LIRA REPARTITIEREGLEMENT VERGOEDINGEN VIDEO ON DEMAND (VOD)
XXXX REPARTITIEREGLEMENT VERGOEDINGEN VIDEO ON DEMAND (VOD)
Goedgekeurd door het College van Toezicht Auteursrechten
- De CBO’s van audiovisuele makers verenigd in PAM (LIRA, VEVAM en NORMA, hierna “PAM CBO’s”) en RODAP (het Rechtenoverleg voor Distributie van Audiovisuele Producties, waarin de producenten, omroepen en kabelmaatschappijen zijn verenigd) hebben in 2015 een convenant (hierna: “het Convenant”) gesloten. In het Convenant is onder meer overeenstemming bereikt over een regeling op basis waarvan de hoofdregisseurs, de scenarioschrijvers en de hoofdrolspelers van een filmwerk (de hoofdmakers) recht hebben op een aanvullende proportionele billijke vergoeding voor Video On Demand (hierna: “VOD”) exploitatie in Nederland.
- De regeling is uitgewerkt in een model voor vrijwillig collectief beheer (hierna: “VCB-model”). Onderdeel van het VCB-model is dat de aanspraak op voornoemde vergoeding ontstaat op voorwaarde dat de hoofdmaker de rechten ten aanzien van de VOD-Exploitatie aan de producent heeft overgedragen.
- Vanaf 2017 wordt dit geregeld door de ondertekening van een Derdenbeding VOD-Exploitatie dat deel uitmaakt van de opdrachtovereenkomst tussen de producent en de hoofdmaker. De producent is aldus verplicht het Derdenbeding VOD-Exploitatie op te leggen aan door haar gecontracteerde VOD-Exploitanten. Hierdoor zijn VOD-Exploitanten in Nederland verplicht een VOD-Vergoedingenovereenkomst met de PAM CBO’s te sluiten als gevolg waarvan betaling van de vergoeding wordt geregeld tussen de VOD-Exploitanten en de PAM CBO’s. Het door LIRA ontvangen aandeel van de vergoedingen op grond van het VCB-model is bestemd voor de door LIRA vertegenwoordigde schrijvers van filmwerken die ingevolge dit Reglement een aanspraak hebben op een VOD-Vergoeding.
- Dit Reglement bepaalt de voorwaarden voor verdeling van de door LIRA ontvangen VOD- vergoedingen. XXXX zal zich naar beste vermogen inspannen om, binnen haar praktische en financiële mogelijkheden, de verdeling van de VOD-vergoedingen zo veel mogelijk op het feitelijk gebruik van de werken te laten aansluiten. De nadere voorwaarden en grondslagen worden door het bestuur van LIRA vastgesteld.
Artikel 1 Uitgangspunt verdeling
1.1 Dit Reglement heeft betrekking op de door LIRA vanaf 1 januari 2015 ontvangen vergoedingen voor VOD-Exploitatie (hierna: “VOD-vergoedingen”). Onder VOD-Exploitatie wordt in dit Reglement verstaan de beschikbaarstelling van een filmwerk in het kader van een dienst die geheel of mede is gericht op een Nederlands publiek, op zodanige wijze dat het filmwerk voor de leden van het publiek tegen betaling in Nederland op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk is, met uitzondering van dergelijke beschikbaarstelling die gratis toegankelijk is,
of beschikbaarstelling in het kader van een catch-up dienst die de consument gedurende een periode van maximaal 14 dagen na de lineaire uitzending toegang geeft tot het filmwerk zonder enige vorm van (bij)betaling. De VOD-vergoeding en dit Reglement hebben geen betrekking op VOD-Exploitatie buiten Nederland en filmwerken die niet hoofdzakelijk in Nederland of door een Nederlandse producent zijn geproduceerd.
1.2 LIRA keert de VOD-vergoeding met inachtneming van de bepalingen van dit Reglement uit aan rechthebbende auteurs die hun werken xxxxxxx hebben aangemeld bij LIRA en die een VOD- vergoeding hebben geclaimd.
1.3 Onder rechthebbende auteurs wordt in dit Reglement verstaan de natuurlijk persoon of rechtspersoon die ingevolge de Xxxxxxxxxx in zijn hoedanigheid van auteur aanspraak kan maken op een aandeel in de door LIRA op grond van het Convenant en/of VCB-model ontvangen VOD- vergoedingen, alsmede de erfgenamen van deze auteurs. Op basis van dit Reglement komen volgende categorieën rechthebbende auteurs voor een VOD-vergoeding in aanmerking:
a) de schrijver van het scenario;
b) de schrijver die het oorspronkelijke en/of vertaalde werk bewerkt heeft tot een (nieuw) scenario (de bewerker);
c) de schrijver van het format;
d) de schrijver van het synopsis;
e) de schrijver van een documentaire of reportage (de freelance journalist);
f) de schrijver van xxxx ander tekstwerk dat ten grondslag ligt aan of is opgenomen in een filmwerk en waarvan het bestuur van LIRA van oordeel is dat het werk uit hoofde van dit Reglement voor uitkering in aanmerking komt.
1.4 In beginsel en behoudens tegenbewijs zullen de in artikel 1.3 genoemde rechthebbende auteurs worden vermoed te zijn:
- de persoon die als de schrijver in of op het werk wordt aangeduid;
- of als zulks niet duidelijk is of betwist wordt: de persoon die in de opdracht- en/of exploitatieovereenkomst terzake van het werk als schrijver genoemd is;
- of als er sprake is van een pseudoniem: de persoon die naar het oordeel van het bestuur van LIRA voldoende aannemelijk heeft weten te maken dat hij zich van dat pseudoniem heeft bediend;
- of de persoon die anderszins naar het oordeel van het bestuur van LIRA voldoende aannemelijk heeft weten te maken dat hem ook daadwerkelijk de kwaliteit van scenarioschrijver, bewerker, schrijver van het format, schrijver van de synopsis of freelance journalist toekomt.
1.5 Uitgevers, producenten en andere derden zoals werkgevers, die op grond van de Auteurswet als fictief makers zouden kunnen worden aangemerkt, worden nadrukkelijk niet aangemerkt als rechthebbende auteurs en kunnen geen aanspraak maken op VOD-vergoedingen op grond van dit Reglement.
Artikel 2 Vaststelling VOD-vergoeding
2.1 Om voor uitkering van een VOD-vergoeding in aanmerking te komen dient een rechthebbende auteur zijn werk(en) zo nauwkeurig mogelijk aan te melden dan wel te bevestigen op de door
LIRA aangegeven wijze. LIRA kan deze gegevens controleren, onder andere bij de betreffende rechthebbende auteur.
2.2 LIRA zal zich naar beste vermogen inspannen om, binnen haar praktische en financiële mogelijkheden, de verdeling van de VOD-vergoedingen zo veel mogelijk op het feitelijk gebruik van de werken te laten aansluiten. Afhankelijk van de mate van beschikbaarheid van gebruiksgegevens omtrent de VOD-Exploitatie zal LIRA de grondslagen voor de verdeling nader bepalen. Daarbij kan door LIRA onder andere worden meegewogen de opname van een filmwerk in VOD-catalogi en het aantal opvragingen van een filmwerk, voor zover LIRA deze informatie heeft ontvangen van de aan LIRA betalende VOD-Exploitanten. LIRA kan bij de verdeling van de VOD-vergoedingen ook gebruik maken van gebruiksgegevens en verdelingswijzen van andere door LIRA verdeelde auteursrechtelijke vergoedingen. Het bestuur zal periodiek evalueren in hoeverre de aan de verdeling ten grondslag liggende gegevens (nog) voldoende representatief zijn om de uitkering op te baseren.
Artikel 3 Berekening van ieders aandeel
3.1 Indien er geen andere rechthebbende auteurs zijn, ontvangt de rechthebbende auteur 100% van de beschikbare vergoeding. Indien er twee of meer rechthebbende auteurs binnen een categorie repartitiegerechtigd zijn, ontvang ieder van die auteurs een gelijk deel van de voor die categorie beschikbare vergoeding.
3.2 Zijn zowel de schrijver(s) van het format, als ook de schrijver(s) van de synopsis alsmede de schrijver(s) van het scenario repartitiegerechtigd, dan vindt de verdeling als volgt plaats:
a) de schrijver(s) van het format: 10%
b) de schrijver(s) van de synopsis: 15%
c) de schrijver(s) van het scenario: 75%
3.3 Zijn zowel de schrijver(s) van de synopsis als de schrijver(s) van het scenario repartitiegerechtigd, dan vindt de verdeling als volgt plaats:
a) de schrijver(s) van de synopsis: 25%
b) de schrijver(s) van het scenario: 75%
3.4 Zijn zowel de schrijver(s) van het format als de schrijver(s) van het scenario repartitiegerechtigd, dan vindt de verdeling als volgt plaats:
a) de schrijver(s) van het format: 10%
b) de schrijver(s) van het scenario: 90%
3.5 Indien het een bewerking tot een (nieuw) scenario betreft, is voor de schrijver(s) van het oorspronkelijke scenario een aandeel van 66,66% beschikbaar en voor de bewerker(s) een aandeel van 33,34%.
3.6 Indien door rechthebbende auteurs is aangetoond of voldoende aannemelijk is gemaakt dat een andere verdeling meer recht doet aan de daadwerkelijke schrijfprestaties en alle rechthebbende auteurs daarmee schriftelijk instemmen, kan die andere verdeling worden gehanteerd.
Artikel 4 Beperkt of geen recht op uitkering
4.1 De volgende werken komen voor een beperkte uitkering van de beschikbare vergoeding in aanmerking:
a) Documentaires (met onderliggend scenario): 25%
b) Overige relevante vooraf gescripte (journalistieke) bijdragen in nieuws- en
actualiteitenprogramma’s: 25%
c) Indien er sprake is van een muziek-dramatisch werk (zoals maar niet beperkt tot opera’s, operettes, cabaret en theatershows) met enerzijds een bestandsdeel aan prozawerken of dramawerken en anderzijds een bestandsdeel aan muziek en/of liedjes, dan wordt 50% van de tijdsduur van het werk voor repartitie in aanmerking genomen en aan de rechthebbende auteur(s) van de proza- en dramawerken uitgekeerd.
4.2 Tenzij door het bestuur anders wordt besloten, zijn de volgende werken uitgesloten van repartitie op grond van dit Reglement:
- werken die in loondienst tot stand zijn gekomen als bedoeld in artikel 7 Auteurswet;
- werken van minder dan één minuut;
- works-made-for-hire;
- redactie- en researchwerkzaamheden;
- muziekvideo’s;
- promotiefilms;
- reality/reallife/human interestprogramma’s;
- sportuitzendingen, sportverslaggeving en sportprogramma’s;
- (bijdragen aan) quiz- en spelprogramma’s;
- reclameboodschappen en commerciële verkoopprogramma’s;
- interviews en (vraag)gesprekken;
- inleidende of verbindende commentaren, presentatieteksten en voice-overs;
- alle overige niet-vooraf gescripte (bijdragen in) programma’s;
- alle andere werken die naar hun aard niet in aanmerking komen voor de VOD-vergoeding en dientengevolge naar het bindend oordeel van XXXX niet voor repartitie in aanmerking komen.
Artikel 5 Bagatelregeling
5.1 Teneinde een verantwoord evenwicht te behouden tussen de kosten van de verdeling en het met de verdeling bereikte resultaat, kan het bestuur van LIRA besluiten VOD-vergoedingen onder een bepaald minimum niet uit te keren. Dit minimum kan niet hoger worden gesteld dan EUR 5 per rechthebbende auteur. Ook indien er een onevenredige inspanning is gemoeid met het achterhalen van de rechthebbende auteur dan wel diens financiële gegevens, kan in redelijkheid niet worden verwacht dat LIRA tot verdeling overgaat. De op grond van dit artikel niet uitgekeerde VOD-vergoedingen worden gedurende drie jaar gereserveerd en na die periode alsnog uitgekeerd aan de rechthebbende auteur, mits het totaalbedrag het door het bestuur van LIRA vastgestelde minimum of meer bedraagt en LIRA over de juiste financiële gegevens van de rechthebbende auteur beschikt. De gereserveerde VOD-vergoedingen die na de periode van drie jaar niet worden uitgekeerd worden toegevoegd aan de uit te keren vergoedingen van het lopende jaar.
Artikel 6 Voorzieningen: Kosten/Socu-fonds
6.1 LIRA zal over het onder de rechthebbende auteurs te verdelen saldo aan VOD-vergoedingen
een jaarlijks door het LIRA bestuur vast te stellen percentage inhouden ter dekking van de kosten gemoeid met de verdeling van de VOD-vergoeding, welk percentage niet hoger zal zijn dan 15%.
6.2 LIRA zal over het onder de rechthebbende auteurs te verdelen saldo aan VOD-vergoedingen een jaarlijks door het LIRA bestuur vast te stellen percentage van maximaal 15% inhouden voor collectieve doeleinden in de sociale, culturele en educatieve sfeer ten gunste van auteurs (Socufonds), indien en voor zover de aangesloten auteurs tegen deze inhouding geen bezwaar hebben. Zo een bezwaar zal moeten blijken uit het jaarlijks door de vergadering van stemgerechtigden uit te spreken oordeel over het sociaal, cultureel en educatief beleid.
Artikel 7: Uitkering, verjaring, niet- uitkeerbare gelden, reserveringen
7.1 LIRA zal binnen negen (9) maanden na afloop van het boekjaar waarin de VOD-vergoedingen zijn geïnd tot uitkering aan de rechthebbende auteurs overgaan, tenzij objectieve redenen LIRA hiervan weerhouden. Voor VOD-vergoedingen die niet binnen drie (3) jaar na afloop van het boekjaar van inning kunnen worden verdeeld, wordt verwezen naar lid 5 van dit artikel.
7.2 Ten aanzien van aanspraken van rechthebbende auteurs op VOD-vergoedingen vervallen deze aanspraken na verloop van drie (3) jaar na afloop van het boekjaar van inning van de betreffende VOD-vergoedingen.
7.3 LIRA kan jaarlijks een vast te stellen percentage van het in dat jaar ontvangen totaalbedrag aan VOD-vergoedingen reserveren voor onvoorziene na-claims van rechthebbende auteurs gedurende een periode van vijf (5) jaar na afloop van het boekjaar van inning van de betreffende VOD-vergoedingen. Dit reserveringspercentage is vastgesteld op maximaal vijftien procent (15%).
7.4 Voor zover (een gedeelte van) het gereserveerde bedrag zoals bedoeld in artikel 7.3 van dit Reglement na afloop van de periode van vijf (5) jaar na afloop van het boekjaar van inning van de betreffende VOD-vergoedingen niet is uitgekeerd, zal het resterende bedrag zowel (deels) pro rato kunnen worden uitgekeerd aan rechthebbende auteurs die met betrekking tot dat betreffende jaar een uitkering hebben ontvangen, als (deels) kunnen worden toegevoegd aan de uit te keren vergoedingen van het lopende jaar, conform een besluit van het LIRA bestuur.
7.5 Indien LIRA niet binnen drie (3) jaar na afloop van het boekjaar van inning de VOD-vergoedingen onder de rechthebbende auteurs heeft verdeeld, kunnen deze VOD-vergoedingen – minus een eventueel reserveringspercentage zoals bedoeld in lid 3 – zowel (deels) pro rato worden uitgekeerd aan rechthebbende auteurs die met betrekking tot dat betreffende jaar een uitkering hebben ontvangen, als (deels) worden toegevoegd aan de uit te keren vergoedingen van het lopende jaar, conform een besluit van het LIRA bestuur.
Artikel 8: Kwijting en vrijwaring
8.1 Zodra LIRA de VOD-vergoeding heeft vastgesteld zendt zij aan de rechthebbende auteurs, al dan niet via de webportal van LIRA, een factuur van de hen toekomende VOD-vergoeding. Door het
op deze factuur vermelde bedrag te accepteren verleent de betreffende auteur LIRA finale kwijting ten aanzien van de VOD-vergoeding en verleent hij tegelijkertijd aan LIRA vrijwaring voor aanspraken van derden(-rechthebbenden).
8.2 In het geval een rechthebbende auteur overleden is, kan XXXX besluiten niet tot uitbetaling over te gaan, totdat via toezending van een verklaring van erfrecht duidelijk is geworden wie rechthebbende(n) is (zijn) geworden. Finale kwijting en vrijwaring in de zin van het vorige lid zal, alvorens tot uitbetaling wordt overgaan, verleend moeten worden door de erfgenaam/erfgenamen of legatarissen.
8.3 Zijn er onder de nabestaanden meerdere gerechtigden, dan kan door LIRA worden verlangd dat gerechtigden tezamen één persoon aanwijzen die hen in alles wat dit Reglement aangaat, vertegenwoordigt. Indien LIRA van gerechtigden een zodanige vertegenwoordiging verlangt, kunnen de gerechtigden, zolang zodanige aanwijzing niet heeft plaatsgehad, geen aanspraak maken op enige betaling ingevolge dit Reglement. Betaling door LIRA aan zodanige vertegenwoordiger bevrijdt LIRA tegenover alle gerechtigden.
Artikel 9 Geschillenregeling
9.1 Rechthebbende auteurs kunnen klachten die betrekking hebben op uitkering van de VOD-vergoeding door LIRA binnen drie maanden na de uitkering waarop de klacht betrekking heeft schriftelijk beargumenteerd indienen bij het bestuur van LIRA.
9.2 Het LIRA bestuur is gerechtigd klachten die later dan de in het vorig lid bepaalde termijn binnenkomen niet in behandeling te nemen.
9.3 De klachten zullen door LIRA worden behandeld op basis van de op haar website gepubliceerde commentaren- en klachtenregeling.
Artikel 10 Conflicterende aanspraken
10.1 Onder conflicterende aanspraken wordt verstaan de situatie waarin door meerdere rechthebbende auteurs aanspraak wordt gemaakt op dezelfde VOD-vergoeding.
10.2 Indien LIRA constateert dat er conflicterende claims zijn ingediend, reserveert zij de aan het werk toegekende gelden en stelt zij de betreffende auteurs hiervan op de hoogte. De auteurs worden in de gelegenheid gesteld om binnen een door LIRA te bepalen termijn onderling afspraken te maken over de verdeling en deze vervolgens schriftelijk aan LIRA mee te delen. Na ontvangst van een verklaring voor akkoord van alle betrokken auteurs ten aanzien van de verdeling zal LIRA overgaan tot uitkering van de gereserveerde gelden met inachtneming van de verjaringstermijn zoals opgenomen in artikel 7.
10.3 Indien LIRA constateert dat er conflicterende aanspraken bestaan, doch reeds gelden heeft
uitgekeerd aan een auteur die het betreffende werk heeft aangemeld of geclaimd, kan LIRA deze gelden terugvorderen of verrekenen met toekomstige uitkeringen aan de betreffende auteur volgens dit Reglement of andere repartitiereglementen van LIRA.
Artikel 11 Niet voorziene gevallen
11.1 In alle gevallen waarin dit Reglement niet voorziet beslist het bestuur van LIRA.
Artikel 12 Inwerkingtreding, toepasselijkheid
12.1 Dit Reglement is vastgesteld door het bestuur van LIRA op 4 juni 2019 en goedgekeurd door het College van Toezicht Auteursrechten op 13 augustus 2019. Het Reglement treedt in werking op 13 augustus 2019 en blijft in werking totdat een nieuw vastgesteld reglement in werking zal zijn getreden.