw vertegen- woordiger moeten meteen aan ons worden doorgegeven. Dit is belangrijk voor de uitvoering van onze wettelijke verplichtingen en onze dienstverlening aan u.
Het kan ook zijn dat u eerst geen vertegenwoordiger nodig heeft voor uw bankzaken, maar later wel. Dit moet dan meteen aan ons worden doorgegeven.
Denkt u bijvoorbeeld aan de volgende situaties:
a. uw vermogen komt onder bewind
b. u komt onder curatele
c. u komt in een schuldsaneringsregeling, krijgt (voorlopige) surseance van betaling of gaat failliet, of
d. u kunt om een andere reden niet zelf alle rechts- handelingen (onaantastbaar) verrichten.
3. Opslaan van informatie.
Wij mogen de informatie registreren en bewaren. Soms zijn wij daartoe zelfs verplicht. Ook mogen wij van de documenten waaruit deze informatie blijkt, bijvoorbeeld een paspoort, een kopie maken voor onze administratie. Wij houden ons hierbij aan de geldende privacyregelgeving.
Artikel 8 - Handtekening
Waarom willen wij een voorbeeld van uw handtekening?
1. Het kan nodig zijn dat u uw handtekening gebruikt om uw akkoord te geven aan een opdracht of een andere handeling die u met ons verricht. Er zijn handgeschreven handtekeningen en elektronische handtekeningen. Om uw handgeschreven handtekening te kunnen herkennen, willen wij weten hoe deze eruit ziet. Wij kunnen u vragen om een voorbeeld van uw handgeschreven handtekening en daarbij nadere aanwijzingen geven. U voldoet dan hieraan. Dit geldt ook voor uw vertegenwoordiger.
2. Wij mogen op het voorbeeld van uw handtekening afgaan, totdat u ons meedeelt dat uw handtekening is veranderd. Dit geldt ook voor de handtekening van uw vertegenwoordiger.
3. Het kan zijn dat u of uw vertegenwoordiger in verschil- lende rollen tegenover ons optreedt. Het is namelijk mogelijk zelf klant te zijn en daarnaast vertegenwoordiger van een of meer anderen. Zo kan het zijn dat u zelf als klant een betaalrekening bij ons heeft en u daarnaast van een andere klant een volmacht heeft om van zijn betaalrekening betalingen te doen. Als u of uw vertegenwoordiger in de ene rol een voorbeeld van uw handtekening aan ons geeft, geldt dit voorbeeld ook in alle andere rollen waarin u of uw vertegenwoordiger met ons handelt.
Artikel 9 - Vertegenwoordiging en volmacht
U kunt zich door iemand laten vertegenwoordigen maar wij kunnen hieraan regels stellen. Xxxxxxxxxxx geeft u meteen door. U en uw vertegenwoordiger houden elkaar op de hoogte.
1. Vertegenwoordiging.
U kunt zich laten vertegenwoordigen door een gevol- machtigde of andere vertegenwoordiger. Wij kunnen regels en beperkingen stellen aan vertegenwoordiging. Denkt u bijvoorbeeld aan regels over vorm en inhoud van een volmacht. Als uw vertegenwoordiger namens u handelt, bent u daaraan gebonden.
Wij zijn niet verplicht om met uw vertegenwoordiger te (blijven) handelen. Het kan zijn dat wij dit weigeren, bijvoorbeeld wegens:
a. bezwaar tegen de persoon van de vertegenwoordiger (bijvoorbeeld omdat deze zich misdraagt)
b. twijfel over de geldigheid of de inhoud van de vertegenwoordigingsbevoegdheid.
Uw gevolmachtigde mag zijn volmacht niet doorgeven aan een ander, tenzij wij dit goedvinden. Dit is belangrijk om bijvoorbeeld te voorkomen dat uw rekening verkeerd kan worden gebruikt.
2. Wijziging in vertegenwoordiging.
Als de bevoegdheid van uw vertegenwoordiger (of diens vertegenwoordiger) verandert of niet (meer) bestaat, deelt u dit meteen schriftelijk aan ons mee. Zolang wij deze mededeling niet van u hebben ontvangen, mogen wij aannemen dat die bevoegd- heid ongewijzigd bestaat. U mag er niet van uitgaan dat wij op andere wijze, bijvoorbeeld via openbare registers, te weten komen dat de bevoegdheid is veranderd of niet (meer) bestaat.
Na uw mededeling dat de bevoegdheid van uw ver- tegenwoordiger is veranderd of niet (meer) bestaat, hebben wij enige tijd nodig om onze dienstverlening hierop aan te passen. Het kan zijn dat uw vertegen- woordiger voor of enige tijd na die mededeling nog een opdracht had gegeven. Als de uitvoering daarvan redelijkerwijs niet is te voorkomen, dan bent u daaraan gebonden.
3. Uw vertegenwoordiger houdt zich aan dezelfde regels als u. U informeert elkaar.
Alle regels die voor u gelden in uw relatie met ons, gelden ook voor uw vertegenwoordiger. U bent ervoor verantwoordelijk dat uw vertegenwoordiger zich daaraan houdt. Ook moeten u en uw vertegenwoordiger elkaar steeds goed blijven informeren over alles wat er in uw relatie met ons van belang kan zijn.
Een voorbeeld:
Uw vertegenwoordiger heeft een bankpas waarvan hij of zij namens u gebruik kan maken. Die vertegen- woordiger moet zich dan aan dezelfde veiligheidsvoor-
schriften houden als u. Als wij deze voorschriften aan u bekendmaken, geeft u deze meteen aan uw vertegen- woordiger door.
Artikel 10 - Persoonsgegevens
Hoe gaan wij om met persoonsgegevens?
1. Wij mogen persoonsgegevens van u en uw vertegen- woordiger verwerken. Dit geldt ook voor gegevens over producten en diensten die u van ons afneemt. Persoonsgegevens zijn gegevens die informatie geven over een bepaald iemand. Denkt u bijvoorbeeld aan
gegevens zoals uw geboortedatum, adres of geslacht. Verwerken van persoonsgegevens betekent onder meer verzamelen, bewaren en gebruiken hiervan.
Als wij met andere rechtspersonen een groep vormen, mogen de gegevens worden uitgewisseld en verwerkt binnen deze groep. Wij mogen persoonsgegevens ook uitwisselen met anderen die wij inschakelen bij onze bedrijfsvoering of de uitvoering van onze dienstverlening. Denkt u bijvoorbeeld aan anderen die wij inschakelen om onze systemen te laten functioneren of bij het uitvoeren van het betalingsverkeer.
Wij houden ons hierbij aan wet- en regelgeving en onze gedragscodes.
2. Uitwisseling van gegevens kan meebrengen dat er gegevens terechtkomen in landen waar persoons- gegevens minder worden beschermd dan in Nederland. Bevoegde autoriteiten van landen waar persoonsgegevens zich tijdens of na verwerking bevinden, kunnen naar die gegevens een onderzoek instellen.
Artikel 11 - (Beeld- en geluid) opnamen
Maken wij beeld-/geluidopnamen van u?
1. Soms maken wij beeld- en/of geluidopnamen bij onze dienstverlening. Het kan zijn dat u daarop voorkomt. Als wij opnamen maken, houden wij ons daarbij aan wet- en regelgeving en onze gedragscodes. Wij maken bijvoorbeeld opnamen voor:
a. Een goede bedrijfsvoering en kwaliteitsbewaking. Wij kunnen bijvoorbeeld telefoongesprekken opnemen voor scholing van onze werknemers.
b. Bewijslevering.
Wij kunnen bijvoorbeeld een opname maken van:
I. een opdracht die u ons telefonisch geeft, of
II. de telefonische melding die u aan ons doorgeeft van verlies of diefstal van uw bankpas.
c. Criminaliteitsbestrijding.
Een voorbeeld: beeldopnamen bij geldautomaten.
2. Als u recht heeft op een kopie van een beeld- en/of geluidopname of een uitgeschreven tekst van een geluidopname, geeft u ons eerst de informatie die ons helpt om de opname terug te vinden. Denkt u hierbij aan de plaats, datum en tijd van de opname.
Artikel 12 - Continuïteit in dienstverlening
Wij proberen te zorgen voor voorzieningen die goed werken. Storingen en onderbrekingen kunnen zich echter voordoen.
Onze dienstverlening is afhankelijk van (technische) voorzieningen zoals apparatuur, computers, software, systemen, netwerken en internet. Wij proberen ervoor te zorgen dat die voorzieningen goed werken. Wat mag
u hiervan verwachten? Niet dat er nooit een storing of onderbreking is. Helaas zijn die niet altijd te voorkomen. Wij hebben daar ook niet altijd zelf invloed op. Soms zal een (korte) onderbreking in de dienstverlening nodig zijn voor werkzaamheden zoals onderhoud. Wij streven ernaar, binnen redelijke grenzen, storingen en onderbrekingen te vermijden of anders binnen redelijke tijd met een oplossing te komen.
Artikel 13 - Overlijden klant
Na uw overlijden.
1. Wanneer u bent overleden, moet dit zo spoedig mogelijk schriftelijk aan ons worden doorgegeven, bijvoorbeeld door een familielid.
Het kan zijn dat u voor uw overlijden ons nog een opdracht heeft gegeven. Denkt u bijvoorbeeld aan een betaal- opdracht. Totdat wij het schriftelijk bericht van uw overlijden hebben ontvangen, mogen wij opdrachten van u of uw vertegenwoordiger blijven uitvoeren. Na het overlijdens- bericht hebben wij nog enige tijd nodig om onze dienstverlening hierop aan te passen. Hierdoor kan het gebeuren dat wij een opdracht die wij voor of enige tijd na het overlijdensbericht ontvangen, toch nog (blijven) uitvoeren. Uw nalatenschap is daaraan gebonden als de uitvoering redelijkerwijs niet meer was te voorkomen.
2. Als wij om een verklaring van erfrecht vragen, moet degene die namens uw nalatenschap optreedt ons die geven. Deze verklaring van erfrecht moet zijn opgesteld door een Nederlandse notaris. Afhankelijk van de omvang van de nalatenschap en andere factoren kunnen ook andere documenten of informatie voor ons voldoende zijn.
3. Het kan zijn dat u meer dan één erfgenaam heeft. Aan informatieverzoeken van afzonderlijke erfgenamen hoeven wij niet te voldoen. Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan informatie over betalingen via uw rekening.
4. Het kan zijn dat nabestaanden niet weten waar de overledene rekeningen aanhield. Zij kunnen dan voor informatie terecht bij het digitale loket dat banken gezamenlijk hiervoor hebben ingericht op de website van de Nederlandse Vereniging van Banken of een andere daarvoor in te richten voorziening.
Artikel 14 - Berichten aan de klant
Xxxxxxxx sturen wij berichten voor u?
1. Verschillende mogelijkheden om met u te communiceren. Wij kunnen op verschillende manieren met u commu- niceren. Denkt u bijvoorbeeld aan post, telefoon, e-mail of internetbankieren.
2. Post.
U zorgt ervoor dat wij steeds uw correcte adres- gegevens hebben. Zo kunnen wij voor u bestemde verklaringen, berichten, opgaven, documenten en andere informatie naar het juiste adres sturen. Uw adreswijziging geeft u zo snel mogelijk aan ons door. Als uw adres door uw toedoen niet (meer) bij ons bekend is, mogen wij op uw kosten (laten) onderzoeken wat uw adres is. Als uw adres niet (meer) bij ons bekend is, mogen wij documenten, verklaringen en andere informatie op ons eigen adres voor u achterlaten.
Deze gelden dan als door u ontvangen.
Het kan zijn dat u samen met een of meer anderen een product of dienst van ons afneemt. Post voor gezamenlijke klanten sturen wij naar het ons opgegeven adres.
Als gezamenlijke klanten het er samen niet (meer) over eens zijn naar welk adres wij de post moeten sturen, dan bepalen wij zelf naar welk van hun adressen wij de post sturen.
3. Internetbankieren.
Als u internetbankieren bij ons heeft, kunnen wij daar verklaringen, berichten, opgaven, documenten en andere informatie voor u plaatsen. U zorgt ervoor dat u die berichten zo spoedig mogelijk leest.
Met internetbankieren bedoelen wij in de ABV de elektronische omgeving die wij voor u hebben ingericht als beveiligd communicatiekanaal tussen u en ons. Denkt u bij internetbankieren ook aan mobiel- bankieren en (andere) voor uw bankdiensten overeen- gekomen apps of vergelijkbare functionaliteiten.
4. E-mail.
Het kan zijn dat wij met u afspreken dat wij u per e-mail berichten. In dat geval zorgt u ervoor dat u dit bericht zo spoedig mogelijk leest.
Artikel 15 - Nederlandse taal
In welke taal communiceren wij met u en wanneer is er een vertaling nodig?
1. De communicatie tussen u en ons gaat in het Neder- lands. Dit is anders als wij daarover met u een andere afspraak maken. Zo wordt in het internationale zakelijke bankverkeer vaak voor het Engels gekozen.
2. Als u een document voor ons heeft in een andere taal dan het Nederlands, mogen wij een vertaling verlangen in het Nederlands. Een vertaling in een andere taal is alleen toegestaan als wij daarmee akkoord zijn.
De kosten van het maken van de vertaling zijn voor u. De vertaling moet worden gemaakt door:
a. een vertaler die in Nederland is beëdigd voor de taal van het document, of
b. iemand anders die wij daarvoor geschikt vinden.
Artikel 16 - Gebruik van communicatiemiddelen
Zorgvuldigheid en veiligheid bij communicatie.
Om te voorkomen dat er met communicatie iets fout gaat, gaat u veilig en zorgvuldig om met communicatiemiddelen. Dit betekent bijvoorbeeld dat u uw computer of andere apparatuur zo goed mogelijk beveiligt tegen virussen, schadelijke software (malware, spyware) en ander misbruik.
Artikel 17 - Gegevens en opdrachten
Gegevens die wij van u nodig hebben voor onze dienst- verlening.
1. Voor de uitvoering van onze dienstverlening hebben wij informatie van u nodig. Als wij daarom vragen, geeft u die aan ons. Het kan ook zijn dat wij u niet om informatie vragen, maar dat u behoort te begrijpen dat wij die nodig hebben. Ook die informatie geeft u ons dan.
Een voorbeeld:
Stel u heeft voor uw beleggingen een beleggersprofiel. Als er iets verandert waardoor financiële risico’s minder acceptabel voor u zijn, moet u zelf uw beleggersprofiel laten aanpassen.
2. Uw opdrachten, mededelingen en andere verklarin- gen moeten tijdig, duidelijk, volledig en juist zijn. Als u bijvoorbeeld een betaling wilt laten uitvoeren, vermeldt u het juiste rekeningnummer van de rekening waar de betaling naartoe moet.
Wij kunnen nadere regels stellen voor uw opdrachten, mededelingen of andere verklaringen van u aan ons. Als wij dit doen, leeft u die na. Als wij bijvoorbeeld een formulier of communicatiemiddel voorschrijven, gebruikt u dat.
3. Opdrachten die niet aan onze regels voldoen, hoeven wij niet uit te voeren. Wij kunnen de uitvoering dan weigeren of uitstellen. Wij stellen u daarvan op de hoogte. In bijzondere gevallen mogen wij een opdracht of gevraagde dienst weigeren, ook al is aan alle eisen voldaan. Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan het geval dat wij een vermoeden van misbruik hebben.
Artikel 18 - Bewijskracht en bewaartermijn bankadministratie
Onze bankadministratie levert volledig bewijs op maar u mag tegenbewijs leveren.
1. Wij administreren de rechten en verplichtingen die u heeft of zal hebben in uw relatie met ons. Hieraan
worden wettelijk hoge eisen gesteld. Onze administratie geldt in relatie met u als volledig bewijs, maar uiteraard mag u aantonen dat dit bewijs niet klopt.
2. De wet schrijft voor hoe lang wij onze administratie moeten bewaren. Na afloop van de wettelijke bewaar- termijnen mogen wij de administratie vernietigen.
Artikel 19 - Controle opgaven en uitvoering opdrachten, melden fouten en eerder verstrekte gegevens
U moet onze opgaven en de uitvoering van opdrachten controleren en fouten melden. Regeling voor eerder verstrekte gegevens.
1. Controle van gegevens en van de uitvoering van opdrachten.
Als u internetbankieren bij ons heeft, mogen wij onze opgaven aan u doen door deze in internetbankieren te plaatsen. Denkt u bij opgaven bijvoorbeeld aan bevestigingen, rekeningoverzichten, boekingen of andere gegevens. Opgaven die wij voor u in internet- bankieren plaatsen, controleert u zo spoedig mogelijk op fouten zoals een onjuistheid of een onvolledigheid.
Met internetbankieren bedoelen wij in de ABV de elektronische omgeving die wij voor u hebben ingericht als beveiligd communicatiekanaal tussen u en ons.
Denkt u bij internetbankieren ook aan mobielbankieren en (andere) voor uw bankdiensten overeengekomen apps of vergelijkbare functionaliteiten.
Ook schriftelijke opgaven die u van ons ontvangt, contro- leert u zo spoedig mogelijk op fouten zoals een onjuist- heid of een onvolledigheid. Als datum van verzending van een opgave geldt de datum waarop dit volgens onze administratie is gebeurd. Die datum kan bijvoorbeeld blijken uit een kopie van de opgave of een verzendlijst. U controleert of wij uw opdrachten juist en volledig uitvoeren. Dit doet u zo spoedig mogelijk. Hetzelfde geldt voor opdrachten die uw vertegenwoordiger namens u geeft.
2. Fouten melden en schade beperken.
Voor fouten die wij bij de uitvoering van onze dienst- verlening maken, geldt:
a. Als u een fout ontdekt (bijvoorbeeld in een opgave), moet u dit meteen aan ons melden. Dit is belangrijk omdat de fout dan vaak eenvoudiger kan worden gecorrigeerd en schade mogelijk kan worden voor- komen. Bovendien neemt u alle redelijke maatregelen om te voorkomen dat die fout (verdere) schade kan veroorzaken.
Een voorbeeld:
U heeft ons opdracht gegeven om 1.000 aandelen van u te verkopen en ziet dat wij er maar 100 hebben
verkocht. Als u wilt dat uw opdracht alsnog volledig wordt uitgevoerd, dan meldt u dit meteen aan ons. Wij kunnen de resterende 900 dan voor u verkopen. Zo kan schade door koersdaling mogelijk worden voorkomen of beperkt.
Het kan ook zijn dat u een opgave van ons kunt verwachten maar deze niet ontvangt. U meldt dit zo spoedig mogelijk aan ons. Denkt u bijvoorbeeld aan het geval dat u een rekeningafschrift kunt verwachten maar dit niet ontvangt. Wij kunnen u deze opgave dan alsnog toesturen. U kunt deze dan controleren op eventuele fouten.
b. Als wij een fout ontdekken, proberen wij die zo spoedig mogelijk te corrigeren. Uw toestemming is hiervoor niet nodig. Als een eerder verstrekte opgave onjuist blijkt, ontvangt u een verbeterde opgave. Daarin kunt u dan zien dat de fout is hersteld.
c. Bij schade kunt u afhankelijk van de omstandigheden recht hebben op een vergoeding.
3. Eerder verstrekte gegevens.
Gegevens die wij u hebben verstrekt, ontvangt u nogmaals als u daarom vraagt en uw verzoek redelijk is. Wij kunnen u hiervoor kosten in rekening brengen waarover wij u vooraf informeren. Wij hoeven eerder verstrekte informatie niet aan u te geven als wij daarvoor een goede reden hebben.
Artikel 20 - Goedkeuring opgaven bank
Na 13 maanden gelden onze opgaven als door u goedgekeurd.
Het kan voorkomen dat u het oneens bent met een opgave van ons (zoals een bevestiging, rekeningafschrift, nota of andere gegevens). Uiteraard kunt u tegen de opgave bezwaar maken, maar daarvoor zijn regels. Als wij binnen 13 maanden na de opgave geen bezwaar van u hebben ontvangen, dan geldt de opgave als door u goedgekeurd. Dit betekent dat u aan de inhoud bent gebonden. Alleen een eventuele rekenfout moeten wij na die 13 maanden nog herstellen. Let op: dit betekent niet dat u 13 maanden de tijd heeft om bezwaar te maken. Volgens artikel 19 ABV moet u namelijk opgaven controleren en ons onjuistheden en onvolledigheden meteen melden. Doet u dit niet, dan kan schade toch voor uw rekening komen, ook al heeft u binnen 13 maanden bezwaar gemaakt.
Artikel 21 - Bewaar- en geheimhoudingsplicht
U gaat zorgvuldig om met codes, formulieren en passen. Als misbruik aannemelijk is, meldt u dit meteen.
1. U moet zorgvuldig en veilig omgaan met codes, formulieren, (bank)passen of andere hulpmiddelen.
Zo helpt u voorkomen dat deze in verkeerde handen raken of dat iemand ervan misbruik kan maken.
2. Het kan gebeuren dat een code, formulier, (bank)pas, of ander hulpmiddel in verkeerde handen komt of dat iemand daarvan misbruik maakt of kan maken. Als u dit weet of redelijkerwijs kan vermoeden, meldt u dit
meteen aan ons. Door uw melding kunnen wij proberen (verder) misbruik te voorkomen.
3. Houdt u er rekening mee dat wij nog andere veilig- heidsregels stellen (zoals de Uniforme Veiligheids- regels Particulieren).
Artikel 22 - Tarieven en vergoedingen
Vergoedingen voor onze dienstverlening en wijzigingen van onze tarieven.
1. Voor onze dienstverlening bent u ons een vergoeding verschuldigd. Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan provisie, rente en kosten.
2. Wij informeren u zo veel als redelijkerwijs mogelijk over de tarieven voor onze vergoedingen. We zorgen ervoor dat deze informatie eenvoudig bij ons verkrijgbaar is, zoals op onze website of op onze kantoren. Als wij door een duidelijke vergissing aan onze kant geen vergoeding of tarief met u hebben afgesproken, dan mogen wij u maximaal een vergoeding in rekening brengen volgens het tarief dat wij in vergelijkbare gevallen hanteren.
3. Wij kunnen een tarief steeds wijzigen, tenzij wij met u voor een vaste periode een vaste vergoeding hebben afgespro- ken. Tariefswijzigingen kunnen bijvoorbeeld volgen uit marktomstandigheden, verandering van uw risicoprofiel, ontwikkelingen op de geld- of kapitaalmarkt, uitvoering van wet- en regelgeving of maatregelen van onze toe- zichthouders. Als wij deze bepaling gebruiken om onze tarieven te wijzigen zullen wij u zo veel als redelijkerwijs mogelijk vooraf over de tariefswijziging informeren.
4. Wij mogen de vergoeding voor onze dienstverlening van uw rekening afboeken. Het kan gebeuren dat door deze afboeking een tekort op uw rekening ontstaat. Dit tekort vult u dan meteen aan door extra geld op uw rekening te zetten. U moet daar zelf aan denken en dit ook doen als wij er niet om vragen. U hoeft het tekort niet aan te vullen als wij uitdrukkelijk met u hebben afgesproken dat het tekort is toegestaan.
Artikel 23 - Creditering onder voorbehoud
Stel dat u verwacht via ons een betaling te ontvangen. Het komt voor dat wij dan bereid zijn hierop een voorschot aan u te geven. Dit wordt teruggedraaid als er met die betaling toch iets misgaat.
Als wij een bedrag voor u ontvangen, dan heeft u dat bedrag van ons tegoed. Soms komt het voor dat wij het tegoed al voor u boeken terwijl wij het bedrag nog niet (definitief) hebben ontvangen. Op die manier kunt u het geld alvast gebruiken. Wij maken het voorbehoud dat wij de boeking van het tegoed weer mogen terugdraaien, als wij zelf het bedrag niet voor u ontvangen of dit weer moeten teruggeven. Zo is het mogelijk dat wij de uitbetaling van een cheque terugdraaien omdat deze achteraf vals of ongedekt blijkt. Als het de betaling van een cheque betreft, wijzen wij u bij de uitbetaling op ons voorbehoud.
Bij het terugdraaien van de boeking gelden de volgende regels:
a. Als de muntsoort bij boeking van het tegoed is gewisseld, mogen wij de muntsoort weer terugwisselen naar de oorspronkelijke muntsoort. Dit doen wij tegen de koers van het moment van terugwisselen.
b. Het kan gebeuren dat wij kosten maken in verband met het terugdraaien van de boeking. Die kosten zijn voor u. Dit kunnen bijvoorbeeld de kosten van het terugwisselen zijn.
Artikel 24 - Pandrecht op onder andere uw tegoeden
U geeft ons een pandrecht op onder andere uw tegoeden bij ons en aandelen waarin u via ons belegt. Dit pandrecht geeft ons zekerheid voor de voldoening van uw schulden.
1. U moet ons goederen in pand geven als zekerheid voor uw schulden. Hierbij geldt:
a. U verbindt zich de volgende goederen inclusief nevenrechten (zoals rente) aan ons in pand te geven:
I. alle (geld)vorderingen die u op ons heeft of zal hebben (waarbij het niet uitmaakt hoe u de vordering verkrijgt)
II. al het navolgende voor zover wij dit voor u onder ons (zullen) hebben of voor u (zullen) beheren, al dan niet met inschakeling van derden en al dan niet in een verzameldepot: roerende zaken, waardepapieren, muntgeld, bankbiljetten, aandelen, effecten en andere financiële instrumenten
III. alles wat er voor de verpande goederen in de plaats komt (zoals een verzekeringsuitkering bij verlies of beschadiging van het goed).
Deze verbintenis komt tot stand bij het van toepas- sing worden van de ABV.
b. De verpanding van de goederen is tot zekerheid voor de voldoening van alle schulden die u aan ons heeft of zal hebben. Het maakt hierbij niet uit hoe die schulden ontstaan. Die schulden kunnen bijvoorbeeld ontstaan door een lening, krediet (rood staan), hoofdelijke aansprakelijkheid, borgtocht of garantie.
c. U geeft de goederen, voor zover mogelijk, aan ons in pand. Deze inpandgeving komt tot stand bij het van
toepassing worden van de ABV.
d. U geeft ons een volmacht om de goederen namens u aan onszelf te verpanden en dit ook steeds bij herhaling te doen. U hoeft daarom niet telkens zelf aparte pandakten te ondertekenen. Voor deze volmacht geldt verder:
I. De volmacht houdt ook in dat wij namens u steeds alles mogen doen wat nodig of nuttig is voor de verpanding, zoals bijvoorbeeld het doen van mededeling van de verpanding.
II. Deze volmacht is onherroepelijk. U kunt de volmacht dus niet intrekken. De volmacht eindigt zodra onze relatie met u is geëindigd en volledig is afgewikkeld.
III. Wij mogen de volmacht doorgeven aan een ander. Dit betekent dat ook die ander de verpanding kan uitvoeren.
Voorbeeld:
Als wij met andere rechtspersonen een groep vormen, kan het bijvoorbeeld gebeuren dat wij de uitvoering van de verpanding overlaten aan een van die andere rechtspersonen.
Deze volmachtverlening komt tot stand bij het van toepassing worden van de ABV.
e. U garandeert ons dat u bevoegd bent de goederen aan ons te verpanden. U garandeert ons ook dat anderen daarop nu of later geen (pand)recht of aanspraak hebben of zullen hebben, tenzij wij uitdrukkelijk anders met u overeenkomen.
2. Voor het pandrecht op de goederen geldt verder:
a. U kunt ons om vrijgave vragen van een of meer verpande goederen. Hieraan moeten wij voldoen, als de overblijvende goederen waarop wij een pandrecht houden, ons voldoende dekking geven voor de schulden die u aan ons heeft of zal hebben. Met vrijgave bedoelen wij hier dat u de goederen kunt gebruiken voor transacties in het kader van
de overeengekomen dienstverlening (bijvoorbeeld gebruik van uw tegoeden voor het doen van betalingen). Bij goederen die wij voor u onder ons hebben, betekent vrijgave dat wij de goederen aan u teruggeven.
Andere vormen van vrijgave zijn mogelijk als wij dat uitdrukkelijk nader met u overeenkomen.
b. Wij mogen ons pandrecht gebruiken om betaling te verkrijgen van onze vorderingen op u. Dit betekent onder meer:
I. Als u in verzuim bent met de voldoening van onze vorderingen op u, mogen wij de verpande goederen (laten) verkopen. De opbrengst mogen wij dan gebruiken voor de voldoening van onze vorderingen op u. Denkt u bij verzuim bijvoor- beeld aan het geval dat u ons op een bepaalde
datum moet betalen en u dit niet doet. Wij zullen niet méér verpande goederen (laten) verkopen dan, volgens een redelijke beoordeling, nodig is voor de voldoening van onze vorderingen op u.
II. Als wij een pandrecht hebben op vorderingen van u op ons, mogen wij die vorderingen ook innen. De ontvangen betaling mogen wij dan gebruiken voor de voldoening van onze vorderingen op u, zodra die vorderingen opeisbaar zijn.
III. Als wij ons pandrecht hebben gebruikt voor de voldoening van onze vorderingen op u, zullen we u dit zo spoedig mogelijk laten weten.
Artikel 25 - Verrekening
Wij mogen uw tegoeden en uw schulden bij ons tegen elkaar wegstrepen.
1. Wij mogen steeds alle vorderingen die wij op u hebben verrekenen met alle vorderingen die u op ons heeft. Als wij verrekenen betekent dit dat wij onze vordering op u ‘wegstrepen’ tegen een gelijk bedrag van uw vordering op ons. Wij mogen ook verrekenen als:
a. onze vordering niet opeisbaar is
b. uw vordering niet opeisbaar is
c. de vorderingen niet in dezelfde muntsoort luiden
d. onze vordering voorwaardelijk is.
2. Als wij dit artikel willen gebruiken om niet-opeisbare vorderingen te verrekenen, geldt er een beperking. Wij maken dan alleen van deze verrekenbevoegdheid gebruik in de volgende gevallen:
a. Xxxxxx legt beslag op uw vordering op ons (bijvoor- beeld het tegoed op uw bankrekening) of probeert zich daarop op een andere manier te verhalen.
b. Iemand krijgt een beperkt recht op uw vordering op ons (bijvoorbeeld een pandrecht op het tegoed op uw bankrekening).
c. U draagt uw vordering op ons aan iemand over.
d. U bent failliet of heeft (voorlopige) surseance van betaling.
e. Voor u geldt een wettelijke schuldsaneringsregeling of een andere insolventieregeling.
Deze beperking geldt niet als de vorderingen luiden in verschillende muntsoorten. In dat geval mogen wij wel altijd verrekenen.
3. Als wij volgens dit artikel gaan verrekenen, zullen wij u daarover vooraf, of anders zo snel mogelijk daarna,
informeren. Wij houden ons bij de verrekening aan onze zorgplicht zoals genoemd in artikel 2 lid 1 ABV.
4. Vorderingen in verschillende muntsoorten verrekenen wij tegen de wisselkoers van de dag van verrekening.
Artikel 26 - Zekerheden
Als wij dit vragen geeft u ons zekerheid voor de betaling van uw schulden. Dit artikel bevat enkele regels die voor zekerheden van belang kunnen zijn.
1. U verbindt zich om meteen (aanvullende) zekerheid voor uw schulden aan ons te geven, als wij dat vragen. Deze zekerheid kan bijvoorbeeld zijn een pand- of hypotheek- recht op een goed van u. Voor de zekerheid die u ons moet geven, geldt verder:
a. De zekerheid is voor de voldoening van alle schulden die u aan ons heeft of zal hebben. Het maakt hierbij niet uit hoe die schulden ontstaan. Die schulden kunnen bijvoorbeeld ontstaan door een lening, krediet (rood staan), hoofdelijke aansprakelijkheid, borgtocht of garantie.
b U hoeft niet meer zekerheid te geven dan redelijker- wijs nodig is. Maar u moet ervoor zorgen dat onze zekerheid op ieder moment voldoende is voor de voldoening van de schulden die u aan ons heeft of zal hebben. Bij de beoordeling hiervan wordt rekening gehouden met uw risicoprofiel, ons kredietrisico op u, de (dekkings-) waarde van eventuele zekerheid die wij al hebben, een eventueel gewijzigde beoor- deling van zulke factoren, en alle andere factoren of omstandigheden waarvan wij aannemelijk kunnen maken dat deze voor ons van belang zijn.
c. U moet ons de zekerheid geven die wij wensen. Als wij bijvoorbeeld een pandrecht vragen op uw voorraden, kunt u niet in plaats daarvan een pandrecht geven op uw inventaris.
d. Het geven van zekerheid kan ook zijn dat u ermee instemt dat een derde die zekerheden van u krijgt of heeft gekregen, zich voor u borg of garant stelt en daarvoor verhaal kan nemen op die zekerheden. Die instemming houdt dan ook in dat wij ons tegenover die derde borg of garant voor u mogen stellen en daarvoor verhaal kunnen nemen op zekerheden die wij van u krijgen of hebben gekregen.
e. Als wij in plaats van bestaande zekerheid andere zekerheid wensen, moet u daaraan voldoen.
Deze verbintenis komt tot stand bij het van toepassing worden van de ABV.
2. Als een andere bank (een deel van) onze onderneming voortzet en u daardoor klant wordt van die andere bank, is er de vraag of die andere bank gebruik kan maken van onze pand- en hypotheekrechten voor uw schulden. Voor het geval hierover bij de vestiging van het pandrecht of hypotheekrecht geen uitdrukkelijke afspraak is gemaakt geldt als afspraak dat dit pand- of hypotheek- recht niet alleen bedoeld is als zekerheid voor ons maar ook voor die andere bank. Als de zekerheden gelden
voor schulden die u in de toekomst aan ons heeft, gelden zij mede voor schulden die u in de toekomst aan die andere bank heeft.
3. Wij kunnen onze pand- of hypotheekrechten op ieder moment geheel of gedeeltelijk door opzegging beëindigen. Dit betekent bijvoorbeeld ook dat wij kunnen bepalen dat het pand- of hypotheekrecht wel blijft bestaan maar voortaan niet meer alle vorderingen dekt waarvoor dit aanvankelijk is gevestigd.
4. Als wij nieuwe zekerheid krijgen, blijven bestaande zekerheden gelden. Dit is alleen anders als wij dit uitdrukkelijk met u afspreken. Denkt u aan het geval dat wij met u afspreken dat u nieuwe zekerheid geeft om bestaande zekerheid te vervangen.
5. Het kan zijn dat wij volgens eerdere algemene (bank-) voorwaarden al zekerheden, rechten op zekerheden en bevoegdheden om te verrekenen hebben. Deze (blijven) gelden naast de zekerheden, rechten op zekerheden en verrekenbevoegdheden die wij volgens deze ABV hebben.
Artikel 27 - Onmiddellijke opeisbaarheid
U moet aan uw verplichtingen voldoen. Als u dit niet doet, kunnen wij al onze vorderingen op u meteen opeisbaar maken.
U komt uw verplichtingen aan ons tijdig, volledig en op de juiste manier na. Met verplichtingen bedoelen wij niet alleen geldschulden die u aan ons heeft, maar ook andere verplichtingen. Denkt u bijvoorbeeld aan uw zorgplicht zoals genoemd in artikel 2 lid 2 ABV. Het kan zijn dat u toch in verzuim bent met de nakoming van een verplichting.
Voor dat geval geldt het volgende:
a. Wij mogen dan al onze vorderingen op u meteen opeisbaar maken, dus ook de vorderingen uit een overeenkomst die u wel correct nakomt. Wij maken van dit recht geen gebruik als uw verzuim van weinig betekenis is en houden ons aan onze zorgplicht zoals genoemd in artikel 2 lid 1 ABV.
Wij geven een voorbeeld:
Stel u heeft bij ons een betaalrekening waarop u volgens de afspraken met ons maximaal € 500,- rood mag staan terwijl u een keer € 900,- rood staat. U heeft dan een niet toegestaan tekort van € 400,- op uw betaal- rekening. Als u daarnaast een woningfinanciering bij ons heeft, is dit tekort geen voldoende reden om uw woningfinanciering op te eisen. U moet dan natuurlijk wel aan al uw verplichtingen uit de woningfinanciering voldoen en het tekort snel aanzuiveren.
b. Als wij onze vorderingen opeisbaar maken, doen wij dat door een verklaring. Wij vertellen u daarin waarom wij dat doen.
Artikel 28 - Bijzondere kosten
Welke bijzondere kosten kunnen wij u in rekening brengen?
1. Het kan zijn dat wij worden betrokken bij een geschil tussen u en een ander, bijvoorbeeld een beslag of een procedure. Dit kan dan voor ons kosten meebrengen. Die kosten moet u volledig aan ons vergoeden. Wij zijn immers geen partij bij het geschil tussen u en die ander. Denkt u bijvoorbeeld aan de kosten voor de behandeling van een beslag dat een schuldeiser van u legt op uw tegoeden bij ons. Kosten kunnen bijvoorbeeld ook zijn de kosten van inschakeling van een advocaat.
2. Er kunnen ook andere bijzondere kosten voor ons ontstaan in verband met onze relatie met u. Deze moet u aan ons vergoeden voor zover dit redelijk is. Denkt u hierbij aan taxatiekosten, advieskosten en kosten van extra rapportages. Wij vertellen u waarom de kosten nodig zijn. Als er voor bijzondere kosten een wettelijke regeling is, wordt die toegepast.
Artikel 29 - Belastingen en heffingen
Belastingen en heffingen in verband met onze dienst- verlening aan u komen voor uw rekening.
Uit onze relatie met u kunnen belastingen, heffingen en dergelijke voortvloeien. Deze vergoedt u aan ons. Denkt u aan bedragen die wij moeten betalen in verband met onze dienstverlening aan u (bijvoorbeeld een aan de overheid verschuldigde vergoeding bij de vestiging van zekerheden). Uit dwingend recht of een afspraak met u kan iets anders volgen. Dwingend recht is het recht waarvan u en wij niet kunnen afwijken.
Artikel 30 - Vorm mededelingen
Hoe kunt u ons iets laten weten?
Als u ons iets wilt laten weten, doet u dat schriftelijk. Wij kunnen aangeven dat u dit op een andere manier mag of moet doen, bijvoorbeeld per internetbankieren, e-mail of telefoon.
Artikel 31 - Incidenten en calamiteiten
Uw medewerking bij (dreigende) incidenten en calamiteiten.
Het kan gebeuren dat een ernstige gebeurtenis onze dienstverlening dreigt te verstoren, verstoort of heeft verstoord. Denkt u bijvoorbeeld aan een aanval van hackers op het bancaire internetsysteem. Wij kunnen u binnen redelijke grenzen vragen ons te helpen om ongestoorde dienstverlening mogelijk te maken en schade zoveel mogelijk te voorkomen. U moet hieraan voldoen.
Noodzakelijk is wel dat u altijd controleert of de vraag van ons afkomstig is. Neemt u bij twijfel contact met ons op.
Artikel 32 - Nietigheid of vernietigbaarheid
Wat is het gevolg als een bepaling ongeldig blijkt?
Stel dat een bepaling in de ABV nietig is of wordt vernietigd. Die bepaling is dan ongeldig. In plaats van die ongeldige bepaling geldt dan een bepaling die zoveel mogelijk daarop lijkt en wel geldig is. De overige bepalingen in de ABV blijven gewoon geldig.
Artikel 33 - Toepasselijk recht
Hoofdregel: op de relatie tussen u en ons is het Nederlandse recht van toepassing.
Op onze relatie met u is het Nederlandse recht van toe- passing. Uit dwingend recht of een afspraak met u kan iets anders volgen. Dwingend recht is het recht waarvan u en wij niet kunnen afwijken.
Artikel 34 - Klachten en geschillen
Hoe lossen wij geschillen met elkaar op?
1. Wij willen graag dat u tevreden bent over onze dienst- verlening. Als u niet tevreden bent, laat u ons dat weten. Wij kijken dan of wij u een passende oplossing kunnen bieden. Informatie over de klachtenprocedure staat op onze website en is ook verkrijgbaar bij onze kantoren.
2. Geschillen tussen u en ons worden alleen voorgelegd aan de Nederlandse rechter. Dit geldt als u de rechter inschakelt maar ook als wij dit doen.
Uitzonderingen hierop zijn:
a. Als dwingend recht een andere rechter aanwijst, zijn u en wij daaraan gebonden.
b. Als er een voor u in aanmerking komende buiten- landse rechter is, kunnen wij het geschil ook aan die rechter voorleggen.
c. U kunt uw geschil met ons ook voorleggen aan de bevoegde geschillen- en klachtencommissies.
Artikel 35 - Opzegging van de relatie
U kunt de relatie opzeggen. Wij kunnen dit ook. Opzegging betekent dat de relatie eindigt en alle lopende overeenkom- sten zo snel mogelijk worden afgewikkeld.
1. U kunt de relatie tussen u en ons opzeggen. Wij kunnen dit ook. Het is daarvoor niet nodig dat u in verzuim bent met de nakoming van een verplichting. Wij houden ons bij opzegging aan onze zorgplicht als genoemd in artikel 2 lid 1 ABV. Als u ons vraagt waarom wij de relatie opzeggen, dan laten wij u dat weten.
2. Opzegging betekent dat de relatie en alle lopende over- eenkomsten worden beëindigd. Gedeeltelijke opzegging kan ook. In dat geval kunnen er bijvoorbeeld bepaalde overeenkomsten blijven bestaan.
3. Als er voor de beëindiging van een overeenkomst voorwaarden gelden, zoals een opzegtermijn, worden die nageleefd. Tijdens de afwikkeling van de relatie en de beëindigde overeenkomsten blijven alle toepasselijke voorwaarden van kracht.
Artikel 36 - Contractsoverneming
Uw contracten met ons kunnen mee overgaan als wij onze onderneming overdragen.
Wij kunnen onze onderneming (deels) overdragen aan een ander. Wij kunnen daarbij mee overdragen de rechts- verhouding die wij met u hebben uit een overeenkomst met u. U geeft nu alvast uw medewerking hieraan.
Deze overdracht van de overeenkomst met u noemen wij ook wel contractsoverneming. Uiteraard krijgt u van die contractsoverneming bericht.
Artikel 37 - Wijzigingen en aanvullingen van de algemene bankvoorwaarden
Dit artikel geeft aan hoe wijzigingen en aanvullingen van de ABV plaatsvinden.
De ABV kunnen worden gewijzigd of aangevuld. Die wijzigingen of aanvullingen kunnen bijvoorbeeld nodig zijn door technische of andere ontwikkelingen. Voordat wijzigingen of aanvullingen ingaan, worden representatieve Nederlandse consumenten- en ondernemersorganisaties benaderd voor overleg. In dit overleg kunnen deze organi- saties zich uitspreken over wijzigingen of aanvullingen en over de manier waarop u daarover wordt geïnformeerd.
De gewijzigde voorwaarden worden neergelegd bij de griffie van de rechtbank in Amsterdam en gaan niet eerder in dan twee maanden daarna.
Voorwaarden Cliëntrelatie
1. Definities
In deze voorwaarden worden de volgende definities gebruikt:
Algemene Voorwaarden Het geheel dat bestaat uit de Algemene Bankvoorwaarden en de Voorwaarden Cliëntrelatie van de bank. ABN AMRO Bank N.V.
Betekenis
Begrip
Bankdienst Dienst, product, advies of voorziening (in hun ruimste betekenis) van de bank ten behoeve van één of meer van haar cliënten.
Communicatie Mededeling, verklaring of (andere) informatie-uitwisseling.
Communicatiekanaal Kanaal of methode waardoor een Communicatie kan plaatsvinden (bijvoorbeeld telefonie, internet, post, mondeling contact).
Elektronisch Klantdomein Door de bank per individuele cliënt gefaciliteerde beveiligde elektronische omgeving die kan dienen voor uitwisseling van Communicaties tussen die cliënt en de bank.
Formulier Door de bank in papieren of elektronische vorm beschikbaar gesteld gestandaardiseerd document, te gebruiken bij een Communicatie aan de bank.
Klantherkenningsmiddel Xxxxxx waarmee een natuurlijke persoon of rechtspersoon zich als cliënt of vertegenwoordiger van een cliënt bij een Communicatie herkenbaar kan maken (waarbij onder meer valt te denken aan wachtwoorden, codes, handtekeningen, wettelijke identificatiebewijzen, andere gegevens, kenmerken en/of procedures, al dan niet in combinatie).
Opgave Communicatie waarmee de bank aan de cliënt opgave doet van transacties, boekingen en/of van overige door de bank betreffende de cliënt geadministreerde gegevens.
Voorwaarden
Cliëntrelatie
Deze voorwaarden.
In de Voorwaarden Cliëntrelatie gebruikte begrippen in enkelvoud omvatten ook het meervoud en omgekeerd (tenzij uit de strekking duidelijk anders blijkt).
2. Toepasselijke voorwaarden
De Voorwaarden Cliëntrelatie gelden voor alle bestaande en toekomstige rechtsverhoudingen tussen de bank en de cliënt, voor zover daarvan niet is afgeweken in overeen- komsten en/ of in specifieke voorwaarden. Indien de relatie tussen de bank en de cliënt eindigt, blijven de Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V. op de afwikkeling daarvan van toepassing. Op Bankdiensten zijn ook de door de bank voor de desbetreffende Bankdienst gebruikte specifieke voorwaarden van toepassing.
Deze specifieke voorwaarden worden in het kader van de desbetreffende Bankdienst aan de cliënt ter beschikking gesteld. De bank mag weigeren Bankdiensten aan de cliënt te verlenen en mag ook aan het verlenen ervan nadere voorwaarden verbinden. Tenzij anders is overeengekomen, kan de bank Bankdiensten beëindigen of de daarvoor geldende specifieke voorwaarden wijzigen. Indien een overeenkomst betreffende een Bankdienst eindigt, blijven de toepasselijke specifieke voorwaarden op de afwikkeling van toepassing. Voor zover er onderlinge strijdigheid is, gaan
bepalingen van toepasselijke specifieke voorwaarden voor, gevolgd door achtereenvolgens die van de Voorwaarden Cliëntrelatie en die van de Algemene Bankvoorwaarden. De bank bepaalt via welke van haar kantoren of overige verkoopkanalen zij Bankdiensten verleent en is gerechtigd daaromtrent nadere regels of beperkingen te stellen en deze van tijd tot tijd te wijzigen.
3. Opdrachten, verplichtingen en prestaties
De bank zal, tenzij anders overeengekomen, haar opeisbare verplichtingen uit opdracht uitvoeren binnen een redelijke termijn nadat de cliënt om uitvoering heeft gevraagd.
De cliënt kan een verklaring waarin hij de bank uitvoering van een opdracht vraagt, alleen geldig intrekken met mede- werking van de bank. Indien de cliënt de bank vraagt een opdracht niet uit te voeren zal de bank, voor zover dit redelijkerwijs van haar gevergd kan worden, proberen de uitvoering te voorkomen. Slaagt de bank hierin niet, dan is de uitvoering die toch plaatsvindt voor rekening en risico van de cliënt. Opdrachten tot uitvoering van een boeking naar of op een rekening, kan de bank in ieder geval nakomen door de boeking te verrichten naar of op de rekening met het door de cliënt opgegeven nummer, ongeacht of dit nummer correspondeert met eventueel
door de cliënt opgegeven andere gegevens (zoals de tenaamstelling van die rekening).
De bank is in ieder geval niet verplicht tot de uitvoering van opdrachten en het leveren van overige prestaties indien:
I. de bank er op redelijke grond aan kan twijfelen of zij zich door die prestatie bevrijdt van een voor haar bestaande opeisbare verplichting (zoals twijfel over het bestaan of de omvang van een schuld of twijfel over identiteit of bevoegdheid van degene die betaling vraagt); en/of
II. de cliënt met betrekking tot die prestatie gebruik dient te maken van een bepaald Klantherkenningsmiddel, en dit Klantherkenningsmiddel niet (behoorlijk) functioneert of de bank redelijke grond heeft om
aan te nemen dat er onbevoegd gebruik van dat Klantherkenningsmiddel wordt of kan worden gemaakt.
4. Schuldverhouding, bankrekening en valutawissel
De bank mag haar vorderingen op en schulden aan de cliënt administreren in een rekening-courant (bankrekening) op naam van de cliënt. Creditering van de rekening-courant betekent dat de cliënt voor dit bedrag een vordering op de bank heeft verkregen of dat een schuld van hem aan de bank hiermee is afgenomen. Debitering betekent dat de bank voor dit bedrag een vordering op de cliënt heeft verkregen of dat een schuld van haar aan de cliënt hiermee is afgenomen. De bank kan foutieve boekingen herstellen.
De cliënt is niet gerechtigd tot debetstanden op zijn bank- rekening, behoudens voor zover hij van tevoren uitdrukkelijk anders met de bank is overeengekomen. De cliënt dient steeds te zorgen voor voldoende saldo op de rekening ter voorkoming dat er door een debitering (bijvoorbeeld wegens een uitgevoerde opdracht) een debetstand ontstaat waartoe de cliënt niet gerechtigd is. Indien er toch een dergelijke debetstand ontstaat, zal de cliënt deze ook zonder ingebrekestelling terstond aanzuiveren. Indien door uitvoering van een opdracht een debetstand ontstaat waartoe de cliënt niet gerechtigd is, is de bank gerechtigd de uitvoering te weigeren of ongedaan te maken.
Vorderingen van de cliënt op de bank zijn niet vatbaar voor overdracht of voor verpanding aan een ander dan de bank, be- houdens voorafgaande schriftelijke toestemming van de bank.
Indien de bank meer dan één vordering op de cliënt heeft, kan zij zelf kiezen in welke volgorde zij creditbedragen daarop in mindering brengt, tenzij de cliënt aan de bank een betaling doet en daarbij zelf bepaalt welke vordering hij voldoet.
Valutawissel geschiedt op basis van de door de bank vast- gestelde koers zoals die ten tijde van de uitvoering van de
valutawissel geldt. De bank mag op een bankrekening te administreren bedragen die niet in de valuta van die rekening luiden door valutawissel omzetten in de valuta van die bankrekening.
5. Volmacht bankrekening
Indien de cliënt ten aanzien van een bankrekening een niet nader gespecificeerde volmacht heeft verstrekt, mag de bank ervan uitgaan dat de gevolmachtigde ten aanzien van die rekening in ieder geval volledig bevoegd is tot de volgende handelingen:
I. gebruikmaken van de op de rekening aanwezige betaal- ruimte ongeacht of deze er is uit hoofde van een credit- saldo of een krediet;
II. kennisnemen van alle Opgaven die de bank betreffende de rekening verstrekt, voor zover dit gebeurt via een voor de gevolmachtigde openstaand Communicatiekanaal;
III. orders geven tot aan- of verkoop van effecten binnen de voor de cliënt zelf geldende voorwaarden en limieten.
6. Communicatiekanalen
De cliënt kan gebruikmaken van alle door de bank voor hem opengestelde Communicatiekanalen. Een vertegen- woordiger van de cliënt kan gebruikmaken van dezelfde Communicatiekanalen als de cliënt, behoudens voor zover de cliënt anders met de bank overeenkomt. De bank mag, al dan niet op verzoek van de cliënt, bepaalde Communicatiekanalen voor de cliënt of de vertegen- woordiger blokkeren of daaraan beperkingen stellen.
7. Klantherkenning, klantherkenningsmiddelen en akkoordverklaring
Indien de bank dit vraagt, dient de cliënt (of diens vertegen- woordiger) zich bij Communicatie met de bank als cliënt
(of diens vertegenwoordiger) ten genoegen van de bank herkenbaar te maken en de bank in staat te stellen zijn identiteit te verifiëren. De cliënt zal daartoe gebruikmaken van door de bank aan te wijzen Klantherkenningsmiddelen, zoals wettelijke identificatiebewijzen en door de bank verstrekte Klantherkenningsmiddelen. Verstrekking door de bank van een Klantherkenningsmiddel kan mede inhouden dat de bank een bepaalde wijze van herkenning van de cliënt faciliteert of het mogelijk maakt dat de cliënt zelf het Klantherkenningsmiddel (mede) aanmaakt (bijvoorbeeld door keuze van een wachtwoord).
Tenzij anders wordt overeengekomen, is het gebruik van een door de bank verstrekt Klantherkenningsmiddel, met inbegrip van (vaste of tijdelijke) wachtwoorden of codes, strikt per- soonlijk en alleen toegestaan aan degene die tussen de cliënt en de bank als gebruiker is overeengekomen (de cliënt zelf of diens vertegenwoordiger). Deze overeengekomen gebruiker
dient steeds wachtwoorden en codes geheim te houden en alle door de bank betreffende het Klantherkenningsmiddel gestelde regels na te leven.
Als onbevoegd gebruik van een door de bank verstrekt Klantherkenningsmiddel wordt in ieder geval ook aange- merkt ieder gebruik van het Klantherkenningsmiddel, met
in begrip van (vaste of tijdelijke) wachtwoorden en/of codes, door een ander dan de overeengekomen gebruiker zelf, ongeacht of dit gebruik geschiedt met instemming van de cliënt. Ook het (laten) maken of gebruiken van een kopie van een Klantherkenningsmiddel of van daarvan deel uitmakende geheime gegevens, is niet toegestaan en
geldt als onbevoegd gebruik.
Indien bij een Communicatie een door de bank aan de cliënt (of diens vertegenwoordiger) verstrekt Klantherkennings- middel wordt gebruikt, wordt die Communicatie aan de cliënt toegerekend. Een aldus door de bank verstrekt Klantherkenningsmiddel (bijvoorbeeld een bankpas met pincode) kan, indien de bank dit faciliteert, ook worden gebruikt om een elektronische handtekening te plaatsen
of anderszins akkoord aan een verklaring te geven. Een elektronische handtekening heeft dan dezelfde rechts- gevolgen als een handgeschreven handtekening.
De bank mag vormen van elektronische handtekeningen die niet tussen de cliënt en de bank zijn overeengekomen, weigeren te accepteren.
8. Intrekking en vervanging van klantherkenningsmiddel De bank mag een door haar verstrekt Klantherkenningsmiddel, ook indien de geldigheidsduur daarvan nog niet is verstreken, vervroegd intrekken en vervangen door een ander.
De bank mag voorts in de volgende gevallen een door haar verstrekt Klantherkenningsmiddel (laten) blokkeren of intrekken:
I. in geval van onjuist gebruik van het Klantherkennings- middel;
II. ingeval de bank redelijke grond heeft om aan te nemen dat er onbevoegd gebruik van dat Klantherkenningsmiddel wordt of kan worden gemaakt;
III. in geval van beslag ten laste van de cliënt onder de bank, van aanvraag of uitspreken van een faillissement, surseance, wettelijke schuldsanering of andere insolven- tieregeling betreffende de cliënt, onder-curatelestelling of overlijden van de cliënt, of anderszins een omstandig- heid waardoor de client beheer of beschikking over zijn vermogen (gedeeltelijk) verliest;
IV. in geval van beëindiging van de relatie tussen de cliënt en de bank;
V. in geval van aanwezigheid van een andere redelijke grond.
Zodra de bank geen grond meer heeft voor blokkering of intrekking van het Klantherkenningsmiddel, zal de bank dit op verzoek van de cliënt vrijgeven of vervangen.
9. Gebruik van formulieren
De cliënt mag geen onbevoegd gebruik (laten) maken van op naam gestelde Formulieren die de bank hem (of zijn vertegenwoordiger) verstrekt. Als onbevoegd gebruik
van een door de bank verstrekt Formulier wordt (mede) aangemerkt ieder gebruik van het Formulier door een ander dan de overeengekomen gebruiker zelf, ongeacht of dit gebruik geschiedt met instemming van de cliënt.
10. Elektronisch klantdomein
Indien tussen de cliënt en de bank gebruik van het Elektro- nisch Klantdomein wordt overeengekomen, kunnen zij over en weer het Elektronisch Klantdomein gebruiken voor
Communicaties aan elkaar. Voor het gebruik van het Elektro- nisch Klantdomein gelden dan tevens de volgende regels:
I. Het gebruik van het Elektronisch Klantdomein is strikt persoonlijk. De cliënt (of diens vertegenwoordiger) mag als overeengekomen gebruiker van het Elektronisch Klant- domein daarvan alleen zelf, en met inachtneming van de daarvoor door de bank gestelde regels, gebruikmaken, zonder tussenkomst van niet door de bank toegestane derden. Ieder ander gebruik van het Elektronisch Klant- domein geldt als onbevoegd gebruik, ongeacht of dit andere gebruik geschiedt met instemming van de cliënt.
II. De cliënt zal zelf zorgen voor de voor gebruik van het Elektronisch Klantdomein benodigde apparatuur met toebehoren. Om het Elektronisch Klantdomein te openen (‘inloggen’) maakt de cliënt zich herkenbaar met een door de bank aangewezen Klantherkenningsmiddel. Na gebruik van het Elektronisch Klantdomein zal de cliënt het Elektronisch Klantdomein sluiten (‘uitloggen’). Gebruik tussen opening en sluiting van het Elektronisch Klantdomein geldt als gebruik door de cliënt en wordt volledig aan de cliënt toegerekend. Zolang het Elektro- nisch Klantdomein is geopend, zal de cliënt de daarbij gebruikte apparatuur niet onbeheerd laten ter voor- koming dat anderen daarvan gebruik kunnen maken.
III. De cliënt stemt ermee in dat de bank hem Opgaven en/
of andere Communicaties beschikbaar kan stellen door deze voor hem toegankelijk te maken op het Elektronisch Klantdomein. Zodra de bank een Opgave of andere Communicatie op het Elektronisch Klantdomein voor de cliënt toegankelijk heeft gemaakt, geldt die Opgave of Communicatie als door de cliënt ontvangen. De cliënt stemt er uitdrukkelijk mee in dat de bank het Elektro- nisch Klantdomein ook kan gebruiken ter kennisgeving aan de cliënt van de tekst van bestaande of toekomstige versies van de Algemene Bankvoorwaarden, Voorwaarden
Cliëntrelatie of overige (specifieke) voorwaarden.
IV. Het is de cliënt alleen toegestaan het Elektronisch Klant- domein voor Communicaties aan de bank te gebruiken indien hij dit voor het doel van de Communicatie met
de bank is overeengekomen of indien hij gebruikmaakt van een Formulier dat de bank voor het doel van de Communicatie binnen het Elektronisch Klantdomein voor hem beschikbaar heeft gesteld.
V. Een Communicatie via het Elektronisch Klantdomein heeft dezelfde rechtsgevolgen als een schriftelijke Communicatie. De cliënt kan voor Communicaties aan de bank hierop alleen een beroep doen indien hij de regels voor Communicatie via het Elektronisch Klant- domein in acht neemt.
11. Bewaren, verwerkingstijd en bewijs van communicatie
De cliënt is zelf verantwoordelijk voor het bewaren en/of afdrukken van door hem met de bank gewisselde Commu- nicaties. Wanneer de cliënt langs elektronische weg een overeenkomst met de bank sluit, zal de cliënt deze overeen- komst met bijbehorende voorwaarden voor toekomstig gebruik opslaan en/of printen, en behoeft de bank deze niet in elektronische vorm voor de cliënt toegankelijk te houden.
De cliënt accepteert dat de bank een redelijke periode nodig heeft voor het gevolg geven aan Communicaties van de cliënt en voor het opnemen van actuele informatie in een Opgave of andere Communicatie aan de cliënt.
De door de bank opgeslagen weergave van een Communi- catie strekt tegenover de cliënt tot volledig bewijs van die Communicatie, behoudens tegenbewijs.
12. Nadere communicatieregels
De bank is gerechtigd nadere (gebruiks-, veiligheids- of procedure)regels en/of beperkingen te stellen met betrekking tot Communicatie en (het gebruik van) Communicatiekanalen, Klantherkenningsmiddelen, Formulieren of informatiedragers, en deze van tijd tot tijd te wijzigen. Deze regels/beperkingen kunnen mede inhouden dat de cliënt bij (bepaalde) Commu- nicaties gebruik of juist geen gebruik zal maken van een bepaald Communicatiekanaal, en/of gebruik zal maken van een door haar aangewezen Klantherkenningsmiddel, (elektronische) handtekening, Formulier, informatiedrager of ander hulpmiddel en/of daarbij bepaalde gegevens vermeldt en procedures of voorschriften opvolgt. De bank kan hierbij ook onderscheid maken naar onderwerp, cliëntengroep of andere door haar te bepalen factoren.
De cliënt (en diens vertegenwoordiger) zal alle regels en beperkingen van de bank betreffende Communicatie en (het gebruik van) Communicatiekanalen, Klantherkennings-
middelen, Formulieren of informatiedragers naleven. De cliënt accepteert dat de gevolgen van niet-naleving voor zijn risico komen, waaronder het risico dat een Communicatie niet of met vertraging door de bank in behandeling wordt genomen.
13. Communicatie en veiligheidsverplichtingen cliënt
De cliënt (en diens vertegenwoordiger) heeft in ieder geval de volgende veiligheidsverplichtingen tegenover de bank:
I. De cliënt zal de redelijkerwijs van hem te vergen maat- regelen treffen ter voorkoming dat er, door welke oorzaak ook, op zijn naam een opdracht of andere Communicatie onjuist en/of buiten zijn wil aan de bank wordt over- gebracht en dat er schade als gevolg van zo een Communicatie ontstaat. De cliënt zal zich bekend houden met alle (nadere) door de bank met betrekking tot Communicatie en (het gebruik van) Communicatie- kanalen, Klantherkenningsmiddelen, Formulieren of informatiedragers gestelde (gebruiks-, veiligheids- en procedure)regels en zal deze stipt naleven.
II. De cliënt zal zorgvuldig en veilig omgaan met Commu- nicaties en Communicatiekanalen (met inbegrip van het Elektronisch Klantdomein), alsmede bij Communicatie via het Elektronisch Klantdomein en bij overige elektronische Communicatie alleen gebruikmaken van geschikte, veilige apparatuur en programmatuur met toepassing van de meest actuele veiligheidsmaatregelen, antivirusprogrammatuur en firewall(s), tegen virussen, spyware, phishing en ander misbruik.
III. De cliënt zal veilig en zorgvuldig omgaan met hulp- middelen zoals Klantherkenningsmiddelen en op naam gestelde Formulieren en onbevoegd gebruik daarvan voorkomen, alsmede (vaste of tijdelijke) wachtwoorden en codes van Klantherkenningsmiddelen geheimhouden en niet door onbevoegden laten gebruiken, en Klant- herkenningsmiddelen of daarvan deel uitmakende geheime gegevens niet (laten) kopiëren.
IV. De cliënt zal zodra hij weet of behoort te vermoeden dat er een Communicatie op zijn naam onjuist en/of buiten zijn wil aan de bank wordt of kan worden overgebracht, dit terstond aan de bank melden. De cliënt zal die melding in ieder geval ook maken, zodra hij weet of behoort te vermoeden dat er (mogelijk) onbevoegd gebruik van een op naam gesteld Formulier of een Klantherkenningsmiddel wordt of kan worden gemaakt, of dat er (mogelijk) een wachtwoord of code van een Klantherkenningsmiddel bekend is aan of gebruikt kan worden door een onbevoegde, of dat er (mogelijk) een kopie is gemaakt van een Klantherkenningsmiddel of daarvan deel uitmakende geheime gegevens, of dat er zich enig ander veiligheidsincident voordoet. De cliënt zal nadere regels van de bank hierbij opvolgen, evenals aanwijzingen van de bank ter schadebeperking. De
cliënt zal bovendien meewerken aan opheldering van de toedracht en op verzoek van de bank aangifte doen.
14. Communicatie en veiligheidsverplichtingen bank De bank heeft in ieder geval de volgende veiligheids- verplichtingen tegenover de cliënt:
I. De bank zal de redelijkerwijs van haar te vergen maat- regelen treffen ter voorkoming dat zij afgaat op een opdracht of andere Communicatie op naam van de cliënt die onjuist en/of buiten diens wil aan haar wordt overgebracht.
II. De bank zal bij Communicatie via het Elektronisch Klant- domein ervoor zorgen dat het Elektronisch Klantdomein, mede gelet op het daarvan te maken gebruik, aan de redelijkerwijs daaraan te stellen veiligheidsnormen voldoet.
III. De bank zal ervoor zorgen dat door de bank verstrekte Klantherkenningsmiddelen, mede gelet op het daarvan te maken gebruik, aan de redelijkerwijs daaraan te stellen veiligheidsnormen voldoen.
IV. De bank zal zodra zij een in artikel 13 sub (IV) bedoelde melding ontvangt, voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is terstond door passende maatregelen (verder) onbevoegd gebruik voorkomen.
De bank mag er bij de uitvoering van deze veiligheids- verplichtingen van uitgaan dat de cliënt zijn in artikel 13 bedoelde veiligheidsverplichtingen naar behoren nakomt.
15. Risicoverdeling
Schade die ontstaat doordat de bank afgaat op een opdracht of andere Communicatie op naam van de cliënt die onjuist of buiten de wil van de cliënt aan de bank wordt overgebracht, wordt behoudens dwingend recht - volgens de volgende regels verdeeld:
I. Indien de bank tegenover de cliënt in een (veiligheids) verplichting is tekortgeschoten, komt de schade voor rekening en risico van de bank voor zover deze als gevolg daarvan aan de bank kan worden toegerekend.
II. Indien de cliënt tegenover de bank in een (veiligheids) verplichting is tekortgeschoten, komt de schade voor rekening en risico van de cliënt voor zover deze als gevolg daarvan aan de cliënt kan worden toegerekend.
III. De schade komt voorts, op voorwaarde dat de bank aan haar desbetreffende (veiligheids)verplichtingen heeft voldaan, in ieder geval voor rekening en risico van de cliënt indien:
▶ bij de Communicatie (onbevoegd) gebruik is
gemaakt van een door de bank aan de cliënt (of zijn vertegenwoordiger) verstrekt Klantherkennings- middel, op naam gesteld papieren Formulier en/of het Elektronisch Klantdomein; en/of
▶ de bank erop mocht vertrouwen dat de Communicatie
juist en overeenkomstig de wil van de cliënt aan haar is overgebracht.
16. Indirecte schade en gevolgschade
Indirecte schade en gevolgschade van de cliënt zijn in ieder geval voor eigen rekening en risico van de cliënt en niet toerekenbaar aan de bank. De bank kan hierop echter geen beroep doen indien zij opzet of grove schuld heeft.
17. Registratie en informatie
De bank neemt deel aan registratiestelsels, zoals stelsels ter registratie van kredieten en betalingsachterstanden of van fraude.
De cliënt kan jegens de bank geen beroep doen op van de bank afkomstige algemene informatie die niet specifiek op de cliënt betrekking heeft. De bank mag het verstrekken van dergelijke informatie op ieder moment stopzetten.
18. Rechten, bevoegdheden en verplichtingen Overeengekomen rechten, bevoegdheden of verplichtingen doen niet af aan (wettelijke of overeengekomen) rechten, bevoegdheden of verplichtingen die daarnaast (kunnen) bestaan. Rechten of bevoegdheden kunnen niet als verplichting worden uitgelegd.
Indien de bank haar rechten of bevoegdheden (tijdelijk) niet uitoefent, blijven die volledig van kracht en voor uitoefening vatbaar. Indien de bank (tijdelijk) toelaat dat de cliënt zijn verplichtingen niet nakomt of inbreuk maakt op een recht of bevoegdheid van de bank, kan de cliënt daaraan geen recht of bevoegdheid tegenover de bank ontlenen.
19. Hulpmiddelen
Aan de cliënt verstrekte hulpmiddelen (bijvoorbeeld Formu- lieren of Klantherkenningsmiddelen) blijven eigendom van de bank. De cliënt zal deze op eerste verzoek van de bank aan haar teruggeven.
20. Gezamenlijke cliënt
Indien cliënten tezamen een Bankdienst van de bank afnemen (bijvoorbeeld een bankrekening) en zij toepas- selijkheid van dit artikel met de bank overeenkomen, geldt met betrekking tot die Bankdienst het volgende:
I. Definities:
In dit artikel wordt ieder van deze cliënten aangeduid als 'Gezamenlijke Cliënt' en de overeenkomst met betrek- king tot de Bankdienst als 'Overeenkomst'.
II. Rechten Gezamenlijke Cliënt:
Steeds indien de bank de Gezamenlijke Cliënten met betrekking tot de Bankdienst een prestatie verschuldigd is, heeft ieder van hen voor het geheel een eigen en zelfstandig recht op die prestatie. De bank is die prestatie echter steeds maar eenmaal verschuldigd, zodat zij door nakoming jegens de een ook jegens de
anderen wordt bevrijd. Zodra de Overeenkomst voor een Gezamenlijke Cliënt eindigt, verliest die Gezamenlijke Cliënt zijn recht om voldoening van een eventueel tegoed van de bank te vorderen en behouden alleen de Gezamenlijke Cliënten die de Overeenkomst voortzetten hun recht daarop. Indien de Overeenkomst voor alle Ge- zamenlijke Cliënten tegelijkertijd eindigt, behoudt echter ieder zijn recht op voldoening van een eventueel tegoed.
III. Rechtshandelingen en (overige) Communicaties Gezamenlijke Cliënt:
Iedere Gezamenlijke Cliënt kan met betrekking tot de Bankdienst zelfstandig, en ongeacht medewerking of bezwaar van de andere(n), alle rechtshandelingen verrichten (bijvoorbeeld het geven van een opdracht aan de bank of een volmacht aan een derde) en alle (overige) Communicaties met de bank uitwisselen. De rechts- gevolgen van dergelijke rechtshandelingen en Communi- caties binden niet alleen de handelende Gezamenlijke Cliënt maar ook de overige Gezamenlijke Cliënten, ook indien hierdoor een debetstand ontstaat. De bank is echter steeds gerechtigd de instemming van de andere Gezamenlijke Cliënten te verlangen alvorens gevolg te geven aan dergelijke rechtshandelingen of Communicaties. Een tussen de bank en een van de Gezamenlijke Cliënten uitgewisselde Communicatie geldt als uitgewisseld tussen de bank en ieder van de Gezamenlijke Cliënten.
De Gezamenlijke Cliënten zullen, voor zover nodig, elkaar
geïnformeerd houden.
IV. Hoofdelijke aansprakelijkheid:
Steeds indien de bank gerechtigd is met betrekking tot de Bankdienst een prestatie van de Gezamenlijke Cliënten te vorderen (bijvoorbeeld wegens een debetstand), is ieder van hen voor het geheel van de verschuldigde prestatie hoofdelijk aansprakelijk. De Gezamenlijke Cliënten zijn die prestatie echter maar eenmaal verschuldigd, zodat nakoming door de één ook de andere(n) bevrijdt.
Indien de Overeenkomst voor een Gezamenlijke Cliënt eindigt, geldt die hoofdelijke aansprakelijkheid voor hem nog slechts voor die verplichtingen die bij het einde van de Overeenkomst al bestaan of voortvloeien uit een dan al bestaande rechtsverhouding. De Gezamenlijke Cliënten doen afstand van alle verweermiddelen toekomend aan een hoofdelijk verbonden schuldenaar.
V. Onderlinge afrekening Gezamenlijke Cliënten:
De Gezamenlijke Cliënten zullen de gevolgen van (uitvoering van) de Overeenkomst voor hun onderlinge verhouding, voor zover nodig, zelf met elkaar afrekenen.
VI. Einde/voortzetting Overeenkomst:
Iedere Gezamenlijke Cliënt kan in afwijking van het sub (III) bepaalde de Overeenkomst alleen voor zichzelf beëindigen. In geval van een dergelijke beëindiging
wordt de Overeenkomst tussen de andere Gezamenlijke
Cliënt(en) en de bank voortgezet, tenzij de bank deze voortzetting weigert. De bank kan ook aan voortzetting voorwaarden of beperkingen verbinden.
21. Wijziging voorwaarden cliëntrelatie
De bank kan de Voorwaarden Cliëntrelatie op ieder moment wijzigen en/of aanvullen en de nieuwe versie tegenover de cliënt van toepassing verklaren. De bank zal tegenover de cliënt een inwerkingtredingstermijn in acht nemen van ten minste twee maanden. De cliënt wordt per het einde van die inwerkingtredingstermijn aan de nieuwe versie gebonden, tenzij hij de relatie met de bank uiterlijk per die datum aan de bank heeft opgezegd.
Nadere informatie bescherming persoonsgegevens
De bank en de vennootschappen binnen haar groep verwerken de persoonsgegevens van (potentiële) cliënten zorgvuldig en met inacht- neming van wet- en regelgeving en de bank bindende gedragscodes ter bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer. De verwerking geschiedt in het kader van een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering, in het bijzonder gericht op de volgende activiteiten:
I. het beoordelen en accepteren van (potentiële) cliënten, het aangaan en uitvoeren van overeenkomsten met een (potentiële) cliënt en het afwikkelen van betalingsverkeer;
II. het verrichten van analyses van persoonsgegevens ten behoeve van statistische en wetenschappelijke doeleinden;
III. het uitvoeren van (gerichte) marketingactiviteiten teneinde een relatie met een (potentiële) cliënt tot stand te brengen en/ of in stand te houden dan wel uit te breiden;
IV. het waarborgen van de veiligheid en integriteit van de financiële sector, daaronder mede begrepen het opsporen, vaststellen, bestrijden en voorkomen van (pogingen tot) (strafbare of ongewenste) gedragingen gericht tegen de bank, haar vennootschappelijke groep en haar cliënten en medewerkers, alsmede het gebruik van en de deelname aan waarschuwingssystemen;
V. het voldoen aan wettelijke verplichtingen;
VI. het beheren van de relatie met de cliënt.
ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam. Handelsregister K.v.K. Amsterdam, nr 34334259.
Uw telefoonaanbieder bepaalt deze kosten).
xxxxxxx.xx
0900 - 0024
(Voor dit gesprek betaalt u uw gebruikelijke belkosten.
AA 0217