Samenwerkingsdocument stichting BIZ Centrum Papendrecht en gemeente Papendrecht
Samenwerkingsdocument stichting BIZ Centrum Papendrecht en gemeente Papendrecht
Ondergetekenden,
De gemeente Papendrecht, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder X. Xxxxx handelt ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van dinsdag 15 oktober 2019 hierna te noemen: ‘de gemeente’,
en
De Stichting BIZ Oosteind e.o., hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. Xxxx xxx Xxxxx en Xxxx Xxxxxxxxxxxx in hun hoedanigheid van respectievelijk voorzitter en secretaris/, hierna te noemen ‘de Stichting’.
Hierna gezamenlijk genoemd ‘Partijen’ nemen in overweging dat,
• de Stichting BIZ Oosteind e.o. hierna te noemen de Stichting, kenbaar heeft gemaakt voor het gebied bedrijventerrein Oosteind te Papendrecht te willen komen tot de instelling van een bedrijveninvesteringszone, zoals bedoeld in de Wet op de bedrijveninvesteringszone en de gemeente Papendrecht heeft verzocht hieraan medewerking te verlenen;
• de Stichting uitsluitend als statutaire doelstelling heeft het uitvoeren van activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die gericht zijn op het bevorderen van ondernemersklimaat, promotie of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone;
• de Stichting het Businessplan BIZ Oosteind e.o. heeft opgesteld, dat bij deze overeenkomst is gevoegd, waarin zij aangeeft hoe zij voornemens is de BIZ-subsidie te besteden;
• de Stichting voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 7 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
• de Stichting de gelden voor de bedrijveninvesteringszone naar eer en geweten zal beheren en ter bekostiging daarvoor jaarlijks bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Papendrecht een subsidieaanvraag zal indienen;
• ondergetekenden, mede gelet op de inzet van publieke gelden, te allen tijde een transparante en een democratisch verantwoorde werkwijze zullen hanteren;
• de gemeente te kennen heeft gegeven zich te zullen inspannen om te komen tot het oprichten van de BIZ Oosteind e.o.;
• partijen thans een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 7, lid 3, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones en artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wensen af te sluiten.
komen het volgende overeen:
Artikel 1. Begrippen
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a. Belastingobject: de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken;
b. Bijdrageplichtige: de eigenaar of gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject bezit of gebruikt;
c. Bedrijveninvesteringszone; aangewezen gebied dat vermeld is op een bij de verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;
d. BIZ: bedrijveninvesteringszone;
e. BIZ-bijdragen: bestemmingsbelasting die op verzoek van eigenaren jaarlijks wordt geheven om met de opbrengst activiteiten te realiseren als bedoeld in artikel 1, lid 2, van de Wet;
f. BIZ-subsidie: de op basis van de verordening en de Wet te verlenen subsidie voor de bedrijveninvesteringzone;
g. Businessplan: businessplan BIZ Oosteind e.o.
h. College: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Papendrecht;
i. Gebied: de aangewezen bedrijveninvesteringszone in de gemeente waarbinnen de BIZ- bijdrage wordt geheven;
j. Perceptiekosten: kosten voor heffing en invordering van de BIZ-bijdragen door gemeente Papendrecht;
k. Stichting: Stichting BIZ Oosteind o.o. Papendrecht, als bedoeld in artikel 7 van de Wet;
l. Verordening: verordening BIZ Oosteind e.o. 2020-2025;
m. Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
Artikel 2. Doel overeenkomst
De overeenkomst is gebaseerd op artikel 7, lid1, lid 3 en lid 5 van de Wet en beoogt de afspraken tussen Partijen te regelen met betrekking tot de instelling van een BIZ in het onder artikel 4 genoemde gebied in de gemeente Papendrecht. Verder worden de afspraken en verplichtingen tussen Partijen om te komen tot uitvoering van de BIZ, de dienstverlening door de gemeente in deze BIZ alsmede de verlening van een BIZ-subsidie in de overeenkomst vastgelegd.
Artikel 3. Duur van de overeenkomst
1. Deze overeenkomst eindigt na afwikkeling van alle rechten en verplichtingen na afloop van het laatste subsidiejaar, tenzij partijen uiterlijk zes maanden daarvoor besluiten deze te verlengen, een en ander met inachtneming van artikel 4 en artikel 5 van de Wet.
2. Voorts eindigt deze overeenkomst op de dag dat het college vaststelt, dat blijkens de uitslag van de draagvlakmeting zoals genoemd in artikel 4 van de Wet niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 5 van de Wet.
3. Voorts eindigt deze overeenkomst na een besluit daartoe van de gemeenteraad nadat tussentijds is gebleken van onvoldoende steun bij de bijdrageplichtigen, een en ander overeenkomstig artikel 6 van de Wet.
4. Voorts kan de gemeente deze overeenkomst beëindigen indien de Stichting:
• in surseance verkeer dan wel failliet is verklaard;
• niet voldoet aan de eisen die ter zake in artikel 7, lid 2, van de Wet worden gesteld;
• handelt in strijd met haar statuten;
• zich niet houdt aan haar verplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst.
Artikel 4. Omschrijving gebied waarop deze overeenkomst betrekking heeft
Het gebied waarvoor de BIZ wordt ingesteld is afgebakend op de kaart die als bijlage bij de verordening is toegevoegd.
Artikel 5 Verplichtingen Stichting
De Stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:
a. meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie,
b. een wijziging van de statuten,
c. verandering of beëindiging van activiteiten.
Artikel 6 Verantwoordelijkheid gemeente
Ten behoeve van een goede uitgangspositie voor het onderhoud van de openbare ruimte verplicht de gemeente Papendrecht zich om tijdens de duur van deze overeenkomst de kwaliteit van het onderhoud en schoonhouden minimaal te handhaven op het gemeentelijk basisniveau zoals de gangbare gemeentetaken omschrijven. Extra onderhoud en werkzaamheden voortkomend uit het BIZ plan vinden uitsluitend plaats na goedkeuring door het college van B&W van de gemeente Papendrecht.
Artikel 7 Verordening BIZ Oosteind e.o. Papendrecht 2020-2025
1. De gemeenteraad zal uiterlijk in november 2019 worden voorgesteld een verordening vast te stellen, zoals bedoeld in artikel 1, van de Wet.
2. In deze verordening wordt bepaald, dat een BIZ-bijdrage zal worden geheven van eigenaren en gebruikers van de in de BIZ gelegen onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dienen.
3. Het reguliere en het gereduceerde tarief van de BIZ-bijdrage zijn opgenomen in de Verordening BIZ Centrum Papendrecht 2020-2025
Artikel 8 Draagvlakmeting
1. De gemeente zal na het vaststellen door de gemeenteraad van de verordening een draagvlakmeting uitvoeren zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, van de Wet om te onderzoeken of er voldoende steun bestaat voor de heffing van de BIZ-bijdrage onder de bijdrageplichtigen.
2. De Stichting zal zich inspannen om voldoende draagvlak voor de BIZ-bijdrage te creëren.
Artikel 9 Aanvraag BIZ-subsidie
1. De Stichting dient jaarlijks, vóór 1 november van het kalenderjaar voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar, schriftelijk een subsidieverzoek in bij het college. In afwijking daarvan wordt voor het jaar 2018 het activiteitenplan en de bijbehorende begroting 2018 zoals opgenomen in het businessplan en die als bijlage bij deze verordening zijn gevoegd
aangemerkt als de in dit artikel bedoelde subsidieaanvraag, zoals bedoeld in artikel 7 van de Wet.
2. De subsidieaanvraag bevat een begroting en een activiteitenplan. In dit activiteitenplan geeft de Stichting aan welke activiteiten zij voornemens is uit te voeren, die zijn gericht op de openbare ruimte en op het internet, het bevorderen van leefbaarheid of veiligheid in de BIZ of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de BIZ, zoals beschreven in artikel 1 van de Wet.
3. De subsidieaanvraag bevat een afschrift van de statuten van de Stichting zoals deze gelden op de datum van de subsidieaanvraag.
4. De in lid 2 genoemde begroting en het activiteitenplan dienen uiterlijk op 1 november te zijn ingediend.
5. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene Wet Bestuursrecht kan het niet tijdig en/of onvolledig indienen van een schriftelijk subsidieverzoek tot gevolg hebben dat de uitbetaling van het voorschot wordt opgeschort.
6. Het niet goedkeuren van de stukken door de gemeente heeft tot gevolg dat de uitbetaling van het voorschot van de subsidie wordt opgeschort. De gemeente zal vier weken nadat de stukken alsnog zijn goedgekeurd overgaan tot uitbetaling van het voorschot van de subsidie.
7. Deze overeenkomst laat onverlet, dat de Stichting ook andere subsidies of giften kan ontvangen om haar doelstellingen te bereiken. Indien hiervan sprake is, dient de Stichting zulks in haar verantwoording transparant te maken.
Artikel 10 Beslistermijn BIZ-subsidieverlening
1. Het college beslist op een BIZ-verzoek binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.
2. De beslissing kan eenmaal met ten hoogste vier weken worden verdaagd.
Artikel 11 Hoogte BIZ-subsidie en verplichting Stichting
1. Het college verstrekt de Stichting jaarlijks een BIZ-subsidie. Deze subsidie bedraagt de daadwerkelijk in het kalenderjaar te ontvangen BIZ-bijdragen.
2. Terugbetalingen als gevolg van vermindering van de WOZ-waarde en eventuele oninbaarheid van openstaande vorderingen leiden tot een lager subsidiebedrag en komen voor rekening en risico van de Stichting.
3. Eventuele minderopbrengsten van de BIZ-bijdragen ten opzichte van de ingeschatte of begrote opbrengst zijn voor rekening en risico van de Stichting.
4. De subsidie wordt overgemaakt op de bankrekening van de Stichting.
5. De Stichting verplicht zich de activiteiten te verrichten waarvoor de BIZ-subsidie wordt verstrekt, een en ander in overeenstemming met artikel 7, lid 3 van de Wet.
6. Op de subsidieverlening zijn naast de verordening, de Wet en de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing. De Algemene Subsidieverordening gemeente Papendrecht, 2013 is niet van toepassing op de subsidieverlening.
Artikel 12 Bevoorschotting BIZ-subsidie
1. De gemeente maakt in het eerste tot en met het vierde jaar uiterlijk op 15 januari van het subsidiejaar een voorschot over ter hoogte van 80% van de begrote BIZ-subsidie. De overige 20% volgt bij vaststelling van de subsidie.
2. De gemeente maakt in het vijfde jaar uiterlijk op 15 januari van het subsidiejaar een voorschot over ter hoogte van 80% van de begrote BIZ-subsidie.
Artikel 13 Jaarverslag, verantwoording na afloop subsidiejaar
1. Uiterlijk 1 juli van het kalenderjaar na afloop van het subsidiejaar brengt de Stichting een financieel en inhoudelijk verslag uit aan het college van de door haar gerealiseerde activiteiten:
a. door het inzichtelijk maken van een jaarrekening, alsmede van een verslag van de uitgevoerde activiteiten;
b. het financiële deel van het verslag omvat een goedgekeurde accountantsverklaring. In de beschikking tot subsidieverlening wordt door het college aangegeven welke soort accountantsverklaring bij de aanvraag moet worden overlegd. De accountant doet in elk geval onderzoek naar de getrouwheid en rechtmatigheid van het financieel verslag of de jaarrekening en legt de uitslag van zijn onderzoek vast in een schriftelijke verklaring.
c. het inhoudelijk deel van het jaarverslag bevat in ieder geval een verantwoording van de uitvoering van het activiteitenplannen en de in deze overeenkomst benoemde prestatieafspraken.
2. De Stichting geeft de gemeente desgevraagd alle inlichtingen die voor de beoordeling van de uitvoering van deze overeenkomst van belang kunnen zijn, en stelt de gemeente uit eigen beweging onverwijld op de hoogte van bijzondere ontwikkelingen en onvoorziene knelpunten, die relevant zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst. De gemeente toetst de verantwoording aan het businessplan van de Stichting, aan de begroting, aan de Wet, aan het gemeentelijk beleid en aan deze overeenkomst.
3. De Stichting kan bij hoge uitzondering het college schriftelijk en met redenen omkleed uitstel van maximaal vier weken vragen voor het uitbrengen van de hiervoor genoemde verslagen. Dit verzoek moet uiterlijk twee weken voor het verstrijken van de hiervoor genoemde datum bij het college worden ingediend. Uiterlijk twee weken na ontvangst van het verzoek om uitstel beslist het college of het verzoek wordt ingewilligd.
Artikel 14 Vaststelling BIZ-subsidie en eindafrekening
1. Binnen acht weken na ontvangst van het jaarverslag stelt het college de hoogte van BIZ- subsidie over het voorgaande subsidiejaar definitief vast.
2. Wanneer een deel van de BIZ-subsidie niet is besteed, wordt dit verschoven naar het volgende subsidiejaar.
3. Wanneer het vastgestelde bedrag hoger is dan het verstrekte voorschot, zal de gemeente het verschil binnen zes weken aan de Stichting uitbetalen.
4. Wanneer (bijvoorbeeld door oninbare posten of gehonoreerde bezwaar- en beroepschriften) het vastgestelde bedrag lager is dan het verstrekte voorschot, zal dit verschil worden verrekend met de uit te betalen BIZ-subsidie van het dan volgende subsidiejaar, dan wel zal de Stichting het verschil binnen zes weken aan de gemeente betalen. De Stichting dient zich ervan bewust te zijn dat zij het risico draagt van eventuele minderopbrengsten van de BIZ-bijdragen ten opzichte van de geraamde opbrengst.
5. Wanneer de Stichting kennelijk in gebreke blijft bij de uitvoering van het activiteitenplan, kan het college, al dan niet in overleg met de Stichting, besluiten het vast te stellen subsidiebedrag daarop aan te passen.
6. Indien aan het einde van de BIZ-periode een deel van de op die periode betrekking hebbende BIZ-subsidie niet is besteed, kan de Gemeente besluiten dat deel aan de Stichting ter beschikking te stellen. Het geld dient dan wel te worden besteed aan activiteiten conform de statuten en doelstellingen van de Stichting.
Artikel 15 Beëindiging van de BIZ
1. De Stichting kan de gemeente, indien zij voldoet aan de voorwaarden die worden genoemd in artikel 6 van de Wet, verzoeken de verordening in te trekken.
2. Indien de Gemeenteraad daartoe besluit stopt de subsidieverstrekking met ingang van de datum van het intrekken van de verordening.
3. Bij beëindiging van de BIZ, op welke manier dan ook:
a. zal de eindafrekening plaatsvinden naar deze datum met dien verstande, dat indien een batig saldo overblijft, dit door de Stichting conform haar statuten zal worden besteed, indien een tekort overblijft, dit voor rekening en risico van de Stichting blijft.
b. wordt deze overeenkomst na de eindafrekening ontbonden.
Artikel 16 Afdwingbaarheid
Deze overeenkomst is rechtens afdwingbaar met inachtneming van de bepalingen in artikel 18.
Artikel 17 Opschortende en ontbindende voorwaarden
1. Deze overeenkomst komt tot stand onder de opschortende voorwaarde, dat uit de draagvlakmeting blijkt, dat er voldoende bijdrageplichtige eigenaren en gebruikers instemmen met de invoering van de verordening, dat wil zeggen dat wordt voldaan aan artikel 5 van de Wet.
2. Deze overeenkomst wordt voorts aangegaan onder de ontbindende voorwaarde dat de Gemeenteraad de verordening in 2017 zal vaststellen.
Artikel 18 Overleg
1. Partijen overleggen tenminste één keer per jaar over onder meer de voortgang van de uitvoering van het activiteitenplan, relevante ontwikkelingen en plannen van de Stichting voor de volgende subsidiejaren. Gemeente Papendrecht neemt het initiatief tot dit overleg.
2. In het vijfde jaar vindt voor 1 juli een evaluatie plaats, waarin partijen gezamenlijk besluiten of de BIZ zal worden verlengd.
Artikel 19 Geschillen
Partijen kunnen eventuele geschillen die voortvloeien uit deze overeenkomst voorleggen aan een door hen gezamenlijk te benoemen mediator. Indien van toepassing worden de kosten van deze mediation ieder voor de helft gedragen. Wanneer deze mediation niet tot een oplossing tussen Partijen leidt, zijn zij vrij het geschil aan de daartoe bevoegde rechter voor te dragen.
Artikel 20 Slotbepaling
1. Partijen streven ernaar geschillen betreffende de uitleg, uitvoering of nakoming van deze overeenkomst in onderling overleg op te lossen.
2. Aanvullende dan wel afwijkende bedingen zijn alleen van kracht indien partijen deze schriftelijk hebben vastgelegd en ondertekend.
3. Deze overeenkomst komt tot stand (niet eerder dan) na een positief besluit van het bevoegde orgaan en ondertekening van beide partijen.
4. Bij het beoordelen van het tijdig indienen van de diverse stukken genoemd in deze overeenkomst is de Algemene termijnenwet van toepassing.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt te Papendrecht op 14 november 2017.
Namens gemeente Papendrecht Namens Stichting BIZ Centrum Papendrecht
Wethouder Voorzitter