BESTUURSOVEREENKOMST SCHOON EN GEZOND WATER DELFLAND 2015-2021
BESTUURSOVEREENKOMST SCHOON EN GEZOND WATER DELFLAND 2015-2021
Aanpak waterkwaliteit op een hoger plan
BESTUURSOVEREENKOMST SCHOON EN GEZOND WATER
DELFLAND 2015-2021
Schoon en gezond oppervlaktewater is een essentiële randvoorwaarde voor planten en dieren en levert een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving voor de mens om te werken, te wonen en te recreëren. Hoogheemraadschap van Delfland, de provincie Zuid-Holland, gemeenten en andere waterpartners zetten zich hier voor in. De waterkwaliteit is de afgelopen decennia flink verbeterd, maar nog niet voldoende. Een stevige gezamenlijke inzet van alle waterpartners blijft nodig.
Het Hoogheemraadschap van Delfland en de gemeenten in het beheergebied van Delfland sluiten deze “Bestuursovereenkomst Schoon en gezond water Delfland 2015-2021” om de gemeenschappelijke ambitie voor schoon en gezond water te benadrukken. De afspraken over samenwerking in deze overeenkomst geven een impuls aan de gezamenlijke aanpak voor het verder verbeteren van de waterkwaliteit. Hiermee wordt onderstreept dat het realiseren van schoon en gezond water een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is en niet door partijen alléén kan worden bereikt.
De waterkwaliteit verbeteren doen we in de eerste plaats voor de inwoners van ons gebied (burgers en bedrijven). Maar een deel van de te nemen maatregelen is een verplichting die voortvloeit uit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Hierin is vastgelegd dat dat waterschappen, provincies en gemeenten actief maatregelen moeten nemen om de waterkwaliteit te verbeteren. Het halen van de waterkwaliteitsdoelen die in het kader van de Kaderrichtlijn Water zijn bepaald, is een resultaatverplichting geworden. Hierover moet verantwoording worden afgelegd aan de Europese Commissie. Het is daarom van belang dat alle waterpartners samenwerken om deze waterkwaliteitsdoelen te halen. Wij zoeken daarom ook buiten deze bestuursovereenkomst naar samenwerking met andere (gebieds)partners zoals terreinbeheerders en bedrijven.
De afgelopen twee jaar is gewerkt aan het opstellen van een maatregelenprogramma voor de periode 2016-2021. Ervaringen met het lopende maatregelenprogramma waren hiervoor de basis. Ook de waterkwaliteitsdoelen en de begrenzingen van de waterlichamen zijn geactualiseerd naar aanleiding van de huidige kennis van het watersysteem. De Kaderrichtlijn Water schrijft voor dat uiterlijk in 2027 de doelen ten aanzien van waterkwaliteit worden gehaald.
De periode tot 2027 is opgedeeld in drie tijdvakken: 2010-2015, 2016-2021, 2022- 2027. Deze bestuursovereenkomst betreft het tweede tijdvak. Wij willen dat met het uitvoeren van het nieuwe maatregelenprogramma in 2021 een flinke stap is gemaakt richting de doelen van 2027, waardoor de opgave voor de derde periode 2022-2027 beperkt is en de natuur de tijd heeft om zich te ontwikkelen.
Wij,
Hoogheemraadschap van Delfland, Gemeente Den Haag,
Gemeente Midden-Delfland, Gemeente Pijnacker-Nootdorp, Gemeente Rijswijk,
Gemeente Westland, Gemeente Delft,
Gemeente Lansingerland1), Gemeente Maassluis, Gemeente Rotterdam1), Gemeente Schiedam, Gemeente Vlaardingen, Gemeente Leidschendam- Voorburg.
1) Voor het deel van de gemeente dat in het beheergebied valt van Hoogheemraadschap van Delfland
vinden een overeenkomst van belang, omdat:
a. schoon en gezond water essentieel is voor planten, dieren en mensen en het een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit van de leefomgeving;
b. wij een gezamenlijke ambitie willen vastleggen om schoon en gezond water in het gehele beheergebied van Delfland te krijgen;
c. schoon en gezond water een complexe opgave is die, vanwege dichte bebouwing in en het grote aantal belangrijke economische functies van ons gebied, alleen kan worden bereikt door een gezamenlijke inzet van overheden, private partijen en burgers;
d. de waterkwaliteit door al genomen maatregelen is verbeterd, maar nog niet voldoende is om aan alle bestaande ambities en wettelijke verplichtingen te voldoen;
e. de Kaderrichtlijn Water (KRW) doelen stelt ten aanzien van de waterkwaliteit en deze doelen en daaraan gekoppelde maatregelen niet vrijblijvend zijn, omdat ze vallen onder een wettelijke resultaatverplichting.
en maken daarom de volgende afspraken:
1. Doelen
Wij hebben als doel om in het gehele beheergebied van het Hoogheemraadschap van Delfland schoon en gezond water te hebben dat bijdraagt aan de kwaliteit van de leefomgeving en om de ecologische en chemische doelen voor KRW-waterlichamen uiterlijk in 2027 te halen.
Hierbij:
a. werken wij samen en nemen wij de maatregelen die zijn benoemd in de tabel in de bijlage van deze overeenkomst;
b. bouwen wij voort op de maatregelen die al zijn opgenomen in het vierde waterbeheerplan van Delfland, het KRW-maatregelenprogramma voor de periode 2009-2015, de gemeentelijke waterplannen, de gemeentelijke rioleringsplannen, de diverse onderhoud- en beheerplannen en het provinciaal waterplan;
c. bouwen wij voort op de lopende samenwerking en zetten daarbij meer in op samenwerking en kennisontwikkeling, beheer- en onderhoudsmaatregelen, communicatie en op betrekken en faciliteren van onder andere terreinbeheerders, bedrijven en burgers;
d. zetten wij alle beschikbare instrumenten in - zowel op het beleidsterrein van het water en de riolering, als op de ruimtelijke ordening en het beheer van de openbare ruimte - voor een duurzame, effectieve en efficiënte aanpak;
e. stellen wij maatwerk centraal bij het nemen en financieren van maatregelen, waardoor rekening kan worden gehouden met specifieke eigenschappen van een gebied en de betrokken belangen.
2. Schoon en gezond water
Voor het bereiken van schoon en gezond water in het gehele beheergebied van Delfland gaan wij de maatregelen uitvoeren die zijn opgenomen in de tabel in de bijlage van deze overeenkomst. Deze maatregelen hebben betrekking op de verschillende deelonderwerpen van de waterkwaliteit, zoals de zwemwaterkwaliteit, de ecologische en chemische waterkwaliteit en een natuurlijke inrichting, visstand- en watervogelbeheer.
Hierbij gaan we:
a. in 2015 deze maatregelen uitwerken, aanvullen en nieuwe kansen en knelpunten in beeld brengen;
b. door samenwerking en kennisuitwisseling de effectiviteit en efficiëntie van maatregelen vergroten;
c. eind 2015 de maatregelen programmeren voor de periode 2016-2021;
d. jaarlijks de voortgang van de genomen maatregelen rapporteren en evalueren in combinatie met de voortgang van de maatregelen voor de KRW-waterlichamen.
3. Kaderrichtlijn Water
Om uitvoering te geven aan de Kaderrichtlijn Water, gaan wij de maatregelen uitvoeren die als resultaatverplichtende KRW-opgave in het Stroomgebiedbeheerplan Rijndelta 2016-2021 zijn opgenomen en staan vermeld in de tabel in de bijlage van deze overeenkomst.
Hierbij gaan we:
a. in de eerste helft van 2015 deze maatregelen verder uitwerken waarbij we bepalen hoe en waar de vereiste natte ecologische zones en/of overige onderdelen van de KRW-opgave worden gerealiseerd;
b. zoeken naar een goede inpassing en integratie van de meer ruimtelijke KRW-maatregelen, zoals natte ecologische zones, met de aan- en omliggende ruimtelijke functies en toetsen bij ruimtelijke ontwikkelingen of het mogelijk is om een deel van de KRW-opgave binnen de ontwikkeling uit te voeren;
c. met beschikbare instrumenten bevorderen dat een initiatiefnemer van een ruimtelijke ontwikkeling de KRW-opgave voor die locatie realiseert;
d. elkaar ondersteunen en faciliteren bij de uitvoering van de maatregelen.
4. Financiën
Voor de financiering van de maatregelen gaan wij maatwerkafspraken maken op basis van een specifieke uitwerking voor een gebied,
waarbij wij:
a. de intentie hebben om gronden die in eigendom zijn van overheden te benutten; en
b. als het een ruimtelijke ontwikkeling betreft, ook de initiatiefnemer van de ruimtelijke ontwikkeling betrekken;
c. ons samen inspannen om medefinanciering te krijgen van belanghebbenden, initiatiefnemers van ontwikkelingen en/of vanuit subsidiefondsen van provincie, rijk of Europese Commissie;
d. als het een KRW-waterlichaam betreft, ervan uitgaan dat het hoogheemraadschap de kosten draagt voor onderhoud en beheer van natte ecologische zones.
5. Organisatie
Voor de organisatie van de aanpak van schoon en gezond water en het uitvoeren van de Kaderrichtlijn Water, spreken we af om:
a. het ambtelijk overleg voort te zetten, zoals dat het afgelopen jaar is gehouden tussen het hoogheemraadschap en afzonderlijke gemeenten, waarbij een bredere range aan schoon wateronderwerpen - zoals zwemwater, visstandbeheer, en ganzenbeheer - aan de orde kan komen;
b. minstens eenmaal per jaar met alle partijen op ambtelijk niveau bijeen te komen om ervaringen uit te wisselen, de wijze van samenwerken uit te werken en om lopende onderzoeken, voortgang van genomen maatregelen, ontwikkeling van de toestand van de waterkwaliteit te bespreken en het proces van overleg en afstemming te evalueren. Het hoogheemraadschap neemt het initiatief voor deze bijeenkomsten;
c. de voortgang van deze overeenkomst jaarlijks in de Bestuurlijke Watertafel te bespreken, aan de hand van een opgestelde rapportage met daarin uitgewerkt de onderwerpen zoals bedoelt in punt 2d;
d. drie jaar na ondertekening, of eerder indien daar aanleiding voor is, deze overeenkomst te evalueren en in de Bestuurlijke Watertafel te besluiten of deze overeenkomst moet worden gewijzigd;
e. in 2019 te starten met het opstellen van een maatregelenpakket voor schoon en gezond water voor de periode 2022-2027 en met het opstellen van de inbreng voor het Stroomgebiedbeheerplan Rijndelta 2022-2027. Het hoogheemraadschap roept daarvoor de partijen bijeen.
6. Overige afspraken
Als algemeen geldende bepalingen spreken we af dat:
a. de tabel met maatregelen in de bijlage onderdeel is van deze overeenkomst en dat de toelichting geen onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst;
b. elk van de partijen het recht heeft om bij knelpunten, geschillen, onvoorziene omstandigheden of nieuwe inzichten bij de uitvoering van deze overeenkomst, wijziging van de overeenkomst voor te stellen en dit in te brengen in de Bestuurlijke Watertafel;
c. deze overeenkomst loopt tot 1 januari 2021 en wij deze overeenkomst niet in rechte zullen afdwingen;
d. deze overeenkomst kan worden geciteerd als ‘Bestuursovereenkomst Schoon en gezond water Delfland 2015-2021’.
Bijlage
TABEL MET OVERZICHT KRW-MAATREGELEN IN STROOMGEBIEDBEHEERPLAN RIJNDELTA 2016-2021 (DE ‘KRW-OPGAVE’), DE GROENE ARCERING,
EN MAATREGELEN DIE ZIJN GEÏNVENTARISEERD VOOR GEHELE BEHEERGEBIED, DE PAARSE ARCERING).
Gemeente | Waterlichamen waarop KRW- maatregelen van gemeenten effect hebben | |||||||||||||||||||
HHR van Delfland | Prov. Zuid-Holland | Delft | Den Haag | Lansingerland | Leidsch.-Voorburg | Maassluis | Midden Delfland | Pijnacker - Nootdorp | Rijswijk | Rotterdam | Schiedam | Vlaardingen | Westland | Oostboezem | Westboezem | Zuidpld van Delfgauw | Polder Berkel | Holierh. en Zoutev. Pld | ||
1. Beheer- en onderhoudsmaatregelen | ||||||||||||||||||||
Uitvoeren actief vegetatiebeheer | ||||||||||||||||||||
Baggeren onderhoud | x | x | x | x | x | |||||||||||||||
Bladvalbeheer | x | x | ||||||||||||||||||
Kroosbeheer | x | x | ||||||||||||||||||
Maaibeheer | x | x | x | x | x | |||||||||||||||
Bomenbeleid RO | ||||||||||||||||||||
Plaagbeheer | ||||||||||||||||||||
Vaarbeheer | ||||||||||||||||||||
Beschoeiingen (oeverinrichting aanpassen) | ||||||||||||||||||||
(Natuur)terreinbeheer | x | |||||||||||||||||||
Visstandbeheer (o.a. afstemmen VBC, waterkwaliteitsdoelen en uitgifte visrechten) 1) | ||||||||||||||||||||
Maatregelen nemen officiële zwemwaterlocaties 1) | ||||||||||||||||||||
2. Emissiereductie | ||||||||||||||||||||
Glastuinbouw op riolering 2) | x | |||||||||||||||||||
Bovenwettelijke maatregelen Deltaplan Agrarisch Waterbeheer 3) | ||||||||||||||||||||
Kringlooplandbouw 3) | x | x | ||||||||||||||||||
Emissieloze kas 2027 | ||||||||||||||||||||
Inzet duurzame middelen | x | |||||||||||||||||||
3.Maatregelen in de waterketen (riolering, transport en zuivering afvalwater) | ||||||||||||||||||||
Beschoeiingen (oeverinrichting aanpassen) | ||||||||||||||||||||
Waterkwaliteitsspoor 2) | x | x | ||||||||||||||||||
Afkoppelen verhard oppervlak 2) | x | x | x | |||||||||||||||||
Verminderen rioolvreemd water 2) | x | x | x | |||||||||||||||||
Niet gerioleerde panden 2) | x | x | x | |||||||||||||||||
Inzamelen vuilwater pleziervaart 2) | ||||||||||||||||||||
Beheer rioolstelsels 2) | x | x | x | |||||||||||||||||
Emissiereductie schoon water stelsels 2) | x | x | ||||||||||||||||||
Monitoring riooloverstorten en rioolstelsels 2) | x | x | x | |||||||||||||||||
Verminderen emissies dierlijke faeces (zoals honden- en vogelpoep) | x | x | ||||||||||||||||||
4. Waterhuishoudkundige maatregelen | ||||||||||||||||||||
Peilbeheer | ||||||||||||||||||||
Inlaatregime | ||||||||||||||||||||
5. Realiseren natte ecologische zones | ||||||||||||||||||||
Realisatie natte ecologische zones | x | x | x | x | x | |||||||||||||||
6. Vismigratie bevorderen | ||||||||||||||||||||
Vispasseerbaar maken gemalen | ||||||||||||||||||||
Vispasseerbaar maken stuwen | ||||||||||||||||||||
7. Communicatie en educatie | ||||||||||||||||||||
Bewustwording vergroten | x | x | x | x | x | |||||||||||||||
Communicatie Delfland - gemeenten verbeteren | x | |||||||||||||||||||
Educatie scholen | x | x | x | |||||||||||||||||
Communicatie via media | x | x | ||||||||||||||||||
8. Optimalisatie aanpak waterkwaliteit | ||||||||||||||||||||
Baggercyclus ecologisch optimaliseren | x | |||||||||||||||||||
Kroosbeleid ecologisch optimaliseren | x | x | x | |||||||||||||||||
Hemelwaterbeleid | x | x | ||||||||||||||||||
Bronneringsbeleid | ||||||||||||||||||||
Ecologische toetsingskader ruimtelijke ordening | x | x | ||||||||||||||||||
Watervogelbeleid (eenden, ganzen, weidevogels, etc. ) | ||||||||||||||||||||
Aanpak zwemwaterkwaliteit optimaliseren 1) | ||||||||||||||||||||
Zwembeleid niet officiële zwemwateren | ||||||||||||||||||||
Visbeleid en maatregelen (evalueren en afstemmen met gemeenten en anderen) | ||||||||||||||||||||
9. Uitvoeren onderzoek en monitoring en evaluatie | ||||||||||||||||||||
Ecologische gradiënt Vlaardingervaart begrepen | ||||||||||||||||||||
Monitoring effect onderhoudsmaatregelen chemie en ecologie | ||||||||||||||||||||
Normering afstemmen op gebiedskenmerken | ||||||||||||||||||||
Monitoring effect vismigratie | ||||||||||||||||||||
10. Afspraken bestuursovereenkomst over samenwerking m.b.t. maatregelen | ||||||||||||||||||||
In 2015 maatregelen gehele beheergebied aanvullen/uitwerken en programmeren | ||||||||||||||||||||
In 2015 KRW-maatregelen uitwerken, m.n. hoe en waar natte ecologische zones | ||||||||||||||||||||
Door samenwerking en kennisuitwisseling effectiviteit en efficiëntie maatregelen ver | grot | en | ||||||||||||||||||
Jaarlijks de voortgang in beeld brengen en evalueren |
Deze maatregelen zijn onderdeel van het landelijk tussen UvW, LTO, IPO en VNG
afgesproken Deltaplan Agrarisch Waterbeheer
3)
Deze maatregelen zijn ook afgesproken in het kader van Netwerk Afvalwater Delfland
2)
Deze maatregelen zijn op verzoek van één of meerder gemeenten opgenomen, maar
nog niet besproken in het gebiedproces. In 2015 worden deze maatregelen met alle gemeenten besproken en wordt bepaald voor welke gemeenten en/of Delfland
de betreffende maatregel van toepassing en is en gaat uitvoeren.
1)
Bestuursovereenkomst Schoon en g 8 december 2014
ezond water Delfland 2015-2021
10
KRW-maatregelen, opgenomen in SGBP 2016-2021 | |
Maatregelengeinventariseerd gehele beheergebied | |
afspraak is van toepassing |
1. TOELICHTING ALGEMEEN
De Bestuursovereenkomst Schoon en gezond water Delfland 2015-2021 is beknopt en om de overeenkomst niet te complex te maken is in de afspraken een aantal samenvattende begrippen gebruikt. In onderstaande toelichting worden de belangrijkste onderdelen van de afspraken en de gebruikte begrippen toegelicht.
Op 10 juli 2014 heeft de Verenigde Vergadering van het hoogheemraadschap een concept KRW- programma Delfland 2016-2021 vastgesteld waarin onderdelen van de Kaderrichtlijn Water uitgebreid worden toegelicht, zoals de ecologische en chemische waterkwaliteit. Voor meer informatie kan dit document, dat geen onderdeel is van deze bestuursovereenkomst, worden geraadpleegd.
Deze toelichting bestaat uit de drie delen:
1. Toelichting algemeen;
2. Toelichting op afspraken in de bestuursovereenkomst;
3. Toelichting op de tabel met maatregelen in de bijlage.
Van moeten naar willen en kunnen
Deze nieuwe overeenkomst legt ten opzichte van de “oude” overeenkomst meer het accent op de samenwerking door procesafspraken te maken voor overleg en afstemming. Waar de “oude” overeenkomst wordt gekenmerkt door “het moeten” van de KRW, ligt nu het accent op een gezamenlijke ambitie: wij willen schoon en gezond water in het gehele beheergebied van het hoogheemraadschap van Delfland. En in de bestuursovereenkomst spreken wij af hoe wij samen uitwerken en onderzoeken hoe we dit kunnen waarmaken.
Schoon en gezond water
In deze overeenkomst staat ‘schoon en gezond water’ centraal. Schoon en gezond water is in deze overeenkomst een samenvattend begrip voor alle aspecten van waterkwaliteit. Deze overeenkomst heeft betrekking op:
• de ecologische waterkwaliteit, die betrekking heeft op de planten en de dieren en de randvoorwaarden voor hun bestaan, zoals doorzicht en inrichting van oevers. Voor de Kaderrichtlijn Water zijn specifieke maatlatten opgesteld om de ecologische waterkwaliteit te meten;
• de chemische waterkwaliteit, die betrekking heeft op de schadelijke stoffen in het water. Voor het beheergebied van Delfland zijn vooral van belang nutriënten, bestrijdingsmiddelen, zware metalen en PAK’s;
• zwemwaterkwaliteit, die betrekking heeft op zonder problemen kunnen zwemmen en in en om het water kunnen recreëren;
• een natuurlijke inrichting, waardoor het bijdraagt aan de kwaliteit van de leefomgeving.
Ten aanzien van de zwemwaterkwaliteit is de Europese Zwemwaterrichtlijn van toepassing, die verplicht tot het nemen van maatregelen voor zwemwaterlocaties als deze niet aan de normen voor zwemwater voldoen.
Hele beheergebied
Het begrip ‘het hele beheergebied’ wordt gebruikt om te benadrukken dat de ambitie van partijen betrekking heeft op alle oppervlaktewateren en niet alleen op de voor de KRW aangewezen waterlichamen.
KRW-waterlichamen
Onder de ‘KRW-waterlichamen’ wordt in deze bestuursovereenkomst verstaan de vijf oppervlaktewaterlichamen die op grond van de KRW zijn aangewezen. De KRW-waterlichamen beslaan maar een deel van het watersysteem van het beheergebied van Delfland en een groot deel van de gemeenten heeft wateren die niet vallen onder de KRW-waterlichamen.
Voor de KRW worden naast de KRW-waterlichamen ook achterliggende wateren onderscheiden. Dit zijn wateren die niet vallen binnen de begrenzing van KRW-waterlichamen maar wel hetzelfde
peilniveau hebben. Hierbinnen kunnen inrichtingsmaatregelen worden getroffen die ten goede komen aan de ecologische toestand van het KRW-waterlichaam.
De overeenkomst heeft niet betrekking op de twee duinwaterlichamen en de grondwaterlichamen. In onderstaande kaart zijn de KRW-waterlichamen en achterliggende wateren op hetzelfde peilniveau aangegeven.
KAART MET KRW-WATERLICHAMEN EN ACHTERLIGGENDE WATEREN OP HETZELFDE PEILNIVEAU
2. TOELICHTING OP AFSPRAKEN IN DE BESTUURSOVEREENKOMST
Hieronder wordt een toelichting gegeven op onderdelen van de afspraken in de bestuursovereenkomst. De kopjes corresponderen met de afspraken in de bestuursovereenkomst.
1. Doelen
Algemeen: Chemische en ecologische doelen voor KRW-waterlichamen
Onder dit punt in de toelichting spreken de partijen af dat zij het halen van de ecologische en chemische doelen voor KRW-waterlichamen voor 2027 als doel hebben.
De doelen en geprogrammeerde maatregelen zijn niet vrijblijvend en vallen onder een wettelijke resultaatverplichting (Europese Kaderrichtlijn Water). De doelen voor ecologie en ecologie ondersteunende parameters heeft het hoogheemraadschap op basis van landelijke doelen afgeleid. Deze zijn door de provincie Zuid-Holland vastgesteld. De doelen voor de vervuilende stoffen zijn landelijk bepaald.
De KRW-systematiek voor het afleiden voor doelen is complex en bevat veel technisch inhoudelijke onderdelen. De meest vereenvoudigde samenvatting van de ecologische doelen is: voor ieder water wordt een doel vastgesteld tussen 0 en 1, vergelijkbaar met een schoolcijfer. Alle wateren behoren in principe een 0,6 te krijgen. Maar voor de Delflandse wateren wordt op onderdelen een lager doel nagestreefd, omdat 0,6 op bepaalde locaties niet haalbaar is. Hieronder wordt dit uitgebreider omgeschreven.
De toestand voor de ecologie en de ecologie ondersteunende parameters wordt uitgedrukt in een Ecologische Kwaliteits Ratio (EKR). Dit is een getal tussen 0 en 1, waarbij 0,6 (Goed Ecologisch Potentieel: GEP) het doel is. Voor de vijf KRW-waterlichamen zijn in het algemeen de landelijke ecologische KRW-doelen aangehouden (EKR=0,6). Hierop zijn de volgende aanpassingen doorgevoerd:
• Het KRW-doel voor algen (GEP) voor de Westboezem, Zuidpolder van Delfgauw en Polder Berkel is bijgesteld tot een EKR 0,32. En het KRW-doel voor algen voor de Holierhoekse en Zouteveense Polder is bijgesteld tot een EKR van 0,35;
• Het KRW-doel voor macrofauna is voor de Oostboezem bijgesteld tot een EKR van 0,41.
Voor de ecologie ondersteunende parameters zijn de landelijke doelen aangehouden. Alleen voor de nutriënten stikstof en fosfor wordt voor het beheergebied van Delfland afgeweken van de landelijke doelen. Deze nutriëntendoelen zijn in de eerste planperiode 2010-2015 specifiek voor het Delflandse beheergebied afgeleid en vastgesteld in 2009 (voor meer informatie zie het concept KRW-programma Delfland 2016-2021, 10 juli 2014).De nutriëntendoelen, die door de provincie Zuid-Holland in 2009 zijn vastgesteld voor het beheergebied van Delfland staan in onderstaande tabel.
Landelijke en in Delfland gehanteerde KRW-doelen voor stikstof en fosfor in de KRW-waterlichamen | Landelijk | Delfland | ||
Stikstof | Fosfor | Stikstof | Fosfor | |
Waterlichaam | mg N/l | mg P/l | mg N/l | mg P/l |
Oostboezem | 3,8 | 0,25 | 1,8 | 0,30 |
Westboezem | 2,8 | 0,15 | 1,8 | 0,30 |
Zuidpolder van Delfgauw | 2,8 | 0,15 | 1,8 | 0,30 |
Polder Berkel | 2,8 | 0,15 | 1,8 | 0,30 |
Holierhoekse en Zouteveense polder | 2,8 | 0,15 | 1,8 | 0,30 |
Ecologische toestand KRW-waterlichamen Delflands beheergebied: toestand, prognose en doel 2027. De laagst beoordeelde parameters zijn beschreven. De prognose (2021) is gebaseerd op de biologie; een beoordeling met alle ecologische parameters valt alleen bij de Oostboezem een klasse lager uit (matig). Legenda: groen=goed, geel=matig, oranje=ontoereikend en rood=slecht.
Waterlichaam | Beoordeling ecologie totaal | |||
2009 | 2014 | 2021 | 2027 | |
Oostboezem | waterplanten, waterinsecten en vissen | |||
Westboezem | waterplanten, waterinsecten en vissen | |||
Zuidpolder Delfgauw | waterplanten en vissen | |||
Polder Berkel | waterplanten en waterinsecten | |||
HZ-polder | waterplanten |
Gezien de trend en het voorgenomen maatregelenpakket is de verwachting dat in Delfland in 2021 de ecologische toestand van de waterlichamen een stap dichterbij de KRW-doelen van 2027 is. We kunnen niet blindvaren op de ingezette trend; maatregelen zijn nodig om, uiteindelijk in 2027, de gestelde KRW-doelen te halen.
Ecologie ondersteunende parameters (inclusief stikstof en fosfor)
Een aantal fysisch-chemische parameters is bepalend voor een gezonde ecologische toestand. Deze worden ecologie ondersteunende parameters genoemd. Voor de ecologie ondersteunende stoffen stikstof en fosfor zijn de grootste bronnen de glastuinbouw, de melkveehouderij en de waterbodem. Buiten de waterlichamen kunnen andere bronnen de veroorzaker zijn.
Brongerichte maatregelen van land- en tuinbouw leiden tot een daling van de nutriëntenemissies. In de waterlichamen zal deze afname op termijn zichtbaar worden. Deze daling is in 2021 naar verwachting het sterkst terug te zien in de waterlichamen met glastuinbouw. In de meeste waterlichamen is doorzicht een belemmerende factor voor de ecologie. Als er te weinig licht doordringt tot de bodem, kunnen waterplanten zich niet of onvoldoende ontwikkelen. Het is echter nog niet volledig duidelijk in hoeverre het doorzicht beïnvloed kan worden.
Vervuilende stoffen
Voor het beheergebied van Delfland zijn bestrijdingsmiddelen, PAK’s en zware metalen de belangrijkste vervuilende stoffen. De verwachting ten aanzien van de verbetering van deze stoffen is:
• Voor bestrijdingsmiddelen een sterke afname voor 2021;
• Voor PAK’s geen verbetering in 2021;
• Voor zware metalen een lichte verbetering in 2021.
De belangrijkste bronnen voor koper en zink zijn regenwaterriolen en uitspoeling van mest uit het landelijk gebied. De verwachting is dat door brongerichte maatregelen de uitspoeling van zware metalen uit het landelijk gebied zal afnemen. Het hoogheemraadschap schat in dat deze afname een zeer beperkte invloed heeft op de aangetroffen concentraties koper en zink, waardoor de beoordeling op basis van de huidige beoordelingsmethodiek niet verandert.
In onderstaand schema is aangegeven wat in de huidige situatie de belangrijkste probleemstoffen zijn en wat de belangrijkste bronnen zijn. Probleemstoffen zijn de ecologie ondersteunende stoffen en vervuilende stoffen die niet aan de KRW-normen voldoen.
Probleemstoffen en belangrijkste bronnen
Probleemstoffen | Belangrijkste bronnen |
Nutriënten (stikstof, fosfaat) | glastuinbouw, melkveehouderij, waterbodem, veenoxidatie, riooloverstorten |
Bestrijdingsmiddelen | glastuinbouw |
PAK (geclusterd) | scheepvaart, depositie, wegverkeer |
Zware metalen (koper, zink) | regenwaterriolen, uitspoeling landelijk gebied en scheepvaart |
Punt b: Voortbouwen samenwerking en verbreden van de inzet
Deze afspraak benadrukt dat de weg die is ingeslagen in de periode 2009-2015 door partijen wordt voortgezet. In deze periode lag het accent op het inrichten: het aanleggen van natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen. In de aanpak voor de komende periode wordt de aanpak uitgebreid. De belangrijkste aanvulling op de aanpak is het meenemen van de mogelijkheid om met beheer en onderhoud de waterkwaliteit te verbeteren. Ook is vergroten van bewustwording bij inwoners en bedrijven een belangrijke aanvulling.
Het gaat nu om een bredere range aan schoon wateronderwerpen, zoals zwemwater, visbeheer en ganzenbeheer die aan de orde kan komen.
Punt d: Beschikbare instrumenten inzetten
Deze afspraak heeft betrekking op het inzetten van alle beschikbare instrumenten. De achterliggende gedachte hierbij is dat alléén instrumenten van het waterbeheer, zoals vergunningverlening en handhaving, niet voldoende zijn om een volgende stap te maken in de verbetering van de waterkwaliteit. Juist op andere beleidsterreinen kunnen instrumenten worden ingezet die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de waterkwaliteit, zoals het voorkomen van uitlogende materialen in gebouwen, regels in bestemmingsplannen, afkoppelen van regenwater van de riolering en aanpassen van de ruimtelijke inrichting.
Deze afspraak bevordert dat partijen een brede en integrale aanpak ontwikkelen - afzonderlijk en gezamenlijk – en hiermee de aanpak van de waterkwaliteit op een hoger plan brengen.
2. Schoon en gezond water
Bereiken schoon en gezond water
Partijen hebben als doel om schoon en gezond water in het gehele beheergebied van Delfland te realiseren. Daarvoor hebben zij in het zogenaamde ‘gebiedsproces’, naast het benoemen van de maatregelen voor de KRW-waterlichamen, ook maatregelen geïnventariseerd voor de overige wateren. Iedere gemeente heeft ambtelijk aangeven welke maatregelen zij al nemen of van plan zijn om te gaan nemen voor de wateren binnen de gemeente. Zie hiervoor de tabel in de bijlage van de bestuursovereenkomst.
Het betreft een eerste inventarisatie die nog nader uitgewerkt moet worden, ook omdat niet alle maatregelen in de tabel in het gebiedsproces met alle gemeenten zijn besproken. Daarom wordt een aantal afspraken gemaakt om de maatregelen verder uit te werken. Deze geven een globaal kader voor de samenwerking tussen het hoogheemraadschap en de afzonderlijke gemeenten. Het centrale en algemene doel is om gezamenlijk een aanpak voor de waterkwaliteit op te stellen en te komen tot meerjarige en geprogrammeerde verbetering van de waterkwaliteit.
3. Kaderrichtlijn Water
KRW-opgave
Voor de Kaderrichtlijn is in 2009 het eerste Stroomgebiedbeheerplan met een KRW- maatregelenprogramma vastgesteld. De Kaderrichtlijn Water biedt de mogelijkheid om na zes jaar, en in het tweede Stroomgebiedbeheerplan het KRW-maatregelenprogramma te actualiseren en aan te passen. Het afgelopen jaar hebben het hoogheemraadschap, provincie en de gemeenten hieraan uitvoering gegeven.
De partijen hebben in de loop van 2014 afzonderlijk een nieuw c.q. geactualiseerd programma met maatregelen opgesteld en deze laten opnemen in dit tweede Stroomgebiedbeheerplan Rijndelta. Partijen zijn daardoor overeenkomstig de KRW verplicht om de opgenomen maatregelen uit te voeren. In de overeenkomst benadrukken partijen onderling dat de voorgenomen maatregelen niet vrijblijvend zijn.
4. Financiën
Algemeen: Maatwerk afspraken voor financiering
De essentie van deze afspraak in de bestuursovereenkomst is dat eerst wordt gestart met een planuitwerking en pas daarna financiële afspraken worden gemaakt, in plaats van vooraf afspraken te maken over financiering. Dit is gebaseerd op het algemene principe, dat is ontleend aan de Mutual Gaines Approach:
1. maak eerst een concrete uitwerking van de maatregel voor de specifieke locatie;
2. bepaal welke consequenties dit heeft en welke belangen zijn verbonden aan de maatregel;
3. maak op basis hiervan afspraken over de financiering.
Punt a: Inbreng van gronden in eigendom
Voor de realisatie van het benodigd oppervlak natte ecologische zones is het essentieel dat voldoende grond beschikbaar wordt gesteld. Het hoogheemraadschap en de betreffende gemeente (of gemeenten) zoeken samen, zoals bedoeld onder punt 2, naar kansen voor aanleg. Hierbij zoeken ze naar een optimale combinatie van:
• de locatie waar aanleg effectief en ecologisch wenselijk is;
• ruimtelijke ontwikkelingen; en
• gronden in eigendom.
Gemeenten en het hoogheemraadschap maken samen deze afweging.
Punt d: Financiering beheer en onderhoud natte ecologische zones in KRW- waterlichamen
Het hoogheemraadschap financiert beheer en onderhoud van natte ecologische zones in KRW- waterlichamen. Dit is al de bestaande praktijk. Deze financieringsafspraak was opgenomen in de aflopende bestuursovereenkomst voor de periode 2009-2015 en wordt in deze nieuwe overeenkomst overgenomen. In de maatwerkafspraken kan hiervan worden afgeweken.
In de KRW-aanpak voor de periode 2016-2021 worden bij KRW-waterlichamen ook achterliggende wateren op hetzelfde peilniveau onderscheiden. Voor het inrichten, beheer en onderhoud van natte ecologische zones moeten voor de financiering op maat afspraken worden gemaakt.
5. Organisatie
De afspraken in dit artikel zijn erop gericht dat waterkwaliteit structureel een aandachtspunt is in ambtelijke en bestuurlijk overleggen. Punt a is erop gericht om een structureel overleg tot stand te brengen tussen de partijen. De afspraken in punt b en c leggen ook vast dat minimaal één keer per jaar er overleg is tussen alle partijen op ambtelijk en op bestuurlijk niveau. Voor het overleg op bestuurlijk niveau is de bestaande Bestuurlijke Watertafel het meest geëigende kader.
4. TOELICHTING OP DE TABEL MET MAATREGELEN IN DE BIJLAGE
De maatregelen staan in de bijlage van de bestuursovereenkomst. Hierin zijn drie soorten maatregelen opgenomen:
1. De maatregelen voor de KRW-waterlichamen en de achterliggende wateren op hetzelfde peilniveau, die zijn opgenomen in het Stroomgebiedbeheerplan Rijndelta 2016-2021 en vallen onder de resultaatverplichting. In de tabel zijn dit de groene vakjes;
2. De maatregelen die zijn geïnventariseerd voor het gehele beheergebied, zie punt 2 van de bestuursovereenkomst. Dit zijn maatregelen buiten de KRW-waterlichamen of maatregelen binnen de KRW-waterlichamen die niet zijn ingebracht voor het Stroomgebiedbeheerplan Rijndelta 2016-2021. Dit zijn de paarse vakjes;
3. De afspraken die alleen zijn benoemd in deze overeenkomst. Dit zijn de gele vakjes.
Voor een aantal maatregelen zijn nog geen vakjes ingekleurd. Dit betreft maatregelen die niet zijn besproken met alle gemeenten omdat ze in een later stadium op verzoek van één of meer gemeenten zijn ingebracht. In 2015 wordt in overleg besloten of deze maatregelen verder worden uitgewerkt en geprogrammeerd.
Voor een aantal maatregelen zijn er verschillen tussen gemeenten. Voor bijvoorbeeld baggeronderhoud staat er voor drie gemeenten een groen vakje en voor de overige gemeenten een paars vakje. Dit betekent dat de gemeenten met een groen vakje de betreffende maatregel hebben laten opnemen in het Stroomgebiedbeheerplan Rijndelta 2016-2021. De gemeenten met een paars vakje gaan deze maatregelen wel nemen, maar hebben ze niet ingebracht voor het Stroomgebiedbeheerplan Rijndelta 2016-2021.
Onderstaande nummering van de toelichting komt overeen met de nummering in de tabel.
1. Beheer- en onderhoudsmaatregelen
Beheer- en onderhoudsmaatregelen
Beheer- en onderhoudsmaatregelen - zoals maaibeheer, baggeren, verwijderen kroos, bladvalbeheer, plaagbeheer en vaarwegbeheer - kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de waterkwaliteit. De afgelopen periode waren de maatregelen vooral gericht op het inrichten. In de komende periode willen we de ecologische ontwikkeling ook extra stimuleren door het regulier beheer en onderhoud hierop verder te optimaliseren door bijvoorbeeld aanpassing van de techniek en/of methoden. Hoewel hiermee al een aanzet is gedaan, moet er nog wel een en ander nader worden onderzocht, dit geldt met name voor de gevolgen voor de beheer- en onderhoudskosten. Door gezamenlijk expertise verder te ontwikkelen, kunnen we in de komende zes jaar met het beheer en onderhoud nog meer bijdragen aan verbetering van de waterkwaliteit en de daaraan verbonden ecologie.
Visstandbeheer
Het hoogheemraadschap, de beroepsvisserij en de sportvisserij maken gezamenlijk afspraken in een Visstandbeheerplan over de gewenste waterkwaliteit en de bijbehorende visstand. Dit vindt plaats in de Visstandbeheercommissie (VBC). In deze commissie hebben de gemeenten geen zitting (m.u.v. de Haagse VBC: overlegplatform visstandbeheer Haagse wateren waarvan de gemeente Den Haag voorzitter is).
Visrechtenverhuur ligt voor een deel bij het hoogheemraadschap en voor een deel bij andere watereigenaren als gemeenten en recreatieschappen. Door afstemming en overleg tussen gemeenten en het hoogheemraadschap over waterkwaliteitsdoelen en over de voorwaarden in de huurovereenkomsten visrecht, kan meer rekening worden gehouden met de waterkwaliteit en ontstaat helderheid en eenduidigheid voor de visserijpartijen. Een aandachtspunt hierbij is de gewenste waterkwaliteit voor zwemwateren.
2. Emissiereductie
Afname van emissie van vervuilende stoffen - zoals nutriënten, bestrijdingsmiddelen, zware metalen en microverontreinigingen en overige stoffen - naar het oppervlaktewater, kan bereikt worden door:
• Glastuinbouw aan te sluiten op de riolering;
• Kringlooplandbouw toe te passen;
• Realiseren van emissieloze kas;
• Inzet en gebruik van duurzame middelen (geen chemische bestrijdingsmiddelen, alternatieven voor vislood bij hengelsport, etc.).
Het aansluiten van de glastuinbouw op de riolering is ook afgesproken in het kader van Netwerk Afvalwater Delfland. Kringlooplandbouw en emissieloze kas zijn onderdeel van de uitwerking die wordt gemaakt in het kader van het landelijk overeengekomen Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.
3. Maatregelen in de waterketen (riolering, transport en zuivering afvalwater)
Waterkwaliteitsspoor
Voor het waterkwaliteitsspoor geldt dat, na het bereiken van de basisinspanning, de resterende vervuiling via overstortingen vanuit de riolering afgestemd wordt op de veerkracht van het ontvangende oppervlaktewater. Daarbij kunnen enerzijds verdergaande eisen aan de vuiluitworp gesteld worden (optimalisatie rioolstelsel) en/of maatregelen worden genomen in het oppervlaktewater. Door het optimaliseren van het functioneren van het rioolstelsel wordt het oppervlaktewater minder belast met vervuilende stoffen, zoals zuurstofverstorende stoffen, zware metalen en microverontreinigingen.
Afkoppelen verhard oppervlak
Afkoppelen verhard oppervlak leidt tot een reductie van de hoeveelheid zuurstofbindende stoffen, die via riooloverstortingen vanuit gemengde rioolstelsels in oppervlaktewater komen. Of hierdoor jaarlijks netto minder nutriënten, zware metalen en microverontreinigingen in het oppervlaktewater terecht komen is afhankelijk van de lokale situatie.
Verminderen rioolvreemd water
Door het verminderen van rioolvreemd water heeft het rioolstelsel meer bergingscapaciteit, waardoor er minder riooloverstortingen plaats zullen vinden. Dit heeft tot gevolg dat er minder zuurstofverstorende stoffen, nutriënten, zware metalen en microverontreinigingen in het oppervlaktewater terecht komen.
Niet aangesloten panden
Het aansluiten van nog niet aangesloten panden op het rioolstelsel, heeft tot gevolg dat er minder zuurstofbindende stoffen, nutriënten, zware metalen, microverontreinigingen en andere ongewenste stoffen in het oppervlaktewater terecht komen. Het effect is voornamelijk lokaal.
4. Waterhuishoudkundige maatregelen
Het waterpeil heeft invloed op de ontwikkeling van vegetatie. In veel situaties is het vanuit waterkwaliteit en ecologie gewenst om een meer natuurlijke peilfluctuatie in het watersysteem te krijgen. Deze maatregel is niet opgenomen als KRW-maatregel.
5. Realiseren natte ecologische zones
Natte ecologische zones zijn gebieden met waterplanten die bijdragen aan de ecologische waterkwaliteit. Deze zones kunnen gerealiseerd kunnen worden door aangepast beheer en onderhoud en/of door aanleg.
In het Stroomgebiedbeheerplan Rijndelta 2016-2021 heeft het hoogheemraadschap de totale opgave voor realisatie van natte ecologische zones (32 ha) opgenomen en is daarmee een resultaatverplichting aangegaan. Deze oppervlakte moet worden gerealiseerd in de verschillende KRW-waterlichamen en achterliggende wateren op hetzelfde peilniveau. De verdeling over de waterlichamen is op dit moment niet bekend, omdat hiervoor meer inzicht nodig is in de mogelijkheden, kansen en knelpunten. Het hoogheemraadschap wil daarom zo snel mogelijk overleggen met gemeenten over hoe de opgave in de praktijk kan worden gerealiseerd.
De opgave wordt op deze wijze qua ruimtelijke inpassing onderling verdeeld, waarbij rekening wordt gehouden met de beschikbaarheid van gronden, ruimtelijke ontwikkelingen, de
mogelijkheden bij andere Delflandse programma’s, de optimalisatie van het beheer en onderhoud in de watergangen door Delfland en de effectiviteit van de maatregelen. Afgelopen jaar is hiervoor een kaart opgesteld waarop de ruimtelijk kansen zijn aangegeven. Deze kaart kan als basis dienen voor het bepalen van waar en hoe de natte ecologische zones kunnen worden gerealiseerd en/of door beheer en onderhoud verder kunnen worden ontwikkeld.
Indien de opgave niet verdeeld kan worden, wordt onderling besloten in hoeverre de opgave kan worden aangepast.
6. Vismigratie bevorderen
De migratie van vis wordt op veel plaatsen in het watersysteem belemmerd, waardoor de visstand (aantal soorten en het aantal vissen) zich niet voldoende kan ontwikkelen naar de visstand, die behoort bij de gewenste waterkwaliteit
In de huidige planperiode is voortvarend en succesvol gewerkt aan het oplossen van de belangrijkste vismigratieknelpunten. Delfland heeft een aantal boezemgemalen op de overgang van buitenwater naar binnenwater in beide richtingen vispasseerbaar gemaakt. De Oost- en Westboezem zijn nu bereikbaar vanaf het buitenwater voor vissoorten als aal (paling) en driedoornige stekelbaars. Daarnaast is een aantal poldergemalen vispasseerbaar gemaakt.
Daarmee krijgen vissen, waaronder zoetwatervissen als snoek en blankvoorn, de ruimte en meer mogelijkheden om geschikte paai-, opgroei- en leefgebieden te bereiken. Uit de monitoring blijkt dat de genomen vismigratiemaatregelen goed functioneren.
7. Communicatie en educatie
Bewustwording vergroten
De bewustwording kan worden vergroot, door in samenwerking met alle partijen, door hierop gerichte communicatie. Burgers en bedrijven kunnen maatregelen nemen. Hiervan zijn ze veelal nog niet bewust. Door deze maatregel kan het menselijk handelen op of nabij watergangen worden veranderd, waardoor de verstoring van de chemische en ecologische waterkwaliteit afneemt.
Communicatie Delfland - gemeenten verbeteren
Verbeteren van de communicatie tussen Delfland en de gemeenten op het gebied van monitoring van rioolstelsels, oppervlaktewater en grondwater. Het gevolg is betere afstemming van maatregelen en handelen in situaties die de waterkwaliteit negatief beïnvloeden. De maatregel kan een positief effect hebben op de chemische en ecologische waterkwaliteit.
Educatie scholen
Alle ingelanden en burgers in het beheergebied van Delfland komen in contact met oppervlaktewater: in hun directe leefomgeving, via hun werk of door recreatieve activiteiten in en op het water. Het gedrag van burgers kan via kinderen worden beïnvloed door op lagere en middelbare scholen lespakketten te verstrekken en onderzoeksprojecten te begeleiden met als thema water(kwaliteit).
Gemeenten geven in samenwerking met het hoogheemraadschap voorlichting over de chemische en ecologische kwaliteit van het water. Door deze maatregel kan het menselijk handelen op of nabij watergangen worden veranderd, waardoor de verstoring van de chemische en ecologische waterkwaliteit afneemt.
Communicatie via media
Een aantal gemeenten heeft het voornemen om via de media de bewustwording te vergroten. Dit voornemen zal worden meegenomen bij uitwerking van de communicatie aanpak (zie het punt Bewustwording vergroten).
8. Optimalisatie aanpak waterkwaliteit
Het gaat hierbij om het ecologisch optimaliseren van het baggeren en het kroosbeleid. Bij het huidige kroosbeleid wordt kroos door Delfland alleen verwijderd als het een directe bedreiging voor de waterkwaliteit is. De gemeente doet dit naar behoefte. In de komende planperiode wordt onderzocht op welke wijze het kroosbeleid van gemeenten en Delfland ecologisch geoptimaliseerd
kan worden. Dit kan positieve gevolgen hebben voor het doorzicht en de ontwikkelingsmogelijkheden voor waterplanten.
Hemelwaterbeleid
Hemelwaterbeleid geeft invulling hoe de gemeenten aankijken tegen regenwaterlozingen en onder andere de effecten op de waterkwaliteit. Er wordt in de komende planperiode onderzocht of, en zo ja op welke manier, de chemische en ecologische waterkwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater in het hemelwaterbeleid een plaats kan krijgen.
Ecologisch toetsingskader ruimtelijke ordening
Bij deze maatregel gaat het om het verkennen en invoeren van ecologie bij ruimtelijke plannen. Door ecologische randvoorwaarden in deze plannen op te nemen, wordt de gewenste ecologische toestand ook op langere termijn geborgd. Hierdoor krijgen waterplanten en het bijbehorende ecosysteem betere ontwikkelings- en vestigingsmogelijkheden. Dit betekent dat de biologische kwaliteitselementen van de KRW door deze maatregel beter geborgd blijven.
9. Uitvoeren onderzoek en monitoring en evaluatie
De komende periode wordt door onderzoek en monitoring gestreefd naar meer inzicht in de (ecologische) werking van het systeem, zodat het mogelijk is om de effectiviteit van maatregelen te vergroten en het maatregelenprogramma voor het derde Stroomgebiedbeheerplan aan te passen.
10. Afspraken bestuursovereenkomst over samenwerking m.b.t. maatregelen
In de bestuursovereenkomst is een aantal afspraken gemaakt om de maatregelen in 2015 uit te werken en te programmeren. In de tabel zijn deze afspraken nogmaals opgenomen en ze zijn hiervoor toegelicht, in de ‘Toelichting op afspraken in de bestuursovereenkomst’.