Artikel 19 Algemene bepalingen inzake (bijzonder) partnerpensioen en ouderdomspensioen
2. Het bepaalde in lid 1 vindt geen toepassing, indien de gewezen partners bij huwelijkse voorwaarden, bij voorwaarden van geregistreerd partnerschap dan wel bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding anders overeenkomen. De huwelijkse voorwaarden of de voorwaarden van geregistreerd partnerschap zijn respectievelijk de overeenkomst is slechts geldig indien hieraan een verklaring van de stichting is gehecht, dat het bereid is een uit de afwijking voortvloeiend pensioenrisico te dekken. De stichting kan in een dergelijk geval een afwijkende premie en/of afwijkende voorwaarden vaststellen. De kosten van verevening en de eventuele extra premie wordt door de stichting in gelijke delen in rekening gebracht aan de beide gewezen partners.
3. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op ongehuwd samenwonende partners die in een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst dan wel in een overeenkomst met het oog op de beëindiging van de samenleving hebben verklaard uitvoering aan de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding te willen geven.
Artikel 19 Algemene bepalingen inzake (bijzonder) partnerpensioen en ouderdomspensioen
1. De aanspraak op (bijzonder) partnerpensioen kan zonder toestemming van de daartoe volgens dit pensioenreglement gerechtigde niet bij overeenkomst tussen diens echteno(o)t(e) of geregistreerde partner en de stichting of de vennootschap worden verminderd.
2. De aanspraak op ouderdomspensioen van een (gewezen) deelnemer kan zonder toestemming van diens echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner niet bij overeenkomst tussen enerzijds de (gewezen) deelnemer en anderzijds de stichting of de vennootschap worden verminderd, tenzij het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding is uitgesloten door de echtgenoten of geregistreerde partners.
Artikel 20 Informatieverplichting van de stichting
De stichting verstrekt te allen tijde de informatie zoals voorgeschreven in de Pensioenwet.
Artikel 20a Informatie aan de deelnemers
1. De stichting verstrekt binnen drie maanden na de start van de verwerving van pensioenaanspraken informatie over de kenmerken van de pensioenregeling, de uitvoering van de pensioenregeling en over persoonlijke omstandigheden die een actie van de deelnemer kunnen vergen. De deelnemer wordt daarbij tevens gewezen op de website van de stichting en de mogelijkheid om het pensioenregister te raadplegen.
2. De stichting verstrekt jaarlijks in de vorm van een Uniform Pensioenoverzicht de volgende informatie;
a. een opgave van de verworven pensioenaanspraken;
b. een opgave van de reglementair te bereiken pensioenaanspraken, waarbij deze gegevens voor zover het ouderdomspensioen betreft, tevens worden weergegeven op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario, met de waarschuwing dat de projecties kunnen verschillen van de definitieve hoogte van de te ontvangen pensioenuitkeringen;
c. informatie over de toeslagverlening;
d. informatie over de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten op grond van artikel 13 lid 6 van dit reglement;
e. een opgave van de aan het kalenderjaar toe te schrijven aangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.127 Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen;
f. informatie over de reglementaire pensioenleeftijd;
g. informatie over de toezichthouder waar het pensioen(fonds) onder valt; en
h. informatie over de dekkingsgraad.
3. De stichting verstrekt bij einde van het deelnemerschap de volgende informatie:
a. een opgave van de opgebouwde aanspraken;
b. informatie over de toeslagverlening;
c. voor de deelnemer specifieke informatie in verband met de beëindiging van het deelnemerschap;
d. informatie over omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van de stichting; en
e. informatie over de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten op grond van artikel 13 lid 6 van dit reglement.
4. Onverminderd het bepaalde in lid 3 verstrekt het bestuur op verzoek aan de deelnemer binnen drie maanden de informatie zoals bedoeld in artikel 20e.
Artikel 20b Informatie aan gewezen deelnemers
1. De stichting verstrekt de gewezen deelnemer jaarlijks:
a. een opgave van zijn opgebouwde pensioenaanspraken en de reglementair te bereiken pensioenaanspraken, waarbij deze gegevens voor zover het ouderdomspensioen betreft, tevens worden weergegeven op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario, met de waarschuwing dat de projecties kunnen verschillen van de definitieve hoogte van de te ontvangen pensioenuitkeringen;
b. informatie over de toeslagverlening;
c. informatie over de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten op grond van artikel 13 lid 6 van dit reglement;
d. informatie over de reglementaire pensioenleeftijd;
e. informatie over de toezichthouder waar het pensioen(fonds) onder valt; en
f. informatie over de dekkingsgraad.
2. Binnen drie maanden na een relevante wijziging van het pensioenreglement informeert de stichting de gewezen deelnemer over deze wijziging en de mogelijkheid om het gewijzigde pensioenreglement op te vragen.
3. Onverminderd het bepaalde in lid 1 en lid 2 verstrekt het bestuur op verzoek aan de deelnemer binnen drie maanden de informatie zoals bedoeld in artikel 20e.
Artikel 20c Informatie aan pensioengerechtigden
1. De stichting verstrekt degene die pensioengerechtigde wordt bij pensioeningang:
a. een opgave van zijn pensioenrecht;
b. een opgave van de opgebouwde aanspraken op partner- en wezenpensioen;
c. informatie over het verlenen van toeslagen;
d. informatie over de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten op grond van artikel 13 lid 6 van dit reglement; en
e. overige informatie die in het kader van de pensioeningang van belang is.
2. De stichting verstrekt de pensioengerechtigde jaarlijks:
a. een opgave van het pensioenrecht;
b. een opgave van de opgebouwde aanspraken op partner- en wezenpensioen;
c. informatie over toeslagverlening;
d. informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten op grond van artikel 13 lid 6 van dit reglement; en
e. informatie over de toezichthouder waar het pensioen(fonds) onder xxxx.
3. Binnen drie maanden na een relevante wijziging van het pensioenreglement informeert de stichting de pensioengerechtigde over deze wijziging en de mogelijkheid om het gewijzigde pensioenreglement op te vragen.
Artikel 20d Informatie aan gewezen partners
De stichting verstrekt de gewezen partner bij scheiding een opgave van:
a. het bijzonder partnerpensioen;
b. informatie over de toeslagverlening;
c. informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten op grond van artikel 13 lid 6 van dit reglement
d. overige informatie die voor de gewezen partner specifiek van belang is.
Vervolgens verstrekt de stichting ten minste één keer in de vijf jaar een opgave van het bijzonder partnerpensioen, informatie over de toeslagverlening en informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten op grond van artikel 13 lid 6 van dit reglement. Indien het toeslagbeleid wijzigt, informeert de stichting de gewezen partner hierover binnen drie maanden.
Artikel 20e Informatie op verzoek
1. De stichting verstrekt (gewezen) deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden of hun vertegenwoordigers op verzoek:
a. informatie over de gehanteerde aannamen bij de weergave van ouderdomspensioen op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario; en
b. de voor hem relevante informatie over beleggingen;
c. informatie over het van toepassing zijn van een aanwijzing als bedoeld in artikel 171 van de Pensioenwet;
d. informatie over de aanstelling van een bewindvoerder als bedoeld in artikel 173 van de Pensioenwet; en
e. informatie over de consequenties van uitruil van pensioenaanspraken.
Een en ander overeenkomstig artikel 46 Pensioenwet en artikel 9 en 9a Besluit uitvoering Pensioenwet.
2. De stichting verstrekt de deelnemer, de gewezen deelnemer of de gewezen partner op verzoek informatie die specifiek voor hem relevant is.
3. De stichting verstrekt de gewezen deelnemer op verzoek de informatie zoals opgenomen in artikel 20b lid 1 van dit reglement en de gewezen partner op verzoek de informatie in zoals opgenomen in artikel 20d tweede volzin van dit reglement.
Artikel 21 Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur van de stichting in de geest van de bepalingen van dit reglement en in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving.
Artikel 22 Algemene bepalingen
1. Beslag op pensioen is mogelijk voor zover dat voortvloeit uit toepassing van de uniforme regeling voor beslag vastgelegd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 475b en verder.