VERSLAG VAN DE OVERLEGVERGADERING
12/05/2022
VERSLAG VAN DE OVERLEGVERGADERING
FAVV – Beroepsorganisaties van zelfstandigen belast met opdrachten van het FAVV (BOP)
Aanwezig:
Xxx Xxxxxxxx (JDL), DG Controle, Directeur-generaal Xxxxxxx Xxxxx (VHO), DG Controle, Regionaal Directeur FR
Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx (LVE), LCE-hoofd OVB en voorzitter van de werkgroep 'Beheer van de BMO's'
Xxxxxxx Xx Xxxxx (EDK), DG Controle, NICE, inspecteur Xxxxx Xxxxxxxx (DJS), DG Controle, NICE, inspecteur Xxxx Xxxxxxxxxx, afgevaardigde XxXx
Xxxxx Xxxxxxx, afgevaardigde XxXx Xxxxxx Xxxxxxxx, afgevaardigde UPV Xxxxxx Xxxxxxxx, afgevaardigde UPV Xxxx Xxxxxxx, voorzitter NGROD
Xxxx-Xxx Xxxxxxxx, voorzitter XXXXXX Xxxxxx Xxxxx, ondervoorzitter CRFOMV
Op hun verzoek zullen de beroepsorganisaties van de BMO's - de VeDa en de UPV - in dit verslag worden aangeduid als BOP (= Beroepsorganisaties voor de BMO’s / Organisations Professionnelles des CDM).
Deze overlegvergadering verloopt tegelijkertijd in de vorm van een fysieke vergadering in het
FSC als via TEAMS.
Afwezig / Verontschuldigd:
Xxxx-Xxxxxxxx Xxxxxxx (JFH), DG Controlebeleid, Directeur-generaal Xxxx Xxxxxx (EVK), DG Controle, Adviseur-generaal
Xxxxxx Xxxxxxx (STS), DG Controle, Regionaal Directeur a.i. NL Xxxx Xxxxx, afgevaardigde VeDa
Dagorde
1) Goedkeuring van de dagorde
2) Stand van zaken van de actiepunten
3) Financiële en budgettaire aangelegenheden: aanpassing van de honoraria
4) WG Beheer van de BMO’s
5) Punten van de vertegenwoordigers van de BOP
6) Varia:
- Stand van zaken betreffende de oproepen tot kandidaturen voor BMO dierenartsen en BMO niet-dierenartsen
- Brexit
- Keuring
De vergadering begint om 9u35 onder het voorzitterschap van Xxx Xxxxxxxx. De vergadering wordt om 12u33 beëindigd.
2016/1079/CONT/F/V01 1/08/2016
1/ 17
1. Goedkeuring van de dagorde | JDL verwelkomt eerst alle deelnemers en overloopt vervolgens de verschillende punten die zijn opgenomen in de dagorde. De BOP zijn akkoord met deze dagorde. De BOP (Xxxxx Xxxxxxx) voegen toe dat ze nog enkele extra punten zouden willen aankaarten op het einde van de vergadering. | ||
2. Stand van zaken van de actiepunten | VHO overloopt de verschillende actiepunten die werden vastgelegd naar aanleiding van de vorige vergadering van 09/11/21. Wat het FAVV betreft, werd het volgende actiepunt vastgesteld: 1. Het FAVV houdt de BOP op de hoogte van de voortgang van het project betreffende de verhoging van de honoraria van de BMO’s. VHO legt uit dat de BOP tijdig alle relevante informatie hebben ontvangen en bovendien werden betrokken bij de besprekingen over de voorgestelde verhoging van de honoraria van de BMO’s. Voor de BOP waren de actiepunten de volgende: A) De BOP bezorgen het eindwerk van Xxxxxx Xxxxxxxx ter informatie De BOP hebben het eindwerk ingediend bij het FAVV en dit op 22/01/22 B) De BOP delen hun ideeën voor een nieuwe keuringsmethode. De BOP hebben met name hun ideeën gedeeld in het kader van de WG Xxxxxxx die werd opgericht in samenwerking met de beroepsorganisaties en de sectororganisaties. C) De BOP sturen het Agentschap de e-mail door waarin ze het probleem toelichten dat werd vastgesteld bij het nemen van monsters in de slachthuizen en de vismijnen. De BOP hebben de e-mail doorgestuurd (13/01/22). Het Agentschap heeft van zijn kant contact opgenomen met het betrokken LCE-hoofd, dat alle nodige uitleg heeft gegeven over het ondervonden probleem. | ||
3. Financiële en budgettaire aangelegenheden | EDK herinnert eraan dat het FAVV elk jaar in mei aan de BOP de voorlopige aanpassing van de honoraria voor het volgende jaar voorlegt op basis van het voorlopige groeipercentage van de gezondheidsindex van oktober van het lopende jaar. Zoals reeds herhaaldelijk werd aangekondigd, zullen de honoraria die werden vastgesteld op 1 januari 2022 dit jaar, bovenop de jaarlijkse indexering, echter worden verhoogd met 8%. Als we |
dus rekening houden met het verwachte groeipercentage van de gezondheidsindex van oktober 2022, die 7,68% bedraagt en de verhoging van 8%, dan brengt dit ons op voorlopige honoraria voor 2023 van €55,64 exclusief BTW (= €48,10 * (1+ 0.0768+0.08). Wat betreft de voorlopige toeslag die wordt toegekend door het 24u TRACES-certificaat in 2023, die enkel onderhevig is aan de jaarlijkse indexering, is het bedrag €13,07 Exclusief BTW (= €12,14* 1,0768). De BOP zijn het eens met de berekeningen en vragen zich af hoe het zit met de kilometervergoeding. XXX antwoordt dat de indexering van de kilometervergoeding, zoals elk jaar, in juli van het lopende jaar wordt uitgevoerd. | |||
4. WG Xxxxxx van de BMO’s | LVE geeft de stand van zaken i.v.m. bepaalde door de WG “Beheer van de BMO’s” behandelde documenten: A) Procedure 4 "Toewijzing, uitvoering en controle van de uitvoering van missies toevertrouwd aan dierenartsen, bio-ingenieurs, industrieel ingenieurs, masters en bachelors belast met opdrachten" Sinds 1 januari 2021 kan de BMO onder bepaalde voorwaarden een compensatie krijgen in geval van “gesloten deuren” tijdens deze inspecties in de sector transformatie. Na bijna een jaar waarin deze vergoeding van toepassing is, is het nodig gebleken om enkele verduidelijkingen toe te voegen, met name wat betreft het feit dat deze compensatie slechts voor 5% van de inspectiebezoeken die de BMO heeft uitgevoerd kan worden toegekend en dit per LCE. Bovendien hebben wij er ook op aangedrongen dat, hoewel de BMO zich ervan moet vergewissen dat hij voorafgaand aan de inspectie over alle nuttige informatie over de operator beschikt, het onaangekondigde karakter van deze inspectie behouden moet blijven. Deze verduidelijkingen werden opgenomen in versie 5 van de procedure die in werking is getreden op 1 januari 2022. In de loop van 2022 is een nieuwe algemene herziening van de procedure voorzien die met name de beschrijving van de nieuwe methodologie omvat van de sector transformatie voor alle “food” controles. Dit heeft dus betrekking op de BMO’s met het LB VII of XI. Naar aanleiding van deze nieuwe methodologie zullen voortaan enkel de C/I globale inspecties uitvoeren en dit aan de hand van de basisscopes, de thematische scopes en de additionele scopes. De BMO’s zullen van hun kant enkel nog de opvolgingsinspecties uitvoeren met de basisscopes en eventueel een versterkte controlescope en/of een analyse. Deze nieuwe versie 6 zal vanaf eind 2022 of later van toepassing moeten zijn, gelijktijdig met de inwerkingtreding van de nieuwe methodologie. Daarom vraagt het FAVV aan de BOP een |
principeakkoord over deze herziening en over een eventuele elektronische validatie (via mail) van de nieuwe versie van de procedure. De BOP geven hun principeakkoord. De BOP (Xxxxx Xxxxxxx) vragen of het nog altijd van toepassing is om de frequentie van de globale inspecties te reduceren en dus over te gaan van 8 naar 6 inspecties/jaar. JDL bevestigt dat dit zal worden opgenomen in het nieuwe Koninklijk besluit “Frequenties van de inspecties” van 22 december 2005 dat momenteel ter validatie is voorgelegd aan het Kabinet van de minister. VHO voegt toe dat de ontwerptekst nog moet worden voorgelegd aan de Permanente Werkgroep van de Interministeriële Conferentie voor het Landbouwbeleid en aan de Raad van State. B) Uniformisering van de Lastenboeken VI en VII Met name naar aanleiding van een interne audit met betrekking tot de organisatie van de BMO’s werd beslist om een mini-WG op te zetten om de LB VI en VII (alsook de LB X en XI) te herzien en te uniformiseren Op basis van de herziening van deze LB, zullen de andere LB nadien ook worden herzien. Op 14 maart 2022 heeft een eerste vergadering van de mini-WG plaatsgevonden. Deze heeft geleid tot de volgende conclusies: - De LB VI en VII zullen worden opgesplitst al naargelang de sector: LB VI zal van toepassing zijn in de primaire sector en LB VII in de sector transformatie. De mogelijkheid voor de LCE’s om, indien nodig en in overleg met de betrokken BMO, andere taken toe te voegen zal echter behouden blijven. - De LB X en XI zullen worden samengevoegd ; - Om de LB lichter te maken en mogelijke tegenstrijdigheden te vermijden, zullen we over het algemeen zoveel mogelijk verwijzen naar de interne instructies die van toepassing zijn. De BOP (Xxxxx Xxxxxxx) vragen zich af welk LB van toepassing zal zijn voor de certificaten voor de export van levende dieren. LVE antwoordt dat dit binnen het kader van het LB VI zal blijven. C) CL’s AV-BMO’s + Document “Controle van de keuring” De 14 CL’s van de AV-BMO’s werden herzien door de sector PRI en dit in samenwerking met de WG ‘Beheer BMO’s’. Na deze herziening werden deze 14 CL’s gereduceerd tot de 6 volgende CL’s: 1) CL Pressop 2) CL Operationeel 3) CL Ante-mortem |
4) CL Post-mortem 5) CL Monsters en analyses 6) CL Rapportering en registratie | |||
Momenteel zijn de CL 1 t.e.m. 4 van toepassing en zullen deze als bijlage worden gevoegd bij de volgende versie van de dienstnota CONT/2020/01 “Controle van het autocontrolesysteem van de slachthuizen”. Wat betreft de CL 5 en 6 is het zo dat deze meer intern overleg vergen alvorens ze kunnen worden gefinaliseerd. Het doel van het document “Controle van de keuring” is om het keuringsproces in zijn geheel te controleren en te kijken wat er gebeurt van A tot Z. LVE benadrukt dat het zeker niet de bedoeling is om de (AV-)BMO te beoordelen en verduidelijkt dat dit document zal worden ingevuld door de inspecteur en niet zal worden doorgegeven aan het slachthuis. Tijdens deze “MOC”-vergaderingen die respectievelijk hebben plaatsgevonden in september 2021 en in december 2021, werd de inhoud van het document goedgekeurd en werd de basisfrequentie vastgesteld op 1x/jaar. Dit document zal bij een volgende herziening ook als bijlage worden gevoegd bij de voornoemde dienstnota. D) Document “Communicatie LCE-BMO's-AV-Slachthuis” Met name met het oog op de verbetering van de communicatie met de slachthuizen, werd dit document in 2016 ingevoerd en staat het document sinds toen gepubliceerd op de intranetpagina CDMO. Er werd echter beslist om alle relevante informatie uit dit document op te nemen in de dienstnota CONT/2020/01. Aangezien versie 2 van deze dienstnota van toepassing was sinds 22/02/22 werd het document verwijderd op de intranetpagina CDMO en werd er een communicatie over dit onderwerp verspreid. E) Document “Bemiddelaars BMO” De richtlijnen voor de bemiddelaars van de BMO's werden herzien in de vorm van een dienstnota met 2 aanverwante documenten: de lijst van de beschikbare bemiddelaars en het informatieformulier. Deze dienstnota en de aanverwante documenten ervan werden gepubliceerd op de intranetpagina CDMO op 16/03/22. Naar aanleiding hiervan werd de rubriek “Bemiddeling” op de intranetpagina CDMO verwijderd. | |||
6. Punten van de vertegenwoordigers van de BOP | A) Punten “Quick wins” |
Op 30/03/22 hebben de BOP het FAVV een document bezorgd waarin de verschillende punten m.b.t. de “Quick wins” zijn opgenomen. Ieder van deze punten werd besproken tijdens de vergadering: 1) Terugbetaling van de micro-missies (met name in het geval van contingentkeuringen en certificeringen): het moet in het kader van het budget mogelijk zijn om deze prestaties/missies beter te vergoeden door een minimale tijdseenheid en een aanvullende kilometervergoeding in te voeren (terugbetaling van de verplaatsingskosten voor de uitvoering van de missies die onder de lastenboeken 6 en 7 vallen en voor de keuringsmissies van minder dan 2 uur die volledig is afgestemd op de vergoeding van de ambtenaren, met inbegrip van de terugbetaling van de eerste 20 km en de reistijd). XXX legt uit dat wat betreft de terugbetaling van de eerste 20 km, dit project al werd besproken binnen het FAVV, maar dat dit momenteel niet mogelijk is omwille van budgettaire redenen. Op basis van de verschillende besprekingen in de vergadering, geeft XXX een samenvatting van de verschillende terugbetalingsmogelijkheden betreffende de micro- missies: • Een minimumbedrag per dag toepassen om te garanderen dat de uitgevoerde missie rendabel is. • De planning van de BMO’s zo goed mogelijk organiseren om deze micromissies zoveel mogelijk te vermijden. Wat dit punt betreft, verduidelijkt VHO dat de LCE’s de planning van de BMO’s reeds zo goed mogelijk trachten te optimaliseren en organiseren. • Een vergoeding voor micromissies invoeren die op hetzelfde principe is gebaseerd als de vergoeding in het geval van gesloten deuren bij inspecties in de sector transformatie. Dit vereist echter verdere interne besprekingen om zich ervan te vergewissen dat er een solide systeem wordt ingevoerd dat het FAVV een zekere controle geeft over de toepassing ervan. JDL rekent hiervoor wel op een goede planning van de BMO’s. De BOP antwoorden dat dit steeds de bedoeling is maar dit niet altijd lukt. JDL vraagt de BOP ook om hieromtrent concrete voorstellen door te geven aan het FAVV. De BOP gaan hiermee akkoord, maar willen ook binnen een redelijke termijn feedback | De BOP bezorgen het FAVV hun voorstellen omtrent de terugbetaling van de micro-missies. | Zo snel mogelijk |
over hun voorstellen en willen niet hoeven te wachten tot de overlegvergadering van november. Xxxx Xxxxxxx voegt hier nog aan toe dat deze punten uit een discussie op een hoger niveau komen namelijk uit het “DAK” (overkoepelend overleg waarin de verschillende belangengroepen vertegenwoordigd zijn). Er is een algemene bezorgdheid van heel de groep (vertegenwoordigt 4600 dierenartsen) over de twijfel bij veel pas afgestudeerden om aan het beroep te beginnen of bij jonge dierenartsen om het beroep nog uit te oefenen. Deze Quick Wins kunnen hier zeker bij helpen om het beroep aantrekkelijker te maken. JDL antwoordt dat het FAVV binnenkort een aanvullende vergadering zal organiseren om de punten m.b.t. de “Quick wins” te bespreken die meer diepgaandere besprekingen vereisen. De BOP vragen zich af of het niet relevant zou zijn om andere stakeholders (de dierenartsenkringen,...) uit te nodigen voor deze besprekingen. XXX antwoordt dat voor het FAVV vooral de BMO’s belangrijk zijn en dat deze reeds goed vertegenwoordigd zijn door de BOP en de Ordes van de dierenartsen. 2) Een opleiding per diersoort organiseren voor de BMO’s die ook meerdere diersoorten willen keuren, dus meer polyvalente BMO’s creëren en dus ook vervangingsmogelijkheden voorzien. VHO herinnert eraan dat dit reeds voorzien is in versie 6 van procedure 3 “Opleidingen BMO’s” die in werking is getreden op 15/11/2021. In deze procedure wordt immers de mogelijkheid vermeld die de BMO’s met de LB I en II hebben om een keuring te volgen van een diersoort waarvoor zij over weinig of geen ervaring beschikken en dit als opleiding. 3) Organiseren van de opleiding voor de BSE-bemonstering, alsook van de aanvullende opleidingen voor de certificeerders. Er zijn LCE’s waar dit een probleem wordt. VHO legt uit dat er een BSE-opleiding zal worden georganiseerd in samenwerking met de NRL die dit jaar toegankelijk zal zijn voor zowel jonge dierenartsen zonder ervaring als voor jonge BMO’s. 4) Een zo soepel mogelijk rotatiesysteem toepassen, maar enkel wanneer dat nodig is. In de grote slachthuizen is de sociale controle zodanig groot dat er geen sprake kan zijn van een nauwe band met de exploitant of zelfs niet van bedrijfsblindheid. Het rotatiesysteem toepassen wanneer er voldoende BMO’s zijn en dit systeem niet toepassen wanneer er een tekort is, is onmogelijk: dat is je eigen regels verloochenen. | Het Agentschap organiseert een bijkomende overlegvergadering. | Zo snel mogelijk |
LVE herinnert eraan dat het rotatiesysteem ook van toepassing is voor de ambtenaren en noodzakelijk wordt geacht door de FIA-audits. Bovendien zorgt het FAVV er bij de rotatie zoveel mogelijk voor dat dit geen negatieve impact heeft op de BMO’s en dat de kilometers worden vergoed wanneer de trajecten enigszins worden verlengd. De BOP (Xxxxx Xxxxxxx) reageren op het feit dat in bepaalde gevallen in West-Vlaanderen het traject toch wordt verlengd met meer dan 20km. De BOP (Xxxxxx Xxxxxxxx) voegen toe dat de standpunten van het FAVV en van de BOP begrijpelijk zijn, maar dat het voornaamste probleem dat moet worden opgelost wel degelijk het tekort aan BMO’s is. In dit geval veroorzaakt het feit dat het rotatiesysteem enkel wordt toegepast wanneer dat technisch mogelijk is een gevoel van ongelijkheid bij de BMO’s. JDL antwoordt dat het over het algemeen in de kleinste LCE’s is dat de rotatie soms onmogelijk toe te passen blijkt, maar dat in dit geval de LCE’s met andere problemen te kampen hebben. JDL besluit dat dit punt diepgaander zal worden besproken tijdens een vergadering met betrekking tot de interne organisatie van de keuring (zie punt 6. Varia C.) 5) Het verplicht stellen voor de AV-BMO’s om minstens 1 keer per week een effectieve keuringsopdracht uit te voeren om indien nodig operationeel te zijn en te blijven (zowel als BMO AM en PM). Het AV-lastenboek openstellen voor aanwerving, zodanig dat er meerdere BMO’s met deze kwalificatie zijn die de verantwoordelijkheid op zich kunnen nemen bij afwezigheid van de zittende AV-BMO. LVE legt uit dat het Agentschap deze AV-BMO’s reeds vraagt om meer beschikbaar te zijn aan de slachtlijn. De BOP (Xxxxxx Xxxxxxxx) leggen uit dat de AV-BMO’s volgens hen vertrouwd moeten blijven met de concrete praktijk van de slachtlijn en dat er plaatsvervangende AV-BMO’s zouden moeten worden opgeleid in geval van ziekte, afwezigheid,...In bepaalde slachthuizen is er immers een probleem met de huidige AV-BMO. Ze zitten volledig geblokkeerd. DeBOP (Xxxxx Xxxxxxx) voegt hieraan toe dat deze vraag om meerdere AV- BMO’s op te leiden niet is om de reeds aanwezige AV-BMO te pesten maar om meer AV- BMO’s beschikbaar te hebben om taken over te nemen of ondersteuning te bieden. LVE antwoordt dat er bij de LCE OVB in 2 jaar tijd 4 nieuwe AV-BMO’s zijn bijgekomen en dat het systeem goed werkt in geval van afwezigheid of ziekte. LVE besluit dat dit punt tijdens de volgende ROC-vergaderingen zal worden besproken met alle LCE-hoofden in overleg met de regionale directie. 6) De instroom van BMO’s versnellen door de termijn voor het aanwervingsproces in te korten. | Dit punt zal worden besproken op het volgende ROC (aan Franstalige en Nederlandstalige kant). | Zo snel mogelijk |
LVE zegt dat het Agentschap de termijnen waar mogelijk al zoveel mogelijk heeft ingekort en dat de duur van de oproep tot kandidaturen die wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad is vastgesteld in het Koninklijk besluit van 11 november 2013. Voortaan vraagt het Agentschap bijvoorbeeld aan de kandidaten om hun administratieve documenten, als ze hierover reeds beschikken, mee te brengen naar hun gesprek (zie punt 6. Varia A.) 7) Een BMO-profiel creëren naar analogie met de uitwerking van een slachthuisprofiel Op die manier weet het FAVV waartoe de BMO zich wil verbinden. Dit profiel is bindend, maar kan gemakkelijk worden gewijzigd. LVE vraagt de BOP om meer uitleg over dit punt. De BOP (Xxxxx Xxxxxxx) antwoorden dat dit zou zijn met het oog op het opstellen van een lijst van BMO’s waarin verschillende gegevens zijn opgenomen, zoals hun beschikbaarheden, de lastenboeken waarover ze beschikken, de uren die ze werken,... Deze lijst zou ook publiek kunnen worden gemaakt bij de BMO’s zodat ze een globaal overzicht hebben wat betreft de andere BMO’s. JDL antwoordt dat het Agentschap in het kader van de GDPR-wetgeving wettelijk gezien niet het recht heeft om zulke informatie te verspreiden. LVE voegt toe dat het FAVV net naar aanleiding van de GDPR-wetgeving het document “Verklaring bij de aanstelling van de BMO” heeft aangepast waarin de nieuwe BMO ons er actief van moet op de hoogte brengen dat hij ermee instemt dat wij bepaalde van zijn persoonlijke gegevens kunnen delen (naam, gsm-nummer, adres, e-mailadres). De BOP (Xxxxxx Xxxxxxxx) leggen uit dat de LCE’s elke BMO één keer per jaar zien, maar dat BMO’s elkaar niet noodzakelijk kennen. In het geval van een vervanging, kan dit problemen veroorzaken. Er zal immers een beroep worden gedaan op een BMO die de persoon in kwestie kent, maar die verderaf woont, terwijl er zonder dit te weten een vervanger in de buurt zou kunnen wonen. JDL antwoordt dat hij vóór de coronaviruscrisis het voornemen had om vergaderingen met de BMO’s te organiseren: bijvoorbeeld 2 vergaderingen aan Nederlandstalige zijde en 2 vergaderingen aan Franstalige zijde. Dit project zal opnieuw worden opgestart. 8) De kilometervergoeding (0,3707 euro/km) is in overeenstemming met het koninklijk besluit van 18 januari 1965 en de laatste omzendbrief (695) die gericht is tot de ambtenaren en dus geen btw impliceert. Het FAVV moet btw betalen wanneer het kilometervergoedingen uitbetaalt aan zelfstandigen (BMO’s). Deze btw wordt echter door het FAVV afgetrokken van de 0,3707 euro/km, ofwel -6% (primaire sector), ofwel -21% (GCP, controle verwerking,...). Volgens onze contacten is dit niet correct. | Het FAVV zal het project opnieuw lanceren om contactvergaderingen met de BMO’s te organiseren. |
Voor de btw speelt het basisbedrag van de kilometervergoeding geen enkele rol. Voor hen is het alleen belangrijk dat het juiste tarief wordt toegepast (6 % versus 21 %). In principe kunnen de kilometervergoedingen niet worden vastgesteld op basis van de prestaties en nog minder als deze niet contractueel zijn overeengekomen (cf. 0,3497 euro/km + 6% btw vs 0,3064 euro/km + 21 % btw). De omzendbrief beoogt duidelijk het bedrag vast te stellen op een netto belastbaar bedrag van 0,3707 euro/km (d.w.z. exclusief btw voor zelfstandigen). De collega's van de dienst Dierenwelzijn (BMO) ontvangen ook een kilometervergoeding van 0,3707 euro/km + 21% btw. We zouden graag op 12 mei de bevestiging krijgen dat de kilometervergoeding zo spoedig mogelijk op deze wijze zal worden aangepast (0,3707 + 6% of + 21% btw). VHO legt uit dat de btw volgens de dienst Financiering van het FAVV moet worden afgetrokken van de kilometervergoeding wanneer deze wordt toegekend aan zelfstandigen. Na de verklaring van de BOP dat de btw veeleer bij deze vergoeding moet worden opgeteld, hebben wij echter contact opgenomen met onze juridische dienst om een precies antwoord op dit punt te krijgen. Als blijkt dat de methode uiteengezet door de BOP de juiste is, dan zal het FAVV deze toepassen. JDL voegt hieraan ook toe dat het FAVV de beslissing van de FOD Financiën volgt met betrekking tot de toepassing van het BTW- tarief van 6% of 21%, naargelang de geleverde prestaties. Dit punt zal uitvoeriger worden besproken tijdens de extra overlegvergadering (zie punt 1).) 9) Gelijktrekken van de afronding van de gewerkte uren De door de BMO gewerkte uren worden door het FAVV steeds per begonnen half uur gefactureerd. Een BMO voert bijvoorbeeld een inspectie uit voor de sector TRA en die duurt 3u10’. Het FAVV zal 3u30 factureren aan de operator. De BMO daarentegen krijgt deze afronding slechts voor het volle half uur van zijn totaal aantal gewerkte uren per maand. Afronding per prestatie is niet steeds mogelijk voor een BMO, maar DAGELIJKS (in plaats van maandelijks) afronden zou mogelijk moeten zijn. VHO legt uit dat, overeenkomstig de uitvoeringsovereenkomst, de totale maandelijkse prestaties van de BMO worden afgerond op het volgende half uur en dat, indien gedurende de dag slechts één prestatie werd geleverd, een minimum van één uur verschuldigd is. De kosten voor de operator en de kosten voor de BMO mogen echter niet worden vergeleken. Het verschil tussen wat de operator betaalt en wat het FAVV aan de BMO’s betaalt, moet immers ook de extra kosten dekken: het aantal afgelegde kilometers, de toeslag voor Traces 24u, het verschil wanneer de BMO’s op een dag een prestatie van minder dan een |
half uur uitvoeren en het FAVV een uur betaalt, overhead om de dienstregeling op te stellen, administratie om de prestaties te valideren,... De BOP (Xxxxx Xxxxxxx) is niet akkoord. Volgens hem is dat niet voor de overhead omdat deze kost al vervat zit in deze 3h10’. Hij zou daarom graag een afronding per dag hebben. Dit is dan een begin van compensatie voor de inzet in bijvoorbeeld sector TRA (inspectie + certificering). JDL antwoordt dat dit vandaag niet mogelijk is. Onze overhead is vandaag 15% -18% en we hebben een budget van 3 miljoen om alle externe partijen te betalen. De BOP vinden dat dat niet hun zaak is en dat daarenboven FEBEV zegt dat het FAVV teveel aanrekent aan overhead.Voor ons is het van belang dat de BMO’s in de sector TRA beter worden vergoed. JDL wijst er nogmaals op dat deze zaken in het KB keuring moeten worden opgenomen en dat dat tijd vraagt. Men mag ook niet vergeten dat we aan een aantal verzuchtingen reeds tegemoet gekomen zijn maar dat voor andere verzuchtingen we afhankelijk zijn van derde partijen. De BOP (Xxxx Xxxxxxxxxx) voegen hieraan toe dat op de vergadering van 23/12/2021 de knoop van de verhoging voor de BMO werd doorgehakt maar dit voor slechts 6,1% in plaats van 8% en dat dit een enorme wrevel heeft opgewekt bij de BMO’s tijdens de facturatie in april. JDL kan dit begrijpen maar dit is het akkoord dat toen met alle partijen rond de tafel werd gemaakt. 10) Vanaf 2 mei 2022 zullen niet langer alle runderpaspoorten worden gedrukt. Wat zijn de implicaties daarvan in de slachthuizen, welke instructies/informatie krijgen de keurders in de runderslachthuizen? Er worden webinars aangeboden aan de rundveehouders om hen goed te informeren. JDL antwoordt dat de opstart van het project “Dematerialisatie van de runderpaspoorten” (DEMAT) is uitgesteld tot 13 juni 2022. JDL voegt hieraan toe dat deze dematerialisatie een zeer goed project is, voor zover iedereen zijn werk doet en alles goed geïnformatiseerd is. In afwachting is het mogelijk dat er enkele problemen zijn met de toepassing ervan (bijvoorbeeld in het geval waarbij het leveringsadres op het terrein is gewijzigd, maar in het systeem niet het juiste adres wordt vermeld). Zodra we over alle informatie over het project en alle oplossingen beschikken, zal een opleiding voor de BMO's worden opgezet. De BOP (Xxxx Xxxxxxxxxx) veronderstelt dat dit voor de slachthuizen wellicht geen al te grote problemen zal opleveren. Ze registreren de oormerknummers in het systeem en ze kunnen verder met de activiteiten. Het probleem zal zich voornamelijk situeren in de applicatie SANITEL. LVE voegt hieraan toe dat de slachthuizen reeds bezig zijn met de voorbereiding van hun computerapparatuur en dat de sector PRI ernaar streeft een dienstnota over het DEMAT- |
project op te stellen. LVE deelt ook mee dat DGZ ondertussen ook al verschillende opleidingen (webinars) heeft georganiseerd voor rundveehouders, vervoerders en handelaars. De BOP (Xxxxxx Xxxxxxxx) wijst op een ander probleem: wanneer een rund bijvoorbeeld uit het systeem is, kan het slachten niet plaatsvinden en kan dit zeer lang worden uitgesteld (12 uur, 24 uur, enz.). Hoe zit het in dat geval met de verantwoordelijkheid van de BMO die het slachten heeft geweigerd? De BMO bevindt zich steeds in een tussenpositie tussen de operator en het FAVV. XXX antwoordt dat de wetgeving op dit vlak duidelijk is: de BMO die het slachten heeft verboden, doet zijn werk in het kader van de veiligheid van de voedselketen en wat de naleving van het dierenwelzijn in dat geval betreft, dat is de verantwoordelijkheid van het slachthuis en van het gewest. Iedereen zijn verantwoordelijkheid. JDL voegt hieraan toe dat bijvoorbeeld ook niet mag worden vergeten dat de eerste verantwoordelijke in geval van een probleem met het paspoort de veehouder is. 11) Verbetering van het logboek Er moet worden vermeden dat het logboek van het slachthuis alleen maar een samenvatting vormt van vaak herhaalde waarnemingen. De (door de AV-BMO, BMO of andere ambtenaar) genomen maatregel moet duidelijk worden vermeld. LVE antwoordt dat het logboek, overeenkomstig de dienstnota “Controle van het autocontrolesysteem van het slachthuis” alle vastgestelde non-conformiteiten moet bevatten en wie de maatregelen heeft genomen. De AV-BMO stuurt vervolgens om de 15 dagen een samenvatting van het logboek naar de LCE. De verantwoordelijke inspecteur evalueert de samenvattingen en zorgt, in overleg met de AV-BMO, voor de nodige follow- up. 12) Certificering: hoe zit het met de vele problemen gelinkt aan TRACES NT? LVE legt uit dat het Agentschap zo beschikbaar mogelijk moet proberen te zijn en zo goed mogelijk moet reageren op BMO's, maar er mag niet worden vergeten dat dit een Europees systeem is. VHO voegt eraan toe dat aangezien de vraag blijkbaar uit het zuiden van het land kwam, wij ter voorbereiding van de vergadering de Franstalige LCE's over deze «TRACES NT»- problematiek hebben ondervraagd. Daaruit bleek dat de situatie aanzienlijk is verbeterd, hoewel er nog enkele problemen met het systeem zelf zijn. JDL beklemtoont dat hij dit dossier op de voet volgt en dat het meldpunt van het FAVV de verantwoordelijke bij de Europese Commissie heeft aangeschreven om de bestaande problemen te onderzoeken |
en oplossingen te vinden. De BOP (Xxxxxx Xxxxxxxx) beseft dat het FAVV het dossier goed opvolgt en dat het niet verantwoordelijk is voor de problemen die zich voordoen. Er is evenwel een gebrek aan communicatie met de operatoren: nieuwe operatoren zijn bijvoorbeeld niet op de hoogte van het nieuwe TRACES NT-systeem, dat veeleisender is dan het oude systeem. Soms beschikken zij dan niet over het passende computersysteem, hetgeen de tijd van aanwezigheid van de BMO verlengt en dus leidt tot een hogere factuur. JDL gaat niet akkoord met dit punt. Het FAVV heeft een grote communicatiecampagne opgezet op zijn website (links naar opleidingen, FAQ-document ,...). We begrijpen dat het helaas de BMO's zijn die op de 1e lijn staan, maar de operatoren kunnen niet beweren dat ze niet op de hoogte zijn. Indien ze niet de tijd hebben genomen om inlichtingen in te winnen, dan dragen zij de verantwoordelijkheid en moeten ze betalen voor de tijd die de BMO nodig heeft. B) Andere punten van de BOP 13) Welke vertrouwelijkheidsregels (anonimiseren,...) zijn er momenteel van toepassing bij de verspreiding van de door de BMO aan het FAVV verstrekte informatieformulieren, ook en vooral in het kader van de administratieve transparantie. Aan wie kan de BMO-AV de IF’s bezorgen en onder welke voorwaarden? Dezelfde vraag zal worden gesteld aan de Dienst Dierenwelzijn, specifiek voor de IF’s over dierenwelzijn die door de BMO worden verstrekt. XXX antwoordt dat de bevindingen van de BMO’s niet worden geanonimiseerd wanneer deze documenten worden bezorgd aan de LCE’s en/of de gewesten die, in beide gevallen, overheidsinstanties zijn die zelf de regels inzake vertrouwelijkheid moeten naleven. De BOP laten weten dat zulke IF met naam en toenaam worden verspreid onder alle BMO’s die in het slachthuis werkzaam zijn. De BOP vragen of het mogelijk is om bijvoorbeeld per mail de AV-BMO’s nog eens te wijzen op hun verplichting om met delicate informatie heel voorzichtig om te gaan. JDL sluit af met het feit dat de vertrouwelijkheidsregels met de 3 gewesten zullen worden besproken tijdens de overlegvergadering over welzijn die met het FAVV wordt georganiseerd. 14) De dienst Financiering van het FAVV zal afzonderlijk vergaderen met de sector van de slachthuizen om de kosten te preciseren, naar aanleiding van de bepalingen van het nieuwe KB Keuring, in het KB Retributies (met inbegrip van de keuringseenheid). Het is belangrijk voor ons dat duidelijk wordt gepreciseerd dat deze kosten jaarlijks | Het FAVV zal de vertrouwelijkheids- regels bespreken met de 3 gewesten (met name met betrekking tot de documenten opgesteld door de BMO’s). |
(opnieuw) moeten worden geëvalueerd en indien nodig worden aangepast aan de bijzondere omstandigheden. VHO legt uit dat een jaarlijkse herziening zal worden uitgevoerd in het kader van de indexering. Wat eventuele extra verhogingen betreft, moet de BOP de discussies op een hoger niveau tillen. VHO voegt in alle openheid hieraan toe dat, indien er ten tijde van de besprekingen geen problemen in de slachthuizen waren geweest (sluiting opgelegd wegens tekort aan BMO’s), de stijging van 8% van de honoraria van de BMO’s niet zo snel zou zijn aanvaard. JDL voegt hieraan toe dat dit inderdaad had aangetoond dat indien er geen BMO’s beschikbaar zijn, er geen keuring kan worden uitgevoerd om aan het wetgevend kader te voldoen. De BOP vinden toch dat het mogelijk moet zijn om ook het budget zelf jaarlijks te herbekijken en niet alleen de aanpassingen door de index. Xxxx Xxxxxxx voegt hier nog aan toe dat deze onderhandelingen met 3 partijen worden gevoerd terwijl dit normaal tussen 2 partijen verloopt. Dat maakt het extra moeilijk. | |||
7. Varia | A) Stand van zaken van de oproep tot kandidaturen voor dierenartsen BMO en niet-dierenartsen BMO EDK geeft een stand van zaken van de oproep tot kandidaturen gepubliceerd in het BS van 27 augustus 2021 waarvoor de evaluatiecommissies in november en december 2021 hebben plaatsgevonden: - voor de dierenartsen BMO: Aan Nederlandstalige kant werden van de 16 ontvangen en aanvaarde kandidaturen 14 kandidaten gehoord en 11 van hen werden weerhouden. Op dit moment hebben 10 van deze kandidaten een kaderovereenkomst en een uitvoeringsovereenkomst ondertekend. Aan Franstalige kant werden van de 9 ontvangen en aanvaarde kandidaturen 8 kandidaten door de evaluatiecommissie gehoord. Alle kandidaten werden geselecteerd en 5 van hen hebben een kaderovereenkomst ondertekend (waarvan 4 ook een uitvoeringsovereenkomst). - voor de BMO's die geen dierenarts zijn: Aan Nederlandstalige kant hebben we slechts één kandidatuur ontvangen. De desbetreffende kandidaat heeft zijn kaderovereenkomst en zijn uitvoeringsovereenkomst ondertekend. Aan Franstalige kant hadden we 5 ontvankelijke kandidaturen ontvangen. Van de 3 kandidaten die aanwezig waren bij het gesprek, werden er 2 weerhouden. |
XXX gaat verder met de stand van zaken met betrekking tot de oproep tot kandidaturen gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 24 februari 2022. - voor de dierenartsen BMO: Wij hebben in totaal 41 Nederlandstalige en 19 Franstalige kandidaturen ontvangen, die allemaal werden aanvaard. - voor de BMO's die geen dierenarts zijn: Wij hebben in totaal 2 Nederlandstalige kandidaturen en 3 Franstalige kandidaturen ontvangen, die allemaal werden aanvaard. De evaluatiecommissies voor deze oproep zullen in mei en juni worden georganiseerd. XXX legt ook uit dat het Agentschap sinds de oproep van 27/08/21 de uitnodigingsbrieven die naar de kandidaat-BMO’s worden verstuurd, heeft gewijzigd en een template voor verklaring op erewoord heeft ingevoerd. Als de kandidaat dus over alle nodige administratieve documenten beschikt, wordt hij uitgenodigd om deze tijdens het gesprek rechtstreeks aan de coördinator van de NICE te bezorgen. Wettelijk gezien kan het Agentschap immers niet eisen dat de aanvrager bijvoorbeeld reeds is aangesloten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen voordat hij of zij zeker is dat hij of zij door de evaluatiecommissie is geselecteerd. Bovendien heeft het Agentschap ook een gestandaardiseerd informatieformulier ontwikkeld en op zijn website gepubliceerd. Daardoor kunnen de geïnteresseerden aan het Agentschap laten weten dat zij op de hoogte willen worden gehouden van de publicatie van de volgende oproep tot kandidaatstelling. Ter informatie: vóór de huidige oproep had de NICE 12 “spontane kandidaatstellingen” ontvangen aan Franstalige zijde en 18 aan Nederlandstalige zijde. De BOP (Xxxx Xxxxxxxxxx) vragen zich af of de BMO's die in het slachthuis werken of die de certificering uitvoeren, ook een beroepsverzekering moeten afsluiten. JDL antwoordt dat het FAVV het adviseert (vooral op het vlak van de certificering of de invoercontroles), maar dat blijft de keuze van de BMO. B) Brexit JDL legt uit dat de Brexit opnieuw is uitgesteld en momenteel is gepland voor eind 2023. Niettemin is inmiddels het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit betreffende de retributies in werking getreden op 1 april 2022. Overeenkomstig de nieuwe bepalingen van artikel 3, § 4, kunnen de operatoren, met naleving van bepaalde voorwaarden, verzoeken om vrijstelling voor bepaalde prestaties (bijvoorbeeld |
certificering), die normaal gesproken onderworpen zijn aan een specifiek tarief, zodat deze prestaties onderworpen zijn aan het algemene uurtarief, d.w.z. op basis van de aanwezigheid van de personeelsleden van het FAVV. Deze aanvraag moet worden ingediend aan de hand van een formulier (dat binnenkort op de website van het Agentschap zal worden gepubliceerd) en in geval van een gunstige beslissing wordt een overeenkomst ondertekend door het FAVV en de operator. De BOP (Xxxxxx Xxxxxxxx) vraagt zich af of er gevolgen zijn voor de BMO's en of de operatoren op de hoogte zijn gebracht. JDL antwoordt dat de operatoren op de hoogte zijn van het nieuwe KB en dat de BMO zijn opdracht zoals gewoonlijk zal uitvoeren. C) Keuring In het kader van de door het FAVV georganiseerde vergaderingen over het koninklijk besluit betreffende keuring hebben de BOP melding gemaakt van bepaalde voorstellen inzake keuring die niet rechtstreeks verband houden met het ontwerp van koninklijk besluit. Het FAVV stelt dan ook voor om eind juni een vergadering te organiseren met de BOP en de betrokken interne medewerkers om deze verschillende punten betreffende de interne organisatie van de keuring te bespreken. XXX stelt de verschillende mogelijke data voor en vraagt aan de BOP of ze akkoord gaan met het voorstel van het Agentschap om een dergelijke vergadering te organiseren en om hun beschikbaarheden voor het begin van de volgende week door te geven. De BOP zijn voorstander van de organisatie van deze vergadering en zullen hun beschikbaarheden doorgeven. De BOP (Xxxxx Xxxxxxx) hebben aan het begin van de vergadering nog enkele punten meegedeeld die ze graag hadden voorgelegd: 1) Hij legt een punt voor dat ook werd besproken tijdens de vergadering over het KB Keuring namelijk de mogelijkheid van de AM-keurder om het slachthuis te verlaten als alle dieren voor die dag zijn aangekomen en deze AM heeft gekeurd. Volgens de definitie van “Ante-mortemkeuring” in de OCR 2017/625 is dierenwelzijn hier een onderdeel van en staat er geen mogelijkheid tot delegatie vermeld. Indien er toch de hele tijd een dierenarts aanwezig zal moeten zijnwat wij ook liever zouden zien, wie gaat dit dan betalen? Xxxx | XXXX organiseert een overlegvergadering over de interne organisatie van de keuring. De BOP stuurt zijn beschikbaarheden naar bmo-cdm@favv- xxxxx.xx | Eind juni Ten laatste op dinsdag 17 mei |
Xxxxxxx voegt hier nog aan toe dat dit ook een probleem is bij een noodslachting. Wie doet daar het toezicht? 2) Een tweede punt is de discussie dat een AM-keurder slechts begint een halfuur voor de eerste bedwelming maar dat er daarvoor al heel veel dieren zijn gelost. Dan zou men toch verwachten dat er reeds een dierenarts aanwezig is op het ogenblik dat het eerste dier wordt gelost. JDL antwoordt dat er met de sector is overeengekomen dat zij hiervoor instaan. XXX voegt hier nog aan toe dat men dit niet zal verkrijgen. Xxxx Xxxxxxx deelt nog mee dat dierenwelzijn voor de publieke opinie heel belangrijk is! De BOP (Xxxx Xxxxxxxxxx) wijzen erop dat de aanvoer van een dood dier op de slachtlijn fraude is. Maar hoe ga je dat bewijzen als er geen AM-keurder aanwezig is? Deze zou zeker aanwezig moeten zijn tot de verdoving. Want kan je altijd een verschil zien tussen het karkas van een levend dier dat werd verdoofd en een dier dat reeds dood was voor de keling? 3) Xxxxx Xxxxxxx vraagt of er al verder is nagedacht over de hervorming/toekomst van de keuring? JDL antwoord dat er nog niet verder is over nagedacht. 4) Xxxxx Xxxxxxx vraagt zich af indien men in België van start gaat met een keuring door officiële assistenten welke verantwoordelijkheid het FAVV heeft? Men gaat werken met externen maar door wie gaan die worden betaald, wie zal toezicht houden, …? JDL antwoordt dat alles wat op vraag van de operator is, op dit ogenblik is afgedekt door de retributies. Dus de operator/de sector gaan de kosten dragen. De BOP (Xxxx Xxxxxxxxxx) laten weten dat de retributie in het buitenland veel hoger is. JDL bevestigt dit maar in tegenstelling tot het FAVV krijgt bijvoorbeeld in Nederland de NVWA geen dotatie. De vergadering wordt beëindigd met een wederzijds woord van dank van het FAVV en de vertegenwoordigers van de BOP voor de organisatie van de vergadering en de constructieve samenwerking. |