Intentieovereenkomst Verbetering OV Breda Gorinchem Utrecht
Intentieovereenkomst Verbetering OV Breda Gorinchem Utrecht
Partijen:
1. De minister van Infrastructuur en Waterstaat, de heer M.G.J. Xxxxxxx, handelend als bestuursorgaan en vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden; hierna te noemen: De Minister;
2. De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, xxxxxxx X. Xxxxxxx, handelend als bestuursorgaan en vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden; hierna te noemen: Xx Xxxxxxxxxxxxxxx;
0. Xx xxxxxxxxx Xxxxx-Xxxxxxx, gevestigd te ‘s-Hertogenbosch, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw S.M. Xxxxxx-Xxxxxxxx, gedeputeerde, daartoe gemachtigd door de Commissaris van de Koning, op grond van artikel 176 lid 2 van de Provinciewet, ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten d.d. @@ @@@@ 2022; hierna te noemen: Provincie Noord-Brabant;
4. De provincie Zuid-Holland, gevestigd te Den Haag, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer E.F.A. Zevenbergen, gedeputeerde, daartoe gemachtigd door de Commissaris van de Koning, op grond van artikel 176 lid 2 van de Provinciewet, ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten d.d. @@ @@@@ 2022; hierna te noemen: Provincie Zuid-Holland;
5. De provincie Utrecht, gevestigd te Utrecht, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer
A.J. Xxxxxxxxxx, gedeputeerde, daartoe gemachtigd door de Commissaris van de Koning, op grond van artikel 176 lid 2 van de Provinciewet, ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten d.d. @@ @@@@ 2022; hierna te noemen: Provincie Utrecht;
6. De gemeente Breda, gevestigd te Breda, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer
D.J. Quaars, wethouder, daartoe gemachtigd door de Burgemeester, op grond van artikel 171 lid 2 van de Gemeentewet, ter uitvoering van het (in mandaat genomen) besluit van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. @@ @@@@ 2022; hierna te noemen: Gemeente Breda;
7. De gemeente Vijfheerenlanden, als betrokken gemeente uit het Samenwerkingsverband U10, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H. Zevenhuizen, wethouder, daartoe gemachtigd door de Burgemeester, op grond van artikel 171 lid 2 van de Gemeentewet, ter uitvoering van het (in mandaat genomen) besluit van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. @@ @@@@ 2022; hierna te noemen: Gemeente Vijfheerenlanden;
8. De gemeenschappelijke regeling Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H. Zevenhuizen, bestuurslid, daartoe gemachtigd door het bestuur van de gemeenschappelijke regeling, ter uitvoering van het (in mandaat genomen) besluit van het bestuur d.d. 9 februari 2022; hierna te noemen: Samenwerkingsverband Alblasserwaard- Vijfheerenlanden;
Hierna alle Partijen samen te noemen: Partijen; Overwegingen:
● Partijen werken aan de toekomst van het Openbaar Vervoer op de corridor Breda – Gorinchem –
Utrecht (BGU). Door hen is een gezamenlijk streefbeeld opgesteld, neergelegd in de Bestuurlijke rapportage ‘Hink-stap-sprong naar Bus Rapid Transit op Breda–Gorinchem–Utrecht’, vastgesteld op @@ @@@@ 20221 (hierna: de Bestuurlijke rapportage), is als bijlage bij deze intentieovereenkomst gevoegd en vormt een integraal onderdeel van deze overeenkomst.
1 Bestuurlijke rapportage ‘Hink-stap-sprong naar Bus Rapid Transit op Breda–Gorinchem–Utrecht’, @@ @@@@ 2022, bestuurlijk eindrapport opgesteld door de samenwerkende partijen: provincies Noord-Brabant, Utrecht en Zuid-Holland, gemeente Breda, netwerk U10 (Utrechtse gemeenten)/Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Rijkswaterstaat en ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
● Bovengenoemd streefbeeld beslaat uit twee belangrijke stappen: de eerste na de wegaanpassing van de A27 op het traject Knooppunt Hooipolder en Knooppunt Everdingen rond 2030 en de tweede als een verdere doorontwikkeling van het OV-systeem richting Bus Rapid Transit rond 2040.
● Partijen bevestigen dat de Gemeente Vijfheerenlanden als partij deelneemt aan deze intentieovereenkomst en via de U10 het commitment van het Samenwerkingsverband U10 borgt, voor wat betreft de ambities en de uitwerking van de regionale opgave.
● De voortgang van de verbetering van het OV tot een kwalitatief hoogwaardige OV-verbinding vraagt om besluitvorming, onder andere in het bestuurlijk overleg over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT), in het najaar van 2023.
● Partijen voeren daartoe gezamenlijk de regie om per 2030 het streefbeeld voor dat jaar mogelijk te maken en om het streefbeeld voor 2040 te kunnen bereiken, en tevens om de samenhang tussen de opgaven te borgen en het bestuurlijk commitment voor het streefbeeld vast te leggen.
Komen als volgt overeen:
Artikel 1 – De intentie van Partijen
1. Partijen bevestigen hun intentie tot het realiseren van een kwalitatief hoogwaardige OV-verbinding tussen de Daily Urban Systems (DUS) van Breda, Gorinchem en Utrecht (BGU) per 2030 en deze adaptief verder te verbeteren naar 2040 tot een volwaardig Bus Rapid Transit systeem op deze corridor.
De beelden die bij de realisaties in 2030 en 2040 zijn opgenomen in de Bestuurlijke rapportage ‘Hink-stap-sprong naar Bus Rapid Transit op Breda–Gorinchem–Utrecht’ van @@ @@@@ 2022, zijn richtinggevend maar liggen nog niet vast.
Deze aanzienlijke verbeteringen per 2030 en 2040 vergt de realisatie van een pakket van verschillende, min of meer op zichzelf staande maatregelen.
2. Deze verschillende maatregelen zullen Partijen in de periode 2022-2023 verder in deelopgaven onderzoeken, ontwerpen en calculeren. Partijen voeren gezamenlijk de regie over de samenhang van het pakket van maatregelen en de deelopgaven van de BGU. Zij stellen het pakket vast in hun bestuurlijk overleg en dit wordt vervolgens ter besluitvorming voorgelegd aan de afzonderlijke bestuursorganen.
3. Provincie Noord-Brabant, Provincie Zuid-Holland, Provincie Utrecht, alsmede Samenwerkingsverband Alblasserwaard-Vijfheerenlanden nemen hun eigen verantwoordelijkheid in hun respectievelijke regio’s en in samenwerking met regionale partijen, zoals gemeenten. Dit betreft onder meer de ruimtelijke inpassing van de maatregelen. De gemeenten Breda en Vijfheerenlanden nemen hun eigen verantwoordelijkheid op hun eigen grondgebied.
4. De Minister neemt zijn verantwoordelijkheid voor de interactie en/of vervlechting met het reeds gestarte Rijkswaterstaat project A27 Houten - Hooipolder.
5. Partijen richten hun werkzaamheden en planning op een besluit in het bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) van najaar 2023. Met dit besluit wordt de manier waarop het streefbeeld wordt uitgewerkt vastgesteld en vormt het de start voor de voorbereiding richting realisatie van de verschillende deelopgaven, op weg naar de aanzienlijke verbetering van het OV op de corridor Breda - Gorinchem – Utrecht rond 2030 en verder naar 2040.
6. Ter uitvoering van het MIRT-besluit najaar 2023 sluiten partijen een of meer (regionale) bestuursovereenkomsten waarin zij de dan afgesproken maatregelen en het gehele pakket vastleggen.
Artikel 2 – Financiële bijdragen
1. De kosten voor het onderzoek naar de deelopgaven worden gezamenlijk gedragen, conform de kaders van de bestuurlijke afspraak op @@ @@@@ 2022, nader uit te werken in de ambtelijke regiegroep BGU.
2. De kosten voor de aanzienlijke verbetering voor het OV op de corridor Breda – Gorinchem – Utrecht rond 2030 zijn in de Bestuurlijke rapportage voorlopig en oriënterend geraamd. Partijen zullen ten behoeve van het MIRT van 2023 besluiten voorbereiden op basis van de diverse onderzoeksresultaten, de ontwerpen en de calculaties afspraken maken omtrent de omvang, de bekostiging van de uitvoering en het beheer van het dan voor te stellen pakket aan maatregelen.
Artikel 3 – Afstemming en overleg
Partijen overleggen over de nadere vormgeving en concretisering van hun afspraken uit deze intentieovereenkomst. Dit doen zij in verschillende overleggen, zoals de ambtelijke regiegroep BGU, hoogambtelijk of bestuurlijk.
Artikel 4 – Wijzigingen
1. Deze intentieovereenkomst wordt niet afzonderlijk gewijzigd.
2. Partijen treden in overleg wanneer een van hen duidelijk maakt dat de intenties niet langer volledig worden gedeeld. Deze partij kiest dan een nieuwe rol en mate van deelname in de samenwerking BGU.
Artikel 5 – Nakoming
Deze intentieovereenkomst is niet in rechte afdwingbaar.
Artikel 6 – Openbaarmaking
Deze intentieovereenkomst zal openbaar worden gemaakt door publicatie in de Staatscourant.
Bijlage: Bestuurlijke rapportage ‘Hink-stap-sprong naar Bus Rapid Transit op Breda–Gorinchem– Utrecht’, vastgesteld op @@ @@@@ 2022
Aldus overeengekomen en in negenvoud ondertekend op @@ @@@@ 2022 te @@@@,
de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, dhr. M.G.J. Xxxxxxx,
de Staatsecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, mevr. V.L.W.A. Heijnen,
de Provincie Noord-Brabant,
mevr. S.M. Otters-Bruijnen, gedeputeerde
de Provincie Zuid-Holland,
dhr. E.F.A. Zevenbergen, gedeputeerde
de Provincie Utrecht,
dhr. A.J. Schaddelee, gedeputeerde
de gemeente Breda,
dhr. D.J. Quaars, wethouder
de betrokken gemeente uit het Samenwerkingsverband U10: de gemeente Vijfheerenlanden,
dhr. H. Zevenhuizen, wethouder
het Samenwerkingsverband Alblasserwaard – Vijfheerenlanden, dhr. H. Zevenhuizen, bestuurslid