DE GROEPSVERZEKERING
DE GROEPSVERZEKERING
SPAREN VOOR LATER VIA HET WERK
INLEIDING
EEN GOEDE VOORBEREIDING OP DE TOEKOMST …
Om bij uw pensioen niet voor verrassingen te staan, bereidt u zich best zo goed mogelijk voor. Een eerste noodzakelijke stap is het zorgen voor een duidelijk zicht op uw persoonlijke financiële situatie.
Hebt u via uw werkgever toegang tot een aanvullend pensioen, dan kunt u informatie hierrond lezen in de brochure ‘De groepsverzekering’ van Assuralia. Vragen als ‘Hoe wordt uw aanvullend pensioen opgebouwd? Wanneer ontvangt u welk bedrag? Wat gebeurt er met uw aanvullend pensioen bij overlijden?’ krijgen er een antwoord in zeer duidelijke consumententaal. Wikifin – het programma inzake financiële vorming van de FSMA – is dan ook ten zeerste verheugd met het verschijnen van deze brochure.
De overheid en in het bijzonder de FSMA, maar ook de sectorfederaties en alle commerciële en niet-commerciële organisaties die in contact staan met financiële consumenten, spelen een belangrijke rol bij het verspreiden van objectieve en duidelijke informatie. Op die manier worden consumenten begeleid bij hun keuzes die vaak een grote impact hebben op de kwaliteit van hun materiële leven en dat van hun naasten.
Voor de financiële vorming van eenieder is het een positief signaal dat de initiatieven om het informatieaanbod voor de consumenten te vergroten, uitgaan van diverse actoren. Het gamma van financiële en verzekeringsproducten is immers zeer uitgebreid en divers: er is dus veel werk aan de winkel. Het is dan ook noodzakelijk dat de verschillende actoren hun krachten bundelen en samenwerken om de kennis van de consumenten te vergroten.
Ik wens u veel leesplezier en een goede voorbereiding op de toekomst toe!
Xxxx-Xxxx Xxxxxxx
Voorzitter van de FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten)
Initiatiefnemer van xxx.xxxxxxx.xx, 2
de portaalsite voor financiële informatie van de overheid
WAT IS DE GROEPSVERZEKERING
WAT IS DE GROEPSVERZEKERING?
DRIE PENSIOENPIJLERS
C EERSTE PIJLER
Wie in België werkt, heeft recht op een wettelijk pensioen. Dit is de eerste pensioenpijler. Die ziet er anders uit naargelang je werknemer, ambtenaar of zelfstandige bent. Deze brochure beperkt zich tot de werknemers. Op hoeveel je als werknemer recht hebt, hangt vooral af van:
• hoelang je gewerkt hebt
• hoeveel je verdiende
C TWEEDE PIJLER
Daarnaast kan je werkgever voorzien in de opbouw van een aanvullend pensioen. Dat is de tweede pensioenpijler. In België zijn meer dan zeven op tien werknemers aangesloten bij een aanvullend pensioenplan. Dat gebeurt via een groepsverzekering of een pensioenfonds waarin de werkgever en/of de werknemer geld storten. Het overgrote deel van de werkgevers – meer dan 95%
- kiest voor een groepsverzekering. We zullen ons in deze brochure grotendeels beperken tot de groepsverzekering, maar heel wat informatie geldt eveneens voor de pensioenfondsen.
C DERDE PIJLER
Bovendien kan je zelf iets opzij leggen voor later en hierop vandaag een fiscaal voordeel genieten. Dat is de derde pensioenpijler. Die bestaat in de eerste plaats uit het pensioensparen. Je leest er alles over in de brochure “Pensioensparen, zo doe je het". Daarbij komt ook het langetermijnsparen waarover je meer informatie vindt op in de brochure “Sparen voor je pensioen via een levensverzekering".
3
WAT IS EEN GROEPSVERZEKERING
EEN GROEPSVERZEKERING LOONT
Een werknemer komt gemiddeld aan een wettelijk pensioen van ongeveer 1.364 euro bruto per maand. Dat is meestal veel minder dan wat je gewoon bent om te verdienen op het einde van je loopbaan.
Elke levensfase brengt bepaalde kosten met zich mee. Mogelijk huur je je woning nog wanneer je met pensioen gaat. En met het ouder worden kunnen de kosten voor comfort, verzorging en medische hulp toenemen. Wie vandaag op pensioen gaat, doet dat doorgaans met nog een heleboel plannen in het vooruitzicht. Xxxxxx, genieten van het leven, leuke dingen doen met de kleinkinderen,… Plannen waarvoor vroeger niet genoeg tijd was… en die geld kosten.
Dankzij de tweede pensioenpijler maak je de kloof tussen je laatste loon en je wettelijk pensioen kleiner.
Voor zelfstandigen en vrije beroepen bestaan aparte systemen in de tweede pensioenpijler: het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ), Individuele Pensioentoezeggingen (IPT), Pensioenovereenkomst voor zelfstandige natuurlijke personen (POZ). Deze brochure gaat niet verder in op deze formules.
4
OPBOUW VAN HET AANVULLEND PENSIOEN
HOE WORDT HET AANVULLEND PENSIOEN OPGEBOUWD?
DE STORTINGEN
Jij en/of je werkgever storten elke maand een bedrag in je groepsverzekering. Er kan dus een werkgeversbijdrage of een werknemersbijdrage (die de werkgever op het loon inhoudt) zijn, of beide. Welke bedragen of welk percentage van het loon er naar je groepsverzekering gaan, staat in het pensioenreglement van je werkgever.
Het pensioenreglement is een document dat alle details bevat over je aanvullend pensioen. De deelname aan een bestaand pensioenplan is verplicht voor wie behoort tot de erin beschreven personeelscategorie. Er staat bijvoorbeeld in hoeveel de premies bedragen en of er een overlijdensdekking is. Dat is het bedrag dat uitgekeerd wordt bij overlijden vóór het bereiken van de pensioenleeftijd, en dat eventueel varieert naargelang je gezinssituatie. Je kan het document opvragen bij je (ex-) werkgever.
5
OPBOUW VAN HET AANVULLEND PENSIOEN
Er bestaan twee soorten aanvullende pensioenplannen.
C VASTE BIJDRAGEN
De meest voorkomende soort. Elke maand storten jij en/of je werkgever een bepaald bedrag – meestal een percentage van je loon - in het aanvullend pensioen. Bij dit soort contracten heb je geen exact zicht op het bedrag dat je op het einde van de rit als aanvullend pensioen zal ontvangen, maar je krijgt wel elk jaar een overzicht van wat er tot hiertoe in je spaarpotje zit en wat dat alvast zal opleveren tegen je pensioen. Xxxx ook de uitleg over rendement.
C VASTE PRESTATIES
Je plan voorziet een te bereiken doel bij je pensioen, bijvoorbeeld uitgedrukt in een percentage (waarin doorgaans ook het verwachte wettelijke pensioen verwerkt is) ten opzichte van je laatste jaarloon. De groepsverzekeraar berekent welke bijdragen nodig zijn om dit bedrag te bereiken. Het grootste deel van het kapitaal wordt opgebouwd naar het einde van de loopbaan, waardoor het nadelig kan zijn om van werk te veranderen. Deze pensioenplannen komen almaar minder voor.
6
OPBOUW VAN HET AANVULLEND PENSIOEN
DE OPBRENGST
In geval van een verzekering tak 21
Het overgrote deel van de groepsverzekeringen wordt vandaag beheerd in tak 21.
Behoud van de gestorte premies
+ gegarandeerd jaarlijks rendement
+ mogelijke winstdeling
In dat geval beheert de groepsverzekeraar het gestorte geld na aftrek van kosten en investeert het in veilige beleggingen, zoals (staats) obligaties, en dit allemaal onder strenge controle van de overheid. Niet alleen heb je zo de garantie dat wat jij en je werkgever storten niet verloren gaat, je geniet bovendien ook van een gegarandeerd rendement op deze bedragen. Elk jaar leveren rendementen van vorige jaren op hun beurt mee rendement op. Hoe jonger je begint met een aanvullend pensioen, hoe groter het kapitaal op het einde van de rit zal zijn. Bovendien kent de verzekeraar in jaren met goede beleggingsresultaten vaak nog een winstdeling toe bovenop het gegarandeerd rendement.
7
OPBOUW VAN HET AANVULLEND PENSIOEN
In geval van een verzekering tak 23
Een minderheid van de groepsverzekeringen wordt vandaag beheerd via tak 23. Deze groepsverzekeringen werken min of meer als een pensioenfonds en beleggen meer in aandelen. In dit geval biedt de verzekeraar geen gegarandeerd rendement, en moet de werkgever zelf instaan voor de (volledige) rendementswaarborg zoals hierna wordt toegelicht.
Tegen het moment waarop je bij je werkgever vertrekt of wanneer je op pensioen gaat, heb je als minimum recht op de gestorte pre- mies en op een jaarlijks rendement.
> Tot en met 2015 bedroeg dit rendement 3,75% op de werknemersbijdragen en 3,25% op de werkgeversbijdragen (dit laatste enkel in geval van een plan met vaste bijdragen).
> Sinds 2016 houdt dit minimumrendement rekening met de evolutie van de financiële markten door gebruik van een formule die weliswaar nooit een resultaat kan geven lager dan 1,75% en nooit hoger dan 3,75%. Op xxx.xxxx.xx (onder het luik “Toezicht”) vind je meer info over het exacte rendement dat de werkgever je minstens moet bieden.
> Het rendement dat de verzekeraar op de groepsverzekering biedt kan lager of hoger liggen. Is het lager, dan moet de werkgever bijpassen. Is het hoger, dan komt dat jou allemaal toe.
Nog een belangrijk voordeel, eigen aan een groepsverzekering, is dat de werkgever bijkomende dekkingen kan voorzien. Zo voorzien heel wat groepsverzekeringen een kapitaalsuitkering als je overlijdt vóór je op pensioen gaat. Verschillende formules zorgen voor een automatische doorstorting van de bijdragen wanneer je arbeidsongeschikt bent. Meer over de bijkomende dekkingen lees je in hoofdstuk 5.
8
OPBOUW VAN HET AANVULLEND PENSIOEN
DE FISCALE EN FINANCIËLE VOORDELEN
Een groepsverzekering kan een belangrijk onderdeel van je verloning vormen. Ga je solliciteren? Vraag dan goed na wat precies voorzien is op het vlak van het aanvullend pensioen. Neem het mee in je vergelijking als je kiest tussen verschillende jobs.
Bovendien biedt het aanvullend pensioen een aantal interessante
fiscale voordelen:
> Je werknemersbijdragen staan vermeld op de jaarlijkse fiscale loonfiche. Zo geef je ze aan in je personenbelasting en komen ze in aanmerking voor een belastingvermindering ter waarde van 30% (+ gemeentelijke opcentiemen).
> De werkgeversbijdragen genieten ook een gunstig (para)fiscaal kader. Hierdoor brengt eenzelfde werkgeverskost jou dubbel zoveel op wanneer dit als werkgeversbijdrage in de groepsverzekering gestort wordt, als wanneer dit cash onmiddellijk uitbetaald zou worden.
9
UITEINDELIJK BEDRAG
WANNEER XXXXX JE WELK BEDRAG?
WANNEER?
> Verplichte uitkering wanneer je effectief met (vervroegd)
pensioen gaat.
> Soms kan het vroeger als dat in je pensioenreglement staat en als je voldoet aan de voorwaarden om vervroegd met pensioen te gaan.
> Enkele maanden vóór de ingang van je wettelijk pensioen informeert de verzekeraar je hierover.
WELK BEDRAG?
> Het brutobedrag vind je terug op de pensioenfiche die je elk jaar ontvangt (zie hoofdstuk 4).
> Netto houd je er ongeveer 75 à 85% van over als je het bedrag ineens als kapitaal opneemt. Naarmate je langer blijft werken, houd je netto meer over.
> De rest is voor de fiscus en de sociale zekerheid.
DE INHOUDINGEN
> Op het volledige bruto bedrag betaal je in elk geval een solidariteitsbijdrage van maximaal 2% en een RIZIV-bijdrage van 3,55%.
Verder hangt de belasting af van de manier waarop je het geld opneemt. Doe je dat in één keer – dus in een kapitaal – dan betaal je alle belasting ook in één keer. Als je het geld in de vorm van een rente opneemt, dus bijvoorbeeld per maand, dan hangt de belasting af van het feit of je aanvullend pensioenplan je de keuze gaf tussen een uitbetaling in één keer of in een rente dan wel of je alleen maar een opname in rente kon krijgen. Op het deel van de winstdeelname betaal je alvast geen verdere belasting.
10
UITEINDELIJK BEDRAG
DRIE VORMEN VAN UITKERING
C OPNAME IN ÉÉN KEER (KAPITAAL)
> Op het bedrag dat je bij elkaar spaarde met werknemersbijdragen betaal je na de solidariteits- en RIZIV-bijdrage nog 10% belasting (+ gemeentelijke opcentiemen) via de personenbelasting. Als de opcentiemen in je gemeente bijvoorbeeld 7% bedragen, dan betaal je 10,7% belasting op dit bedrag.
> Op het bedrag dat je bij elkaar spaarde met werkgeversbijdragen betaal je ook een belasting. Die is afhankelijk van je leeftijd op het ogenblik dat je het kapitaal ontvangt. Hoe vroeger je dit opneemt, hoe hoger deze belasting:
• 60 jaar: 20% *
• 61 jaar: 18% *
• 62 tot 64 jaar: 16,5%
• 65 jaar: 10 % als je tot dan blijft werken, zoniet 16,5%
C OPNAME IN EEN RENTE (JE KOOS ERVOOR OM JE KAPITAAL OM TE ZETTEN IN EEN RENTE-UITKERING)
Na de solidariteits- en RIZIV-bijdragen en de belasting op het kapitaal zoals vermeld onder punt 1 betaal je jaarlijks roerende voorheffing (30%) op 3% van het resterende nettobedrag van je groepsverzekering.
C OPNAME IN EEN RENTE (HET PENSIOENREGLEMENT VOOR- ZAG UITSLUITEND DEZE MOGELIJKHEID)
Na de solidariteits- en RIZIV-bijdrage betaal je elk jaar de gewone belasting op je pensioeninkomen, waartoe ook de renteuitkering behoort. De belastingvoet stijgt naarmate je inkomen hoger is.
11
* 16,5% als je op die leeftijd ook je wettelijke pensioen opneemt.
UITEINDELIJK BEDRAG
OPGELET!
Bij deze percentages moet je ook nog de gemeentelijke opcentiemen bijtellen.
HOE VOLG JE JOUW GROEPSVERZEKERING OP?
ONLINE DATABANK
Iedereen kan online een beveiligde databank raadplegen met daarin alle informatie over zijn of haar groepsverzekeringen, ook de groepsverzekeringen bij vroegere werkgevers die je niet zou meegenomen hebben naar je nieuwe werkgever. Je zal er per contract kunnen vinden wat je opgebouwd hebt, welke overlijdensdekking eventueel voorzien is, welke pensioeninstelling het contract beheert,...
Alle informatie op één plek dus. Surf naar www.mypension. be en klik er op “mijn aanvullend pensioen”. Het is aan te raden om je mailadres achter te laten op deze website of je eBox op xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx te activeren waardoor je jaarlijks via mail een update krijgt van je aanvullende pensioenrechten.
JAARLIJKSE PENSIOENSFICHE
Elk jaar ontvang je een fiche met informatie over je huidige groepsverzekering. Hiernaast vind je een voorbeeld van zo’n pensioenfiche.
12
HOE TE VOLGEN
VOORBEELD
13
HOE TE VOLGEN
UITLEG OVER DE JAARLIJKSE PENSIOENFICHE
1
Jouw gegevens. Jij bent de “aangeslotene”.
2 De datum waarop de gegevens betrekking hebben. Intussen kan het dus zijn dat er alweer bijgestort is.
3 > De gegevens van de groepsverzekeraar bij wie jouw pensioenplan loopt.
> De gegevens van je werkgever die de groepsverzekering afgesloten heeft. Het kan ook dat hier de sector staat waar je werkt. Dat is het geval wanneer het om een pensioenplan gaat dat via het paritaire comité op sectorniveau ingevoerd werd en waarin je werkgever verplicht premies voor jou moet storten.
> De naam van het pensioenplan en ook de vermelding of
het gaat om een groepsverzekering met vaste bijdragen of
met een vaste prestatie (zie hoofdstuk 2).
4 Dit is het bedrag dat je mag verwachten als je tot de einddatum van het contract (in dit voorbeeld 65 jaar) blijft verder storten zoals je dat nu doet. Het is dus een berekening die rekening houdt met aanhoudende gelijke stortingen bij dezelfde verzekeraar tot aan je pensioen.
5 Dit is het bedrag dat je zal ontvangen op de einddatum van het contract als je nu zou stoppen met storten in deze groepsverzekering, ook wel “verworven prestatie” genoemd. Dit bedrag houdt rekening met wat er tot vandaag gestort is en met wat dat tot aan je pensioen zal opbrengen als je het laat staan bij deze groepsverzekeraar.
14
HOE TE VOLGEN
6
7
Dit is het bedrag wat je vandaag al bijeen hebt gespaard, ook wel “verworven reserve” genoemd. Dit bedrag houdt dus geen rekening met de rendementen die je er nog mee zal halen tot aan je pensioen. Als je van werkgever verandert en je groepsverzekering overdraagt, is dit het bedrag dat je kan “meenemen”.
Als er een overlijdensdekking is, is dit het bedrag dat je naasten zullen ontvangen bij jouw overlijden voor de einddatum van het contract (hier dus vóór 65 jaar).
8
9
De bedragen zijn altijd in bruto uitgedrukt. Je moet er dus de sociale en fiscale inhoudingen nog van aftrekken. Meestal staat hier het totale bedrag, maar soms staat hier (ook) een bedrag per maand of per jaar. Dan gaat het om een aanvullend pensioen dat je onder de vorm van een rente opneemt. Je hebt vaak de keuze om je aanvullend pensioen in een rente te laten uitkeren, maar heel zelden verplicht je pensioenplan dit (zie hoofdstuk 3).
Voor meer informatie kan je in de eerste plaats terecht bij je werkgever. Meestal gaat dat via de personeelsdienst. Gaat het om een oud contract en is er van de werkgever geen sprake meer, dan kan je ook altijd terecht bij de groepsverzekeraar.
15
DOORHEEN JE LEVEN EN LOOPBAAN
DE GROEPSVERZEKERING DOORHEEN JE LEVEN EN LOOPBAAN
VAN WERK VERANDEREN OF WERKLOOS WORDEN
Je behoudt het recht op wat je al bij elkaar spaarde, maar opnemen gaat pas wanneer je met pensioen gaat of oud genoeg bent (zie hoofdstuk 3). De werkgever bij wie je vertrekt zal je inliten over je mogelijke opties:
> Je laat het opgespaarde bedrag staan bij je oude werkgever
tot het einde van het contract. Meestal is dat tot op 65 jaar.
> Je neemt het opgespaarde bedrag mee naar het plan van je nieuwe werkgever. Dat kan alleen als die nieuwe werkgever je ook een aanvullend pensioen aanbiedt.
> Je draagt het opgespaarde bedrag over naar een andere verzekeraar van jouw keuze en laat het daar verder rendement opbrengen tot aan je pensioen. Dit gebeurt dan wel aan de voorwaarden van die nieuwe verzekeraar.
OPGELET!
Soms valt je overlijdensdekking weg als je vertrekt of werkloos wordt. Dit kan je vermijden door:
> Je opgespaard bedrag te laten staan in het plan bij je oude werkgever maar het in te zetten voor een overlijdensdekking gelijk aan dat bedrag. In ruil voor een iets lager pensioenkapitaal op einddatum zal de verzekeraar het opgespaarde bedrag bij een vroegtijdig overlijden uitbetalen aan de persoon of personen die daartoe aangeduid staat of staan.
> Je spaarpotje over te dragen naar een ander contract in een zogenaamde “onthaalstructuur”. In zo’n contract kan je meestal ook een andere overlijdensdekking kiezen voor zover het pensioenreglement deze mogelijkheid voorziet.
16
DOORHEEN JE LEVEN EN LOOPBAAN
ARBEIDSONGESCHIKT WORDEN
Een bijkomend voordeel aan een verzekering is dat je bijkomende waarborgen kan hebben. Sommige groepsverzekeringen voorzien dat de premies – eventueel gedurende een maximum aantal maanden of jaren – verder doorgestort worden in de groepsverzekering in geval van arbeidsongeschiktheid zodat je aanvullend pensioen in dit geval verder blijft aangroeien.
Als deze waarborg er niet is, ga je best na hoe het verder loopt met je groepsverzekering wanneer je lange tijd niet kan werken. De kans bestaat dat de premie van de overlijdensdekking (als die er is) betaald wordt met geld uit je opgespaarde bedrag, waardoor je aanvullend pensioen bij pensionering kleiner zal zijn.
Word je zelfstandige of ambtenaar? Dan kan je het opgespaarde bedrag laten staan of overdragen naar een pensioeninstelling, maar dan kan je geen verdere bijdragen storten in deze groepsverzekering. Als ambtenaar heb je immers recht op een hoger wettelijk pensioen en voor zelfstandigen bestaan er andere formules, zoals het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ), Individuele Pensioentoezeggingen (IPT) of pensioenovereenkomsten voor zelfstandige natuurlijke personen (POZ) .
17
DOORHEEN JE LEVEN EN LOOPBAAN
MET PENSIOEN GAAN
Je neemt het opgespaarde bedrag op wanneer je met pensioen gaat. Tenzij je een zeldzaam aanvullend pensioenplan hebt dat een renteuitkering verplicht, heb je altijd de keuze tussen een opname in kapitaal, dus in één keer, of in de vorm van een rente, meestal per maand, of nog via een mix van beide.
In hoofdstuk 3 lees je hoe je aanvullend pensioen belast wordt naargelang de vorm waarin je het opneemt. Bekijk wat voor jou het voordeligst is op fiscaal vlak. Maar ook andere factoren kunnen je keuze beïnvloeden:
> Kan je met zo’n grote som deskundig omspringen om ervoor te zorgen dat je ermee toekomt voor de rest van je leven of ben je meer gebaat met een vast bedrag per maand?
> Wil je liever een grote som om een investering of een schenking te doen?
> Is je woning aan renovatie toe of wil je de (klein) kinderen een
duwtje in de rug geven?
> Ben je er gerust in dat je met je kapitaal in je noden kan voorzien zolang je verder leeft of is een rente daar beter toe geschikt?
> Verwacht je dat er in de toekomst meer of minder inflatie zal zijn?
18
DOORHEEN JE LEVEN EN LOOPBAAN
BIJ JE OVERLIJDEN
De meeste groepsverzekeringen voorzien in een kapitaal voor als je zou overlijden vóór de einddatum van het contract. De verzekeraar keert dat kapitaal uit aan de mensen die achterblijven. Deze uitkering moet het wegvallen van jouw inkomen financieel verzachten. De personen die het kapitaal ontvangen zijn de “begunstigden”.
Het pensioenreglement van je werkgever bepaalt wie dat zijn. Meestal is dat in de eerste plaats de echtgenoot of echtgenote of de wettelijk samenwonende partner. Als die er niet (meer) is, gaat het kapitaal meestal naar de kinderen. Als er geen kinderen of kleinkinderen (meer) zijn en geen andere begunstigden aangeduid zijn, gaat het kapitaal mee in de nalatenschap en gebeurt de verdeling zoals dat voor de andere bezittingen geldt.
Meestal bepaalt het pensioenreglement dat je als aangeslotene zelf mag bepalen wie de begunstigden zijn. Je kan dit verder aanpassen naargelang je gezinssamenstelling wijzigt. Xxxx je feitelijk samen en wil je dat het geld bij jouw overlijden naar je partner gaat, dan kan je de begunstiging in die zin wijzigen. Maar dat kan bijvoorbeeld ook als je liever hebt dat het geld op een andere manier verdeeld wordt dan standaard voorzien is. Meerdere mensen aanduiden kan ook.
19
DOORHEEN JE LEVEN EN LOOPBAAN
KLEINE WIJZIGINGEN
Xxxxxxx je of verandert jouw gezinssamenstelling? Ook dan is het nuttig om deze wijzigingen door te geven aan de groepsverzekeraar, ook van oudere groepsverzekeringen waarin intussen niet meer wordt bijgestort.
Check bij je personeelsdienst wat het pensioenreglement precies bepaalt en ga na of dat overeenkomt met jouw wensen. Weet ook dat je dit kan aanpassen wanneer je maar wil, voor zover het pensioenreglement aanpassingen toelaat. Het is belangrijk om hierbij stil te staan, zeker als je leven verandert. Hou wel rekening met de mogelijke successierechten op het kapitaal bij overlijden. Deze kunnen verschillen naargelang je verwantschap met de persoon of personen die je als begunstigde(n) aanduidde.
20
VEELGESTELDE VRAGEN
VEELGESTELDE VRAGEN
C WAT IS EEN CAFETARIAPLAN?
Bij een cafetariaplan heb je als werknemer meer inspraak in hoe je aanvullende verloning gebeurt, vooral wat de besteding van de groepsverzekeringsbijdragen betreft. Je kan het budget van het pensioenplan naar keuze aanwenden en al dan niet kiezen voor bijkomende waarborgen als een overlijdensdekking, een dekking bij arbeidsongeschiktheid, een hospitalisatieverzekering, enzovoort. Het cafetariaplan zal wel grenzen bevatten waarbinnen je moet blijven.
C WAT MET DE GELIJKSCHAKELING TUSSEN ARBEIDERS EN BEDIENDEN?
In het verleden waren de pensioenplannen voor arbeiders – als er al plannen waren – eerder beperkt. Omdat we naar een gelijkschakeling van het arbeidersstatuut en het bediendenstatuut moeten evolueren, zal ook het aanvullend pensioen op termijn niet langer een onderscheid tussen beide mogen maken.
Begin 2014 hebben de sociale partners afgesproken om de kloof tussen arbeiders en bedienden weg te werken. Tegen 2030 zullen werkgevers geen verschillende pensioenplannen meer mogen aanbieden aan arbeiders en bedienden. Uiteraard blijft het voor de werkgevers wel mogelijk om het aanvullend pensioen te laten variëren, zolang dat op objectieve basis gebeurt, zoals volgens anciënniteit in het bedrijf of functiecategorie.
21
VEELGESTELDE VRAGEN
C KAN IK ÉCHT NIET AAN MIJN GROEPSVERZEKERING VOOR IK MET PENSIOEN GA?
Als je al wat aanvullend pensioen hebt opgebouwd en je pensioenreglement deze optie voorziet, kan je jouw groepsverzekering gebruiken om een onroerend goed (bv een woning of een appartement) te kopen, te bouwen of te verbouwen, ook al ben je nog niet met pensioen. Het kan ook gaan om de heraanleg van je tuin, een nieuwe badkamer, enzovoort. Dat kan op drie manieren: via een voorschot, een lening met een wedersamenstelling of een inpandgeving.
> Voorschot: je neemt een deel van je kapitaal op onder de vorm van een voorschot. Tot aan je pensioen betaal je elk jaar intrest op het bedrag dat je opnam. Wanneer de uitkering van de groepsverzekering plaatsheeft, trekt de verzekeraar het voorschot af van je uiteindelijke kapitaal, tenzij je het in tussentijd afgelost hebt.
> Via een lening met wedersamenstelling: Je gaat een lening aan en betaalt alleen de rente aan de bank. Wanneer je je groepsverzekering ontvangt, gebruik je dat bedrag om het kapitaal van de lening terug te betalen. Je groepsverzekeraar zal je xxxxxx ook aflossen wanneer je zou overlijden voordat de lening afbetaald is. Je kan ook de rente laten oplopen en ze pas betalen met je groepsverzekering wanneer je die ontvangt. Wel opletten: je betaalt intussen geen kapitaal af, dus de rente blijft jaarlijks op het hele geleende bedrag berekend.
> Via een inpandgeving: Je geeft je groepsverzekering in pand als waarborg voor de terugbetaling van de lening maar verder is het een “normale” lening.
22
VEELGESTELDE VRAGEN
C WAT IS EEN SECTORPLAN?
Een sectorplan is een aanvullend pensioenplan – al dan niet met bijkomende waarborgen ingeval van overlijden of arbeidsongeschiktheid – dat de vakbonden en werkgevers op sectorniveau overeenkomen voor alle werknemers in hun sector. Het kan bijvoorbeeld gaan om de horecasector of de bouwnijverheid. Iedereen die werkt onder het paritair comité waarvoor een sectorplan voorzien is, moet aangesloten zijn en zal dus genieten van het aanvullend pensioen zoals de sociale partners hebben afgesproken. Een sectorplan bepaalt niet alleen dat er een aanvullend pensioenplan moet zijn, maar legt ook alle spelregels vast over de bijdragen, de dekkingen, enzovoort.
Omdat een sectorplan verplicht is voor alle aangeslotenen in het paritair comité, kan het zijn dat je zowel een sectorplan als een ander pensioenplan hebt lopen via je werkgever.
23
TOT WIE KAN IK ME RICHTEN?
VRAGEN?
Het is onmogelijk om in een aantal bladzijden alle vragen te beantwoorden in verband met de groepsverzekering. In uw verzekeringsovereenkomst vindt u al uw rechten en plichten.
Verdere informatie vindt u op de website xxx.xxxxxxxxx.xx.
Als u gebruikmaakt van de diensten van een verzekerings- tussenpersoon, kunt u natuurlijk ook bij hem terecht voor verdere informatie.
ASSURALIA
Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00 0000 Xxxxxxx
Bij vragen, contacteer ons via xxxx@xxxxxxxxx.xx.
Deze brochure is een initiatief van Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen.