Contract
Baloise Insurance is de nieuwe naam van Nateus nv en Nateus Life nv (sinds de juridische fusie met Mercator verzekeringen nv - jan. 2013) en groepeert de activiteiten van de hogervermelde maatschappijen.
Baloise Belgium nv, met maatschappelijke zetel City Link, Xxxxxxxxxxx 00,
0000 Xxxxxxxxx. Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenr. 0096 met FSMA-nr. 24.941 A
Xxxxxxx Xxxxxxx/Fortuna Motiv
Ref. B 5-017-2010-09
Situering
De Algemene Voorwaarden beschrijven de draagwijdte, de modaliteiten en de werkingsprincipes van de diverse types van levensverzekeringen en aanvullende dekkingen.
• Punt 1 beschrijft de verzekeringstechnische werkingsprincipes, die eenvormig van toepassing zijn op alle types van verzekeringen.
• Punt 2 beschrijft de verschillende risicodekkingen. (Dit punt is ook eenvormig van toepassing op alle types van verzekeringen.)
• Punt 3 beschrijft de bepalingen die eigen zijn aan de groepsverzekering voor loontrekkenden.
• Punt 4 beschrijft de bepalingen die eigen zijn aan de individuele pensioentoezegging voor zelfstandigen.
• Punt 5 beschrijft de bepalingen die eigen zijn aan de overgedragen en niet-overgedragen overeenkomsten.
• Punt 6 beschrijft de bepalingen die eigen zijn aan de individuele voortzetting.
• Punt 7 beschrijft de bepalingen die eigen zijn aan het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen.
• Punt 8 beschrijft een aantal diverse bepalingen die eenvormig van toepassing zijn op alle types van verzeke- ringen.
Voor de groepsverzekering en de individuele pensioentoezegging zijn er ook Bijzondere Voorwaarden. Inzake de groepsverzekering vormen de Algemene Voorwaarden en de Bijzondere Voorwaarden samen het Pensioen- reglement. Inzake de individuele pensioentoezegging vormen de Algemene Voorwaarden en de Bijzondere Voorwaarden samen de Pensioenovereenkomst.
Voor alle types van verzekeringen wordt ten slotte een Persoonlijk Certificaat opgemaakt, hetzij afzonderlijk per verzekering, hetzij globaal voor verschillende verzekeringen (samenvoeging). Dit document geeft een overzicht van onder meer de aard en het niveau van de dekkingen, alsook van de toepasselijke beleggingsvormen. De verschillende dekkingen en beleggingsvormen en de bepalingen van de Algemene Voorwaarden en de eventuele Bijzondere Voorwaarden hieromtrent gelden slechts indien uit het Persoonlijk Certificaat blijkt dat zij effectief werden onderschreven.
De Algemene Voorwaarden, de eventuele Bijzondere Voorwaarden, het Persoonlijk Certificaat en de eventuele andere documenten moeten samen gelezen worden en vormen een geheel.
VENNOOTSCHAPSZETEL EXPLOITATIEZETEL
Xxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxxxx
Tel. 00 000 00 00
Fax 00 000 00 00
Xxxxxxxxxx 000
0000 Xxxxxxx
Tel. 00 000 00 00
Fax 00 000 00 00
RPR 0808 720 177
Nateus Life nv - Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenr. 2651
B 5-017-2010-09
Hieronder wordt een algemeen overzicht gegeven van de toepasselijke documenten.
Groeps- verzekering voor loontrekkenden(1) | Individuele pensioentoezegging voor zelfstandigen(2) | (Niet)- overgedragen overeenkomsten | Individuele voortzetting | Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen |
gemeenschappelijke bepalingen (punten 1, 2 en 8) | ||||
Specifieke bepalingen (punt 3) | Specifieke bepalingen (punt 4) | Specifieke bepalingen (punt 5) | Specifieke bepalingen (punt 6) | Specifieke bepalingen (punt 7) |
BIJZONDERE VOORWAARDEN | ||||
Bijzondere Voorwaarden | Bijzondere Voorwaarden | niet van toepassing | niet van toepassing | niet van toepassing |
PERSOONLIJK CERTIFICAAT (afzonderlijk per verzekering of globaal voor meerdere verzekeringen) | ||||
(1) De Algemene Voorwaarden en de Bijzondere Voorwaarden vormen samen het Pensioenreglement. (2) De Algemene Voorwaarden en de Bijzondere Voorwaarden vormen samen de Pensioenovereenkomst. |
INHOUDSTAFEL
Definities
I
II III
B 5-017-2010-09
IV
Verzekeringstechnische werkingsprincipes | |||
Werkingsprincipes | art. | 1.1 | 5 |
Samengevoegde overeenkomsten | art. | 1.2 | 5 |
Cash-in-flows of toekenningen | art. | 1.3 | 6 |
Soorten reserves | art. | 1.4 | 6 |
Cash-out-flows of onttrekkingen | art. | 1.5 | 7 |
Tarieven, kosten en belastingen | art. | 1.6 | 9 |
Algemene rekenprincipes | art. | 1.7 | 10 |
Voorschotten | art. | 1.8 | 12 |
Dekkingen bij overlijden en arbeidsongeschiktheid | |||
Xxxxxxxxx bij overlijden | art. | 2.1 | 12 |
Dekkingen bij arbeidsongeschiktheid | art. | 2.2 | 15 |
Algemene bepalingen | art. | 2.3 | 20 |
Werking van de groepsverzekering voor loontrekkenden | |||
Aansluiting | art. | 3.1 | 23 |
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx en persoonlijke overeenkomst | art. | 3.2 | 23 |
Verzekerden | art. | 3.3 | 23 |
Begunstigden | art. | 3.4 | 23 |
Premiebetaling | art. | 3.5 | 23 |
Verdaging van de einddatum | art. | 3.6 | 24 |
Keuzemogelijkheden voor de aangeslotenen | art. | 3.7 | 24 |
Mutaties | art. | 3.8 | 25 |
Deeltijds werk | art. | 3.9 | 25 |
Informatiestromen | art. | 3.10 | 26 |
Vastgoedfinanciering | art. | 3.11 | 27 |
Uitkering in lijfrente | art. | 3.12 | 27 |
Financieringsfonds | art. | 3.13 | 28 |
Schorsing/uitdiensttreding/beëindiging/afkoop | art. | 3.14 | 28 |
Overgedragen reserves | art. | 3.15 | 30 |
Toepasselijke wetgeving en fiscale bepalingen | art. | 3.16 | 31 |
Goede trouw, billijkheid en redelijkheid | art. | 3.17 | 31 |
Werking van de individuele pensioentoezegging voor zelfstandigen | |||
Inwerkingtreding en aansluiting | art. | 4.1 | 31 |
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx en persoonlijke overeenkomst | art. | 4.2 | 31 |
Verzekerde | art. | 4.3 | 31 |
Begunstigden | art. | 4.4 | 31 |
Premiebetaling | art. | 4.5 | 32 |
Verdaging van de einddatum | art. | 4.6 | 32 |
Keuzemogelijkheden voor de aangeslotene | art. | 4.7 | 32 |
Mutaties | art. | 4.8 | 33 |
Informatiestromen | art. | 4.9 | 34 |
Vastgoedfinanciering | art. | 4.10 | 35 |
Uitkering in lijfrente | art. | 4.11 | 35 |
Schorsing/uitdiensttreding/beëindiging/afkoop | art. | 4.12 | 35 |
Overgedragen reserves | art. | 4.13 | 37 |
Toepasselijke wetgeving en fiscale bepalingen | art. | 4.14 | 37 |
Goede trouw, billijkheid en redelijkheid | art. | 4.15 | 38 |
Werking van de overgedragen en niet-overgedragen overeenkomsten | |||
Situering | art. | 5.1 | 38 |
Overgedragen overeenkomsten | art. | 5.2 | 38 |
Niet-overgedragen overeenkomsten | art. | 5.3 | 39 |
Uitputting van de reserves | art. | 5.4 | 40 |
Overdracht naar andere pensioeninstelling | art. | 5.5 | 40 |
Uitkering van de afkoopwaarde | art. | 5.6 | 40 |
Vastgoedfinanciering | art. | 5.7 | 40 |
Uitkering in lijfrente | art. | 5.8 | 41 |
Persoonlijk Certificaat en jaarlijkse pensioenfiche | art. | 5.9 | 41 |
Toepasselijke wetgeving | art. | 5.10 | 41 |
Werking van de individuele voortzetting | |||
Situering | art. | 6.1 | 42 |
Inwerkingtreding en premiebetaling | art. | 6.2 | 42 |
Rechten van de aangeslotene | art. | 6.3 | 42 |
Aanvaarding van de begunstiging | art. | 6.4 | 42 |
Premiewanbetaling/uitputting van de reserves | art. | 6.5 | 42 |
Persoonlijk certificaat en jaarlijkse pensioenfiche | art. | 6.6 | 43 |
Toepasselijke wetgeving | art. | 6.7 | 43 |
Werking van het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen | |||
Situering | art. | 7.1 | 44 |
Inwerkingtreding en premiebetaling | art. | 7.2 | 44 |
Rechten van de aangeslotene | art. | 7.3 | 44 |
Aanvaarding van de begunstiging | art. | 7.4 | 45 |
Premiewanbetaling/uitputting van de reserves | art. | 7.5 | 45 |
Uitkering in lijfrente | art. | 7.6 | 45 |
Persoonlijk Certificaat en jaarlijkse pensioenfiche | art. | 7.7 | 45 |
Toepasselijke wetgeving | art. | 7.8 | 46 |
Sociale overeenkomst ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’ | art. | 7.9 | 46 |
Diverse bepalingen | |||
Juridische aard van de dekkingen | art. | 8.1 | 47 |
Wederinwerkingstelling | art. | 8.2 | 47 |
Uitkeringen | art. | 8.3 | 47 |
Briefwisseling en bewijs | art. | 8.4 | 47 |
Wijziging van de Algemene Voorwaarden | art. | 8.5 | 47 |
Ongeldige clausules | art. | 8.6 | 47 |
Toepasselijk belastingregime | art. | 8.7 | 48 |
Bescherming van de persoonlijke levenssfeer | art. | 8.8 | 48 |
Klachten en geschillen | art. | 8.9 | 48 |
V
VI
VII
B 5-017-2010-09
VIII
Definities
De verzekeraar
Nateus Life nv, Frankrijklei 79 in 0000 Xxxxxxxxx. Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenum- mer 2651.
De verzekeringnemer
De persoon die de verzekering afsluit met de verzeke- raar.
De aangeslotene
De persoon die als dusdanig wordt vermeld in het Persoonlijk Certificaat.
De verzekerde(n)
De natuurlijke perso(o)n(en) op wiens hoofd de dek- king(en) is (zijn) gesloten.
De begunstigde(n)
De perso(o)n(en) aan wie een verzekeringsprestatie toe- komt.
Verzekeringstechnische werkingsprincipes I
artikel 1.1
Werkingsprincipes
1.1.1 Verzekeringsrekening, depots en units
De verzekeringen worden beheerd volgens de zogeheten ‘Universal Life-techniek’. Elke afzonderlijke overeen- komst bevat een verzekeringsrekening. Hierop worden geldstortingen (cash-in-flows) bijgeboekt en geldont- trekkingen (cash-out-flows) afgeboekt. De tegoeden op de verzekeringsrekening (ook pensioenreserves, reserves, rekeningwaarde, rekeningtegoed, spaartegoed of beleg- gingstegoed van de verzekeringsrekening of de over- eenkomst genoemd) worden belegd in een of meerdere beleggingsvormen (zie punt 1.4.3) en genereren op die manier een rendement.
B 5-017-2010-09
De rekeningwaarde is de waarde van een verzekerings- rekening op een bepaald ogenblik. Iedere verzekerings- rekening is samengesteld uit een of meer depots die zich van elkaar onderscheiden door kenmerken die voor
• De benodigde risicopremies voor de financiering van de dekking Overlijdenskapitaal bij ongeval (zie punt 2.1.1.2) en voor de dekkingen bij arbeidsongeschikt- heid (zie punt 2.2) worden rechtsreeks afgehouden van de betaalde premies.
De verschillende risicodekkingen en de bepalingen van de Algemene Voorwaarden hieromtrent gelden slechts indien blijkt uit het Persoonlijk Certificaat dat zij effectief werden onderschreven.
artikel 1.2
Samengevoegde overeenkomsten Verschillende overeenkomsten kunnen, mits het akkoord van de verzekeraar, worden samengevoegd. De samen- voeging blijkt uit het feit dat de betreffende overeenkom- sten op hetzelfde Persoonlijk Certificaat vermeld worden. De samenvoeging houdt in dat de betreffende overeen- komsten, hoewel ze vanuit een fiscaal-juridisch oogpunt gescheiden blijven, vanuit een verzekeringstechnisch
het correcte beheer van de verzekeringsrekening(en) van belang zijn (zie ook punt 1.4). Iedere depot kan dus beschouwd worden als een compartiment met homo- gene reserves van een verzekeringsrekening. Een unit is te beschouwen als een elementaire rekeneenheid waar- mee de waarde van een depot en uiteindelijk die van een verzekeringsrekening worden berekend. Dit gebeurt door het aantal units van het depot of de verzekeringsrekening te vermenigvuldigen met hun respectievelijke unitwaarde. De unitwaarde wordt vastgelegd door de verzekeraar en evolueert in de tijd doordat een - al dan niet gewaarborgd
- rendement gegenereerd wordt op de belegde gelden.
1.1.2 Risicodekkingen
Naast de verzekeringsrekening kan een overeenkomst ook risicodekkingen omvatten bij overlijden en arbeids- ongeschiktheid (zie punt 2).
• De benodigde risicopremies voor de financiering van de ‘supplementaire overlijdensdekking’ (zie punt 2.1.1.1.2) worden onttrokken aan de reserves van de verzekeringsrekening.
oogpunt als een eenheid worden beschouwd.
Hierdoor:
• worden de ‘supplementaire overlijdensdekking’ (zie punt 2.1.1.1.2) en de eventuele overlevingsboni (zie punt 1.3.3) berekend ten opzichte van het totaal bedrag van de reserves van de verschillende verzekerings- rekeningen van de samengevoegde overeenkomsten
• worden de risicopremies voor de ‘supplementaire overlijdensdekking’ onttrokken aan de reserves van de verzekeringsrekeningen van de samengevoegde overeenkomsten (zie ook punt 1.5.1)
• kan de eventuele beleggingsrapportering rekening houden met de totaliteit van de beleggingen in de samengevoegde overeenkomsten
• moet het aanvullende karakter van de aanvullende verzekeringen beschouwd worden ten opzichte van alle samengevoegde overeenkomsten samen
Voor het overige worden samengevoegde overeenkom- sten als afzonderlijke overeenkomsten beschouwd.
Indien om enige reden een overeenkomst niet langer sa- mengevoegd is, wordt de dekking Overlijdenskapitaal (zie punt 2.1.1.1), tenzij andersluidend schriftelijk verzoek en mits het schriftelijke akkoord van de verzekeraar, automatisch verminderd met het bedrag van de reser- ves van de overeenkomst(en) die niet langer samenge- voegd is (zijn). Het feit dat overeenkomsten samenge- voegd zijn zoals hierboven toegelicht, houdt niet in dat deze overeenkomsten ook samengevoegd zijn in de zin van het Koninklijk Besluit betreffende de levensverzeke- ringsactiviteit, tenzij voormeld besluit de samenvoeging oplegt. Omgekeerd is het zo dat, indien voormeld besluit de samenvoeging oplegt, dit niet inhoudt dat deze over- eenkomsten ook worden samengevoegd zoals hierboven toegelicht.
artikel 1.3
Cash-in-ffows of toekenningen
1.3.1 Premies
Na afhouding van eventuele instapkosten, belastingen en risicopremies voor de dekking Overlijdenskapitaal bij ongeval (zie punt 2.1.1.2) en voor de dekkingen bij ar- beidsongeschiktheid (zie punt 2.2), wordt de nettopremie aan de betreffende verzekeringsrekening toegekend. Onder voorbehoud van eventuele fiscale, juridische en andere beperkingen of verplichtingen, bepalen de Bijzon- dere Voorwaarden en/of het Persoonlijk Certificaat van welke premie (voor welke overeenkomst(en)) de risico- premies voor de dekking Overlijdenskapitaal bij ongeval en voor de dekkingen bij arbeidsongeschiktheid worden afgehouden.
Een bijzondere vorm van premiebetaling is de overdracht van reserves afkomstig van een andere verzekerings- rekening of van een andere verzekeringsmaatschappij of pensioeninstelling. In het kader van de dekking Premie- vrijstelling bij arbeidsongeschiktheid (zie punt 2.2.1.1), is het ook mogelijk dat de verzekeraar zelf instaat voor verdere premiebetaling als de verzekerde arbeids- ongeschikt is (deze toekenning wordt echter in de verschillende documenten niet onder de term ‘premie’ gevat).
1.3.2 Winstdeling
De verzekeraar kan aan de reserves die belegd worden in een beleggingsvorm met winstdeling, een winstdeling toekennen. Na aanrekening van de eventuele belastingen, wordt de nettowinstdeling aan de betreffende verze- keringsrekening toegekend.
1.3.3 Overlevingsboni
B 5-017-2010-09
Als de overeenkomst bepaalt dat de reserves van de verzekeringsrekening(en) niet volledig worden uitge- keerd bij het overlijden van de verzekerde in het kader van de dekking Overlijdenskapitaal (zie punt 2.1.1.1), kent de verzekeraar een overlevingsbonus toe aan de betreffende verzekeringsrekening(en). Tenzij anders
overeengekomen, volgen de overlevingsboni dezelfde beleggingsregels als de premies.
artikel 1.4
Soorten reserves
1.4.1 Gedifferentieerd beheer
Om een correct fiscaal, juridisch en administratief beheer te waarborgen, worden binnen elke verzekerings- rekening de reserves afzonderlijk beheerd in functie van hun financieringsbron, hun beleggingsvorm(en) en hun gebondenheid.
1.4.2 Soorten reserves naar financieringsbron
1.4.2.1 Premiereserves
De premiereserves zijn de reserves die gevormd wor- den door de betaalde (niet afgehouden - zie punt 1.1.2) premies en de eventuele overlevingsboni (zie punt 1.3.3). Het rendement op de premiereserves, exclusief de winst- deling, wordt ook toegekend aan de premiereserves.
1.4.2.2 Winstdelingsreserves
De winstdelingsreserves zijn de reserves die gevormd worden door de toegekende winstdeling. Het rendement op de winstdelingsreserves wordt ook toegekend aan de winstdelingsreserves.
1.4.2.3 Overdracht van reserves
De overdracht van reserves afkomstig van een andere verzekeringsrekening of van een andere verzekerings- maatschappij of pensioeninstelling wordt in principe toegewezen aan de premiereserves en de winstdelings- reserves in functie van de historische opbouw van die reserves. Indien echter de nodige gegevens in dit verband ontbreken of indien de fiscale wetgeving zich hiertegen zou verzetten, worden de overgedragen reserves toege- wezen aan de premiereserves.
1.4.3 Soorten reserves naar beleggingsvorm
1.4.3.1 Soorten beleggingsvormen
De beleggingsvorm(en) van de pensioenreserves wordt (worden) vastgelegd in de Bijzondere Voorwaarden, het Persoonlijk Certificaat en/of de Beheerreglementen. Er zijn ‘interestgekoppelde’ beleggingsvormen (tak 21) en ‘fondsgekoppelde’ beleggingsvormen (tak 23). Voor de verschillende beleggingsvormen bestaan er Beheer- reglementen die verdere details omtrent hun werking en hun modaliteiten verstrekken.
1.4.3.2 Wijziging van beleggingsregels en switch van beleggingsvorm
Onverminderd de beperkingen die voortvloeien uit de Algemene Voorwaarden, de Bijzondere Voorwaarden, het Persoonlijk Certificaat en/of de Beheerreglemen- ten, kan (kunnen) de perso(o)n(en) die het recht ertoe heeft (hebben), de beleggingsvormen van toekomstige toekenningen aan de pensioenreserves (wijziging van beleggingsregels) en/of van reeds gevormde pensioen- reserves (switch van beleggingsvorm) tijdens de looptijd van een overeenkomst laten wijzigen. Bij een switch van
beleggingsvorm wordt een bepaalde beleggingsvorm, na afhouding van eventuele switchkosten (zie punt 1.6.2.2) en belastingen, geheel of gedeeltelijk te gelde gemaakt (cash-out-flow) en wordt het hieruit resulterende bedrag herbelegd in dezelfde verzekeringsrekening maar in een of meerdere andere beleggingsvormen (cash-in-flow).
Cash-out-ffows of onttrekkingen
artikel 1.5
1.5.1 Risicopremies, solidariteitsbijdragen, kosten en belastingen
De verzekeraaronttrekt de risicopremies (en de bijhorende kostenopslagen en eventuele belastingen) voor de ‘supplementaire overlijdensdekking’ (zie punt 2.1.1.1.2) aan de reserves en dit, behoudens eventuele fiscale,
Een verzoek tot wijziging van beleggingsregels of tot
switch van beleggingsvorm gebeurt met de documenten ‘aanvraag tot wijziging van beleggingsregels’, respectie- velijk ‘aanvraag tot switch’ die de verzekeraar op een- voudig verzoek ter beschikking stelt. De verzekeraar kan, zonder evenwel hiertoe verplicht te zijn, ook ingaan op een anders geformuleerd verzoek (fax, e-mail, …). Een wijziging van beleggingsregels of een switch van beleg- gingsvorm is pas effectief wanneer de verzekeraar de betreffende verrichting heeft bevestigd via het Persoon- lijk Certificaat.
1.4.4 Soorten reserves naar gebondenheid
1.4.4.1 Geblokkeerde reserves
Geblokkeerde reserves zijn reserves waarvan de verzeke-raar te zijnen behoeve of ten behoeve van een derde waarborgt dat een bepaald aantal units enkel met zijn toestemming of met de toestemming van de betreffende derde kan verminderen en/of waarbij een onttrekking van risicopremies enkel kan of moet geschieden voor een specifiek te verzekeren (minimum) bedrag in het kader van de dekking Overlijdenskapitaal (zie punt 2.1.1.1). Dit kan het geval zijn bij de opname van een voorschot (de blokkering geschiedt dan ten behoeve van de verzekeraar) of bij de inpandgeving van een overeenkomst (de blokkering geschiedt dan ten behoeve van de pandhoudende schuldeiser). Zo kan de verzekeraar in voorkomend geval een onttrekking van risicopremies aan de geblokkeerde reserves voor de ‘supplementaire overlijdensdekking’ (zie punt 2.1.1.1.2) weigeren teneinde de geblokkeerde reserves te handhaven. Hieruit kan een vroegtijdige beëindiging van die dekking voortvloeien.
Inzake voorschotten kan een onderscheid worden gemaakt tussen geblokkeerde voorschotreserves en geblokkeerde margereserves, zoals nader toegelicht in de voorschotakte. Bij inpandgeving kan er sprake zijn van geblokkeerde pandreserves. De voorschotakte, respectievelijk het bijvoegsel van inpandgeving vermelden in voorkomend geval de hoogte van de geblokkeerde reserves en de overeenkomst(en) waarop zij betrekking hebben.
1.4.4.2 Vrije reserves
B 5-017-2010-09
De vrije reserves zijn alle reserves die niet geblokkeerd zijn.
juridische en andere beperkingen of verplichtingen, achtereenvolgens op de hierna volgende samengevoegde overeenkomsten (de benodigde risicopremies voor de financiering van de dekking Overlijdenskapitaal bij ongeval en van de dekkingen bij arbeidsongeschiktheid worden niet onttrokken aan de reserves, maar worden rechtstreeks afgehouden van de betaalde premies - zie punt 1.3.1):
• bedrijfsovereenkomst groepsverzekering
• bedrijfsovereenkomst individuele pensioentoezegging
• niet-overgedragen bedrijfsovereenkomst groepsver- zekering
• niet-overgedragen bedrijfsovereenkomst individuele pensioentoezegging
• overgedragen bedrijfsovereenkomst groepsverzeke- ring
• overgedragen bedrijfsovereenkomst individuele pen- sioentoezegging
• persoonlijke overeenkomst groepsverzekering
• persoonlijke overeenkomst individuele pensioentoe- zegging
• niet-overgedragen persoonlijke overeenkomst groeps- verzekering
• niet-overgedragen persoonlijke overeenkomst indivi- duele pensioentoezegging
• overgedragen persoonlijke overeenkomst groepsver- zekering
• overgedragen persoonlijke overeenkomst individuele pensioentoezegging
• overeenkomst individuele voortzetting
• overeenkomst vrij aanvullend pensioen voor zelfstan- digen
De te onttrekken risicopremies zijn de premies die nodig zijn om de ‘supplementaire overlijdensdekking’ (zie punt 2.1.1.1.2) te verzekeren voor een periode van telkens een maand. Zij worden in principe in het begin van iedere maand onttrokken. Als echter de dekking (of de verho- ging ervan) in werking treedt in de loop van een maand, geschiedt de onttrekking van de risicopremie (voor de verhoging) in principe in het begin van de maand volgend op de datum van inwerkingtreding van de dekking (of van de verhoging ervan) en wordt de risicopremie voor die maand slechts pro rata temporis berekend en onttrok- ken. Als er meerdere samengevoegde overeenkomsten van dezelfde soort zijn en/of als de risicopremie voor de ‘supplementaire overlijdensdekking’ aan meerdere depots binnen een verzekeringsrekening kan onttrokken
worden, geschiedt de onttrekking in principe propor- tioneel aan de betreffende verzekeringsrekeningen, respectievelijk depots op basis van de meest recent ge- kende rekeningwaarden, respectievelijk depotwaarden op de uitwerkingsdatum van de onttrekking (zie punt 1.7.1.3). De te onttrekken kosten en belastingen worden in prin- cipe onttrokken aan de reserves van de overeenkomst(en) waarop ze (het meest) betrekking hebben.
De solidariteitsbijdragen worden onttrokken aan de pen- sioenreserves van de sociale overeenkomst ‘vrij aanvul- lend pensioen voor zelfstandigen’ (zie punt 7.9) volgens de modaliteiten bepaald in het Solidariteitsreglement.
1.5.2 Uitkering van reserves
1.5.2.1 Opzegging
Tenzij andersluidende dwingende bepaling en behalve voor de overgedragen en niet-overgedragen overeen- komsten, kan (kunnen) de perso(o)n(en) die het recht ertoe heeft (hebben) de (een) overeenkomst opzeggen met een gedateerde en ondertekende aangetekend brief, gericht aan de verzekeraar:
• hetzij binnen 30 dagen te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst
• hetzij, indien uit het onderschrijvingsformulier blijkt dat de overeenkomst wordt gesloten tot waarborg of wedersamenstelling van een door de verzekering- nemer aangevraagd krediet, binnen 30 dagen te rekenen vanaf het ogenblik waarop hij verneemt dat het aangevraagde krediet niet wordt toegekend
Bij opzegging eindigt de betreffende overeenkomst en stort de verzekeraar de op de betreffende verzekerings- rekening aanwezige reserves, verhoogd met alle aange- rekende kosten (inzake ‘tak 23-beleggingsvormen’, enkel de aangerekende instapkosten) en met het niet ver- bruikte deel van de risicopremies voor de dekking Over-lijdenskapitaal bij ongeval en voor de dekkingen bij arbeidsongeschiktheid, maar na aanrekening van de eventuele wettelijk verplichte inhoudingen en an- dere sommen die nog verschuldigd zouden zijn aan de verzekeraar of aan derden (zoals een pandhoudende schuldeiser) en, in de eerste voormelde hypothese van opzegging, na aanrekening van de kosten voor medische onderzoeken, terug aan de verzekeringnemer.
1.5.2.2 Afkoop
Binnen de beperkingen die voortvloeien uit de toepas- selijke wetgeving en uit de overeenkomst, kan (kunnen) de perso(o)n(en) die het recht ertoe heeft (hebben), de reserves geheel of gedeeltelijk afkopen onder de vorm van:
• uitkering van de afkoopwaarde, met of zonder beëindi- ging van de (samengevoegde) overeenkomst(en)
B 5-017-2010-09
• overdracht van de reserves naar een andere verzeke- ringsrekening of naar een andere verzekeringsmaat- schappij of pensioeninstelling
De uitkering van de afkoopwaarde wordt aangevraagd met een gedateerd en ondertekend afkoop- of geldopna- meformulier dat de verzekeraar op eenvoudig verzoek ter beschikking stelt. Dit formulier geldt als regelingskwij- ting zodra de verzekeraar de afkoopwaarde heeft uitgekeerd.
Als een gedeeltelijke afkoop aan meerdere depots bin- nen een verzekeringsrekening kan onttrokken worden, geschiedt de onttrekking in principe proportioneel aan de betreffende depots op basis van de meest recent gekende depotwaarden op de uitwerkingsdatum van de onttrekking (zie punt 1.7.1.3).
Tenzij andersluidende dwingende bepaling, kan de verze- keraar de afkoop beperken tot het verzekerde bedrag van de dekking Overlijdenskapitaal. Bij volledige afkoop van de reserves (van alle samengevoegde overeenkomsten) eindigt (eindigen) de (samengevoegde) overeenkomst(en). Bij een gedeeltelijke afkoop (inclusief de volledige afkoop van de reserves van een of meer, maar niet alle samen- gevoegde overeenkomsten) wordt de dekking Overlijdens- kapitaal verminderd met het bedrag van de afgekochte reserves. Het verzekerde bedrag van die dekking kan nochtans behouden blijven indien voldaan wordt aan de medische aanvaardingscriteria die de verzekeraar ter- zake hanteert en mits zijn schriftelijk akkoord.
Bij afkoop worden de eventuele wettelijk verplichte in- houdingen, kosten, afkoopvergoeding en andere sommen die nog verschuldigd zouden zijn aan de verzekeraar of aan derden (zoals een pandhoudende schuldeiser) aan- gerekend. Tenzij andersluidende dwingende bepaling, is de afkoopvergoeding, zowel bij een volledige als bij een gedeeltelijke afkoop, per afzonderlijke overeenkomst (verzekeringsrekening), gelijk aan het maximum van:
• € 75,00 (dit bedrag wordt in functie van het gezond- heidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988 = 100) geïndexeerd; het indexcijfer dat in aanmerking wordt genomen is dat van de tweede maand van het trimester dat de afkoopdatum voorafgaat)
en
• 5 % van het bedrag van de afgekochte brutoreser- ves (voor overeenkomsten met een einddatum wordt deze tweede term beperkt tot 1% van de afgekochte brutoreserves vermenigvuldigd met de - in jaren uit- gedrukte - nog te lopen duur van de betreffende over- eenkomst(en) tot de (hun respectievelijke) einddatum).
1.5.2.3 Overlijden
Bij het overlijden van de aangeslotene eindigt (eindigen) de (samengevoegde) overeenkomst(en). De reserves wor- den, naargelang van wat voorzien wordt, ofwel geheel of gedeeltelijk toegekend aan de verzekeraar, ofwel geheel of gedeeltelijk, na aanrekening van de eventuele wettelijk verplichte inhoudingen, kosten en andere sommen die
nog verschuldigd zouden zijn aan de verzekeraar of aan derden (zoals een pandhoudende schuldeiser), uitge- keerd aan de begunstigde(n) van de dekking Overlijdens- kapitaal (zie punt 2.1.1.1).
1.5.2.4 Uitkering op de einddatum (pensioenkapitaal) Op de eventuele (verdaagde) einddatum eindigt de be- treffende overeenkomst en worden de reserves, na aan- rekening van de eventuele wettelijk verplichte inhou- dingen, kosten en andere sommen die nog verschul- digd zouden zijn aan de verzekeraar of aan derden (zoals een pandhoudende schuldeiser), uitgekeerd aan de begunstigde(n) van de dekking Pensioenkapitaal.
artikel 1.6
Tarieven, kosten en belastingen
1.6.1 Risicopremies en overlevingsboni
Onverminderd de eventuele toepassing van bijpremies voor verhoogde risico’s, zijn de gehanteerde tarieven voor de berekening van de risicopremies voor de dek- kingen bij overlijden en bij arbeidsongeschiktheid en van de overlevingsboni (zie punt 1.3.3), deze die de ver- zekeraar bij de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) heeft neergelegd. Naast individuele premieverhogingen in het kader van een wijziging van de risicograad (zie punt 2.3.3), kan de verzekeraar echter op ieder ogenblik in de loop van de overeenkomst de tarie- ven voor de berekening van de risicopremies, zij het met inachtneming van de eventuele dwingende beperkingen ter zake, om gegronde redenen en op een redelijke en proportionele wijze, verhogen in het kader van een alge- mene herziening ervan voor de categorie verzekeringen waartoe de overeenkomst behoort, zo onder meer:
• indien de verzekeraar daartoe krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen wordt verplicht
• indien enige wetswijziging, enig optreden van de controleoverheid, enige rechtspraak, enz. de draag- wijdte van de dekking(en) of de verplichtingen van de verzekeraar zou uitbreiden
• indien de verzekeraar van oordeel is dat het financiële evenwicht van zijn verzekerde portefeuille in gevaar wordt gebracht door enige wetswijziging, enig op- treden van de controleoverheid, enige rechtspraak, enz. of nog, door een stijging van de risicograad van de betreffende verzekerde gebeurtenis(sen) bij de bevolking, de populatie van de Belgische verzeke- ringsmarkt of in de eigen portefeuille (of een segment ervan)
• indien enige wetswijziging, enig optreden van de controleoverheid, enige rechtspraak, enz. bepaalde segmentatiecriteria zou verbieden
B 5-017-2010-09
• indien zich omstandigheden voordoen die de verzeke- raar volgens de wet toelaten over te gaan tot een tarief- aanpassing
De verzekeraar kan ook de in het tarief verwerkte kosten en interestvoeten aanpassen als hij kan aantonen dat de kostprijs om een overeenkomst te beheren gestegen is sinds de onderschrijvingsdatum van de overeenkomst of indien de toegepaste interestvoet niet langer marktcon- form is.
De verzekeraar kan in dezelfde omstandigheden de tarie- ven voor de berekening van de overlevingsboni verlagen, zij het dat hier de woorden ‘stijging van de risicograad van de betreffende verzekerde gebeurtenis’ moeten gelezen worden als ‘stijging van de levensverwachting’.
1.6.2 Kosten en belastingen
1.6.2.1 Standaardkosten
Naast de eventuele instapkosten rekent de verzekeraar ook kosten aan voor het beheer van de overeenkomst(en) en desgevallend ter vergoeding van de tussenpersoon. De verzekeraar mag in de loop van de overeenkomst deze kosten enkel aanpassen op basis van een indexatie vol- gens de gezondheidsindex der consumptieprijzen van forfaitair in het tarief verwerkte bedragen of, op een redelijke en verantwoorde wijze, in het kader van een algemene herziening van de kosten(structuur) voor de categorie verzekeringen waartoe de betreffende over- eenkomst behoort. De verzekeringnemer - in het kader van de overgedragen en niet-overgedragen overeenkom- sten, de aangeslotene - kan een detail van de toegepaste kosten(structuur) bij de verzekeraar opvragen.
1.6.2.2 Servicekosten
De verzekeraar mag naast de standaardkosten ook bijzondere uitgaven die door toedoen van de verzekerin- gnemer, van de verzekerde of van de begunstigde(n) wor- den veroorzaakt, supplementair aanrekenen. Deze kosten worden door de verzekeraar op een redelijke en verant- woorde wijze toegepast. De verzekeraar kan service- kosten die niet specifiek in de Algemene Voorwaarden of enig ander document worden vermeld slechts aan- rekenen mits voorafgaande kennisgeving aan de betrokkene(n). Onverminderd de eventueel voorziene indexatie, kan de verzekeraar de wel overeengekomen bedragen inzake servicekosten in de loop van de over- eenkomst slechts op een redelijke en verantwoorde wijze en in het kader van een algemene herziening ervan voor de categorie verzekeringen waartoe de betreffende over- eenkomst behoort, verhogen.
1.6.2.3 Belastingen
De verzekeraar kan alle belastingen, bijdragen en las- ten van welke aard ook die kunnen worden geheven op de premies, de reserves, de beleggingsopbrengsten of welke uitkering ook, ten laste van de verzekeringnemer, de aangeslotene of de begunstigde(n) leggen.
1.6.3 Persoonlijk Certificaat
Onverminderd de mogelijkheid voor de verzekeraar om de kosten- en tariefstructuur te wijzigen (zie de punten
1.6.1 en 1.6.2), worden de kosten en de risicopremies tijdens de looptijd van de (samengevoegde) overeen- komst(en) volgens dezelfde structuur berekend en aan- gerekend als die waarmee het Persoonlijk Certificaat of een tabel van de afkoopwaarden is opgesteld. Het Persoonlijk Certificaat geeft een overzicht van de belang- rijkste gegevens (premiebedragen, dekkingen, enz.) van de (samengevoegde) overeenkomst(en). Hierbij maakt de verzekeraar eventueel ook een indicatieve prognose van haar (hun) toekomstig verloop. Het is echter zo dat deze toekomstprognose gebaseerd is op een aantal hypo- thesen die de verzekeraar niet kan waarborgen (evolu- tie van de (gezondheids)index der consumptieprijzen, percentage van de winstdeling, waarde-evolutie van beleggingsfondsen, correcte en tijdige premiebetaling, ongewijzigde tarief- en kostenstructuur, enz.).
artikel 1.7
Algemene rekenprincipes
1.7.1 Omzetting van monetaire bedragen in units en omgekeerd
1.7.1.1 Algemeen
De verrichtingen die aanleiding geven tot een cash-in- flow (zie punt 1.3) genereren de omzetting van monetaire bedragen in units. De verrichtingen die aanleiding geven tot een cash-out-flow (zie punt 1.5) genereren omgekeerd de omzetting van units in monetaire bedragen. Deze om- zettingen gebeuren op bepaalde koersdagen, waarbij de unitwaarde van die koersdag wordt gehanteerd. Elke dag waarop een nieuwe unitwaarde wordt berekend is een koersdag. Inzake tak 23-beleggingsvormen bepalen de Beheerreglementen de periodiciteit van de koersdagen. Inzake tak 21-beleggingsvormen is elke kalenderdag een koersdag. Indien op een bepaalde datum nog geen unit- waarde bekend is, mag de verzekeraar voorlopig rappor- teren op basis van de meest recent gekende unitwaarde.
1.7.1.2 Verrichtingen die aanleiding geven tot een cash- in-flow
De omzetting van monetaire bedragen in units verbonden met een tak 21-beleggingsvorm geschiedt op de tweede koersdag na de uitwerkingsdatum van de betreffende verrichting.
De omzetting van monetaire bedragen in units verbonden met een tak 23-beleggingsvorm geschiedt volgens de bepalingen van de overeenkomstige Beheerreglementen, onder meer voor wat betreft het vaststellen van de ‘ver- valdatum’.
B 5-017-2010-09
De uitwerkingsdatum voor tak 21 en de vervaldatum voorzien in deze beheerreglementen voor tak 23, wordt naargelang van de verrichting als volgt bepaald:
• premiebetaling: de valutadatum van de premie op de bankrekening van de verzekeraar (indien echter de premiebetaling op een andere manier geschiedt dan
die welke is aangegeven door de verzekeraar, dan is de uitwerkingsdatum van de premiebetaling de even- tuele latere datum waarop de verzekeraar de bestem- ming ervan identificeert)
• toekenningen in het kader van de dekking Premie- vrijstelling bij arbeidsongeschiktheid: de verschuldigd- heidsdatum van de toekenning door de verzekeraar, maar ten vroegste de datum waarop over de tussen- komst van de verzekeraar geen betwisting (meer) bestaat
• winstdeling: de datum bepaald door de algemene vergadering van de verzekeraar
• overlevingsboni: de eerste dag van elke maand
1.7.1.3 Verrichtingen die aanleiding geven tot een cash- out-flow
De omzetting van units verbonden met een tak 21- beleggingsvorm in monetaire bedragen geschiedt op de koersdag samenvallend met de uitwerkingsdatum van de betreffende verrichting.
De omzetting van units verbonden met een tak 23-beleg- gingsvorm in monetaire bedragen geschiedt volgens de bepalingen van de overeenkomstige beheerreglemen- ten onder meer voor wat betreft het vaststellen van de ‘vervaldatum’.
De uitwerkingsdatum voor tak 21 en de vervaldatum voorzien in de beheerreglementen voor tak 23, wordt naargelang van de verrichting als volgt bepaald:
• risicopremies: de eerste dag van elke maand
• solidariteitsbijdragen: de datum van onttrekking van die bijdragen, zoals bepaald in het Solidariteits- reglement
• standaardkosten: de eerste dag van elke maand
• servicekosten: de uitvoeringsdatum door de verzeke- raar van de gevraagde service
• opzegging: de datum van ontvangst door de verzeke- raar van de geldige aangetekende brief en alle even- tuele andere nodig geachte documenten
• uitkering van de afkoopwaarde: de datum van ontvangst door de verzekeraar van het geldig afkoop- of geldopnameformulier en alle eventuele andere nodig geachte documenten of de latere gewenste afkoopdatum zoals eventueel vermeld op het afkoop- of geldopnameformulier
• afkoop via overdracht: de datum van ontvangst door de verzekeraar van de geldige aanvraag en alle even- tuele andere nodig geachte documenten
• overlijden: de overlijdensdatum voor wat betreft de uit- werkingsdatum voor tak 21 en datum van ontvangst door de verzekeraar van de officiële kennisgeving van het overlijden voor wat betreft de vervaldatum voor tak 23
• uitkering op de (verdaagde) einddatum: de (verdaagde) einddatum
1.7.1.4 Switch van beleggingsvorm
Bij een switch van beleggingsvorm (zie punt 1.4.3.2) wordt een bepaalde beleggingsvorm, na afhouding van even- tuele switchkosten (zie punt 1.6.2.2) en belastingen, geheel of gedeeltelijk te gelde gemaakt (cash-out-flow; switch-out) en wordt het hieruit resulterende bedrag herbelegd in dezelfde verzekeringsrekening maar in een of meer andere beleggingsvormen (cash-in-flow; switch- in).
• Voor de switch-out worden de regels gevolgd van punt 1.7.1.3, waarbij de uitwerkingsdatum of de verval- datum de datum is van ontvangst door de verzekeraar van de geldige ‘aanvraag tot switch’.
• Voor de switch-in worden de regels gevolgd van punt 1.7.1.2, waarbij de uitwerkingsdatum of de verval- datum de koersdag is van de switch-out. De switch-in naar units verbonden met een tak 23-beleggingsvorm kan echter ook gebeuren op diens vervaldatum of op de latere koersdag waarop de verzekeraar in kennis wordt gesteld van het monetaire resultaat van de switch-out.
1.7.2 Indexatie
1.7.2.1 Niet-forfaitaire indexatie
Indien een in de eventuele Bijzondere Voorwaarden vermeld nominaal bedrag wordt geïndexeerd volgens een niet-forfaitaire index (zoals de (gezondheids)index der consumptieprijzen), heeft de indexatie uitwerking op elke aanpassingsdatum. Het geïndexeerde bedrag wordt bekomen door toepassing van de volgende formule:
geïndexeerd nominaal bedrag op aanpassingsdatum1 is gelijk aan
in Bijzondere Voorwaarden vermeld nominaal bedrag vermenigvuldigd met
betreffende index op situatiedatum1 2 voorafgaand aan aanpassingsdatum1
gedeeld door
betreffende index op referentiedatum voor indexatie1 2
1 Deze datum wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden.
2 Als deze index niet dagelijks wordt bepaald, wordt de index genomen voor de periode waarin deze datum valt.
Indien een enkel op het Persoonlijk Certificaat vermeld
B 5-017-2010-09
- en dus noch in de eventuele Bijzondere Voorwaarden vermeld noch hieruit rechtstreeks voortvloeiend - door de aangeslotene gekozen nominaal verzekerd bedrag van een dekking wordt geïndexeerd volgens een niet- forfaitaire index (zoals de (gezondheids)index der consumptieprijzen), heeft de indexatie uitwerking op elke aanpassingsdatum. Het geïndexeerde bedrag wordt bekomen door toepassing van de volgende formule:
geïndexeerd nominaal verzekerd bedrag op aanpassingsdatum1
is gelijk aan
verzekerd bedrag daags voor aanpassingsdatum1 vermenigvuldigd met
betreffende index van laatste situatiemaand2 voorafgaand aan aanpassingsdatum1 gedeeld door
betreffende index van voorlaatste situatiemaand2 voorafgaand aan aanpassingsdatum1
1 Deze datum wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden en/of op het Persoonlijk Certificaat.
2 Dit is de maand waarin de in de Bijzondere Voorwaarden en/of op het Persoonlijk Certificaat vermelde situatiedatum valt; bij gebrek aan vermelding van de situatie- datum in deze documenten, is de situatiemaand de maand voorafgaand aan de maand waarin de aanpassingsdatum valt.
Als een in de vorige alinea vermeld nominaal bedrag ingaat of gewijzigd wordt met uitwerking op enige aanpas- singsdatum, gaat de eerste indexatie pas ten vroegste in op de eerstvolgende aanpassingsdatum.
1.7.2.2 Forfaitaire indexatie
Indien een in de eventuele Bijzondere Voorwaarden ver- meld nominaal bedrag wordt geïndexeerd volgens een forfaitaire index (vast percentage), geschiedt de indexa- tie volgens een meetkundige reeks en heeft zij uitwer- king op elke aanpassingsdatum. De formule inzake niet- forfaitaire indexatie (zie punt 1.7.2.1) is overeenkomstig van toepassing, met dien verstande dat de index op de referentiedatum voor indexatie gelijk is aan 100 en dat de tweede voetnoot hier zonder voorwerp is.
Indien een enkel op het Persoonlijk Certificaat vermeld
- en dus noch in de eventuele Bijzondere Voorwaarden vermeld noch hieruit rechtstreeks voortvloeiend - door de aangeslotene gekozen nominaal verzekerd bedrag van een dekking wordt geïndexeerd volgens een forfaitaire index (vast percentage), geschiedt de indexatie volgens een meetkundige reeks en heeft zij uitwerking op elke aanpassingsdatum. Het geïndexeerde bedrag wordt be- komen door toepassing van de volgende formule:
geïndexeerd nominaal verzekerd bedrag op aanpassingsdatum1
is gelijk aan
verzekerd bedrag daags voor aanpassingsdatum1 vermenigvuldigd met
(1 + indexatiefactor)2
1 Deze datum wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden en/of op het Persoonlijk Certificaat.
2 Bij een forfaitaire indexatie aan bijvoorbeeld 2 % (indexatiefactor), bedraagt de vermenigvuldigingsfactor 1,02 .
Als een in de vorige alinea vermeld nominaal bedrag ingaat of gewijzigd wordt met uitwerking op enige aan- passingsdatum, gaat de eerste indexatie pas ten vroegste in op de eerstvolgende aanpassingsdatum.
Voorgaande bepalingen gelden niet voor de eventuele ‘indexatie na schade’ van een arbeidsongeschiktheids- rente (zie punt 2.2.1.4.4).
Voorschotten
artikel 1.8
De verzekeraar kent slechts een voorschot op de in de overeenkomst voorziene uitkering(en) toe mits de onder-
1.7.2.3 Fiscale indexatie
Een eventuele indexatie ‘volgens de fiscale wetgeving’ heeft in principe uitwerking op 1 januari van elk kalender- jaar.
1.7.3 Berekeningen op dagbasis
De actuarieel-technische berekeningen worden uitge- voerd op dagbasis. Zo wordt:
• de leeftijd van de verzekerde berekend in jaren, maanden en dagen
• bij de berekening van de risicopremies rekening gehouden met een dekkings- en een uitkeringsperiode uitgedrukt in dagen
tekening van een voorschotakte die de voorwaarden en modaliteiten ervan vastlegt. Bij een latere afkoop of uitkering komt het uitstaande bedrag van het voorschot in mindering van de afkoopwaarde of uitkering. Indien het bedrag van het uitstaande voorschot om gelijk welke reden toch hoger blijken te zijn dan de afkoop of uitke- ring, dan blijft de voorschotnemer het niet aangezuiverde saldo van het voorschot verschuldigd aan de verzekeraar. De verzekeraar kan weigeren in te gaan op een verzoek tot opneming van een voorschot als de overeenkomst(en) al bezwaard is (zijn) met een inpandgeving en omge- keerd.
XX Xxxxxxxxx bij overlijden en arbeidsongeschiktheid
artikel 2.1
Xxxxxxxxx bij overlijden
2.1.1 Soorten dekkingen bij overlijden
2.1.1.1 Overlijdenskapitaal
2.1.1.1.1 Omschrijving van de dekking
Indien de verzekerde tijdens de dekkingsperiode (zie punt 2.1.2.1) overlijdt, keert de verzekeraar het overeen- gekomen kapitaal uit aan de begunstigde(n).
2.1.1.1.2 Bedrag van het overlijdenskapitaal
Het uit te keren kapitaal is het verzekerde bedrag op de overlijdensdatum en wordt aangeduid in het Persoonlijk Certificaat. Hierbij wordt het onderliggende bedrag van de reserves op basis van het aantal units omgezet in monetaire bedragen volgens de bepalingen van punt
1.7.1.3. Er is geen winstdeling bij overlijden.
Het eventuele verschil tussen het verzekerde bedrag van het overlijdenskapitaal en het bedrag van de reserves van de (samengevoegde) overeenkomst(en) wordt in het begin van iedere maand berekend op basis van de meest recent gekende unitwaarden. Indien dit verschil positief is (dit verschil wordt de ‘supplementaire overlijdensdekking’ genoemd), onttrekt de verzekeraar hiervoor in principe in het begin van iedere maand telkens een risicopremie aan de pensioenreserves. Indien dit verschil negatief is, kent de verzekeraar als tegenprestatie voor het feit dat hij bij overlijden niet (het volledige bedrag van) de reserves uit- keert, in het begin van iedere maand een overlevings- bonus toe aan de pensioenreserves (zie punt 1.3.3).
2.1.1.2 Overlijdenskapitaal bij ongeval
2.1.1.2.1 Omschrijving van de dekking
Indien de verzekerde overlijdt binnen 180 dagen na en als rechtstreeks gevolg van een ongeval en zowel het ongeval als het overlijden zich voordoen tijdens de dek- kingsperiode (zie punt 2.1.2.1), keert de verzekeraar het overeengekomen kapitaal uit aan de begunstigde(n).
Een ongeval is een plotselinge en toevallige inwerking van een uitwendige kracht, buiten de wil van de verze- kerde, die een objectief vaststelbare aantasting van zijn lichamelijke gaafheid tot gevolg heeft.
Worden niet beschouwd als een ongeval:
• de (poging tot) zelfmoord
• de ziekten en hun gevolgen, aanvallen van beroerten, van vallende ziekten of dergelijke, welke er ook de oorzaak van is
• de gevolgen van heelkundige ingrepen die niet genood- zaakt worden door een ongeval
• de besmettingen, intoxicaties en vergiftigingen, tenzij een bloedvergiftiging (maar enkel als er een uitwendige verwonding geweest is en de bloedvergiftiging tezelf- dertijd als de verwonding heeft plaatsgehad)
Bij wijze van uitbreiding worden echter wel beschouwd als een ongeval:
• het onopzettelijk inademen van gassen of dampen en het bij vergissing opslorpen van giftige stoffen
• de verdrinking
• de verstikking
• beten van dieren en steken van insecten
• blikseminslag
2.1.1.2.2 Bedrag van het overlijdenskapitaal bij ongeval Het uit te keren kapitaal is het verzekerde bedrag op de overlijdensdatum, met dien verstande echter dat even- tuele verhogingen van het verzekerde bedrag tussen de datum van het ongeval en de overlijdensdatum die niet reeds vóór de datum van het ongeval werden overeen- gekomen, niet worden uitgekeerd. Er is geen winstdeling bij overlijden.
B 5-017-2010-09
Indien het Persoonlijk Certificaat een onderscheid maakt tussen het overlijdenskapitaal ‘door ziekte’ en ‘door on- geval’, valt enkel het positieve verschil tussen het verze- kerde bedrag ‘door ongeval’ en het verzekerde bedrag
‘door ziekte’ onder de bepalingen van de dekking Over- lijdenskapitaal bij ongeval. Het opgegeven verzekerde bedrag ‘door ziekte’ vormt samen met het overeen- stemmend opgegeven verzekerd bedrag ‘door ongeval’ de dekking Overlijdenskapitaal (zie punt 2.1.1.1).
2.1.2 Draagwijdte van de dekkingen bij overlijden
2.1.2.1 Dekkingsperiode
De dekkingsperiode van de dekkingen bij overlijden begint en eindigt uiterlijk op de respectievelijke in de Bijzondere Voorwaarden of het Persoonlijk Certificaat voorziene datums. Tenzij anders is aangegeven in de Bijzondere Voorwaarden of het Persoonlijk Certificaat, begint de dekkingsperiode ten vroegste op de betaaldatum van de eerste of enige premie, zijnde de valutadatum van die premie op de bankrekening van de verzekeraar. De dek- kingsperiode eindigt steeds uiterlijk op de - eventueel verdaagde (zie de punten 3.6 en 4.6) - einddatum.
Indien de dekkingsperiode verwijst naar een leeftijd- (sgrens), loopt zij uiterlijk tot de eerste dag van de maand volgend op het bereiken van de betreffende leeftijd(sgrens) in hoofde van de verzekerde. Wanneer echter die leeftijd(sgrens) overeenstemt met de nor- maal voorziene einddatum van de overeenkomst en de Bijzondere Voorwaarden in het kader van een groeps- verzekering of een individuele pensioentoezegging voor- zien in de verdaging van de einddatum (zie de punten 3.6 en 4.6), wordt ook de dekkingsperiode van de dekkingen bij overlijden verlengd zolang de aangeslotene in dienst blijft in de hoedanigheid die hem recht geeft op aan- sluiting.
2.1.2.2 Geografische uitgestrektheid
De dekkingen bij overlijden zijn geldig over de hele wereld.
2.1.2.3 Uitgesloten risico’s inzake dekking Overlijdens- kapitaal’
2.1.2.3.1 Absolute uitsluitingen
De verzekeraar verleent geen dekking in het kader van de ‘supplementaire overlijdensdekking’ (zie punt 2.1.1.1.2) als het overlijden het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van:
• zelfmoord tijdens het eerste jaar na het begin van de dekkingsperiode of na de wederinwerkingstelling van de dekking; dezelfde termijn van 1 jaar geldt bij om het even welke verhoging van het nominaal verzekerde bedrag van de dekking, met betrekking tot die verhoging en te rekenen vanaf de inwerkingtreding ervan
B 5-017-2010-09
• de tenuitvoerlegging van een rechterlijke veroordeling tot de doodstraf
• een opzettelijk door de verzekerde als dader of mede- dader gepleegd(e) tweegevecht, misdaad of wan- bedrijf
• een opzettelijke daad gepleegd door de verzekering- nemer of door de begunstigde of op hun aanstoken
• oproer en enige collectieve gewelddaad met politieke, ideologische of maatschappelijke inslag, al dan niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid, tenzij de begunstigde(n) bewijst (bewijzen) dat de verze- kerde hetzij er op geen enkele manier actief deel aan nam, hetzij zich in een staat van wettige zelfverdedi- ging bevond, hetzij slechts tussenbeide kwam als lid van de macht die door de overheid werd ingezet voor het handhaven van de orde
• oorlog of xxxx gelijkaardig feit en burgeroorlog; indien het overlijden van de verzekerde zich voordoet in een vreemd land waar vijandelijkheden aan de gang zijn, wordt een onderscheid gemaakt tussen 2 gevallen:
- Indien het conflict uitbreekt tijdens het verblijf van de verzekerde, is er dekking voor zover de verze- kerde niet op actieve wijze aan de vijandelijkheden deelneemt.
- Indien de verzekerde zich naar een land begeeft waar een gewapend conflict aan de gang is, kan er slechts dekking verleend worden mits het vooraf- gaand schriftelijke akkoord van de verzekeraar, de betaling van een premietoeslag, het schriftelijke akkoord van de verzekeraar en voor zover de verze- kerde niet op actieve wijze aan de vijandelijkheden deelneemt.
Inzake terrorisme is er enkel dekking, binnen de gren- zen van de waarborgen en voor zover deze effectief zijn onderschreven, voor het overlijden veroorzaakt door een daad van terrorisme, zoals gedefinieerd en geregeld door de wet van 1 april 2007 (BS van 15 mei 2007). In dit kader is Xxxxxx Life nv toegetreden tot de vzw TRIP (Terrorism Reinsurance and Insurance Pool). Zowel het principe als de modaliteiten m.b.t. de vergoeding van een schade- geval voortvloeiend uit een daad van terrorisme worden voortaan bepaald door een comité dat losstaat van de verzekeringsondernemingen en dat is opgericht over- eenkomstig artikel 5 van de wet van 1 april 2007. In het kader van de waarborg Terrorisme is echter het over- lijden uitgesloten veroorzaakt door wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door de structuurwijziging van een atoomkern.
2.1.2.3.2 Uitsluitingen waarvan eventueel kan worden afgeweken
Behoudens andersluidende overeenkomst in de Bijzon- dere Voorwaarden of het Persoonlijk Certificaat, wordt de supplementaire overlijdensdekking niet verleend wan- neer het overlijden het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van:
• een ongeval met een luchtvaartuig waarop de verze- kerde inscheepte als passagier of als bemanningslid, tenzij het een reguliere lijn- of chartervlucht betreft met een niet-militair karakter
• valschermspringen (behalve in geval van overmacht)
• enig feit of enige opeenvolging van feiten met dezelfde oorzaak die voortkomen uit of het gevolg zijn van ioni- serende stralingsbronnen, van splijtstoffen of radio- actieve producten of afvalstoffen
2.1.2.3.3 Prestaties bij overlijden ingevolge een uitge- sloten risico
Bij het overlijden van de verzekerde ingevolge enig voor- meld uitgesloten risico, wordt de uitkering in het kader van de dekking Overlijdenskapitaal beperkt tot maximaal de pensioenreserves bij overlijden, berekend overeen- komstig punt 1.7.1.3 (zie echter punt 2.1.3 in geval van laattijdige aangifte van het overlijden). Een begunstigde wiens opzettelijke daad het overlijden (mede) heeft ver- oorzaakt, is van iedere vergoeding uitgesloten.
2.1.2.4 Uitgesloten risico’s inzake dekking Overlijdens- kapitaal bij ongeval’
De verzekeraar verleent geen dekking en doet generlei uitkering in het kader van de dekking Overlijdenskapi- taal bij ongeval (zie punt 2.1.1.2) ingevolge een risico dat in het kader van de dekking Overlijdenskapitaal (zie punt 2.1.2.3) zou uitgesloten zijn (zowel toegepast op het overlijden zelf als op het ongeval) of in de hierna ver- melde omstandigheden.
2.1.2.4.1 Absolute uitsluitingen
De dekking wordt nooit verleend wanneer het overlijden veroorzaakt wordt door een ongeval dat zelf het recht- streekse of onrechtstreekse gevolg is van een van de volgende omstandigheden waarin de verzekerde verkeert op het ogenblik van het ongeval:
• een opzettelijke daad van de verzekerde, van de verze- keringnemer of van zijn rechthebbenden, waaronder een (poging) tot zelfmoord van de verzekerde
• de vrijwillige deelname aan een misdaad of een wan- bedrijf
• roekeloze daden, weddenschappen, uitdagingen of vechtpartijen waaraan de verzekerde zou deelnemen, behalve in geval van wettige zelfverdediging of met het oog op de redding van personen
• oorlog, burgeroorlog, oproer, collectieve gewelddaden van politieke, ideologische of sociale inspiratie al dan niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid, tenzij de verzekerde bewijst dat er geen rechtstreeks of onrechtstreeks verband bestaat tussen deze ge- beurtenissen en het ongeval
Wat betreft de dekking van het terrorismerisico, zijn de betreffende bepalingen van punt 2.1.2.3 hierop de- zelfde wijze van toepassing.
B 5-017-2010-09
• een staat van dronkenschap, alcoholintoxicatie van meer dan 1,50 g per liter bloed of gelijkaardige intoxi- catie voortvloeiend uit het gebruik van drugs of hal- lucinerende middelen
• nucleaire brandstof, elk radioactief product, radio- actief afval of iedere bron van ioniserende stralingen, met uitzondering van de medische bestralingen ge- noodzaakt door een verzekerd schadegeval en, voor zover daarvan uitdrukkelijk melding wordt gemaakt in de Bijzondere Voorwaarden, bij de uitoefening van medische en paramedische beroepen
2.1.2.4.2 Uitsluitingen waarvan eventueel kan worden afgeweken
Behoudens andersluidende overeenkomst in de Bijzon- dere Voorwaarden of het Persoonlijk Certificaat, wordt de dekking niet verleend wanneer het overlijden veroor- zaakt wordt door een ongeval dat zelf het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van een van de volgende omstandigheden waarin de verzekerde verkeert op het ogenblik van het ongeval:
• het gebruik als bestuurder of als passagier van quads of van motorrijtuigen op 2 of 3 wielen
Is wel gewaarborgd het niet-beroepsmatige gebruik (hierbij inbegrepen het woon-werkverkeer) van een motorrijwiel.
• de beroepsmatige beoefening van om het even welke sport en iedere vorm van betaalde sportbeoefening.
• een ongeval overkomen aan boord van om het even welk voertuig dat deelneemt of zich voorbereidt op de deelneming aan een sportwedstrijd, koers, competitie of proeven.
• de, zelfs occasionele, beoefening van gevaarlijke sporttakken zoals acrobatie, american football, benji- springen, alpinisme en rotsbeklimming, bodyflying, canyoning, city climbing, corrida, delta-wing, gevechts- sporten, gewichtheffen, ijshockey, ijssurfen, jacht, kart, kayak, kitesurfing, military, offshore, zweefvlie- gen, valschermspringen, paragliding en parasailing, rafting, rodelen, rodeo, rugby, skysurfing, survival training, ULM, vissen op volle zee, zeezeilen, ...
• de regelmatige beoefening of beoefening in compe- titieverband (met inbegrip van voorbereidende trai- ningen) van gevaarlijke sporttakken zoals bobslee, skeleton, skispringen, wintersport in competitie- verband, paardenwedrennen, polo, speleologie, diepzeeduiken, ...
• bepaalde gevaarlijke beroepsactiviteiten zoals af- dalingen in putten, mijnen, steengroeven, onder- waterwerken of werken aan elektrische hoogspan- ningslijnen, het hanteren van werktuigen en van explosieve stoffen, de manipulatie van gevaarlijke producten voor zover de voorgeschreven veiligheids- voorschriften niet werden nageleefd, activiteiten op een afbraakwerf
• een val van meer dan 4 m tijdens het uitoefenen van een beroepsactiviteit
Wat betreft de dekking van het terrorismerisico, zijn de betreffende bepalingen van punt 2.1.2.3 hier op dezelfde wijze van toepassing.
2.1.3 Aangifte van een schadegeval
Het overlijden en een ongeval met dodelijke afloop in hoofde van enige verzekerde moeten bij de verzekeraar uiterlijk binnen 30 dagen na het overlijden via het daartoe bestemde formulier worden aangegeven. Bij laattijdige aangifte kan de verzekeraar, tenzij genoegzaam wordt aangetoond dat de aangifte van het schadegeval zo snel dit redelijkerwijs mogelijk is werd ingediend, zijn tussenkomst verminderen met het door hem geleden nadeel. Xxxxxxx, ongeacht de reden van de laattijdige aangifte, kan de verzekeraar steeds zijn tussenkomst in het kader van de dekking Overlijdenskapitaal vermin- deren met het door hem geleden nadeel dat voortvloeit uit de eventuele negatieve evolutie van de unitwaarden van reserves verbonden met een tak 23-beleggingsvorm (zie de Beheerreglementen) sinds de datum van het overlijden.
De aangifte moet de plaats, de datum en het uur van het overlijden vermelden, alsook de omstandigheden waarin het heeft plaatsgehad. Hetzelfde geldt met betrekking tot het gebeurlijke ongeval dat het overlijden heeft veroorzaakt, met dien verstande dat ook de aard van het ongeval en de identiteit van de eventuele getuigen moeten opgegeven worden. Er moet ook steeds een medisch attest worden toegevoegd volgens het volledig ingevulde model van de verzekeraar met vermelding van de overlijdensoorzaak. De verzekeraar kan elk bijkomend stuk vorderen. Alle belanghebbenden bij de tussenkomst van de verzekeraar moeten elke geneesheer die aan de overledene zorgen heeft verstrekt, verzoeken om hen alle door de verzekeraar gevraagde inlichtingen te verstrekken en moeten de aldus verkregen inlichtingen onverwijld overmaken aan de adviserende arts van de verzekeraar. Indien aan een van deze verplichtingen niet voldaan wordt, kan de verzekeraar zijn tussenkomst geheel of gedeeltelijk weigeren.
Indien valse getuigschriften worden voorgelegd, valse verklaringen worden afgelegd of opzettelijk bepaalde feiten of omstandigheden worden verzwegen of niet ver- meld die duidelijk van belang zijn bij de beoordeling van de verplichtingen van de verzekeraar, kan hij zijn tussen- komst weigeren en elke ten onrechte uitgekeerde som terugvorderen, verhoogd met de wettelijke interesten.
artikel 2.2
Dekkingen bij arbeidsongeschiktheid Deze aanvullende waarborgen hebben tot doel om een verlies aan beroepsinkomsten te vergoeden en zijn der-halve een collectieve of individuele (naargelang van het geval) toezegging die wordt voorzien door arti- kel 52, 3°, b, 4de streepje van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. Ze zijn een aanvulling van de wettelijke uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid door, naargelang van de gekozen waarborgen, (arbeids)onge- val en/of (beroeps)ziekte.
2.2.1 Arbeidsongeschiktheidsrenten
2.2.1.1 Bijkomende definities
De fysiologische invaliditeitsgraad vertegenwoordigt de mate waarin de lichamelijke gaafheid van de verzekerde verminderd is als gevolg van een verzekerd schadegeval.
Zo wordt meer bepaald geen rekening gehouden met de invaliditeit voortvloeiend uit of verband houdend met een niet gedekte oorzaak, een uitgesloten risico en/of een niet gedekte voorafbestaande ziekte of aandoening.
Deze wordt vastgesteld bij medische beslissing op basis van de Officiële Belgische Schaal der Invaliditeiten (OBSI) en de Belgische rechtspraak.
Indien eenzelfde lichaamsdeel of orgaan getroffen is door verschillende letsels, mag de som van de invaliditeits- percentages van de onderscheiden letsels niet groter zijn dan het invaliditeitspercentage dat van toepassing zou zijn in geval van totaal verlies van het getroffen lichaamsdeel of orgaan.
De economische invaliditeitsgraad vertegenwoordigt de mate waarin de arbeidsgeschiktheid van de verzekerde verminderd is ten gevolge van een fysiologische invali- diteit voortvloeiend uit een verzekerd schadegeval. Zo wordt meer bepaald geen rekening gehouden met de in- validiteit voortvloeiend uit of verband houdend met een niet gedekte oorzaak, een uitgesloten risico en/of een niet gedekte voorafbestaande ziekte of aandoening.
De economische invaliditeitsgraad wordt vastgesteld rekening houdend met de gehele of gedeeltelijke on- mogelijkheid waarin de verzekerde zich tijdelijk of blij- vend bevindt om een beroepswerkzaamheid uit te oefe- nen die verenigbaar is met zijn kennis, bekwaamheden en beroepsantecedenten. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de algemene economische toestand, noch met enig ander economisch criterium.
Arbeidsongeschiktheidsdrempel: de in de Bijzondere Voorwaarden of het Persoonlijk Certificaat vermelde mi- nimale economische invaliditeitsgraad die moet bereikt worden om in aanmerking te komen voor verzekerings- prestaties.
B 5-017-2010-09
De arbeidsongeschiktheidsgraad wordt bij het bereiken van de arbeidsongeschiktheidsdrempel bij medische beslissing vastgesteld aan de hand van de hoogste van de twee volgende invaliditeitsgraden, met name de eco- nomische of de fysiologische invaliditeitsgraad. Wan- neer echter de verzekerde een loontrekkende is, kan de arbeidsongeschiktheidsgraad niet hoger zijn dan het percentage van loonverlies ten gevolge van de beoogde arbeidsongeschiktheid.
Volledige arbeidsongeschiktheid: wanneer de arbeids- ongeschiktheidsgraad minstens 67 % bedraagt
Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid: wanneer de ar- beidsongeschiktheidsgraad minstens gelijk is aan de ar- beidsongeschiktheidsdrempel, maar lager dan 67 %
Wachttijd: de in de Bijzondere Voorwaarden bepaalde termijn gedurende dewelke recht de verzekeringspres- taties niet verschuldigd is
Verzekerd schadegeval: het zich voordoen van een ziekte of ongeval dat recht geeft op de verzekeringswaarborg
Arbeidsonderbreking: de gehele of gedeeltelijke onmo- gelijkheid waarin de verzekerde zich tijdelijk of blijvend bevindt om een beroepswerkzaamheid uit te oefenen die verenigbaar is met zijn kennis, bekwaamheden en beroepsantecedenten.
2.2.1.2 Waarborgen
Deze aanvullende verzekering omvat, voor zover zulks uitdrukkelijk is vermeld in de Bijzondere Voorwaarden of het Persoonlijk Certificaat, de volgende dekkingen bij arbeidsongeschiktheid veroorzaakt door een verzekerd schadegeval:
• De dekking Premievrijstelling bij arbeidsongeschikt- heid voorziet in een verdere premiebetaling ten laste van de verzekeraar; de verdere premiebetaling wordt, desgevallend na de nodige inhoudingen, rechtstreeks toegekend aan de overeenkomst(en) van waaruit de risicopremies voor deze dekking werden gefinancierd; indien en in de mate dat de premies in het kader van deze dekking ten laste van de verzekeraar zijn, kan hij beslissen dat de premies verder moeten worden be- taald door de verzekeringnemer en dat de verzekeraar ze aan hem zal terugstorten (premieteruggave).
• De dekking Arbeidsongeschiktheidsuitkering voorziet in een rente-uitkering door de verzekeraar aan de be- gunstigde; hierbij wordt verder een onderscheid ge- maakt tussen:
- de dekking Vervangingsinkomen bij arbeidsonge- schiktheid, waarbij de begunstigde een inkomen blijft genieten om te kunnen voorzien in zijn dage- lijks levensonderhoud;
- de dekking ‘overbruggingsinkomen bij arbeids- ongeschiktheid’, waarbij de begunstigde enkel gedurende een overbruggingsperiode een inkomen blijft genieten;
B 5-017-2010-09
- de dekking Rente algemene kosten bij arbeids- ongeschiktheid, waarbij de begunstigde een inko- men blijft genieten om bepaalde lasten en kosten (zoals een leninglast) te kunnen blijven dragen
Indien in deze Algemene Voorwaarden wordt verwezen naar ‘uitkering bij arbeidsongeschiktheid’, wordt daar- mee bedoeld de vrijstelling/terugbetaling van de premies bij arbeidsongeschiktheid en/of de uitkering van een rente bij arbeidsongeschiktheid, in de mate dat deze waarbor- gen van toepassing zijn.
2.2.1.3 Gedekte arbeidsongeschiktheidsoorzaken
De gedekte arbeidsongeschiktheid kan het gevolg zijn van een ongeval en/of een ziekte, naargelang van wat werd overeengekomen en vermeld in de Bijzondere Voorwaar- den of het Persoonlijk Certificaat. Met betrekking tot de ongevallen kan een verder onderscheid gemaakt worden tussen ongevallen van het privéleven en arbeidsongeval- len.
2.2.1.3.1 Ongeval
Voor de betekenis van de term ‘ongeval’ wordt verwezen naar punt 2.1.1.2.1. Een ongeval is ofwel een arbeids- ongeval ofwel een privéongeval.
• Een arbeidsongeval is een ongeval zoals gedefinieerd in de Belgische wetgeving op de arbeidsongevallen, inclusief de ongevallen naar en van de werkplaats. De verwijzing naar de wetgeving op de arbeidsongevallen strekt er enkel toe om het begrip arbeidsongeval te definiëren.
• Een privéongeval is ieder ongeval dat geen arbeids- ongeval is.
2.2.1.3.2 Ziekte
Een ziekte is elke medisch aantoonbare aantasting van de gezondheidvandeverzekerdedietewijtenisaaneenandere oorzaak dan een ongeval, zoals hiervoor beschreven. Het normale verloop van zwangerschap en bevalling, alsook de wettelijk of reglementair verplichte pre- en postnatale onderbreking van de beroepsactiviteiten, worden niet als een ziekte beschouwd.
2.2.1.4 Het recht op de uitkeringen
2.2.1.4.1 Ontstaan van het recht op uitkeringen
Het recht op uitkering bij arbeidsongeschiktheid is ver- worven indien en zodra:
• er een gehele of gedeeltelijke arbeidsonderbreking is geweest
• de arbeidsongeschiktheidsdrempel wordt bereikt
• de wachttijd is verstreken
- De wachttijd gaat in op de datum door de genees- heren bepaald als zijnde de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid.
- Indien de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een gewaarborgd ongeval en minstens even lang duurt als de voorziene wachttijd, wordt, na het verstrijken van die wachttijd, de rente uitbetaald en de premievrijstelling toegepast vanaf de aanvangs- datum van de arbeidsongeschiktheid.
- Voor zover hiervan uitdrukkelijk melding wordt gemaakt in de Bijzondere Voorwaarden of het Per- soonlijk Certificaat, wordt ook in geval van ziekte en voor zover de arbeidsongeschiktheid minstens
even lang duurt als de voorziene wachttijd, na het verstrijken van die wachttijd, de rente uitbetaald en de premievrijstelling toegepast vanaf de aanvangs- datum van de arbeidongeschiktheid.
- Doet zich, in de 3 maanden volgend op het einde van de arbeidsongeschiktheid waarvoor een vergoeding werd betaald, wegens dezelfde oorzaak een nieuwe arbeidsongeschiktheid voor, dan wordt de wachttijd niet opnieuw toegepast.
- Indien, na een arbeidsongeschiktheid gedurende een periode korter dan de wachttijd, zich in de 3 maanden volgend op het einde van die arbeids- ongeschiktheid, wegens dezelfde oorzaak een nieuwe arbeidsongeschiktheid voordoet, dan zullen voor de toepassing van de wachttijd, beide periodes van arbeidsongeschiktheid worden samengevoegd.
- Iedere verhoging van de uitkeringen volgend uit een nieuwe arbeidsongeschiktheidsoorzaak, is onder- worpen aan de wachttijd.
- Er wordt geen vergoeding betaald voor de periode van gewaarborgd loon.
2.2.1.4.2 Basisbedragen van de vergoeding
Als basis voor de uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid worden de overeenkomstige bedragen genomen op de datum van het feit dat aanleiding geeft tot de arbeids- ongeschiktheid. Latere wijzigingen komen niet in aan- merking voor het bepalen van de basisbedragen.
Het bedrag van de arbeidsongeschiktheidsrente wordt aangeduid in de Bijzondere Voorwaarden of het Persoon- lijk Certificaat.
Het verzekerde basisbedrag van de dekking Premie- vrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is, naargelang van wat wordt voorzien, gelijk aan hetzij (TP - PAO), hetzij TP waarbij:
• TP = het totaal overeengekomen toekomstige premie- bedrag op jaarbasis (zonder taksen of heffingen) voor de (samengevoegde) overeenkomst(en)
• PAO = het premiebedrag dat normaal bestemd is voor de financiering van de dekkingen bij arbeidsongeschikt- heid
(zie echter ook punt 7.9 inzake sociale overeenkomsten ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’)
Indien al voorzien werd in een toekomstige evolutie van de termen ‘TP’ en/of ‘PAO’ in de voormelde formule, evo- lueert de toegekende arbeidsongeschiktheidsrente mee volgens de betreffende parameters. Met een eventuele niet-forfaitaire indexatie van deze termen of een even- tuele koppeling ervan aan de (evolutie van de) referen- tiebezoldiging of het beroepsinkomen wordt echter geen rekening gehouden.
Tenzij anders overeengekomen, volgen de toekenningen in het kader van deze dekking die bestemd zijn voor de pensioenreserves dezelfde beleggingsregels als de premies die bestemd zijn voor de pensioenreserves (zie de punten 1.3.1 en 1.4.3).
Er wordt hierbij opgemerkt dat de dekkingen Arbeids- ongeschiktheidsrenten’ een ‘endogene’ premievrijstel- ling genieten tijdens de periode gedurende welke en in de mate waarin de verzekeraar effectief een arbeidsonge- schiktheidsrente uitkeert of toekent, wat inhoudt dat die dekkingen a rato van de arbeidsongeschiktheidsgraad waarvoor de verzekeraar effectief tussenkomst verleent, zonder premiebetaling verder lopen in hun laatst verze- kerde toestand (eventueel forfaitair geïndexeerd nomi- naal (minimum)bedrag, dekkings- en uitkeringsperiode, eigenrisicotermijn, enz., maar zonder verdere aanpas- singen in functie van de gezinstoestand, van de referen- tiebezoldiging, enz.).
2.2.1.4.3 Progressieprofiel
Behalve in het kader van de dekking Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid, kan in een progressieprofiel van de arbeidsongeschiktheidsrente(n) worden voorzien gedurende het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid. Dit houdt in dat gedurende de progressieperiode maxi- maal het (de) voorziene percentage(s) van de betreffende rente(n) wordt (worden) uitgekeerd, rekening houdend met de arbeidsongeschiktheidsgraad (zie punt 2.2.1.4.5).
2.2.1.4.4 Indexatie van de ingegane arbeidsongeschikt- heidsrente(n)
Behalve in het kader van de dekking Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid, kan in een indexatie van de in- gegane arbeidsongeschiktheidsrente(n) worden voorzien (‘indexatie na schade’). In dit geval wordt het bedrag van de betreffende rente(n) jaarlijks verhoogd door vermenig- vuldiging van het aanvangsbedrag ervan met een indexa- tiefactor. Deze factor is gelijk aan (1 + indexatiepercen- tage) tot de macht ‘n’, waarbij ‘n’ het aantal volledige jaren sinds de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid vertegenwoordigt. De eerste indexatie wordt bijgevolg doorgevoerd vanaf de dertiende kalendermaand die volgt op de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid. Het indexatiepercentage wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden of het Persoonlijk Certificaat.
B 5-017-2010-09
Zodra de verzekerde niet langer getroffen wordt door een arbeidsongeschiktheid die de toepassing van de dek- king tot gevolg heeft, wordt het verzekerde bedrag van de arbeidsongeschiktheidsrente(n) teruggebracht op het niveau van vóór de arbeidsongeschiktheidsperiode, even- tueel aangepast op basis van een ‘indexatie vóór schade’ (zie punt 1.7.2).
2.2.1.4.5 Bedrag van de uitkeringen bij arbeidsonge- schiktheid
Zodra het recht op uitkering bij arbeidsongeschiktheid is ontstaan, wordt de vergoeding berekend evenredig met de duur van de arbeidsongeschiktheid en de arbeids- ongeschiktheidsgraad. Wanneer de arbeidsongeschikt- heidsgraad minstens 67 % bedraagt, wordt de arbeids- ongeschiktheid als volledig beschouwd en wordt de vergoeding enkel berekend in verhouding met de duur van de arbeidsongeschiktheid. Wijzigt de arbeidsonge- schiktheidsgraad, dan wordt het bedrag van uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid vanaf de datum van wijziging aangepast in functie van de nieuwe arbeidsongeschikt- heidsgraad.
Die rente wordt uitgedrukt in jaarbedragen. Ze is aan de verzekerde betaalbaar bij maandelijkse delen, na verval- len termijn, de eerste maal door een evenredig deel op de laatste dag van de maand waarin het recht op de uit- keringen begint, en de laatste maal door een evenredig deel op de datum dat het recht op de uitkeringen vervalt.
2.2.1.4.6 Uitkeringsperiode
De uitkeringsperiode van de arbeidsongeschiktheids- rente wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden of het Persoonlijk Certificaat.
Als de uitkeringsperiode wordt uitgedrukt als het bereiken van een leeftijd(sgrens) en/of als een looptijd (in jaren), betekent dit het volgende:
• Als de uitkeringsperiode wordt uitgedrukt als het bereiken van een leeftijd(sgrens), loopt zij uiterlijk tot de eerste dag van de maand volgend op het bereiken van de betreffende leeftijd(sgrens) in hoofde van de verzekerde.
• Als de uitkeringsperiode wordt uitgedrukt als een looptijd, wordt die looptijd gerekend vanaf de aan- vangsdatum van de arbeidsongeschiktheid (en dus niet vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn) en verstrijkt die periode uiterlijk op de voorziene leeftijd(sgrens) in hoofde van de verzekerde.
De uitkeringsperiode van de premievrijstelling is behou- dens andere vermelding in de Bijzondere Voorwaarden of het Persoonlijk Certificaat, gelijk aan de periode van betaling van de vrij te stellen premies.
De uitkeringsperiode eindigt steeds uiterlijk op het einde van de dekkingsperiode (zie punt 2.2.3.1)
2.2.1.4.7 Einde van het recht op uitkeringen
Het recht op de uitkering bij arbeidsongeschiktheid ver- valt:
• wanneer de arbeidsongeschiktheidsdrempel niet meer wordt bereikt
• bij overlijden van de verzekerde
B 5-017-2010-09
• op het einde van de uitkeringsperiode (punt 2.2.1.4.6)
2.2.1.4.8 Subrogatie
De verzekeraar, die tot betaling van de hierboven opge- somde vergoedingen is gehouden of die ze heeft betaald,
treedt in alle rechten en vorderingen die de verzekerde tegen de voor de arbeidsongeschiktheid aansprakelijke derde kan bezitten. Bijgevolg mag de verzekerde geen afstand doen van eender welk verhaal, zonder de vooraf- gaande instemming van de verzekeraar.
Indien, door toedoen van de verzekeringnemer, de ver- zekerde of de begunstigde, de subrogatie geen uitwer- king meer kan hebben in ons voordeel, dan kunnen wij de betaalde schadevergoeding op hen terugvorderen in de mate van het geleden nadeel.
2.2.2 Arbeidsongeschiktheidskapitaal bij ongeval
2.2.2.1 Omschrijving van de dekking
Indien de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval in de zin van punt 2.1.1.2.1 dat zich voordoet tijdens de dekkingsperiode (zie punt 2.2.3.1), volledig en blijvend arbeidsongeschikt wordt tijdens de dekkings- periode en meer dan 180 dagen na het ongeval nog in leven is, keert de verzekeraar het overeengekomen kapitaal uit aan de begunstigde.
2.2.2.2 Bedrag van het arbeidsongeschiktheids- kapitaal
Het uit te keren kapitaal is gelijk aan het verzekerde bedrag op de dag van het ongeval.
2.2.2.3 Volledige en blijvende arbeidsongeschiktheid Arbeidsongeschiktheid wordt begrepen overeenkomstig het bepaalde in punt 2.2.1.1. Er is sprake van volledige arbeidsongeschiktheid als de arbeidsongeschiktheids- graad, zoals gedefinieerd in punt 2.2.1.1, minstens 67 % bedraagt. Er is sprake van een volledige en blijvende arbeidsongeschiktheid indien vaststaat dat de volledige arbeidsongeschiktheid de verzekerde gedurende heel zijn leven zal treffen, zonder kans op merkelijke ver- betering, zelfs met een passende medische behande- ling.
2.2.3 Draagwijdte van de dekkingen bij arbeids- ongeschiktheid
2.2.3.1 Dekkingsperiode
De ingangsdatum van de dekkingen bij arbeidsonge- schiktheid wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden of het Persoonlijk Certificaat, maar kan niet vroeger zijn dan de aanvangsdatum van de hoofdverzekering. Tenzij anders is aangegeven in de Bijzondere Voorwaarden of het Persoonlijk Certificaat, begint de dekkingsperiode ten vroegste op de betaaldatum van de eerste of enige premie, zijnde de valutadatum van die premie op de bank- rekening van de verzekeraar.
De einddatum van de aanvullende verzekering wordt eveneens vermeld in de Bijzondere Voorwaarden of het Persoonlijk Certificaat. Wanneer echter de verzekerde vóór de vermelde einddatum zijn beroepsactiviteiten volledig en definitief stopzet om een andere reden dan de arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een verze- kerd schadegeval, is de einddatum van de dekkingen bij arbeidsongeschiktheid bepaald op de datum van stopzet- ting van deze activiteiten.
Indien de dekkingsperiode verwijst naar een leeftijd- (sgrens), loopt zij uiterlijk tot de eerste dag van de maand samenvallend met of volgend op het bereiken van de betreffende leeftijd(sgrens) in hoofde van de verzekerde. Wanneer echter die leeftijd(sgrens) overeenstemt met de normaal voorziene einddatum van de overeenkomst en de Bijzondere Voorwaarden in het kader van een groeps- verzekering of een individuele pensioentoezegging voor- zien in de verdaging van de einddatum (zie de punten 3.6 en 4.6), wordt ook de dekkingsperiode van de dekkingen bij overlijden verlengd zolang de aangeslotene in dienst blijft in de hoedanigheid die hem recht geeft op aanslui- ting.
Enkel verzekerde schadegevallen die zich voordoen vanaf de ingangsdatum en vóór de einddatum, komen voor vergoeding in aanmerking.
2.2.3.2 Geldigheidsgebied
De waarborg wordt verleend over geheel Europa voor zover de verzekerde zijn gewone verblijfplaats in België heeft, en buiten Europa maar dan enkel in geval van ver- blijf voor privédoeleinden van maximaal 3 maanden en voor zover de verzekeraar de arbeidsongeschiktheids- graad in België kan vaststellen.
2.2.3.3 Waarborgbeperkingen
2.2.3.3.1 Uitsluitingen
De verzekeraar verleent geen dekking en doet bijgevolg geen uitkering of toekenning in het kader van de dekkin- gen bij arbeidsongeschiktheid ingevolge een risico dat in punt 2.1.2.3 voor de risicodekking bij overlijden of in punt
2.1.2.4 voor de dekking van het overlijdenskapitaal bij ongeval is uitgesloten, zelfs indien daarvan voor die dekking is afgeweken in de Bijzondere Voorwaarden of het Persoonlijk Certificaat. Voor de toepassing van deze bepaling moet de term ‘overlijden’ vermeld in de punten
2.1.2.3 en 2.1.2.4 als ‘arbeidsongeschiktheid’ worden gelezen.
De waarborg van de aanvullende verzekering wordt even- eens niet verleend wanneer de arbeidsongeschiktheid het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van:
• allergische aandoeningen waarbij de fysiologische invaliditeit minder dan 25 % bedraagt
• contraceptieve en vruchtbaarheidsbehandelingen
De complicaties van dergelijke behandelingen zijn wel gewaarborgd.
• esthetische ingrepen, behalve die reconstructieve chirurgie om letsels ten gevolge van een verzekerd schadegeval te herstellen
• psychische aandoeningen
Is evenwel gewaarborgd, in zoverre de diagnose is gesteld door een in België erkend doctor in de psychiatrie en de aandoening voldoet aan de criteria voorzien in de vierde of latere versie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders:
- de arbeidsongeschiktheid(en) ten gevolge van een of meer van de volgende aandoeningen:
▪ majeure depressie
▪ bipolaire stoornis
▪ psychotische stoornis
▪ schizofrenie
▪ veralgemeende angststoornis
▪ dissociatieve stoornis
▪ obsessief-compulsieve stoornis
▪ anorexia
▪ boulimia nervosa
- mits een wachttijd van 1 jaar en voor een vergoe- dingstermijn van maximaal 2 jaar, deze laatste termijn cumulatief over de volledige duur van het contract en voor al deze aandoeningen samen, de arbeidsongeschiktheid(en) ten gevolge van:
▪ chronisch vermoeidheidssyndroom
▪ fibromyalgie
▪ burn-out
• subjectieve stoornissen zonder objectieve sympto- men
• het normale verloop van een zwangerschap en beval- ling, alsook de wettelijk of reglementair verplichte pre- en postnatale onderbreking van de beroepsacti- viteiten
Er wordt wel waarborg verleend voor de zwanger- schapsverwikkelingen die het gevolg zijn van een me- dische aantoonbare ziekelijke of afwijkende toestand.
• oorlog, burgeroorlog, oproer, collectieve gewelddaden van politieke, ideologische of sociale inspiratie al dan niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid, tenzij de verzekerde bewijst dat er geen rechtstreeks of onrechtstreeks verband bestaat tussen deze ge- beurtenissen en de arbeidsongeschiktheid
Wat betreft de dekking van het terrorismerisico, zijn de betreffende bepalingen van punt 2.1.2.3 hier op dezelfde wijze van toepassing.
• alcoholisme, toxicomanie, misbruik van geneesmid- delen, of gebruik van iedere andere drug of verdovend middel die niet om medische redenen werden voorge- schreven
Is eveneens niet gedekt:
• de economische of de fysiologische invaliditeit ten gevolge van een reeds bij het afsluiten van de aan- vullende verzekering bestaand gebrek of letsel aan een lichaamsdeel of orgaan
B 5-017-2010-09
• de verergering van de economische of de fysiologische invaliditeitsgraad ten gevolge van een reeds bij het afsluiten van de aanvullende verzekering bestaand gebrek of letsel aan een lichaamsdeel of orgaan
2.2.3.3.2 Voorafbestaande toestand
De verzekeraar verleent geen waarborg voor:
• ongevallen voorafgaand aan de ingangsdatum van de aanvullende verzekering
• zwangerschapsverwikkelingen die het gevolg zijn van zwangerschappen ontstaan vóór de ingangsdatum van de aanvullende verzekering
• ziektes waarvan de symptomen zich hebben gemani- festeerd vóór de ingangsdatum van de aanvullende verzekering
Voor contracten die in de zin van artikel 138 bis-1 van de wet van 25 juni 1992 niet als beroepsgebonden worden beschouwd, gelden evenwel de volgende bepalingen:
Zodra een termijn van 2 jaar verstreken is, te rekenen van de inwerkingtreding van de aanvullende verzeke- ring, kan de maatschappij zich niet meer beroepen op het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens door de verzekeringnemer of de verzekerde, wanneer deze gegevens betrekking hebben op een ziekte of aandoening waarvan de symptomen zich op het ogenblik van het afsluiten van de aanvullende ver- zekering reeds hadden gemanifesteerd en deze ziekte of aandoening niet gediagnosticeerd werd binnen diezelfde termijn van 2 jaar.
De maatschappij kan zich niet beroepen op een onopzet- telijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist mededelen van gegevens, wanneer deze gegevens betrekking hebben op een ziekte of aandoening die zich op het ogenblik van het afsluiten van de aanvullende verzekering nog op geen enkele wijze had gemanifesteerd.
2.2.4 Aangifte van een schadegeval en medische opvolging
Elk schadegeval dat aanleiding kan geven tot een (ver- hoging van de) tussenkomst van de verzekeraar, moet bij hem via het daartoe bestemde formulier uiterlijk binnen 30 dagen aangegeven worden. Bij laattijdige aangifte kan de verzekeraar, tenzij genoegzaam wordt aangetoond dat de aangifte van het schadegeval zo snel dit redelijkerwijs mogelijk is werd ingediend, zijn tussenkomst vermin- deren met het door hem geleden nadeel.
B 5-017-2010-09
De aangifte moet vergezeld zijn van alle originele documenten, attesten en rapporten die het bestaan en de ernst van het schadegeval kunnen aantonen. De ver- zekeraar kan hiertoe elk bijkomend stuk vorderen. Alle belanghebbenden bij de tussenkomst van de verzeke- raar moeten elke mogelijke medewerking verlenen zo- dat de door de verzekeraar nuttig geachte onderzoeken en controles zo vlot mogelijk kunnen uitgevoerd worden, moeten elke geneesheer die aan de verzekerde zorgen (heeft) verstrekt verzoeken hen alle door de verzeke-
xxxx gevraagde inlichtingen te verstrekken en moeten de aldus verkregen inlichtingen onverwijld overmaken aan de adviserende arts van de verzekeraar, dit alles zowel bij het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid als in het kader van de latere medische opvolging ervan. Alle maatregelen om de genezing te bespoedigen moeten zo snel mogelijk genomen worden en de voorgeschreven medische behandelingen moeten gevolgd worden. Indien aan een van deze verplichtingen niet wordt voldaan, kan de verzekeraar zijn tussenkomst geheel of gedeeltelijk weigeren of onderbreken.
Op grond van de verstrekte inlichtingen oordeelt de ver- zekeraar over de werkelijkheid, de duur en de graad van de arbeidsongeschiktheid, en hij brengt zijn beslis- sing ter kennis van de verzekerde. Die beslissing wordt beschouwd als aanvaard indien de verzekerde, binnen 15 dagen na de kennisgeving, de verzekeraar niet meldt dat hij niet akkoord gaat. Voor de verdere afhandeling wordt verwezen naar de laatste paragraaf van punt 8.9.
Bij de toekenning of de uitkering van een arbeidson- geschiktheidsrente heeft zowel de begunstigde als de verzekeraar steeds het recht de arbeidsongeschiktheids- graad aan een herziening te onderwerpen. Elke wijzi- ging in de gezondheidstoestand van de verzekerde die een vermindering van de arbeidsongeschiktheidsgraad veroorzaakt of zou kunnen veroorzaken, moet binnen 15 dagen spontaan aan de verzekeraar worden gemeld. Zo niet eist de verzekeraar de terugbetaling van elke ten onrechte uitgekeerde of toegekende som, verhoogd met de wettelijke interesten.
Indien valse getuigschriften worden voorgelegd, valse verklaringen worden afgelegd of opzettelijk bepaalde feiten of omstandigheden worden verzwegen of niet ver- meld die duidelijk van belang zijn bij de beoordeling van de verplichtingen van de verzekeraar, kan hij zijn tussen- komst weigeren of stopzetten en elke ten onrechte uitge- keerde of toegekende som terugvorderen, verhoogd met de wettelijke interesten.
De verzekeraar zal iedere waarborg afwijzen indien het niet-voldoen aan de verplichtingen gebeurde met bedrieglijk opzet.
artikel 2.3
Algemene bepalingen
2.3.1 Correcte gegevensverstrekking
Bij het sluiten, het verhogen of de wederinwerking- stelling van de dekkingen moeten de verzekeringne- mer en de verzekerde alle hun bekende gegevens die zij redelijkerwijs moeten beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van de risico’s door de verzekeraar, aan deze laatste in alle oprechtheid en zonder verzwijging meedelen. Het gaat hierbij onder
meer om de beroepsactiviteit, uitgeoefende sporten en andere activiteiten, alsook om de ziekten en aandoenin- gen die al gediagnosticeerd zijn of waarvan minstens de symptomen zich al hebben gemanifesteerd.
Bij onjuistheid van de opgegeven geboortedatum van de verzekerde, kan de verzekeraar de risicopremies en/of enige verzekeringsprestatie (in voorkomend geval retro- actief) aanpassen op basis van de tariefelementen in functie van de juiste geboortedatum. In geval van andere onopzettelijke verzwijgingen of onopzettelijke onjuiste verklaringen dan die met betrekking tot de geboorte- datum, zijn hierop de wettelijke bepalingen ter zake van toepassing, en dit gedurende het eerste jaar na het af- sluiten, na de inwerkingtreding van een niet initieel over- eengekomen verhoging (wat betreft die verhoging), res- pectievelijk na de wederinwerkingstelling van de dekking Overlijdenskapitaal en, onverminderd andersluidende dwingende bepalingen, gedurende de volledige looptijd van de overeenkomst wat betreft de overige risicodek- kingen (aanvullende verzekeringen).
Elke fraude, opzettelijke verzwijging of opzettelijke on- juiste verklaring heeft de nietigheid van de betreffende dekking(en) tot gevolg. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de verzekeraar hiervan kennis krijgt, komen hem toe. De aandacht wordt erop gevestigd dat de wetgeving ook in geval van onopzettelijke verzwij- gingen of onopzettelijke onjuiste verklaringen voorziet in sancties die, afhankelijk van de situatie, kunnen oplopen tot een weigering van de verzekeraar om tussenkomst te verlenen.
2.3.2 Aanvaarding van de risicodekkingen door de verzekeraar en voorafbestaande ziekten en aan- doeningen
De verzekeraar aanvaardt de risicodekking omschreven in de Bijzondere Voorwaarden en/of het Persoonlijk Cer- tificaat, volgens de verklaring van de verzekeringnemer en de verzekerde in het voorstel en zijn bijlagen.
B 5-017-2010-09
De risicodekkingen en enige verhoging van het nomi- naal verzekerde bedrag ervan zijn onderworpen aan de algemene aanvaardingscriteria die de verzekeraar om verzekeringstechnische en fiscaal-juridische redenen hanteert (structurele financierbaarheid van de dekkin- gen in het licht van het premiebudget en het bedrag van de aanwezige reserves, gunstig resultaat van medische formaliteiten en/of onderzoeken, aanvullend karakter van sommige risicodekkingen, maximale dekkingen, oververzekering, antiselectie, fiscale begrenzingen, be- schikking over de nodige berekeningsgegevens, enz.). De verzekeraar kan de aanvaarding van de dekking Rente algemene kosten bij arbeidsongeschiktheid afhankelijk stellen van een verantwoording op basis van aantoonbare lasten en kosten. De risicodekkingen zijn slechts verze-
kerd indien zij voorkomen op het Persoonlijk Certificaat of in een andere door de verzekeraar schriftelijk uitge- brachte bevestiging.
Zonder afbreuk te doen aan punt 2.2.3.3.2, geldt inzake voorafbestaande ziekten en aandoeningen de volgende regeling:
• Indien verklaringen van de verzekeringnemer of de verzekerde, medische formaliteiten en/of onder- zoeken ter gelegenheid van het sluiten, het verhogen of de wederinwerkingstelling van de risicodekkingen een bestaande ziekte of aandoening vermelden, aan het licht brengen of op basis van symptomen waar- schijnlijk maken, is die gedekt, tenzij schriftelijk tegen- bericht van de verzekeraar met vermelding van de ziekte of aandoening waarvoor de (verhoging van de) dekking niet wordt verleend.
• Indien, wat betreft groepsverzekeringen, de verzeke- raar geen medische formaliteiten en geen medische onderzoeken toepast voor de aanvaarding van een risicodekking, zijn voorafbestaande ziekten en aandoeningen gedekt, tenzij zij bij het sluiten, ter gelegenheid van een niet initieel overeengekomen verhoging (wat betreft die verhoging), respectievelijk ter gelegenheid van de wederinwerkingstelling van de betreffende dekking(en), al van dien aard waren en zich zodanig manifesteerden dat het toen al waarschijnlijk was dat de betreffende ziekte(n) of aandoening(en) zou(den) leiden tot het voorvallen van de betreffende verzekerde gebeurtenis(sen).
Indien de verzekeraar voor een dekking een bijpremie aanrekent en/of een dekking geheel of gedeeltelijk (bijvoorbeeld voor een welbepaalde ziekte of aandoe- ning) weigert, wordt die bijpremie en/of weigering, tenzij anders overeengekomen, ook toegepast op elke latere verhoging van de betreffende dekking(en).
2.3.3 Vaststelling en wijziging van de risicodekkingen door de verzekeraar
De verzekeraar kan te allen tijde het gewenste of effectief verzekerde bedrag van de risicodekkingen verminderen indien blijkt dat ze, gelet op het premiebudget of het even- tuele maximumgedeelte ervan dat ervoor kan worden aangewend en het bedrag van de reserves, niet (langer) kunnen gefinancierd worden. De verzekeraar vermindert in dit geval het bedrag van de betreffende risicodekkin- gen, met dien verstande echter dat in principe voorrang wordt gegeven aan de onderschrijving of de handhaving van verplicht af te sluiten (minimum)risicodekkingen en dat in voorkomend geval enkel die dekking(en) wordt (worden) verminderd waarvoor slechts een maximum- gedeelte van het premiebudget kan worden aangewend. De verzekeraar kan eventueel ook de moduleringen (eigenrisicotermijn, jaarlijkse indexatie, enz.) van de risicodekkingen inperken. Hetzelfde geldt voor de ver-
zekering van eventuele standaarden en standaardopties, met dien verstande echter dat in principe voorrang wordt gegeven aan de verzekering of de handhaving van de voormelde verplicht af te sluiten (minimum)risicodek- kingen.
Vermits de bezoldiging en het sociale statuut belangrijke criteria zijn voor het vaststellen van het maximum van de te verzekeren arbeidsongeschiktheidsrente, moet een wijziging hiervan onmiddellijk aan de verzekeraar wor- den gemeld.
Wanneer op basis van de gewijzigde toestand een hogere rente zou kunnen verzekerd worden, zal de verzekeraar nagaan onder welke voorwaarden deze verhoging kan worden gewaarborgd.
Indien de gewijzigde toestand voor gevolg heeft dat de verzekerde rente te hoog is volgens de financiële accep- tatievoorwaarden van de verzekeraar, dan zal hij de rente verlagen tot het niveau dat volgens deze voorwaarden kan worden gewaarborgd. De premie wordt in verhouding verminderd.
De verzekeringnemer en de verzekerde brengen de ver- zekeraar onmiddellijk op de hoogte van het bestaan van een andere polis afgesloten voor eenzelfde of soortge- lijk risico op het hoofd van de verzekerde. Wanneer de verzekeraar van oordeel is dat, volgens zijn acceptatie- voorwaarden, de som van zijn verzekerde prestatie en die van alle andere soortgelijke polissen, te hoog is in ver- houding met de inkomsten van de verzekerde, zal hij zijn verzekerde prestaties verminderen tot de wanverhouding is weggewerkt. De toekomstige premies worden in de- zelfde verhouding als de prestaties verminderd.
Indien een schadegeval plaatsvindt voordat een van de 2 laatste wijzigingen aan de verzekeraar werd gemeld, dan wordt de uitkering geregeld op basis van de rente die gewaarborgd kon worden volgens de voornoemde accep- tatievoorwaarden. Indien het niet meedelen van de wij- ziging met bedrieglijk opzet is gebeurd, kan de verzeke- raar zijn uitkering weigeren en komen alle premies die op het ogenblik waarop hij kennis krijgt van de bedrieglijke verzwijging al vervallen zijn, hem toe als schadevergoe- ding.
B 5-017-2010-09
Meer algemeen kan de verzekeraar het bedrag en de moduleringen van de dekkingen wijzigen als er hier- toe gegronde redenen zijn die verband houden met de algemene criteria die hij om verzekeringstechnische en fiscaal-juridische redenen hanteert (aanvullend karakter van sommige dekkingen, maximale dekking, oververze- kering, antiselectie, fiscale begrenzingen, handhaving van geblokkeerde reserves, enz.).
Bij een vermindering van reeds effectief verzekerde risicodekkingen (of een inperking van hun moduleringen) op het initiatief van de verzekeraar (zie hierboven), ver- wittigt hij de verzekeringnemer en de aangeslotene - inzake de overgedragen en niet-overgedragen overeen- komsten, enkel de aangeslotene - hiervan. Ter gelegen- heid hiervan wordt ook een gewijzigd Persoonlijk Certificaat met vermelding van de aangepaste verzeker- de bedragen (en moduleringen) van de risicodekkingen overgemaakt.
2.3.4 Wijziging van de risicograad
Indien uit enig document blijkt dat bij de aanvaarding van een risicodekking door de verzekeraar of bij de bereke- ning van het tarief van een dekking rekening werd gehouden met bepaalde kenmerken van de verzekerde (rookgedrag, beroepsactiviteit, sociaal statuut, uitgeoe- fende sporten, verblijfplaats, enz.), dan moet iedere wijziging hiervan binnen 30 dagen aan de verzekeraar schriftelijk worden meegedeeld. Deze verplichte mede- deling geldt niet bij een vermindering van het betreffende risico.
Mocht de verzwaring of de vermindering van het betref- fende risico van zodanige aard zijn dat de verzekeraar deze dekking tegen andere voorwaarden zou hebben verleend, dan stelt hij binnen 1 maand vanaf de voor- melde kennisgeving voor om de voorwaarden van de dekking aan te passen met uitwerking op de datum van de verzwaring van het risico of op de datum waarop de verzekeraar kennis heeft gekregen van de vermindering van het risico.
Indien, bij een verzwaring van het risico, het voorstel van de verzekeraar geweigerd of niet aanvaard wordt binnen een termijn van 1 maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, kan de verzekeraar de betreffende dekking met een aangetekende brief opzeggen binnen 15 dagen. Indien echter de verzekeraar het bewijs kan leveren dat hij de dekking onder de gewijzigde omstan- digheden niet zou hebben verleend, kan hij binnen een termijn van 1 maand, te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring kennis heeft gekregen, met een aan- getekende brief de dekking opzeggen.
Indien een schadegeval plaatsvindt voordat de verzwa- ring van het risico aan de verzekeraar werd gemeld, dan wordt de uitkering geregeld op basis van de prestaties die verzekerd zouden zijn geweest met de werkelijk betaalde premie, rekening houdend met de gewijzigde kenmerken van het risico. Indien echter de verzekeraar het bewijs kan leveren dat hij de dekking onder de gewijzigde omstandigheden niet zou hebben verleend, dan kan hij de prestatie beperken tot de terugbetaling van alle betaalde premies voor het betreffende risico. Indien het niet meedelen van een verzwaring van het risico met bedrieglijk opzet geschiedt, kan de verzekeraar zijn
uitkering weigeren en komen alle premies die op het ogenblik waarop hij kennis krijgt van de bedrieglijke verzwijging al vervallen zijn, hem toe als schadever- goeding.
De bepalingen van dit punt gelden niet met betrekking tot de wijziging van de gezondheidstoestand van de verzekerde en gelden, wat betreft de dekkingen bij arbeidsongeschiktheid, slechts met inachtneming van de specifieke dwingende wettelijke beperkingen inzake ‘ziekteverzekeringen’.
Werking van de groepsverzekering voor loontrekkenden III
artikel 3.1
Aansluiting
De Bijzondere Voorwaarden geven aan wie (categorie) vanaf wanneer (aansluitingsdatum) wordt aangesloten bij de groepsverzekering. Enkel natuurlijke personen kunnen aangesloten worden.
De aansluiting is verplicht. Personen die bij de invoering van de groepsverzekering al behoren tot de categorie kunnen echter, tenzij andersluidende dwingende bepa- ling, op schriftelijk verzoek hun aansluiting weigeren, of, indien zo voorzien in de Bijzondere Voorwaarden, hun aansluiting uitstellen. Tenzij de aansluiting bij de groeps- verzekering wordt geweigerd of uitgesteld, geschiedt zij op de aansluitingsdatum, maar ten vroegste op de aanvangsdatum van de groepsverzekering. In geval van uitstel van aansluiting moet de betrokkene zijn eventueel later schriftelijk verzoek tot aansluiting via de verzeke- ringnemer overmaken aan de verzekeraar. De effectieve aansluiting vindt dan - zonder enige retroactieve pre- miebetaling - plaats op 1 januari volgend op de datum waarop de verzekeringnemer het voormelde schriftelijke verzoek tot aansluiting heeft ontvangen.
Als de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van een aangeslotene op de normaal voorziene aansluitings- datum zonder loonuitkering is geschorst, wordt de aan- sluiting verdaagd tot de latere datum van werkhervatting.
artikel 3.2
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx en persoonlijke overeenkomst
Naargelang van wat de Bijzondere Voorwaarden bepalen, bestaat de groepsverzekering voor iedere aangeslotene uit een bedrijfsovereenkomst (gevormd met premies ten laste van de verzekeringnemer, bedrijfspremies ge- noemd) en/of een persoonlijke overeenkomst (gevormd met premies ten laste van de aangeslotenen, door de ver- zekeringnemer ingehouden op hun bezoldiging, persoon- lijke premies genoemd). Indien zowel in een bedrijfs- als in een persoonlijke overeenkomst wordt voorzien, worden deze overeenkomsten steeds samengevoegd (zie punt 1.2).
artikel 3.3
B 5-017-2010-09
Verzekerden
De verzekerden van alle dekkingen zijn de respectievelijke aangeslotenen.
Begunstigden
artikel 3.4
De begunstigden van de diverse dekkingen worden ver- meld in de Bijzondere Voorwaarden.
Met betrekking tot de dekkingen bij overlijden, kan de aangeslotene nochtans de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde voorrangsorde van begunstigden op schrifte- lijk verzoek, gericht aan de verzekeraar, laten wijzigen. Indien het verzoek tot wijziging van de voorrangsorde voor gevolg heeft dat de rechten van de echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene verminderen of wegvallen, is ook de schriftelijke toestemming van die laatste nodig. Indien een ongehuwde aangeslotene trouwt en hij eerder een andere begunstigde had aangewezen en de voorrangs- orde had laten wijzigen, dan neemt zijn echtgeno(o)t(e)
- indien en zolang die als partner van de aangeslotene wordt beschouwd volgens de Bijzondere Voorwaarden - in de voorrangsorde toch plaats in vóór de eerder door de aangeslotene aangeduide begunstigde. Deze bepa- ling geldt niet indien de aangeslotene een andersluidend schriftelijk verzoek formuleert en zijn echtgeno(o)t(e) hiermee schriftelijk instemt.
Elke begunstigde kan de begunstiging van de dekkingen Pensioenkapitaal, Overlijdenskapitaal en/of Overlijdens- kapitaal bij ongeval al vóór hun opeisbaarheid aanvaarden door middel van een door hem, de verzekeringnemer, de aangeslotene en de verzekeraar ondertekend bijvoegsel aan het Persoonlijk Certificaat. De aanvaarding van de begunstiging heeft, tenzij in die gevallen waarin de wet herroeping toestaat, onder meer als gevolg dat de her- roeping en wijziging van de begunstiging, de afkoop, de opname van een voorschot, de inpandgeving en de over- dracht van rechten slechts mogelijk zijn mits de schrifte- lijke toestemming van de aanvaardende begunstigde.
artikel 3.5
Premiebetaling
Tenzij anders overeengekomen, zijn de periodieke premies voor elke aangeslotene verschuldigd vanaf de (normaal voorziene, uitgestelde of verdaagde) aanslui- tingsdatum (zie punt 3.1) en dit uiterlijk tot de (eventueel verdaagde) einddatum (zie punt 3.6) of het eerder over- lijden van de aangeslotene. Eventuele eenmalige premies zijn verschuldigd op de overeengekomen datum(s). De premiebetaling geschiedt rechtstreeks op de door de
verzekeraar aangeduide bankrekening met vermelding van de opgegeven referenties of via domiciliëring, naar- gelang van wat is overeengekomen.
Indien de (normaal voorziene, uitgestelde of verdaagde) aansluitingsdatum of de datum van hervatting van de pre- miebetaling na schorsing ervan (zie punt 3.14.1) gelegen is tussen 2 vervaldagen van periodieke premies, is tot de eerstvolgende vervaldag slechts een pro rata temporis- premiebedrag verschuldigd, zij het dat de effectieve ver- schuldigdheidsdatum van dit pro rata temporis-premie- bedrag de eerste dag van de maand samenvallend met of volgend op de effectieve aansluitingsdatum of de datum van hervatting van de premiebetaling na schorsing ervan is. In alle gevallen waarin de premiebetaling wordt stop- gezet (zoals bij uitdiensttreding - zie punt 3.14.2) vóór de datum waarop het voormelde pro rata temporis-premie- bedrag verschuldigd is, blijft dit pro rata premiebedrag toch verschuldigd op de eerste dag van de maand vol- gend op de datum van stopzetting van de premiebetaling. Bij een tussentijdse premieverhoging (bijvoorbeeld naar aanleiding van de wijziging van de tewerkstellingsgraad van een aangeslotene) wordt die verhoging ook pro rata temporis berekend tot de eerstvolgende premievervaldag (zie ook punt 3.9).
artikel 3.6
Verdaging van de einddatum
Indien een aangeslotene op de einddatum nog steeds behoort tot de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde categorie, kan voorzien worden in de verdaging van de einddatum. Dit blijkt uit de vermelding ‘met verdaging’ bij de einddatum in de Bijzondere Voorwaarden. In dit geval worden vanaf de initiële, normaal voorziene einddatum de dekkingen bij arbeidsongeschiktheid automatisch beëin- digd. Het in de Bijzondere Voorwaarden vermelde premie- budget wordt echter verder betaald en de eventuele dek- kingen bij overlijden verdergezet totdat de aangeslotene niet langer behoort tot de categorie (zie ook punt 2.1.2.1). Op de datum waarop de aangeslotene niet langer behoort tot de categorie, komen de pensioenreserves hem als pensioenkapitaal toe (zie ook punt 1.5.2.4).
artikel 3.7
Keuzemogelijkheden voor de aangeslotenen
3.7.1 Inzake risicodekkingen
B 5-017-2010-09
De Bijzondere Voorwaarden kunnen de aangeslotenen de mogelijkheid bieden het nominaal verzekerde bedrag van een dekking zelf te kiezen of te kiezen voor een ander (nominaal uitgedrukt) bedrag dan het standaardbedrag of voor een hoger (nominaal uitgedrukt) bedrag dan het minimumbedrag (het minimumbedrag geldt hierbij als standaard). Het door de aangeslotene gekozen bedrag kan ook, op zijn verzoek, forfaitair of niet-forfaitair geïn- dexeerd worden of gekoppeld worden aan de evolutie van zijn referentiebezoldiging. Ook met betrekking tot de
moduleringen van de dekkingen (dekkingsperiode, eigen- risicotermijn, enz.) kunnen de Bijzondere Voorwaarden de aangeslotenen keuzemogelijkheden bieden. Hiernaast kunnen de Bijzondere Voorwaarden ten slotte ook voor- zien in (pakketten van) opties. De keuze geschiedt steeds binnen de perken van het in de Bijzondere Voorwaarden vermelde premiebudget of het eventuele maximum- gedeelte ervan dat voor de betreffende dekkingen kan worden aangewend. De keuze geschiedt bij de aanslui- ting of later en kan nadien herzien worden.
Als de aangeslotene het bedrag van een dekking vrij kan kiezen of indien voor een dekking een minimum- of standaardbedrag geldt, wordt de aangeslotene, bij gebrek aan of in afwachting van een (andere) keuze, verondersteld deze dekking niet te willen afsluiten, respectievelijk niet verzekerd te willen zijn voor een hoger bedrag dan het minimumbedrag, respectievelijk niet verzekerd te willen zijn voor een ander bedrag dan het standaardbedrag. Hetzelfde geldt met betrekking tot de moduleringen van de dekkingen (dekkingsperiode, eigenrisicotermijn, enz.). Als de aangeslotene met betrekking tot een dekking of een pakket dekkingen de keuze heeft uit opties, wordt hij bij gebrek aan of in afwachting van een (andere) keuze geacht verzekerd te willen zijn voor de standaardoptie. De aangeslotene kan steeds vragen het niveau van de dekkingen op te trekken tot de standaar- den en/of standaardopties bij een wijziging van zijn feitelijke gezinssamenstelling die leidt tot een hogere gezinslast (aanwezigheid van partner, bijkomend kind ten laste, …). Indien dit verzoek bij de verzekeraar wordt ingediend binnen een periode van 3 maanden na de betreffende gebeurtenis met vermelding van de aard en de datum van voormelde wijziging van de feitelijke gezinssamenstelling, gelden voor de aanvaarding van de betreffende risicodekking(en) dezelfde criteria als voor de toepassing van de standaarden en/of standaardopties ter gelegenheid van de aansluiting bij de groepsverzekering.
De keuzemogelijkheden en (pakketten van) opties (met inbegrip van standaarden en standaardopties) die de aangeslotene geniet, zijn onderworpen aan de algemene aanvaardingscriteria die de verzekeraar om verzeke- ringstechnische en fiscaal-juridische redenen hanteert (structurele financierbaarheid van de gekozen dekkingen in het licht van het premiebudget en het bedrag van de aanwezige reserves, gunstig resultaat van medische formaliteiten en/of onderzoeken, aanvullend karakter van sommige risicodekkingen, maximale dekkingen, oververzekering, antiselectie, beheerbaarheid, fiscale begrenzingen, handhaving van geblokkeerde reserves, enz.) en aan de eventuele (andere) beperkingen die voort- vloeien uit het Pensioenreglement. De dekkingen (met inbegrip van standaarden, standaardopties en minimum- bedragen) zijn slechts verzekerd indien zij voorkomen
op het Persoonlijk Certificaat of in een andere door de verzekeraar schriftelijk uitgebrachte bevestiging.
De keuzemogelijkheden en (pakketten van) opties die de aangeslotene geniet, maken generlei een ‘toezegging’ uit van de verzekeringnemer, die dan ook, tenzij anders- luidende dwingende bepaling, geen enkele verant- woordelijkheid of bijkomende verplichting draagt in dit verband, ook niet indien de verzekeraar de risico- dekkingen geheel of gedeeltelijk zou weigeren aan te nemen of de betreffende risico’s slechts zou aanvaarden mits de aanrekening van een bijpremie (eventuele bij- premies worden, onder voormeld voorbehoud, aangere- kend op het voormelde premiebudget).
Indien de aangeslotene in het kader van een keuze- mogelijkheid voor een dekking bij arbeidsongeschiktheid heeft gekozen, zal bij aanvraag tot interne voortzetting van de arbeidsongeschiktheidsdekking (onder meer in de omstandigheden van punt 3.10.3), de voor deze waarborg door de verzekeraar aangelegde vergrijzingsreserve in rekening worden gebracht bij de bepaling van de premie voor de nieuwe dekking bij arbeidsongeschiktheid.
3.7.2 Inzake beleggingsvormen
De Bijzondere Voorwaarden kunnen de aangeslotenen de mogelijkheid bieden om zelf de beleggingsvorm(en) te kiezen van de bedrijfs- en/of de persoonlijke premies die bestemd zijn voor de pensioenreserves, alsook van de eventuele bijhorende winstdeling en overlevingsboni.
Deze keuze voor (een) van de voorziene standaard(en) of standaardoptie(s) afwijkende beleggingsvorm(en) kan gebeuren bij de aansluiting of later, met betrekking tot de toekomstige toekenningen (wijziging van beleggings- regels - zie punt 1.4.3.2). Een initiële keuze kan ook later herzien worden, met betrekking tot de toekomstige toekenningen.
B 5-017-2010-09
Indien in de voormelde keuzemogelijkheid wordt voor- zien, kan de aangeslotene ook de beleggingsvorm(en) van de reeds gevormde pensioenreserves laten overhevelen naar (een) andere toegelaten beleggingsvorm(en) (switch van beleggingsvorm - zie punt 1.4.3.2). Indien echter de Bijzondere Voorwaarden voorzien in enige minimum- of maximumquotiteit inzake de aanwending van de premies, winstdeling of overlevingsboni van een overeenkomst in enige beleggingsvorm, dan is voor elke switch van beleggingsvorm waarbij een switch-out plaats vindt uit een beleggingsvorm waarvoor een minimumquoti- teit geldt en/of een switch-in naar een beleggingsvorm waarvoor een maximumquotiteit geldt, zolang de aan- geslotene in dienst is van de verzekeringnemer, de toe- stemming van deze laatste nodig.
De keuze voor alternatieve beleggingsvormen en de latere wijzigingen ervan zijn pas effectief wanneer ze door de verzekeraar worden bevestigd via het Persoonlijk Certificaat.
artikel 3.8
Mutaties
Als de Bijzondere Voorwaarden een bedrag afhanke- lijk stellen van de referentiebezoldiging, een wette- lijk loonplafond inzake sociale zekerheid, de leeftijd, de anciënniteit en/of de gezinstoestand, wordt het bedrag berekend op basis van de betreffende parameters zoals zij bestaan op de (normaal voorziene, uitgestelde of ver- daagde) aansluitingsdatum (zie punt 3.1) en nadien op elke situatiedatum. Een eventuele hieruit voortvloeiende aanpassing van het bedrag heeft, onder voorbehoud van de aanvaardingscriteria van de verzekeraar, uitwerking op de eerstvolgende aanpassingsdatum. Als een para- meter of een element hiervan niet op de situatiedatum kan vastgesteld worden, wordt rekening gehouden met het meest recente gegeven ter zake voorafgaand aan de situatiedatum.
Als een enkel op het Persoonlijk Certificaat vermeld - en dus noch in de Bijzondere Voorwaarden vermeld noch hieruit rechtstreeks voortvloeiend - door een aangeslo- tene gekozen nominaal verzekerd bedrag van een dek- king wordt gekoppeld aan de evolutie van zijn referentie- bezoldiging, heeft de aanpassing van het bedrag, onder voorbehoud van de aanvaardingscriteria van de verze- keraar, uitwerking op elke aanpassingsdatum, en dit voor het eerst op de aanpassingsdatum waarop beide referentiebezoldigingen waarvan sprake in onderstaande formule voorhanden zijn. Het aangepaste bedrag wordt bekomen door toepassing van de volgende formule:
aangepast nominaal verzekerd bedrag op aanpassingsdatum1
is gelijk aan
verzekerd bedrag daags voor aanpassingsdatum1 vermenigvuldigd met
referentiebezoldiging2 op laatste situatiedatum1 voorafgaand aan aanpassingsdatum1
gedeeld door referentiebezoldiging2 op voorlaatste situatiedatum1
voorafgaand aan aanpassingsdatum1
1 Deze datum wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden.
2 Dit begrip wordt gedefinieerd in de Bijzondere Voorwaarden; voor deeltijds wer- kende aangeslotenen wordt de voltijds equivalente referentiebezoldiging in aanmer- king genomen.
artikel 3.9
Deeltijds werk
Als een in de Bijzondere Voorwaarden vermeld bedrag afhankelijk is van de referentiebezoldiging, wordt voor een deeltijds werkende aangeslotene, met het oog op de berekening van dit bedrag, de referentiebezoldiging (deeltijdse bezoldiging) omgerekend naar een voltijdse
basis en wordt het hieruit resulterende bedrag geprora- teerd in functie van zijn tewerkstellingsgraad.
Als de Bijzondere Voorwaarden een premiebedrag of het bedrag van een dekking rechtsreeks uitdrukken als een nominaal bedrag, wordt dit bedrag voor een deeltijds werkende aangeslotene geprorateerd in functie van zijn tewerkstellingsgraad.
Indien de tewerkstellingsgraad van een aangeslotene wijzigt, wordt elk in de Bijzondere Voorwaarden vermeld bedrag dat afhankelijk is van de referentiebezoldiging herrekend met uitwerking, onder voorbehoud van de aanvaardingscriteria van de verzekeraar, op de eerste dag van de maand samenvallend met of volgend op de datum van de wijziging van de tewerkstellingsgraad (deze bepaling heeft geen betrekking op de herrekening van de referentiebezoldiging zelf). Tegelijk wordt ook elk in de Bijzondere Voorwaarden nominaal uitgedrukt premie- bedrag of bedrag van enige risicodekking, geprorateerd in functie van de nieuwe tewerkstellingsgraad.
Indien een aangeslotene een enkel op het Persoonlijk Certificaat vermeld - en dus noch in de Bijzondere Voor- waarden vermeld noch hieruit rechtstreeks voort- vloeiend - nominaal verzekerd bedrag van een dekking heeft gekozen en zijn tewerkstellingsgraad daalt, wordt vanaf de eerste dag van de maand samenvallend met of volgend op de datum van die daling, het voormelde bedrag verminderd door vermenigvuldiging ervan met een breuk waarvan de teller de nieuwe en de noemer de oude tewerkstellingsgraad vertegenwoordigen.
Aangeslotenen in deeltijds tijdskrediet, halftijds brug- pensioen, enz., worden beschouwd als ‘deeltijds werkend’.
artikel 3.10
Informatiestromen
3.10.1 Ter gelegenheid van de aansluiting
De verzekeringnemer meldt de verzekeraar uiterlijk op de (normaal voorziene, uitgestelde of verdaagde) aansluitingsdatum (zie punt 3.1) alle nodige gegevens met betrekking tot de aangeslotenen (en hun eventuele keuzen inzake risicodekkingen en/of beleggingsvormen).
B 5-017-2010-09
De verzekeringnemer overhandigt een kopie van het Pensioenreglement (met inbegrip van de Beheerregle- menten) aan iedere aangeslotene die erom verzoekt. De verzekeraar brengt ten behoeve van iedere aangeslotene een Persoonlijk Certificaat uit dat hun rechtstreeks of via de verzekeringnemer wordt overgemaakt (het laatst ui- tgereikte certificaat vervangt telkens het vorige). De aan- geslotene wordt verondersteld volledig akkoord te gaan met de inhoud van zijn Persoonlijk Certificaat en de latere versies hiervan, tenzij hij binnen 30 dagen na aflevering ervan door de verzekeraar, aan deze laatste - in principe
via de verzekeringnemer - zijn schriftelijke opmerkingen overmaakt.
In overeenstemming met artikel 138 bis-9 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, licht de verzekeraar de verzekeringnemer in over de mogelijk- heid voor de aangeslotenen om individueel een bijkomen- de premie te betalen. Door de correcte betaling van deze bijkomende premie, zal de premie voor de individueel voortgezette arbeidsongeschiktheidsdekking worden be- rekend op basis van de leeftijd die de aangeslotene had toen hij de bijkomende premie is beginnen te betalen.
3.10.2 Tijdens de actieve aansluiting
Xxxxxx aangeslotene deelt onmiddellijk en spontaan iedere persoonsgebonden wijziging (zoals zijn gezins- toestand) die relevant is voor het beheer, de aanpassing en de uitvoering van de groepsverzekering mee aan de verzekeringnemer, die deze informatie onmiddellijk doorgeeft aan de verzekeraar.
De verzekeringnemer bezorgt van zijn kant de verzeke- raar onmiddellijk en spontaan alle nodige inlichtingen voor het beheer, de aanpassing en de uitvoering van de groepsverzekering, zoals de wijziging van de referentie- bezoldiging en van de tewerkstellingsgraad van een aan- geslotene, de keuze of de herziening van de keuze van de aangeslotenen met betrekking tot de risicodekkingen en beleggingsvormen, enz.
Inzonderheid meldt de verzekeringnemer, met het oog op de toetsing van de fiscale begrenzingen, elke wijzi- ging van de burgerlijke staat en van de bezoldiging of het bezoldigingspatroon (zoals de periodiciteit ervan) van de aangeslotenen aan de verzekeraar. Bij gebrek aan deze mededeling veronderstelt de verzekeraar dat de bezoldi- ging voldoende is (gestegen) in het licht van deze fiscale begrenzingen en dat het bezoldigingspatroon en de burgerlijke staat ongewijzigd zijn gebleven.
Minstens jaarlijks brengt de verzekeraar ten behoeve van iedere aangeslotene, behalve voor de rentegenieters, een ’pensioenfiche’ met geactualiseerde gegevens uit die hun rechtstreeks of via de verzekeringnemer wordt over- gemaakt.
Indien een aangeslotene een recht wil uitoefenen dat het Pensioenreglement hem verleent, wordt elk verzoek hiertoe in principe via de verzekeringnemer ingediend bij de verzekeraar.
3.10.3 Bij uitdiensttreding, overlijden, …
Zodra hij ervan kennis heeft, licht de verzekeringnemer de verzekeraar in over de uitdiensttreding van een aan- geslotene, het niet langer behoren van een aangeslotene tot de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde categorie of het overlijden van een aangeslotene, alsook over de
schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van een aangeslotene die aanleiding geeft tot schorsing van de premiebetaling (zie punt 3.14.1).
In dit kader wordt ook in het bijzonder gewezen op de verplichting die de verzekeringnemer (of in geval van faillissement of vereffening, de curator of de vereffenaar van de verzekeringnemer) conform artikel 138 bis-8 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsover- eenkomst heeft om de aangeslotene uiterlijk binnen 30 dagen na het verlies van de beroepsgebonden dek- king(en) bij arbeidsongeschiktheid in te lichten over zijn recht van persoonlijke verderzetting van die dekking(en), met vermelding van het precieze tijdstip van het verlies van de beroepsgebonden dekking(en), van de termijn van 30 dagen waarover de aangeslotene beschikt om zijn recht van persoonlijke verderzetting uit te oefenen en van de contactgegevens van de verzekeraar (zie ook punt 3.14.4).
Het voormelde artikel 138bis-8 wordt geacht deel uit te maken van deze Algemene Voorwaarden.
3.10.4 Laattijdige, onvolledige of onjuiste informatie De aangeslotene en de verzekeringnemer dragen de volle verantwoordelijkheid voor alle gevolgen van de laat- tijdige, onvolledige of onjuiste mededeling van de nodige gegevens aan de verzekeraar.
artikel 3.11
Vastgoedfinanciering
De aangeslotene kan de bedrijfs- en/of de persoon- lijke overeenkomst laten aanwenden als waarborg voor vastgoedfinanciering, mits eerbiediging van de Belgische fiscale wetgeving ter zake. Die wetgeving stelt meer be- paald dat een voorschot en/of een inpandgeving (met inbegrip van een overdracht van rechten aan een derde) slechts mogen worden toegestaan om het de aange- slotene mogelijk te maken in de Europese Economische Ruimte gelegen onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te (ver)bouwen, te verbeteren of te herstellen. Bovendien moeten de voor- schotten en leningen terugbetaald worden zodra de voor- melde goederen uit het vermogen van de aangeslotene verdwijnen.
Zolang de aangeslotene in dienst is van de verzekering- nemer, is voor de voormelde verrichtingen de schrifte- lijke toestemming van deze laatste nodig. De aangeslo- tene kan de voorwaarden, begrenzingen en modaliteiten die hierbij gelden via de verzekeringnemer bij de verze- keraar opvragen. De aandacht wordt erop gevestigd dat de aanwending van de groepsverzekering voor vastgoed- financiering voor gevolg kan hebben dat de verworven reserves (bij uitdiensttreding) door de aangeslotene niet kunnen overgedragen en/of afgekocht worden en dat de eventuele keuzemogelijkheden van de aangeslotene inzake risicodekkingen en beleggingsvormen worden beperkt, of zelfs aanleiding kan geven tot een wijziging
van risicodekkingen en beleggingsvormen door de ver- zekeraar.
artikel 3.12
Uitkering in lijfrente
Het (eventueel verdaagde) pensioenkapitaal, de uitkering van de afkoopwaarde die toekomt aan de aangeslotene, alsook de kapitalen van de diverse dekkingen bij over- lijden kunnen, na aanrekening van de eventuele wettelijk verplichte inhoudingen, kosten, vergoedingen en andere sommen die nog verschuldigd zouden zijn aan de verze- keraar of aan derden (zoals een pandhoudende schuld- eiser), op schriftelijk verzoek van de begunstigde(n) wor- den omgezet in een levenslange lijfrente, maar slechts indien het jaarbedrag van de aanvangsrente voor de betrokken begunstigde hoger is dan het wettelijk vast- gelegd drempelbedrag. Bij gebrek aan een wettelijk drempelbedrag, geldt het drempelbedrag zoals bepaald in de sociale wetgeving betreffende de aanvullende pen- sioenen voor aangeslotenen. De verzekeraar zorgt voor de eventuele wettelijk opgelegde kennisgevingen aan de betrokkene(n) omtrent dit recht.
Onverminderd de toepassing van dwingende bepalin- gen ter zake, wordt het bedrag van de rente vastgelegd op basis van de (al dan niet gewaarborgde) tarieven die de verzekeraar ter zake hanteert op de datum waarop de rente ingaat, rekening houdend met een jaarlijkse indexatie met 2 % volgens een meetkundige reeks en, wat betreft het pensioenkapitaal of de uitkering van de afkoopwaarde die toekomt aan de aangeslotene, met een overdraagbaarheid van die rente. De overdraagbaarheid duidt erop dat bij het overlijden van de aangeslotene na de aanvangsdatum van de rente, die rente voor 80 % verder levenslang wordt uitgekeerd aan de in de Bijzon- dere Voorwaarden gedefinieerde partner van de aan- geslotene (die al zijn partner was op de aanvangsdatum van de initiële rente).
De verzekeraar keert de lijfrenten, na aanrekening van de eventuele wettelijk verplichte inhoudingen, uit na ontvangst van alle door hem gevraagde documenten en van een door de begunstigde (en de eventuele begun- stigde van de overdraagbaarheid) volledig en correct ingevulde en ondertekende regelingskwijting.
B 5-017-2010-09
Bij een verzoek tot omzetting van een kapitaal in een levenslange rente, zoals hiervoor aangegeven, heeft de verzekeraar echter het recht dit kapitaal over te dra- gen naar een andere pensioeninstelling die alle rente- verplichtingen op zich neemt, en dit met eerbiediging van de eventuele dwingende bepalingen ter zake. De verzekeringnemer gaat akkoord met deze overdrachts- mogelijkheid. Bij dergelijke overdracht is de verzeke- raar bevrijd van iedere verplichting met betrekking tot de rente(-uitkering).
artikel 3.13
Financieringsfonds
Als onderdeel van de groepsverzekering wordt een finan- cieringsfonds opgericht dat door de verzekeraar wordt beheerd. Het bevat reserves die geen betrekking hebben op de bedrijfs- en persoonlijke overeenkomsten, noch op de eventuele andere overeenkomsten van de aangeslote- nen. Indien de groepsverzekering meerdere verzekering- nemers telt, wordt per verzekeringnemer een afzonder- lijk financieringsfonds beheerd.
De verzekeringnemer kan in dit fonds ten definitieve titel stortingen verrichten. Deze stortingen gebeuren in uit- voering van een financieringsplan. Dit financieringsplan en eventuele latere wijzigingen hierin maken integraal deel uit van het Pensioenreglement. Naast de voormelde stortingen van de verzekeringnemer ontvangt het finan- cieringsfonds de bedragen die eventueel eraan worden toegekend in toepassing van het Pensioenreglement.
De tegoeden van het financieringsfonds worden belegd in de tussen de verzekeringnemer en de verzekeraar overeengekomen beleggingsvorm(en). Bij gebrek aan overeenkomst, worden de tegoeden van het financie- ringsfonds belegd in de beleggingsvorm ‘variabele inte- restvoet’ (zie het betreffende Beheerreglement).
ontslag, enz.), wordt inzake de gehele of gedeeltelijke vereffening van het financieringsfonds verwezen naar de betreffende wetsbepalingen.
artikel 3.14
Schorsing/uitdiensttreding/beëindiging/ afkoop
3.14.1 Schorsing van de arbeidsovereenkomst/niet
langer behoren tot de categorie
De betaling van de bedrijfs- en de persoonlijke premies wordt onmiddellijk stopgezet:
• wanneer de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van een aangeslotene geschorst is, vanaf de datum waarop de verzekeringnemer geen loon meer ver- schuldigd is
• indien een aangeslotene weliswaar werkzaam blijft bij de verzekeringnemer, maar niet langer behoort tot de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde categorie
Vanaf de eerste onbetaalde premievervaldag worden de dekking Overlijdenskapitaal bij ongeval en de dekkin- gen bij arbeidsongeschiktheid automatisch beëindigd (zie echter punt 3.14.4) en worden, bij gebrek aan andere toegelaten en door de verzekeraar schriftelijk bevestigde keuze van de aangeslotene en onverminderd de even- tuele beperkingen die voortvloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reserves (zie punt 1.4.4.1), voor het
De tegoeden van het financieringsfonds mogen niet terug in het vermogen van de verzekeringnemer wor- den opgenomen, maar de verzekeringnemer kan ze wel aanwenden voor de financiering van de bedrijfspremies en voor elk eventueel ander doel dat in het Pensioen- reglement wordt vermeld. Indien echter de bedrijfs- en/ of de persoonlijke premies niet tijdig gestort worden en de verzekeringnemer geen schriftelijke kennisgeving van beëindiging van (de premiebetaling voor) de groeps- verzekering aan de verzekeraar heeft gericht, kan deze laatste die premies uit het financieringsfonds putten. De verzekeringnemer wordt hierover ingelicht. Indien de verzekeringnemer wel een schriftelijke kennisgeving van beëindiging van (de premiebetaling voor) de groeps- verzekering aan de verzekeraar richt, kan deze laatste de op dat ogenblik al vervallen premies alsnog aanzuive- ren via het financieringsfonds. Mits de verworven reser- ves van de aangeslotenen en de prudentiële vereisten met betrekking tot de groepsverzekering op elk ogenblik gerespecteerd blijven, kan de verzekeringnemer de te- goeden van het financieringsfonds die niet langer nodig zijn voor de groepsverzekering ook aanwenden ter finan- ciering van andere gebeurlijke pensioentoezeggingen van de verzekeringnemer.
B 5-017-2010-09
Voor specifiek door de wetgeving geregelde situaties (zoals bij definitieve opheffing van het pensioenstelsel of het verdwijnen van de verzekeringnemer zonder over- name van de verplichtingen door een derde, bij collectief
behoud van de dekking Overlijdenskapitaal in haar laatst verzekerde toestand (eventueel geïndexeerd nominaal (minimum)bedrag en dekkingsperiode, in voorkomend geval verder aangepast in functie van de gezinstoestand, maar zonder verdere aanpassingen in functie van de refe- rentiebezoldiging, enz.), de nodige risicopremies verder onttrokken aan de (vrije) reserves van de (samenge- voegde) overeenkomst(en) tot uitputting ervan. Na uit- putting van die (vrije) reserves wordt de supplementaire overlijdensdekking beëindigd.
Vanaf de datum van de werkhervatting, respectievelijk de datum waarop de aangeslotene opnieuw behoort tot de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde categorie, wordt de premiebetaling hervat en gelden voor de keuzemoge- lijkheden van de aangeslotene en de aanvaardings- criteria van de verzekeraar met betrekking tot de risico- dekkingen die werden beëindigd, dezelfde modaliteiten alsof het om een nieuwe aansluiting ging.
3.14.2 Uitdiensttreding
De betaling van de bedrijfs- en de persoonlijke premies wordt onmiddellijk stopgezet bij uitdiensttreding van een aangeslotene (om gelijk welke reden) vóór de nor- maal voorziene einddatum. Onder uitdiensttreding wordt verstaan, de beëindiging van de activiteit van de aange- slotene als werknemer. De reserves zijn verworven voor de aangeslotene. De Bijzondere Voorwaarden kunnen echter bepalen dat de reserves van de bedrijfsovereen-
komst niet verworven zijn indien de uitdiensttreding plaats vindt binnen 1 jaar na de (normaal voorziene, uit- gestelde of verdaagde) aansluitingsdatum. Indien een aangeslotene op de (normaal voorziene, uitgestelde of verdaagde) aansluitingsdatum al aangesloten was bij een andere pensioentoezegging van dezelfde verzeke- ringnemer, wordt de aansluitingsperiode bij die andere pensioentoezegging mee in aanmerking genomen voor de beoordeling van de voormelde periode van 1 jaar. Indien de reserves van de bedrijfsovereenkomst aldus niet verworven zijn, worden die reserves in het financie- ringsfonds gestort.
Vanaf de datum van stopzetting van de premiebetaling worden de overeenkomsten waarvan de reserves verwor- ven zijn voor de aangeslotene verder beheerd als niet- overgedragen overeenkomsten (zie punt 5).
3.14.3 Wijziging en beëindiging van de groeps- verzekering
3.14.3.1 Voorwaardelijk wijzigings- en beëindigings- recht
De groepsverzekering wordt door de verzekeringnemer gesloten voor onbepaalde duur. De verzekeringnemer kan nochtans de groepsverzekering wijzigen of ophef- fen, mits de eerbiediging van de wettelijke voorschriften (in de mate dat zij van toepassing zijn op de betrokken dekkingen en ten aanzien van de aangeslotenen) en van eventuele andere overeenkomsten en verbintenissen ter zake. In geen geval mag echter inbreuk gedaan wor- den op de verworvenheid van de reserves opgebouwd met de tot het tijdstip van wijziging of opheffing van de groepsverzekering al betaalde en van de op dat tijdstip al vervallen premies.
Hoewel de premiebetaling in de verhouding tussen de verzekeringnemer en de verzekeraar niet verplicht is en onverminderd de toepassing van de voorgaande bepalin- gen, is de eenzijdige afbouw of opheffing van de groeps- verzekering door de verzekeringnemer ten aanzien van de betrokken aangeslotenen op dat ogenblik bovendien slechts mogelijk als een of meer van de hierna om- schreven omstandigheden zich voordoet of voordoen:
• bij invoering van nieuwe wettelijke bepalingen, richt- lijnen van de controleoverheid of andere maatregelen, bij ontwikkelingen in de rechtspraak en/of bij elke feitelijke omstandigheid die rechtstreeks of onrecht- streeks een verhoging van de kostprijs van de groeps- verzekering voor de verzekeringnemer teweegbrengt (teweegbrengen)
B 5-017-2010-09
• als de wetgeving betreffende de sociale zekerheid, waarop de groepsverzekering een aanvulling vormt, belangrijke wijzigingen zou ondergaan
• als wegens van een reorganisatie, herstructurering, fusie, overname, splitsing of enige andere belangrijke
structuurwijziging van de verzekeringnemer, de hand- having van de groepsverzekering (in zijn ongewijzigde vorm) erg moeilijk of zelfs onmogelijk wordt
• als een sectorpensioenstelsel, waaraan de verzeke- ringnemer vrijwillig of verplicht deelneemt, zou inge- voerd of verhoogd worden
• als de handhaving van de groepsverzekering (in zijn ongewijzigde vorm) wegens van bedrijfsinterne of - externe economische ontwikkelingen, naar het gemo- tiveerde oordeel van de verzekeringnemer niet langer in overeenstemming zou zijn met een gezonde be- drijfsvoering
Indien een wijziging van de groepsverzekering de invoe- ring of de verhoging van (de) persoonlijke premies be- helst, kunnen de betrokken aangeslotenen, tenzij anders- luidende dwingende bepaling, individueel en schriftelijk weigeren toe te treden tot de gewijzigde groepsverzeke- ring. In dit geval blijven zij aangesloten bij de voorheen geldende groepsverzekering.
Elke wijziging van het Pensioenreglement vergt in prin- cipe het akkoord van de verzekeraar. De verzekering- nemer overhandigt de tekst van de in de Bijzondere Voorwaarden aangebrachte wijzigingen aan elke betrok- ken aangeslotene.
3.14.3.2 Stopzetting van (de premiebetaling voor) de groepsverzekering
Als (de premiebetaling voor) de groepsverzekering met schriftelijke kennisgeving aan de verzekeraar wordt stop- gezet door de verzekeringnemer, brengt deze laatste alle betrokken aangeslotenen hiervan onmiddellijk in kennis. De verzekeraar kan de aangeslotenen ook zelf recht- streeks hiervan in kennis stellen. Indien een betalings- achterstand wordt vastgesteld en de verzekeringnemer geen schriftelijke kennisgeving van stopzetting van (de premiebetaling voor) de groepsverzekering aan de ver- zekeraar heeft gericht, verstuurt deze laatste een aan- getekende ingebrekestelling aan de verzekeringnemer. Uiterlijk 3 maanden na de eerste onbetaalde premie- vervaldag licht de verzekeraar alle aangeslotenen hier- over in.
Bij gebrek aan andere toegelaten en door de verzekeraar schriftelijk bevestigde keuze van de aangeslotene en onverminderd de eventuele beperkingen die voortvloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reserves (zie punt 1.4.4.1), worden vanaf de eerste onbetaalde premie- vervaldag, voor het behoud van de dekking Overlijdens- kapitaal in haar laatst verzekerde toestand (eventueel geïndexeerd nominaal (minimum)bedrag en dekkings- periode, in voorkomend geval verder aangepast in func- tie van de gezinstoestand, maar zonder verdere aanpas- singen in functie van de referentiebezoldiging, enz.), de nodige risicopremies verder onttrokken aan de (vrije) reserves van de (samengevoegde) overeenkomst(en) tot
uitputting ervan. Na uitputting van die (vrije) reserves wordt de ‘supplementaire overlijdensdekking’ beëin- digd, maar ten vroegste 30 dagen na verzending van de voormelde aangetekende ingebrekestelling of op de datum van ontvangst van de kennisgeving van de verze- keringnemer aan de verzekeraar van de stopzetting van (de premiebetaling voor) de groepsverzekering. De dek- king Overlijdenskapitaal bij ongeval en de dekkingen bij arbeidsongeschiktheid worden beëindigd 30 dagen na verzending van de voormelde aangetekende ingebreke- stelling of op de datum van ontvangst van de kennis- geving van de verzekeringnemer aan de verzekeraar van de stopzetting van (de premiebetaling voor) de groeps- verzekering.
De voorgaande bepalingen gelden niet als de stopzetting van (de premiebetaling voor) de groepsverzekering het gevolg is van een verandering van verzekeringnemer die de verplichtingen uit deze groepsverzekering overneemt (zoals in het kader van een fusie, splitsing, opslorping, overdracht of inbreng van bedrijfstak, enz.).
3.14.4 Premievrijstelling/persoonlijke verderzetting
In de mate dat de aangeslotene een toekenning geniet in het kader van de dekking Premievrijstelling bij arbeids- ongeschiktheid, wordt die toekenning, bij gebrek aan andere toegelaten keuze, prioritair aangewend ter ver- dere financiering van de risicodekkingen in hun laatst verzekerde toestand (eventueel geïndexeerd nominaal (minimum)bedrag, dekkings- enuitkeringsperiode, eigen- risicotermijn, enz., in voorkomend geval verder aan- gepast in functie van de gezinstoestand, maar zonder verdere aanpassingen in functie van de referentie- bezoldiging, enz.). De voorgaande bepalingen inzake schorsing van de arbeidsovereenkomst, niet langer behoren tot de categorie, uitdiensttreding en wijziging/ beëindiging van de groepsverzekering moeten dan ook in dit licht gelezen worden, alsook in het licht van de ‘endogene’ premievrijstelling voor de dekkingen Arbeids- ongeschiktheidsrenten (zie punt 2.2.1.4.2).
Als de premiebetaling in de diverse scenario’s die hier- voor aan bod kwamen wordt stopgezet en ook de ver- zekeraar niet instaat voor de verdere premiebetaling in het kader van de dekking Premievrijstelling bij arbeids- ongeschiktheid, kan de aangeslotene, onder de met de verzekeraar overeen te komen voorwaarden en moda- liteiten en binnen diens productaanbod inzake indivi- duele verzekeringen, de dekking Pensioenkapitaal en de dekkingen bij overlijden tot uiterlijk de einddatum persoonlijk verderzetten. Indien met betrekking tot een dekking bij overlijden aldus een individuele verzekering wordt afgesloten binnen 1 maand nadat de betreffende risicodekking werd beëindigd en het bedrag van die per- soonlijk ‘verdergezette’ risicodekking niet hoger is dan
het laatst verzekerde bedrag in het kader van de groeps- verzekering, past de verzekeraar voor de aanvaarding van dit risico geen medische acceptatievoorwaarden toe. Inzake de persoonlijke verderzetting van de dekking(en) bij arbeidsongeschiktheid wordt verwezen naar de spe- cifieke wettelijke regeling vervat in de artikels 138 bis-8 en volgende van de wet van 25 juni 1992 op de land- verzekeringsovereenkomst (zie ook al punt 3.10.3).
3.14.5 Afkoop van de reserves
3.14.5.1 Uitkering van de afkoopwaarde aan de aangeslotene
De aangeslotene kan de verworven reserves van de be- drijfs- en de persoonlijke overeenkomst geheel of gedeel- telijk afkopen onder de vorm van uitkering van de afkoop- waarde vanaf de datum van uitdiensttreding. Wegens wettelijke bepalingen kan de afkoop echter in principe niet plaatsvinden vóór de leeftijd van 60 jaar.
3.14.5.2 Uitkering van de afkoopwaarde aan een derde Als in het kader van de aanwending van de groepsver- zekering voor vastgoedfinanciering (zie punt 3.11) het recht van afkoop wordt overgedragen aan een derde, worden de modaliteiten ervan vastgelegd in de voorschot- akte of het bijvoegsel van inpandgeving.
3.14.5.3 Afkoop door de verzekeringnemer
Mits de eerbiediging van de wettelijke voorschriften ter zake en onverminderd de eventuele beperkingen die voortvloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reser- ves (zie punt 1.4.4.1), kan de verzekeringnemer de reser- ves van de bedrijfs- en de persoonlijke overeenkomsten (als geheel) ten gunste van de aangeslotenen afkopen, met het doel die reserves over te dragen naar een an- dere toegelaten pensioeninstelling. De afkoopvergoeding wordt berekend volgens de bepalingen van punt 1.5.2.2 en mag rechtstreeks noch onrechtstreeks ten laste ge- legd worden van de (verworven reserves van de) aange- slotenen. In geval van overdracht van de reserves van het financieringsfonds, wordt hierop een afkoopvergoeding toegepast die gelijk is aan 5 % van de brutoreserves.
artikel 3.15
Overgedragen reserves
B 5-017-2010-09
Het is mogelijk dat een aangeslotene uit hoofde van een vorige tewerkstelling in een andere onderneming ver- worven reserves uit een aldaar genoten voorzorgs- regeling wenst over te dragen naar de verzekeraar. Deze overgedragen reserves worden beheerd als overgedra- gen overeenkomsten (zie punt 5), desgevallend samen- gevoegd met de bedrijfs- en de persoonlijke overeen- komst (zie punt 1.2).
artikel 3.16
Toepasselijke wetgeving en fiscale bepalingen
De groepsverzekering is onderworpen aan de Belgische
wetgeving inzake levens- en aanvullende verzekeringen in het algemeen en inzake groepsverzekeringen in het bijzonder. Mocht de verzekeringnemer buiten België ge- vestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toelaat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht.
Tenzij andersluidend bericht van de verzekeringnemer, veronderstelt de verzekeraar dat de Belgische sociale wetgeving toepasselijk is op alle aangeslotenen. De toe- passing van deze wetgeving heeft onder meer voor ge- volg dat de verzekeringnemer ertoe kan gehouden zijn bij uit-diensttreding van een aangeslotene (inclusief pen- sionering) of bij de opheffing van de groepsverzekering eventuele reservetekorten aan te zuiveren. In voorko- mend geval wordt de verzekeringnemer hiertoe uitgeno- digd door de verzekeraar, met dien verstande dat de ver- zekeraar ook de nodige bedragen hiertoe rechtstreeks uit het financieringsfonds kan putten (zie punt 3.13). De ve- rzekeraar veronderstelt steeds dat de verzekeringnemer bij de invoering, de toepassing, de uitvoering, de wijziging of de opheffing van de groeps-verzekering, alle wetteli- jke voorwaarden, formaliteiten en procedures daartoe in zijn verhouding met de aangeslotenen of derden heeft
vervuld. Meer algemeen kan de verzekeraar elke vorm van schade en alle kosten die hij oploopt wegens de mis- kenning van de toepasselijke wetgeving door de verzeke- ringnemer, op die laatste verhalen.
Voor de toepassing van de fiscale begrenzing inzake de toekenning van belastingvoordelen op de bedrijfs- en de persoonlijke premies in functie van het bedrag van het pensioenkapitaal, wordt rekening gehouden met alle door de aangeslotene bij de verzekeringnemer en diens eventuele rechtsvoorganger(s) gepresteerde (en gelijk- gestelde) dienstjaren, in voorkomend geval, tenzij anders aangegeven in de Bijzondere Voorwaarden, verhoogd met het maximum fiscaal toegelaten aantal niet in de onder- neming gepresteerde (en gelijkgestelde) jaren.
artikel 3.17
Goede trouw, billijkheid en redelijkheid De verzekeringnemer regelt - met inachtneming van de eventuele toepasselijke wetgeving - de aangelegen- heden in zijn verhouding met de aangeslotenen waarin het Pensioenreglement niet expliciet voorziet of die vat- baar zouden zijn voor interpretatie. Indien de verzekeraar hierbij belanghebbende partij is, geschiedt dit steeds in samenspraak met hem. De regeling van dergelijke aan- gelegenheden moet steeds gebeuren binnen de perken en met inachtneming van de goede trouw, de billijkheid, de redelijkheid en de geest van het Pensioenreglement.
Werking van de individuele pensioentoezegging voor zelfstandigen IV
artikel 4.1
Inwerkingtreding en aansluiting
De Bijzondere Voorwaarden geven aan wie wordt aan- gesloten bij de individuele pensioentoezegging en in welke hoedanigheid.
De individuele pensioentoezegging (en de bijhorende aansluiting) treedt in werking op de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde aanvangsdatum. De betaaldatum van een premie is de valutadatum van die premie op de bankrekening van de verzekeraar.
artikel 4.2
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx en persoonlijke overeenkomst
Naargelang van wat de Bijzondere Voorwaarden bepalen,
B 5-017-2010-09
bestaat de individuele pensioentoezegging uit een be- drijfsovereenkomst (gevormd met premies ten laste van de verzekeringnemer, bedrijfspremies genoemd) en/of een persoonlijke overeenkomst (gevormd met premies ten laste van de aangeslotene, door de verzekeringnemer ingehouden op zijn bezoldiging, persoonlijke premies genoemd). Indien zowel in een bedrijfs- als in een per- soonlijke overeenkomst wordt voorzien, worden deze overeenkomsten steeds samengevoegd (zie punt 1.2).
Verzekerde
artikel 4.3
De verzekerde van alle dekkingen is de aangeslotene.
artikel 4.4
Begunstigden
De begunstigden van de diverse dekkingen worden vermeld in de Bijzondere Voorwaarden.
De verzekeringnemer draagt onder de hierna vermelde modaliteiten, met betrekking tot zowel de bedrijfs- als de persoonlijke overeenkomst, aan de aangeslotene het recht over om de begunstigde(n) van de dekkingen bij overlijden te wijzigen of te herroepen. Zo kan de aan- geslotene de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde voorrangsorde van begunstigden op schriftelijk verzoek, gericht aan de verzekeraar, laten wijzigen of (een) andere begunstigde(n) aanduiden. Indien het verzoek tot aan- duiding van (een) andere begunstigde(n) of de wijziging van de voorrangsorde voor gevolg heeft dat de rechten van de echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene verminde- ren of wegvallen, is ook de schriftelijke toestemming van die laatste nodig. Indien een aangeslotene trouwt en hij eerder een andere begunstigde dan zijn echtgeno(o)t(e) had aangewezen en de voorrangsorde had laten wijzi- gen, dan neemt zijn echtgeno(o)t(e) - indien en zolang
die als partner van de aangeslotene wordt beschouwd volgens de Bijzondere Voorwaarden - in de voorrangs- orde toch plaats in vóór de eerder door de aangeslotene aangeduide begunstigde. Deze bepaling geldt niet indien de aangeslotene een andersluidend schriftelijk verzoek formuleert en zijn echtgeno(o)t(e) hiermee schriftelijk instemt.
Elke begunstigde kan de begunstiging van de dekkingen bij overlijden al vóór hun opeisbaarheid aanvaarden door middel van een door hem, de verzekeringnemer, de aan- geslotene en de verzekeraar ondertekend bijvoegsel aan het Persoonlijk Certificaat.
Voor de overige dekkingen, waar de aangeslotene als begunstigde is aangeduid volgens de Bijzondere Voor- waarden, geldt de ondertekening van de Bijzondere Voor- waarden door alle partijen als aanvaarding van die begunstiging. De aanvaarding van de begunstiging heeft, tenzij in die gevallen waarin de wet herroeping toestaat, onder meer als gevolg dat de opzegging, de herroeping en wijziging van de begunstiging, de afkoop, de opname van een voorschot, de inpandgeving en de overdracht van rechten slechts mogelijk zijn mits de schriftelijke toe- stemming van de aanvaardende begunstigde.
artikel 4.5
Premiebetaling
Tenzij anders overeengekomen, zijn de periodieke pre- mies verschuldigd vanaf de aanvangsdatum van de indivi- duele pensioentoezegging (zie punt 4.1) en dit uiterlijk tot de (eventueel verdaagde) einddatum (zie punt 4.6) of het eerder overlijden van de aangeslotene. Eventuele een- malige premies zijn verschuldigd op de overeengekomen datum(s). De premiebetaling geschiedt rechtstreeks op de door de verzekeraar aangeduide bankrekening met vermelding van de opgegeven referenties of via domici- liëring, naargelang van wat is overeengekomen.
B 5-017-2010-09
Indien de aanvangsdatum van de individuele pensioen- toezegging of de datum van hervatting van de premie- betaling na schorsing ervan (zie punt 4.12.1) gelegen is tussen 2 vervaldagen van periodieke premies, is tot de eerstvolgende vervaldag slechts een pro rata tempo- ris-premiebedrag verschuldigd, zij het dat de effectieve verschuldigdheidsdatum van dit pro rata temporis- premiebedrag de eerste dag van de maand samenval- lend met of volgend op de effectieve aanvangsdatum of de datum van hervatting van de premiebetaling na schorsing ervan is. In alle gevallen waarin de premie- betaling wordt stopgezet (zoals bij uitdiensttreding - zie punt 4.12.2) vóór de datum waarop het voormelde pro rata temporis-premiebedrag verschuldigd is, blijft dit pro rata premiebedrag toch verschuldigd op de eerste dag van de maand volgend op de datum van stopzetting van de premiebetaling. Bij een eventuele tussentijdse premie-
verhoging wordt die verhoging ook pro rata temporis berekend tot de eerstvolgende premievervaldag.
artikel 4.6
Verdaging van de einddatum
Als de aangeslotene op de einddatum nog steeds de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde hoedanigheid heeft op basis waarvan hij is aangesloten, kan voorzien worden in de verdaging van de einddatum. Dit blijkt uit de ver- melding ‘met verdaging’ bij de einddatum in de Bijzon- dere Voorwaarden. In dit geval worden vanaf de initiële, normaal voorziene einddatum de dekkingen bij arbeids- ongeschiktheid automatisch beëindigd. Het in de Bijzon- dere Voorwaarden vermelde premiebudget wordt echter verder betaald en de eventuele dekkingen bij overlijden verdergezet totdat de aangeslotene niet langer de voor- melde hoedanigheid heeft (zie ook punt 2.1.2.1). Op de datum waarop de aangeslotene niet langer de voormelde hoedanigheid heeft, komen de pensioenreserves hem als pensioenkapitaal toe (zie ook punt 1.5.2.4).
artikel 4.7
Keuzemogelijkheden voor de aangeslotene
4.7.1 Inzake risicodekkingen
De Bijzondere Voorwaarden kunnen de aangeslotene de mogelijkheid bieden het nominaal verzekerde bedrag van een dekking zelf te kiezen of te kiezen voor een ander (nominaal uitgedrukt) bedrag dan het standaardbedrag of voor een hoger (nominaal uitgedrukt) bedrag dan het minimumbedrag. Het door de aangeslotene gekozen bedrag kan ook, op zijn verzoek, forfaitair of niet-for- faitair geïndexeerd worden of gekoppeld worden aan de evolutie van zijn referentiebezoldiging. Ook met betrek- king tot de moduleringen van de dekkingen (dekkings- periode, eigenrisicotermijn, enz.) kunnen de Bijzondere Voorwaarden de aangeslotene keuzemogelijkheden bie- den. De keuze geschiedt steeds binnen de perken van het in de Bijzondere Voorwaarden vermelde premie- budget of het eventuele maximumgedeelte ervan dat voor de betreffende dekkingen kan worden aangewend. De keuze geschiedt bij de aansluiting of later en kan nadien herzien worden.
Als de aangeslotene het bedrag van een dekking vrij kan kiezen of indien voor een dekking een minimum- of standaardbedrag geldt, wordt de aangeslotene, bij gebrek aan of in afwachting van een (andere) keuze, verondersteld deze dekking niet te willen sluiten, respectievelijk niet verzekerd te willen zijn voor een hoger bedrag dan het minimumbedrag, respectievelijk niet verzekerd te willen zijn voor een ander bedrag dan het standaardbedrag. Hetzelfde geldt met betrekking tot de moduleringen van de dekkingen (dekkingsperiode, eigenrisicotermijn, enz.).
De keuzemogelijkheden die de aangeslotene geniet zijn onderworpen aan de algemene aanvaardingscriteria die de verzekeraar om verzekeringstechnische en fiscaal- juridische redenen hanteert (structurele financier- baarheid van de gekozen dekkingen in het licht van het premiebudget en het bedrag van de aanwezige reser- ves, gunstig resultaat van medische formaliteiten en/of onderzoeken, aanvullend karakter van sommige risico- dekkingen, maximale dekkingen, oververzekering, anti- selectie, beheerbaarheid, fiscale begrenzingen, hand- having van geblokkeerde reserves, enz.) en aan de eventuele (andere) beperkingen die voortvloeien uit de Pensioenovereenkomst. De dekkingen (met inbegrip van standaarden en minimumbedragen) zijn slechts verze- kerd indien zij voorkomen op het Persoonlijk Certificaat of in een andere door de verzekeraar schriftelijk uitge- brachte bevestiging.
De keuzemogelijkheden die de aangeslotene geniet, maken generlei een ‘toezegging’ uit van de verzekering- nemer, die dan ook, tenzij andersluidende dwingende bepaling, geen enkele verantwoordelijkheid of bijkomen- de verplichting draagt in dit verband, ook niet indien de verzekeraar de risicodekkingen geheel of gedeeltelijk zou weigeren aan te nemen of de betreffende risico’s slechts zou aanvaarden mits de aanrekening van een bijpremie (eventuele bijpremies worden, onder voormeld voor- behoud, aangerekend op het voormelde premiebudget).
Indien de aangeslotene in het kader van een keuze- mogelijkheid voor een dekking bij arbeidsongeschiktheid heeft gekozen, zal bij aanvraag tot interne voortzetting van de arbeidsongeschiktheidsdekking (onder meer in de omstandigheden van punt 4.9.3), de voor deze waarborg door de verzekeraar aangelegde vergrijzingsreserve in rekening worden gebracht bij de bepaling van de premie voor de nieuwe dekking bij arbeidsongeschiktheid.
4.7.2 Inzake beleggingsvormen
De Bijzondere Voorwaarden kunnen de aangeslotene de mogelijkheid bieden om zelf de beleggingsvorm(en) te kiezen van de bedrijfs- en/of de persoonlijke premies die bestemd zijn voor de pensioenreserves, alsook van de eventuele bijhorende winstdeling en overlevingsboni.
Deze keuze voor (een) van de voorziene standaard(en) of standaardoptie(s) afwijkende beleggingsvorm(en) kan gebeuren bij de aansluiting of later, met betrekking tot de toekomstige toekenningen (wijziging van beleggings- regels - zie punt 1.4.3.2). Een initiële keuze kan ook later herzien worden, met betrekking tot de toekomstige toe- kenningen.
Indien in de voormelde keuzemogelijkheid wordt voor- zien, kan de aangeslotene ook de beleggingsvorm(en) van reeds gevormde pensioenreserves laten overhevelen naar (een) andere toegelaten beleggingsvorm(en) (switch van beleggingsvorm - zie punt 1.4.3.2). Indien echter de Bijzondere Voorwaarden voorzien in enige minimum- of maximumquotiteit inzake de aanwending van de premies, winstdeling of overlevingsboni van een overeenkomst in enige beleggingsvorm, dan is voor elke switch van beleggingsvorm waarbij een switch-out plaats vindt uit een beleggingsvorm waarvoor een minimumquotiteit geldt en/of een switch-in naar een beleggingsvorm waarvoor een maximumquotiteit geldt, zolang de aan- geslotene in dienst is van de verzekeringnemer, de toe- stemming van deze laatste nodig.
De keuze voor alternatieve beleggingsvormen en de latere wijzigingen ervan zijn pas effectief wanneer ze door de verzekeraar worden bevestigd via het Persoonlijk Certificaat.
artikel 4.8
Mutaties
Als de Bijzondere Voorwaarden een bedrag afhankelijk stellen van de referentiebezoldiging, een wettelijk loon- plafond inzake sociale zekerheid, de leeftijd, de anciënni- teit en/of de gezinstoestand, wordt het bedrag berekend op basis van de betreffende parameters zoals zij bestaan op de aanvangsdatum van de individuele pensioen- toezegging (zie punt 4.1) en nadien op elke situatiedatum. Een eventuele hieruit voortvloeiende aanpassing van het bedrag heeft, onder voorbehoud van de aanvaardings- criteria van de verzekeraar, uitwerking op de eerstvol- gende aanpassingsdatum. Als een parameter of een element hiervan niet op de situatiedatum kan vast- gesteld worden, wordt rekening gehouden met het meest recente gegeven ter zake voorafgaand aan de situatie- datum.
Als een enkel op het Persoonlijk Certificaat vermeld
B 5-017-2010-09
- en dus noch in de Bijzondere Voorwaarden vermeld noch hieruit rechtstreeks voortvloeiend - door de aan- geslotene gekozen nominaal verzekerd bedrag van een dekking wordt gekoppeld aan de evolutie van zijn referentiebezoldiging, heeft de aanpassingvan het bedrag, onder voorbehoud van de aanvaardingscriteria van de verzekeraar, uitwerking op elke aanpassingsdatum, en dit voor het eerst op de aanpassingsdatum waarop beide referentiebezoldigingen waarvan sprake in onderstaande formule voorhanden zijn. Het aangepaste bedrag wordt bekomen door toepassing van de volgende formule:
aangepast nominaal verzekerd bedrag op aanpassingsdatum1
is gelijk aan
verzekerd bedrag daags voor aanpassingsdatum1 vermenigvuldigd met
referentiebezoldiging1 2 op laatste situatiedatum1 voorafgaand aan aanpassingsdatum1
gedeeld door referentiebezoldiging1 2 op voorlaatste situatiedatum1
voorafgaand aan aanpassingsdatum1
1 Deze datum wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden.
2 Dit begrip wordt gedefinieerd in de Bijzondere Voorwaarden.
artikel 4.9
Informatiestromen
4.9.1 Ter gelegenheid van de aansluiting
De verzekeringnemer meldt de verzekeraar uiterlijk op de aanvangsdatum van de individuele pensioentoe- zegging (zie punt 4.1) alle nodige gegevens met betrekking tot de aangeslotene (en zijn eventuele keuzen inzake risicodekkingen en/of beleggingsvormen).
De aangeslotene ontvangt als ondertekenende partij een origineel exemplaar van de Bijzondere Voorwaarden. De verzekeringnemer overhandigt de aangeslotene op zijn verzoek een exemplaar van de Algemene Voorwaar- den (met inbegrip van de Beheerreglementen). De ver- zekeraar brengt ten behoeve van de aangeslotene een Persoonlijk Certificaat uit dat hem rechtstreeks of via de verzekeringnemer wordt overgemaakt (het laatst uitge- reikte certificaat vervangt telkens het vorige). De aange- slotene wordt verondersteld volledig akkoord te gaan met de inhoud van zijn Persoonlijk Certificaat en de latere versies hiervan, tenzij hij binnen 30 dagen na aflevering ervan door de verzekeraar, aan deze laatste - in principe via de verzekeringnemer - zijn schriftelijke opmerkingen overmaakt.
In overeenstemming met artikel 138 bis-9 van de wet van
25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, licht de verzekeraar de verzekeringnemer in over de moge- lijkheid voor de aangeslotenen om individueel een bij- komende premie te betalen. Door de correcte betaling van deze bijkomende premie, zal de premie voor de in- dividueel voortgezette arbeidsongeschiktheidsdekking worden berekend op basis van de leeftijd die de aange- slotene had toen hij de bijkomende premie is beginnen te betalen.
4.9.2 Tijdens de actieve aansluiting
B 5-017-2010-09
De aangeslotene deelt onmiddellijk en spontaan iedere persoonsgebonden wijziging (zoals zijn gezinstoestand) die relevant is voor het beheer, de aanpassing en de uitvoering van de individuele pensioentoezegging mee aan de verzekeringnemer, die deze informatie onmiddellijk doorgeeft aan de verzekeraar.
De verzekeringnemer bezorgt van zijn kant de verzeke- raar onmiddellijk en spontaan alle nodige inlichtingen voor het beheer, de aanpassing en de uitvoering van de individuele pensioentoezegging, zoals de wijziging van de referentiebezoldiging, de keuze of de herziening van de keuze van de aangeslotene met betrekking tot de risico- dekkingen en beleggingsvormen, enz.
Inzonderheid meldt de verzekeringnemer, met het oog op de toetsing van de fiscale begrenzingen, elke wijziging van de burgerlijke staat en van de bezoldiging of het bezoldigingspatroon (zoals de periodiciteit ervan) van de aangeslotene aan de verzekeraar. Bij gebrek aan deze mededeling veronderstelt de verzekeraar dat de bezoldi- ging voldoende is (gestegen) in het licht van deze fiscale begrenzingen en dat het bezoldigingspatroon en de burgerlijke staat ongewijzigd zijn gebleven.
Minstens jaarlijks brengt de verzekeraar ten behoeve van de aangeslotene, tenzij hij rentegenieter is, een ’pensioenfiche’ met geactualiseerde gegevens uit die hem rechtstreeks of via de verzekeringnemer wordt overge- maakt.
Als de aangeslotene een recht wil uitoefenen dat de Pensioenovereenkomst hem verleent, wordt elk verzoek hiertoe in principe via de verzekeringnemer ingediend bij de verzekeraar.
4.9.3 Bij uitdiensttreding, overlijden, …
Zodra hij ervan kennis heeft, licht de verzekeringnemer de verzekeraar in over de uitdiensttreding van de aan- geslotene, het verlies door de aangeslotene van de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde hoedanigheid of het overlijden van de aangeslotene.
In dit kader wordt ook in het bijzonder gewezen op de verplichting die de verzekeringnemer (of in geval van faillissement of vereffening, de curator of de vereffenaar van de verzekeringnemer) conform artikel 138 bis-8 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereen- komst heeft om de aangeslotene uiterlijk binnen 30 dagen na het verlies van de beroepsgebonden dekking(en) bij arbeidsongeschiktheid in te lichten over zijn recht van persoonlijke verderzetting van die dekking(en), met vermelding van het precieze tijdstip van het verlies van de beroepsgebonden dekking(en), van de termijn van
30 dagen waarover de aangeslotene beschikt om zijn recht van persoonlijke verderzetting uit te oefenen en van de contactgegevens van de verzekeraar (zie ook punt 4.12.4).
Het voormelde artikel 138 bis-8 wordt geacht deel uit te maken van deze Algemene Voorwaarden.
4.9.4 Laattijdige, onvolledige of onjuiste informatie De aangeslotene en de verzekeringnemer dragen de volle verantwoordelijkheid voor alle gevolgen van de laat- tijdige, onvolledige of onjuiste mededeling van de nodige gegevens aan de verzekeraar.
artikel 4.10
Vastgoedfinanciering
De verzekeringnemer draagt aan de aangeslotene het recht over de bedrijfs- en/of de persoonlijke overeen- komst te laten aanwenden als waarborg voor vastgoed- financiering, mits eerbiediging van de Belgische fiscale wetgeving ter zake. Die wetgeving stelt meer bepaald dat een voorschot en/of een inpandgeving (met inbegrip van een overdracht van rechten aan een derde) slechts mogen worden toegestaan om het de aangeslotene mogelijk te maken in de Europese Economische Ruimte gelegen onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te (ver)bouwen, te verbeteren of te herstellen. Bovendien moeten de voorschotten en leningen terugbetaald worden zodra de voormelde goe- deren uit het vermogen van de aangeslotene verdwijnen.
Zolang de aangeslotene in dienst is van de verzekering- nemer, is voor de voormelde verrichtingen de schrifte- lijke toestemming van deze laatste nodig. De aangeslo- tene kan de voorwaarden, begrenzingen en modaliteiten die hierbij gelden via de verzekeringnemer bij de ver- zekeraar opvragen. De aandacht wordt erop gevestigd dat de aanwending van de individuele pensioentoezeg- ging voor vastgoedfinanciering voor gevolg kan hebben dat de verworven reserves (bij uitdiensttreding) door de aangeslotene niet kunnen overgedragen en/of afgekocht worden en dat de eventuele keuzemogelijkheden van de aangeslotene inzake risicodekkingen en beleggings- vormen worden beperkt, of zelfs aanleiding kan geven tot een wijziging van risicodekkingen en beleggingsvormen door de verzekeraar.
artikel 4.11
Uitkering in lijfrente
Het (eventueel verdaagde) pensioenkapitaal, de uitkering van de afkoopwaarde die toekomt aan de aangeslotene, alsook de kapitalen van de diverse dekkingen bij over- lijden kunnen, na aanrekening van de eventuele wettelijk verplichte inhoudingen, kosten, vergoedingen en andere sommen die nog verschuldigd zouden zijn aan de verze- keraar of aan derden (zoals een pandhoudende schuld- eiser), op schriftelijk verzoek van de begunstigde(n) worden omgezet in een levenslange lijfrente, maar slechts indien het jaarbedrag van de aanvangsrente voor
afkoopwaarde die toekomt aan de aangeslotene, met een overdraagbaarheid van die rente. De overdraagbaarheid duidt erop dat bij het overlijden van de aangeslotene na de aanvangsdatum van de rente, die rente voor 80 % verder levenslang wordt uitgekeerd aan de in de Bijzon- dere Voorwaarden gedefinieerde partner van de aan- geslotene (die al zijn partner was op de aanvangsdatum van de initiële rente).
De verzekeraar keert de lijfrenten, na aanrekening van de eventuele wettelijk verplichte inhoudingen, uit na ont- vangst van alle door hem gevraagde documenten en van een door de begunstigde (en de eventuele begunstigde van de overdraagbaarheid) volledig en correct ingevulde en ondertekende regelingskwijting.
Bij een verzoek tot omzetting van een kapitaal in een levenslange rente, zoals hiervoor aangegeven, heeft de verzekeraar echter het recht dit kapitaal over te dragen naar een andere pensioeninstelling die alle rentever- plichtingen op zich neemt, en dit met eerbiediging van de eventuele dwingende bepalingen ter zake. De verze- keringnemer gaat akkoord met deze overdrachtsmo- gelijkheid. Bij dergelijke overdracht is de verzekeraar bevrijd van iedere verplichting met betrekking tot de rente-(-uitkering).
artikel 4.12
Schorsing/uitdiensttreding/beëindiging/ afkoop
4.12.1 Schorsing van de arbeidsovereenkomst/verlies
van hoedanigheid
De betaling van de bedrijfs- en de persoonlijke premies wordt onmiddellijk stopgezet indien de aangeslotene weliswaar werkzaam blijft bij de verzekeringnemer maar niet langer de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde hoedanigheid heeft.
Vanaf de eerste onbetaalde premievervaldag worden de dekking Overlijdenskapitaal bij ongeval en de dekkin- gen bij arbeidsongeschiktheid automatisch beëindigd (zie echter punt 4.12.4) en worden, bij gebrek aan andere toegelaten en door de verzekeraar schriftelijk bevestigde keuze van de aangeslotene en onverminderd de even-
de betrokken begunstigde hoger is dan het wettelijk
vastgelegd drempelbedrag. De verzekeraar zorgt voor de eventuele wettelijk opgelegde kennisgevingen aan de betrokkene(n) omtrent dit recht.
B 5-017-2010-09
Onverminderd de toepassing van dwingende bepalin- gen ter zake, wordt het bedrag van de rente vastgelegd op basis van de (al dan niet gewaarborgde) tarieven die de verzekeraar ter zake hanteert op de datum waarop de rente ingaat, rekening houdend met een jaarlijkse indexatie met 2 % volgens een meetkundige reeks en, wat betreft het pensioenkapitaal of de uitkering van de
tuele beperkingen die voortvloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reserves (zie punt 1.4.4.1), voor het behoud van de dekking Overlijdenskapitaal in haar laatst verzekerde toestand (eventueel geïndexeerd nominaal (minimum)bedrag en dekkingsperiode, in voorkomend geval verder aangepast in functie van de gezinstoe- stand, maar zonder verdere aanpassingen in functie van de referentiebezoldiging, enz.), de nodige risicopremies verder onttrokken aan de (vrije) reserves van de (samen- gevoegde) overeenkomst(en) tot uitputting ervan. Na uit- putting van die (vrije) reserves wordt de ‘supplementaire overlijdensdekking’ beëindigd.
Vanaf de datum waarop de aangeslotene opnieuw de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde hoedanigheid heeft, wordt de premiebetaling hervat en gelden voor de keuze- mogelijkheden van de aangeslotene en de aanvaardings- criteria van de verzekeraar met betrekking tot de risico- dekkingen die werden beëindigd, dezelfde modaliteiten alsof het om een nieuwe aansluiting ging.
4.12.2 Uitdiensttreding
De betaling van de bedrijfs- en de persoonlijke premies wordt onmiddellijk stopgezet bij uitdiensttreding van de aangeslotene (om gelijk welke reden) vóór de normaal voorziene einddatum. Onder uitdiensttreding wordt ver- staan, de beëindiging van de activiteit van de aangeslo- tene als zelfstandige bedrijfsleider van de verzekering- nemer. De reserves zijn verworven voor de aangeslotene. Vanaf de datum van stopzetting van de premiebetaling worden de overeenkomsten verder beheerd als niet- overgedragen overeenkomsten (zie punt 5).
4.12.3 Wijziging en beëindiging van de individuele pensioentoezegging
4.12.3.1 Voorwaardelijk wijzigings- en beëindigingsrecht
4.12.3.1.1 Aangeslotene met zelfstandigenstatuut
Als de aangeslotene werkzaam is onder zelfstandigen- statuut, kan de verzekeringnemer de individuele pen- sioentoezegging wijzigen of opheffen, mits de eerbiedi- ging van de wettelijke voorschriften (in de mate dat zij van toepassing zijn op de betrokken dekkingen en ten aanzien van de aangeslotene) en van eventuele andere overeenkomsten en verbintenissen ter zake.
Hoewel de premiebetaling in de verhouding tussen de verzekeringnemer en de verzekeraar niet verplicht is en onverminderd de toepassing van de voorgaande en de hierna volgende algemene bepalingen, is de eenzijdige afbouw of opheffing van de individuele pensioentoezeg- ging door de verzekeringnemer ten aanzien van de aan- geslotene bovendien slechts mogelijk als een of meer van de hierna omschreven omstandigheden zich voordoet of voordoen:
• bij invoering van nieuwe wettelijke bepalingen, richt- lijnen van de controleoverheid of andere maatregelen, bij ontwikkelingen in de rechtspraak en/of bij elke feitelijke omstandigheid die rechtstreeks of onrecht- streeks een verhoging van de kostprijs van de indivi- duele pensioentoezegging voor de verzekeringnemer teweegbrengt (teweegbrengen)
• als de wetgeving betreffende de sociale zekerheid, waarop de individuele pensioentoezegging een aan- vulling vormt, belangrijke wijzigingen zou ondergaan
B 5-017-2010-09
• als de handhaving van de individuele pensioentoezeg- ging (in zijn ongewijzigde vorm) door bedrijfsinterne of -externe economische ontwikkelingen, naar het gemotiveerde oordeel van de verzekeringnemer niet langer in overeenstemming zou zijn met een gezonde bedrijfsvoering
4.12.3.1.2 Algemene bepalingen, ongeacht het sociaal statuut van de aangeslotene
De verzekeringnemer licht de aangeslotene steeds
vooraf in over elke wijziging of over de opheffing van de individuele pensioentoezegging. Elke wijziging van de Pensioenovereenkomst vergt in principe het akkoord van de verzekeraar. Elke wijziging van de individuele pen- sioentoezegging die de invoering of de verhoging van (de) persoonlijke premies behelst, vergt steeds het akkoord van de aangeslotene.
De wijziging of de opheffing van de individuele pensioen- toezegging mag nooit inbreuk doen op de verworvenheid van de reserves opgebouwd met de tot het tijdstip van wijziging of opheffing al betaalde en van de op dat tijdstip al vervallen premies.
4.12.3.2 Stopzetting van (de premiebetaling voor) de individuele pensioentoezegging
Als (de premiebetaling voor) de individuele pensioen-
toezegging met schriftelijke kennisgeving aan de ver- zekeraar wordt stopgezet door de verzekeringnemer, brengt deze laatste de aangeslotene hiervan onmiddellijk in kennis. De verzekeraar kan de aangeslotene ook zelf rechtstreeks hiervan in kennis stellen. Indien een beta- lingsachterstand wordt vastgesteld en de verzekering- nemer geen schriftelijke kennisgeving van stopzetting van (de premiebetaling voor) de individuele pensioen- toezegging aan de verzekeraar heeft gericht, verstuurt deze laatste een aangetekende ingebrekestelling aan de verzekeringnemer. Uiterlijk 3 maanden na de eerste onbetaalde premievervaldag licht de verzekeraar de aan- geslotene hierover in.
Bij gebrek aan andere toegelaten en door de verzekeraar schriftelijk bevestigde keuze van de aangeslotene en on- verminderd de eventuele beperkingen die voortvloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reserves (zie punt 1.4.4.1), worden vanaf de eerste onbetaalde premie- vervaldag, voor het behoud van de dekking Overlijdens- kapitaal in haar laatst verzekerde toestand (eventueel geïndexeerd nominaal (minimum)bedrag en dekkings- periode, in voorkomend geval verder aangepast in functie van de gezinstoestand, maar zonder verdere aan- passingen in functie van de referentiebezoldiging, enz.), de nodige risicopremies verder onttrokken aan de (vrije) reserves van de (samengevoegde) overeenkomst(en) tot uitputting ervan. Na uitputting van die (vrije) reserves wordt de ‘supplementaire overlijdensdekking’ beëindigd, maar ten vroegste 30 dagen na verzending van de voor- melde aangetekende ingebrekestelling of op de datum van ontvangst van de kennisgeving van de verzekering- nemer aan de verzekeraar van de stopzetting van (de premiebetaling voor) de individuele pensioentoezeg- ging. De dekking Overlijdenskapitaal bij ongeval en de dekkingen bij arbeidsongeschiktheid worden beëindigd 30 dagen na verzending van de voormelde aangetekende ingebrekestelling of op de datum van ontvangst van de kennisgeving van de verzekeringnemer aan de verzeke- raar van de stopzetting van (de premiebetaling voor) de individuele pensioentoezegging.
De voorgaande bepalingen gelden niet als de stopzetting van (de premiebetaling voor) de individuele pensioen- toezegging het gevolg is van een verandering van verze- keringnemer die de verplichtingen uit deze individuele pensioentoezegging overneemt (zoals in het kader van een fusie, splitsing, opslorping, overdracht of inbreng van bedrijfstak, enz.).
4.12.4 Premievrijstelling/persoonlijke verderzetting
In de mate dat de aangeslotene een toekenning geniet in het kader van de dekking Premievrijstelling bij arbeids- ongeschiktheid, wordt die toekenning, bij gebrek aan andere toegelaten keuze, prioritair aangewend ter ver- dere financiering van de risicodekkingen in hun laatst verzekerde toestand (eventueel geïndexeerd nominaal (minimum)bedrag, dekkings- enuitkeringsperiode, eigen- risicotermijn, enz., in voorkomend geval verder aan- gepast in functie van de gezinstoestand, maar zonder verdere aanpassingen in functie van de referentiebezoldi- ging, enz.). De voorgaande bepalingen inzake schorsing van de arbeidsovereenkomst, verlies van hoedanigheid, uitdiensttreding en wijziging/beëindiging van de indivi- duele pensioentoezegging moeten dan ook in dit licht gelezen worden, alsook in het licht van de ‘endogene’ premievrijstelling voor de dekkingen Arbeidsongeschikt- heidsrenten (zie punt 2.2.1.4.2).
Als de premiebetaling in de diverse scenario’s die hier- voor aan bod kwamen wordt stopgezet en ook de ver- zekeraar niet instaat voor de verdere premiebetaling in het kader van de dekking Premievrijstelling bij arbeids- ongeschiktheid, kan de aangeslotene, onder de met de verzekeraar overeen te komen voorwaarden en modali- teiten en binnen diens productaanbod inzake individuele verzekeringen, de dekkingen tot uiterlijk de einddatum persoonlijk verderzetten. Indien met betrekking tot een risicodekking aldus een individuele verzekering wordt afgesloten binnen 1 maand nadat de betreffende risico- dekking werd beëindigd en het bedrag van die persoonlijk ‘verdergezette’ risicodekking niet hoger is dan het laatst verzekerde bedrag in het kader van de individuele pen- sioentoezegging, past de verzekeraar voor de aanvaar- ding van dit risico geen medische acceptatievoorwaarden toe (zie ook punt 4.9.3).
4.12.5 Afkoop van de reserves
4.12.5.1 Verworven prestaties
B 5-017-2010-09
De prestaties gevestigd door het gedeelte van de betaalde premies dat niet verbruikt werd om het risico te dekken, zijn verworven door de aangeslotene. Hij kan er slechts over beschikken binnen het kader van de wettelijke voor- zieningen.
4.12.5.2 Uitkering van de afkoopwaarde aan de aangeslotene
Onverminderd de toepassing van eventuele dwingende
beperkingen inzake de uitoefening van het recht van afkoop, draagt de verzekeringnemer met uitwerking vanaf de datum van uitdiensttreding aan de aangeslotene het recht over van gehele of gedeeltelijke afkoop van de reser- ves van de bedrijfs- en de persoonlijke overeenkomst onder de vorm van uitkering van de afkoopwaarde.
4.12.5.3 Uitkering van de afkoopwaarde aan een derde Als in het kader van de aanwending van de individuele pensioentoezegging voor vastgoedfinanciering (zie punt 4.10) het recht van afkoop wordt overgedragen aan een derde, worden de modaliteiten ervan vastgelegd in de voorschotakte of het bijvoegsel van inpandgeving.
4.12.5.4 Afkoop door de verzekeringnemer
Mits de eerbiediging van de wettelijke voorschriften ter zake en onverminderd de eventuele beperkingen die voort- vloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reserves (zie punt 1.4.4.1), kan de verzekeringnemer de reserves van de bedrijfs- en de persoonlijke overeenkomst (als geheel) ten gunste van de aangeslotene afkopen met het doel die reserves over te dragen naar een andere toege- laten pensioeninstelling. De afkoopvergoeding wordt berekend volgens de bepalingen van punt 1.5.2.2 en mag rechtstreeks noch onrechtstreeks ten laste gelegd wor- den van de (verworven reserves van de) aangeslotene.
artikel 4.13
Overgedragen reserves
Het is mogelijk dat de aangeslotene uit hoofde van een vorige tewerkstelling in een andere onderneming verwor- ven reserves uit een aldaar genoten voorzorgsregeling wenst over te dragen naar de verzekeraar. Deze overge- dragen reserves worden beheerd als overgedragen over- eenkomsten (zie punt 5), desgevallend samengevoegd met de bedrijfs- en de persoonlijke overeenkomst (zie punt 1.2).
artikel 4.14
Toepasselijke wetgeving en fiscale bepalingen
De individuele pensioentoezegging is onderworpen aan de Belgische wetgeving inzake levens- en aanvullende verzekeringen in het algemeen en inzake individuele pensioentoezeggingen in het bijzonder. Mocht de ver- zekeringnemer buiten België gevestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toelaat, door de partijen uitdrukke- lijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht.
Voor de toepassing van de fiscale begrenzing inzake de toekenning van belastingvoordelen op de bedrijfs- en de persoonlijke premies in functie van het bedrag van het pensioenkapitaal, wordt rekening gehouden met alle door de aangeslotene bij de verzekeringnemer en diens even- tuele rechtsvoorganger(s) gepresteerde (en gelijkgestel- de) dienstjaren, in voorkomend geval, tenzij anders aan- gegeven in de Bijzondere Voorwaarden, verhoogd met het maximaal fiscaal toegelaten aantal niet in de onderne- ming gepresteerde (en gelijkgestelde) jaren.
artikel 4.15
Goede trouw, billijkheid en redelijkheid De verzekeringnemer regelt - met inachtneming van de eventuele toepasselijke wetgeving - de aangelegen- heden in zijn verhouding met de aangeslotene waarin de Pensioenovereenkomst niet expliciet voorziet of die vat- baar zouden zijn voor interpretatie. Indien de verzekeraar
hierbij belanghebbende partij is, geschiedt dit steeds in samenspraak met hem. De regeling van dergelijke aan- gelegenheden moet steeds gebeuren binnen de perken en met inachtneming van de goede trouw, de billijkheid, de redelijkheid en de geest van de Pensioenovereen- komst.
V Werking van de overgedragen en niet-overgedragen overeenkomsten
artikel 5.1
Situering
Punt 5 heeft betrekking op:
• de overgedragen bedrijfsovereenkomst groepsverze- kering
• de overgedragen bedrijfsovereenkomst individuele pensioentoezegging
• de overgedragen persoonlijke overeenkomst groeps- verzekering
• de overgedragen persoonlijke overeenkomst indivi- duele pensioentoezegging
• de niet-overgedragen bedrijfsovereenkomst groeps- verzekering
• de niet-overgedragen bedrijfsovereenkomst indivi- duele pensioentoezegging
• de niet-overgedragen persoonlijke overeenkomst groepsverzekering
• de niet-overgedragen persoonlijke overeenkomst individuele pensioentoezegging
De overgedragen overeenkomst(en) is (zijn) de over- eenkomst(en) waarvan de reserves door de aangeslotene zijn verworven uit hoofde van een vorige tewerkstelling in een andere onderneming in het kader van een aldaar genoten voorzorgsregeling en die hij beslist heeft over te dragen naar de verzekeraar. Deze overeenkomsten wor- den verder opgesplitst naargelang van hun oorsprong (groepsverzekering of individuele pensioentoezegging; bedrijfsovereenkomst of persoonlijkeovereenkomst naar- gelang de betreffende reserves werden gevormd door premies of bijdragen ten laste van de vroegere onder- neming of ten laste van de aangeslotene zelf). De bepa- lingen inzake overgedragen overeenkomsten gelden in hoofde van aangeslotenen met werknemerstatuut als ‘onthaalstructuur’ in de zin van de sociale wetgeving betreffende de aanvullende pensioenen.
B 5-017-2010-09
De niet-overgedragen overeenkomst(en) is (zijn) de over-
komsten gelden in hoofde van aangeslotenen met werk- nemerstatuut als ‘onthaalstructuur’ in de zin van de sociale wetgeving betreffende de aanvullende pensioe- nen, vanaf de datum van ontvangst door de verzekeraar van een schriftelijk verzoek van de aangeslotene tot overheveling van de verworven reserves naar deze onthaalstructuur door de betrokken aangeslotene.
De verzekerde van alle dekkingen in het kader van de overgedragen en niet-overgedragen overeenkomsten is de aangeslotene.
artikel 5.2
Overgedragen overeenkomsten
5.2.1 Inwerkingtreding/vorming van pensioenreserves/ beleggingsvormen
Een overgedragen overeenkomst treedt in werking op de
overdrachtsdatum, zijnde de valutadatum van de over- gedragen reserves op de bankrekening van de verzeke- raar.
De overgedragen reserves worden, na afhouding van een eventuele instapkost (tenzij een dwingende bepaling zich hiertegen zou verzetten), aangewend voor de vorming van pensioenreserves.
Bij gebrek aan of in afwachting van een andere keuze van de aangeslotene, worden de overgedragen reserves aangewend in de beleggingsvorm ‘basisinterestvoet plus winstdeling’ (zie het betreffende Beheerreglement). De keuze voor alternatieve beleggingsvormen en de latere wijzigingen ervan zijn pas effectief wanneer ze door de verzekeraar worden bevestigd via het Persoonlijk Certi- ficaat.
5.2.2 Dekkingen
Tenzij anders overeengekomen, worden de overgedra- gen overeenkomsten niet samengevoegd (noch onderling noch met andere overeenkomsten) en worden de pen- sioenreserves aangewend voor de volgende dekkingen:
eenkomst(en) van de bij de verzekeraar afgesloten groeps-verzekering en/of individuele pensioentoezegging waarvoor de premiebetaling werd stopgezet naar aanlei- ding van de uitdiensttreding van de aangeslotene bij de verzekeringnemer vóór de normaal voorziene einddatum en waarvan de reserves verworven zijn voor de aange- slotene. Ook deze overeenkomsten worden opgesplitst naargelang van hun oorsprong (groepsverzekering of individuele pensioentoezegging; bedrijfsovereenkomst of persoonlijke overeenkomst naargelang de betreffende reserves werden gevormd door premies ten laste van de verzekeringnemer of ten laste van de aangeslotene zelf). De bepalingen inzake niet-overgedragen overeen-
• pensioenkapitaal: uitkering van de pensioenreserves aan de aangeslotene indien hij in leven is op de eind- datum
• overlijdenskapitaal: uitkering van de pensioenreserves aan de begunstigde(n) bij overlijden van de aangeslo- tene vóór de einddatum
Tenzij anders overeengekomen, is de einddatum van de overgedragen overeenkomst(en) de einddatum van de groepsverzekering of de individuele pensioentoezegging die de aangeslotene bij de verzekeraar geniet. Indien de aangeslotene er zowel een groepsverzekering als een
individuele pensioentoezegging geniet en de einddatums verschillend zijn, wordt, tenzij anders overeengekomen, als einddatum van de overgedragen overeenkomst(en) die van de groepsverzekering in aanmerking genomen.
Tenzij anders blijkt uit een geldig geschrift van de aange- slotene, is (zijn) de begunstigde(n) van het overlijdens- kapitaal in het kader van de overgedragen overeen- komst(en) dezelfde als de begunstigde(n) van het overlijdenskapitaal in het kader van de groepsverzeke- ring of de individuele pensioentoezegging die de aange- slotene bij de verzekeraar geniet, zoals hij (zij) aangeduid is (zijn) op het ogenblik van de aansluiting van de aange- slotene bij die groepsverzekering of individuele pensioen- toezegging. Indien de aangeslotene bij de verzekeraar zowel een groepsverzekering als een individuele pen- sioentoezegging geniet en de begunstigde(n) van het overlijdenskapitaal verschillend is (zijn), wordt (worden) als begunstigde(n) van de overgedragenovereenkomst(en) die van de groepsverzekering in aanmerking genomen, tenzij anders blijkt uit een geldig geschrift van de aan- geslotene.
Elke begunstigde kan de begunstiging van de dekking Overlijdenskapitaal al vóór diens opeisbaarheid aan- vaarden door middel van een door hem, de aangeslotene en de verzekeraar ondertekend bijvoegsel aan het Per- soonlijk Certificaat. De aanvaarding van de begunstiging heeft, tenzij in die gevallen waarin de wet herroeping toe- staat, onder meer als gevolg dat de herroeping en wijzi- ging van de begunstiging, de afkoop, de opname van een voorschot, de inpandgeving en de overdracht van rechten slechts mogelijk zijn mits de schriftelijke toestemming van de aanvaardende begunstigde.
artikel 5.3
Niet-overgedragen overeenkomsten Vanaf de datum van stopzetting van de premiebetaling naar aanleiding van de uitdiensttreding van de aan- geslotene vóór de normaal voorziene einddatum in het kader van de groepsverzekering of de individuele pen- sioentoezegging (zie de punten 3.14.2 en 4.12.2), wor- den de betreffende overeenkomsten standaard verder beheerd als niet-overgedragen overeenkomsten ‘zonder wijziging van de pensioentoezegging’. Dit houdt het vol- gende in:
• Ter gelegenheid van de omvorming in niet-over- gedragen overeenkomst wordt geen enkele kost of vergoeding aangerekend.
B 5-017-2010-09
• De niet-overgedragen bedrijfs- en persoonlijke over- eenkomsten afkomstig van de groepsverzekering, respectievelijk van de individuele pensioentoezegging blijven onderling samengevoegd, en in voorkomend geval ook met andere overeenkomsten waarmee zij al vóór hun beheer als ‘niet-overgedragen’ overeen- komst waren samengevoegd.
• Onverminderd de eventuele beperkingen die voort- vloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reser- ves (zie punt 1.4.4.1), worden de nodige risicopremies voor het behoud van de dekking Overlijdenskapitaal
in haar laatst verzekerde toestand in het kader van de groepsverzekering, respectievelijk de individuele pensioentoezegging (eventueel geïndexeerd nominaal (minimum)bedrag en dekkingsperiode, in voorkomend geval verder aangepast in functie van de gezinstoe- stand, maar zonder verdere aanpassingen in functie van de referentiebezoldiging, enz.), verder onttrok- ken aan de (vrije) reserves van de (samengevoegde) overeenkomst(en) tot uitputting ervan. Na uitputting van die (vrije) reserves wordt de ‘supplementaire over- lijdensdekking’ beëindigd. De eventuele dekkingen Overlijdenskapitaal bij ongeval en de dekkingen bij arbeidsongeschiktheid worden automatisch beëindigd vanaf de eerste onbetaalde premievervaldag (zie ech- ter de punten 3.14.4 en 4.12.4). In de mate echter dat de aangeslotene een toekenning geniet in het kader van de dekking Premievrijstelling bij arbeidsonge- schiktheid afkomstig van de groepsverzekering, res- pectievelijk de individuele pensioentoezegging, wordt deze, bij gebrek aan een andere toegelaten keuze, prioritair aangewend ter verdere financiering van de risicodekkingen in hun laatst verzekerde toestand in het kader van de groepsverzekering, respectievelijk de individuele pensioentoezegging (eventueel geïn- dexeerd nominaal (minimum)bedrag, dekkings- en uitkeringsperiode, eigenrisicotermijn, enz., in voor- komend geval verder aangepast in functie van de gezinstoestand, maar zonder verdere aanpassingen in functie van de referentiebezoldiging, enz.) (zie ook punt 2.2.1.4.2 inzake de ‘endogene’ premievrijstelling voor de dekkingen Arbeidsongeschiktheidsrenten). Wijzigingen van de gezinstoestand die aanleiding ge- ven tot een wijziging van enige dekking worden recht- streeks door de aangeslotene schriftelijk meegedeeld aan de verzekeraar.
• De begunstigden van de dekkingen die in stand wor-
den gehouden blijven ongewijzigd.
• De (overblijvende) reserves worden aan de aangeslo- tene als pensioenkapitaal uitgekeerd indien hij in le- ven is op de (ongewijzigde) einddatum.
• De beleggingsvorm(en) blijft (blijven) ongewijzigd. Evenwel, met betrekking tot de niet-overgedragen overeenkomst(en) die gevormd werden onder werk- nemerstatuut, worden alle reserves die belegd waren in (een) beleggingsvorm(en) van tak 23 (zie de Beheers- reglementen), zonder kosten, automatisch over- geheveld naar de beleggingsvorm ‘basisinterestvoet plus winstdeling’ (switch van beleggingsvorm) of, in- dien de verzekeraar deze beleggingsvorm niet meer aanbiedt, in een gelijkaardige beleggingsvorm.
• De kosten- en tariefstructuur blijft ongewijzigd.
De aanzuivering door de verzekeringnemer van de groepsverzekering en/of van de individuele pensioen- toezegging van eventuele reservetekorten in het licht van de in de sociale wetgeving vastgelegde minimum-
rendementsgarantie, wordt aangewend voor de vorming van pensioenreserves in de niet-overgedragen bedrijfs- overeenkomst(en) afkomstig van de groepsverzekering, respectievelijk de individuele pensioentoezegging waar- voor het tekort werd vastgesteld. Die aanzuivering wordt, tenzij anders overeengekomen, belegd in de beleggings- vormen volgens de laatst in het kader van de voormelde groepsverzekering, respectievelijk individuele pensioen- toezegging voor premies toegepaste beleggingsregels. De bepalingen inzake de begunstigden in het kader van de groepsverzekering, respectievelijk de individuele pensioentoezegging blijven van toepassing op de niet- overgedragen overeenkomst(en), zij het dat de handteke- ning van de verzekeringnemer van de groepsverzekering, respectievelijk de individuele pensioentoezegging niet langer nodig is op het eventuele bijvoegsel van aanvaar- ding van de begunstiging.
Onverminderd de eventuele beperkingen die voortvloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reserves (zie punt 1.4.4.1), heeft de aangeslotene de mogelijkheid om de dekking Overlijdenskapitaal te laten aanpassen (onder voorbehoud van de aanvaardingscriteria van de verzeke- raar en binnen de perken van de aanwezige (vrije) reser- ves) en/of om te kiezen voor andere beleggingsvormen die de verzekeraar aanbiedt. De eventuele beperkingen (minima, maxima, …) waarin de Bijzondere Voorwaarden van de groepsverzekering en/of individuele pensioen- toezegging voorzien inzake beleggingsregels, alsook inzake het bedrag en de moduleringen van de dekking Overlijdenskapitaal zijn niet langer van toepassing op de niet-overgedragen overeenkomsten. De verzekeraar kan echter, met betrekking tot de niet-overgedragen over- eenkomst(en) die gevormd werden onder werknemers- statuut, weigeren in te gaan op ieder verzoek van de aan- geslotene om de dekking Overlijdenskapitaal en/of de beleggingsvormen te laten aanpassen indien de aange- slotene niet vooraf of tegelijkertijd een schriftelijk ver- zoek heeft gericht aan de verzekeraar om zijn verworven reserves over te hevelen naar de ‘onthaalstructuur’ in de zin van de sociale wetgeving betreffende de aanvullende pensioenen.
artikel 5.4
Uitputting van de reserves
Indien de verzekeraar om enige reden vaststelt dat de (vrije) reserves ontoereikend zijn om de nodige risico- premies voor de ‘supplementaire overlijdensdekking’ ver- der te onttrekken, wordt die dekking vervroegd beëindigd.
artikel 5.5
Overdracht naar andere pensioen- instelling
B 5-017-2010-09
Onverminderd de eventuele beperkingen die voortvloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reserves (zie punt 1.4.4.1), kan de aangeslotene die in het kader van de groepsverzekering, respectievelijk de individuele pen- sioentoezegging onder werknemerstatuut was aangeslo- ten, na zijn uitdiensttreding die aanleiding heeft gegeven
tot het verdere beheer van de betreffende bedrijfs- en persoonlijke overeenkomst(en) als niet-overgedragen overeenkomst(en), de reserves van de betreffende niet- overgedragen overeenkomst(en), alsook van de overge- dragen overeenkomst(en) die gevormd werden onder werknemersstatuut, overeenkomstig de toepasselijke wetgeving en zonder afkoopvergoeding afkopen onder de vorm van overdracht naar hetzij de pensioeninstelling van zijn nieuwe werkgever waar hij ook een pensioen- toezegging geniet, hetzij naar een zogeheten ‘gemeen- schappelijke kas’.
Onverminderd de eventuele beperkingen die voort- vloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reserves (zie punt 1.4.4.1), kan de aangeslotene die in het kader van de groepsverzekering, respectievelijk de individuele pensioentoezegging onder zelfstandigenstatuut was aan- gesloten, na zijn uitdiensttreding die aanleiding heeft gegeventot het verdere beheer van de betreffende bedrijfs- en persoonlijke overeenkomst(en) als niet-overgedragen overeenkomst(en), de reserves van de betreffende niet- overgedragen overeenkomst(en), alsook van de over- gedragen overeenkomsten die gevormd werden onder zelfstandigenstatuut, onder de met de verzekeraar over- een te komen voorwaarden afkopen onder de vorm van overdracht naar een andere pensioeninstelling.
De aangeslotene wordt bij zijn uitdiensttreding schrifte- lijk ingelicht over de diverse keuzemogelijkheden, de te volgen procedure en de eventueel na te leven termijnen om zijn keuze te formuleren. De aangeslotene stelt de verzekeraar rechtstreeks schriftelijk in kennis van zijn keuze.
artikel 5.6
Uitkering van de afkoopwaarde
Tenzij andersluidende dwingende bepaling, kan de aangeslotene de reserves van de overgedragen en/of niet-overgedragen overeenkomst(en) geheel of gedeel- telijk afkopen onder de vorm van uitkering van de afkoop- waarde. Als in het kader van de aanwending van de betref- fende overeenkomst(en) voor vastgoedfinanciering (zie punt 5.7) het recht van afkoop wordt overgedragen aan een derde, worden de modaliteiten ervan vastgelegd in de voorschotakte of het bijvoegsel van inpandgeving.
artikel 5.7
Vastgoedfinanciering
De aangeslotene kan de overgedragen en/of niet-over- gedragen overeenkomst(en) laten aanwenden als waar- borg voor vastgoedfinanciering, mits eerbiediging van de Belgische fiscale wetgeving ter zake. Die wetgeving stelt meer bepaald dat een voorschot en/of een inpand- geving (met inbegrip van een overdracht van rechten aan een derde) slechts mogen worden toegestaan om het de aangeslotene mogelijk te maken in de Europese Econo- mische Ruimte gelegen onroerende goederen die belast- bare inkomsten opbrengen te verwerven, te (ver)bouwen, te verbeteren of te herstellen. Bovendien moeten de voorschotten en leningen terugbetaald worden zodra de voormelde goederen uit het vermogen van de aangeslo- tene verdwijnen.
De aangeslotene kan de voorwaarden, begrenzingen en modaliteiten die hierbij gelden bij de verzekeraar opvragen. De aandacht wordt erop gevestigd dat de aanwending van de overgedragen en/of niet-overgedra- gen overeenkomst(en) voor vastgoedfinanciering voor gevolg kan hebben dat de reserves van de betreffende overeenkomst(en) door de aangeslotene niet kunnen overgedragen en/of afgekocht worden (zie de punten
5.5 en 5.6) en dat de mogelijkheid van de aangeslotene om de risicodekkingen en de beleggingsvormen te laten wijzigen wordt beperkt, of zelfs aanleiding kan geven tot een wijziging van risicodekkingen en beleggingsvormen door de verzekeraar.
artikel 5.8
Uitkering in lijfrente
Het pensioenkapitaal, de uitkering van de afkoopwaarde die toekomt aan de aangeslotene, alsook de kapitalen van de diverse dekkingen bij overlijden kunnen, na aanreke- ning van de eventuele wettelijk verplichte inhoudingen, kosten, vergoedingen en andere sommen die nog ver- schuldigd zouden zijn aan de verzekeraar of aan derden (zoals een pandhoudende schuldeiser), op schriftelijk verzoek van de begunstigde(n) worden omgezet in een levenslange lijfrente, maar slechts indien het jaarbedrag van de aanvangsrente voor de betrokken begunstigde hoger is dan het wettelijk vastgelegd drempelbedrag. Bij gebrek aan wettelijk drempelbedrag, geldt het drempel- bedrag zoals bepaald in de sociale wetgeving betreffen- de de aanvullende pensioenen voor aangeslotenen met werknemerstatuut. De verzekeraar zorgt voor de even- tuele wettelijk opgelegde kennisgevingen aan de betrok- kene(n) omtrent dit recht.
Onverminderd de toepassing van dwingende bepalin- gen ter zake, wordt het bedrag van de rente vastgelegd op basis van de (al dan niet gewaarborgde) tarieven die de verzekeraar ter zake hanteert op de datum waarop de rente ingaat, rekening houdend met een jaarlijkse indexatie met 2 % volgens een meetkundige reeks en, wat betreft het pensioenkapitaal of de uitkering van de afkoopwaarde die toekomt aan de aangeslotene, met een overdraagbaarheid van die rente. De overdraagbaarheid duidt erop dat bij het overlijden van de aangeslotene na de aanvangsdatum van de rente, die rente voor 80 % verder levenslang wordt uitgekeerd aan de partner van de aangeslotene (die al zijn partner was op de aanvangs- datum van de rente). Als partner wordt beschouwd:
B 5-017-2010-09
• voor de niet-overgedragenovereenkomsten: de partner zoals gedefinieerd in de Bijzondere Voorwaarden van de groepsverzekering, respectievelijk de individuele pen- sioentoezegging waarvan de niet-overgedragen over- eenkomsten afkomstig zijn
• voor de overgedragen overeenkomsten: de persoon met wie de aangeslotene gehuwd en niet van tafel en bed gescheiden is of, bij gebreke, de persoon met wie de aangeslotene ‘wettelijk samenwoont’ volgens de artikels 1475 en volgende van het burgerlijk wetboek of volgens een gelijkaardige buitenlandse wettelijke regeling
De verzekeraar keert de lijfrenten uit, na aanrekening van
de eventuele wettelijk verplichte inhoudingen, na ont- vangst van alle door hem gevraagde documenten en van een door de begunstigde (en de eventuele begunstigde van de overdraagbaarheid) volledig en correct ingevulde en ondertekende regelingskwijting.
Bij een verzoek tot omzetting van een kapitaal in een levenslange rente, zoals hiervoor aangegeven, heeft de verzekeraar echter het recht dit kapitaal over te dra- gen naar een andere pensioeninstelling die alle rente- verplichtingen op zich neemt, en dit met eerbiediging van de eventuele dwingende bepalingen ter zake. Bij derge- lijke overdracht is de verzekeraar bevrijd van iedere verplichting met betrekking tot de rente(-uitkering).
artikel 5.9
Persoonlijk Certificaat en jaarlijkse pensioenfiche
De verzekeraar brengt bij de inwerkingtreding en bij iedere wijziging van de niet-overgedragen en/of overge- dragen overeenkomst(en) een (geactualiseerd) Persoon- lijk Certificaat uit dat hij overmaakt aan de aangeslotene (het laatst uitgereikte certificaat vervangt telkens het vorige). Hiernaast brengt de verzekeraar ook jaarlijks een ‘pensioenfiche’ uit die hij overmaakt aan de aange- slotene, tenzij hij rentegenieter is. In geval van samen- voeging met een groepsverzekering en/of een individuele pensioentoezegging (zie punt 1.2), worden de gegevens van de overgedragen overeenkomst(en) echter geïnte- greerd in het Persoonlijk Certificaat en de pensioenfiches van die groepsverzekering en/of individuele pensioen- toezegging die rechtstreeks of via de verzekeringnemer ervan worden overgemaakt aan de aangeslotene. De aangeslotene wordt verondersteld volledig akkoord te gaan met de inhoud van zijn Persoonlijk Certificaat en pensioenfiches, tenzij hij binnen 30 dagen na aflevering ervan door de verzekeraar, aan deze laatste zijn schrifte- lijke opmerkingen overmaakt.
artikel 5.10
Toepasselijke wetgeving
De overgedragen en niet-overgedragen overeenkomsten zijn onderworpen aan de Belgische wetgeving inzake levens- en aanvullende verzekeringen in het algemeen en inzake overgedragen en niet-overgedragen overeenkom- sten (inclusief de ‘onthaalstructuur’) in het bijzonder.
VI Werking van de individuele voortzetting
artikel 6.1
Situering
Punt 6 heeft betrekking op de overeenkomst ‘indivi- duele voortzetting’ in de zin van artikel 33 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en de bijhorende fiscale bepalingen, waarvan de aangeslo- tene, tevens verzekeringnemer, het sociale werknemer- statuut heeft. Door de premiebetaling, die verricht wordt door de werkgever van de aangeslotene en waarvan de werkgever het bedrag (inclusief de eventuele taksen hierop) inhoudt op de bezoldiging van de aangeslotene, bevestigen de aangeslotene en diens werkgever dat alle wettelijke voorwaarden om het stelsel van de ‘individuele voortzetting’ te genieten, op het ogenblik van elke premie- betaling vervuld zijn. De verzekerde van alle dekkingen is de aangeslotene.
artikel 6.2
Inwerkingtreding en premiebetaling
De overeenkomst treedt in werking op de in het Persoon- lijk Certificaat vermelde datum. De betaaldatum van een premie is de valutadatum van die premie op de bank- rekening van de verzekeraar. De premiebetaling geschiedt rechtstreeks op de door de verzekeraar aangeduide bank- rekening met vermelding van de opgegeven referenties of via domiciliëring, naargelang van wat is overeengeko- men.
De premiebetaling is in de verhouding tussen de aan- geslotene (via diens werkgever) en de verzekeraar niet verplicht, tenzij de aangeslotene zich hiertoe door een andere verbintenis dan de overeenkomst zelf heeft ver- bonden. Eigen aan het stelsel van de individuele voort- zetting is evenwel dat indien en zolang de betreffende wettelijke voorwaarden vervuld zijn, de aangeslotene van zijn werkgever kan eisen dat die laatste de overeen- gekomen premiebedragen (binnen de wettelijke grens- bedragen) inhoudt op zijn bezoldiging en doorstort aan de verzekeraar. Daartoe maakt de aangeslotene elke premiefactuur over aan zijn werkgever.
artikel 6.3
Rechten van de aangeslotene Onverminderd de toepassing van wettelijke en conven- tionele beperkingen, zoals die welke voortvloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reserves (zie punt 1.4.4.1), kan de aangeslotene:
• de begunstigde(n) van de verzekeringsprestaties aan- duiden, herroepen en wijzigen
• een wijziging van beleggingsregels of een switch van beleggingsvorm laten doorvoeren
• de overeenkomst opzeggen of geheel of gedeeltelijk afkopen onder de vorm van uitkering van de afkoop- waarde
• een voorschot op de verzekerde prestaties verkrijgen, onder de hieronder vermelde beperkingen
• de rechten voortvloeiend uit de overeenkomst in pand geven of overdragen aan een derde, onder de hier- onder vermelde beperkingen
De aangeslotene kan de overeenkomst laten aanwenden als waarborg voor vastgoedfinanciering, mits eerbie- diging van de Belgische fiscale wetgeving ter zake. Die wetgeving stelt meer bepaald dat een voorschot en/of een inpandgeving (met inbegrip van een overdracht van rechten aan een derde) slechts mogen worden toege- staan om het de aangeslotene mogelijk te maken in de Europese Economische Ruimte gelegen onroerende goe- deren die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te (ver)bouwen, te verbeteren of te herstellen. Bovendien moeten de voorschotten en leningen terugbetaald wor- den zodra de voormelde goederen uit het vermogen van de aangeslotene verdwijnen. De aangeslotene kan de voorwaarden, begrenzingen en modaliteiten die hierbij gelden bij de verzekeraar opvragen. De aandacht wordt erop gevestigd dat de aanwending van de overeenkomst voor vastgoedfinanciering voor gevolg kan hebben dat de reserves van de overeenkomst door de aangeslotene niet kunnen afgekocht worden en dat de mogelijkheid van de aangeslotene om de risicodekkingen en de beleggings- vormen te laten wijzigen wordt beperkt, of zelfs aanlei- ding kan geven tot een wijziging van risicodekkingen en beleggingsvormen door de verzekeraar. Als in het kader van de aanwending van de overeenkomst voor vastgoed- financiering het recht van afkoop wordt overgedragen aan een derde, worden de modaliteiten ervan vastgelegd in de voorschotakte of het bijvoegsel van inpandgeving.
artikel 6.4
Aanvaarding van de begunstiging
Elke begunstigde kan de begunstiging van de dekkingen al vóór hun opeisbaarheid aanvaarden door middel van een door hem, de aangeslotene en de verzekeraar onder- tekend bijvoegsel aan het Persoonlijk Certificaat. De aanvaarding van de begunstiging heeft, tenzij in die geval- len waarin de wet herroeping toestaat, onder meer als gevolg dat de opzegging, de herroeping en wijziging van de begunstiging, de afkoop, de opname van een voorschot, de inpandgeving en de overdracht van rechten slechts mogelijk zijn mits de schriftelijke toestemming van de aanvaardende begunstigde.
artikel 6.5
Premiewanbetaling/uitputting van de reserves
Bij niet-betaling van de voorziene premies wordt de aan- geslotene uiterlijk 3 maanden na de eerste onbetaalde premievervaldag bij gewone brief verwittigd over de (gevolgen van de) niet-betaling.
B 5-017-2010-09
Bij gebrek aan andere toegelaten en door de verzekeraar schriftelijk bevestigde keuzes van de aangeslotene en onverminderd de eventuele beperkingen die voortvloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reserves (zie punt 1.4.4.1), worden vanaf de eerste onbetaalde premie- vervaldag, voor het behoud van de dekking Overlijdens- kapitaal in haar laatst verzekerde toestand (eventueel geïndexeerd nominaal (minimum)bedrag en dekkings- periode), de nodige risicopremies verder onttrokken aan
de (vrije) reserves van de (samengevoegde) overeen- komst(en) tot uitputting ervan. Na uitputting van die (vrije) reserves wordt de ‘supplementaire overlijdensdekking’ beëindigd, maar ten vroegste 30 dagen nadat de verze- keraar de aangeslotene hierover met een aangetekende brief heeft ingelicht. De dekking Overlijdenskapitaal bij ongeval en de dekkingen bij arbeidsongeschiktheid wor- den beëindigd 30 dagen nadat de verzekeraar de aange- slotene hierover met een aangetekende brief heeft inge- licht.
In de mate dat de aangeslotene een toekenning geniet in het kader van de dekking Premievrijstelling bij arbeids- ongeschiktheid, wordt die toekenning, tenzij anders over- eengekomen, prioritair aangewend ter verdere finan- ciering van de risicodekkingen in hun laatst verzekerde toestand (eventueel geïndexeerd nominaal (minimum) bedrag, dekkings- en uitkeringsperiode, eigenrisicoter- mijn, enz.) (zie ook punt 2.2.1.4.2 inzake de ‘endogene’ premievrijstelling voor de dekkingen Arbeidsongeschikt- heidsrenten).
Indien de verzekeraar om enige reden vaststelt dat de (vrije) reserves ontoereikend zijn om de nodige risico- premies voor de ‘supplementaire overlijdensdekking’ ver- der te onttrekken, kan hij die dekking vervroegd beëindi- gen. De vervroegde beëindiging heeft nochtans slechts ten vroegste uitwerking 30 dagen nadat de verzekeraar de aangeslotene hierover met een aangetekende brief heeft ingelicht.
artikel 6.6
Persoonlijk Certificaat en jaarlijkse pensioenfiche
B 5-017-2010-09
De verzekeraar brengt bij de inwerkingtreding en bij iedere wijziging van de overeenkomst ‘individuele voort-
zetting’ een (geactualiseerd) Persoonlijk Certificaat uit dat hij overmaakt aan de aangeslotene (het laatst uitge- reikte certificaat vervangt telkens het vorige). Hiernaast brengt de verzekeraar ook jaarlijks een ‘pensioenfiche’ uit die hij overmaakt aan de aangeslotene. In geval van samenvoeging met een groepsverzekering en/of een in- dividuele pensioentoezegging (zie punt 1.2), worden de gegevens van de overeenkomst ‘individuele voortzetting’ echter geïntegreerd in het Persoonlijk Certificaat en de pensioenfiches van die groepsverzekering en/of indivi- duele pensioentoezegging die rechtstreeks of via de ver- zekeringnemer van laatstgenoemde worden overgemaakt aan de aangeslotene (die tevens verzekeringnemer is van de overeenkomst ‘individuele voortzetting’). De aange- slotene wordt verondersteld volledig akkoord te gaan met de inhoud van zijn Persoonlijk Certificaat en pensioen- fiches, tenzij hij binnen 30 dagen na aflevering ervan door de verzekeraar, aan deze laatste zijn schriftelijke opmerkingen overmaakt.
artikel 6.7
Toepasselijke wetgeving
De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wet- geving inzake individuele levens- en aanvullende verze- keringen in het algemeen en, wat betreft de dekking(en) bij overlijden en de dekking Pensioenkapitaal (tenzij anders zou blijken uit administratieve richtlijnen), in- zake het stelsel van de ‘individuele voortzetting’ in het bijzonder (eventuele andere dekkingen vallen niet onder de voormelde wetgeving inzake de ‘individuele voort- zetting’). Indien de aangeslotene buiten België is ge- vestigd, dan wordt, indien de wet het zo toelaat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgische recht inzake individuele levens- en aanvullen- de verzekeringen.
VII
Werking van het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen
artikel 7.1
Punt 7 heeft
Situering
betrekking op de overeenkomsten ‘vrij
• de begunstigde(n) van de verzekeringsprestaties aan- duiden, herroepen en wijzigen
aanvullend pensioen voor zelfstandigen’ (ook ‘VAPZ-
overeenkomst’ genoemd) in de zin van afdeling 4 van de Programmawet (I) van 24 december 2002 en de bijhoren- de uitvoeringsbesluiten, waarvan de aangeslotene, tevens verzekeringnemer, het sociaal statuut van zelfstandige heeft. De verzekerde van alle dekkingen is de aange- slotene.
artikel 7.2
Inwerkingtreding en premiebetaling
De overeenkomst treedt in werking op de in het Persoon- lijk Certificaat vermelde datum. De betaaldatum van een premie is de valutadatum van die premie op de bank- rekening van de verzekeraar. De premiebetaling geschiedt rechtstreeks op de door de verzekeraar aangeduide bank- rekening met vermelding van de opgegeven referenties of via domiciliëring, naargelang van wat is overeengeko- men. De premiebetaling is niet verplicht, tenzij de aan- geslotene zich hiertoe door een andere verbintenis dan de overeenkomst zelf (zoals een lening of een krediet) heeft verbonden.
Door de premiebetaling bevestigt de aangeslotene dat hij in aanmerking komt voor het voormelde stelsel van het ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’. Het gezamenlijk premiebedrag op jaarbasis voor de dekkin- gen Overlijdenskapitaal, Overlijdenskapitaal bij ongeval en Pensioenkapitaal wordt in het Persoonlijk Certificaat uitgedrukt als een percentage van het door de aange- slotene opgegeven beroepsinkomen, zoals gedefinieerd in de voormelde wetgeving, rekening houdend met de aldaar voorziene drempels en begrenzingen. Het premie- bedrag op jaarbasis bedraagt steeds minimaal € 100,00. De aangeslotene deelt zodra hij hiervan kennis heeft, maar uiterlijk in de loop van de maand maart van elk jaar, het voormelde nieuwe beroepsinkomen voor het lopende kalenderjaar schriftelijk mee aan de verzekeraar. Bij ge- brek aan deze mededeling veronderstelt de verzekeraar dat het beroepsinkomen gestegen is volgens de gezond- heidsindex der consumptieprijzen of, als de premie voor het voorgaande jaar gelijk was aan de maximumpremie in het stelsel van het ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstan- digen’, dat het beroepsinkomen voor het daaropvolgende jaar voldoende is (gestegen) om de nieuwe maximum- premie voor dat jaar te rechtvaardigen. De aangeslotene draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle gevolgen van de laattijdige, onvolledige of onjuiste mededeling van de nodige gegevens aan de verzekeraar.
artikel 7.3
B 5-017-2010-09
Rechten van de aangeslotene Onverminderd de toepassing van wettelijke en conven- tionele beperkingen, zoals die welke voortvloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reserves (zie punt 1.4.4.1), kan de aangeslotene:
• een wijziging van beleggingsregels of een switch van
beleggingsvorm laten doorvoeren (als een wijziging van beleggingsregels of een switch van beleggingsvorm betrekking heeft op (een) beleggingsvorm(en) van tak 23 (zie de Beheerreglementen), is hiervoor echter de uitdrukkelijke toestemming van de verzekeraar nodig)
• de overeenkomst opzeggen of geheel of gedeeltelijk afkopen onder de vorm van hetzij uitkering van de afkoopwaarde vanaf de leeftijd van 60 jaar of vanaf de eerdere pensionering, hetzij overdracht van de reserves naar een andere verzekeringsmaatschappij of toegelaten pensioeninstelling waar hij een VAPZ- overeenkomst heeft afgesloten
• een voorschot op de verzekerde prestaties verkrijgen, onder de hieronder vermelde beperkingen
• de rechten voortvloeiend uit de overeenkomst in pand geven of overdragen aan een derde, onder de hier- onder vermelde beperkingen
De aangeslotene kan de overeenkomst laten aanwen- den als waarborg voor vastgoedfinanciering, mits eer- biedi-ging van de voormelde wetgeving ter zake. Die wetgeving stelt meer bepaald dat een voorschot en/of een inpandgeving (met inbegrip van een overdracht van rechten aan een derde) slechts mogen worden toege- staan om het de aangeslotene mogelijk te maken in de Europese Unie gelegen onroerende goederen die belast- bare inkomsten opbrengen te verwerven, te (ver)bouwen, te verbeteren of te herstellen. Bovendien moeten de voorschotten en leningen terugbetaald worden zodra de voormelde goederen uit het vermogen van de aangeslo- tene verdwijnen. De aangeslotene kan de voorwaarden, begrenzingen en modaliteiten die hierbij gelden bij de verzekeraar opvragen. De aandacht wordt erop gevestigd dat de aanwending van de overeenkomst voor vastgoed- financiering voor gevolg kan hebben dat de reserves van de overeenkomst door de aangeslotene niet kunnen afgekocht worden en dat de mogelijkheid van de aange- slotene om de risicodekkingen en de beleggingsvormen te laten wijzigen wordt beperkt, of zelfs aanleiding kan geven tot een wijziging van risicodekkingen en beleg- gingsvormen door de verzekeraar. Als in het kader van de aanwending van de overeenkomst voor vastgoed- financiering het recht van afkoop wordt overgedragen aan een derde, worden de modaliteiten ervan vastgelegd in de voorschotakte of het bijvoegsel van inpandgeving.
Bij aanvraag tot interne voortzetting van de arbeidson-
geschiktheidsdekking zal de voor deze waarborg door de verzekeraar aangelegde vergrijzingsreserve in rekening worden gebracht bij de bepaling van de premie voor de nieuwe dekking bij arbeidsongeschiktheid.
artikel 7.4
Aanvaarding van de begunstiging
Elke begunstigde kan de begunstiging van de dekkingen al vóór hun opeisbaarheid aanvaarden door middel van een door hem, de aangeslotene en de verzekeraar onder- tekend bijvoegsel aan het Persoonlijk Certificaat. De aan- vaarding van de begunstiging heeft, tenzij in die gevallen waarin de wet herroeping toestaat, onder meer als ge- volg dat de opzegging, de herroeping en wijziging van de begunstiging, de afkoop, de opname van een voorschot, de inpandgeving en de overdracht van rechten slechts mogelijk zijn mits de schriftelijke toestemming van de aanvaardende begunstigde.
artikel 7.5
Premiewanbetaling/uitputting van de reserves
Bij gebrek aan andere toegelaten en door de verzekeraar schriftelijk bevestigde keuzes van de aangeslotene en onverminderd de eventuele beperkingen die voortvloeien uit de aanwezigheid van geblokkeerde reserves (zie punt 1.4.4.1), worden vanaf de eerste onbetaalde premieverval- dag, voor het behoud van de dekking Overlijdenskapitaal in haar laatst verzekerde toestand (eventueel geïndexeerd nominaal (minimum)bedrag en dekkingsperiode), de no- dige risicopremies verder onttrokken aan de (vrije) reser- ves van de (samengevoegde) overeenkomst(en) tot uit-pu- tting ervan. Na uitputting van die (vrije) reserves wordt de ‘supplementaire overlijdensdekking’ beëindigd, maar ten vroegste 30 dagen nadat de verzekeraar de aangeslotene hierover met een aangetekende brief heeft ingelicht. De dekking Overlijdenskapitaal bij ongeval en de dekkingen bij arbeidsongeschiktheid worden beëindigd 30 dagen nadat de verzekeraar de aangeslotene hierover met een aangetekende brief heeft ingelicht.
In de mate dat de aangeslotene een toekenning geniet in het kader van de dekking ‘Premievrijstelling bij arbeids- ongeschiktheid, wordt die toekenning, tenzij anders over- eengekomen, prioritair aangewend ter verdere finan- ciering van de risicodekkingen in hun laatst verzekerde toestand (eventueel geïndexeerd nominaal (minimum) bedrag, dekkings- en uitkeringsperiode, eigenrisicoter- mijn, enz.) (zie ook punt 2.2.1.4.2 inzake de ‘endogene’ premievrijstelling voor de dekkingen Arbeidsongeschikt- heidsrenten).
Indien de verzekeraar om enige reden vaststelt dat de (vrije) reserves ontoereikend zijn om de nodige risico-pre- mies voor de ‘supplementaire overlijdensdekking’ verder te onttrekken, kan hij die dekking vervroegd beëindigen. De vervroegde beëindiging heeft nochtans slechts ten vroegste uitwerking 30 dagen nadat de verzekeraar de aangeslotene hierover met een aangetekende brief heeft ingelicht.
artikel 7.6
Uitkering in lijfrente
Het pensioenkapitaal, de uitkering van de afkoopwaarde die toekomt aan de aangeslotene, alsook het overlijdens- kapitaal en het overlijdenskapitaal bij ongeval kunnen, na aanrekening van de eventuele wettelijk verplichte in-
houdingen, kosten, vergoedingen en andere sommen die nog verschuldigd zouden zijn aan de verzekeraar of aan derden (zoals een pandhoudende schuldeiser), op schrif- telijk verzoek van de begunstigde(n) worden omgezet in een levenslange lijfrente, maar slechts indien het jaar- bedrag van de aanvangsrente voor de betrokken begun- stigde hoger is dan het wettelijk vastgelegd drempel- bedrag.
Onverminderd de toepassing van dwingende bepalin- gen ter zake, wordt het bedrag van de rente vastgelegd op basis van de (al dan niet gewaarborgde) tarieven die de verzekeraar ter zake hanteert op de datum waarop de rente ingaat, rekening houdend met een jaarlijkse indexatie met 2 % volgens een meetkundige reeks en, wat betreft het pensioenkapitaal of de uitkering van de afkoopwaarde die toekomt aan de aangeslotene, met een overdraagbaarheid van die rente. De overdraagbaarheid duidt erop dat bij het overlijden van de aangeslotene na de aanvangsdatum van de rente, die rente voor 80 % verder levenslang wordt uitgekeerd aan de partner van de aangeslotene (die al zijn partner was op de aanvangs- datum van de rente). Als partner wordt beschouwd, de persoon met wie de aangeslotene gehuwd en niet van tafel en bed gescheiden is of, bij gebreke, de persoon met wie de aangeslotene ‘wettelijk samenwoont’ volgens de artikels 1475 en volgende van het burgerlijk wetboek of volgens een gelijkaardige buitenlandse wettelijke regeling.
De verzekeraar keert de lijfrenten, na aanrekening van de eventuele wettelijk verplichte inhoudingen, uit na ont- vangst van alle door hem gevraagde documenten en van een door de begunstigde (en de eventuele begunstigde van de overdraagbaarheid) volledig en correct ingevulde en ondertekende regelingskwijting.
Bij een verzoek tot omzetting van een kapitaal in een levenslange rente, zoals hiervoor aangegeven, heeft de verzekeraar echter het recht dit kapitaal over te dragen naar een andere pensioeninstelling die alle rente- verplichtingen op zich neemt, en dit met eerbiediging van de eventuele dwingende bepalingen ter zake. Bij derge- lijke overdracht is de verzekeraar bevrijd van iedere verplichting met betrekking tot de rente(-uitkering).
artikel 7.7
Persoonlijk Certificaat en jaarlijkse pensioenfiche
B 5-017-2010-09
De verzekeraar brengt bij de inwerkingtreding en bij iedere wijziging van de VAPZ-overeenkomst een (geactua- liseerd) Persoonlijk Certificaat uit dat hij overmaakt aan de aangeslotene (het laatst uitgereikte certificaat vervangt telkens het vorige). Hiernaast brengt de ver- zekeraar ook jaarlijks een ‘pensioenfiche’ uit die hij overmaakt aan de aangeslotene, tenzij hij rentegenieter is. In geval van samenvoeging met een groepsverzekering en/of een individuele pensioentoezegging (zie punt 1.2), worden de gegevens van de VAPZ-overeenkomst echter geïntegreerd in het Persoonlijk Certificaat en de pen- sioenfiches van die groepsverzekering en/of individuele
pensioentoezegging die rechtstreeks of via de verzeke- ringnemer van laatstgenoemde worden overgemaakt aan de aangeslotene (die tevens verzekeringnemer is van de VAPZ-overeenkomst). De aangeslotene wordt veronder- steld volledig akkoord te gaan met de inhoud van zijn Persoonlijk Certificaat en pensioenfiches, tenzij hij bin- nen 30 dagen na aflevering ervan door de verzekeraar, aan deze laatste zijn schriftelijke opmerkingen over- maakt.
artikel 7.8
Toepasselijke wetgeving
De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving inzake individuele levens- en aanvullende verzekeringen in het algemeen en, wat betreft de dekkin- gen Overlijdenskapitaal, Overlijdenskapitaal bij ongeval’ en Pensioenkapitaal, inzake het stelsel van het ‘vrij aan- vullend pensioen voor zelfstandigen’ in het bijzonder (eventuele andere dekkingen vallen niet onder de voor- melde wetgeving inzake het ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’). Indien de aangeslotene buiten Bel- gië gevestigd is, dan wordt, indien de wet het zo toelaat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht inzake individuele levens- en aan- vullende verzekeringen.
artikel 7.9
Sociale overeenkomst ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’
Indien een ‘Solidariteitsstelsel’ als bedoeld in artikel 46 van de Programmawet (I) van 24 december 2002 verbon- den is aan de VAPZ-overeenkomst, is er sprake van een ‘sociale’ VAPZ-overeenkomst. Het feit dat het om een sociale VAPZ-overeenkomst gaat, blijkt uit de vermelding op het Persoonlijk Certificaat dat de overeenkomst is gesloten in toepassing van voormeld artikel. De inrichter van het Solidariteitsstelsel is de verzekeraar.
De werking van het Solidariteitsstelsel en de aard en de draagwijdte van de hierin vervatte solidariteitsprestaties zijn vastgelegd in het ‘Solidariteitsreglement’ (waarvan de tekst op eenvoudig verzoek aan de aangeslotene wordt verstrekt) en de bijhorende bepalingen van het Persoon- lijk Certificaat.
Bij een sociale VAPZ-overeenkomst omvat het voormelde premiebedrag op jaarbasis, uitgedrukt als een percen- tage van het door de aangeslotene opgegeven beroeps- inkomen, de bijdrage voor de solidariteitsprestaties ver- vat in het Solidariteitsstelsel. Deze ‘solidariteitsbijdrage’ bedraagt 10 % van het voormelde premiebedrag op jaar- basis en wordt in principe op 31 december van elk jaar onttrokken aan de pensioenreserves (zie het Solidari- teitsreglement voor verdere preciseringen). Het premie- bedrag op jaarbasis, dat zoals hiervoor aangegeven de solidariteitsbijdrage omvat, bedraagt steeds minimaal
€ 111,11, wat, na onttrekking van de solidariteitsbijdrage van 10 %, overeenstemt met het minimumbedrag van
€ 100,00 dat bestemd is voor de dekkingen Overlijdens- kapitaal, Overlijdenskapitaal bij ongeval en/of Pensioen- kapitaal (zie punt 7.2).
Indien voor een sociale VAPZ-overeenkomst de dekking Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid toepasse- lijk is, stemt de term ‘TP’ ter bepaling van het verzekerd bedrag van die dekking (zie punt 2.2.1.4.2), wat betreft de VAPZ-overeenkomst, overeen met 90 % van het voor- melde premiebedrag op jaarbasis.
B 5-017-2010-09
Tenzij anders is aangegeven, zijn de bepalingen van deze Algemene Voorwaarden niet van toepassing op het Soli- dariteitsstelsel. Als een sociale VAPZ-overeenkomst wordt samengevoegd met een of meerdere andere over- eenkomsten (zie punt 1.2), heeft deze samenvoeging nooit betrekking op het Solidariteitsstelsel.
Diverse bepalingen VIII
artikel 8.1
Juridische aard van de dekkingen
De dekking Overlijdenskapitaal vormt samen met de be- treffende (samengevoegde) overeenkomst(en) de hoofd- overeenkomst. Alle andere dekkingen zijn aanvullende verzekeringen ten opzichte van de hoofdovereenkomst. Dit houdt onder meer het volgende in:
• De verzekeringnemer - in het kader van de overgedra- gen en niet-overgedragen overeenkomsten, de aange- slotene - heeft, in zijn verhouding met de verzekeraar, het recht om op elk moment en onafhankelijk van het verloop van de hoofdovereenkomst, de aanvullende verzekeringen te beëindigen.
• De bepalingen van de Algemene Voorwaarden betref- fende de hoofdovereenkomst gelden ook voor de aan- vullendeverzekeringen, tenzijhiervanwordtafgeweken of tenzij uit het zinsverband blijkt dat zij enkel betrek- king hebben op de hoofdovereenkomst.
• De opzegging of de volledige afkoop van de hoofdover- eenkomst brengen van rechtswege de beëindiging van de aanvullende verzekeringen mee.
• De stopzetting van de premiebetaling voor de hoofd- overeenkomst impliceert van rechtswege de stopzet- ting van de premiebetaling voor de aanvullende verze- keringen.
• De aanvullende verzekeringen hebben noch afkoop- waarde, noch reductie- of omzettingswaarde.
artikel 8.2
Wederinwerkingstelling
Als de premiebetaling voor een overeenkomst wordt beëindigd, kan de verzekeringnemer - in het kader van de overgedragen en niet-overgedragen overeenkomsten, de aangeslotene - ze op schriftelijk verzoek binnen 3 jaar opnieuw in werking laten stellen. Dit geldt, tenzij voor die overeenkomsten waarop de wettelijke bepalingen in- zake wederinwerkingstelling niet van toepassing zijn, ook bij afkoop, in welk geval de termijn wordt herleid tot 3 maanden en de afgekochte reserves bovendien (zon- der nieuwe instapkosten) moeten worden teruggestort aan de verzekeraar. De verzekeraar stelt de wederinwer- kingstelling van de risicodekkingen afhankelijk van zijn aanvaardingscriteria (zie punt 2.3.2). De wederinwerking- stelling gaat in op de datum vermeld op het nieuw uit- gegeven Persoonlijk Certificaat.
artikel 8.3
Uitkeringen
De verzekeraar mag iedere uitkering (ook bij opzegging, afkoop en voorschot) afhankelijk stellen van de voor- legging van de door hem nodig geachte documenten. De verzekeraar keert de verschuldigde sommen uit, na aanrekening van de eventuele wettelijk verplichte inhou- dingen, kosten, vergoedingen en andere sommen die nog verschuldigd zouden zijn aan de verzekeraar of aan derden (zoals een pandhoudende schuldeiser), binnen 30 dagen na ontvangst van de gevraagde documenten en, indien zo gevraagd, van een volledig en correct inge- vulde en ondertekende regelingskwijting.
Indien een uitkering verschuldigd is aan meerdere perso- nen, kan de verzekeraar eisen dat door de betrokkenen een persoon van voldoende gewaarmerkte volmachten wordt voorzien om namens hen de uitkering gezamenlijk in ontvangst te nemen.
De verzekeraar kan niet verplicht worden om enige uit- kering bij overlijden te doen aan enige begunstigde die het overlijden van de (een) verzekerde opzettelijk veroor- zaakt of ertoe aangespoord heeft. De verzekeraar kan in dit geval handelen alsof deze persoon geen begunstigde is.
De verzekeraar vergoedt geen interest voor een ver- traging in enige uitkering ingevolge een omstandigheid onafhankelijk van zijn wil.
artikel 8.4
Briefwisseling en bewijs
Tenzij uit de voorgaande bepalingen of dwingende be- palingen anders zou blijken, kan elke kennisgeving van een partij aan de andere gebeuren per gewone brief. De verzekeraar kan, zonder evenwel hiertoe verplicht te zijn, ook andere kennisgevingsvormen (fax, e-mail, …) als geldig beschouwen.
Elke kennisgeving en briefwisseling tussen partijen ge- schiedt geldig op hun laatste onderling meegedeeld (correspondentie)adres. De verzending van een aangete- kende brief wordt bewezen door de voorlegging van het ontvangstbewijs van de post. Het bestaan en de inhoud van enig document en enige briefwisseling worden bewe- zen door de voorlegging van het origineel, of, bij gebrek hieraan, van het afschrift ervan in de dossiers van de ver- zekeraar.
artikel 8.5
Wijziging van de Algemene Voorwaarden
De verzekeraar kan om gegronde redenen (bijvoorbeeld in het kader van een wijziging van de wetgeving), reke- ning houdend met eventuele dwingende beperkingen in dit verband, binnen de perken van de goede trouw en zonder afbreuk te doen aan de wezenlijke kenmerken van de overeenkomst(en), de Algemene Voorwaarden wijzigen. De verzekeraar licht de verzekeringnemer - in het kader van de overgedragen en niet-overgedragen overeenkomsten, de aangeslotene - hierover schriftelijk in, met vermelding van de aard en de redenen van de aangebrachte wijzigingen, alsook van de datum waarop de nieuwe Algemene Voorwaarden ingaan.
artikel 8.6
Ongeldige clausules
B 5-017-2010-09
Een clausule die eventueel in strijd zou zijn met een dwingende bepaling tast de geldigheid van de overeen- komst(en) niet aan. De clausule wordt dan vervangen door de miskende dwingende bepaling en zal geacht wor- den vanaf het afsluiten van de overeenkomst(en) in over- eenstemming met die dwingende bepaling te zijn opge- steld.
artikel 8.7
Toepasselijk belastingregime
Wat betreft het toepasselijke belastingregime wordt ver- wezen naar de belastingfiche die vóór het afsluiten van de overeenkomst(en) aan de verzekeringnemer werd bezorgd. Voor nadere inlichtingen omtrent het toepasse- lijk belastingregime kunnen de betrokkenen zich wenden tot de verzekeraar. De verzekeraar kan echter op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld indien bepaal- de verwachte belastingvoordelen niet zouden (kunnen) genoten worden of indien op de overeenkomst(en) een (para)fiscale druk zou rusten die niet verwacht werd.
De verzekeringnemer en de verzekeraar behouden zich het recht voor om de aanwending van de premies voor de vorming van pensioenreserves en/of de onttrekking of de afhouding van risicopremies te beperken indien fiscale begrenzingen zouden overschreden worden.
artikel 8.8
Bescherming van de persoonlijke levenssfeer
Nateus Life nv verwerkt de door verzekeringnemer en verzekerde meegedeelde persoonsgegevens overeen- komstig de bepalingen van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten op- zichte van de verwerking van persoonsgegevens en haar uitvoeringsbesluiten.
De verantwoordelijke voor de verwerking van de per- soonsgegevens is Nateus Life nv, Frankrijklei 79 in 0000 Xxxxxxxxx.
Nateus Life nv verwerkt die persoonsgegevens voor vol- gende doeleinden:
• het aanbieden van een volledige dienstverlening in verzekeringen, dit is de evaluatie en aanvaarding van het risico, het afsluiten van de verzekeringsovereen- komst, het beheer en de verdere opvolging ervan, het beheer en afhandelen van schadegevallen en het opmaken van statistieken
• naar aanleiding van controlewerkzaamheden, met name bij onderzoek en opsporing van frauduleuze praktijken en onregelmatigheden
• voor zover de betrokkene zich hiertegen niet uitdruk- kelijk heeft verzet, voor marketingdoeleinden
De persoonsgegevens kunnen tevens voor deze doel- einden worden meegedeeld aan derden met wie Xxxxxx Life nv contractueel of via haar aandeelhouders- structuur verbonden is en waarvan op verzoek een lijst kan worden bekomen. Deze personen zijn contractueel onderworpen aan een speciale geheimhoudingsplicht.
Nateus Life nv heeft het recht de persoonsgegevens die relevant zijn voor de beoordeling van de risico’s en het beheer van de contracten en schadegevallen, mee te delen aan Datassur ESV, de Meeûsplantsoen 29 in 0000 Xxxxxxx.
De verzekerde geeft uitdrukkelijk de toestemming aan Xxxxxx Life nv om voor dezelfde doeleinden, persoons- gegevens in verband met zijn gezondheid te verwerken. Hij gaat er eveneens mee akkoord de persoonsgegevens in verband met zijn gezondheid te laten behandelen, buiten de verantwoordelijkheid van een professionele gezondheidsberoepsbeoefenaar, door personen die deze gegevens nodig hebben in de functie die ze uitoefenen. Deze personen zijn onderworpen aan een speciale ver- trouwelijkheidsverplichting.
De verzekerde geeft uitdrukkelijk de toestemming aan zijn behandelende artsen en aan alle andere personen die door Xxxxxx Life nv ondervraagd worden, om alle inlichtingen in verband met zijn gezondheidstoestand, nodig voor het afsluiten, het beheer of de uitvoering van zijn verzekeringscontract, met inbegrip van een verkla- ring over zijn doodsoorzaak, te verstrekken aan de advi- serende geneesheer van Nateus Life nv.
Verzekeringnemer en verzekerde hebben steeds het recht tot inzage en tot verbetering van hun persoons- gegevens. Hiertoe richten zij een gedateerd en onder- tekend verzoek, samen met een kopie van hun identi- teitskaart, aan de verantwoordelijke voor de verwerking (Nateus Life nv, Datassur ESV,…).
Voor bijkomende inlichtingen kan men zich wenden tot de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in Brussel.
artikel 8.9
Klachten en geschillen
De verzekeringsmakelaar kan de verzekeringnemer en de verzekerde inlichten over het contract en de prestaties die eruit voortvloeien, en zal hem bij de uitvoering van het contract steeds terzijde staan.
Daarnaast kan de verzekeringnemer of de verzekerde steeds contact opnemen met Ombudsman van de verzekeraar:
Ombudsman Xxxxxx Life Frankrijklei 79 – 0000 Xxxxxxxxx
Tel. 00 000 00 00 - Fax 00 000 00 00
De verzekeringnemer of de verzekerde kan natuurlijk ook terecht bij de Ombudsdienst van de Verzekeringen:
Ombudsdienst van de Verzekeringen de Meeûsplantsoen 35 - 1000 Brussel
Tel. 00 000 00 00 - Fax 00 000 00 00
B 5-017-2010-09
Het indienen van een klacht doet geen afbreuk aan de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure aan te spannen. Bij betwisting wordt het geschil beslecht door de Belgische rechtbanken.
B 5-017-2010-09
Betwistingen over medische aangelegenheden kunnen ook, mits de partijen hierover ten vroegste op het ogen- blik dat het geschil ontstaat uitdrukkelijk en schrifte- lijk akkoord gaan, beslecht worden in een minnelijke medische expertise (arbitrage), waarbij de partijen elk een eigen geneesheer aanstellen. Indien er geen akkoord is tussen de geneesheren, wordt door hen of, bij gebrek aan overeenstemming, door de Voorzitter van de bevoeg- de Rechtbank van Eerste Aanleg een ‘derde’ geneesheer
aangesteld. Het aldus gevormde college beslist bij meer- derheid van stemmen en de beslissing is onherroepelijk. Op straffe van nietigheid van hun beslissing mogen de geneesheren echter niet afwijken van de bepalingen van de Algemene Voorwaarden. Elke partij betaalt de hono- raria van de door haar aangestelde geneesheer. De hono- raria van de eventuele ‘derde’ geneesheer worden door de partijen in gelijke delen gedragen.