Erfpacht en opstal niet-woning
Erfpacht en opstal niet-woning
ontwerpakte tot vestiging van erfpacht en een recht van opstal voor een object dat buiten de definitie van ‘woning’ valt.
Op ###,
verschenen voor mij, ###, notaris ter standplaats ###:
1. Staatsbosbeheer, gevestigd en kantoorhoudend op het adres Smallepad 5 te (3811 MG) Amersfoort, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx xx. X. Xxxxxxxx, hoofd Staatsbosbeheer Noord-Holland, hierna te noemen: ‘Staatsbosbeheer’,
en
2. Rijksvastgoedbedrijf, in deze optredend namens het ministerie van Defensie (aanvullen comparitie door Rijksvastgoedbedrijf), hierna te noemen: ‘Rijksvastgoedbedrijf’,
en
3. de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Schagen, te dezen ingevolge het bepaalde in artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer T.B.M. Xxxx, in de hoedanigheid van projectleider bouwprojecten en aangewezen door de burgemeester mw. X.X.X. xxx Xxxxxx-Xxxxxx om haar in deze te vertegenwoordigen en handelend ter uitvoering van het besluit van het College van burgemeester en wethouders van 17 maart 2020, hierna te noemen: 'erfpachter'.
De comparanten, het volgende overwegend:
- Erfpachter en Staatsbosbeheer hebben overeenstemming bereikt over de vestiging ten behoeve van erfpachter van een recht van erfpacht en daarvan afhankelijk recht van opstal op het hierna te noemen perceel grond waarvan Staatsbosbeheer eigenaar is;
- Staatsbosbeheer heeft de taak om natuur- en recreatiegebieden die Staatsbosbeheer in eigendom heeft te beheren en duurzaam in stand te houden. Bij het vestigen van erfpachtrechten wordt rekening gehouden met deze doelen, door middel van op die doelen gerichte erfpachtvoorwaarden;
- De in deze akte (in artikel 2) opgenomen canonsystematiek is bestemd voor objecten die niet onder de definitie van 'woning' vallen. Onder 'woning' wordt hier verstaan:
'een object waarvoor een erfpachtrecht en een recht van opstal worden gevestigd, welk object volgens de erfpachtvoorwaarden bestemd is als zelfstandige woning of recreatiewoning. Met de toevoeging 'zelfstandig' wordt (uitsluitend) bedoeld dat die woning volgens de erfpachtvoorwaarden geen onderdeel uitmaakt van een groter (bedrijfsmatig) geheel, zoals het geval is bij bijvoorbeeld een bedrijfswoning, een boerderij of een beheerderswoning bij een camping. Van een woning is eveneens sprake wanneer de bestemming als woning weliswaar niet uit de erfpachtvoorwaarden blijkt, maar wel is vastgelegd in het bestemmingsplan en het object bovendien daadwerkelijk als woning wordt gebruikt, met uitdrukkelijke of stilzwijgende instemming van Staatsbosbeheer. Een woning waarin, naast daadwerkelijke bewoning, een onderneming wordt uitgeoefend die naar gangbare maatstaven past binnen een publiekrechtelijke bestemming ‘wonen’ wordt voor de toepassing van deze definitie beschouwd als een woning, waarbij bijvoorbeeld kan worden gedacht aan een kantoor of (para)medische praktijk aan huis’;
- Staatsbosbeheer is eigenaar van het perceel (de ondergrond) met de zich daarop bevindende gebouwen gelegen aan de Strandslag Sint Maartenszee 1A (1755 SB) te Petten (gemeente Schagen), kadastraal bekend als gemeente Petten, sectie A, nummers 368 (gedeeltelijk), hierna gezamenlijk te noemen: 'het object';
- Het object is sinds 3 oktober 1969 tot wederopzegging in gebruik gegeven voor defensiedoeleinden aan het Ministerie van Defensie op basis van een privaatrechtelijke vergunning, momenteel bekend als contractnummer OVK023605;
- Het Ministerie van Defensie heeft voor zijn rekening en risico diverse opstallen aangebracht. Voor de ‘defensieloods’ alsmede het zich daarnaast bevindende ‘transformatorhuisje’ en de ‘zendmast/uitkijktoren’ aan de Strandslag Sint Maartenszee 1A is nimmer actief een recht van opstal gevestigd. Vast staat dat de bouwwerken ingevolge de vergunning als genoemd in overweging 2 door het Ministerie van Defensie moeten worden afgebroken c.q. weggeruimd;
- De defensieloods wordt reeds jaren van het Ministerie van Defensie gehuurd door de Reddingsbrigade Sint Maartenszee en is als zodanig niet meer in gebruik voor defensiedoeleinden;
- De defensieloods wordt thans gebruikt als zomerstalling, opslag van materiaal en materieel van de Reddingsbrigade, waarvoor het Ministerie van Defensie toestemming heeft gegeven;
- De Reddingsbrigade heeft aangegeven dat haar ruimtebehoefte en ruimtegebruik aanpassing behoeft: naast een functionele wijziging (van zomerstalling naar jaarrondstalling) en aanpassingen aan de huidige arbo-wetgeving is er ook dringend behoefte aan het centraal opslaan van alle materiaal en materieel (de separate winterstalling belemmert de opleiding- en trainingsmogelijkheden);
- Staatsbosbeheer en gemeente Schagen hebben alternatieve locaties voor de Reddingsbrigade verkend: er blijkt geen andere locatie geschikt te zijn voor huisvesting van de Reddingsbrigade;
- Staatsbosbeheer en gemeente Schagen hebben geconcludeerd dat de huidige locatie geschikt is om de Reddingsbrigade blijvend te huisvesten;
- De mogelijkheden (en onmogelijkheden) voor het blijvend huisvesten van de Reddingsbrigade werden door Staatsbosbeheer en de gemeente onderzocht en besproken;
- Deze conclusies zijn door Staatsbosbeheer en de gemeente Schagen besproken met Rijksvastgoedbedrijf;
- Rijksvastgoedbedrijf heeft aangegeven bereid te zijn mee te werken aan het voornemen de Reddingsbrigade permanent te huisvesten op de huidige locatie;
- Ten behoeve van het blijvend huisvesten van de Reddingsbrigade op de huidige locatie, behoeft de defensieloods enige verbetering/aanpassing: door de gewijzigde omstandigheden en gewijzigde (gebruiks-) behoeften hebben partijen geconcludeerd dat deze verbeteringen/aanpassingen zullen resulteren in een verbouwplan van de defensieloods door de gemeente Schagen;
- De gemeente Schagen is bereid de defensieloods voor eigen rekening en risico te verbouwen tot een toekomstbestendige nieuwe jaarrond huisvesting voor de Reddingsbrigade;
- De defensieloods zal worden geleverd ‘as-is’: ten aanzien van het aanwezige asbest - vastgesteld in een asbestinventarisatie, gedateerd 31 maart 2020 - werd overeengekomen dat deze voor rekening van de gemeente wordt gesaneerd. Dit geldt eveneens voor de resten asbestcement die aan de buitenzijde zijn waargenomen op het maaiveld;
- De defensieloods is geheel omgeven door zogenaamd ‘Natura 2000-gebied’: dit gegeven maakt dat zeer omzichtig moet worden omgegaan met de aanwezige flora en fauna. Bij de sloop van de bestaande gebouwen wordt rekening gehouden met de mogelijke aanwezigheid van vleermuizen en bij het bouwen wordt rekening gehouden met het broedseizoen;
- Rijksvastgoedbedrijf heeft een plan tot sanering van het ‘schietterrein’ in voorbereiding; doel van bedoelde sanering is het verwijderen van ongebruikte gebouwen/objecten, het verwijderen van verhardingen en het terugbrengen van natuur in zijn algemeen;
- Voor het onderhavige verbouwplan betekent dit dat:
i: de voor de operatie van de Reddingsbrigade noodzakelijke verhardingen (gebouw inclusief omliggende straatwerk) zullen worden gemaximeerd op 750 m2 (zie bijgaande tekening);
ii: de footprint van de bestaande defensieloods als maximum geldt voor de nieuwe huisvesting van de Reddingsbrigade;
iii: de betonnen zendmast/uitkijktoren en het transformatorhuisje alsmede het losliggend asbest net buiten de erfpachtzaak, gelegen nabij de defensieloods, verwijderd en eventueel gesaneerd zal worden;
iv: er beperkingen gelden voor het gebruik van het gebouw dat na verbouwing ontstaat; v: het gebouw zal worden gebruikt als jaarrond huisvesting door de reddingsbrigade;
vi: in het nieuwe gebouw zal niet worden overnacht.
- Op dit moment is er op de onderhavige locatie in totaal ruim 1.600 m2 terrein bebouwd/verhard. Na realisatie van het verbouwplan zal niet meer dan 750 m2 terrein verhard/bebouwd zijn. Van de thans rond de bestaande defensieloods aanwezige ‘overige verhardingen’ (asfalt en beton) zal ruim 850 m2 worden verwijderd (zie bijgaande tekening);
- De kosten voor het verwijderen van de ruim 850 m2 verhardingen (asfalt en beton), de betonnen zendmast/uitkijktoren en het transformatorhuisje alsmede het losliggend asbest net buiten de erfpachtzaak komen voor rekening van Rijksvastgoedbedrijf;
- Uit oogpunt van efficiency heeft Rijksvastgoedbedrijf de gemeente Schagen gevraagd het verwijderen en eventueel asbest saneren van de ruim 850 m2 verhardingen (asfalt) voor rekening van Rijksvastgoedbedrijf uit te voeren. De gemeente Schagen heeft aangegeven daartoe in principe bereid te zijn; uitgangspunt is dat deze werkzaamheden tegen het einde van het project worden ingepland om schade aan de natuur tijdens het bouwproject te voorkomen;
- Uit oogpunt van efficiency heeft Rijksvastgoedbedrijf de gemeente Schagen gevraagd het verwijderen van de nabij de defensieloods gelegen betonnen zendmast/uitkijktoren en het transformatorhuisje, voor rekening van Rijksvastgoedbedrijf uit te voeren. De gemeente Schagen heeft aangegeven daartoe in principe bereid te zijn;
- De gemeente Schagen en Staatsbosbeheer hebben overeenstemming bereikt over de vestiging ten behoeve van de gemeente Schagen van een recht van erfpacht en een afhankelijk recht van opstal met betrekking tot het object;
- Het hierboven genoemde contract OVK023605 omvat vier plateaus met een totale oppervlakte van 0.39.70 ha. Vanaf de uitgifte in erfpacht aan de gemeente Schagen zal het object, kenbaar als plateau KL2, niet langer deel uitmaken van dit contract. De oppervlakte van het contract OVK023605 zal met 0.16.00 ha worden verkleind en de jaarlijkse vergoeding zal naar rato van oppervlakte worden aangepast.
Verklaren het volgende:
Op ### hebben erfpachter, Rijksvastgoedbedrijf en Staatsbosbeheer een schriftelijke overeenkomst gesloten betreffende de uitgifte in erfpacht van het hierna te vermelden perceel en het vestigen van een daarvan afhankelijk recht van opstal, hierna te noemen: de overeenkomst tot vestiging. Een kopie van deze overeenkomst tot vestiging is aan deze akte gehecht.
Op grond van de overeenkomst tot vestiging geeft Staatsbosbeheer, voor de tijd van dertig jaren, ingaande ### en mitsdien eindigende ###, in erfpacht aan de erfpachter die in erfpacht aanneemt:
een perceel grond, te weten de ondergrond van de defensieloods en bijbehorende verhardingen, ter (gezamenlijke) grootte van 0.07.50 hectare, gelegen te Strandslag Sint Maartenszee 1A, 1755 SB te Petten, en kadastraal bekend gemeente Petten, sectie A, nummer 368 gedeeltelijk, hierna ook te noemen: 'de erfpachtzaak',
zoals één en ander is aangegeven op de door partijen voor akkoord getekende en aan deze akte gehechte kaart.
Staatsbosbeheer verleent voor de duur en afhankelijk van de hiervoor bedoelde erfpacht aan de erfpachter die zulks aanneemt:
het zakelijk recht van opstal tot het in eigendom hebben of verkrijgen van opstallen op de hiervoor bedoelde erfpachtzaak, thans bestaande uit een defensieloods en bijbehorende verhardingen, welke opstallen voor rekening en risico van de erfpachter zijn gebouwd dan wel door een voormalig rechthebbende derde rechtstreeks aan de erfpachter zijn overgedragen, zodat voor deze opstallen géén vergoeding verschuldigd is aan Staatsbosbeheer.
In deze akte is de vestiging van het recht van opstal besloten. De navolgende bedingen zijn zowel op de erfpacht als op het recht van opstal van toepassing. Waar in deze akte wordt gesproken over de erfpachter
of de erfpacht, wordt daaronder mede verstaan de opstalhouder of het recht van opstal. De vergoeding voor het recht van opstal (de retributie) is in de canon begrepen.
Op deze akte zijn van toepassing:
a. de Algemene voorwaarden erfpacht en opstal Staatsbosbeheer 2015 (hierna te noemen: de algemene voorwaarden) welke zijn opgenomen aan het slot van deze akte, voor zover daarvan in deze akte niet is afgeweken;
b. de volgende bijzondere erfpachtvoorwaarden:
1. Voor zover aan Staatsbosbeheer bekend, is de erfpachtzaak en het recht van opstal:
a) Xxxx betrokken in een ruilverkavelings-, land- of herinrichtingsplan en niet ter onteigening aangewezen;
b) Niet opgenomen in een (lopende adviesaanvraag voor) aanwijzing bedoeld in artikel 3, 4 of 6 van de Monumentenwet;
c) Niet opgenomen in een (voorlopige) aanwijzing als bedoeld in de Wet voorkeursrecht gemeenten.
2. Om verstoring van het gebied zoveel mogelijk te voorkomen:
a) zijn maximaal twee parkeerplaatsen bij de loods van de Reddingsbrigade toegestaan. Parkeren is uitsluitend toegestaan op de strook verharding voor de overheaddeuren;
d) ziet erfpachter er op toe dat de gebruikers geen overlast veroorzaken anders dan behorend bij de functie die aan de erfpachtzaak is toegekend;
c) is het niet toegestaan op de erfpachtzaak te overnachten, lawaai te maken of te barbecueën.
3. Onderverhuur aan en gebruik door anderen dan waarvoor de zaak in erfpacht wordt gegeven is niet toegestaan.
4. Erfpachter houdt de verharding en gebouwen tot eigen genoegen zandvrij (stuifzand).
Voor zover de algemene en bijzondere bepalingen geen zakenrechtelijke werking hebben, dienen deze bepalingen door de erfpachter aan de opvolgende gerechtigde(n) te worden opgelegd zoals bepaald in artikel 37 van de algemene voorwaarden, waarbij de boete wordt gesteld op twintig maal de op dat moment geldende jaarlijkse canon, dit in afwijking van het in artikel 7 lid 2 gestelde.
Artikel 1. Bestemming
De erfpachter mag de erfpachtzaak uitsluitend gebruiken als jaarrond huisvesting voor de Reddingsbrigade Sint Maartenszee met de daarbij behorende activiteiten zoals stalling, opslag, opleidings- en trainingsactiviteiten. Erfpachter draagt zorg voor een passend bestemmingsplan.
Artikel 2. Canon en de wijze van berekening
1. Het canonpercentage is als volgt berekend: het canonpercentage is gelijk aan het marktrentepercentage vermeerderd met een opslag van 1% en vermeerderd met 1,0% toeslag voor een vastliggend canonpercentage gedurende de 30-jarige looptijd van de erfpacht, oftewel:
canon % = [marktrente %] + 1% + 1%
2. Als marktrentepercentage wordt gehanteerd de gemiddelde rente op 10-jarige staatsobligaties, zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank. Hiertoe wordt het gemiddelde rentepercentage genomen over de laatste tien kalenderjaren voorafgaand aan het moment van de bepaling van het canonpercentage.
3. Voor het canonpercentage van 2022 (jaar van uitgifte) geldt, behoudens toepassing van het bepaalde in lid 4, in cijfers de volgende berekening:
2,66% = 0,66% (marktrentepercentage) + 1% + 1%.
4. Wanneer de in lid 1 en lid 3 bedoelde berekening leidt tot een canonpercentage dat lager is dan 2,5%, dan wordt het canonpercentage, in afwijking van die berekenwijze, vastgesteld op 2,5%.
5. De canon bij uitgifte bedraagt tweeduizend driehonderdnegen euro (€ 2.309,-) per jaar.
Deze aanvangscanon is vastgesteld door 100% van de waarde van de erfpachtzaak (de waarde van de
grond) te vermenigvuldigen met het geldende canonpercentage.
Het canonpercentage voor het jaar 2022 bedraagt 2,66%. Dit canonpercentage ligt vast gedurende de looptijd van de erfpacht en zal derhalve niet worden aangepast bij een periodieke herziening als bedoeld in artikel 11 van de algemene voorwaarden.
De waarde van de erfpachtzaak is vastgesteld op € 86.800,- (zie het als bijlage aangehechte taxatierapport).
6. De eerste jaarlijkse canonindexering, als bedoeld in artikel 10 van de algemene voorwaarden, vindt plaats op ### (één jaar na ingang erfpacht).
7. De eerste periodieke canonherziening, als bedoeld in artikel 11 van de algemene voorwaarden, vindt plaats met ingang van ### (tien jaar na ingang erfpacht). Bij iedere periodieke herziening zal de canon worden vastgesteld door 100% van de overeenkomstig artikel 11 van de algemene voorwaarden herziene waarde van de erfpachtzaak te vermenigvuldigen met het canonpercentage, genoemd in lid 5.
8. De canon dient in twaalf gelijke maandelijkse termijnen te worden voldaan, telkens op de vijfentwintigste dag van iedere maand, voor het eerst op ### (de 25ste dag van de eerste maand van uitgifte). Deze termijn heeft ingebrekestellende kracht. De erfpachter geeft volmacht aan Staatsbosbeheer voor automatische incasso van bedoelde maandelijkse termijnen.
Artikel 3. Vergoeding en kwijting
Voor het verkrijgen van de gebouwen zal door erfpachter geen vergoeding worden betaald.
Artikel 4. Omvang erfpacht, ingebruikneming, risico en garanties
1. Staatsbosbeheer levert aan erfpachter een recht van erfpacht dat:
a. onvoorwaardelijk is en niet is onderworpen aan inkorting, ontbinding of aan welke vernietiging dan ook, onverminderd hetgeen in de erfpachtvoorwaarden en in de wet is bepaald;
b. niet bezwaard is met beslagen of rechten van hypotheken of inschrijvingen daarvan, dan wel met andere beperkte rechten anders dan eventueel hierna vermeld,
2. De aflevering (feitelijke levering) van het in erfpacht uit te geven perceel met eventuele bijbehorende opstallen dient heden plaats te vinden, vrij van huur en elk ander gebruiksrecht, geheel ontruimd, in de feitelijke staat waarin het perceel zich op heden bevindt, met dien verstande dat deze staat, anders dan door toedoen van erfpachter en behoudens normale slijtage, niet minder mag zijn dan de staat waarin het uit te geven perceel zich bevond bij het tot stand komen van de overeenkomst tot vestiging.
3. Met ingang van heden komen de baten aan erfpachter ten goede, zijn de lasten voor zijn rekening en draagt hij het risico van het in erfpacht uit te geven perceel.
4. Rijksvastgoedbedrijf levert bij deze aan erfpachter, die aanvaardt, alle in het overeenkomst tot vestiging bedoelde aanspraken die Rijksvastgoedbedrijf nu of te eniger tijd kan doen gelden ten aanzien van de architect(en), de constructeur(s), de bouwer(s), de aannemer(s), de onderaannemer(s), de installateur(s) en/of de leverancier(s) van het uit te geven perceel met bijhorende opstallen, of gedeelte(n) daarin/daarvan, alsmede de rechten uit eventuele premieregelingen, garantieregelingen en garantiecertificaten, alles voor zover deze regelingen overdraagbaar zijn en zonder dat Staatsbosbeheer tot enige vrijwaring gehouden is.
Artikel 5. Lasten en beperkingen
1. Staatsbosbeheer heeft bij de uitgifte in erfpacht aan de erfpachter kennis gegeven van alle aan Staatsbosbeheer bekende lasten en beperkingen uit hoofde van erfdienstbaarheden en van alle bestaande kettingbedingen, kwalitatieve verplichtingen en overige lasten en beperkingen, kenbaar uit de openbare registers als bedoeld in art. 3:16 BW, waaronder tevens begrepen lasten en beperkingen en blijkend en/of voortvloeiend uit akten, bevelen en/of beschikkingen die op grond van de Wet Bodembescherming gepubliceerd zijn in de openbare registers. In deze akten, bevelen en/of beschikkingen staat woordelijk vermeld: ### (letterlijk overnemen) (uit te zoeken door de notaris)
2. Voor zover in bovengenoemde bepalingen verplichtingen voorkomen welke Staatsbosbeheer verplicht is aan de erfpachter op te leggen, doet Staatsbosbeheer dat bij deze en worden deze verplichtingen bij dezen door de erfpachter aanvaard. Voor zover het gaat om rechten die ten behoeve van derden zijn bedongen, worden die rechten tevens bij dezen door Staatsbosbeheer voor die derden aangenomen. De erfpachter aanvaardt voormelde lasten en beperkingen uitdrukkelijk.
Artikel 6. Bodemverontreiniging
1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van de erfpachtzaak hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de wettelijke normen die gelden in relatie tot de bestemming of het (voorgenomen) gebruik van de erfpachtzaak, de stand van de wetenschap, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen.
2. De feitelijke levering van de erfpachtzaak vindt plaats direct na ondertekening van deze akte. Vanaf dat tijdstip draagt de erfpachter het risico van de erfpachtzaak voor zover uit het navolgende niet anders voortvloeit.
3. Een specifiek gekwalificeerde en onafhankelijke instelling heeft verkennend bodemonderzoek uitgevoerd conform NEN 5725. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport van 24 december 2021 van Vlam Bodem Advies BV met projectnummer 051004475, dat aan deze akte is gehecht. Partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer is niet bekend met feiten of omstandigheden die erop (kunnen) wijzen dat de erfpachtzaak bodemverontreiniging bevat, anders dan eventueel vermeld in dit rapport. Partijen gaan ervan uit dat de in het rapport omschreven verontreinigingssituatie met de daarbij behorende eventuele gebruiksbeperkingen geen belemmering vormen voor het tussen partijen overeen gekomen gebruik en dat geen verder onderzoek of sanering noodzakelijk is.
4. Bij beëindiging van het gebruik zal in opdracht en op kosten van de erfpachter onderzoek conform NEN 5740 worden verricht naar bodemverontreiniging op en/of in de erfpachtzaak. Wanneer bodemverontreiniging wordt geconstateerd dient de erfpachter deze binnen zes maanden na het eindigen van het gebruik voor eigen rekening ten genoegen van Staatsbosbeheer te saneren. Wanneer de erfpachter deze verplichting niet nakomt, zal Staatsbosbeheer de door hem noodzakelijk geachte werkzaamheden voor rekening van de erfpachter doen verrichten. Dit geldt niet wanneer het gaat om een geconstateerde verontreiniging waarvan de erfpachter aannemelijk maakt dat deze niet in redelijkheid kan worden toegerekend aan hem, zijn rechtsvoorganger(s), dan wel degene(n) die zich door toedoen en/of door (na)laten van hem of zijn rechtsvoorganger(s) op de erfpachtzaak hebben bevonden.
5. Totdat de werkzaamheden als bedoeld in lid 5 van dit artikel zijn verricht, is de erfpachter de canon verschuldigd.
Artikel 7. Boete
1. Indien de erfpachter meer dan één maand nalatig is in de betaling van de canon dan wel in de nakoming van de overige uit deze akte van vestiging, uit de algemene voorwaarden of uit de wet voortvloeiende geldelijke verplichtingen verbeurt hij, zonder dat daartoe enige ingebrekestelling zal zijn vereist, een boete van één procent van de jaarlijkse canon voor iedere maand of gedeelte hiervan dat hij in verzuim is, met een minimum van 100 euro (€ 100,--), onverminderd het recht van Staatsbosbeheer om ter zake nakoming te vorderen.
2. De erfpachter verbeurt een boete ter grootte van tien keer het bedrag van de op dat moment geldende jaarlijkse canon wanneer hij een op hem uit hoofde van de erfpachtverhouding rustende verplichting, anders dan de verplichtingen bedoeld in lid 1, overtreedt of niet nakomt. Het gaat hierbij om het bepaalde in de artikelen 18, 19 lid 1, 20 lid 1, 21, 35 en 37 van de algemene voorwaarden. Deze verbeurte vindt onmiddellijk plaats wanneer nakoming van de betreffende verplichting niet meer mogelijk is. Wanneer nakoming nog wel mogelijk is, vindt deze verbeurte plaats na ingebrekestelling.
3. De in lid 2 bedoelde boete laat onverlet het recht van Staatsbosbeheer om ter zake nakoming en/of om schadevergoeding te vorderen voor zover de schade de hoogte van de boete overstijgt, en/of om tot opzegging van de erfpacht over te gaan.
Artikel 8. Voorgaande verkrijging
(in te vullen door de notaris) Staatsbosbeheer verkreeg de eigendom van het perceel door de inschrijving bij de dienst voor het kadaster en de openbare registers op ### in register 4, deel ### nummer ###, van een afschrift van een akte van ### op ### voor mr. ### notaris te ### verleden.
Artikel 9. Ontbindende voorwaarden
Alle ontbindende voorwaarden die eventueel zijn overeengekomen in de overeenkomst tot vestiging of in nadere overeenkomsten die op de vestiging betrekking hebben, zijn thans uitgewerkt.
Noch Staatsbosbeheer noch erfpachter kan zich ter zake van de overeenkomst tot vestiging en/of onderhavige akte van vestiging nog op een ontbindende voorwaarde beroepen.
Artikel 10. Algemene Voorwaarden
De Algemene voorwaarden erfpacht en opstal Staatsbosbeheer 2015 luiden als volgt:
(…)
Artikel 11. Overdrachtsbelasting
(in te vullen door de notaris)
Artikel 12. Volmachten
De voormelde volmacht/en is/zijn verstrekt bij ### onderhandse akte/n, die aan deze akte wordt/worden gehecht.
Artikel 13. Voorbehoud faunabeheer
Artikel 22 van de Algemene voorwaarden erfpacht en opstal Staatsbosbeheer 2015 is niet van toepassing.
Artikel 14. Verwijderen verhardingen en opstallen
1. Rijksvastgoedbedrijf en Staatsbosbeheer laten bij het ontbreken van een actief gevestigd recht van opstal voor de gebouwen in het midden wie eigenaar is van de aanwezige gebouwen. Rijksvastgoedbedrijf ziet af van alle eventuele claims die zij ten aanzien van mogelijke eigendom van bouwwerken en verharding zou kunnen doen gelden.
2. Rijksvastgoedbedrijf en erfpachter zijn overeengekomen dat erfpachter 850 m2 verharding en de nabij de defensieloods gelegen betonnen zendmast/uitkijktoren, het transformatorgebouwtje alsmede losliggend asbest net buiten de erfpachtzaak verwijdert. Rijksvastgoedbedrijf zal erfpachter hiervoor een betaalde opdracht verstrekken. Eerst na verstrekking en acceptatie van bedoelde opdracht neemt erfpachter hiermee de verplichting tot het afbreken c.q. wegruimen van de (bouw)werken uit de privaatrechtelijke vergunning van 3 oktober 1969 zoals genoemd in overweging 2 over van Defensie c.q. Rijksvastgoedbedrijf.
3. Het Rijksvastgoedbedrijf en erfpachter zijn onderling overeengekomen dat de kosten die erfpachter maakt voor het verwijderen en eventueel asbest saneren van de in lid 1 genoemde verharding en gebouwen tussen hen worden verrekend.
Slot
Bijlagen:
- Situatietekening
- Verkennend bodemonderzoek