ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL
ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL
zitting van 25 juni 2019
Inzake:
Dhr. A en Mvr. B, XXX XXX Eisers,
ter zitting vertegenwoordigd door dhr. C
Tegen:
RB, met zetel XXX XXX;
Lic. XXX Ondernemingsnr.: XXX XXX XXX Verweerster,
Ter zitting niet aanwezig noch vertegenwoordigd .
hebben ondergetekenden:
Xxx X, in zijn hoedanigheid van voorzitter van het arbitraal college;
Mvr E, in haar hoedanigheid van vertegenwoordiger van de verbruikers; Xxx X, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de verbruikers; Mvr G, in haar hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector; Xxx X, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector;
die ten deze allen woonst hebben gekozen in de Geschillencommissie Reizen, City Atrium, Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx;
xxxxx in hun hoedanigheid van scheidsrechters van de Geschillencommissie Reizen, met zetel City Atrium, Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx;
bijgestaan door Xxx. I, Secretaris Generaal, in haar hoedanigheid van griffier;
volgende arbitrale sententie geveld:
Wat de rechtspleging betreft:
Gezien de artikelen 1676 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek;
Gezien het door eisers ondertekend vragenformulier, ter griffie ontvangen op 10.04.2019, waarmee de Geschillencommissie Reizen werd gevat;
Gezien het proceduredossier dat, zoals gewenst door partijen, op regelmatige wijze werd samengesteld in de Nederlandse taal;
Gezien de dossiers en de besluiten van partijen alsook de door hen neergelegde stukken; Gezien het akkoord van partijen betreffende de arbitrale procedure;
Gezien de oproeping van partijen om te verschijnen op de zitting van 25.06.2019; Gezien het onderzoek van de zaak, mondeling doorgevoerd ter zitting van 25.06.2019;
Wat betreft het reiscontract:
Uit de door partijen neergelegde dossiers blijkt dat eisers bij doorverkoper RB op 20/09/2018 voor 2 personen een begeleide rondreis boekten in Mexico, van 09/11/2018 tot 20/11/2018, met hotelverblijven volgens programma in dubbel kamer, vluchten heen en terug, reis georganiseerd door RO, voor de totale prijs van 3.260,00 €.
Derhalve werd een pakketreisovereenkomst afgesloten in de zin van art. 2 wet van 21/11/2017 betreffende de verkoop van pakketreizen, gekoppelde reisarrangementen en reisdiensten.
Uit een eerste onderzoek is gebleken dat het arbitraal college bevoegd is om van onderhavig geschil kennis te nemen.
Ter zitting verschenen partijen zoals hierboven aangegeven.
Wat de grond van de zaak betreft:
I. De Feiten:
Eisers boekten bij doorverkoper RB op 20/09/2018 voor 2 personen een begeleide rondreis in Mexico, van 09/11/2018 tot 20/11/2018, met hotelverblijven volgens programma in dubbel kamer, vluchten heen en terug, reis georganiseerd door RO, voor de totale prijs van 3.260,00 €.
Eisers houden voor dat zij, zoals bijna de hele groep reizigers, na het nuttigen in een strandrestaurant in Celestun van een maaltijd met garnalen, een salmonellavergiftiging opliepen waarvoor zij medische zorgen dienden te krijgen en waardoor hun reisdeelname ernstig geschaad werd.
Verder mailverkeer tussen eisers en RB (waarin eisers RB steevast als reisorganisator aanzien) leverde geen compensatievoorstel vanwege RB op.
Met het vragenformulier, ter griffie ontvangen op 10/04/2019, waarmee de Geschillencommissie Reizen werd gevat, formuleren eisers volgende klachten tegen RB die zij als reisorganisator aanzien :
Door de gebrekkige hygiëne in een strandrestaurant werden 60 van de 64 reizigers besmet met salmonella waardoor de reisdeelname van mijn vrouw en mezelf ernstig geschaad werd. Rauwe vis als maaltijd voorzien in een plaats met weinig hygiëne in een tropisch land houdt ernstige risico’s op voedselvergiftiging in. Noot: het betrof een voorgesteld menu, er was geen keuze.
en becijferen zij hun schade eis op 1.669,17€ onmogelijke/beperkte reisdeelname, dokterskosten en arbitragekosten.
II. Beoordeling:
Eisers boekten bij doorverkoper RB op 20/09/2018 voor 2 personen een begeleide rondreis in Mexico, van 09/11/2018 tot 20/11/2018, met hotelverblijven volgens programma in dubbel kamer, vluchten heen en terug, reis georganiseerd door RO voor de totale prijs van 3.260,00 €.
Derhalve werd een pakketreisovereenkomst afgesloten in de zin van art. 2 wet van 21/11/2017 betreffende de verkoop van pakketreizen, gekoppelde reisarrangementen en reisdiensten. Verweerster RB is in deze doorverkoper en RO de organisator van de pakketreis.
Eisers houden voor dat zij, met 60 van de 64 reizigers, na het nuttigen in een strandrestaurant in Celestun van een maaltijd met garnalen, een salmonellavergiftiging opliepen waarvoor zij medische zorgen dienden te krijgen en waardoor hun reisdeelname ernstig geschaad werd.
Vastgesteld dient te worden dat men in het hele dossier niet alleen tevergeefs naar enig bewijs zoekt van deze beweerde gebrekkige uitvoering van de reisdiensten die in de pakketreisovereenkomst zijn begrepen en de schadelijke gevolgen ervan, maar tevens dat de reisorganisator hiervoor aansprakelijk zou zijn (art. 33 wet van 21/11/2017 betreffende de verkoop van pakketreizen, gekoppelde reisarrangementen en reisdiensten) en niet de doorverkoper.
Zoals ook uit de bestelbon duidelijk blijkt is verweerster RB in deze de doorverkoper en niet de organisator van de pakketreis.
Vastgesteld dient te worden dat in het hele dossier lastens doorverkoper RB nergens enige fout of tekortkoming wordt aangetoond die de beweerde of andere schade van eisers zou veroorzaakt hebben.
Aldus moet worden vastgesteld dat de vordering, voor zover als gericht tegen de doorverkoper RB, ongegrond is.
OM DEZE REDENEN
het arbitraal college Verklaart zich bevoegd om kennis te nemen van de vordering;
Verklaart de vordering, voor zover als gericht tegen doorverkoper RB toelaatbaar doch ongegrond.
Wijst de vordering af als ongegrond.
Aldus uitgesproken met unanimiteit van stemmen te Brussel op 25/06/2019.