Modelstamrechtovereenkomst Belastingdienst
Modelstamrechtovereenkomst Belastingdienst
Direct xxxxxxx xxxxxxxxx (ex-werknemer wordt zelf gerechtigde) Versie april 2008
Kenmerk 08-651-1
De ondergetekenden:
1. …............ (naam) BV, fiscaal nummer (BSN) , gevestigd te
...................... (vestigingsplaats, adres, postcode), hierna te noemen "partij A", hierbij vertegenwoordigd door haar bestuurder, de heer/mevrouw
................(voorletters, naam);
en
2. de heer/mevrouw (voorletters, naam), SoFinummer/BSN
..................., geboren in ................ (geboorteplaats, land), op .. .................
(geboortedatum), wonende te (woonplaats, adres, postcode), hierna te
noemen "partij B",
verklaren dat zij een stamrechtovereenkomst hebben gesloten op grond van de hierna te noemen overwegingen en onder de hierna te noemen voorwaarden.
Artikel 1 Overwegingen
a. (naam (ex-) werkgever van partij B) heeft aan partij B in verband
met de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst (alternatief: beëindiging van zijn publiekrechtelijke aanstelling) een schadeloosstelling toegekend ter vervanging van gederfd of te derven loon ten bedrage van € (bedrag
ontslagvergoeding dat wordt aangewend voor het stamrecht).
b. Partij B wenst deze schadeloosstelling te genieten in de vorm van een stamrecht als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de loonbelasting 1964 ten laste van partij A.
c. Partij A heeft het bedrag van de ontslagvergoeding rechtstreeks ontvangen van
…………… (naam (ex-) werkgever van partij B).
Artikel 2 Definities
a. Partner:
- echtgenoot, gewezen echtgenoot, of (gewezen) geregistreerde partner;
- degene met wie partij B duurzaam een gezamenlijke huishouding voert of heeft gevoerd en met wie geen bloed- of aanverwantschap in de rechte lijn bestaat.
Tenzij anders aangegeven wordt onder partner verstaan: de in leven zijnde partner.
b. Kinderen: de in leven zijnde kinderen of pleegkinderen van partij B die de leeftijd van 30 jaar nog niet hebben bereikt.
c. Stamrecht: een recht op periodieke uitkeringen in de zin van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de loonbelasting 1964.
Artikel 3 Gerechtigdheid, hoogte uitkering, ingangsdata en looptijden
a. Partij B is gerechtigd tot de uitkeringen uit het stamrecht. De uitkeringen uit het stamrecht gaan in op ……… (datum, jaar, de datum dient de eerste dag te zijn van de maand volgend op de maand waarin deze overeenkomst is gesloten) en eindigen op (datum, jaar) (alternatief: op de datum van overlijden van
partij B). De uitkering bedraagt € (bedrag) per jaar.
b. (Optioneel: overlijden partij B: overgang op partner) Na het overlijden van partij B gaat het recht op de uitkeringen uit het stamrecht voor …… (percentage) % over op de partner. De uitkeringen aan de partner eindigen uiterlijk op diens datum van overlijden.
(Alternatief: overgang op partner en kinderen:)
Na het overlijden van partij B gaat het recht op de uitkeringen uit het stamrecht voor …… % over op de partner en voor …… % op elk van de kinderen. De uitkeringen aan de partner eindigen uiterlijk op diens datum van overlijden. De uitkeringen eindigen voor elk kind uiterlijk op de datum waarop het kind de leeftijd van 30 jaar bereikt dan wel op de eerdere datum van overlijden van het kind.
c. (Optioneel: overlijden partij B na overlijden partner: overgang op kinderen) Indien partij B overlijdt nadat de partner is overleden gaat het recht op de uitkeringen uit het stamrecht voor …… % over op elk van de kinderen. De uitkeringen eindigen voor elk kind uiterlijk op de datum waarop het kind de leeftijd van 30 jaar bereikt dan wel op de eerdere datum van overlijden van het kind.
Artikel 4 Rekengrondslagen uitkeringsbedrag
De hoogte van het bedrag van de periodieke uitkeringen is bepaald op basis van de volgende elementen:
a. het bedrag van de schadeloosstelling, groot € (bedrag
schadeloosstelling), verminderd met een eenmalige kosten- en winstopslag van
€ (5% met een maximum van € 20.000);
b. een rekenrente van % per jaar (het U- of T-rendement of een ander tarief dat
door een professionele verzekeraar wordt gehanteerd), zijnde het tarief dat geldt op de ingangsdatum van deze overeenkomst;
c. de overlevingstafels GBM/GBV (recente overlevingstafel), met een
leeftijdscorrectie van .. voor partij B en een leeftijdscorrectie van .. voor de partner.
(Alternatief: offerte levensverzekeringsmaatschappij)
De hoogte van het bedrag van de periodieke uitkeringen is bepaald op basis van de offerte van (naam van een op grond van de Wet op het
financieel toezicht toegelaten levensverzekeraar) van (datum).
Artikel 5 Uitbetaling
De uitkeringen uit het stamrecht zullen in maandelijkse (alternatief: driemaandelijkse, jaarlijkse) termijnen bij vooruitbetaling worden uitgekeerd door storting of overschrijving op een door of namens (elk van) de gerechtigde(n) aan te geven bankrekening.
Artikel 6 Fiscale behandeling
De uitkeringen zullen worden behandeld als loon in de zin van artikel 10, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.
Artikel 7 Overbrenging naar verzekeraar
Partij B heeft te allen tijde het recht de aanspraken ingevolge het stamrecht onder te brengen bij een door die gerechtigde aan te wijzen verzekeraar tegen overdracht door partij A van het resterende stamrechtkapitaal. Na het overlijden van partij B hebben de opvolgende gerechtigden hetzelfde recht op of na de ingangsdatum van hun uitkeringen.
De verzekeraar dient de verplichting voor de heffing van de vennootschapsbelasting tot het binnenlands ondernemingsvermogen te rekenen. Voorts dient de overdracht te voldoen aan de eisen van de artikelen 19a en 19b van de Wet op de loonbelasting 1964.
Artikel 8 Omzetting in ander recht
Partij B heeft te allen tijde het recht om het op de voet van deze overeenkomst vastgestelde recht op periodieke uitkeringen om te zetten in een ander zodanig recht. Na het overlijden van partij B hebben de opvolgende gerechtigden hetzelfde recht.
Voorwaarde is in alle gevallen dat het nieuwe recht onverkort voldoet aan de bepalingen van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de loonbelasting 1964.
Artikel 9 Verplichtingen
Partij A rekent de verplichtingen uit hoofde van het stamrecht voor de heffing van de vennootschapsbelasting geheel tot het binnenlandse ondernemingsvermogen.
Artikel 10 Fiscale voorwaarden
a. Partij B pleegt ter zake van de verwerving van het stamrecht geen enkele aftrek op het inkomen.
b. Partij B verklaart dat het stamrecht niet is opgekomen ingevolge artikel 19b van de Wet op de loonbelasting 1964.
c. Het stamrecht kan niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan ten behoeve van uitstel van betaling op grond van artikel 25, vijfde lid, van de Invorderingswet 1990.
Artikel 11 Kosten totstandkoming overeenkomst
Alle kosten welke samenhangen met de totstandkoming van deze overeenkomst komen voor rekening van partij A.
Artikel 12 Toepasselijk recht
Op deze overeenkomst is bij uitsluiting Nederlands recht van toepassing.
Artikel 13 Slotbepalingen
Deze stamrechtovereenkomst is gelijk aan de door de kennisgroep pensioenen van de Belastingdienst gepubliceerde modelstamrechtovereenkomst met kenmerk "Modelstamrechtovereenkomst Belastingdienst, direct ingaand, versie april 2008, kenmerk 08-651-1".
Deze stamrechtovereenkomst is van kracht met ingang van 20.. (datum).
Aldus overeengekomen en in tweevoud getekend te .....................(plaats), op .. .........
20.. (datum).
Partij A Partij B
.................………………………………BV (naam)
namens deze,
........................ ......................……….(naam)