INHOUDSOPGAVE
6
Geschillenbeslechting Hoofklasse
Reglement geschillenbeslechting Hoofdklasse 6 juni 2021
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk I - Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 2 Toepassingsgebied
Artikel 3 Afwijking van het reglement
Hoofdstuk II - De Geschillencommissie Hoofdklasse
Afdeling 1 Samenstelling
Artikel 4 Samenstelling en benoeming Artikel 5 Vereisten voor benoembaarheid Artikel 6 Onverenigbaarheden
Artikel 7 Wijze van benoeming Artikel 8 Aanvaarding benoeming Artikel 9 Einde van het lidmaatschap
Afdeling 2 Algemeen voorzitter
Artikel 10 Algemeen voorzitter en plaatsvervangend algemeen voorzitter Artikel 11 Xxxxx algemeen voorzitter
Afdeling 3 Secretariaat
Artikel 12 Xxxxxxxxx secretaris en ambtelijk secretaris Artikel 13 Secretariaat
Afdeling 4 Elektronische berichtgeving
Artikel 14 Elektronische berichtgeving door partijen Artikel 15 Elektronische berichtgeving aan partijen
Hoofdstuk III –Opdracht tot geschillenbeslechting
Afdeling 1 Opdracht
Artikel 16 Aanvang en einde van de opdracht
Artikel 17 Overlijden en beëindiging van het KNHB-lidmaatschap van een partij
Afdeling 2 Samenstelling kamer
Artikel 18 Samenstelling behandelend kamer Artikel 19 Einde lidmaatschap kamer
Afdeling 3 Verweren
Artikel 20 Beroep op onbevoegdheid
Artikel 21 Ontheffing
Artikel 22 Wraking commissielid Artikel 23 Wraking secretaris
Hoofdstuk IV - Procedure
Afdeling 1 Algemene bepalingen
Artikel 24 Gelijkheid van partijen
Artikel 25 Persoonlijke verschijning, vertegenwoordiging en bijstand Artikel 26 Taal van de procedure
Afdeling 2 Schriftelijke behandeling
Artikel 27 Verzoekschrift
Artikel 28 Verweerschrift
Afdeling 3 Mondelinge behandeling Artikel 29 Mondelinge behandeling Artikel 30 Beslotenheid zittingen Artikel 31 Verdere zittingen
Artikel 32 Persoonlijke verschijning van partijen
Afdeling 4 Nadere toelichting van de vordering of het verweer
Artikel 33 Nadere toelichting van de vordering of het verweer
Hoofdstuk V - Intrekking, vermindering, wijziging of vermeerdering
van de vordering, tegenvordering, voeging en tussenkomst en vrijwaring
Artikel 34 Intrekking van de vordering
Artikel 35 Vermindering, wijziging of vermeerdering van de vordering Artikel 36 Tegenvordering
Artikel 37 Voeging en tussenkomst Artikel 38 Vrijwaring
Hoofdstuk VI- Voorlopige voorziening
Artikel 39 Voorlopige voorzieningen
Hoofdstuk VII- Spoedgeding
Artikel 40 Spoedgeding
Artikel 41 Procedure in spoedgeding Artikel 42 Procedure bij afwijzing
Hoofdstuk VIII - Bewijs
Afdeling 1 Enige bepalingen betreffende schriftelijk bewijs
Artikel 43 Overleggen bescheiden Artikel 44 Inlichtingen van de KNHB
Afdeling 2 Getuigen
Artikel 45 Getuigen
Artikel 46 Getuigenverhoor op daartoe aangewezen zitting Artikel 47 Wijze van getuigenverhoor
Afdeling 3 Deskundigen
Artikel 48 Deskundigen aangezocht door partijen
Artikel 49 Deskundigen benoemd door de Geschillencommissie Hoofdklasse
Afdeling 4 Algemene bepalingen
Artikel 50 Bewijs in het algemeen
Hoofdstuk IX - Vonnis
Afdeling 1 Algemene bepalingen
Artikel 51 Xxxxxxxxx als goede mannen naar billijkheid Artikel 52 Dwangsom
Artikel 53 Eindvonnis en tussenvonnis Artikel 54 Verbindende kracht van vonnis
Afdeling 2 Tijdstip vonnis
Artikel 55 Tijdstip vonnis
Artikel 56 Beëindiging geding bij niet toelichten vordering Artikel 57 Xxxxxx bij niet voeren verweer
Afdeling 3 Vorm en inhoud
Artikel 58 Vorm en inhoud; schikkingsvonnis, mondeling vonnis Artikel 59 Ondertekening
Artikel 60 Toezenden en bewaartermijn vonnis
Afdeling 4 Herstel, verbetering en aanvulling Artikel 61 Herstel en verbetering Artikel 62 Aanvullend vonnis
Afdeling 5 Publicatie vonnis
Artikel 63 Publicatie en het verstrekken van kopieën
Hoofdstuk X - Kosten
Artikel 64 Kosten van de geschillenbeslechting Artikel 65 Waarborgsom
Artikel 66 Betaling kosten getuigen, deskundigen en tolken Artikel 67 Kostenveroordeling
Hoofdstuk XI - Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 68 Geheimhouding
Artikel 69 Aansprakelijkheid Artikel 70 Onvoorziene gevallen
Artikel 71 Wijzigen en inwerkingtreding reglement
HOOFDSTUK I – ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
In dit Reglement geschillenbeslechting Hoofdklasse wordt verstaan onder:
algemene vergadering, het orgaan van de gewone leden als bedoeld in artikel 2:40 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 21 van de statuten;
directeur van de KNHB, de door het bondsbestuur aangestelde persoon, die leiding geeft aan het bondsbureau, als bedoeld in artikel 19.2 van de statuten;
bondsbestuur, het orgaan als bedoeld in artikel 2:44 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 13 van de statuten, te weten het bestuur van de KNHB;
bondsbureau, het bureau als bedoeld in artikel 19.1 van de statuten;
commissielid, een lid van de Geschillencommissie Hoofdklasse;
geregistreerde spelers, spelers die op de spelerslijst van een hoofdklassevereniging staan;
huishoudelijk reglement, het reglement als bedoeld in artikel 38.1 van de statuten;
kamer, drie personen uit de Geschillencommissie Hoofdklasse die met de feitelijke behandeling van een zaak zijn belast
KNHB, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de statuten, voluit genaamd: Koninklijke Nederlandse Hockey Bond;
statuten, de statuten van de KNHB;
voorjaarsvergadering, de jaarlijks in de maand mei of juni door het bondsbestuur bijeengeroepen algemene vergadering van de KNHB als bedoeld in artikel 22.1 sub a van de statuten.
Artikel 2 - Toepassingsgebied
1. Met uitsluiting van de burgerlijke rechter, zijn aan geschillenbeslechting op de voet van dit reglement onderworpen alle geschillen met betrekking tot een overeenkomst gesloten tussen een geregistreerde speler en een hoofdklassevereniging, waarbij de speler tijdens een seizoen op de spelerslijst staat.
2. Het hiervoor in lid 1 bepaalde geldt ook indien het lidmaatschap van de KNHB van een of meer partijen is geëindigd, indien en voor zover het geschil is ontstaan uit een rechtsbetrekking tussen de partijen die bestond voordat dat lidmaatschap eindigde, een en ander in de ruimste zin des woords.
3. Partijen genoemd in lid 1 kunnen aan geschillenbeslechting op de voet van dit reglement ook onderwerpen:
a. de enkele vaststelling van de hoedanigheid of van de toestand van zaken;
b. de enkele bepaling van de hoogte van een schadevergoeding of van een verschuldigde geldsom;
c. de aanvulling of wijziging van de rechtsbetrekking waaruit het geschil tussen partijen is ontstaan.
4. Een geschil wordt geacht aanwezig te zijn indien een der betrokken partijen verklaart dat dit het geval is.
Artikel 3 - Afwijking van het reglement
Van de bepalingen van dit reglement kan niet bij overeenkomst worden afgeweken.
HOOFDSTUK II - DE GESCHILLENCOMMISSIE HOOFDKLASSE
Afdeling 1 - Samenstelling
Artikel 4 - Samenstelling en benoeming
1. De Geschillencommissie Hoofdklasse bestaat uit ten minste zeven leden.
2. De Geschillencommissie Hoofdklasse kent één algemeen voorzitter, één plaatsvervangend algemeen voorzitter, kamervoorzitters en overige commissieleden.
3. De Geschillencommissie Hoofdklasse wordt ondersteund door een juridisch secretaris en een ambtelijk secretaris, genoemd in artikel 12 van dit reglement.
Artikel 5 - Vereisten voor benoembaarheid
1. Tot lid van de Geschillencommissie Hoofdklasse zijn slechts gewone en buitengewone leden van de KNHB benoembaar.
Een lid van de Geschillencommissie Hoofdklasse die geen (buiten)gewoon lid van de KNHB is, is verplicht om als buitengewoon lid van de KNHB toe te treden en buitengewoon lid te blijven voor zo lang als dat lid, lid van de Geschillencommissie Hoofdklasse is.
2. De algemeen voorzitter, de plaatsvervangend algemeen voorzitter en de kamervoorzitters zijn jurist met adequate ervaring in de procespraktijk. De overige leden van de Geschillencommissie Hoofdklasse worden benoemd op basis van hun specifieke deskundigheid met betrekking tot de hockeysport, op grond van hun juridische deskundigheid of op grond van hun praktische ervaring in bestuurlijke aangelegenheden, oefenmeesters aangelegenheden en/of spelersaangelegenheden.
Artikel 6 - Onverenigbaarheden
1. Het lidmaatschap van de Geschillencommissie Hoofdklasse is onverenigbaar met het lidmaatschap van:
- het bondsbestuur;
- een andere statutaire commissie van de KNHB;
- een bondscommissie van de KNHB.
2. Zij die een dienstverband hebben met de KNHB kunnen geen deel uitmaken van de Geschillencommissie Hoofdklasse. Zij kunnen wel ambtshalve als secretaris aan de Geschillencommissie Hoofdklasse worden toegevoegd, maar hebben alsdan geen stemrecht.
3. Een lid van de Geschillencommissie Hoofdklasse mag niet aan de behandeling van een zaak deelnemen, indien hij op enigerlei wijze bij de zaak betrokken is (geweest):
a. persoonlijk;
b. uit hoofde van een van zijn functies;
c. als lid of functionaris van een vereniging die bij de zaak betrokken is.
4. Indien een commissielid voor of tijdens de behandeling van een zaak meent dat zich een onverenigbaarheid voordoet of indien een commissielid zich om een andere reden wenst terug te trekken van de behandeling van een zaak, doet hij hiervan zo spoedig mogelijk met opgave
van reden xxxxxxx aan de algemeen voorzitter, die alsdan zo spoedig mogelijk een ander lid van de commissie benoemt.
Artikel 7 - Wijze van benoeming
1. De leden van de Geschillencommissie Hoofdklasse worden in de voorjaarvergadering door de algemene vergadering benoemd voor de duur van drie bondsjaren. Elk commissielid treedt aldus af in de derde jaarlijkse algemene vergadering, volgend op die waarin zijn benoeming plaatsvond, volgens een door het bondsbestuur op te stellen rooster van aftreden. De aftredende is terstond herbenoembaar. Een in een tussentijdse vacature benoemd commissielid neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.
2. Een aftredend commissielid defungeert en het nieuw benoemde commissielid treedt in functie onmiddellijk na afloop van de voorjaarvergadering waarin de benoeming plaatsvond. De commissieleden maken deel uit van de Geschillencommissie Hoofdklasse tot en met de dag waarop hun lidmaatschap van die commissie eindigt, tenzij zij op die datum bij de behandeling van een zaak zijn betrokken, in welk geval zij aftreden op de datum waarop in die zaak uitspraak wordt gedaan.
3. De benoeming van de leden van de Geschillencommissie Hoofdklasse geschiedt uit één of meer bindende voordrachten, behoudens het hierna bepaalde. Tot het opmaken van zulk een voordracht is het bondsbestuur bevoegd, nadat zij de algemeen voorzitter van de Geschillencommissie Hoofdklasse gehoord heeft. Een voordracht door het bondsbestuur wordt bij de oproeping van de algemene vergadering vermeld. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming, onverminderd het hierna bepaalde, uit die voordrachten.
4. Aan elke bindende voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met een meerderheid van ten minste tweederde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering.
5. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid aan de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in haar keuze.
Artikel 8 - Aanvaarding benoeming
De benoeming van een lid van de Geschillencommissie Hoofdklasse wordt niet van kracht, voordat hij de benoeming schriftelijk of langs elektronische weg heeft aanvaard.
Artikel 9 - Einde van het lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van de Geschillencommissie Hoofdklasse eindigt:
a. door bedanken als lid van de commissie;
b. door het verstrijken van de termijn waarvoor het lid was benoemd, behoudens zijn eventuele herbenoeming;
c. met ingang van het moment dat het lid als lid van de KNHB wordt geschorst of geroyeerd;
d. door het aanvaarden van een functie die ingevolge artikel 6 van dit reglement onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Geschillencommissie Hoofdklasse;
e. door overlijden.
2. Het lidmaatschap van degene die in een tussentijds opengevallen plaats is benoemd, eindigt op het moment dat het lidmaatschap van degene in wiens plaats hij is getreden krachtens het bepaalde in lid 1 onder b zou hebben moeten eindigen.
Afdeling 2 - Algemeen voorzitter
Artikel 10 - Algemeen voorzitter en plaatsvervangend algemeen voorzitter
1. De algemeen voorzitter van de Geschillencommissie Hoofdklasse wordt door de algemene vergadering in functie benoemd en de plaatsvervangend algemeen voorzitter wordt door de leden van de Geschillencommissie Hoofdklasse uit hun midden benoemd.
2. Bij ontstentenis of afwezigheid van de algemeen voorzitter neemt de plaatsvervangend algemeen voorzitter diens taken waar en oefent hij diens bevoegdheden uit. Bij ontstentenis van de plaatsvervangend algemeen voorzitter neemt de oudste in leeftijd van de leden de taken van de algemeen voorzitter waar en oefent hij diens bevoegdheden uit.
3. Het bepaalde in lid 2 is van overeenkomstige toepassing ingeval de algemeen voorzitter dan wel de plaatsvervangend algemeen voorzitter verzoekt dat zijn taken worden waargenomen.
Artikel 11 - Taken algemeen voorzitter
Onverminderd de taken die elders in dit reglement aan de algemeen voorzitter zijn opgedragen en de taken die naar de aard van zijn functie op hem rusten, heeft de algemeen voorzitter tot taak de werkzaamheden van de Geschillencommissies Hoofdklasse te coördineren, de kamers samen te stellen, de kwaliteit van de geschillenbeslechting te bewaken en de eenheid van de rechtspraak van de Geschillencommissie Hoofdklasse te bevorderen.
Afdeling 3 - Secretariaat
Artikel 12 - Juridisch secretaris en ambtelijk secretaris
1. De Geschillencommissie Hoofdklasse wordt bijgestaan door een juridisch secretaris en een ambtelijk secretaris.
2. Zo spoedig mogelijk nadat het verzoekschrift genoemd in artikel 27 van dit reglement door de ambtelijk secretaris is ontvangen, benoemt de algemeen voorzitter de juridisch secretaris van de behandelend kamer van de Geschillencommissie Hoofdklasse. De ambtelijk secretaris doet van de benoeming terstond, op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement, mededeling aan de leden van de behandelend kamer en de partijen.
De algemeen voorzitter kan de juridisch secretaris te allen tijde ontslag verlenen. Hij is daartoe verplicht ingeval de juridisch secretaris zitting neemt als lid van de Geschillencommissie Hoofdklasse.
2. De ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse wordt door de directeur van de KNHB benoemd en ontslagen.
3. Tot juridisch secretaris zijn slechts benoembaar personen die de hoedanigheid bezitten van meester in de rechten dan wel die van LLM (Master of Laws). De juridisch secretaris en de ambtelijk secretaris dienen bij voorkeur te beschikken over processuele ervaring. De leden van de Geschillencommissie Hoofdklasse zijn niet tot juridisch secretaris of ambtelijk secretaris benoembaar.
4. De juridisch secretaris en ambtelijk secretaris maken geen deel uit van de Geschillencommissie Hoofdklasse. De juridisch secretaris neemt wel deel aan het raadkameroverleg.
5. De ambtelijk secretaris is belast met de administratieve en financiële behandeling van bij de Geschillencommissie Hoofdklasse aanhangig gemaakte geschillen.
Artikel 13 - Secretariaat
Het ambtelijk secretariaat van de Geschillencommissie Hoofdklasse is gevestigd op het bondsbureau te Utrecht.
Afdeling 4 - Elektronische berichtgeving
Artikel 14 - Elektronische berichtgeving door partijen
1. Ieder processtuk (verzoekschrift, verweerschrift, nadere toelichting en/of akte), en andere mededelingen of berichtgeving door of namens een partij in het kader van een aan dit reglement onderworpen geschil worden uitsluitend per e-mail (en wat betreft ieder van de hiervoor genoemde processtukken in de vorm van een pdf-bestand) verzonden naar het e- mailadres van de ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse, zulks onder gelijktijdige toezending per e-mail aan de wederpartij of, in voorkomend geval, de advocaat of de bijzonder daartoe schriftelijk gevolmachtigde van de wederpartij. De gelijktijdige elektronische toezending aan de wederpartij zoals hiervoor bedoeld, kan achterwege blijven indien de inzendende partij niet beschikt over het e-mailadres van wederpartij.
2. De ambtelijk secretaris kan bepalen dat elektronische verzending dient te geschieden naar een of meer andere emailadressen dan die genoemd in lid 1 van dit artikel.
3. Als tijdstip waarop ieder van de in lid 1 van dit artikel genoemde stukken door de Geschillencommissie Hoofdklasse is ontvangen, geldt het tijdstip waarop het bericht het systeem van gegevensverwerking van de KNHB heeft bereikt.
4. Waar in dit reglement wordt gesproken van "indiening op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement" wordt hiermee gedoeld op de wijze van indienen als voorzien in lid 1 van dit artikel.
Artikel 15 - Elektronische berichtgeving aan partijen
1. Iedere mededeling of ander bericht vanwege de Geschillencommissie Hoofdklasse aan een partij of, in voorkomend geval, de advocaat of bijzonder daartoe schriftelijk gevolmachtigde van een partij, geschiedt langs elektronische weg, met gebruikmaking van het e-mailadres dat door of namens deze partij is gebruikt voor de indiening van de in artikel 14 lid 1 van dit reglement genoemde stukken dan wel een met het oog op deze communicatie specifiek opgegeven e-
mailadres.
2. Als tijdstip waarop een bericht van door de Geschillencommissie Hoofdklasse elektronisch is verzonden, geldt het tijdstip waarop het bericht een systeem voor gegevensverwerking heeft bereikt waarvoor door de Geschillencommissie Hoofdklasse niet verantwoordelijk is.
HOOFDSTUK III –OPDRACHT TOT GESCHILLENBESLECHTING
Afdeling 1 - Opdracht
Artikel 16 - Aanvang en einde van de opdracht
1. De opdracht aan de Geschillencommissie Hoofdklasse vangt aan met het indienen van een verzoekschrift bij de ambtelijk secretaris.
2. Met het verstrekken van een opdracht aan de Geschillencommissie Hoofdklasse stemmen de betrokken partijen in met de ter zake verschuldigde kosten, genoemd in artikel 64 van dit reglement.
3. Met de behandeling van een geschil is belast die kamer die daartoe door of namens de algemeen voorzitter is samengesteld.
4. De aan de Geschillencommissie Hoofdklasse verstrekte opdracht eindigt:
a. door verzending van haar eindvonnis aan partijen;
b. doordat de eiser zijn vordering intrekt conform artikel 34 van dit reglement en geen tegenvordering is ingesteld;
c. indien partijen overeenkomstig artikel 58 van dit reglement tot een vergelijk komen.
Artikel 17 - Overlijden en beëindiging van het KNHB-lidmaatschap van een partij
1. De aan de Geschillencommissie Hoofdklasse verstrekte opdracht eindigt niet door het overlijden van een partij en evenmin doordat een partij ophoudt lid te zijn van de KNHB.
2. Indien een partij overlijdt, schorst de Geschillencommissie Hoofdklasse het geding voor een door haar te bepalen termijn. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan deze termijn verlengen op verzoek van de rechtsopvolgers van de overleden partij en na de wederpartij in de gelegenheid te hebben gesteld op dat verzoek te worden gehoord. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan de termijnen ook ambtshalve verlengen na de partijen in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord. Na afloop van de schorsing wordt het geding voortgezet in de stand waarin het zich bevindt.
3. Een verzoek genoemd in lid 2 wordt schriftelijk ingediend bij de ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse. De ambtelijk secretaris xxxxx xxxxxxxx een exemplaar van het verzoek aan de andere partij.
Afdeling 2 - Samenstelling kamer
Artikel 18 - Samenstelling behandelend kamer
1. Voor het behandelen van een zaak wordt door de algemeen voorzitter uit de leden van de Geschillencommissie Hoofdklasse een kamer van drie leden samengesteld.
2. Een kamer bestaat uit een kamervoorzitter en twee leden van de Geschillencommissie Hoofdklasse die allen door de algemeen voorzitter worden benoemd. De kamervoorzitter zit de kamer voor.
3. Wanneer een in een kamer benoemd commissielid (naar verwachting) langduriger dan voor een adequate behandeling van het geschil vereist is, verhinderd is of zal zijn, vervangt de algemeen voorzitter het desbetreffende commissielid, van welke vervanging zo spoedig mogelijk aan partijen mededeling wordt gedaan op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement. Zolang in de opengevallen plaats geen nieuw commissielid is benoemd, is het geding geschorst. Na afloop van de schorsing wordt het geding voortgezet in de stand waarin het zich bevindt, tenzij de Geschillencommissie Hoofdklasse anders bepaalt
4. Een kamer handelt namens de Geschillencommissie Hoofdklasse waarvan zij deel uitmaakt en spreekt namens deze commissie recht. Waar in dit reglement wordt gesproken over Geschillencommissie Hoofdklasse worden hiermede ook de kamers van die commissie bedoeld.
5. Terstond nadat de behandelend kamer is samengesteld, doet de ambtelijk secretaris van die samenstelling, op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement, mededeling aan de partijen.
Artikel 19 - Einde lidmaatschap kamer
1. Het lidmaatschap van de kamer die met de betreffende geschillenbeslechting is belast, en daarmee de aan het commissielid verstrekte opdracht, eindigt slechts:
a. met ingang van het moment dat de opdracht van de Geschillencommissie Hoofdklasse eindigt, een en ander onverminderd het bepaalde in de artikelen 21 en 22 van dit reglement;
b. door ontheffing overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 21 en 22 van dit reglement.
2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 21 en 22 van dit reglement eindigt het lidmaatschap van de Geschillencommissie Hoofdklasse niet, indien een lid van de Geschillencommissie Hoofdklasse ophoudt commissielid te zijn van de behandelend kamer van de Geschillencommissie Hoofdklasse.
Afdeling 3 - Verweren
Artikel 20 - Beroep op onbevoegdheid
1. De verweerder die bij de geschillenbeslechting is verschenen en die een beroep op de onbevoegdheid van de Geschillencommissie Hoofdklasse wenst te doen, hetzij op grond dat het geschil geen geschil is genoemd in artikel 2 lid 1 van dit reglement, hetzij op grond dat de behandelend kamer van de Geschillencommissie Hoofdklasse niet overeenkomstig het in dit reglement bepaalde is samengesteld, dient dit beroep te doen vóór alle weren. Dienovereenkomstig dient het beroep te worden gedaan uiterlijk in het verweerschrift dan wel, bij gebreke van een verweerschrift, voorafgaand aan het eerste mondelinge verweer.
2. Indien het beroep op de onbevoegdheid van de Geschillencommissie Hoofdklasse niet met inachtneming van het bepaalde in lid 1 is gedaan, vervalt het recht om later bij de geschillenbeslechting of bij de rechter alsnog op de onbevoegdheid een beroep te doen.
3. Een beroep op haar onbevoegdheid wordt door de Geschillencommissie Hoofdklasse beoordeeld.
4. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan zich ambtshalve onbevoegd verklaren.
Artikel 21 - Ontheffing
1. De algemeen voorzitter ontheft een commissielid van zijn opdracht:
a. op diens verzoek;
b. indien het commissielid een functie aanvaardt die ingevolge artikel 6 van dit reglement onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Geschillencommissie Hoofdklasse;
c. op gezamenlijk verzoek van de partijen bij de geschillenbeslechting;
d. indien het commissielid naar het oordeel van de algemeen voorzitter rechtens of feitelijk niet meer in staat is zijn opdracht te vervullen, ambtshalve of op verzoek van een der partijen bij de geschillenbeslechting.
2. Een verzoek genoemd in lid 1 onder c of d wordt ingediend bij de ambtelijk secretaris op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement.
3. De ambtelijk secretaris doet van de ontheffing terstond mededeling aan het betreffende commissielid, de Geschillencommissie Hoofdklasse en de partijen op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement.
4. In geval de algemeen voorzitter van zijn opdracht moet worden ontheven, treedt voor de toepassing van het bepaalde in lid 1 de eerste plaatsvervangend algemeen voorzitter in diens plaats. In dat geval benoemt de eerste plaatsvervangend algemeen voorzitter ook het nieuwe commissielid.
Artikel 22 - Wraking commissielid
1. Een partij kan een commissielid wraken, indien gerechtvaardigde twijfel bestaat aan diens onpartijdigheid of onafhankelijkheid. Wraking dient te geschieden binnen vijf werkdagen na ontvangst van de mededeling als bedoeld in lid 2 van dit artikel of, bij gebreke daarvan, binnen vijf werkdagen nadat de reden tot wraking aan de wrakende partij bekend is geworden.
2. Een benoemd commissielid die het vermoeden heeft dat hij zou kunnen worden gewraakt, doet daarvan terstond mededeling aan de algemeen voorzitter, onder vermelding van de vermoedelijke reden voor wraking.
De mededeling wordt schriftelijk ingediend bij de ambtelijk secretaris. Het hiervoor in dit lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een reeds benoemd commissielid die de hiervoor genoemde mededeling niet reeds heeft gedaan. Xxxxxxx een reeds benoemd commissielid de mededeling doet, zendt de ambtelijk secretaris xxxxxxxx een kopie daarvan aan de Geschillencommissie Hoofdklasse en, op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement, aan de partijen.
3. De partij die een commissielid wraakt, doet daarvan op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement mededeling, onder vermelding van de reden voor wraking.
4. Indien het gewraakte commissielid niet binnen vijf werkdagen na de dag waarop de mededeling genoemd in lid 3 is ingediend, de algemeen voorzitter verzoekt om hem van zijn opdracht te ontheffen, kan de wrakende partij zich binnen tien werkdagen na ontvangst van de mededeling genoemd in lid 3 op de voet van het bepaalde in de wet wenden tot de voorzieningenrechter van de rechtbank met het verzoek over de gegrondheid van de wraking te beslissen. De partij
die het verzoek indient bij de voorzieningenrechter, doet daarvan op de wijze als voorzie in artikel 14 van dit reglement mededeling.
5. Trekt het gewraakte commissielid zich terug of wordt diens wraking door de voorzieningenrechter van de rechtbank gegrond geoordeeld, dan wordt hij vervangen volgens de regels van dit reglement. Indien een commissielid zich terugtrekt, houdt dat niet in een aanvaarding van de gegrondheid van de redenen tot wraking.
6. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan het geding schorsen met ingang van de dag waarop zij de mededeling genoemd in lid 3 heeft ontvangen. Na afloop van de schorsing wordt het geding voortgezet in de stand waarin het zich bevindt, tenzij de Geschillencommissie Hoofdklasse anders bepaalt. Eveneens zal de schorsing van het geding worden opgeheven, indien het verzoek tot wraking niet binnen tien werkdagen door de wrakende partij is ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank. Alsdan vervalt het recht tot wraking en wordt het geding hervat in de stand waarin het zich bevindt.
Artikel 23 - Wraking secretaris
Elke partij bij de geschillenbeslechting kan de secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse wraken, indien gerechtvaardigde twijfel bestaat aan diens onpartijdigheid of onafhankelijkheid. Het bepaalde in artikel 22 leden 2 tot en met 6 van dit reglement is van overeenkomstige toepassing. Indien de juridisch secretaris wordt gewraakt, treedt voor de toepassing van het bepaalde in artikel 22 leden 2 tot en met 5 van dit reglement de algemeen voorzitter in diens plaats.
HOOFDSTUK IV - PROCEDURE
Afdeling 1 - Algemene bepalingen
Artikel 24 - Gelijkheid van partijen
De partijen bij de geschillenbeslechting worden op voet van gelijkheid behandeld. De Geschillencommissie Hoofdklasse geeft elke partij de gelegenheid voor haar rechten op te komen, haar stellingen nader toe te lichten en zich uit te laten over de standpunten van de andere partij en over alle stukken en gegevens die in het geding zijn gebracht.
Artikel 25 - Persoonlijke verschijning, vertegenwoordiging en bijstand
1. Een rechtspersoon verschijnt in persoon voor de Geschillencommissie Hoofdklasse door zich te doen vertegenwoordigen door of één of meer personen van wie de statuten van die rechtspersoon bepalen dat aan hen vertegenwoordigingsbevoegdheid toekomt.
2. Indien een partij niet in persoon voor de Geschillencommissie Hoofdklasse verschijnt, kan zij zich doen vertegenwoordigen door een advocaat of een bijzonderlijk daartoe schriftelijk gevolmachtigde.
3. Een partij kan zich in het geding door personen van haar keuze doen bijstaan.
4. Indien een partij zich ter zitting doet vertegenwoordigen of bijstaan, doet zij hiervan via de ambtelijk secretaris zo spoedig mogelijk nadat de dag voor de zitting is vastgesteld mededeling op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement. Indien het verzoekschrift, het verweerschrift of een verdere schriftelijke toelichting door een advocaat of een bijzonderlijk daartoe schriftelijk gevolmachtigde is ondertekend, wordt de mededeling geacht te zijn gedaan.
Artikel 26 - Taal van de procedure
1. De procedure wordt gevoerd in de Nederlandse taal. Het verzoekschrift, het verweerschrift en de verdere schriftelijke toelichtingen dienen in de Nederlandse taal te zijn opgesteld.
2. Ingeval een partij een bescheid overlegt, dat niet in de Nederlandse of Engelse taal is gesteld, dient zij daarvan tevens een vertaling in de Nederlandse taal over te leggen, die is opgesteld door een beëdigde vertaler.
3. Indien de aanwezigheid van een tolk ten behoeve van een partij of een harerzijds opgeroepen getuige ter zitting naar haar oordeel noodzakelijk is, draagt zij voor eigen rekening zorg voor de aanwezigheid van een tolk. De betrokken partij doet in voorkomend geval ten minste drie werkdagen voor de zitting op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement mededeling aan de ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse van de naam en de woonplaats van de tolk alsmede van zijn kwalificaties als zodanig.
Afdeling 2 - Schriftelijke behandeling
Artikel 27 - Verzoekschrift
1. Een geschil wordt aanhangig gemaakt door indiening van een verzoekschrift bij de ambtelijk
secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement.
2. Het geschil is aanhangig met ingang van de dag waarop het verzoekschrift door de ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse wordt ontvangen op de wijze als voorzien in artikel 14 lid 4 van dit reglement.
3. Het verzoekschrift vermeldt:
a. de naam en het e-mailadres van de eiser;
b. de naam en het e-mailadres van de verweerder;
c. een duidelijke omschrijving van het geschil;
d. een duidelijke omschrijving van de vordering;
e. de grond voor de bevoegdheid van een Geschillencommissie Hoofdklasse in de zin van dit reglement om het geschil te beslechten.
4. Bij het verzoekschrift worden overgelegd alle bescheiden die voor de beoordeling van het geschil van belang zijn.
6. Indien ten aanzien van een door de ambtelijk secretaris ontvangen verzoekschrift niet is voldaan aan het bepaalde in de leden 3 of 4, is het geschil desondanks aanhangig. Indien niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 14 lid 1 van dit reglement en/of het bepaalde in lid 3 van dit artikel, stelt de ambtelijk secretaris de eiser in de gelegenheid het begane verzuim binnen een daarvoor door de ambtelijk secretaris gestelde termijn te herstellen. De benoeming van de commissieleden genoemd in artikel 18 lid 2 van dit reglement kan worden opgeschort totdat het verzuim is hersteld, dan wel, indien dit eerder is, totdat de door de ambtelijk secretaris gestelde termijn is verstreken.
Artikel 28 - Verweerschrift
1. De verweerder kan een verweerschrift indienen bij de ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse.
2. Het verweerschrift is met redenen omkleed.
3. Het verweerschrift dient op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement te worden ingediend binnen vijf werkdagen na de dag waarop het exemplaar van het verzoekschrift bedoeld in artikel 27 van dit reglement aan de verweerder is verzonden. De voorzitter kan de termijn op grond van bijzondere omstandigheden een of meerdere malen verlengen met een door hem te bepalen termijn.
Afdeling 3 - Mondelinge behandeling
Artikel 29 - Mondelinge behandeling
1. Ten spoedigste na afloop van de termijn gesteld voor het indienen van het verweerschrift, bepaalt de voorzitter van de Geschillencommissie Hoofdklasse waar en wanneer een zitting zal worden gehouden, waarop de partijen in de gelegenheid zullen worden gesteld hun standpunten mondeling toe te lichten.
2. De ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse doet van de dag, het tijdstip en
de plaats van de zitting uiterlijk vijf werkdagen tevoren schriftelijk mededeling aan de partijen op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement.
3. Met instemming van de partijen kan de Geschillencommissie Hoofdklasse bepalen dat geen zitting als genoemd in lid 1 zal plaatsvinden.
Artikel 30 – Beslotenheid zittingen
1. De zittingen van de Geschillencommissie Hoofdklasse zijn niet openbaar, tenzij de Geschillencommissie Hoofdklasse om gewichtige redenen anders bepaalt.
2. De Geschillencommissie Hoofdklasse beslist wie, behalve de partijen, hun raadslieden en eventuele tolken bij een zitting aanwezig mogen zijn.
Artikel 31 - Verdere zittingen
De Geschillencommissie Hoofdklasse kan bepalen dat na de zitting bedoeld in artikel 29 lid 1 van dit reglement een of meer verdere zittingen zullen worden gehouden. De voorzitter van de Geschillencommissie Hoofdklasse bepaalt waar en wanneer de zittingen zullen worden gehouden. De ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse doet van de dag, het tijdstip en de plaats van de zitting uiterlijk vijf werkdagen tevoren mededeling aan de partijen op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement.
Artikel 32 - Persoonlijke verschijning van partijen
1. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan in elke stand van het geding de partijen bevelen persoonlijk ter zitting te verschijnen voor het geven van inlichtingen of teneinde een vergelijk te beproeven. De laatste twee volzinnen van artikel 31 van dit reglement zijn van overeenkomstige toepassing.
2. Indien een partij desbevolen niet ter zitting verschijnt dan wel, verschenen zijnde, weigert de verlangde inlichtingen te verstrekken, kan de Geschillencommissie Hoofdklasse daaruit de gevolgtrekkingen maken, die zij juist acht.
Afdeling 4 - Nadere toelichting van de vordering of het verweer
Artikel 33 - Nadere toelichting van de vordering of het verweer
1. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan de eiser in elke stand van het geding bevelen zijn vordering binnen een daarvoor door de Geschillencommissie Hoofdklasse gestelde termijn nader toe te lichten overeenkomstig een daartoe door de Geschillencommissie Hoofdklasse gegeven bevel.
De Geschillencommissie Hoofdklasse kan voorts de verweerder in elke stand van het geding bevelen zijn verweer binnen een daarvoor door de Geschillencommissie Hoofdklasse gestelde termijn nader toe te lichten overeenkomstig een daartoe door de Geschillencommissie Hoofdklasse gegeven bevel.
2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 56 en 57 van dit reglement kan de Geschillencommissie Hoofdklasse, indien de eiser respectievelijk de verweerder desbevolen zijn
vordering respectievelijk zijn verweer niet binnen de daarvoor door de Geschillencommissie Hoofdklasse gestelde termijn nader toelicht overeenkomstig het door de Geschillencommissie Hoofdklasse daartoe gegeven bevel, daaruit de gevolgtrekkingen maken, die zij juist acht.
HOOFDSTUK V - INTREKKING, VERMINDERING, WIJZIGING OF VERMEERDERING VAN DE VORDERING, TEGENVORDERING, VOEGING EN TUSSENKOMST EN VRIJWARING
Artikel 34 - Intrekking van de vordering
1. Zolang geen verweerschrift is ingediend en geen zitting heeft plaatsgevonden kan de eiser zijn vordering intrekken. De intrekking door mededeling hiervan door eiser op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 65 lid 4 van dit reglement kan de eiser na het tijdstip genoemd in lid 1 zijn vordering nog slechts intrekken, indien de verweerder daarin toestemt, hetzij mondeling ter zitting door mededeling hiervan op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement. Ten aanzien van de toestemming van de verweerder is het in de vorige volzin bepaalde van overeenkomstige toepassing.
3. De ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse zendt terstond een schriftelijke bevestiging van de intrekking aan de partijen op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement.
4. Door de intrekking eindigt de aan de Geschillencommissie Hoofdklasse verstrekte opdracht.
Artikel 35 - Vermindering, wijziging of vermeerdering van de vordering
1. De eiser kan zijn vordering verminderen, wijzigen of vermeerderen.
2. De vermindering, wijziging of vermeerdering geschiedt uiterlijk bij aanvang van de laatste zitting dan wel, ingeval geen zitting heeft plaatsgevonden of de partijen na de laatste zitting nog in de gelegenheid zijn gesteld om verdere schriftelijke toelichtingen in de dienen, uiterlijk in de laatste verdere schriftelijke toelichting die door de eiser wordt ingediend.
3. Indien de vermindering, wijziging of vermeerdering niet mondeling ter zitting geschiedt, geschiedt zij schriftelijk en wordt zij ingediend op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement.
4. De andere partij kan zich tegen een wijziging of vermeerdering van de vordering verzetten, indien zij daardoor in haar verdediging onredelijk wordt vertraagd. Indien het verzet niet mondeling ter zitting geschiedt, geschiedt het schriftelijk en wordt het ingediend op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement. De Geschillencommissie Hoofdklasse beslist ten spoedigste over de gegrondheid van het verzet.
Artikel 36 - Tegenvordering
1. De verweerder kan in zijn verweerschrift tegen de eiser een tegenvordering aanhangig maken.
2. Indien de verweerder een tegenvordering aanhangig maakt, is op het verweerschrift het bepaalde in artikel 27 lid 3 van dit reglement van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de e-mailadressen van de eiser en de verweerder niet behoeven te worden
vermeld.
3. Indien de verweerder een tegenvordering aanhangig maakt is hij in zoverre eiser (in reconventie) en de eiser (in conventie) in zoverre verweerder (in reconventie). Dienovereenkomstig is te hunnen aanzien in zoverre het in dit reglement ten aanzien van de eiser respectievelijk de verweerder bepaalde van toepassing.
Artikel 37 - Voeging en tussenkomst
1. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan, op verzoek van een derde die enig belang heeft bij de geschillenbeslechting en na de partijen bij de geschillenbeslechting in de gelegenheid te hebben gesteld op dat verzoek te worden gehoord, die derde toestaan zich in het geding te voegen of daarin tussen te komen.
2. Een verzoek genoemd in lid 1 wordt ingediend op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement. De secretaris xxxxx xxxxxxxx een exemplaar van het verzoek aan de partijen bij de geschillenbeslechting.
3. Indien de derde geen lid van de KNHB is kan de Geschillencommissie Hoofdklasse dit verzoek niet inwilligen.
4. De ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse doet van de beslissing op het verzoek terstond op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement mededeling aan de partijen en de derde.
5. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan het geding schorsen totdat op het verzoek is beslist. Indien het verzoek wordt afgewezen, wordt het geding na afloop van de schorsing voortgezet in de stand waarin het zich bevindt. Indien het verzoek wordt ingewilligd, bepaalt de Geschillencommissie Hoofdklasse op welke wijze het geding wordt voortgezet.
Artikel 38 - Vrijwaring
1. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan, na de andere partij in de gelegenheid te hebben gesteld op dat verzoek te worden gehoord, de partij die dat verzoekt toestaan een derde in vrijwaring op te roepen.
2. Het verzoek wordt ingediend bij de ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement. Ten aanzien van het verzoek is het bepaalde in artikel 37 lid 2, laatste volzin, en leden 3 tot en met 5 van dit reglement van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in lid 2 van genoemd artikel voor ‘‘partijen’’ wordt gelezen ‘‘de andere partij’’ en dat de mededeling genoemd in lid 4 van genoemd artikel niet aan de derde behoeft te worden gedaan.
HOOFDSTUK VI- VOORLOPIGE VOORZIENINGEN
Artikel 39 - Voorlopige voorzieningen
1. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan in elke stand van het geding, op verzoek van een der partijen en na de andere partij in de gelegenheid te hebben gesteld op dat verzoek te worden gehoord, al dan niet bij vonnis die voorlopige beslissingen nemen of maatregelen treffen, die zij nodig of nuttig acht.
2. Een verzoek genoemd in lid 1 wordt ingediend op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement . De ambtelijk secretarisstelt de andere partij in de gelegenheid binnen een door de voorzitter van de Geschillencommissie Hoofdklasse bepaalde termijn haar standpunt kenbaar te maken.
3. Een voorlopige beslissing of maatregel verliest haar kracht uiterlijk op het moment dat de Geschillencommissie Hoofdklasse haar laatste eindvonnis wijst, dan wel, indien dit eerder is, uiterlijk op het moment dat de opdracht van de Geschillencommissie Hoofdklasse eindigt.
4. Een voorlopige beslissing of maatregel genoemd in lid 1 bindt de Geschillencommissie Hoofdklasse niet ten aanzien van haar eindbeslissing omtrent het geschil.
HOOFDSTUK VII - SPOEDGEDING
Artikel 40 - Spoedgeding
1. In spoedeisende gevallen kan de algemeen voorzitter, op verzoek van de eiser, bepalen dat een geschil in een spoedgeding zal worden beslecht.
2. Een verzoek genoemd in lid 1 wordt hetzij vermeld in het verzoekschrift hetzij afzonderlijk schriftelijk ingediend bij de ambtelijk secretaris. Indien het verzoek afzonderlijk wordt ingediend, geschiedt de indiening gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift en zendt de ambtelijk secretaris gelijktijdig met de verzending van het exemplaar van het verzoekschrift genoemd in artikel 27 van dit reglement een exemplaar van het verzoek aan de verweerder.
3. De algemeen voorzitter beslist onverwijld op het verzoek.
4. De ambtelijk secretaris doet van de beslissing op het verzoek terstond mededeling aan de Geschillencommissie Hoofdklasse en de partijen op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement.
Artikel 41 - Procedure in spoedgeding
1. Indien een verzoek genoemd in artikel 40 lid 1 van dit reglement wordt ingewilligd, bepaalt de voorzitter van de Geschillencommissie Hoofdklasse onverwijld waar en wanneer een zitting zal worden gehouden, waarop de partijen in de gelegenheid zullen worden gesteld hun standpunten mondeling toe te lichten.
2. De ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse doet van de dag, het tijdstip en de plaats van de zitting uiterlijk drie werkdagen tevoren mededeling aan de partijen op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement.
3. De verweerder kan uiterlijk twee werkdagen voor de dag van de zitting genoemd in lid 2 bij de ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse een verweerschrift indienen. De voorzitter van de Geschillencommissie Hoofdklasse is bevoegd genoemd tijdstip op grond van de omstandigheden op een eerder dan wel een later moment te bepalen. Het bepaalde in artikel 28 leden 2 en 3 van dit reglement is van toepassing. Indien de verweerder niet vóór het hiervoor in dit lid genoemde tijdstip een met redenen omkleed verweerschrift indient, behoudt hij desondanks het recht om ter zitting verweer te voeren en is artikel 56 van dit reglement niet van toepassing.
4. In afwijking van het bepaalde in artikel 22 lid 1 van dit reglement dient, indien een partij een commissielid wenst te wraken, zij dit te doen uiterlijk bij de aanvang van de zitting genoemd in lid 1.
Artikel 42 - Procedure bij afwijzing
Indien een verzoek genoemd in artikel 40 lid 1 van dit reglement wordt afgewezen, wordt het geding op de gewone wijze gevoerd. In dat geval vangt de termijn voor het indienen van het verweerschrift genoemd in artikel 28 lid 3 van dit reglement aan met ingang van de dag waarop de mededeling genoemd in artikel 40 lid 4 van dit reglement aan de verweerder is verzonden.
HOOFDSTUK VIII- BEWIJS
Afdeling 1 - Enige bepalingen betreffende schriftelijk bewijs
Artikel 43 - Overleggen bescheiden
1. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan een partij in elke stand van het geding bevelen bepaalde bescheiden over te leggen.
2. Indien een partij desbevolen weigert bepaalde bescheiden over te leggen, kan de Geschillencommissie Hoofdklasse daaruit de gevolgtrekkingen maken, die zij juist acht.
3. Indien een partij bepaalde bescheiden overlegt, stelt de Geschillencommissie Hoofdklasse de wederpartij in de gelegenheid haar standpunt ten aanzien van die bescheiden uiteen te zetten. De voorzitter van de Geschillencommissie Hoofdklasse bepaalt of dat mondeling ter zitting zal kunnen geschieden of dat de wederpartij daartoe een verdere toelichting op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement zal kunnen indienen.
Artikel 44 - Inlichtingen van de KNHB
1. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan de KNHB en/of haar organen in elke stand van het geding schriftelijk verzoeken om haar alle inlichtingen te verstrekken die zij naar haar oordeel voor de beoordeling van het geschil behoeft. De ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse zendt terstond een kopie van het verzoek aan de partijen.
2. De inlichtingen worden schriftelijk verstrekt. De ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse zendt terstond een kopie van de inlichtingen aan de partijen.
3. De Geschillencommissie Hoofdklasse stelt de partijen in de gelegenheid hun standpunt ten aanzien van de inlichtingen uiteen te zetten. De voorzitter van de Geschillencommissie Hoofdklasse bepaalt of dat mondeling ter zitting zal kunnen geschieden of dat de partijen daartoe een nadere schriftelijke toelichting zullen kunnen indienen.
Afdeling 2 - Getuigen
Artikel 45 - Getuigen
1. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan in elke stand van het geding aan de partij die dit verzoekt toestaan getuigen te doen horen. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan voorts ambtshalve bevelen dat bepaalde getuigen zullen worden gehoord.
2. Xxxxxxx een partij getuigen doet horen, kan de wederpartij harerzijds over dezelfde onderwerpen getuigen doen horen.
3. Tenzij de Geschillencommissie Hoofdklasse anders bepaalt, kan een partij ten hoogste vier getuigen doen horen.
Artikel 46 - Getuigenverhoor
1. Wanneer een getuigenverhoor plaatsvindt, bepaalt de voorzitter van de Geschillencommissie
Hoofdklasse de plaats waar, de dag en het tijdstip waarop de getuigen zullen worden gehoord. De ambtelijk secretaris van de
Geschillencommissie Hoofdklasse doet van de dag, het tijdstip en de plaats van de zitting uiterlijk vijf werkdagen tevoren mededeling aan de partijen op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement.
2. Indien een partij getuigen doet horen, doet zij uiterlijk drie dagen vóór de dag van het getuigenverhoor op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement mededeling van de naam, de woonplaats en de eventuele functies van elk der getuigen alsmede van de onderwerpen waarover elke getuige kan verklaren.
3. Indien ten aanzien van een bepaalde getuige niet is voldaan aan het bepaalde in lid 2 kan de Geschillencommissie Hoofdklasse desondanks toestaan dat de getuige wordt gehoord.
4. Elke partij draagt zelf zorg voor de oproeping van de getuigen die zij wenst te doen horen. De Geschillencommissie Hoofdklasse bepaalt op welke wijze de getuigen worden opgeroepen van wie zij ambtshalve heeft bevolen dat zij zullen worden gehoord.
Artikel 47 - Wijze van getuigenverhoor
1. De getuigen worden door de Geschillencommissie Hoofdklasse ondervraagd.
2. Nadat de Geschillencommissie Hoofdklasse een getuige heeft ondervraagd kunnen vervolgens de partijen de getuige vragen stellen.
3. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan beletten dat een vraag van een partij wordt beantwoord, indien deze naar het oordeel van de Geschillencommissie Hoofdklasse niet ter zake doet.
Afdeling 3 - Deskundigen
Artikel 48 - Deskundigen aangezocht door partijen
Indien een partij het advies van een of meer deskundigen heeft overgelegd, kan de Geschillencommissie Hoofdklasse de partij die dit verzoekt toestaan om deze deskundigen te doen horen. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan ook ambtshalve bevelen dat de deskundigen zullen worden gehoord.
Artikel 49 - Deskundigen benoemd door de Geschillencommissie Hoofdklasse
1. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan een of meer deskundigen benoemen tot het uitbrengen van een advies. De ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse zendt terstond een kopie van de benoeming en van de aan de deskundigen gegeven opdracht aan de partijen op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement.
2. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan elke partij bevelen aan de deskundigen de bescheiden over te leggen, de inlichtingen te geven en overigens alle medewerking te verlenen, die dezen voor het uitbrengen van hun advies behoeven.
3. Indien een partij weigert aan een bevel als bedoeld in lid 1 gevolg te geven, kan de Geschillencommissie Hoofdklasse daaruit de gevolgtrekkingen maken, die zij juist acht.
4. Indien de deskundigen advies uitbrengen, zendt de ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse terstond een kopie daarvan aan de partijen op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement.
5. De Geschillencommissie Hoofdklasse stelt de partijen in de gelegenheid hun standpunten ten aanzien van het advies uiteen te zetten. De voorzitter van de Geschillencommissie Hoofdklasse bepaalt of dat mondeling ter zitting zal kunnen geschieden of dat de partijen daartoe een verdere schriftelijke toelichting zullen kunnen indienen.
6. Indien een partij dit binnen drie werkdagen na de dag waarop de kopie van het advies genoemd in lid 1 aan die partij is verzonden, verzoekt, worden de deskundigen ter zitting gehoord. Het verzoek wordt ingediend bij de ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan ook ambtshalve bevelen dat de deskundigen zullen worden gehoord.
Afdeling 4 - Bewijs in het algemeen
Artikel 50 - Bewijs in het algemeen
De verdeling van de bewijslast, de toelaatbaarheid van bewijsmiddelen en de waardering van het bewijsmateriaal staan ter vrije beoordeling van de Geschillencommissie Hoofdklasse.
HOOFDSTUK IX - VONNIS
Afdeling 1 - Algemene bepalingen
Artikel 51 - Beslissen als goede mannen naar billijkheid
Met inachtneming van het bepaalde in de wet, beslissen de leden van de Geschillencommissie Hoofdklasse als goede mannen naar billijkheid en bij meerderheid van stemmen.
Artikel 52 - Dwangsom
De Geschillencommissie Hoofdklasse kan een dwangsom opleggen in de gevallen waarin de rechter dat kan doen. Ten aanzien van de dwangsom is het bepaalde in de wet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 53 - Eindvonnis en tussenvonnis
De Geschillencommissie Hoofdklasse kan een geheel of gedeeltelijk eindvonnis of een tussenvonnis wijzen.
Artikel 54 - Verbindende kracht van xxxxxx
1. Een vonnis is verbindend voor de partijen met ingang van het moment dat het wordt gewezen.
2. Hoger beroep van een vonnis is niet mogelijk.
Afdeling 2 - Tijdstip vonnis
Artikel 55 - Tijdstip vonnis
De Geschillencommissie Hoofdklasse is vrij te bepalen, wanneer vonnis zal worden gewezen.
Artikel 56 - Beëindiging geding bij niet toelichten vordering
1. Indien een duidelijke omschrijving van het geschil en/of een duidelijke omschrijving van de vordering genoemd in artikel 27 lid 3 onder c en d van dit reglement, in het verzoekschrift geheel of gedeeltelijk ontbreekt, en voorts de eiser, zonder daarvoor gegronde redenen aan te voeren, niet binnen een daarvoor door de Geschillencommissie Hoofdklasse gestelde termijn een duidelijk omschreven vordering indient en zijn vordering naar behoren toelicht, kan de Geschillencommissie Hoofdklasse bij vonnis een einde maken aan het geding.
2. Indien het verzoekschrift wel een duidelijke omschrijving van het geschil en een duidelijke omschrijving van de vordering vermeldt, maar de eiser, zonder daarvoor gegronde redenen aan te voeren, niet binnen de daarvoor door de Geschillencommissie Hoofdklasse gestelde termijn zijn vordering nader toelicht overeenkomstig een daartoe door de Geschillencommissie Hoofdklasse gegeven bevel, is het bepaalde in lid 1 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 57 - Vonnis bij niet voeren verweer
1. Indien de verweerder, zonder daarvoor gegronde redenen aan te voeren, niet binnen de daarvoor gestelde termijn een met redenen omkleed verweerschrift indient, kan de Geschillencommissie Hoofdklasse aanstonds vonnis wijzen. Het hiervoor in dit lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing, indien de verweerder wel tijdig een met redenen omkleed verweerschrift heeft ingediend, maar zonder daarvoor gegronde redenen aan te voeren, niet binnen een daarvoor door de Geschillencommissie Hoofdklasse gestelde termijn zijn verweer nader toelicht overeenkomstig een daartoe door de Geschillencommissie Hoofdklasse gegeven bevel.
2. Bij het vonnis genoemd in lid 1 wordt de vordering toegewezen, tenzij deze aan de Geschillencommissie Hoofdklasse onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
3. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan, alvorens vonnis te wijzen, van de eiser het bewijs van een of meer van zijn stellingen verlangen.
Afdeling 3 - Vorm en inhoud
Artikel 58 - Vorm en inhoud; schikkingsvonnis, mondeling vonnis
1. De Geschillencommissie Hoofdklasse wijst schriftelijk vonnis.
2. Het vonnis wordt opgemaakt in vier exemplaren. Indien er meer dan twee partijen zijn, wordt het vonnis opgemaakt in zoveel exemplaren als er partijen zijn, vermeerderd met twee.
3. Het vonnis vermeldt:
a. de naam van de commissieleden;
b. de namen van de partijen;
c. de grond voor de bevoegdheid van de Geschillencommissie Hoofdklasse om het geschil te beslechten;
d. de gronden voor de beslissing;
e. de beslissing;
f. de vaststelling van en de veroordeling tot betaling van de kosten genoemd in artikel 66 van dit reglement;
g. de plaats van de uitspraak;
h. de datum van de uitspraak.
4. In afwijking van lid 3 onder e van dit artikel bevat het vonnis geen gronden voor de gegeven beslissing indien het vonnis betreft de vastlegging van een vergelijk (schikkingsvonnis).
5. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan in het geval dat een zodanig spoedeisend belang bestaat bij een uitspraak dat een (volledige) schriftelijke uitwerking hiervan niet kan worden afgewacht tijdens of na de mondelinge behandeling ter zitting mondeling uitspraak doen. De mondelinge uitspraak bestaat, in afwijking van lid 3 van dit artikel, uit de beslissing en de (belangrijkste) gronden hiervoor. Van de mondelinge uitspraak wordt door de Geschillencommissie Hoofdklasse een schriftelijke uitwerking gemaakt overeenkomstig lid 3 van dit artikel, waarin tevens de beslissingsmaatstaf staat vermeld. De schriftelijke uitwerking
vermeldt als uitspraakdatum van het vonnis de dag waarop de uitspraak mondeling is gedaan en de uitdrukkelijke aantekening dat het de schriftelijke uitwerking betreft van de reeds mondeling gedane uitspraak, onder vermelding van de datum waarop deze schriftelijke uitwerking is vastgesteld. Zij wordt ondertekend door de commissieleden en binnen twee weken na de mondelinge behandeling in afschrift aan partijen ter beschikking gesteld op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement.
Artikel 59 - Ondertekening
1. Het vonnis wordt door de commissieleden ondertekend.
2. Indien een van de commissieleden weigert het vonnis te ondertekenen wordt daarvan door de andere commissieleden onder het door hen ondertekende xxxxxx xxxxxxx gemaakt. Deze vermelding wordt door hen afzonderlijk ondertekend.
3. Indien een van de commissieleden niet in staat is het vonnis te ondertekenen en niet verwacht kan worden dat het beletsel daartoe binnen korte tijd zal zijn opgeheven, is het
bepaalde in lid 2 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 60 - Toezenden en bewaartermijn vonnis
1. Terstond nadat de ambtelijk secretaris de ondertekende exemplaren van het vonnis heeft ontvangen, zendt hij een exemplaar aan de partijen op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement.
2. Een exemplaar van het vonnis blijft gedurende ten minste twee jaren bij het secretariaat van de Geschillencommissie Hoofdklasse bewaard.
Afdeling 4 - Herstel en verbetering en aanvulling
Artikel 61 - Herstel en verbetering
1. Een partij kan de Geschillencommissie Hoofdklasse verzoeken om een kennelijke reken- of schrijffout in het vonnis te herstellen of, indien in het vonnis de gegevens genoemd in artikel 57 lid 3 onder a, b, g en h van dit reglement onjuist zijn vermeld of geheel of gedeeltelijk ontbreken, om die gegevens te verbeteren.
2. Een verzoek genoemd in lid 1 wordt binnen tien werkdagen na de dag waarop het vonnis is gewezen, ingediend bij de ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement.
3. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan binnen tien werkdagen na de dag waarop het vonnis is gewezen ook ambtshalve overgaan tot herstel of verbetering genoemd in lid 1.
4. Indien de Geschillencommissie Hoofdklasse tot herstel of verbetering overgaat, wordt deze in een afzonderlijk stuk vermeld. Dit stuk wordt geacht deel uit te maken van het vonnis. Het stuk wordt opgemaakt in vier exemplaren dan wel, indien er meer dan twee partijen zijn, in zoveel exemplaren als er partijen zijn, vermeerderd met twee.
Het stuk vermeldt:
a. de gegevens genoemd in artikel 58 lid 3 onder a en b van dit reglement;
b. een verwijzing naar het vonnis waarop het herstel of de verbetering betrekking heeft;
c. het herstel of de verbetering; en
d. de datum van het herstel of de verbetering. Het stuk wordt door de commissieleden ondertekend. Ten aanzien van de ondertekening is het bepaalde in artikel 59 leden 2 en 3 van dit reglement van overeenkomstige toepassing. Ten aanzien van het stuk is voorts het bepaalde in artikel 60 van dit reglement van overeenkomstige toepassing.
5. Indien de Geschillencommissie Hoofdklasse een verzoek genoemde in lid 1 afwijst, doet de ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse daarvan terstond mededeling aan de partijen op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement.
Artikel 62 - Aanvullend vonnis
1. Indien de Geschillencommissie Hoofdklasse heeft nagelaten te beslissen omtrent een of meer zaken die aan haar oordeel waren onderworpen, kan zij, op verzoek van een partij en na de andere partij in de gelegenheid te hebben gesteld op dat verzoek te worden gehoord, een aanvullend vonnis wijzen, zonder dat hiertoe een zitting als bedoeld in artikel 29 van dit reglement plaatsvindt, tenzij de Geschillencommissie Hoofdklasse anders oordeelt.
2. Een verzoek genoemd in lid 1 wordt binnen tien werkdagen na de dag waarop het vonnis ter griffie is neergelegd, ingediend op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement.
3. Op een aanvullend vonnis is het in dit reglement ten aanzien van vonnissen bepaalde van toepassing.
4. Indien de Geschillencommissie Hoofdklasse een verzoek genoemd in lid 1 afwijst, doet de ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse daarvan terstond mededeling aan de partijen op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement.
Afdeling 5 - Publicatie vonnis
Artikel 63 - Publicatie vonnis
1. Behalve in het geval hierna in lid 2 bedoeld, wordt een vonnis van de Geschillencommissie Hoofdklasse niet gepubliceerd.
2. Indien zulks met het oog op de bescherming van de goede naam van de hockeysport gewenst is, kan het bondsbestuur besluiten (de beslissing uit) het vonnis te publiceren.
HOOFDSTUK X - KOSTEN
Artikel 64 - Kosten van de geschillenbeslechting
1. De kosten van de geschillenbeslechting zijn:
a. de kosten voor de KNHB aan de geschillenbeslechting verbonden;
b. de kosten voor de getuigen en de deskundigen, genoemd in de artikelen 48 en 49 lid 1 van dit reglement verbonden aan hun verhoor ter zitting;
c. de kosten van het uitbrengen van een advies door deskundigen genoemd in artikel 49 lid 1 van dit reglement;
d. andere kosten die de geschillenbeslechting naar het oordeel van de Geschillencommissie Hoofdklasse noodzakelijk heeft meegebracht.
2. De kosten, genoemd in lid 1 onder a, bedragen niet meer dan een door het bondsbestuur bij algemeen geldend besluit te bepalen bedrag. Voor zover de werkelijke kosten, die voor de KNHB aan de geschillenbeslechting verbonden zijn geweest, dit bedrag overschrijden, worden zij gedragen door de KNHB.*
3. Of en in hoeverre de kosten van rechtskundige bijstand van de partijen dienen te worden begrepen onder de andere kosten genoemd in lid onder d staat ter vrije beoordeling van de Geschillencommissie Hoofdklasse.
Artikel 65 - Waarborgsom
1. De ambtelijk secretaris kan in elke stand van het geding bepalen dat de eiser binnen een door hem te bepalen termijn van ten minste é1én week aan de KNHB een waarborgsom dient te betalen, waaruit, voor zover mogelijk, de kosten van de geschillenbeslechting zullen worden betaald. De ambtelijk secretaris bepaalt het bedrag van de waarborgsom: hij kan dit bedrag in elke stand van het geding verhogen.
2. Indien de ambtelijk secretaris bepaalt dat de eiser een waarborgsom dient te betalen, doet hij daarvan terstond op de wijze als voorzien in artikel 15 van dit reglement mededeling aan de eiser en, zo deze reeds is benoemd, aan de Geschillencommissie Hoofdklasse, onder gelijktijdige mededeling van het bedrag van de waarborgsom en van de termijn waarbinnen de waarborgsom dient te worden betaald. Het hiervoor in dit lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing, indien de ambtelijk secretaris het bedrag van de waarborgsom verhoogt.
3. De benoeming van de commissieleden genoemd in artikel 18 lid 2 van dit reglement kan worden opgeschort totdat de waarborgsom is betaald.
4. Indien de eiser niet binnen de daarvoor gestelde termijn de waarborgsom of de verhoging daarvan betaalt, maant de ambtelijk secretaris hem aan om binnen een termijn van vijf werkdagen alsnog te betalen. Indien de eiser de waarborgsom vervolgens niet binnen vijf werkdagen alsnog betaalt, wordt hij geacht zijn vordering te hebben ingetrokken. De ambtelijk
*Het bondsbestuur heeft in haar vergadering van 19 mei 2021 besloten het maximale bedrag aan KNHB-kosten bij geschillenbeslechting te stellen op 5.000,00.
secretaris doet van de intrekking terstond aan de partijen zoals voorzien in artikel 15 van dit reglement en, zo deze reeds is benoemd, aan de Geschillencommissie Hoofdklasse.
5. Indien de eiser wordt geacht zijn vordering te hebben ingetrokken, stelt de Geschillencommissie Hoofdklasse, indien de andere partij dat verzoekt, het bedrag van de kosten van de geschillenbeslechting vast, die de eiser naar het oordeel van de Geschillencommissie Hoofdklasse aan de andere partij dient te vergoeden. Een verzoek als hiervoor in dit lid genoemd wordt ingediend op de wijze als voorzien in artikel 14 van dit reglement bij de ambtelijk secretaris van de Geschillencommissie Hoofdklasse. De vaststelling door de Geschillencommissie Hoofdklasse heeft de vorm van een bindend advies. De eiser is
verplicht het door de Geschillencommissie Hoofdklasse vastgestelde bedrag aan de andere partij te betalen.
6. Indien uit de waarborgsom de kosten van de geschillenbeslechting niet volledig kunnen worden betaald, bepaalt de ambtelijk secretaris welke van die kosten daaruit, al dan niet gedeeltelijk, zullen worden betaald. De KNHB is niet aansprakelijk voor de kosten of gedeelten daarvan die niet uit de waarborgsom kunnen worden betaald.
Artikel 66 - Betaling kosten getuigen, deskundigen en tolken
1. Indien een partij getuigen of deskundigen genoemd in artikel 48 van dit reglement doet horen, is zij verplicht de voor deze getuigen en deskundigen aan hun verhoor ter zitting verbonden kosten genoemd in artikel 64 lid 1 onder b van dit reglement, aan hen te betalen onverminderd haar recht op vergoeding van deze kosten, indien de andere partij wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de geschillenbeslechting.
2. Indien de Geschillencommissie Hoofdklasse ambtshalve bepaalt dat bepaalde getuigen of deskundigen zullen worden gehoord, kan zij bepalen dat de kosten voor deze getuigen en deskundigen verbonden aan hun verhoor ter zitting genoemd in artikel 64 lid 1 onder b van dit reglement, door een der partijen aan hen dienen te worden betaald, onverminderd het recht van deze partij op vergoeding van die kosten, indien de andere partij wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de geschillenbeslechting. Het hiervoor in dit lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de kosten van het uitbrengen van een advies door deskundigen, genoemd in artikel 64 lid 1 onder c van dit reglement.
3. Ten aanzien van de kosten voor het optreden van tolken genoemd in artikel 26 van dit reglement is de regeling met betrekking tot de kosten van getuigen en deskundigen in de beide vorige leden overeenkomstig van toepassing.
Artikel 67 - Kostenveroordeling
1. De Geschillencommissie Hoofdklasse stelt met inachtneming van artikel 64 van dit reglement de kosten van de geschillenbeslechting vast en maakt daarbij onderscheid tussen de kosten voor de KNHB aan de geschillenbeslechting verbonden en de overige kosten, zogenoemd in lid 1 onder b, c en d van genoemd artikel.
2. De Geschillencommissie Hoofdklasse veroordeelt de partij die in het ongelijk is gesteld tot betaling van de kosten van de geschillenbeslechting. Indien elk der partijen gedeeltelijk in het
ongelijk is gesteld, kan de Geschillencommissie Hoofdklasse elk der partijen veroordelen tot betaling van een door de Geschillencommissie Hoofdklasse te bepalen gedeelte van de kosten. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan ook op grond van bijzondere omstandigheden elk der partijen veroordelen tot betaling van een gedeelte van de kosten.
3. Indien de partij die wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de geschillenbeslechting een waarborgsom genoemd in artikel 65 lid 1 van dit reglement heeft betaald, wordt zij slechts veroordeeld tot betaling van die kosten die niet uit de waarborgsom worden betaald. Xxxxxxx uit een waarborgsom kosten worden betaald, tot betaling waarvan de andere partij is veroordeeld, wordt deze partij veroordeeld om aan de partij die de waarborgsom heeft betaald, deze kosten te vergoeden.
4. Het bepaalde in dit artikel is van toepassing ongeacht of de partij, die in het gelijk is gesteld, heeft gevorderd dat de wederpartij in de kosten zal worden veroordeeld.
HOOFDSTUK XI - SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 68 - Geheimhouding
De leden van de Geschillencommissie Hoofdklasse, de juridisch secretaris en de ambtelijk secretaris zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen uit hoofde van hun functie omtrent enig geschil dat aan geschillenbeslechting op de voet van dit reglement is onderworpen, ter kennis is gekomen.
Artikel 69 - Aansprakelijkheid
De KNHB, de leden van het bondsbestuur, de stemgerechtigde leden van de algemene vergadering, de directeur van de KNHB, de leden van de Geschillencommissie Hoofdklasse, de juridisch secretaris en de ambtelijk secretaris zijn niet aansprakelijk op grond van enig handelen of nalaten met betrekking tot een geschillenbeslechting op de voet van dit reglement.
Artikel 70 - Onvoorziene gevallen
In alle gevallen die een aanhangig geschil betreffen, die niet een aangelegenheid betreffen die tot de taken of bevoegdheden van de algemeen voorzitter behoort en waarin dit reglement niet voorziet, treft de voorzitter van de betrokken kamer van de Geschillencommissie Hoofdklasse een voorziening. In alle andere gevallen waarin dit reglement niet voorziet, treft de algemeen voorzitter een voorziening.
Artikel 71 - Wijzigen en inwerkingtreding reglement
1. Dit reglement kan worden gewijzigd door de algemene vergadering bij gewone meerderheid van stemmen.
2. Het besluit tot wijziging treedt in werking de dag na de algemene vergadering waarin het besluit is genomen, tenzij de algemene vergadering een later tijdstip vaststelt.
3. Dit reglement is niet van toepassing op geschillen die voor het moment dat dit reglement in werking treedt, aanhangig zijn gemaakt.