OGN 2021
OGN 2021
Overeenkomst Gemeenten en Nutsbedrijven in de provincie Limburg
Inhoudsopgave
Voorwoord 2 Begripsomschrijving in het kader van deze overeenkomst 6
Bijzondere bepalingen in verband met distributie van energie | ||
Landelijke verlegregeling gemeenten op initiatief van het GPKL | ||
• 1 | OGN 2021 |
Voorwoord
Energie (elektriciteit en gas) en water worden aangemerkt als eerste levens- behoeften. Ten gevolge van veranderende inzichten en klimaatveranderingen zijn er recent enkele belangrijke maatschappelijke vraagstukken bijgekomen die raakvlakken hebben met de energie- en watervoorziening en die een oplossing vragen: energietransitie, kimaatadaptie en de renovatie van de netwerken van de nutsbedrijven.
Nutsbedrijven en gemeenten hebben ieder hun verantwoordelijkheid als het gaat om het transport en de distributie van energie en water, in de energietransitie, in de klimaatadaptie, in de renovatie van de netwerken en in de toenemende samenwerking in de waterketen die moeten leiden tot een toekomstbestendige, duurzame energie- en watervoorziening.
De nutsbedrijven hebben een specifieke taak als het gaat om het realiseren en het in stand houden van leidingnetten voor de levering van elektriciteit, gas en water tot in de woning.
De gemeenten stellen de openbare grond, voor zover in eigendom, beschikbaar voor het onderbrengen van de bedoelde leidingnetten en de daarmee verband houdende voorzieningen. De netten maken deel uit van de aanwezige openbare infrastructuur waarbij de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de orde en veiligheid van de openbare ruimte. Ten behoeve van een efficiënte bedrijfsvoering van de nutsbedrijven, binnen de provincie Limburg, is het van belang dat de regels van de diverse gemeenten zo uniform mogelijk zijn.
De maatschappelijke vraagstukken, die een oplossing vragen, zijn (in dit kader) een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Partijen. Het is wenselijk om nauw samen te werken in deze gezamenlijke taak om de energietransitie, de klimaat- adaptie en de renovatie van de netwerken te faciliteren en/of vorm te geven.
Al deze aspecten vragen om goede en duidelijke afspraken en regels over het ruimtebeslag in de ondergrond, de aanleg en het beheer van netten in de openbare ruimte, de veiligheid van de openbare ruimte en de bruikbaarheid van wegen, fiets- en voetpaden. De energietransitie, klimaatadaptie en renovatie van netwerken vragen om samenwerking die alleen vorm kan krijgen als er vertrouwen is tussen Partijen.
Partijen streven ernaar om hun taak op een maatschappelijk zo verantwoord mogelijke wijze in te vullen. Concreet betekent dit dat Partijen zo efficiënt mogelijk hun taak willen uitvoeren. Daarbij kan het belang van de ene Partij strijdig zijn met het belang van de ander. Partijen beogen om deze strijdigheid met de daaraan verbonden negatieve consequenties te voorkomen. In voorkomende gevallen
OGN 2021 2 •
zullen ze samen een zo goed mogelijk compromis kiezen waarbij de laagst maatschappelijke kosten het uitgangspunt zijn.
Partijen verplichten zich correct, zakelijk en redelijk met elkaar om te gaan en de belangen en verantwoordelijkheid van de andere Partij te respecteren.
Gelijkwaardigheid van Partijen is daarbij het uitgangspunt. Partijen streven naar zo min mogelijk administratieve lasten en tijdrovende procedures. Samenwerken en elkaar vinden staat voorop. Als leidraad voor deze correcte, zakelijke en redelijke omgangsvorm dient onderhavige overeenkomst die hiermee in de plaats treedt van de OGN 2011. In de overeenkomst hebben Partijen zo goed mogelijk hun onderlinge afspraken vastgelegd.
De nieuwe overeenkomst wordt aangeduid als XXX 0000. Dit staat voor Overeenkomst tussen de Gemeenten en Nutsbedrijven in de provincie Limburg. De overeenkomst treedt met ingang van 1 januari 2021 in werking.
De contactgroep die de OGN 2021 vorm heeft gegeven bestaat uit de nutsbedrijven Enexis en WML en een delegatie van de Limburgse gemeenten. Alle gemeenten en beide nutsbedrijven hebben voorstellen gedaan voor de XXX 0000. Deze zijn besproken in de OGN-contactgroep en zoveel mogelijk verwerkt.
Deze overeenkomst mag geen statisch verbond worden. Vanwege gewijzigde
inzichten, energietransitie, klimaatadaptie, renovatie van netwerken en verande- ringen in bepaalde omstandigheden is een regelmatige evaluatie noodzakelijk.
In het verlengde daarvan moeten de afspraken in deze overeenkomst desgewenst worden bijgesteld. Partijen zijn hiervoor in gelijke mate verantwoordelijk.
Aanpassingen kunnen uitsluitend schriftelijk worden overeengekomen tussen Partijen. De overeengekomen aanpassingen worden eerst door Partijen ondertekend en kunnen daarna aan de OGN 2021 gehecht worden en maken daar onlosmakelijk deel van uit.
• 3 OGN 2021
OGN 2021
4 •
• 5 OGN 2021
Begripsomschrijving in het kader van deze overeenkomst
Beheer- en Degeneratiekosten:
Beheerkosten:
Dit zijn de administratieve en coördinatiekosten van de gemeente die samenhangen met de (herstel)werkzaamheden van de nutsbedrijven. Het gaat hierbij om coördinatie en behandeling aanvraag, voorinspectie tracé, coördinatie evenals begeleiding en toezicht van/op de werkzaamheden, inspectie na oplevering, administratieve nazorg, etcetera. Hierin speelt de vraag of een eventueel herstel is gedaan door het nutsbedrijf of de gemeente geen rol.
Degeneratiekosten:
De vergoeding voor versnelde degeneratie van het verhardingsoppervlak als gevolg van graafwerkzaamheden.
Boring/persing:
Boring:
Het maken van een holle ruimte in de grond, zonder daarbij de omringende grondslag te ontgraven.
Persing:
Een niet bestuurbare boortechniek, uitgevoerd vanuit een werkput, waarbij door een horizontaal heiblok een buis nagenoeg horizontaal in de grond wordt gedreven of getrokken.
Horizontaal gestuurde boring:
Een bestuurbare boortechniek, waarbij onder toevoeging van een steunvloeistof, na het uitvoeren van een zogeheten pilotboring en een ruimfase, een buis in de holle ruimte wordt getrokken.
Calamiteit:
Een onvoorziene gebeurtenis zoals een onderbreking in de voorziening met een overschrijding van de voor verstoringen gehanteerde “normale” tijdsduur en aantal klanten, een aanzienlijke, ongecontroleerde waterlekkage of gasuitstroming onder hoge druk, of een ernstig ongeval door brand of explosie met een grote maatschappelijke impact ten aanzien van openbare orde en/of veiligheid.
Energie:
Gas en/of elektrische energie.
OGN 2021 6 •
Fundering:
Een draagkrachtige, drukverdelende laag gelegen onder een verhardingslaag. Funderingen zijn onder te verdelen in (conform CROW bepalingen):
• Ongebonden fundering: fundering bestaande uit een laag niet-gebonden mineraal aggregaat;
• Licht gebonden fundering: fundering bestaande uit een laag mineraal aggregaat, die door een binding vanuit het materiaal zelf enige ontwikkeling van stijLeid en sterkte vertoont, maar in geringere mate dan bij hydraulisch
gebonden fundering;
• Gebonden fundering: relatieve stijve en sterke fundering bestaande uit een laag hydraulisch of bitumineus, cement- of hydraulisch gebonden mineraal aggregaat.
Gemeente:
Het college van burgemeester en wethouders.
Instemmingsaanvraag (ook genoemd vergunningsaanvraag):
Een aanvraag van het nutsbedrijf van voorgenomen werkzaamheden voor de aanleg, het houden, het onderhoud, vervangen, verleggen en/of het verwijderen van één of meer kabels en/of leidingen, waaronder begrepen een netwerk van kabels en/of leidingen.
Kabel- en/of leidingnet:
Het samenstel van in de gemeente in, op en/of boven de grond respectievelijk het water, gesitueerde voorzieningen die bedoeld zijn voor transport en distributie van energie en/of water. Te denken valt aan kabels, leidingen, stations, inrichtingen, toestellen, kasten, brandkranen, afsluiters, straatpotten en overige bedrijfs- middelen die als vast onderdeel tot het net behoren, inclusief signaalkabels.
Nutsbedrijf:
Een bedrijf dat de distributie van energie of water verzorgt in de provincie Limburg, in casu Enexis Netbeheer B.V. (hierna ook genoemd Enexis) respectievelijk
N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg (hierna ook genoemd WML).
Openbare gronden:
Openbare wegen met inbegrip van de daartoe behorende trottoirs, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere
werken. Ook wateren met de daartoe behorende bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen die voor iedereen toegankelijk zijn, horen hierbij.
• 7 OGN 2021
Partij of Partijen:
Daar waar in de OGN 2021 wordt gesproken van “Partij” of “Partijen” wordt een of meerdere van de ondertekenaars van de OGN 2021 bedoeld.
Storing:
Een onvoorziene gebeurtenis zoals een onderbreking in de voorziening, een ongecontroleerde water- of gaslekkage, of een ongeval door brand of explosie waarbij de openbare orde of veiligheid niet in het geding is.
Verharding:
Het gedeelte van de wegconstructie boven de funderingslaag (een wegconstructie is een samenspel van fundering en verharding). Verhardingen zijn onder te
verdelen in:
Gesloten verharding
Een verharding met een aaneengesloten structuur, zoals:
• Asfaltverharding
• Betonverharding
• Open verharding voorzien van een gebonden voegvulling waardoor plaat- vorming ontstaat
• Half-verharding waarbij als gevolg van toevoegstoffen of in het product aanwezige stoffen een plaatvorming ontstaat.
Open verharding
Een verharding bestaande uit los naast elkaar gelegen elementen. In tegenstelling tot een gesloten verharding heeft een open verharding voegen zonder gebonden voegvulling en is in meer of mindere mate water- en gasdoorlatend. Voorbeelden van open verhardingen zijn:
• Bestrating: een elementenverharding waarbij gebruik wordt gemaakt van materialen (gebakken of beton) in reguliere formaten en patronen zoals:
- Straatstenen dikformaat, waalformaat, keiformaat
- Betontegels 30 x 30 cm tot 50 x 50 cm.
• Sierbestrating: een elementenverharding waarbij gebruik is gemaakt van bijzondere formaten en/of patronen zoals:
- Natuursteenverharding
- Bestrating in afwijkende formaten en/of verbanden
- Bijzondere objecten.
Half-verharding
Een half-verharding bestaat uit onsamenhangend, ongebonden materiaal dat meer draagkracht levert dan de originele grond. Voorbeelden van half-verhardings-
OGN 2021 8 •
materialen zijn grind, gebroken puin, menggranulaat, gebroken natuursteen, leemgrind, kleischelpen, stol, boomschors en houtsnippers.
Toelichting:
• Indien er tussen materialen binding ontstaat, is er niet langer sprake van een half-verharding.
De hoeveelheid binding bepaalt of er sprake is van open- of gesloten verharding. Bij plaatvorming is er sprake van gesloten verharding
• Voor de gebroken materialen zoals gebroken puin, menggranulaat en gebroken natuursteen geldt een maximale korrelafmeting van 50 mm.
Gasdoorlatende verharding
Een constructie van een open verharding al dan niet voorzien van een fundering van een ongebonden steenmengsel of een half-verharding waarbij geen binding optreedt.
Vervuilde grond en bouwstoffen:
Grond en/of bouwstof die op basis van de huidige wetgeving en gebruikelijke regelingen niet meer mag worden gebruikt en/of waarbij maatregelen ten aanzien van transport en verwerking zijn voorgeschreven.
Water:
Water dat via het drinkwaternet wordt gedistribueerd.
Wegbeheerder:
Instantie, aangewezen door het college van burgemeester en wethouders, die verantwoordelijk is voor de inspectie, de inrichting, het beheer en het onderhoud van de openbare wegen zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b van de Wegenverkeerswet 1994, in een nader aangeduid gebied.
Werken:
Werken zijn te verdelen in:
Werkzaamheden met beperkte omvang:
Kabel- en/of leidingwerkzaamheden waarbij de lengte van het tracé in de openbare grond beperkt blijft tot maximaal 25 meter.
De werkzaamheden kunnen, onder voorwaarden, door de gemeente worden ingeschaald onder Grote Werken.
• 9 OGN 2021
Toelichting:
De werkzaamheden met beperkte omvang kunnen alleen worden ingeschaald onder Grote Werken indien:
• de werkzaamheden plaatsvinden op een specifieke locatie waar, vanuit het publieke belang, additionele eisen aan de werkzaamheden worden gesteld en/of
• wanneer er sprake is van repeterende Werkzaamheden met beperkte omvang zoals 100 aansluitingen vervangen.
Spoedeisende werkzaamheden en calamiteiten:
Kabel- en/of leidingwerkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening van het desbetreffende net, waarbij uitstel niet wenselijk c.q. mogelijk is.
Groot Werk / Grote Werken:
Alle werken met uitzondering van spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten en werkzaamheden met beperkte omvang.
OGN 2021 10 •
1. Algemene bepalingen
1.1. Toepasselijkheid
Onderstaande bepalingen zijn van toepassing op gemeenten en nutsbedrijven.
De bepalingen zijn uitsluitend van toepassing op openbare gronden in gemeentelijk eigendom en voor het voorzieningsgebied van het nutsbedrijf binnen de gemeente.
De OGN 2021 wordt aangegaan voor een periode van vijftien jaar vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2035, waarbij een opzegtermijn van twee jaar geldt. Zonder opzegging wordt de overeenkomst steeds stilzwijgend verlengd met vijf jaar. Ook gedurende deze verlenging geldt een opzegtermijn van twee jaar.
De overeenkomst wordt regelmatig geëvalueerd. Dit is beschreven in bijlage 1. Als een andere grondeigenaar dan de gemeente planontwikkelingen en plan-
realisaties ter hand neemt, waarbij in een latere fase het eigendom van de openbare ruimte met ondergrondse infrastructuur wordt overgedragen aan de gemeente (teruglevering), dan waarborgt de gemeente de toepasselijkheid van de OGN 2021, vooral gelet op artikel 2.2.
Toelichting:
De opzegging gebeurt per aangetekend schrijven.
Indien een derde zich bezig houdt met de aanpassing van de toekomstige openbare ruimte, dan zorgt de gemeente ervoor dat de afspraken uit de OGN 2021 nageleefd worden. Zie verder art. 1.4.3.
1.2. Vervanging
De OGN 2021 treedt na ondertekening volledig in de plaats van de OGN 2011 die daarmee inclusief artikel 1.11 vervalt.
Toelichting:
Artikel 1.11 van de OGN 2011 zegt: Bij beëindiging van onderhavige overeenkomst tussen Enexis en gemeente vanwege opzegging door één dezer Partijen na 10 of 15 jaar na het ondertekenen ervan, blijven de artikelen 1.3.1., 1.3.2., 1.3.3., 1.3.4., 1.3.5., 1.4.1., 1.4.2., 1.4.3., 1.5.1., 1.5.2., 1.5.3. en 1.9.3 nog
gedurende maximaal 10 respectievelijk 5 jaren van toepassing.
1.3. Gebruik van gemeente-eigendommen
1.3.1. Kabels en Leidingen
De gemeente verleent aan het nutsbedrijf het recht om zonder kosten kabels, leidingen met toebehoren, evenals kleine voorzieningen zoals kasten, ministations,
• 11 OGN 2021
toestellen, brandkranen, afsluiters en dergelijke. en alles wat verder nodig is voor de distributie van energie en/of water in openbare gronden te hebben, te houden, aan te brengen, te onderhouden, te vervangen en/of te verwijderen.
Toelichting:
Concreet houdt deze bepaling in dat de gemeente voor het gebruik van de openbare grond geen vergoeding dan wel precario vraagt.
1.3.2. Grotere voorzieningen
Als het nutsbedrijf ten behoeve van de openbare energie- en/of watervoorziening grond in de gemeente nodig heeft voor het oprichten van grotere voorzieningen of inrichtingen zoals schakelstations, transformatorstations, drukvermeerdering- of drukverminderingstations, pompstations en dergelijke, dan verwerft het nuts- bedrijf voor eigen rekening het beschikkingsrecht over deze grond. De gemeente geeft de grond daartoe uit aan het nutsbedrijf of zorgt ervoor dat het nutsbedrijf de benodigde grond onder marktconforme voorwaarden van derden kan krijgen.
1.3.3. Opslag materialen
Desgevraagd stelt de gemeente een terrein kosteloos ter beschikking voor de tijdelijke opslag van materialen voor de door het nutsbedrijf uit te voeren werk- zaamheden. Eventueel aangerichte schade aan het terrein herstelt of vergoedt het nutsbedrijf.
Is er geen geschikt terrein beschikbaar, dan kunnen parkeerplaatsen als tijdelijke opslaglocatie worden aangewezen. Leidt dat voor de gemeente tot inkomsten- derving, dan betaalt het nutsbedrijf deze kosten.
1.3.4. Primaat herbestrating
De gemeente heeft het primaat van herbestrating. Dit betekent dat de gemeente bepaalt of zij herstraatwerkzaamheden inclusief onderhoud zelf uitvoert of door het nutsbedrijf wil laten uitvoeren. De gemeente stelt deze keuze voor een termijn van minimaal 1 jaar vast. De ingangsdatum stellen Partijen in overleg vast.
Indien de keuze voor zelf herstraten alleen geldt voor één of meerdere gedeelten van de openbare gronden van de gemeente dan worden deze gedeelten vooraf eenduidig gedefinieerd.
OGN 2021 12 •
Toelichting:
Het primaat geldt ook voor het herstel van bermen en plantsoenen.
Vanwege praktische redenen kan, daar waar een gemeente besluit om zelf te herstraten, in overleg worden afgesproken dat het nutsbedrijf herstraatwerkzaamheden van klinkers en tegels met een oppervlakte < 5 m² zelf uitvoert.
De tarieven die de gemeente voor het herstel aan het nutsbedrijf in rekening brengt, worden jaarlijks vastgelegd in het document: Grondslagen van de tarieven voor het herstel van schade aan verharding en groen in de provincie Limburg.
Toelichting:
Het document wordt jaarlijks geëvalueerd en de tarieven worden jaarlijks aangepast aan de VNG- normen. De beheerder van het document is de Contactgroep OGN waarin een afvaardiging van de gemeenten en Enexis en WML zitting hebben. Het document , inclusief de aangepaste tarieven, wordt jaarlijks gepubliceerd op het digitale platform van Synfra.
De facturering van de herbestrating door de gemeente aan het nutsbedrijf gebeurt traceerbaar, controleerbaar en kort na de werkzaamheden:
• bij Grote Werken wordt deze, per project en binnen 2 maanden na technische en administratieve oplevering door het/de nutsbedrijf(ven) bij de gemeente, ingediend bij het/de nutsbedrijf(ven) door de gemeente.
Als de doorlooptijd van een Groot Werk langer is dan 2 maanden, is het mogelijk, in overleg, om deelfacturen in te dienen;
• voor alle andere werken mogen verzamelfacturen worden ingediend. Deze worden per kwartaal ingediend;
• op de facturen worden de locaties, de hoeveelheden en de verhardingssoorten per locatie met de tarieven aangegeven;
Het is mogelijk om met de nutsbedrijven separate afspraken te maken.
1.3.5 Beheer- en degeneratiekosten
De nutsbedrijven vergoeden aan de gemeente beheer- en degeneratiekosten. Deze vergoeding wordt op basis van de werkelijke uitvoeringswerkzaamheden per project in rekening gebracht.
De tarieven, aan de hand waarvan de vergoeding wordt bepaald, zijn opgenomen in het document: Grondslagen van de tarieven voor het herstel van schade aan verharding en groen in de provincie Limburg en worden jaarlijks geëvalueerd en geïndexeerd.
In bijlage 3 is de wijze van afrekening aangegeven.
• 13 OGN 2021
1.4. Uitbreiden, wijzigen, vervangen en verwijderen leidingnet
1.4.1. Vervreemding, verpachting of bezwaring
In geval van vervreemding, verpachting of bezwaring door de gemeente van een haar toebehorende bebouwde of onbebouwde onroerende zaak, waarin c.q. waaraan delen van het leidingnet en/of andere aan het nutsbedrijf toebehorende zaken liggen of bevestigd zijn, deelt de gemeente haar voornemen tot vervreemding, verpachting of bezwaring tijdig aan het nutsbedrijf mede. Vervolgens beoordeelt het nutsbedrijf, in overleg met de gemeente, of het noodzakelijk is om de leidingen, kabels en/of andere zaken te wijzigen of te verplaatsen, dan wel of volstaan kan worden met het vestigen van een zakelijk recht voor handhaving van de leidingen, kabels en/of andere zaken op hun oorspronkelijke plaats.
De kosten voor een eventuele noodzakelijke wijziging c.q. verlegging van het leidingnet verdelen de gemeente en het nutsbedrijf conform art 1.4.2.
De kosten verbonden aan het vestigen van een zakelijk recht komen voor rekening van het nutsbedrijf. Dit geldt wanneer het zakelijke recht vóór de vervreemding, verpachting of bezwaring, wordt gevestigd, en ook wanneer het zakelijke recht wordt gevestigd tussen de verkrijger van de onroerende zaak en het nutsbedrijf. Het zakelijke recht zelf is om niet.
Toelichting:
Door deze kostenverdeling wordt de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor kostenbeheersing en – beperking benadrukt. Dit artikel is bijvoorbeeld van toepassing bij de verkoop van een openbare groenstrook waarin een kabel en/of leiding ligt.
1.4.2. Werken voor of door de gemeente (werken op initiatief gemeente)
Bij werken of werkzaamheden die van oorsprong door of vanwege de gemeente uitgevoerd moeten worden, beslissen de gemeente en het nutsbedrijf samen over de noodzaak tot wijzigen dan wel omleggen van het leidingnet. Vanuit haar wettelijke rol heeft het nutsbedrijf daarbij de beslissende stem.
Wordt in onderling overleg besloten tot het wijzigen c.q. omleggen van het leiding- net, dan start het nutsbedrijf hiermee binnen een termijn van maximaal 13 weken. Deze termijn gaat in na een officiële opdracht van de gemeente.
Alle kosten verbonden aan het eventueel wijzigen c.q. verleggen van het leidingnet dragen de gemeente en het nutsbedrijf ieder voor de helft (50/50).
Daarnaast geldt voor leidingnetdelen die een leeftijd hebben van 50 jaar of ouder:
• WML draagt de kosten van leidingnetdelen die een leeftijd hebben van 50 jaar of ouder zelf;
OGN 2021 14 •
• Enexis draagt de kosten van de leidingnetdelen die een leeftijd hebben van 50 jaar of ouder zelf per 2031.
In de praktijk bestaan kabel- en leidingtracés vaak uit kabels en leidingen die ouder en jonger zijn dan 50 jaar. Partijen spreken in zulke situaties, in onderling overleg, een passende verhouding af voor de compensatie van de kosten.
De kosten van het verwijderen of opvullen van een niet vrijgegraven kabel en/of leiding vallen onder de hierboven genoemde kostenverdeling. Zie verder 2.13.: Verwijderen van kabels en leidingen.
Indien de gemeente opdracht geeft tot het herinrichten van een kabel- en/of leiding- tracé, dan vallen de kosten van de eigen infrastructuur van het nutsbedrijf onder de hierboven genoemde kostenverdeling. Zie verder 2.14: Herinrichting tracés.
Toelichting:
Deze regeling is alleen van toepassing op werken in openbare grond die van oorsprong door of in rechtstreekse opdracht van de gemeente worden uitgevoerd. Voorbeelden zijn de reconstructie van een kruispunt, de aanleg van een rotonde of de herinrichting van een straat of wijk.
Onder alle kosten verbonden aan het eventueel wijzigen c.q. verleggen van het leidingnet vallen ook de kosten die genoemd worden in hoofdstuk 2 Technische bepalingen en instemmingsaanvraag.
De termijn van 13 weken zal in een aantal specifieke gevallen, die niet te wijten zijn aan het nutsbedrijf, niet mogelijk zijn. Daarom is het wenselijk dat de gemeente zo vroeg mogelijk het nutsbedrijf informeert over haar plannen en dat het nutsbedrijf op dat moment de haalbaarheid aangeeft.
In de offerte zal het nutsbedrijf de overeengekomen definitieve levertermijn bevestigen.
1.4.3. Overige werken/werkzaamheden
Wordt een leidingnet gewijzigd c.q. verlegd in verband met werken die niet van oorsprong door of vanwege de gemeente worden uitgevoerd en die evenmin rechtstreeks in verband gebracht kunnen worden met van oorsprong door of vanwege de gemeente uit te voeren werken, dan bepalen de gemeente, deze derde en het nutsbedrijf in onderling overleg, de noodzaak tot wijzigen dan wel omleggen van het leidingnet. Vanuit haar wettelijke rol heeft het nutsbedrijf daarbij de beslissende stem.
Wordt in onderling overleg besloten tot het wijzigen c.q. omleggen van het leiding- net, dan start het nutsbedrijf hiermee binnen een termijn van maximaal 13 weken. Deze termijn gaat in na een officiële opdracht van deze derde hiertoe. De kosten verbonden aan het eventueel wijzigen c.q. verleggen van het leidingnet, draagt deze derde.
• 15 OGN 2021
c.q. verleggen van het leidingnet conform art.1.4.2. Dit is alleen van toepassing indien de gemeente aantoont dat de gemeente gebruik maakt van haar bestuurs- rechtelijke of van haar privaatrechtelijke bevoegdheden als overheid.
Toelichting:
De tweede alinea van dit artikel is van toepassing bij initiatieven van derden op gemeente-eigendom of die, na ontwikkeling, gemeente-eigendom worden.
Bij deze initiatieven van derden vallen de kosten van de eventuele leidingnet wijzigingen c.q. verleggingen onder de kostenverdeling van art 1.4.2 als het maatschappelijke belang gediend wordt en niet de financiële belangen van een derde. De gemeente kan de kosten desgewenst doorrekenen aan de derde. In dit geval zijn de afspraken op grond van de OGN202 van toepassing.
De termijn van 13 weken zal in een aantal specifieke gevallen, die niet te wijten zijn aan het nutsbedrijf, niet mogelijk zijn. Daarom is het wenselijk dat de gemeente c.q. de derde zo vroeg mogelijk het nutsbedrijf informeert over haar plannen en dat het nutsbedrijf op dat moment de haalbaarheid aangeeft. In de offerte zal het nutsbedrijf de overeengekomen definitieve levertermijn bevestigen. De gemeente zal de aanvraag verzorgen en blijft het contact met de nutsbedrijven verzorgen/coördineren.
1.5. Communicatie
1.5.1. Omgevingsontwikkelingen en -plannen
De gemeente informeert het nutsbedrijf vroegtijdig over voorgenomen ruimtelijke beleidsplannen zoals nieuwe (ontwerp) omgevingsplannen. Ook informeert de gemeente het nutsbedrijf over wijzigingen van omgevings-, infrastructuur-, onderhouds- en herstraatplannen, voor zover deze voor de energie- en/of drink- watervoorziening van belang kunnen zijn.
De gemeente geeft het nutsbedrijf op verzoek inzage in de geldende omgevings- plannen, omgevingsvisies, programma’s en projectbesluiten en daarnaast in nieuwe ontwerpomgevingsplannen, ontwerpomgevingsvisies, programma’s en projectbesluiten alsook in ontwerpwijzigingen daarvan.
OGN 2021 16 •
Toelichting:
Vooral voor handels- en industrieterreinen is van belang de ontwikkeling en aanleg van de infra- structuur tijdig te starten en gelijk te laten lopen met de ontwikkeling van die terreinen. Voor de voorfinanciering van investeringen heeft Enexis Netbeheer BV de “Bijdrageregeling Handels- en Industrieterreinen” ontwikkeld. Deze regeling maakt het mogelijk pro-actief infrastructuur aan te leggen op basis van verwachtingen ten aanzien van groei van de terreinen.
1.5.2. Investeringsplannen van het nutsbedrijf
Het nutsbedrijf informeert de gemeente op tijd over voorgenomen uitbreidingen, wijzigingen of vervangingen indien deze in het belang kunnen zijn van de
gemeentelijke taken.
1.5.3. Strategisch overleg
De gemeente en het nutsbedrijf delen daarnaast informatie en stemmen periodiek en vroegtijdig af over:
• wederzijdse lange-termijnontwikkelingen en -plannen (inhoudelijk en qua fasering);
• wederzijdse visie en strategische beleidsplannen.
Toelichting:
Onderwerpen die hier ter sprake kunnen komen zijn onder andere omgevingsvisie, energietransitie en klimaatadaptatie.
1.5.4. Coördinatieoverleg over projecten
Inzake voorgenomen, concreet in ontwerp en in uitvoering te nemen projecten, stemmen de gemeente en het nutsbedrijf periodiek of per project met elkaar af over de uit te voeren werkzaamheden en tijdplanningen.
Toelichting:
Voor de in art 1.5. beschreven communicatie wordt per gemeente een overlegstructuur opgezet, waarin de frequentie van het overleg, de deelnemende afdelingen en nutsbedrijven, en de inhoud van de overleg-bijeenkomsten worden vastgesteld.
De omvang van de gemeente, de aard en het aantal van voorgenomen en lopende projecten bepalen de structuur, met dien verstande dat:
• Voor het strategisch overleg een frequentie van tenminste één keer per jaar wordt aangehouden;
• 17 OGN 2021
• Voor het planningsoverleg uit art 1.5.1 en 1.5.2 een frequentie van tenminste twee keer per jaar wordt aangehouden;
• Voor het coördinatieoverleg over projecten belegt de gemeente of het nutsbedrijf, indien nodig, een overleg.
Voorafgaand aan de besprekingen voorzien Partijen elkaar van de juiste informatie:
• gemeenten: geldende en ontwerp- omgevingsplannen, geldende en ontwerp- omgevingsvisies, programma’s en projectbesluiten;
• nutsbedrijven: voorgenomen uitbreidingen, wijzigingen of vervangingen;
Gemeenten en nutsbedrijven conformeren zich voor het procesverloop betreffende de ordening van de ondergrondse infrastructuur, waar mogelijk en relevant, aan de beschreven informatietrajecten en onderwerpen van de procesbeschrijving in de NPR 7171.
Deze Nederlandse Praktijkrichtlijn geeft een beschrijving van het proces tussen de betrokken Partijen voor de inrichting en de ordening van de ondergrond waarin aan te leggen ondergrondse netten een plaats moeten krijgen.
1.5.5. Tracés en ruimte voor kabels en leidingen
De gemeente overlegt op verzoek van het nutsbedrijf over de mogelijkheden aangaande tracés van kabels en leidingen c.q. leidingstroken. Ook vindt overleg plaats als het gaat om de locaties van stations, kasten en andere inrichtingen, toestellen en dergelijke in nieuwe stedenbouwkundige ontwerpen, omgevings- plannen en structuurplannen c.q. bij belangrijke wijzigingen van omgevings- plannen en structuurplannen.
Rekening houdend met aspecten van planologische aard draagt de gemeente in het belang van een veilige en efficiënte bedrijfsvoering van het nutsbedrijf zorg voor reservering van tracés en/of leidingstroken. Dat gebeurt dusdanig dat kabels en leidingen voor de energie- en drinkwatervoorziening in gemeentegrond kunnen worden gelegd en voldoende bereikbaar zijn voor het maken van aansluitingen, voor onderhoud, reparatie, vernieuwing, enzovoorts.
Het bepaalde in NEN 7171 zal hierbij in principe van toepassing zijn.
Toelichting:
Goede ordening van ondergrondse netten is belangrijk en wordt steeds belangrijker door een toenemend gebruik van de ondergrond en de wenselijkheid deze netten goed te kunnen bereiken. De norm NEN 7171 geeft de eisen voor de ordening van ondergrondse netten, en is bepalend bij de beoordeling van de benodigde tracés en ruimte voor het nutsbedrijf. Deze norm hangt nauw samen met de hierboven genoemde Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 7171. De gemeenten zullen hand- havend optreden indien nutsbedrijven afwijken van de instemming.
OGN 2021 18 •
1.5.6. Herinrichten van Kabel- en leidingentracés
Indien kabels en/of leidingen bijgelegd moeten worden in bestaande tracés van kabels en/of leidingen en er is onvoldoende ruimte vanwege een ongeordende ligging van in bedrijf zijnde kabels en/of leidingen, buiten bedrijf zijnde kabels en/of leidingen en/of wees- kabels en/of leidingen, dan kan de gemeente aangeven dat deze tracés heringericht dienen te worden. De gemeente coördineert de her- inrichtingswerkzaamheden tussen Partijen en mogelijke andere netwerkbedrijven.
1.6. Uitvoering van de werkzaamheden
De instemmingsaanvraag en de technische uitvoering van kabel- en leiding- werkzaamheden verricht het nutsbedrijf conform de “Technische bepalingen” in hoofdstuk 2 van de OGN 2021. Alleen in geval van uitzonderlijke omstandigheden kan op verzoek van de gemeente of het nutsbedrijf incidenteel en in onderling overleg worden afgeweken van de technische bepalingen in hoofdstuk 2.
1.7. Openbare orde en veiligheid bij calamiteiten
Bij een (dreigende) calamiteit en/of grote (langdurige) storingen informeert het nutsbedrijf de betrokken gemeente, via de meldkamer van de brandweer, politie en de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR).
De meldkamer neemt contact op met de betrokken gemeente(n). Dit contact is in principe altijd met de ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid. In overleg met de brandweer, politie, GHOR en de gemeente wordt bepaald in hoeverre de rampen- structuur GRIP (Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure) gebruikt gaat worden. Het nutsbedrijf geeft informatie en verleent medewerking aan voormelde operationele diensten bij de uitvoering van hun taken.
1.8. Schade c.q. aansprakelijkheid
1.8.1. Schade aan eigendommen gemeente en nutsbedrijven (niet nakoming OGN 2021)
Tenzij er sprake is van overmacht, verplicht iedere tekortkoming door een Partij in de nakoming van de OGN 2021 de schade aan eigendommen van de andere Partij te vergoeden.
1.8.2. Schade aan eigendommen derden (onrechtmatige daad)
Derden die schade lijden ten gevolge van werkzaamheden door of in opdracht van het nutsbedrijf kunnen op grond van artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek een schadeclaim indienen bij de veroorzaker. Partijen voorzien derden, indien nodig en mogelijk, van de relevante gegevens van de veroorzaker.
• 19 OGN 2021
Toelichting:
Vertegenwoordigers van de gemeenten en de nutsbedrijven overleggen, indien gewenst, structureel om de schadeclaims van een bepaalde periode te bespreken. Hierdoor krijgen zij op gestructureerde wijze inzicht in de aard en hoeveelheid schades aan eigendommen van de gemeenten en die van derden.
1.9. Bijzondere bepalingen in verband met distributie van energie
x- en y-coördinatenstelsel (basisregistratie grootschalige topografie).
1.9.2. Bestrijding van graffiti en illegale reclameaanplak
Enexis behoudt zich het recht voor om de rechten en verplichtingen die voort- vloeien uit de overeenkomst, aan derden over te dragen. Voor zover de overdracht niet geschiedt aan de Staat der Nederlanden of aan de provincie Limburg, zal de gemeente de overdracht slechts hebben te aanvaarden als het college van Gedepu- teerde Staten van Limburg zijn goedkeuring aan de overdracht heeft gehecht.
1.10. Bijzondere bepalingen in verband met distributie van water
WML stelt haar leidingnet ter beschikking voor bluswatervoorzieningen en plaatst, op verzoek van de gemeente, brandkranen. Als dit nadelige gevolgen heeft voor de waterkwaliteit en leveringszekerheid gaat WML niet over tot plaatsing en informeert de gemeente zo nodig. Brandkranen zijn immers niet benodigd voor de reguliere drinkwatervoorziening. De brandkranen zijn en blijven na plaatsing eigendom van WML.
De locatie en de afstand van de brandkranen wordt, op advies van de veiligheids- regio(of het daarvoor in de plaats optredende orgaan) en in overleg met de gemeente door WML bepaald, met dien verstande dat te allen tijde ondergrondse brandkranen worden geplaatst bij de aanleg van het hoofdleidingnet in openbare grond. De gemeente mag de aangelegde openbare brandkranen uitsluitend voor blusdoeleinden en voor blusoefeningen gebruiken. WML heeft geen wettelijke verplichting tot het leveren van een bepaalde bluscapaciteit. WML controleert en onderhoudt in opdracht van de gemeente de brandkranen. Ingeval van een gebrek aan een brandkraan herstelt WML dit gebrek binnen de periode zoals opgenomen in de Service Level Agreement.
WML verstrekt de gemeente jaarlijks de resultaten van een gesimuleerde (theo- retische) capaciteitsberekening bij een reguliere bedrijfsvoering. Het resultaat van de berekeningen is indicatief en hier kunnen geen rechten aan worden ontleend.
Indien het noodzakelijk is om ten behoeve van het beschikbaar maken van bluswater, extra voorzieningen (zoals uitbreiden of verzwaren van leidingen) te realiseren, draagt WML daar, op aanvraag van de gemeente, zorg voor. Deze extra voorzieningen mogen niet ten koste gaan van de drinkwatertaken van WML, voortvloeiend uit de Drinkwaterwet- en regelgeving.
Op verzoek van de gemeente kan WML ook bovengrondse brandkranen plaatsen, mits dit niet ten koste gaat van de drinkwatertaken van WML, voortvloeiend uit de Drinkwaterwet- en regelgeving.
• 21 OGN 2021
De gemeente vergoedt aan WML de volgende kosten:
a) Het brandkraanrecht:
• het gebruik van de brandkranen voor blusdoeleinden;
• het waterverbruik ten gevolge van de blusdoeleinden en;
• voor de reparatie- en herstelwerkzaamheden (onderhoud en zo nodig vervanging) aan de brandkranen.
b) Extra voorzieningen zoals:
• extra gerealiseerde voorzieningen;
• het plaatsen en vervangen van de bovengrondse brandkranen.
c) De controle van de brandkranen, inhoudende:
• periodieke controle van de brandkranen op een aantal afgesproken punten zoals vindbaarheid, bereikbaarheid en bediening;
• jaarlijkse rapportage van de controle en status van de brandkranen;
• jaarlijkse capaciteitssimulatie van de brandkranen;
• Jaarlijkse opmaak van een digitale kaart en een overzicht van brandkranen op basis van x- en y- coördinatenstelsel.
Indien een gemeente brandkranen niet meer wil gebruiken, heeft WML het recht kosten in rekening te brengen bij de gemeente, zoals verwijderingskosten, afschrijvingskosten et cetera.
WML is niet aansprakelijk voor enig gebrek aan de brandkranen, voor enige schade hieruit voortvloeiend, en voor het eventueel, naar de mening van de gemeente, onvoldoende beschikbaar zijn van bluswater. Onder de uitsluiting van aansprakelijkheid door WML valt ook de situatie dat de leiding drukloos is.
Toelichting:
WML ontwerpt aan de hand van intern opgestelde ontwerpcriteria. De positionering van de brandkranen ontwerpt WML binnen de gemeentes van de Veiligheidsregio Noord-Limburg conform het Regionaal Modelbeleid Bluswater en Bereikbaarheid, d.d. 31 maart 2017, versie 1.0. WML hanteert hierbij een variabele afstand van max. 40 tot 100 meter vanaf de ingang van een perceel tot aan de brandkraan. Binnen de gemeentes van Veiligheidsregio Zuid-Limburg hanteert WML voor de positionering van de brandkraan een afstand van max. 40 meter vanaf de ingang van een perceel tot aan de brandkraan, gelijk aan het Uitgangspuntendocument bluswater ‘Risicogedifferentieerde bluswaterbehoeften in Zuid-Limburg’.
Omdat WML geen wettelijke verplichting tot het leveren van een bepaalde bluscapaciteit heeft, kan een gemeente WML hier niet voor aansprakelijk stellen. Desalniettemin is in de tekst volledigheids- halve aansprakelijkheid voor het onvoldoende beschikbaar zijn van bluswater uitgesloten.
OGN 2021 22 •
1.11. Landelijke verlegregeling gemeenten op initiatief van het GPKL
Partijen kunnen in onderhandeling treden over een aanpassing van artikel 1.4.2 indien het GPKL, Vewin en Netbeheer Nederland overeenstemming hebben bereikt over een landelijke verlegregeling tussen gemeenten enerzijds en drinkwater- bedrijven en nutsbedrijven van energienetten anderzijds. De onderhandelings- voorwaarden zijn:
• het uitgangspunt voor de onderhandeling is de inhoud van de nieuwe landelijke regeling;
• de inwerkingtreding van deze regeling, tussen WML enerzijds en de gemeenten anderzijds, zal 1 januari 2021 zijn (de ingangsdatum van de OGN-2021). Indien en voor zover de onderhandelingen leiden tot een aanpassing van de regeling van artikel 1.4.2., wordt de ingangsdatum hiervan in onderling overleg vastgesteld;
• de inwerkingtreding van deze regeling, tussen Enexis enerzijds en de gemeenten anderzijds, zal 1 januari 2031 zijn. Indien en voor zover de onderhandelingen leiden tot een aanpassing van de regeling van artikel 1.4.2., wordt de ingangs- datum hiervan in onderling overleg vastgesteld;
• de heroverweging kan niet leiden tot een beëindiging van de OGN-2021.
Toelichting
Het GPKL heeft in 2019 het overleg gestart met Xxxxx en Netbeheer Nederland om te komen tot een uniforme en landelijk geldende kostenverdelingsregeling. Op het moment dat deze uniforme regeling is gerealiseerd is het mogelijk om deze regeling te implementeren in de OGN 2021.
De inwerkingtreding van deze regel tussen Enexis en de gemeenten, op 1 januari 2031, is een gevolg van de rechten die Enexis had in de OGN 2011.
1.12. ALandelen van onderwerpen met financiële consequenties die niet of niet duidelijk in de OGN 2021 staan omschreven
Daar, waar de OGN 2021 onderwerpen met financiële consequenties niet regelt, handelen Partijen deze gezamenlijk af op basis van redelijkheid en billijkheid. Uitgangspunt hierbij is de maatschappelijke verantwoordelijkheid van zowel de nutsbedrijven als de gemeenten. Komen Partijen hierin niet tot overeenstemming, dan zijn de laagst maatschappelijke kosten leidend.
Toelichting:
Met de laagst totale maatschappelijke kosten wordt bedoeld dat als een oplossing wordt beoogd die door middel van een handeling van een Partij goedkoper kan worden bereikt dan door een handeling van de andere Partij, gekozen wordt voor de goedkoopste handeling.
• 23 OGN 2021
1.13. Financiële tegemoetkoming WML
WML betaalt de gemeenten jaarlijks een financiële tegemoetkoming. De financiële tegemoetkoming wordt berekend aan de hand van het aantal aansluitingen per gemeente per kalenderjaar te vermenigvuldigen met 37 Eurocent. Bron voor het aantal aansluitingen is de jaarlijkse publicatie in het jaarverslag van WML in juni.
Rekenkundig weergegeven als volgt: “Aantal aansluitingen per gemeente per kalenderjaar x 37 Eurocent.”
Deze financiële tegemoetkoming kent een duur van 10 jaar en loopt met ingang van 1 januari 2031 van rechtswege af. Het bedrag van 37 Eurocent is gedurende de looptijd van 10 jaar vast. De gemeenten kunnen aan deze afspraken geen andere rechten ontlenen. De financiële tegemoetkoming wordt enkel berekend over en uitgekeerd aan die gemeenten die de overeenkomst inzake de OGN 2021 hebben getekend. Het uit te keren bedrag wordt éénmaal per jaar per 1 juli betaald. Zie bijlage 4.
Toelichting:
Voor de bepaling van de financiële tegemoetkoming is het bedrag dat in 2018 als vergoeding, per aansluiting, voor de beheer- en degeneratie werd vergoed en circa € 200.000,- bedroeg, als uitgangspunt genomen.
1.14. Geschillen
Van een geschil is sprake als minimaal een Partij een geschil betreffende de uitvoering en/of de interpretatie van de Algemene Bepalingen, respectievelijk de Technische Bepalingen aanwezig acht en dit schriftelijk aan de andere Partij laat weten.
Geschillen worden beslecht door bindend advies. Elke Partij wijst daartoe binnen dertig dagen na de in voorgaande alinea bedoelde mededeling een adviseur aan, waarna deze samen een onaLankelijke derde aanzoeken binnen zestig dagen na de in voorgaande alinea bedoelde mededeling.
Indien een Partij in gebreke blijft een adviseur aan te wijzen, respectievelijk indien de twee aangewezen adviseurs in gebreke blijven een derde aan te zoeken, respectievelijke indien geen drie adviseurs bereid gevonden worden, kan de meest gerede Partij zich tot de rechtbank Limburg wenden. Deze zal de ontbrekende adviseurs vervolgens aanwijzen.
OGN 2021 24 •
De adviseurs brengen hun bindend advies aan Partijen uit binnen dertig kalender- dagen nadat de derde adviseur is toegetreden. In bijzondere gevallen kunnen de adviseurs besluiten deze termijn eenmalig met eenzelfde termijn te verlengen.
De adviseurs bepalen bij het uitbrengen van hun advies ook wie de kosten draagt voor het uitbrengen van dit advies.
Komt om welke reden dan ook het uitbrengen van een bindend advies betreffende een geschil niet binnen de hiervoor gestelde termijn tot stand, dan zijn Partijen vrij gerechtelijke stappen te nemen.
Deze regeling laat onverlet de mogelijkheden van een kort geding en beslag.
Toelichting:
Van de mogelijkheid van kort geding en beslag zal slechts bij wijze van uitzondering in zeer spoedeisende gevallen gebruik worden gemaakt. Er wordt dan afgezien van de bindende adviesprocedure.
• 25 OGN 2021
2. Technische bepalingen en Instemmingsaanvraag
2.1. Kwaliteitseisen
Ontwerpen, bouwstoffen en uitvoeringsmethoden zullen voldoen aan de geldende wettelijke c.q. gebruikelijke regelgeving en eisen. Deze zijn ondermeer vastgelegd in de meest recente standaard RAW-bepalingen, Normbladen en CROW-publicaties.
2.2. Kabel- en leidingstroken
2.2.1. Ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen wijst de gemeente een kabel- en leidingenstrook aan. Voor kabel- en leidingstroken in nieuwbouwsituaties is de NEN 7171 van toepassing.
2.2.2. De kabel- en leidingstroken moeten vrij toegankelijk zijn voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van de kabels en leidingen. Dit houdt onder meer in dat:
• kabel- en leidingstroken vrij zijn van boven- en ondergrondse obstakels;
• kabel- en leidingstroken niet worden voorzien van een gesloten verharding met uitzondering van kruisingen met wegen. In bijzondere situaties
• kabel- en leidingstroken niet liggen in rijwegen en bij voorkeur niet onder parkeerstroken;
• kabel- en leidingstroken niet liggen onder sierbestrating;
• in de kabel- en leidingstrook mogen geen bomen worden geplant. Als binnen een strook van 2,5 m’ van de kabel- en leidingsleuf bomen worden gepland, komen Partijen, op kosten van de gemeente, wortelbegrenzende maatregelen overeen;
• Indien in de nabijheid van kabels en leidingen bomen of struiken worden geplant, treft de gemeente maatregelen ter voorkoming van schade aan kabels en leidingen. De afstand tussen de zijkant van de kabel- en leidingstrook en het hart van een boom met een uiteindelijke hoogte van 8 meter of hoger (dit zijn bomen van de eerste en tweede grootte) bedraagt minimaal 2 meter. Te planten bomen met een uiteindelijke hoogte tot 8 meter (dit zijn bomen van de derde grootte) kunnen tot een minimale afstand van 1 meter worden geprojecteerd. Bij het planten van bomen op een kleinere dan de hiervoor aangegeven afstand wordt, op kosten van de gemeente, een niet-doorwortelbare barrière aangebracht;
• kabel- en leidingstroken worden gesitueerd in een tracé waarop geen fundering is c.q. wordt aangebracht;
• kabel- en leidingstroken liggen in openbare gronden.
OGN 2021 26 •
Toelichting
1. In principe wijst de gemeente aan weerskanten van wegen kabel- en leidingstroken aan, die:
• voldoende breed zijn (hiervoor wordt gewerkt met een wederzijds geaccepteerde matrix)
• niet verdicht worden met stabilisatie- of funderingslagen (zoals menggranulaat)
• bestraat worden met “open verharding”. Bij voorkeur zitten deze stroken in trottoirs;
2. Slechts indien het voorgaande niet mogelijk is, bijvoorbeeld door onvoldoende breedte van het wegdek in tertiaire wegsituaties (zoals bij “door- en insteken” van bestemmingsplannen of bestaande eventueel te renoveren stadskernen en dergelijke), komen andere opties in aanmerking.
Dit gebeurt conform de volgende voorkeursvolgorde:
A) Ofwel:
Een kabel- en leidingstrook die geen deel uitmaakt van het wegdek, aan slechts één zijde van de weg (bij voorkeur trottoir), onder “open bestrating” en zonder aanwezigheid van verhardings- of stabilisatielagen waaronder menggranulaat. Indien de kabel- en leidingstrook niet kan worden gesitueerd in een trottoir of andersoortige voetgangersstrook, maar wel bijvoorbeeld in een groenstrook, gelden randvoorwaarden zoals het vermijden van diepwortelende beplanting
en dergelijke.
Nb.: in situaties waarin de verhouding tussen de onderlinge afstand van de woningen en de afstand tussen de kabel- en leidingstroken kleiner is dan circa 1,5 m’ heeft een enkelzijdige leidingstrook de voorkeur. De leidingstrook bevindt zich dan aan de zijde van de weg waaraan de meeste woningen liggen.
Danwel:
Een kabel- en leidingstrook aan één van beide zijden van de weg, die geen deel uitmaakt van het wegdek (bij voorkeur trottoir), onder “open bestrating” en zonder aanwezigheid van verhardings- of stabilisatielagen waaronder menggranulaat. Aan de andere kant van de weg een kabel- en leidingstrook in de parallelrichting van het wegdek, onder “open bestrating” en met eventuele aanwezigheid van verhardings- of stabilisatielagen waaronder menggranulaat. Hierbij zal de gemeente ervoor zorgen dat ten tijde van de aanleg van de kabels en leidingen nog geen verharding (verhardings- of stabilisatielagen waaronder menggranulaat) is aangebracht.
B) Kabel- en leidingstroken aan één of aan twee zijden in de parallelrichting van het wegdek, onder “open bestrating” en met eventuele aanwezigheid van een fundering van Half verharding (verhardings- of stabilisatielagen waaronder menggranulaat), waarbij in het geval van gas- leidingen steeds sprake is van een Gasdoorlatende verharding. Hierbij zal de gemeente ervoor zorgen dat tijdens het aanleggen van de kabels en leidingen nog geen verharding (verhardings- of stabilisatielagen waaronder menggranulaat) is aangebracht.
3. In bijzondere situaties kan het mogelijk zijn dat één van bovengenoemde opties niet mogelijk is en dat een kabel- en leidingstrook wordt voorzien van een gesloten verharding. Er zullen in die situaties aanvullende voorwaarden van kracht zijn. Partijen zullen gezamenlijk de gesloten verharding met aanvullende voorwaarden overeenkomen.
• 27 OGN 2021
2.2.3. De opdrachtgever van het plan (gemeente of projectontwikkelaar)
verstrekt van het bouwplan c.q. de reconstructie een gedetailleerd matenplan. Dit matenplan is inclusief hoogtematen ten opzichte van NAP en heeft een relatie naar de meetpunten waaruit ondermeer de begrenzing van het tracé en de percelen ten opzichte van de meetpunten en dergelijke blijken.
2.2.4. De opdrachtgever van het plan (gemeente of projectontwikkelaar) is verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen aan de nutsbedrijven. Indien de aangeleverde maatvoering bij oplevering niet juist blijkt te zijn, dan worden de kabels en leidingen op kosten van de opdrachtgever verlegd.
2.2.5. De opdrachtgever van het plan (gemeente of projectontwikkelaar) verzorgt eenmalig een hoogtepeilmerk met hoogte ten opzichte van NAP in de directe omgeving van het werk.
2.2.6. De opdrachtgever van het plan (gemeente of projectontwikkelaar) verzorgt eenmalig het uitzetten van de assen.
2.2.7. Bij nieuwbouwplannen c.q. reconstructies zal het maaiveld van de kabel- en leidingenstrook op nagenoeg de definitieve hoogte worden aangebracht vanwege het aanbrengen van appendages in de kabels en leidingen. Is dit niet mogelijk dan moeten de appendages, door het nutsbedrijf, worden beschermd tegen beschadiging door bouwverkeer en dergelijke.
2.2.8. Bij werkzaamheden aan kabels en leidingen in bestaande situaties wordt het kabels- en/of leidingtracé in overleg met de gemeente bepaald.
2.2.9. Voor het bepalen van de locatie van transformatoren en andere bovengrond- se voorzieningen moet de gemeente goedkeuring geven.
2.3. Kruisingen
2.3.1. Bij kruisingen met al aanwezige kabels en/of leidingen of bij aanraking van kunstwerken, gebouwen en dergelijke treft het nutsbedrijf met de eigenaar of beheerder van de aanwezige kabels, leidingen, kunstwerken, gebouwen en dergelijke voorzieningen. De te treffen voorzieningen komen ten laste van het nutsbedrijf.
2.3.2. Kruisingen met gefundeerde verhardingen worden door middel van boringen of persingen uitgevoerd. Is een boring niet mogelijk, dan neemt het nutsbedrijf contact op met de gemeente.
OGN 2021 28 •
2.3.3. Bij raketboringen past het nutsbedrijf een raket toe, met een diameter direct volgend op de door te voeren leiding. De maximale diameter voor raketboringen bedraagt ø 63 mm.
2.3.4. Boringen of persingen zullen loodrecht op de wegas - tot minimaal 1 meter buiten de kant van de verharding en met een minimale dekking van 0,8 meter tot de bovenkant van de verharding - worden gerealiseerd. Dit met een minimale verhouding van 1:1.
2.3.5. Indien kabels en/of leidingen geprojecteerd zijn onder waterbodems en dergelijke, dan wordt een minimale gronddekking van 1,00 m’ ten opzichte van de diepte van de bodem van de watergang aangehouden. Als het waterschap de beheerder van de betreffende sloten/open watergangen is, dan worden de eisen van het waterschap gevolgd.
2.3.6. Bij boringen/persingen, in welke vorm ook, is de diepteligging aLankelijk van de situatie ter plaatse. De minimale verticale dagmaat ten opzichte van de te kruisen leidingen (waaronder ook riolen) bedraagt ten minste 0,30 m’. Genoemde minimale verticale dagmaat wordt aantoonbaar gegarandeerd om afwijkingen tijdens de uitvoering op te vangen.
• bij het kruisen van riolen door middel van boringen c.q. persingen, wordt na uitvoering van de boring/persing een camerainspectie van de desbetreffende rioolstreng uitgevoerd om aan te tonen dat het riool niet beschadigd is. Dit is niet van toepassing voor de riool-huisaansluitingen;
• een camerainspectie is niet nodig, indien de afstand: bij een kruising boven het riool, tussen bovenzijde riool en onderzijde boorbuis én bij een kruising onder het riool, tussen onderzijde riool en bovenzijde boorbuis 0,75 m1 is. Als gebruik wordt gemaakt van deze optie wordt:
- bij de instemmingsaanvraag of de melding de hoogte van de binnen onder- kant buis (b.o.b.) en de diameter van de rioolbuis en de b.o.b.-hoogte en diameter van de boorbuis aangegeven;
- bij oplevering de opgemeten b.o.b. van de 2 uiteinden van de boorbuis ingeleverd.
• de gemeente heeft het primaat van camerainspectie. Dit betekent dat zij bepaalt of zij camerainspectie zelf of door het nutsbedrijf wil laten uitvoeren. De gemeente stelt deze keuze voor een termijn van minimaal 1 jaar vast en de ingangsdatum wordt in overleg tussen Partijen vastgesteld.
• de tarieven die de gemeente voor de camerainspectie aan het nutsbedrijf in rekening brengt, zijn opgenomen in het document: Grondslagen van de tarieven voor het herstel van schade aan verharding en groen in de provincie Limburg en worden jaarlijks aangepast.
• 29 OGN 2021
2.4.1. Op verzoek van het nutsbedrijf en indien aanwezig, verstrekt de gemeente kosteloos en digitaal de bodeminformatie bestaande uit een bodemkwaliteits- rapportage en vigerende beleidsnotities aan het nutsbedrijf.
2.4.2. Partijen treden onmiddellijk in overleg wanneer vóór de aanvang van de werkzaamheden wordt vastgesteld of vermoed dat in het tracé sprake is van bodemverontreiniging. Dat gebeurt ook wanneer dit pas tijdens de uitvoering van de werkzaamheden blijkt. Bij dit voortgangsoverleg staan binnen de wettelijke kaders met betrekking tot bodemverontreiniging, de voortgang van het werk en het zo laag mogelijk houden van de maatschappelijke kosten voorop. Inspanningen reiken daarom niet verder dan dat wat wettelijk is vereist.
2.4.3. Als het vermoeden bestaat dat het tracé, waar de werkzaamheden zijn voorzien, sterk verontreinigd is, voert het nutsbedrijf een bodemonderzoek uit en voegt de rapportage bij de instemmingsaanvraag.
2.4.4. Wanneer is vastgesteld dat het tracé, waar de werkzaamheden zijn voorzien, sterk is verontreinigd, volgt het nutsbedrijf de procedures en voert de werkzaam- heden uit conform de vigerende wet- en regelgeving.
2.4.5. Is verhaal op de veroorzaker van de bodemverontreiniging mogelijk, dan onderneemt de meest gerede Partij actie. Eventuele procedurekosten en
door de veroorzaker te betalen (schade)vergoeding, verdelen Partijen evenredig onder elkaar.
2.5. Instemmingsaanvraag of melding werkzaamheden
Voor Grote Werken vragen de nutsbedrijven een instemming aan. Voor Werkzaam- heden met beperkte omvang en voor Spoedeisende werkzaamheden en calamiteiten volstaat een melding van het nutsbedrijf. De gemeente heft geen leges bij het nutsbedrijf voor het aanvragen van instemming en het doen van meldingen.
2.5.1. Procedure Grote Werken:
Het nutsbedrijf stelt de gemeente 8 weken vóór de uitvoering van Grote Werken schriftelijk of via een digitaal platform, over het werk en de aanvangsdatum op de hoogte. Indien de gemeente over een digitaal platform beschikt, is het verplicht om hiervan gebruik te maken.
De documenten die bij de aanvraag worden gevoegd kunnen per gemeente verschillen. De gemeente informeert de nutsbedrijven schriftelijk of via een digitaal platform hierover. Gedacht kan worden aan:
OGN 2021 30 •
• een duidelijke tekening waarop de betreffende kabels en/of leidingen, en de toe te passen soort wegkruisingen zijn aangegeven;
• de contactpersoon van het nutsbedrijf én de uitvoerend aannemer;
• de uitvoeringsperiode en de volgorde van uitvoering van werkzaamheden;
• de juiste plaats van de aan te leggen kabels en/of leidingen;
• de afmetingen van de sleuf: lengte, diepte en breedte
• grondgegevens: wel of niet vervuild en eventueel te nemen maatregelen;
• de ten behoeve van het werk te nemen verkeersmaatregelen;
• maatregelen in verband met bereikbaarheid van panden en bedrijven;
• informatievoorziening naar betrokken partijen (bewoners, bedrijven en hulpdiensten);
• de startdatum van Grote Werken. Deze wordt minimaal 5 werkdagen vooraf gemeld aan de gemeente, met opgave van de contactpersoon;
• of er sprake is van gefaseerde uitvoering van Grote Werken. In een bevestigend geval wordt iedere fase minimaal 5 werkdagen voor de start van de uitvoering gemeld aan de gemeente;
• een opgave of een riool, niet zijnde een huisaansluiting, die wordt gekruist middels een persing of (gestuurde) boring;
• een algemeen tijdschema en een gedetailleerd werkplan bij óf bijzondere projecten óf bij projecten in een bijzondere omgeving of bij projecten in bijzondere omstandigheden;
Bij onduidelijkheden bij het nutsbedrijf of de gemeente treedt de vragende Partij, voorafgaand aan de uitvoering, in overleg met de andere Partij.
Na ontvangst van de instemmingsaanvraag door de gemeente, beoordeelt de gemeente binnen 5 werkdagen of deze volledig is en informeert het nutsbedrijf in geval van een onvolledige instemmingsaanvraag.
De gemeente beslist op de instemmingsaanvraag binnen uiterlijk 4 werkweken, of zoveel mogelijk eerder, na de dag van ontvangst van de volledige instemmings- aanvraag.
Gelet op de omgeving kunnen door de gemeente extra voorwaarden worden gesteld. De gemeente zal deze aangeven in haar instemming c.q. vergunning.
De instemming c.q. vergunning van de gemeente voor de werkzaamheden is 6 maanden geldig en moet analoog of digitaal op het werk aanwezig zijn.
• 31 OGN 2021
Toelichting:
De procedure kan per gemeente verschillen. Een aantal gemeenten werken met een digitaal platform en een aantal gemeenten werken analoog. De gemeenten geven duidelijk aan de netbeheerders aan welke documenten zij willen ontvangen en welke eisen zij aan de documenten stellen. Het nutsbedrijf kan, om de juiste plaats van het kabel- en leidingtracé aan te geven, vooronderzoek plegen door bijvoorbeeld proefsleuven te graven.
De eventueel extra te stellen voorwaarden hebben betrekking op bijvoorbeeld werktijden bij werkzaam- heden langs ontsluitingswegen en in binnensteden, werktijden/werkdagen bij evenementen en marktdagen en op het achterlaten van bouwlocaties bij werkzaamheden in binnensteden.
2.5.2. Werkzaamheden met beperkte omvang
Het nutsbedrijf informeert de gemeente uiterlijk 5 werkdagen vóór de uitvoering van werkzaamheden met beperkte omvang, schriftelijk of digitaal, over het werk en de aanvangsdatum.
Bij een melding van werkzaamheden met beperkte omvang worden de volgende gegevens verstrekt:
• de dagtekening van de melding;
• de locatie van de werkzaamheden;
• de lengte en breedte van de opbreking.
De gemeente beslist binnen 2 werkdagen na de dag van ontvangst over de melding. Een afschrift van de melding en de beslissing van de gemeente moet, analoog of digitaal, op het werk aanwezig zijn.
Indien de werkzaamheden, waarvoor een melding is gedaan, door onvoorziene omstandigheden zodanig worden opgeschaald dat ze onder de procedure Grote Werken zouden moeten vallen, meldt het nutsbedrijf dit aan de gemeente met een onderbouwing van de oorzaak en dient het nutsbedrijf alsnog een instemmings-
aanvraag in.
Zijn, door onvoorziene omstandigheden, werkzaamheden van beperkte omvang noodzakelijk, dan kan het nutsbedrijf hierover mondeling afstemmen met de gemeente. Gaat de gemeente mondeling akkoord met de uitvoering van de werk- zaamheden, dan meldt het nutsbedrijf, direct na uitvoering van de werkzaamheden, deze alsnog aan bij de gemeente.
OGN 2021 32 •
Toelichting:
Bij de laatste alinea zijn werkzaamheden bedoeld die de voortgang van bestaande werkzaamheden belemmeren zoals bij werkzaamheden aan de binnenaansluiting en waarbij tijdens de werkzaamheden blijkt dat de hoofdkraan opgegraven moet worden.
2.5.3. Spoedeisende werkzaamheden en calamiteiten:
2.6.5. De uitvoering van de werkzaamheden gebeurt zodanig dat nooit meer
2.6.9. Bij extreme (winterse) weersomstandigheden waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot grotere overlast voor bewoners, tot extra schade aan bestratingsmateriaal en tot niet voldoende verdichte sleufaanvullingen kan leiden, kan de gemeente overgaan tot het tijdelijk opschorten van de verleende vergunning c.q. instemming: het zogenaamde breekverbod.
2.7. Coördinatie in de uitvoering
Partijen hebben verschillende verantwoordelijkheden.
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de locatie van het tracé en de inrichting van het tracé. De gemeenten geven de nutsbedrijven voldoende uitvoeringstijd. Partijen beleggen, indien gewenst, een bespreking om hun wensen aan te geven.
Gemeenten hebben ook een coördinerende rol inzake projecten die nutsbedrijven uitvoeren voor onder andere provincies en waterschappen en die binnen haar
gemeentegrenzen plaatsvinden. Alle werkzaamheden van nutsbedrijven binnen gemeentegrenzen op gronden van onder andere provincies en waterschappen, worden gemeld bij de gemeente.
Nutsbedrijven zijn in beginsel verantwoordelijk voor de uitvoering van, de uitvoeringsduur en de afstemming van de werkzaamheden met andere netwerk- bedrijven. De uitvoeringskostenverdelingen met andere netwerkbedrijven, in een gezamenlijk werkterrein, is geen zaak van de gemeente en heeft geen invloed op de uitvoeringsduur.
Wijzigingen in de uit te voeren werkzaamheden, door welke omstandigheid dan ook, bespreekt het nutsbedrijf of het netwerkbedrijf, die is aangewezen als hoofdopdrachtgever van het werkterrein, met de gemeente en Partijen maken nieuwe afspraken.
Toelichting:
De nutsbedrijven streven naar het gelijktijdig laten uitvoeren van werkzaamheden in een gezamenlijk werkterrein. De nutsbedrijven zullen andere opdrachtgevers, zoals telecombedrijven, actief benaderen om op basis van vrijwilligheid hiervoor met de nutsbedrijven afspraken te maken.
Het betreft onder andere het maken van afspraken voor de inrichting van het werkterrein, de coördinatie van de werkzaamheden, het omgevingsmanagement en de onderlinge verrekening van de kosten van de gecombineerde werkzaamheden. De opdrachtgevers (nutsbedrijven en netwerkbedrijven) benoemen de hoofdopdrachtgever en selecteren de (hoofd)aannemer(s).
• 35 OGN 2021
2.8.1. ALankelijk van de uitvoeringswijze en de omstandigheden levert het nutsbedrijf in voorkomende gevallen zand of andere grond aan of voert het overblijvende materiaal af. Het te leveren zand moet voldoen aan de eisen zand voor zandbed, volgens de Standaard RAW-bepalingen.
2.8.2. Het nutsbedrijf zorgt voor de uit het werk komende bouwstoffen. Verlies, vermissing of beschadiging van deze bouwstoffen komt voor rekening van het nutsbedrijf tot het tijdstip dat de werkzaamheden door of vanwege het nutsbedrijf zijn gerealiseerd.
2.8.3. Door de gemeente voor haar niet van waarde verklaarde oude bouwstoffen worden eigendom van het nutsbedrijf en volgens bestaande regelgeving afgevoerd.
2.8.4. De gemeente werkt mee aan de verwerking van overtollige c.q. technisch ongeschikte grond die volgens historisch onderzoek en organoleptische waar- nemingen tijdens de uitvoering niet verontreinigd is. Dit gebeurt tegen zo laag mogelijke kosten. De kosten komen geheel voor rekening van het nutsbedrijf.
2.9. Werkzaamheden in de nabijheid van beplantingen
2.9.1. In openbare groenvoorzieningen worden de sleuven zodanig ontgraven, dat de bovengrond, gescheiden van de mindere kwaliteit ondergrond, wordt opgeslagen en bij het dichten van de sleuf weer bovenin wordt verwerkt.
2.9.2. Bij het maken van sleuven door gazons of grasbermen of -stroken wordt het gazon en/of gras hersteld door vakkundig inzaaien. In onderling overleg kan voor een andere werkwijze worden gekozen.
2.9.3. Beplanting mag niet worden opgenomen of verwijderd zonder instemming van de gemeente. Opgenomen beplanting wordt ingekuild.
2.9.4. De gemeente en het nutsbedrijf komen vóór aanvang van de werkzaamheden overeen welke maatregelen nodig zijn om schade aan de te handhaven beplanting te beperken. Ook bekijken Partijen welke te handhaven beplanting als waardevol wordt beschouwd.
2.9.5. Voor de werkzaamheden bij bomen zijn van toepassing de bepalingen zoals vermeld op de folder “Boombescherming op bouwlocaties” (laatste uitgave) van de vereniging Stadswerk Nederland, Vakgroep Groen, Natuur en Landschap.
2.9.6. Bij waardevolle beplanting wordt graven in de wortelzone voorkomen.
OGN 2021 36 •
2.9.7. Indien voor nieuwe leidingen een tracé buiten de wortelzone niet mogelijk is, dan wordt de wortelzone gepasseerd door het boren van mantelbuizen onder de wortelzone.
2.9.8. Van te handhaven beplanting worden wortels dikker dan 25 mm in diameter niet verwijderd. Vrijgegraven wortels worden beschermd tegen uitdroging, vorst en beschadiging.
2.9.9. Ontgravingen binnen de wortelzone van de te handhaven beplanting worden zo snel mogelijk met uitkomende grond aangevuld.
2.9.10. Het is verboden door of namens het nutsbedrijf te snoeien aan bomen of beplanting.
2.9.11. Het inrichten van werkterrein binnen de wortelzone van de te handhaven beplantingen is niet toegestaan.
2.9.12. Na één groeiseizoen kan worden bekeken of en hoeveel schade is ontstaan aan de beplanting. Ingeval van schade informeert de gemeente het nutsbedrijf dat zij de herstelwerkzaamheden kan uitvoeren. Ziet het nutsbedrijf hiervan af, dan kan de gemeente de schade aan het veroorzakende nutsbedrijf in rekening brengen. Is er sprake van overmacht, dan treden Partijen in overleg en komen
een maatwerkoplossing overeen.
2.9.13. In gevallen, waarin de hierboven benoemde bepalingen niet voldoen, komen Partijen een maatwerkoplossing overeen.
2.10. Verkeersmaatregelen
2.10.1. Het nutsbedrijf draagt zorg voor een veilige en deugdelijke uitvoering van de voorgeschreven verkeersmaatregelen zoals die zijn vastgelegd in de laatst gepubliceerde richtlijnen van de CROW voor werkzaamheden in uitvoering.
Het nutsbedrijf zorgt ervoor dat de uitvoering van het werk plaatsvindt conform alle van toepassing zijnde wettelijke bepalingen en regelingen. Aanwijzingen van daartoe bevoegde instanties zoals politie, brandweer en gemeente worden onverkort en per omgaande uitgevoerd.
2.11. Grondwerk
2.11.1. De uitvoeringsmethode wordt in overleg met de gemeente vastgesteld. Hierbij kan de gemeente bepalen dat - ter voorkoming van schade of als de openbare veiligheid in het geding komt - het gebruik van mechanische werktuigen voor het ontgraven van (gedeelten van) sleuven niet is toegestaan. Open noch gesloten wegverhardingen worden ondergraven.
• 37 OGN 2021
2.11.2. Bij het verrichten van ontgravingen voor het aanbrengen van een mantelbuis alsmede voor het latere herstel of onderhoud, zal, indien hiervoor de ruimte aanwezig is, de weg tot op een afstand van 1 meter uit de wegverharding onaangetast/onaangeroerd blijven. De grondopslag wordt in overleg met de
gemeente geregeld, tenzij anders overeengekomen.
2.11.3. De te ontgraven sleuf is zodanig breed, dat met mechanische verdichtings- apparatuur verdicht kan worden, tenzij in overleg een andere methode is vast- gesteld.
2.11.4. Teelaarde, zand, funderingsmateriaal en overige bouwstoffen worden gescheiden ontgraven.
2.11.5. Bij het aanvullen van sleuven worden de grondsoorten aangebracht in de oorspronkelijke lagen en hoedanigheid.
2.11.6 Grond (technisch) ongeschikt voor sleufaanvulling i.v.m. verdichting voert het nutsbedrijf op haar kosten af naar een erkende, gecertificeerde verwerker.
De bijkomende kosten, zoals acceptatie- en beheerskosten komen voor rekening van het nutsbedrijf.
2.11.7. Indien sleuven zijn geprojecteerd binnen 90 cm van de kant asfaltver- harding, en waarbij er geen trottoir maar een berm naast de asfaltweg ligt, wordt de sleuf aangevuld en verdicht met zand. Daarboven komt 20 cm korrelmix en deze laag wordt vervolgens afgedekt met een laag teelaarde van minimaal 10 tot 15 cm.
Toelichting:
Dit artikel is alleen van toepassing als er sprake is van berm naast de asfaltverharding. Met deze uitvoeringswijze worden langsscheuren in het asfalt voorkomen.
2.11.8. Ter plaatse van open wegverhardingen bestaat minimaal de bovenste 0,1 meter uit straatzand. Het toe te passen straatzand voldoet aan de Standaard RAW-bepalingen. Bij verhardingen van gebakken materialen en/of natuursteen bestaat minimaal de bovenste 0,1 meter uit brekerzand. Het toe te passen breker- zand voldoet aan de Standaard RAW-bepalingen.
2.11.9. De dikte van de teelaarde- en zandlagen zijn gelijk zijn aan de oorspronke- lijke laagdikten. Teelaarde mag niet mechanisch worden verdicht.
OGN 2021 38 •
2.11.10. De werkzaamheden worden bij voorkeur uitgevoerd in een droge sleuf. Indien voor het onttrekken van grondwater een vergunning of melding is vereist, dan zorgt het nutsbedrijf hiervoor. Het nutsbedrijf draagt de kosten voor het verkrijgen hiervan en het voldoen aan de bepalingen ervan. Lozing van bron- neringswater op het gemeentelijke rioolstelsel is in overleg mogelijk. De gemeente zal hiervoor geen kosten in rekening brengen.
2.11.11. Bij rijbanen, parkeervakken en fietspaden en alle overige voor gemotori- seerd verkeer toegankelijke verhardingen gebeurt de aanvulling te allen tijde met zand (kwaliteit cunetzand volgens de Standaard RAW-bepalingen).
2.11.12. Alle aanvullingen worden in lagen van maximaal 0,30 meter verdicht.
De verdichting is zodanig dat de indringweerstand niet meer dan 2,5% afwijkt van die van de omringende grond.
2.11.13. De controle van de verdichting tijdens de uitvoering mag gebeuren door een handsondeerapparaat, mits de conuswaarde wordt gerelateerd aan een, voor de te verdichten sleufaanvulling representatief proefvlak.
2.11.14. Incidenteel kan een fundering met milieutechnische randvoorwaarden voorkomen. Indien zogenaamde IBC-bouwstoffen zijn toegepast, wordt verstoring van de isolering voorkomen. Uitkomende IBC-bouwstof wordt op dezelfde plaats teruggebracht, dan wel afgevoerd naar een erkende verwerker.
2.12. Straatwerk
2.12.1. Indien de gemeente zelf herstraat, houdt het nutsbedrijf de afzetting in stand tot een maximale termijn van 2 werkdagen na gereedmelding van het werk. De gemeente is na deze termijn verantwoordelijk voor beschadiging, verdwijning of verplaatsing van het afzetmateriaal.
Het nutsbedrijf informeert de gemeente zo goed mogelijk over het tijdstip waarop deze kan beginnen met het herbestraten.
Toelichting:
Ter voorkoming van wederzijdse schadeclaims informeren Partijen elkaar over de voortgang van het werk en de mogelijke start van het herstraten. Het streven hierbij is de sleuf voor een zo kort mogelijke periode open te laten liggen.
• 39 XXX 0000
2.12.2. Indien de gemeente zelf herstraat, dan herstelt het nutsbedrijf de ver- hardingen tijdelijk daar waar dit noodzakelijk is voor de toegankelijkheid van panden en percelen.
2.12.3. Asfalt- en betonverhardingen worden tijdelijk hersteld met betonstraat- stenen. De gemeente stelt deze betonstraatstenen ter beschikking. Het nutsbedrijf draagt tot 6 maanden na het einde van de werkzaamheden de zorg voor het tijdelijk herstelde gedeelte.
2.12.4. Het openbreken van asfalt gebeurt door het asfalt aan de zijkanten tot de benodigde diepte en minimaal 0,5 meter breed in te zagen.
2.12.5. Elementenverhardingen worden na het aanbrengen ingeveegd met
straatzand, met uitzondering van verhardingen van gebakken materialen en/of natuursteen. Wat betreft het invegen van deze materialen kunnen nadere eisen worden gesteld (bijvoorbeeld het invegen met brekerzand of voegvulling).
2.12.6. Schade aan verhardingen, ontstaan als gevolg van werkzaamheden aan kabels en/of leidingen, herstelt het nutsbedrijf tot een jaar na het einde van de werkzaamheden (bij Grote Werken een jaar na oplevering).
Na herstel treedt een nieuwe onderhoudsperiode van 1 jaar in.
2.13. Verwijderen kabels en leidingen
Het nutsbedrijf blijft te allen tijde eigenaar van en verantwoordelijk voor zijn vervallen kabels en leidingen. Vervallen kabels en leidingen worden altijd door
het betreffende nutsbedrijf fysiek van het net afgekoppeld en verwijderd. Kunnen de buiten bedrijf gestelde kabels en leidingen niet worden verwijderd, dan worden ze opgevuld met dämmer, schuimbeton of een gelijkwaardig materiaal.
Indien de gemeente na overleg met de eigenaar, een kabel of leiding verwijdert, dan wordt het betreffende nutsbedrijf binnen een week na verwijdering geïnformeerd.
Toelichting:
Bij een eigen project van de gemeente is het mogelijk dat er een buiten bedrijf kabel en/of leiding van het nutsbedrijf in het werkgebied ligt die de werkzaamheden van de gemeente verstoort.
2.14. Herinrichting kabel- en leiding tracés
De gemeente kan eisen dat een tracé wordt heringericht conform artikel 1.5.6. De gemeente maakt dit schriftelijk kenbaar aan Partijen.
OGN 2021 40 •
De gemeente neemt bij een herinrichting van tracés de verantwoordelijkheid voor de weeskabels en -leidingen op zich. Dit houdt in: onderzoek naar de eigenaar, melding naar het kadaster en het opruimen van de weeskabels en -leidingen.
Indien meerdere partijen in het geding zijn, zoals telecom, dient de gemeente de herinrichtingswerkzaamheden met die andere partijen te coördineren en af te stemmen.
Toelichting:
In bestaande tracés komt het voor dat er geen ruimte is voor nieuwe infrastructuur. Hier kunnen diverse oorzaken aan ten grondslag liggen: wees-, buiten bedrijf- en vervallen kabels en leidingen en kabels en leidingen die niet volgens profiel liggen.
Mede in verband met de renovatie van de netwerken, de energietransitie en de klimaatadaptie is het wenselijk om afspraken vast te leggen over het herinrichten van tracés.
De gemeente is, als eigenaar en beheerder van de openbare ruimte, verantwoordelijk voor het beheer van de kabel- en leidingentracés. Vanuit die verantwoordelijkheid en vanuit de geschetste problematiek in art. 1.5.6., kan de gemeente een tracé laten herinrichten.
2.15. Weeskabels en weesleidingen
Onbekende kabels en leidingen kunnen het uitvoeren van werkzaamheden in de ondergrond belemmeren. Indien de gemeente bij de uitvoering van haar taken, initiatieven en/of werkzaamheden hinder ondervindt van onbekende kabels en/ of -leidingen heeft zij de plicht om het kadaster in te (laten) lichten over deze kabel- en/of leiding en heeft zij een onderzoeksplicht.
Als de gemeente geen eigenaar kan vinden kan ze besluiten om de weeskabel en/of -leiding op te laten ruimen. Dit dient wel op een veilige wijze te gebeuren. Daarom wordt, voordat de weeskabel of -leiding wordt opgeruimd, een veiligheids- knip op de weeskabel of een veiligheidsboring op de weesleiding uitgevoerd.
Enexis is hiervoor ingericht en met Enexis is afgestemd dat zij deze werkzaam- heden, op verzoek van de gemeenten, willen uitvoeren. Hier zijn geen kosten aan verbonden voor de gemeente.
• 41 OGN 2021
Toelichting:
De gemeente is niet de eigenaar van de weeskabels en/of -leidingen. Zij is echter wel de beheerder van de openbare ruimte. Vanuit dat gegeven heeft ze hierin een taak.
Enexis is bereid de veiligheidsknip en/of de veiligheidsboring uit te voeren zolang marktpartijen dit nog niet hebben opgepakt. Pakken marktpartijen dit op, dan eindigt de dienstverlening van Enexis omdat Enexis geen commerciële activiteiten mag uitvoeren.
Voordat Enexis deze werkzaamheden voor de gemeenten stopzet, zal zij de gemeenten schriftelijk informeren.
Het nutsbedrijf levert de volgende gegevens aan de gemeente aan:
• Z-maten van kunstwerken of specials;
• de gegevens van de rioolinspectie.
Bijlagen
Bijlage 1. Beheer van de overeenkomst
Het document “XXX 0000” wordt beheerd door Enexis.
De overeenkomst wordt periodiek geëvalueerd. Enexis zal het initiatief hiertoe nemen en dit coördineren.
Evaluatiepunten kunnen worden ingebracht via xxxxxxxxxx@xxxxxx.xx. Doel is om te zorgen dat de afspraken eenduidig worden gehanteerd, geïnterpreteerd en in de praktijk werkbaar blijven.
Aanspreekpunt zijn enerzijds Enexis en WML en anderzijds de gemeenten die onderdeel gaan uitmaken van de OGN-contactgroep.
Via de website van Synfra zal dit worden gecommuniceerd.
OGN 2021 44 •
Bijlage 2. Tarieven herstel openbare ruimte
De tarieven die de gemeente voor het herstel aan het nutsbedrijf in rekening brengt, worden jaarlijks vastgelegd in het document: Grondslagen van de tarieven voor het herstel van schade aan verharding en groen in de provincie Limburg.
De tariefgrondslagen zijn gebaseerd op de uitgangspunten van het GPKL (Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen).
Daar waar van toepassing zijn tarieven inclusief het leveren van ontbrekend straatzand en breuk van tegels of klinkers. In de tarieven zijn ook de kosten voor het onderhouden van de verharding gedurende het eerste jaar inbegrepen.
Deze kosten worden uitgedrukt in een percentage van de uitvoeringskosten, zijnde de kosten voor herstel na graafwerkzaamheden conform de in deze bijlage aangegeven normen.
Het herstel van asfalt wordt bij datum oplevering werk verrekend.
Over de tarieven uit het document: Grondslagen van de tarieven voor het herstel van schade aan verharding en groen in de provincie Limburg is geen BTW verschuldigd.
Toelichting:
Bij de keuze voor toepassing van sierbestrating door de gemeente worden de integrale kosten in de afweging meegenomen.
In het tarief asfaltverharding is inbegrepen:
• Het om niet beschikbaar stellen van BSS voor tijdelijk herstel af gemeentedepot.
• Opnemen van BSS (direct voorafgaand aan asfalteren) , afvoeren naar depot en optassen.
• Verkeersmaatregelen bij definitief herstel sleuf.
• Definitief herstel door gebruik te maken van warm asfalt (projectmatig)
Het ophalen van de BSS en het aanbrengen van de tijdelijke bestrating vindt plaats door het nutsbedrijf. Het document “Grondslagen van de tarieven voor het herstel van schade aan verharding en groen in de provincie Limburg “ wordt jaarlijks geëvalueerd en de tarieven worden jaarlijks aangepast. De beheerder van het document is de OGN-contactgroep waarin een afvaardiging van de gemeenten en Enexis en WML zitting hebben.
• 45 OGN 2021
Bijlage 3. Vergoeding beheer- en degeneratiekosten
De vergoeding voor de beheer- en degeneratiekosten zijn gebaseerd op de werkelijk uitgevoerde projecten.
De uitgangspunten voor de vergoeding zijn vastgelegd in het document Grondslagen van de tarieven voor het herstel van schade aan verharding en groen in de provincie Limburg en worden jaarlijks geëvalueerd en geïndexeerd.
Toelichting:
De beheer- en degeneratiekosten kunnen bepaald worden op basis van de geregistreerde opbrekingen én de jaarlijks vastgelegde verrekenprijzen voor het herstellen van de opbrekingen.
De bepaling kan plaats vinden via:
• Het digitale meldsysteem;
• Het verrekenblad van VNG - herstraattarieven: xxxxx://xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxx-xx-xxxxx/xxxxxx-xx-xxxxxxxxx
Na bepaling van de beheer- en degeneratiekosten zal de gemeente een factuur opsturen naar het nutsbedrijf.
OGN 2021 46 •
Bijlage 4. Tabel Jaarlijkse financiële tegemoetkoming WML (art. 1.4.2)
Dit overzicht is gebaseerd op het aantal vaste aansluitingen per gemeente, zoals gepubliceerd in het jaarverslag van WML per 31 december 2018. De tegemoet- koming is gebaseerd op een vast bedrag van € 0,37 per aansluiting gedurende de looptijd van 10 jaar en wordt alleen uitgekeerd aan gemeenten waar de OGN2021- overeenkomst mee is gesloten.
Gemeente | Totaal 2018 | Tegemoetkoming WML |
Beek | 7.816 | € 2.891,92 |
Beekdaelen | 17.053 | € 6.309,61 |
Beesel | 6.219 | € 2.301,03 |
Bergen | 5.887 | € 2.178,19 |
Brunssum | 14.874 | € 5.503,38 |
Echt-Susteren | 15.206 | € 5.626,22 |
Eijsden-Margraten | 11.708 | € 4.331,96 |
Gennep | 7.740 | € 2.863,80 |
Gulpen-Wittem | 7.024 | € 2.598,88 |
Heerlen | 47.216 | € 17.469,92 |
Xxxxx aan de Maas | 18.582 | € 6.875,34 |
Kerkrade | 24.601 | € 9.102,37 |
Landgraaf | 18.617 | € 6.888,29 |
Leudal | 16.475 | € 6.095,75 |
Maasgouw | 11.081 | € 4.099,97 |
Maastricht | 61.041 | € 22.585,17 |
Meerssen | 8.889 | € 3.288,93 |
Mook en Middelaar | 3.726 | € 1.378,62 |
Nederweert | 7.803 | € 2.887,11 |
Peel en Maas | 19.202 | € 7.104,74 |
Roerdalen | 9.669 | € 3.577,53 |
Roermond | 29.502 | € 10.915,74 |
Simpelveld | 5.193 | € 1.921,41 |
Sittard-Geleen | 47.586 | € 17.606,82 |
Stein | 12.114 | € 4.482,18 |
Vaals | 5.118 | € 1.893,66 |
Xxxxxxxxxx xxx xx Xxxx | 8.309 | € 3.074,33 |
Venlo | 49.879 | € 18.455,23 |
Venray | 19.681 | € 7.281,97 |
Voerendaal | 5.863 | € 2.169,31 |
Weert | 24.164 | € 8.940,68 |
547.838 | € 202.700,06 |
• 47 OGN 2021
Bijlage 5. Deelnemers aan de OGN 2021
OGN 2021 48 •
Xxxxxxxxx xxxxxxxxx
XXX 0000
Xxxxxxxxx gemeenten