Regeling Individuele opleidingen
Regeling Individuele opleidingen
Artikel 1 Begripsbepaling
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. | Fiscale vereisten: | De vereisten die de belastingdienst stelt aan het gebruik van het Individueel Keuzebudget (IKB) voor de financiering van individuele opleidingen. |
b. | Opleidingsbudget: | Het budget dat de Werkgever jaarlijks beschikbaar stelt voor de producten en dienstverlening op het gebied van opleiden, leren en ontwikkelen. |
c. | Decentraal opleidingsbudget: | Het deel van het opleidingsbudget dat gereserveerd is voor individuele opleidingen. |
e. | Opleidingskosten: | Het geheel van studiekosten en de in verband met de opleiding te maken reis- en verblijfkosten, op basis van de regeling Vergoeding dienstreizen (Hoofdstuk 3.6 van het Personeelshandboek). |
f. | Studiekosten: | De cursus- en lesgelden, de kosten voor de aanschaf van verplicht voorgeschreven boeken en syllabi en de gelden voor examens, het diploma en/of certificaat. |
g. | Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP): | Het plan zoals bedoeld in artikel 8.7 van de Cao- gemeenten waarin Werkgever en Werknemer afspraken maken over de loopbaanontwikkeling en de opleidings-, leer- en ontwikkelactiviteiten van de werknemer. |
h. | Werkgever: | Gemeente Haarlem. |
i. | Werknemer: | Degene die met de Werkgever een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. |
Artikel 2 Opleidingsbudget
1. Het opleidingsbudget bedraagt een door de directie jaarlijks vastgesteld budget.
a. Het centrale opleidingsbudget wordt besteed aan de directie-, afdelings-, team- en domeinontwikkelingen en het generieke leer- en ontwikkelaanbod.
b. Het decentrale opleidingsbudget wordt besteed aan de individuele opleidingen van werknemers. De afdelingen krijgen richtbedragen op basis van het aantal werknemers.
Artikel 3 Opleiding volgen
1. Opleidingen als bedoeld in deze regeling zijn:
a. Opleidingen als bedoeld in artikel 8.2 van de Cao-gemeenten, namelijk die noodzakelijk zijn voor de huidige functie-uitoefening;
b. Opleidingen die direct betrekking hebben op de huidige functie van de Werknemer, maar niet noodzakelijk worden gevonden voor de huidige functie-uitoefening;
c. Opleidingen die in het kader van de loopbaan(ontwikkeling) gericht zijn op een toekomstige functie binnen gemeente Haarlem, bij de huidige of bij een andere afdeling;
d. Opleidingen die in het kader van de loopbaan(ontwikkeling) gericht is op een toekomstige functie buiten gemeente Haarlem of als zelfstandig ondernemer;
e. Opleidingen die op verzoek van de werknemer worden vergoed door inzet van het IKB, conform artikel 4.3 lid 1 onder c van de Cao-gemeenten;
f. Opleidingen waarover afspraken zijn gemaakt in het persoonlijk ontwikkelingsplan;
g. Opleidingen als onderdeel van het van werk naar werk-traject, conform hoofdstuk 9 'Boventalligheid' van de Cao-gemeenten.
Artikel 4 Persoonlijk Ontwikkelingsplan
1. De Werkgever en Werknemer stellen minimaal één keer per 36 maanden gezamenlijk een persoonlijk ontwikkelingsplan op voor de werknemer.
2. In het persoonlijk ontwikkelplan maken Werkgever en Werknemer afspraken over de loopbaanontwikkeling en de kennis en vaardigheden die de werknemer nodig heeft in relatie tot de ontwikkelthema's van de organisatie, zoals geformuleerd in het Strategisch Personeelsbeleid en het Opleidings- en Ontwikkelbeleid.
3. De Werkgever vergoedt de kosten van de opleidings-, leer- en ontwikkelingsactiviteiten die in het persoonlijk ontwikkelingsplan staan.
4. Indien nodig maken de Werkgever en Werknemer afspraken over de wijze waarop de werktaken van de Werknemer worden verminderd, waardoor de werknemer voldoende tijd krijgt om de opleiding te kunnen volgen en succesvol af te ronden.
Artikel 5 Studieovereenkomst
1. Voor aanvang van de opleiding sluiten de Werkgever en Werknemer een studieovereenkomst. Hierin worden in ieder geval afspraken opgenomen ten aanzien van:
a. De keuze van opleidingsvorm of instituut en de redelijkerwijs te maken kosten;
b. De studieperiode;
c. De studieresultaten die de werknemer minimaal moet behalen en de voortgang die de Werknemer moet boeken;
d. In welke gevallen de Werknemer de opleiding mag onderbreken of stoppen;
e. Het geheel of gedeeltelijk terugbetalen van de tegemoetkoming in de opleidingskosten, als de Werknemer de studie voortijdig afbreekt;
f. Het geheel of gedeeltelijk terugbetalen van de vergoeding, als de arbeidsovereenkomst binnen een bepaalde periode voor of na de afronding van de opleiding eindigt;
g. Het voor de opleiding noodzakelijke verlof;
h. De eventuele verdere medewerking van de Werkgever, zodat Werknemer de gemaakte afspraken kan uitvoeren;
i. Een eventuele verrekening met een transitievergoeding.
Artikel 6 Opleidingsverlof
1. Het aantal uur verlof is afhankelijk van het opleidingsniveau en de aanstellingsomvang. Dit is exclusief het opleidingsverlof, dat verleend kan worden voor examens en tentamens.
a. Voor een mbo, (post-)hbo, bachelor, premaster of schakelprogramma geldt bij een volledige aanstelling een maximum van 160 verlofuren per jaar. Dat komt neer op 4 uur per week.
b. Bij een masteropleiding of postmaster is het aantal verlofuren verruimd. De Werknemer krijgt hiervoor bij een volledige aanstelling maximaal 240 uur verlof per jaar. Dat komt neer op 6 uur per week.
c. De Werknemer heeft recht op het aantal verlofuren bedoeld onder a en b naar rato van de aanstellingsomvang. Bijvoorbeeld: de parttimefactor is 0,78 doordat de Werknemer een aanstelling heeft van 28 uur. Het maximaal aantal studieverlofuren is dan 0,78 x 240 = 187 uur.
2. Een werknemer die buiten werktijd een verplichte opleiding volgt als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder a van deze regeling, krijgt voor de uren waarop hij of zij in eigen tijd deelneemt aan de opleiding ter compensatie opleidingsverlof van de Werkgever. Dit verlof is maximaal 4 uur per week.
3. Voor tentamens en examens kan de Werkgever de werknemer extra verlof verlenen:
a. Voor het deelnemen aan examens of tentamens kan de werknemer extra opleidingsverlof krijgen. Dit is maximaal 4 uur per week.
b. Ter voorbereiding van een tentamen of het examen, kan de werknemer eveneens maximaal 4 uur per week extra studieverlof krijgen.
c. Bovenstaand verlof geldt niet voor een hertentamen. Voor hertentamens en herkansingen geldt in principe dat het in eigen tijd van de werknemer dient plaats te vinden.
4. De Werknemer behoudt het salaris en eventueel toegekende salaristoelage(n) tijdens het verlof zoals bedoeld in lid 1, 2 en 3.
Artikel 7 Vergoeding opleidingskosten
1. De Werkgever vergoedt de opleidingskosten volledig (100%) als:
a. De opleiding onderdeel is van het van werk naar werk-traject, conform hoofdstuk 9 'Boventalligheid' van de Cao; en/of
b. De opleiding verplicht is voor de functie-uitoefening, als bedoeld in artikel 8.2 van de Cao; of
c. De opleiding vereist, noodzakelijk en/of bevorderlijk is voor de functie van de werknemer en in lijn is met de strategische ontwikkelthema's van de organisatie, zoals geformuleerd in het Strategisch Personeelsbeleid en het Opleidings- en Ontwikkelbeleid; of
d. De opleiding gevolgd wordt in het kader van de loopbaan(ontwikkeling), gericht op een toekomstige functie binnen gemeente Haarlem, bij de huidige of bij een andere afdeling, en waarbij al afspraken zijn gemaakt over het zicht op de nieuwe functie.
2. De Werkgever vergoedt de opleidingskosten de helft (50%) als:
a. De opleiding gevolgd wordt in het kader van de loopbaan(ontwikkeling), gericht op een toekomstige functie binnen gemeente Haarlem, bij de huidige of bij een andere afdeling, en waarbij geen afspraken zijn gemaakt over het zicht op de nieuwe functie; of
b. De opleiding gevolgd wordt in het kader van de loopbaan(ontwikkeling), gericht op een toekomstige functie buiten gemeente Haarlem, waarbij geen afspraken zijn gemaakt over het zicht op een nieuwe functie, of als zelfstandig ondernemer.
3. De Werkgever vergoedt de opleidingskosten niet (0%) als:
a. De opleiding geen relatie heeft met het werk of de loopbaan(ontwikkeling) van de werknemer, maar gericht is op persoonlijke belangstelling en/of persoonlijke ontwikkeling.
4. De opleidingskosten die de werknemer voor eigen rekening moet nemen, kunnen geruild worden binnen de IKB-regeling van gemeente Haarlem voor zover voldaan wordt aan de fiscale vereisten. De werknemer moet op voorhand de facturen van de kosten overleggen.
5. De opleidingskosten zoals bedoeld in artikel 7 onder lid 1 en 2 dient de opleider te factureren aan de Werkgever.
6. De opleidingskosten zoals bedoeld in artikel 7 onder lid 3 vindt plaats op basis van declaratie door de Werknemer, bij het indienen van de IKB-aanvraag.
Artikel 8 Terugbetaling opleidingskosten
1. De werknemer is verplicht de vergoeding van de opleidingskosten volledig terug te betalen als:
a. De werknemer de opleiding zonder gegronde reden voortijdig afbreekt, voordat hij het bij de opleiding behorende diploma heeft behaald;
b. De werknemer de opleiding niet binnen de vooraf gestelde termijn afrondt (als de Werkgever op grond van artikel 9 de termijn verlengt, geldt de verlengde termijn voor de toepassing van artikel 8 lid 1 onder b);
c. De arbeidsovereenkomst op initiatief van de Werknemer wordt beëindigd voordat de werknemer het bij de opleiding behorende diploma heeft behaald of binnen 3 jaar na afronding van de opleiding; en/of
d. De arbeidsovereenkomst op initiatief van de Werkgever wordt beëindigd wegens een dringende reden als bedoeld in artikel 7:677 van het Burgerlijk Wetboek (BW) of wegens verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer als bedoeld in artikel 7:669 lid 1 en 3 onder e BW. De terugbetalingsverplichting geldt alleen als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, voordat de werknemer het bij de opleiding behorende diploma heeft behaald of binnen 1 jaar na afronding van de opleiding.
2. De werknemer is ook verplicht om de opleidingskosten aan de Werkgever terug te betalen, als de arbeidsovereenkomst binnen drie jaar na afronding van de opleiding op zijn of haar initiatief wordt beëindigd. Hierbij geldt de volgende afbouwregeling:
a. Als de arbeidsovereenkomst binnen 12 maanden na afronding van de opleiding wordt beëindigd, betaalt de werknemer 100% van de opleidingskosten terug.
b. Als de arbeidsovereenkomst na 12-24 maanden na afronding van de opleiding wordt beëindigd, betaalt de werknemer 66% van de opleidingskosten terug.
c. Als de arbeidsovereenkomst na 24-36 maanden na afronding van de opleiding wordt beëindigd, betaalt de werknemer 33% van de opleidingskosten terug.
3. De Werkgever kan Werknemer geheel of gedeeltelijk ontheffen van de op hem rustende verplichting tot terugbetaling. Dit doet de Werkgever als de omstandigheden daartoe aanleiding geven naar zijn of haar oordeel.
Artikel 9 Studievertraging
1. De Werkgever en Werknemer maken in de studieovereenkomst afspraken over de termijn waarin de vergoeding van de opleidingskosten en de studieverlofuren verstrekt worden. Deze termijn is in beginsel gebaseerd op de door de opleidingsinstelling voorgeschreven studieduur.
2. Als de Werknemer de opleiding niet binnen de vooraf gestelde termijn xxxxxxx, vindt overleg tussen Werknemer en de Werkgever plaats. De Werkgever kan naar aanleiding van dat overleg
besluiten om de termijn te verlengen. De Werkgever hoeft de termijn niet te verlengen als blijkt dat de opleiding niet tijdig is afgerond, omdat de Werknemer aantoonbaar nalatig is geweest.
3. Als de studievertraging het gevolg is van aantoonbare nalatigheid van de Werknemer,
a. Krijgt de Werknemer geen studieverlof voor de extra benodigde opleidingsuren, die het gevolg zijn van de studievertraging; en
b. Worden de extra opleidingskosten die de studievertraging met zich meebrengt, niet door de Werkgever vergoed.
Artikel 10 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kunnen de Werkgever en de Werknemer gezamenlijk een bijzondere regeling treffen.